Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken H. ELZENAAR Bel dan op No. 42 Bij Pijn L Abonnementen kunnen élke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 8 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 De Gembode Advertentiën 26 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver teer en. Adverientièn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen zjjn bezorgd. i inamurht m la imutlmirf t.i.u.- *4a Kantoor en Drokkeri| Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Vier en veertigste Jaargang VersckIJnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag - Post-glro na 44234 Woensdag 24 Dec. 1930 - Mo. 77 Dit nummer bestaat uit 2 bladen en een bijvoegiel' EEKSTE BLAD Het volgend nummer van De Eembode verschijnt Dinsdag 30 December a.s. Epistel en Evangelie. KERSTMIS. Welbeminde! De genade van Ood onzen Zaligmaker is voor alle men- schen verse! „nen en leert ons, dat wij, met verzaking van de goddeloos heid en de wereldsche begeerlijkheden, matig, rechtvaardig en godsdienstig leven in deze wereld, verwachtend' de zalige hoop en de komst der heerlijk-* heid van onzen grooten God en Zalig maker Jesus Christus, die Zich zeiven voor ons gegeven heett om ons vrij te koopen van alle ongerechtigheid en voor Zich een welbehagelijk volk te reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en vermaan, in Christus Jcsus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. Lucas; II, 1—14. In dien tijd ging er een gebod uit van Keizer Augustus, dat de geheele wereld moest worden opgeschreven. Deze eerste opschrijving is geschied door Cyrinus, landvoogd van Syrië. En allen gingen om zich aan te geven, ieder naar zijne eigene stad. En ook {ozef trok op van Galilea uit de stad Jazareth naar Judea, naar David's stad, die Belhlehem genoemd wordt, dewijl hij uit hel huis en geslacht van David was, om zich aan te geven met Maria, zijne verloofde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij "daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou. En zij baarde haren eerstgeborenen Zoon. en wikkelde Hem in doeken en legde Hem neder in eene kribbe; want er was voor hen geen plaats in de herberg. Er. waren nu in dezelfde slreektier- ders, die waakten en de nachtwachten hielden over hunne kudde. En zie, een engel des Heeren stond naast hen, en Gods heerlijkheid omstraalde hen; en zij vreesden met groote vreeze. En de Engel zeide hun: Vreest niet! want zie, ik verkondig u eene groote blijd schap, die voor al het volk wezen zal dat u heden geboren is de Zaligmaker, r die Christus de Heer is, in de stad van David. En dit zij u een teeken: gij zult vinden een Kind, in doeken gewonden en nedergelegd in eene kribbe. En eensklaps vereenigde zich met den engel eene menigte van het hemeische heirleger, God lovend er zeggendGlorie aan God in den aller hoogste! en op aarde vrede aan de menschen van goeden will JOH. DE HEER varkensmarkt tel, 1309 AMERSFOORT Piano- en Orgelbandel den menschen gelijk werd en uiterlijk als menech bevonden werd. Straks vooral, in de nachtmis, herden ken wij, de genadevolle geboorte van onzen Zaligmaker, dan Irilt ons hart van blijde verrukking, als de lof zang der Engelen, het Gloria in Excel- sis, door onze kerken klinkt; Nu vooral gaan wij met de herders naar de stat van Bethlehem, om het goddelijk Kind aan het ons gegeven teeken te erkennen. Ach wij begrijpen, dat het hoog moedig ongeloof aan dat teeken den Verlosser niet erkent. Het vleeschge- worden Woord, den eeuwigen zoon van God te aanbidden in' „een Kind, in doeken gewonden en nedergelegd in een kribbe". neen, dat is te veel voor het