Seizoen-Opruiming
F. A. TULP
Tel. 1093
Tel. 1830 A
Brood- en Banketbikkeri
Dt*kk«rii 28,
middag C^ahonr8Ch"nt e"ttn Dinsdag- en VrOdatr
P« drie maanden; buuRJ*^'3?^ één «SS
Abon^en^'^^^nc^r
Uitgave v„ <u Katholieke Stichting De Bcabode,
««veaögd e« Wrfoort
De €embo<k
Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Vrijdag 31 Jan. 1936
ADVTRTEfmÊN 29 cent per regel. BfllIJke tarieven
voor hacdel en n|verbeld bj geregeld adverteeren
Advertenttïn moeten Dtnadag en Vrfdag vóór 8 uur
In den morgen rfn bezorgd. Telefoon 314
Bpiatel en Evangelie.
4de Zondag na Driekoningen.
Paf-iUi' den j"1?' van dcn H- Apostel
Paulus aan de Romeinen; XIII,8—10.
BroedersWeest niemand iets schul-
u... 41 gi' e,l<ander liefheb);
want wie den naaste liefheeft, hij heeft
at Wet vervuld. Immers: Oil zult geen
overspel bedrijven, gij zult niet dood
slaan, gij zult niet stelen, gij zult geene
yaische getuigenis geven, gij zult niet
otgeeren, en wat ander gebod er moge
rl|n, het wordt samengevat in dit woord
Gij ruit uwen naaste liefhebben als u
relven. De liefde doet niet wat den
naaste kwaad is. Derhalve is de liefde
de vervulling der Wet.
EVANQELIE
volgens den H.Mattheus; VIII, 23-27.
In dien tijd, toen Jezus in het scheep-
je ging volgden Hem zijne leerlingen.
En zie, er ontstond een zware storm
op de zee, zoodat het scheepje door
de golven overdekt werd; Hij echter
sliep. En zijne leerlingen naderden tol
Hem en wekten Hem, zeggendeHeer!
red ons! wij vergaan! En Jezus zelde
hun: Wat zijt gij bevreesd, kleinge-
loovigen! Toen stond Hij op, beval
aan de winden en aan de zee, en ei
ontstond een groote kalmte. De men-
schen nu waren verbaasd en spraken
Wie is deze, daar de winden en de
zee Hem gehoorzaam zijn
«KANTOORBOEKHANDEL
„MET VULPENHUIS"
L»n sa lo. KremmMtr. TH- SI
ZIE ÉTALA6EI
Evangelie verklaring
4de Ion dag na Driekoningen.
Er moei wel zwaar noodweer op 't
meer gewoed hebben, om de apostelen
zóó bang te zien. Dit wil heel wal
zeggen voor menschen. die op ze"
'1 ware leefden en woonden.
De Apostelen waren met Jezus scheep
gegaan en, zonder erop bedacht te zijn
geweest, kwam een. orkaan over het
meer. Ze werden bang: tegen zulk
noodweer viel niet te vechten, ic waren
verloren, en Jezus, de wonderdoener,
sliep. Als ze geen redding meer moge
lijk meenden, wekken de leerlingen
Jezus: .Heer, red ons, wij vergaan",
zoo roepen ze angstig.
Jezus berispt hen: .Wat zijt gij be
vreesd. klcingeloovigen Hadden de
apostelen dan geen reden om bang te
zijn? Ze wisten toch, wat voor weer
'twas en wat hun te wachten stond?
Beteekende die bestraffing niet, dat ze
feitelijk van zee en wind geen verstand
hadden? Ze hadden alles gedaan om
't schip op de golven te houden, niets
had geholpen, ze moesten naar de
bodem.
En wat deed de Zaligmaker? Hij
stond op, gebood de winden en het
meer en 't was aanstonds stil. Niet
alleen ging de storm liggen, maar ook
't woeste water werd kalm. Al de re
deneeringen van de apostelen, hun be
roep op ervaring en voorzorg, waren
ineens weggeslagen.
