VLIEGMACHINE BOUWDOOS F. A. TULP N.V. Middenstands-Bank Voor Studieboeken en Leermiddelen Fa. H. Elzenaar Bel dan op No. 42 Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoort DE EEMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag middag. De aboiinemenlsprijs bedraagt één gulden per drie maanden; bulten Amersfoort f 1.10, franco per post. Abonnementen kunnen eiken dag Ingaan. Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode, gevestigd te Amersfoort De €embode Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Dinsdag 7 Aug. 1934 ADVERTENTIËN 25 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren AdvertentlEn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur In den morgen zQn bezorgd. Teleloon 314 Acht en Veertigste Jaargang - No. 37 Op ter Beêvaart naar de Lieve Vrouwe van Kevelaer. Wij zijn gekomen in de maand Augus- tus, de maand van vacanlie, de lijd vóór velen om eens alle zorgen op zijde -Ml zeilen en eens van aardsche be slommeringen vrij te zijn. En nu wij In de kerken de aankondiging zien vsn de bedevaart naar Onze Lieve Vrouwe van Kevelaer, zij dal nu ei "linsporing voor ons, om eens daar lit genadeoord vaii Kevelaer een paar onze vacantiedagen door te brengen I i 21e Augustus vertrekt de Amers- iortsche processie naar het genadeoord In Onze Lieve Vrouwe om daar te §!dden en Gods zegen en vrede voor i huisgezin af te smeeken. Wij binnen overal tot God bidden. God J overal tegenwoordig, Behalve dat pirij jezus God en Mensch vinden in alle tabernakelen, is God nog in het filiepstc onzer zielen bereid ons te hoo- n, naar onze smeekbeden te luisteren onze zuchten op te vangen. Maar jwij menschen zijn niet altijd bereid om ptot Hem te spreken en het is noodig rCdat de Godsvrucht door bijzondere L ceremoniCn op voorname feestdagen wordt opgewekt, de godsvrucht wordt aangewakkerd. Zoo wordt hij ook on tegenzeggelijk opgewekt door het aan- Lwezig zijn op die plaatsen, die hem I bijzonder door God of zijne Heiligen 1 schijnen uitgekozen te zijn als zege- 1 en genadeoorden voor hel lijdende f menschdom. Bijna alle godsdiensten dan ook, die uitwendige ceremonien hebben behou- I den, hebben hun bedevaartplaatsen. In het Oude Verbond lezen we, dat God zelf de mannen bevolen had drie- n het jaar den tempel van Jeru zalem te bezoeken. Hoeveel bedevaart- I plaatsen heeft ook de devotie tot O. L. Vrouw niet in het leven geroepen. Wettig en rechtmatig is dus de bede- vaatt en nuttig ook, wanneer men ze b weet te benutten, en ze doet in de vareischte gesteltenis, f Men bidt op die plaatsen vuriger 1 dan thuis. Men voelt dat men daar komt om te bidden, om het hart eens uit te storten voor de voeten van de smeekende Almacht. En we hebben veel te vragen voor kerk en huisgezin en maatschappij, voor ons zelf. En de plaatsbekleeder van Jezus Christus doet meer dan ooit den blik lot Haar rich ten, die we in Kevelaer willen eeren en huldigen, tot Haar, die eenmaal door God geroepen werd mede te arbeiden aan het verlossingswerk, dat de grond slag zou zijn en blijven van elk werk, ook van elk maatschappelijk werk op aarde. Door Maria's voorspraak moeten wij van God verkrijgen een goede oplos sing van 't maatschappelijk vraagstuk waarvoor een werkdadig Roomsch ge loof noodig is. Godsdienst moet weer herleven in gansch het volk, dan zal er vrede komen en zegen in de huis gezinnen. Wie anders zal ons brengen tot Christus Jezus. Wie anders dan Maria. Wie zal ons voeren lot Jezus H. Hart. Wie anders dan O. L. Vrouw van 't H. Hart, van dat Hart dat de menschen zoo zeer heeft bemind. Met den H. Petrus Damianus zeg- 7 gen wij: In Uwe handen, o Maria, zijn alle schallen van ontferming gesteld. Gehoord worden is voor Maria, verhoord worden. Uw gebed is een bevel. O Maria, Troosteres der bedruk- 1 ten, spreek voor ons ten beste, wie Geeft uw jongens in de vacantia een I KANTOORBOEKHANDEL I Langestr. 