AANVALLEN OP DEN PAUS DE EEMBODE ZATERDAG 18 JUNI „Scheid uit met bulken tegen dezen man," drukt de „Daily fc Mirror" in groote letters af bij een portret van Z. H. den Paus. En het portret met een ander, van Mussolini dient ter ver luchting van een artikel van David Walker, een geregelden en zeer gezaghebbenden mede werker van het blad, aldus „De Tijd" in een artikel dat we hier overnemen. De man, tegen wien men niet langer „bulken" mag, is de Hei lige Vader. Het artikel is niet geschreven voor Katholieken. Wij nemen aan, dat er ook in Engeland geen Katholieken zijn, die „bulken" Jegen den Paus. Maar het artikel is ten volle waard gelezen te worden door Katholieken, mis schien omdat ook velen onzer er direct iets uit leeren kunnen, maar in ieder geval omdat eruit blijkt, hoe zuiver ook „anders denkenden" de positie van den Heil'ien Vader in deze verdeel de en rumoerige wereld beoor- deelen kunnen. Voor ons heeft de Paus geen rechtvaardiging noodig, noch voor hetgeen hij doet, noch voor hetgeen hij niet doet. Maar wij weten, dat de Heilige Vader, vooral de laatste jaren, in Enge land voortdurend aangevallen wordt, omdat hij het onmoge lijke niet doet. „Wat verwarhten rij wel dat de l'uiis doen sal?" vraagt Davld Walker. „.Mussolini arresteeren? littler In een concentratiekamp opsluiten? Staltn door middel van geweld doopen?" Dil lijkt een persiflage: dat is het niet. De Paus had de ver overing van Abessinie moeten tegengaan. De Paus had moeten beletten, dal mei Ualiaansehc vliegmachines Spaansrhe sleden werden gebombardeerd. De Pauswanneer men hier ten einde raad was. dan was het altijd de Paus. die iets on mogelijks had moeten doen. Mannen, die heel het Paus dom beschouwen als iets. dat uit den hooze is, en den Paus als een hoogepriester van bijgeloof en afgoderij, waren er steeds hel eerst bij om den Heiligen Vader Ie wijzen op dalgene. wat vol gens hen zijn plicht was. Hel urreslccren van Mussolini. Hel opsluiten van Hitler. Het doopen van Stalin. En wanneer de Paus een der gelijke onmogelijke taak niet volbracht, dan kreeg men te hooren, dat het Katholicisme (waarin die menschen nooit ge loofd hadden) bankroet was: dat het de bondgenoot was van het Fascisme dat de Paus zelf de ledepop was van Mussolini. En deed de Paus wèl wat maar niet op speciaal advies van deze hceren dan riep men veronlwnardigd uit: „Waarmede bemoeit de Paus zich toch? Hij heeft zich alleen met de Kerk ln te laten. Hij mag zich niet met politiek inlatenl" Als de Paus iets deed, was het niet goed, en als hij hetzelfde niet deed, was 't evenmin goed. De Katholiek stond tegen dat domme, kleingeestige gekanker vrijwel machteloos. Hij was Im mers, als Katholiek, min of meer gediskwalificeerd. „Gij, Katholieken, vindt altijd goed, wat de Paus doet," kreeg hij te hooren van menschen, die altijd verkeerd vinden, wat de Paus doet. Het Is tegen deze houding, dat David Walker in verzet komt, en hij doet het op een wijze, die iederen Katholiek en, naar wij hopen, iederen niet-Katholiek diep treffen moet. Men kan het blad, waarin hij schrijft, de „Daily Mirror", be zwaarlijk een politiek orgaan van beteekenis noemen. Het is een geïllustreerd nieuwsblad, dat aan de woorden van een of andere filmster meer publiciteit verleent dan aan die van een staatkundig of kerkelijk leider, maar 't wordt dagelijks gelezen door vele honderdduizenden, en heeft op polijjek gebied een on afhankelijke, en zeer uitgespro ken meening. Indien de „Times" of de „Daily Telegraph" in anderen vorm iels dergelijks sehreef van den Paus. dan zou de wereldpers hiervan notitie nemen, maar zulk