De wereld is ook 'n zee en t scheepje
is de H. Kerk, de geloovigen zijn
't schuitje. Op de wereldzee heeft
al dikwijls gestormd. Onverwacht kwam
er soms noodweer en dan scheen 't
scheepje te vergaan. De vijanden van
de Kerk, want zij zijn 't, die losstormen
tegen 't scheepje, hoopten, dat 't zou
zinken. Maar dan kwam er plots weer
stilte en hoorden ze de bestraffing:
Wat zijt gij bevreesd, kleingeloovi-
êen". .Zie, Ik zal met U zijn tot het
einde der tijden". Daarom hoeven we
ook niet bang te zijn. Van alle kanten
wordt Petrus' scheepje bestormd.
Toch hoeven we niet bang te zijn,
want nog steeds is Jezus met ons. Eens
zullen we herademen. .De poorten der
het zullen haar niet overweldigen.
Evenals Jezus de kerk. het scheepje,
beschermt, zoo waakt Hij ook over
onze zielen, die kleine scheepjes in de
branding van de hartstochten en stor
men van bekoring. Zijn we toch onbe
vreesd als 't binnen in ons oruaan is.
Bidden we vertrouwvol: „Heer, red
ons" met Uwe hulp vergaan we niet.
En laten we ervan verzekerd zijn, dat
we geholpen worden.
L,|turtfl»cHe Kalender.
Week van 2-8 Februari.
Zondag 2. Maria Lichtmis, feesteigen.
ShKÏWa.
geï v dZond. na Driekon., 3e geb.
A cunctls.
Of: (Oroen) Mis v.d. 4e Zond.
Driekon. zonder Oloria of Credo, 2e
geb. H. Blasius, 3e geb. A cunctis,
gewone Prefatie.
Heden wordt in alle kerken deBla-
Sluszcgen gegeven tegen keelziekten.
Dinsdag 4. H Andreas Corsini.
Woensdag 5- II. Agatha.
Donderdag 6. H. Titus, 2e geb. H.
Dorothea, 3e voor den Paus. Deus
omnium.
Vrijdag 7. H. Roraualóus.
Of: Mis v. h. H. Hart Cogitationis
met eigen Prefatie, Credo.
Zaterdag 8. Mis v.d. 5c Zondag
Driekon,. 2e geb. H. Joannes de Matha
met Oloria, Credo en Pref. H. Drlevuld.
De hoop der liefde.
Een zeer algemeene en onheilbren
gende kwaal is de moedeloosheid. De
helft onzer ondernemingen mislukt
voudig hierdoor, dat wij den moed
liezen. Wij worden moedeloos en 6
om ontbreekt ons de noodige volhar
ding. In onze gedruktheid trachten wij
ons dan dikwijls op te beuren met
wereldsche vermaken, ot ook wel met
toe te geven aan onze verkeerde nei
gingen. Geen veldheer echter, die den
moed verloor, heeft ooit de overwin
ning behaald, en geen zondaar, die den
moed verloor, is ooit een heilige ge
worden, of heeft zich ook maar tot
God bekeerd, zoolang hij in zijn moede
loosheid volhardde.
Ondertusschen is hel niet zoo
makkelijk altijd hoop te houden
nooit den moed te laten zakken. Onze
ondernemingen mislukken zoor vaak
en iedere mislukking van verwachtingen
werkt ontmoedigend. Wij begaan vele
fouten, maar niets brengt onzen moed
zoozeer aan het wankelen, dan het be
wustzijn onrecht te hebben gepleegd.
Dan zijn er altoos nog andere hinder
palen en moeilijkheden, welke ons in
denj weg worden gelegd, de onverschil
ligheid, welke anderen voor ons werk
aan den dag leggen, de tegenwerking,
die w|j ondervinden, en duizend andere
zaken. Dit alles is dikwerf oorzaak van
ontmoediging voor hen, die ter eere
Gods arbeiden. Wij mogen echter daar
door den moed niet laten zakken, want
menigmaal is tegenwerking en moei
lijkheid het gunstigst teeken van wel
slagen in de toekomst.
Wat moeten wij nu doen om altoos
vol moed en hoop te blijven? De eenige
mogelijkheid dit te bereiken, moeten
wij hierin zoeken, dat wij God altijd
voor oogen hebben en ons zelf zoo
veel mogelijk vergeten. Wanneer het
eigen Ik den boventoon voeit, verdwijnt
langzamerhand de deugd der hoop;
wanneer God in ons heerscht, dan
groeit en bloeit de hoopwant de liefde
hoopt alles Derhalve zullen wij een
rotsvast vertrouwen, en een stellige
hoop hebben eindelijk te slagen, wan
neer de deugd van liefde waarlijk in
harten gloeit.