65 t.o, Krommestr. - TEL. 526 kan, zooals Gij spreken tot liet Hart van onzen Heer Jezus Christus, Uwen Zoon. Mogen dan velen uit Amersfoort en omstreken gevolg geven aan deze roep stem en opgaan naar het heerlijk ge nadeoord van Maria te Kevelaer, om daar een paar dagen te verblijven en dan getroost en gesterkt weer naar huis terug te keeren. Vooral de jongeren, die zoo gemak kelijk van huis kunnen, de jonge meisjes die wij zoo gaarne als bruidjes in de processie zien vertegenwoordigd, kun nen wij dit niet genoeg aanbevelen, te meer nu de Broederschap groote reductie geeft op de reiskosten, kan het geen bezwaar zijn dat de kosten te groot zijn. Ook willen wij hier even op attent maken, dat heden, evenals vroeger te Kevelaer, de processies en bedevaarten, met vanen en sieraden ongehinderd en onbelemmerd kunnen plaats hebben, zoodat de vrees voor onordelijkhedeii absoluut is builen gesloten. Type- en Copleerlnrichting VITESSE KON. WILHELMINASTR. 10 Gesloten van 6 tot 20 Augustus a.s. Onze voornamen. Door A. F. van Beurden. In vroegeren tijd, toen dorpen en steden nog klein waren, kenden buren en ook verderaf wonenden elkander bij den voornaam en wisten secuur den vaders voornaam van den persoon, zoodat zij bij twijfel of bij gevaar van verwisseling dezen er aan toevoegden. Zoo lezen wij in de oude stukken van Jan Florisz, Dirk Dirkse, Peter Coen- raetsz, Michiel Adriaenszoon, Piet Hein, die voor dien tijd voldoende schenen, om de personen te herkennen. Was dit nog niet genoeg, dan voegde men er nog nog een herkenningsteeken bij als Michiel Adriaanzn. de Ruijter, Jan Pieterszoon Coen, of den naam van de plaats van herkomst als Jan van Amsterdam, van Utrecht, van Maastricht. Ook voegde men ter onderscheiding veelal het beroep erbij, als Jan Schoen maker, Willem de Metser (metselaar). Piet Coodervener (Corduaner of lijn- leerbereiiier), terwijl ook het uithang bord van het huis, waarin de betrok ken persoon woonde, in zijn naam vereeuwigd bleef als Jan van der Croon, Willem van den Anker, Filips van der Leeuw enz. De voornamen bleven oudtijds hoofd zaak en daarom treft men tal van oude registers, waarin deze als persoons aanduidingen gebruikt worden met bij voeging van den vaders voornamen, wal in dien tijd voldoende was, maar voor ons, die deze registers moeten raadplegen, niet genoeg is. In den Koomschen lijd stelde men Lichtende vlammen, 3) Ach, werkelijk, Dinusclika Dmi- triewua was een zonnekind, en waar zij den voel zette, vielen stralen, al was het ook de donkerste kamer van een der russische boeren Maar wie dit zonnekind in het hart had kunnen zien, die zou al ras be- - merkt hebben, dat in dal hart een .y hevige strijd woedde. Een strijd, een zoeken naar een nieuw levensideaal, nadat het oude, dat der eens zoo vurig beminde kunst, tot gruizel geslagen wasl Tot gruizel geslagen door de menschen zelf, die eens Dinusclika Dmitriewna omgaven, en die zij met al haar begeesterend spel niet uit de diepte vermocht te verheffen tot lich tere, reinere hoogten I Èii lltans siond Dinuschka weder te midden eener wereld, waarin zij door domme en onwetende menschen om geven wast Maar toch, wanneer zij in de heldere, onschuldige oogen harer kleinen bliklc, dan verhiel zich weer die oude zucht in haar, en sloeg zij de vleugelen uit haar verlangen ande ren mee te voeren naar het licht! Maar Dinusclika wist niet, naar welk licht! Hel was nog een onklaar verlangen in haar; zelf wist zij niet duidelijk, waar- Ki er prijs op de doopelingen namen te geven van vaderlandsehc heiligen, zelfs van heiligen, die