trotsche verstand, dat moet der wereld eene dwaasheid zijn. Maar degeloovige Christen schrikt niet terug; integendeel zijn geloof wordt er door versterkt en zich verplaatsend in den stal van Bethlehem, meet hij de liefde van den mensch geworden God af naar de diepte van diens vernedering en spreekt hij met een van dankbare wederliefde gloeiend hart: Zóó be minnen kan God alleen. Aanbiddend knielen wij het Kindje in de kribbe, Dat Kindje is de almachlige God, Die ieder onzer bemint met oneindige liefde, onze Koning onze Heer, onze Verlosser, onze beste vriend, de Goddelijke min naar onzer zielen. Ziet hoe het de armpjes uitstrekt, ons uitnoodigend om in teedere omhelzing ons geheel aan Hem Ie schenken. Liefde om liefde, hart om hart, vernedering om verne dering. „Komt tot mij, gij allen die van goeden'wil zijt", zoo roept het ons toe, „en ik zal U den waren vrede schenken. Ik zal uw hart verwarmen met het heilige vuur mijner liefde, ik zal u heiligen en zalig maken. Ziet, hoe ik U bemin, hoe ik verlang om mij geheel aan U te schenken, kom dan, kom dan tot mij.O Goddelijk Kind, Gij zijt de troost onzer zielen, de weelde des harten, ja, wij komen tot U uit dankbare wederliefde, wij schenken ons geheel aan U.en tra nen van vreugde wellen op in onze oogen om de oneindige liefde en barm hartigheid Gods. W. Kerstzang. Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons geschonken. O, wat zon is komen dalen In den Maeghdelijken schoot! Ziet, hoe schijnt ze met heur stralen Alle glanzen doof en dood! Ay, hoe schijnt dit hemelsch kint, Aller zielen licht en hoeder. Zon en maen en sterren blint Uit den schoot der zuivre moeder. Englen, daelt van 't Paradijs Zingt den hemel eer en prijs. En met vree de harten kroont, Daer een goede wil in woont. (Vondel) Beminnelijk geheim van teedere liefde, van eindelooze ontferming 1 Wondervol tooneel in die eenzame grot van Bethlehem, in de stilte van dien nacht, toen het goddelijk Kind, der maagdelijke moeder in de kribbe ne- derlag en, ais mensch, de eerste hulde der aanbidding van Maria en jozef ontving. Dit was het oogenblik, eeuwen te voren, door den profeet Isaias aan schouwd, toen hij uitriep„Een Kind is ons geboren, en een Zoon geschonken 1 De heerschappij rust op zijnen schouder en zijn naam zal ge noemd worden: Wonderbare, Raad gever, God, Sterke, Vader der toe komstige eeuw, Vredevorst." Dat Kind is Hij, „die het geenen root achtte aan God gelijk te zijn", maar die zichzelve als vernietigde, de gedaante van een dienstknecht aannam. Kerstfeest. ook voor de Armen. Ook voor de Armen zij het Kerst feest een van de Hoogfeesten, niet enkel kerkelijk, maar met behulp van KANTOORBOEKHANDEL F. A TULP Bi Lsnjestr. 66 to. KrommMtr. TEL SM Diuiim't Cii|i Fipimi IilillikMi, IiIiIIhjiii, Simttii Mlittu iKstiiiinniiiiii de mildadigheid van vele goede men schen ookhuiselijk. Want feest vieren met een hongerige maag en verkleumde leden gaat moeilijk. Kerstmis toch, is bij uitstek het feest >or de Armen. De goddelijkeflHeiland immers kwam op dien dag tot ons juist als de Armste der armen en de eersten, die tot Zijn kribbe werden geroepen en toegelaten, waren de arme herders. De gegoeden, de met aardsche goederen gezegenden en de rijken, sluit Hij niet uit, maar Hij duldt hen toch niet in Zijn schamel verblijf, of zij moeten althans wezen: „Arm van geest". Wat wil dat zeggenarm van geest? Dat wil zeggen: zij moeten zich eerst onthechten aan de goederen der aarde en hun overvloed bezigen tot leniging van den nood, waaraan zoovelen hunner medemenschen zijn blootgesteld. Daarom werd een eer zuchtige en hebzuchtige koniijg Hero des van