De Katholieke Pers.
In verband met de wereldpersten
toonstellingen het congres der katho
lieke pers, welke dit jaar te Rome
worden gehouden, laten we hieronder
een overzicht volgen van de katholieke
pers in Nederland.
Op 12 Januari 1822 verscheen voor
it eerst de Roomsch-Catgolyke Cou
rant. Ze was door Le Sage ten Broek
gesticht. Daarvoor bestond alleen te
Maastricht de „Courier de la Meuse".
Het blad was in het Fransch gesteld
en werd later door burgemeester Pyls
overgenomen. De krant van Le Sage
heette later de „Nederlandsche Catho-
lijke Courant", weer later de „Noord-
Nederlandsche Courant". Het is niet
met zekerheid hekend in welk jaar het
blad ten onder ging. Het aantal katho
lieke tijdschriften was in die dagen
reeds legio.
Op 1 lanuari 1829 richtte mr. J. B.
van Son, een Bosschenaar, de Noord-
Brabanter op. Deze kreeg in 1892
Taxi-dienst
Nic. Bovée
- Het Noord-Brabantsch dagblad" naast
rich, welk blad zich in 1910 met „Hel
Huisgezin" vereemgde. In 1845 kreeg
de toenmalige hoofdredacteur van de
Noord-Brabanter, de priester Judocus
Smits, ongenoegen met de uitgeefster
en stichtte daarom op 17 Juni De Tijd.
In 1846 verhuisde dit blad naar Am
sterdam. Daar bestond reeds sinds 1825
het Algemeen Handelsblad, door den
katholieken Van der Biesen gesticht.
Na diens dood echter werd hel blad
liberaal.
De Tijd werd in 1848 dagblad. In
1842 ontstond de Gelderlander, in 1843
de Limburger Koerier.
In 1868 verscheen onder den stu-
wenden drang van den heer J. W.
Thompson te Rotterdam De Maasbode,
aanvankelijk als periodiek, later als
dagblad. Sindsdien is de katholieke
pers in Nederland regelmatig gegroeid.
Momenteel verschijnen in 25-tal plaat
sen van ons land katholieke dagbladen.
In totaal zijn er 34 katholieke dagbladen
Naast de dagbladen bestaan er 60
bladen, die een of meermaal in de
weck uitkomen. De katholieke perio
dieken betreffende onderwijs, opvoe
ding en jeugdwerk bereiken het aantal
66, terwijl tijdschriften van weten
schappelijke en cultureele aard tot 31
komen. 18 blaadjes verschijnen er ter
behartiging van R .K. charitatief-maat-
schappelijk werk en 4 ten dienste van
algemeen maatschappelijke organisaties.
De publicaties van katholieke stands-
en vakorganisaties verschijnen ten ge
tale van 39. Dan tellen wij er nog
7 van algemeene aard. De kroon op
alles spannen de katholieke periodieken
van godsdienstig karakter, die met 128
titels voor de dag komen.;
De katholieke journalisten zijn ge
organiseerd in de R. K. journalisten
vereniging. De katholieke dagblad
directies hebben hun organisatie in
De Nederlandsche Katholieke Dag
bladpers.
Binnenland
jodenhaat.
Het Comité voor Bijzondere Joodsche
Belangen gaf een brochure uit, waarin
een aantal Nederlanders van verschil
lende richting zich uitspreken over de
behandeling der loden in Duitschland.
Ook twee katholieken komen daarin
n het woord, n.l. Prof. Brandsma O.
Carm. en Mgr. Dr. H. A. Poels.
Eerstgenoemde betitelt zijn beschou
wing „De waan der zwakheid" en wijst
erop, dat het Joodsche volk, verspreid
over de wereld, in de landen waar het
leeft en werkt in een machtspositie is
geraakt, welke men het meer dan eens
benijdt
„Men kan in zulke omstandigheden
spreken van een dubbele mogelijkheid.
Er is een negatieve en een positieve
weg.