in de streek groote vereering ondervonden. Men gaf ze de namen van Willebrord, Bonifacius, Cunera (Kniertje), Ludwina en anderen. Ook naar Gildepatronen, want de gil den waren in hoog aanzien, als Joris, Scbastianus, Crispinus, Nicolaas, e.a. De Hervorming kwam en men trachtte de heiligennamen te verdrijven. Wie de nieuwe leer volgde, zette er bijbel- sche namen voor in de plaats of ver vormde de namen door afkorting en verandering der klanken, dat ze niet zoo aan de oude Kerk herinnerden. Men hield meer van de korte namen en voerde die in. De Katholieken hiel den aan de voorspraak der Heiligen vast en gaven hunne kinderen dezen ter eere de namen van een der vele belijders, martelaren of heilige maag den. Zóó is het nog. Gewoonlijk krij gen ze twee namen, omdat peter en meter ook hun naamsaandeel aan den doopeling mede willen geven. De namen zijn aan allerlei talen ont leend. Hoofdzakelijk aan het Latijn, Grieksch en Hebreeuwscli. De diepere zin, die in de namen schuilt, de ver taling is veelal niet bekend, waarom wij hier de beteeker.is van tal van namen alphabetisch geplaatst laten volgen Abigaël, de danseres of vreugde des 'aders; Abraham, vader des volks; Absalon, vader des volks; Achilles, de treurende Ada, het sieraad Adam, de aardman Adalbert, de door zijn geslacht Rlanzende; Adele, de hoog edele; Adelgonda, de edele strijdster; Adolf, edele wolf of helper; Adrianus, man uit Hadria; Aegidius, de schild drager of beschutter; Aemilius, de vriendelijke; Agatha, degoedige: Agnes. de reineAlbert, de sterk glanzende Albin, de witteAlexander, de mannen- verdedigendeAlexis, de helper; Al- phons, de gelukkigeAlfred, de vrien delijke; Aline, de verhevene; Alma, de eerwaardigeAmadeus, godbemin- nendAmalia, de bewegelijke; Aman- dus, de beminnenswaardige; Ambro- sius, de onsterfelijke; Anastasius, de verrezeneAndreas, de mannelijke Angelika, de engelachtigeAnna, de godzaligeAnselm, de strijdbare Antonius, de onschatbare; Arnoidus, de eerwaardige; Augustus, de verhe vene Aurelia, de vergulde. Boudewijn, de koene overwinnaar; Balthasar, de levensbeschermer; Bar bara, de vreemde; Beatrix, de heil brengende Benedictus, de gezegende Bernard koen als een beer; Bertha, de glanzende; Bertram, de prachtige held; Blanca, de witte; Bogislav, god lof; Buneventtira, de welkomene; Boni facius, de weldoener, Brigitta, de stra lende; Bruno, de bruine; Brutus, de domme. Caecilia, de blindeCandidas, de itteCasimir, de vredestichterCas par, de schatmeester; Chriemhilde,de :r met den helm; Christiaan, de christen; Christophorus, de Christus drager; Clara, de reine; Chrysostomus, goudmond; Clemens, de genadige; Crassus, de dikke; Crispinus, de krulle- kop; Cyrillus, de machtige. David, de geliefde; Diederik, de volksvorst; Dietmar, de bij het volk beroemde; Dominicus, den heer be- hoorendDonatus, de geschonkene Dorothea, de van God gegevene. Everard, de als een ever zoo sterke Edmond, de edele spreker; Egmond, de zwaardheid; Eleonore, de mede lijdende; Elisabeth, de Godgewijde. Emmanuel, God met ons; Emma, de vlijtigeEphraïm, de wassendeEras mus, de beminnenswaardige; Esther, de ster; Eugenius, de edele; Eusebi naar dat verlangen streefde! Zij wist slechts dat zij voor al deze menschen, voor de kleinen zoowel als de grooten, iets worden moest, om hun levensmoed en levensgeluk te schenken. En door ditjnieuwe levenideaal werd Dinuschka wederom de visionnairc, die ?ij vroeger was. Dikwerf wanneer zij in de avondschemering ;n hare kamer zat. de kleinen rond haar heenge- schaard, terwijl zij dan daar zat, den stillen, diepen blik in de verte gericht, als zag zij daar al de sprookjesgestal ten, welke zij met wonderlijke fantasie voor der kinderen oogen tooverde dan zag zij het