de kribbe geweerd, maar de Drie koningen uit het Oosten met groote vreugde ontvangen. Want zij hadden van hun rijkdom milde gaven afgezonderd, die de Koning der Armen gaarne voor Zich en de Zijnen ontving. Wij allen, armen en rijken, meer- gegoeden en behoeftigen willen op het a.s. Kerstfeest wederom op waardige en heilvolle wijze tot den armen Heiland van Belhlehem naderen. Daarom moe ten zij onder ons, die met aardsche goederen gezegend zijn ot behoorlijken welstand genieten, naar het voorbeeld der H.H. Driekoningen niet met ledige handen tot Hem gaan, maar ook van het hunne naar vermogen afzonderen en met een edelmoedig hart brengen aan Hem, Die voor ons de Vertegen woordiger der armen is en voor dezen gaarne giften en gaven aanvaardt. Zelfs zij, die zich tot de mingegoeden reke nen, moeten zich in dezen niet onbe tuigd laten, maar het voorbeeld volgen van de behoeftige Herders, die van hun schamel bezit toch nog iets wisten af te zonderen voor het H. Gezin, het welk nog armer was dan zijzelf. Dan kunnen ook de Armen en Behoeftigen met blijheid tot het H. Kerstkindje gaan, hetwelk hun zoo gaarne de ont vangen giften en gaven uitdeelt en de rijkste zegeningen weergeeft voor de genen, die Hem in den arme dienden. W. De 8t Vfncentius- Vereeniging en de Jongeren De wijze van hulpverleening door de St. Vincentius-Vereeniging, welke wel eens smalend het vleesch- en soepbonnenstelsel genoemd werd, is deze niet uit den tijd? Vooreerst deze bemerking. De ver- eeniging wordt te kort gedaan wan neer men haar voorstelt als de distri- buante van louter kleine giften in natura. Welke een enorme sommen kosten niet de liefdewerken. Alleen in "s Graven- hage worden jaarlijks kapitale bedragen geofferd voor de liefdewerken. Boven dien getroost de Vereeniging zich zeer groote uitgaven bij de buitengewone bedeelingen, die echter in zooverre niets buitengewoons hebben, omdat zij periodiek terugkeeren. Maar ook die kleinere giften zijn van zeer groot belang. De praktijk leert dat zij al zeer dikwijls het eerste contact leggen tusschen Vincentiaan en arme, hetzij dat deze zelf komt aankloppen, hetzij dat de parochie geestelijkheid den steun verzoekt voor een of .ander gezin. Bovendien zullen die kleinere giften die door de weke- lijksche uitkeering tot een voor den arme niet onaanzienlijk bedrag aan groeien, dikwijls een gunstige sfeer scheppen tusschen Vincentiaan en arme, de noodzakelijke voorwaarde om te bereiken de zedelijke verheffing bet gezin. Wil een jongere naast het gewone Conferentiewerk, nog meerproductieven arbeid verrichten, in dienst van de charitas, dat heeft hij in de vele liefde werken, overeenkomstig zijn eigen aan leg en karakter, nog voldoende keus. Al deze liefdewerken te noemen is onmogelijk. Iedere conferentie, zeer zeker iedere Bijzondere Raad, heeft geheel bijzondere. Enkele der meest voorkomende laten we hier volgen: het liefdewerk der volksbibliotheken,derkinderverzorging, verspreiding van goede lectuur, van werkverschaffing, van secretariaten der armen, van patronaten en ambachls- leerlingen, redding van drankzuchtigen, dat der stille armen etc. etc. Wanneer wij, zonder eenig vooroor deel, de inrichting en wijze van wer ken der Vincentius-Vereeniging be schouwen dan wil het ons voorkomen dat de afzijdigheid der jongeren niet zoo gemakkelijk te verklaren is, nog minder te verontschuldigen. Wanneer ooit de tijd komt dat de vereeniging bij het ontbreken van vol doende krachten, haar zegenrijken arbeid moet staken, dan zal men haar eerst naar waarde weten te schatten. Ook mogen wij hei vraagstuk van de Jongeren en de Vereeniging van den Hj Vincentius