De negatieve is die van het neer
slaan, een schijnbaar sterke, in wezen
zeer zwakke daad. Het is de daad van
den kleine, die hetgeen boven hem
uitsteekt, naar beneden haalt om zoo
in schijn niet meer klein te wezen,
machtig te lijken door het onmachtig
maken van wie sterker is.-Daarin schuilt
geen ware grootheid. Daar is misbruik
van een voor een oogenblik verkregen
overmacht. Daar ligt iets in van een
laffen overval, van een besluiping uit
een hinderlaag, daar is alle fierheid
zoek, daar is de zegepraal in schijn
van hetgeen niettemin het zwakkere is.
Daar is de waan, sterk geweest te zijn
en te wezen, terwijl slechts zwakheid
is ten toon gespreid.
Er is een andere weg, een positieve.
De daden van een ander prikkelen
lot een zekere jaloerschheid. Er is ge
vaar, dat deze overslaat in nijd, maar
wapent zich tegen deze onedelste
alle ondeugden. De waarlijk sterke,
die zich overvleugeld ziet, voelt zijn
energie gestaald en geprikkeld. Wat
zij kunnen, kan bij ook. Niet in een
onbarmhartig neerbalen van wie hooger
klom, maar in edelen wedstrijd, hem
op zij te komen, te evenaren en voorbij
te streven, zoekt hij de plaats In te
nemen, welke hem naar zijn meening
toekomt. Voelt hij zich waarlijk sterk,
sluimert er iets in hem van den groe
ten sterken man, dan acht hij het be
neden zich, een oogenblik van over
macht te gebruiken om wie hem voor-
bijstreeide, onschadelijk te maken,
maar hij aanvaardt met open vizier
den strijd, in het rustig vertrouwen op
zijn kracht. Daartoe moet te meer een
volk zich getrokken gevoelen, dat er
prat op gaat, een groote innerlijke
volkskracht te bezi'ten, dat zich als
een volk beschouwt, geboren om
Uebcrraensch te zijn door de ontwik
keling van zijn aanleg en de gaven van
zijn ras.
Hoe veel edeler en sterker zouden
de bestrijders van de Joden zijn, in
dien zij, dezer macht niet kunnende
of niet willende verdragen, in een
edelen wedstrijd zouden beproeven,
even goed te doen en beter, wattdeze
joden in maatschappelijke uitwisseling
van diensten tot heden met zoo groot
succes deden.
Wat nu tegen de |oden wordt ge
daan, is een daad van lafheid.
De vijanden en bestrijders der Joden
rijn wel klein, dat zij zoo meenen te
moeten optreden, zoo optreden.
Te meenen, dat zij daardoor de
volkskracht openbaren of versterken,
is „de waan der zwakheid".
Mgr. Poels zegt:
De theorieën der N.S.D.A.P.
„Blut und Boden" zijn in strijd met elk
begrip van recht. Hoe zulke theorieën
kunnen worden gehuldigd door een
volk, dat zoo graag de drager heet
van hooge „Kultur", is voor mij een
raadsel.
Ziedaar het oordeel van een Chris
ten, over de vervolging der Joden in
het „Dritte Reich".
Is er echter voor de Joden niet et
zeer reden tot het uiten van hun
ontwaardiging over het gruwelijk
recht, dat thans door de N.S.D.A.P.
den Christenen wordt aangedaan?"
zijn voordcel
Geeft dus UW ORDERS
Type-en Vermenigvuldiglngswerk aan
VITESSE
KON. WILHELMINASTRAAT 10
Het beste en voordeeligste adres
Uit de „N. S. B."
Een ex-groepsleider van de Musserl-
parlij, de heer W. H. Baaijens, te 's Hage,
verhaalt in de Maasbode zijn ervaringen
die organisatie aldus:
„Vele Nederlanders, die alle ups and
downs der laatste jaren hebben mee
gemaakt, krampachtig pogend zich toch
op de maatschappelijke ladder te hand
haven, weten ten laatste niet meer waar
heen.
Ook ik was een van hen en rede
neerde daarbij zooals andere stuurlui
aan de walhet moet zoo en zoo en
al de bestaande wetgevers en andere
autoriteiten doen het niet goed.