lichten en glimmen boven al die kinderkopjes..dan zweef den zij weer voor hare oogen, die kleine, lichtende vlammen van vurig goudMaar bij dien glans en die lich tende vlammen ontwaakte in Dinusclika Dmitriewna's ziel een sterke moed en liet was haar, als riep cene stem haar in 't oor: „arbeid slechts, Di nusclika, arbeid slechts voort; ditmaal' zult gij niet bedrogen worden I Kinder zielen zijn goede akkeraarde en indien gij er slechts het goede zaad in zaait zal zij opengaan en vrachten dragen!" En Dinusclika strooide goed zaad in der kinderkens zielen. Zij sprak hun van gehoorzaamheid en onderdanigheid, de vromeEustachius, de vruchtbare Ewald, behoeder der wet. Fabricius, de scheppende; Faustus, de gelukkige; Felix, de gelukkige; Ferdinand, de oorlogskoene; Florus, de bloeiendeFolkmar, de bij het volk beroemde; Franciscus, de vrije; Fre- derik, de vrederijke. Gabriel, de man Gods; Gallus, de haan; Genoveva de levensbrengende; Georgius, de landman; Gotfried, de met God vrede hebbende; Gregorius, de waakzameGuido, de gidsGustaaf, krijgsstaf. Hagar, de gevluchte; Hedwig, krijgs- strijdster; Hermine, de stralende; Hila- rius, de opgewekte; Hildebrand, de krijgsvlamHonorius, de geëerdeHora- tius, de verhevene; Hugo, de hooge. Ignatius, de vurige; Innocentius, de onschuldige; Isabella, de ongeschon- dene; Isidorus, geschenk van Ises, Jacobus, latergeboreneJanuarius.de portier; Jesaja, heil Gods; Johannes, Godshulde; Joseph, de aanhankelijke; Judith, de jodin; Julranus, de jeugdige; Justus, de gerechte. Karei, man; Katharina, de kuische; Kunigondis, stamheldin. Lamberlus de beroemde landman; Laurentius, de met laurieren bekranste; Leo, de Löwe; Leopold, de dappere voor 't volk; Longinus, de slanke; Lucas, de lichtende; Lodewijk, roem rijk strijder. Magdalena, de verhoogde;Malchus, de koninklijke; Marcus, de hamer; Marinus, ue zeeman; Martha, de be droefde; Maternus. moeders kind; Mauritius, de donkergekleurde; Maxi- mus, de grootste; Medardus, de be keerde; Melchior, de lichtkoning; Modestus, de bescheidene; Melania, de zwarte. Napoleon, de leeuw uit het dalNes tor, de ervarene; Noach, de trooster, Oscar, Godsspeer; Oswald, de huis bestuurder; Otto, de rijke. Pantaleon, de algeweldige Paulus, de kleine; Peregrinus, de vreemde; de vreemde; Petrus, de rots; Pepijn, de fluiter; Pius, de vrome; Quirinus, de heerschende. Rachel, de geduldige; Regina, de koninklijkeReinhard, de sluwe raad gever; Remigius, de roeier; Richard, de rijke; Robert, de roemzuchtige Rochus, de rotsvaste; Rosa, de roos Rudolf, de roemvolle. Salomon, de vredelievendeSara, de vorstin; Sebastianus, de eerwaardige; Sybilla, de waarzegster; Siegfried, de door overwinning vredebrenger; Simon, de verhoorde; Sophia, de wijze; Su sanna, de wijze; Silvester, de bosch bewoner. Tlieodorus, volksheerscher; Theo- pliilus, de Godsbeminnende; Thoma. de tweelingbroeder; Titus, de geëerde, Urbanus.de stadsche; Ursula, de beren-' sterke. Valentinus, de gezonde; Veronica, de overwlnningbrengendeVictor, de overwinnaar; Vincent.de overwinnaar. Waldemar, de door 't besturen be faamde; Wilhelm, de beschutter; Win- fired, heer van den vrede; Wolfgang, de sterke helper. Xaverius, de lichtende; Xerxes, de strijder. orde en vlijt en spaarzaamheid, van de liefde voor den Tsaar en liet vaderland. En gaarne luisterden de kinderen naar haar zoetvloeiende taal. Slechts van écu sprak Dinuschka nietvan GodNiet dat zij het opzet telijk verzuimde, den kindertjes van God te sprekenneen, maar zij kende God niet goed meer, wijl zij het geloof harer kinderjaren geheel en al ver vreemd was. En met den God, waar aan zij geloofd had, volgens de leer harer meesters en boeken, kon zij in dit dorp te midden der woeste Steppen, en