wel eens van de boven natuurlijke zijde beschouwen. Niemand zal ontkennen dat een jongere sterker onderhevig is aan den invloed van den tijd dan de oudere. Onze tijd wordt 'gekenmerkt door overmatige zucht naar vermaak, die telkens weer nieuwe behoeften schept en om sterkere prikkels vraagt. Wanneer mr. Chr. Ruys de Beeren- broutfc zegt dat onze tijd van elschen en behoeften, de epidemische zucht lering en bevrediging er van, om tevredenheid roept, d"e rust en bevrediging brengt, dan denken wij onwitlekeurig aan de jongeren, meer ontvankelijk voor het tijd-eigen. Maar tegelijk wordt het groote nut bewezen van de Vereeniging van den H. Vin centius vooral voor de jongeren, wan neer hij vervolgt: „Daarom kan het contact met de armoede en er armen zoo onnoembaar veel goed doen aan onze eigen zielen, of zouden we onze lessen niet trekken uit de wetenschap dat er gezinnen om ons zijn, die het veel minder hebben, dan de onze?" Nog deze bemerking. Vele jongeren beoefenen de praktijk der veelvuldige Communie- Wij geven toe dat verschillende hun ner vruchtbaar werken in de patronaten en andere organisaties. Zijn er echter ook onder hen, die veelvuldig de H. Communie ontvangen, niet te veel die uitsluitend leven voor zich zelf? Welk een schoone gelegenheid biedt onze vereeniging om de geestelijke energie verzameld in de veelvuldige H. Communie om te zetten in daden van Christelijke charitas. De liefde tot Christus moet tot gezellin hebben de liefde tot den naaste. Kunnen wij Christus ooit beter ver gelden de onuitsprekelijke weldaden, welke Hij ons bewijst bij de veelvul- e Communie, dan wanner gestalte van den arme, in daante van noodruft en ellende, Zelf om onzen bijstand bedelt? Tenslotte In onzen tijd met zijn sociale wetten wordt het gebied der Christelijke naas tenliefde meer en meer afgebrokkeld. Dit kan niet anders dan tot schade van ons eigen geestelijk leven. Hoe grooter het terrein is waar de Christelijke charitas zich kan ontplooien, hoe schooner gelegenheid ons wordt geboden dat groote gebod te beoefenen, waarvan de vervuiling zooveel gewicht werpt in de schaal van den eeuwigen Rechter, dat de Evangelist Mattheus, die op zulk een aangrijpende wijze dit oordeel beschrijft, alleen spreekt van dit gebod: was hongerig en gij hebt mij gespijsd, Ik was naakt en gij hebt mij gekleed, ik was krank en gij hebt uiij bezocht." Jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck heeft nadrukkelijk betoogd dat er bij al onze sociale zorgen en voorzieningen, bij ernstige bestudeering en breede toe passing van een rijkdom van meenin- gen en denkbeelden omtrent de op lossing van allerlei belangrijke en drin gende sociale vragen, bij ons streven naar verheffing en lotsverbetering der te lang achter gebleven groepen dat er bij al dat sociale werk van onzen tijd een kostbaar element zal verloren gaan, dat is, zoo gezegd, „de sociale liefde van mensch tot mensch". Waar bij den Katholiek [de wil is n de christelijke naastenliefde te be oefenen, daar wijst de Vereeniging van den H. Vincentius hem den weg. Zijn hier en daar de begrippen der Vincentianen verouderd, laten de jon geren hierin verandering brengen door een werkzaam aandeel op te eischen, zij zullen vooral bewerken, dat het werk der conferenties gericht is naar den socialen toestand van heden. Laten de ouderen hun aanbod niet afwijzen maar hun tegemoet treden. uren en een welverdiend stevig noen maal trok hij thans vliegensvlug naar... de Utrechtsche Kermis 1 el u gerust, lezer! het was geen begeerte naar kermisvleren, wat hem zoo naar de oude Bisschopsstad trok; bovendien was de kermis nog niet eens aan