In die dagen hoorde ik veel van
fascisme, ik bezocht als een drenke
ling, die den laatsten slroohalm vast
grijpt, de vergaderingen met fascisti
sche strekking en daarbij stelde ik mij
in kennis met het Italiaansch en Duitsch
fascisme en vond daarin zooveel goeds
dat ik meende, dat, wanneer daaraan
flink werd gewerkt het beloofde land
spoedig bereikt zou worden. Doch er
kwam iets op in mijn binnenste; kon
ik als katholiek er mij wel bij aan
sluiten? Maar het gaat daarmede als
met elke overtreding die begaan wordt:
men tracht zich wijs te maken dat het
niet zoo erg is, ja dat het wel mag;
dat het zelfs goed is en spiegelt zich
daarbij als leek aan voorbeelden en
komt op vergaderingen waar zooge
naamde katholieken spreken. Men hoort
dan„ik ben ook katholiek (ze zeggen
Wij^ hebben alles, wat
U voor uw kantoor
noodig hebt
uiiiiiiiu- t icmiiHuciiiiuiiiu
h. Elzenaar
Langcstraat 101 Tefef. 528
Igen moest): „maar ik doe er niets
n" en men kijkt naar een man als
[raaide M. en zegt dan: „Dte is toch
->k katholiek en ook N.S.B.-er."
Ik gaf mij op als N.S.B.-er en gaf
mij met hart en ziel.
Ik bezocht alle vergaderingen enz.;
als organisatieman liet ik wel eens
mijn stem hooren en meende men wel
organisatorische talenten in mij op te
merken. AI spoedig werd ik voor een
hoogere functie aangezocht en ont
dekte al direct dat bet op papier heel
mooi was, doch in jle praktijk een
hutspot.
Ik ging aan het organiseeren en
al spoedig uitgenoodigd om als groeps
leider op te treden, na eenlg tegen
stribbelen en na gezegd te hebben dat
het niet makkelek zou zijn van zoo'n
warboel een goed geheel te maken,
aanvaardde ik de functie.
Al spoedig bleek dat er lijn in kwam
een van de hoogere functionarissen, de
onderkringteider. constateerde dat de
groep, die als de slechtste bekend stond,
nu uitstekend functioneerde en r
als eet. modelgroep kon dienen.
Dit was echter te veel eer voor een
groepsleider, die bovendien nog R. K.
durfde zijn. Al spoedig kwam de on
derlinge afgunst die zóóver ging dat
men insinueerdede katholieken willen
de macht hebben en de N.S.B. zoo
R. K. maken dat het geheel met een
slag overgeheveld kan worden naar
de R. K. S. P.
De vastenbrief kwam en natuurlijk
werd deze aan te goeder trouw zijnde
N.S.B.-ers juist andersom uitgelegd
onze knappe R. K. Graaf de M. had
immers gezegd, dat men juist wèl lid
mocht zijn. De N.S.B. oogen zijn nu
eenmaal zoo fanatiek gesloten, dat ze
niet gauw opengaan. Doch eens komt
de tijd, en deze kwam ook bij mij,
die het eerlijk meende en de fouten
aanvankelijk niet zag. Doch toen ik
steeds meer met hoogere functiona
rissen in aanraking kwam en eens
meer onderzocht, waarom men lid van
de N.S.B. was Jof werd, gingen mijn
oogen open, maar toen ook goed; ik
zag de papenhaters, de kankeraars,
de ondergrondsche werkers; verder
hen, die, zoo gauw er voordeel was
te behalen, de N.S.B. vaarwel zegden.
Een hoogere functionaris, b.v. een ge-
pensionneerd ambtenaar uit Ned.-lndië
die alleen maar N.S.B.-er was omdat
ze in haar devies voerde„IndiS niet
los van Holland", bedankte heel spoe
dig toen hij een z.g. semi-overbeids-
betrekking kon krijgen met behoud
van pensioen.
Verder zag ik het voortrekken
vriendjes in het benoemen van func
tionarissen, en in de uitvoering van
het program zag ik zooveel verschillen
als er kring- en groepsleiders zijn.
De een kende het lidmaatschap der
N.S.B. aan eigenaren van de z.g. patent-
geneesmiddelenzaken niet toe, terwijl
de andere het zoo erg niet vond. De
een keurde een lid niet waardig, dat
van zijn vrouw en kinderen was weg-
geloopen en het met een andere vrouw
hield, terwijl anderen, zelfs de hoogste
functionarissen het zoo erg niet von
denin zulke gevallen heette het dan
opvoeding. Enkele volksgenooten die
zich opgaven als lid werden geweigerd
omdat zij een of ander op hun kerf
stok hadden, terwijl tal van functio
narissen der N.S.B. personen zijn, wier
opneming in een andere heel gewone
vereeniging op zijn minst twijfelachtig
zou zijn. Komen dan de daden van
zulke personen aan het licht, dan
wordt nog alles gedaan om het te ver
doezelen als het eindelijk al te bar
loopt, dan wordt te kennen gegeven,
dat het maar beter is dat ze weggaan.