deze onbeschaafde boeren toch niets aanvangen! Wat toch zou zij dezen lieden en dezen kinderen van dien God van hare boeken verteld hebben? Er was een tijd in uw leven, Dinusclika, zoo peinsde zij menigmaal bij zich- zelve, er was een tijd dat gij geloofdct overal de stem der Godheid te verne men dat gij geloofdet overal den gou den -zoom te ontwaren van liet kleed Uwer GodheidThans kunt gij dat niet meer... waarom is dat nu zoo? En thans staat gij voor de kinderen en gij zoudt zélf moeten lachen, wanneer zij lachen zouden, zélf heimelijk moeien gichelen, indien gij hun moest vertellen van God, gelijk men U eens van Hem verleid heeftAch, Dinuschka kon het zich zoo goed voorstellen, dat de meis jes en jongens gichelen zouden als zij hun op zekeren dag eens zou zeggen „Hoort, kinderen, ik wil U eens ver- lellen van den lieven GodZijt gij wel eens over de heide gegaan, jongens? Hebt gij wel eens door het wuivende koren getrippeld, kleine meisjes? Wist gij. waar gij zoo geheel alleen waart, en niemand bij U? Toen hebt gij een ruischcn gehoord door het koren en een ruischcn over de heidehoort kinderen, hoort: dat was de lieve God! Het was Zijn harlekloppen, dat gij ge hoord hebt. Zijn heilige adem, die U in de ooren zong!" Ja, Dinuschka Dmitriewna wist zeer goed, hoe hare kleinen in de handen zouden klappen en kraaien'. „Maar gij vertelt ons sprookjes, moedertje Dinuschka! Zej ons nu de waarheid eens: gelooft gi werkelijk, dat de suizelwind Gods adem is, en het beven der aarde, in het stormgewoel, Gods hartekloppen? Neen moedertje, dat gelooft gij niet?" Ja, dat zullen zij vragen en: „Waarom maakt gij dan geen kruis gelijk wij, moedertje Dinuschka? En waarom neigt gij het hootd niet voor het H. Kruis en de Heiligenbeelden gelijk wij. Waar- om gaat gij dan niet met ons ter kerke in het naaste dorp, om de preek van voor Amersfoort en Omstreken AMERSFOORT. Lange Gracht no. 4 - Telefoon no. 304 en 697 Deskundige voorlichting bjj den aan- en verkoop van Effecten Verhuring van Lips Safe-loketten Verzilveren van coupons Handelscredieten Incasseeringen Spaar-deposito's rente 3 pet. BERICHTEN UIT AMERSFOORT voor alle inrichtingen van onderwijs na&r Boekhandel Langestriat 84 Telef. 528 Hebt U een St. Vincentius-Vereeniging. Reeds tal van jaren heeft de Sint Vincentiusvereeniging haar zegenrijk werk in onze parochiën voortgezet. Zegenrijk, omdat zij als haar taak beschouwt, niet slechts het verstrekken aalmoezen zonder meer, doch vooral, omdat zij zich toelegt om te werken aan de zedelijke verheffing der armen. De aalmoes is slechts middel, om door het lenigen van den nood invloed te krijgen op het hart van de ongelukkigen, die met aardsche goe deren misdeeld zijn. Zij tracht moed in te spreken, leert berusten, wijst op de plichten jegens God en den even- mensch. Geen liefdewerk is de St. Vinc.-Ver. vreemd. Veel wordt ook van haar ge vraagd voor de Stille Armen. De heerschende crisis in handel en indus trie maakte haar slachtoffers, niet alleen onder de lagere klassen der be volking, maar ook onder hen, die nooit eerder de hulp eener Liefdadigheids- vereeniging hadder. ingeroepen. Velen ook, die getroffen werden, konden niet profiteeren van de talrijke sociale maat regelen van de laatste jaren. Het was daarom dat de vereeniging zich ook het lot van die Stille Armen aantrok en tracht op kiesche wijze steun te verleenen daar, waar in stilte een bit teren strijd met nood en armoede ge streden wordt. Doch dit alles vraagt geld, veel geld, Geef daarom zooveel uw financiën toe laten. En God, die zich nooit in edelmoe digheid laat overtreffen, zal het U honderdvoudig teruggeven. Nog slechts enkele maanden en de winter is weer aantocht. En indien niet alle tee kenen