de gang, alleen nog maar hoe ook dit jaar weer het vermaarde beestenspel van Alpy (de Hagenbeek van die dagen) zóu komen en dat altijd zooveel bezoekers uit stad en land trok. En ziet u, een kinderlijk verlangen had zich van hem meester gemaakt om die merkwaardige mena gerie van Alpy in bezit te hebben. Zoo trok hij dan op 8 Juli 1808 van zijn Paleis Soestdijk snellijk naar het Vreeburg te Utrecht, om het ge noemde beestenpark te bezichtigen en, 't kon, aan te koopen. En inder- zijn begeerte werd vervuld: hij keerde opgetogen naar Soestdijk terug als eigenaar van de verzameling, en wel voor de somma van f25.000, die thans wel een ton vertegenwoordigt. „Zoodra de kermis was afgeloopen", schrijft een Utrechtsch tijdgenoot, werd de menagerie onmiddellijk naar Soest dijk vervoerd op vier lange wagens; o.a. zag men er „drie leeuwen, twee tijgers, een panter, een luipaard, twee zebra's, een struisvogel en drie of vier De Koning was er zeer mee inge- schijnt er heel deftig een wetenschappelijke inrichting v Althans reeds óp 28 juli werd te Soestdijk KantoorbmkhaiHfH Schrijfmachines - tsfaï. sar Speciaal adres voor Uw Karttoor- School-, Schrijf- en Teekeobenoo- digdheden. - Advertentie-Bureau Hebt U een Taxi of auto ooodig Amersfoort, ander niet lang; de koning liet in Mei 1809 vrij plotseling zijn dieren, enz. naar Amsterdam overbrengen. Doch ook daar had de instelling geen lang levenimmers op 10 Juni 1810 be sloot de koning zijn koninklijke tuin op te heffen en op 17 Juli werd alles verkocht ook de dieren; de inventaris telde niet minder dan 62 dieren, waar van er 25 op Soestdijk gelogeerd had den. Maar toen reeds had Lode- wijk Napoleon als onttroond koning ons land verlatenzijn kortstondig koningschap was ten einde. Ben Menagerie op Soestdijk. Door T. PLUIM. (Spelling Minister Terpstra). Het was in de namiddag van de 8ste Juli 1808, dat Koning Lodewijk Napoleon in vliegende vaart van zijn zomerpaleis Soestdijk wegreed en de holle zandweg langs de Praamgracht naar Utrecht insloeg. Hij had al een drukke dag achter zich: hij had een Staatsraad bijge woond en allerlei personen in audiëntie ontvangen. Na die vier vermoeiende Koninklijk decreet te Soestdijk een koninklijke tuin ingesteld, bevattende een menagerie, kruidtuin en een kabi net voor natuurlijke historie. Tevens benoemde hij tot directeur C. G. C. Reinwardt, hoogleeraar te Harderwijk, die zich op Soestdijk kwam vestigen op een salaris van T3000. - Maar de Professor was niet belast met de verzorging der dieren; dit meer prozaische (en gevaarlijke!) werk was verbleven aan Alpy, den kermis reiziger en dierentemmer, die mede in de koop begrepen was. Hij werd aan gesteld als „gardin" (bewaker) van de nieuwe menagerie tegen f1600 salaris. Hij sfchijnt goed voldaan te hebben, onze Alpy, want- de Intendant van Soestdijk schreef over hem aan den Koning (ik zal 't Fransch maar ver talen: „Mijneer Alpy besteedt de grootst mogelijke zorg aan de dieren en be tracht een buitengewone zindelijkheid, zoodat zij een volmaakte gezondheid genieten. Hij is ook zeer tevreden over zijn kamer en over de plaats, die ik aan de beesten gegeven heb". Die „plaats van de beesten" zal wel geweest zijn in hun oude kermishokken, want van een nieuw gebouw wordt in de rekeningen niet gesproken. Mis schien stonden dus die hokken en die kooien in de stallen, 't Scheen er vroeg koud te zijn geworden, want reeds in de nazomer werden groote hoeveelhe den brandstoffen verbruikt. Trouwens een nieuw gebouw schijnt et in het plan van den Koning ge legen te hebben; Soestdijk was meer als voorloopige bergplaate bedoeld. Want reeds op 25 Augustus