Hoewel ik strijdlustig ben aangelegd,
kwam ik gelukkig nog tijdig tot de
ontdekking, dat ik mijn krachten beter
kon besteden dan in dienst van de
lk besloot dan ook in Sept. 1.1.
mijn groepsleiderschap neer te leggen
en later ook mijn lidmaatschap; ik
vroeg eervol ontslag, nam in eenoffi-
cieele vergadering afscheid van de
groep en gaf mijn leiderschap over.
Hoewel een groepsleider officieel aan
gesteld wordt en ontslagen, zijn waar
schijnlijk de administratieve beslom
meringen zóó groot, dat ik nog steeds
wacht op mijn ontslag.
Al mijn geloofsgenootefl zou ik wil-
n toeroepenpast op uw zaak, gij
boort niet bij de N.S.B., gij helpt
medegraven aan uw eigen graf en gij
helpt mede dat de R. K. vrijheid, die
onze voorouders met zooveel moeite
en na langen strqd verkregen hebben,
verloren gaat. lk ben dankbaar dat
mij de oogen tijdig opengingen.
•TÏOTIIJ ,0^7
EVEN
1210
OPBELLEN
.VOOR
GEBR. RIJS
SOESTERWEG 29
htiikutjH 31 tul pi kill in
InililkNliu It ct in kill pond
biiliiM, utri tiji 8 cm!
Dividendboekjes opaanvr. beschikbaar
Zondags vao 4—8 uur Geopend
TELEFOON 2054
Kloosterschatten 1
In het Voortoopig Verslag der Eerste
Kamer betreffende de Begrooting van
Financiën wordt er op gewezen, dat
dat de heffing van de belasting op de
goederen in de doode hand in 1935
slechts 1.8 millioen gulden heeft op
gebracht bij een raming van 3 millioen
gulden. De belasting heelt dus in
geenen deele aan de verwachting be
antwoord en eenige leden bepleiten,
dat tot afschaffing van die voor hen
onverdedigbare belasting worde over
gegaan in stede van haar tot den afloop
van den aanvankelijk aanvaarden ter
mijn van vijf jaren te handhaven.
Als men bedenkt, hoe er jarenlang
allerlei fantastische voorstellingen zijn
geweest omtrent de opgestapelde
kloosterschatten, die men maar eens
flink moest aanpakken, om ons land
uit den fïnancieelen brand te helpen,
als men herinnert aan de ophitserij,
welke daarmee bedreven werd, dan
is het in zekeren zin goed, dat de
heffing van de belasting op de goede-
n in de doode hand eens is beproefd.
De raming der opbrengst was eigen
lijk ai een klap in hel gezicht voor
de ophitsers.
Drie millioen zou er verkregen
worden, doch dat niet alleen van „de
kloosterschatten", doch ook van |de
bezittingen der Protestantsche Kerken,
van allerlei liefdadige instellingen,
vakvereenigingen enz.
De werkelijke opbrengst is echter
>g meer beschamend voor de
kloosterschatfan tasten.
Want de twee millioen werden nog
et eens bereikt.
Als men daarnaast bedenkt, welke
geweldige hoeveelheden werk voor het
vaststellen en innen dezer belasting
noodig zijn geweest, dan wordt, ook
louter zakelijk bekeken, de doelmatig
heid ervan zeer problematisch.
Amersfoort
Geldcrsche Credietvereeniging.1
Procuratiehouder Reddingius van de
Geldersche Credietvereeniging, is be
noemd tot directeur van het kantoor
Meppel.
Uitbreiding.
De Gemeenteraad besloot tot uit
breiding der Kantoor-ruimten voor
Arbeidsbeurs en Centrale Boekhouding.
Door een bewoonster van Laan 1914
is bij de politie aangifte gedaan, dat
een bedrag van ca. f 10.— uil de
keuken is gestolen.