bedriegen, zal ook dan weer veel noodig zijn lol leniging van der nood. Help daarom de St. Vincentius vereeniging zooveel gij kunt bij haar edelmoedig streven en geef met een blijmoedig hart, ter liefde Gods, uw aalmoes. Taxi of auto noodig Amersfoort Onze stadgenoot prof. dr. ir. Vening Meinesz is benoemd tot hoogheemraad van het Groot-Waterschap Bijleveld en den Meerendijk. Programma van door den klokkenist Woensdagavond vi Marsch. De Gilde viert, Vlaamsche Kermis, Mei danze, Adorc Te. Klein Vogelein, Van een Smeder, Jan Hinnerik. Naar geen ander, Speldewerkerslied, Moederke Alleen Psalm 146. In een woning aan den Arnh.weg is 's nachts een meisje door gasver- stikking om het leven gekomen. Het kind was daar gelogeerd en kwam uit Zaandijk. 'sNachts werd de huismoeder wak ker en bespeurde dat gas stroomde uit de afgeschoven leiding van het gas stel. Het logé'lje werd bewusteloos gevonden en niettegenstaande Dr. Ka merling die spoedig was ontboden, alles aanwendde lot redding, Irad de dood spoedig in. Aan de Groote Koppel raakte een zesjarig jongetje te water. Het knaapje werd door 't wakker personeel van de „Burgemeester Kempers" nog tijdig uit het natte element veilost, waarna het, na aan boord verzorgd te zijn, weer huiswaarts kon keeren. den pope te hooren Waarom begeeft gij U in de plaats daarvan, steeds naar de groote wouden en op de bruine heidevelden? Luistert gij daar naar Gods ademtocht, en naar Zijn hart kloppingen, en zeg, moedertje Dinusch ka. heeft Hij daar al eens met U ge sproken?" Ach I Als Dinuschka zoo ondervraagd was door de kleinen, zou zij hebben moeten antwoorden„Neen, lieve kin deren, nooit heelt Hij met mij gespro ken, de lieve Goden het is mij, als had ik Hem geheel verloren en als moest ik Hem weer op gaan zoeken, in meet af aan!' En als Dinuschka Dmitriewna daar aan dacht, had zij het wel uit willen schreien van diepe smart; ais zij er aan dacht, hoe arm zij toch feitelijk innerlijk was... hoe arm en verlaten. Op zekeren dag ging zij een arme zieke vrouw bezoeken, die al hare kin deren verloren had, bijna ieder jaar één, totdat zij alle acht onder de groene zoden rustten. Het was een beklagens waardige vrouw, en Dinuschka had de gedachte opgevat haar een weinig troost te geven. Maar toen zij zich aan het klokkenspel S. van Kalveen. 8 tot 9 uur. A. E. Muller. E. Hullebroek. Rène de Clercx. Cath. v. Rennes. Bern. Joh Veer. Th. Zagwijn. Rène de Clercx. E. Hullebroek. J. P. Wiertz. zich wel, dat zij eens in één harer boeken gelezen had„Wat is de dood Een terugkeer in het alomtegenwoor dige en het onophoudelijke leven der ééne, groote zielmaar zij besefte, haar takt tenminste zeide het haar dat zulks een slecht troostwoord voor een op sterven liggend mensch is, voor een moederhart dat er naar verlangde het liefste wat zij eenmaal had bezeten, terug te zien. Wat baatte deze vrouw dat alomtegenwoordige leven en die ééne groote ziel der natuur, indien er niet ergens een oord was, waar zij de oogen van haar ingeslapen kinderen kon zien blinken, en de lippen der acht kleinen haar vol zaligheid zouden toeroepen. Eu zoo gebeurde het, dat Dinuschka de zieke vrouw geen enkel woord van opbeurenden troost kon toespreken, geen enkel goed woord, dat mild als een zachte hand, over de gewonde ziel der kranke vrouw gestreken zou hebben I Van dat oogenblik al aan. was het voor het jonge, verstandige meisje duidelijk, dat haar levensgeloof aan den pantheïstischen God omvallen zou als een kaartenhuisje, zoodra een meer het bed der zieke bevond, wilde haar of minder ernstige stoot het zou treffen, geen waarlijk troostend woord over de I lippen komen. Dinuschka herinnerde (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1934 | | pagina 1