maakte de Koning in zijn Koninklijke Courant bekend, dat „de groote kruidtuin, de verzameling van natuurlijke historie en de menagerie naar Haarlem zullen worden overgebracht." Daar had de Koning het buitenverblijf „Welgelegen" van de familie Hope aangekocht, 'f Duurde evenwel nog tot November eer de overbrenging kon plaats hebben. Zoo had de Menagerie slechts vier maanden op Soestdijk een verblijf ge vonden (de Koning kon het er niet eens een maand uithouden en daar voor een uitgave gevorderd van 2391 gld. 16 stuivers 8 penningen, voor namelijk voor het koopen van vleesch, brood, graan, zaad, zemelen, lampolie, itroo, zaagmeeljenlzand. Ook vermeld- le de rekening nog zwart brood voor den zwarten Amerikaanschen beer en graan voor de patrijzen. Op 26 November werd de instellin) van Soestdijk naar Haarlem Binnenland VREEMDELINGENVERKEER. Een 40-tal Burgemeesters en afge vaardigden van verschillende organi saties, welke belang hebben bij het Vreemdetingenverkeer, was op initiatief van de Utrechtsche V. v. V. bijeen gekomen om te trachten tot de oprich ting eener provinciale organisatie te komen. uiteenzetting van de werking eener provinciale vereeniging door den directeur der Alg. Ned. Vereen, voor Vreemdelingenverkeer, werd den aan wezigen de gelegenheid gegeven hunne meening betreffende de oprichting »e kennen te geven. Na een korte inleiding door den heer Hofkamp, werd het woord verleend aan den heer Van Beurden, die het standpunt van Amersfoort uiteenzette. Dit kwam bier op neer, dat een betere en meer gedetailleerde voorbereiding en een werkplan vereischt werd, vóór toetreding kon overwogen worden. Door den heer Spoel uit Amersfoort werd daarna betoogd, dat hij vreest, dat indien de prov. vereeniging ook de vestiging behartigt dit wel eens ten nadeele zou kunnen komen van sommige plaatselijke belangen. Nadat meerdere afgevaardigden het gesprokene hadden ondersteund, werd door den voorzitter uitdrukkelijk ver klaard, dat de belangen der stad Utrecht in geen geval zouden voorgaan en dat hem thans de wenscheiijkheid was ge bleken, nog niet terstond tot de oprich ting over te gaan. Nadat de vergadering hare sympathie met de oprichting eener Provinciale Organisatie in beginsel had uitgespro ken, werd eene commissie van 5 leden benoemd, die tot taak heeft de oprich ting voor Ie bereiden en daarbij een werkplan te ontwerpen. In die commissie zullen zitting heb ben de Burgemeesters van Breukelen en van Jaarsveld, de directeur der Utrechtsche V. v. V., de voorzitter der V. te Zeist en de secretaris van de Amersfoortsche V. v. V. Deze heeren namen de benoeming aan en zullen de vergadering weer bijeen roepen zoodra ze met de voor bereiding gereed zijn. De heer Wagner, Soest, richtte een woord van dank tot den voorzitter voor de uitstekende leiding der verga dering, waarna deze gesloten werd. en wel door den Baarnschen stalhouder van Leersum, die geleverd had: 26 paarden, drie dagen elk paard 6 gld. daags, samen 468 gld., welk bedrag hem reeds op 21 Febr. 1809 werd uit betaald, een groot verschil met de meeste leveranciers en ambtenaren, die soms maandenlang op hun geld moes ten wachten. Maar ook in Haarlem bleef een en in hoofd en ledematen, Rheumatlache pijnen, Griep en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn, Aan- gezlchtspijn en vaslzittendeHoestgebrulktmen Mljnhardi's Poeders Deze werken genezend ea nemen de pijnen weg. Prils per poeder 8 cent en m dooien van 6 stuks 45 ct. Alleen echt wanaeer doos en poeders voorziea zijn van den naam Mijnhard!. Let hierop! Vraag ze Uw Drogist

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1930 | | pagina 1