een arlikel in de „Daily Mirror" wordt in Engeland door een veel grooter aantal personen gelezen, en is veel kenmerkender voor de gevoelens en de stem ming onder hel „volk". Vóór alles herinnert de schrij ver eraan, dat de Paus de geeste lijke leider is van ^30.000,000 mannen en vrouwen, „verreweg de grootste Christelijke groep ter wereld". Men zou meenen vervolgt hij da» hij als hoofd van deze ontzagwekkende gemeenschap eenig recht tot protesteeren heeft, wanneer hij zijn geloof aangevallen of bedreigd acht. Voor iederen Katholiek en voor iederen Christen heeft 'I Kruis grooler beteekenis dan de swastika. De swastika is wereld lijk en nationaal. Het kruis is geestelijk en internationaal. En toch, toen de Paus het on langs betreurde, dat op den dag van het H. Kruis Rome één mas- ma swastika's was, bulkte Mus solini's pers, dat het „gevaarlijk was het kruis van Christus te zwaaien als een wapen". Evenmin als eenig ander dic tator kan Mussolini mededinging dulden; vooral kan hij geen mededinging dulden van Chris tus. Critici over heel Europa spraken hem na. zoodat zelfs in kleine Engelsche herbergen sommige menschen zeiden „Waarom kan de Paus zich met buiten die dingen houden?*4 En de schrijver vraagt, wat die menschen zelf doen zouden, In dien zij zich op de plaats van dén Paus bevonden. Als voorbeeld neemt hij den oorlog ln Spanje, een Katholiek land, waar „mannen, vrouwen en kinderen afgeslacht worden als in welken modernen oorlog ook". Als de Paus zwijgt, dan stelt men hem aan de kaak als een zwakkeling. Als de Paus spreekt, dan steit men hem aan de kaak als een bemoeial. Het is nooit goed. Wat Spanje aangaat, heeft hij het noodig geoordeeld om te spreken. Tegen het eind van Maart protesteerde hij ten twee den male tegen het werpen van bommen op de burgerbevolking en natuurlijk „becritiseerden id die menschen, die hem niet reeds hecritiseerd hadden, om dat hij te weinig zeide, hem nu omdat hij te veel zeide. En toch meent de schrijver indien ooit een man in beide gevallen volkomen in zijn recht was, dan was die man de Paus. De meest voorkomende aan tijging Is, dat Zijne Heiligheid, door zulke uitspraken te doen „zich In politiek mengt". Een ieder, die zijn geschriften bestu deerd heeft, weet. dat hij niets minder wenscht dan zich in po litiek te mengen. Zijn zaak is voor alles: godsdienst: het gees telijk welzijn van 330.000.000 menschen. Maar als de politiek Ingrijpt In het geestelijk welzijn dier millloenen, dan houdt dit nog niet op de zaak van den Paus te zijn. Het wordt, meer dan ooit, zijn zauk. En deze overwegingen, zoo eenvoudig en kristalhelder, voe ren Walker, tot de volgende prachtig geformuleerde conclu sie: „Het Is niet de Paua, die zieh mengt in pólltlek. Het la de po llttek, die zteh mengt tn den godsdienst." Kan deze uitspraak niet toe gepast worden op elk geschil tusschen Italië en het Vaticaan, en op heel het zorgwekkende, jarenlang slepende conflict tus schen den Heiligen Stoel en Nazi-Duitschland? Heeft de Paus ruim vijf jaren geleden een interdict uitgevaar digd tegen het aan de macht ge komen Nazisme? Heeft hij de millioenen Duitsche Katholieken ten strijde opgeroepen tegen Hitiers heerschappij? Heeft hij zich aldus gemengd in een poli tiek, waarvan men toch met stel ligheid weet, dat zij de instem ming van het Vaticaan niet ge had kan hebben Neen, hij heeft met Nazi-Duitschland een concordaat gesloten het eerste internationale verdrag, dat het Derde Rijk aanging, en waardoor het staatsrechtelijk prestige van dat Rijk versterkt werd op een tijdstip, waarop weinigen buiten Duitschland Hitier nog ernstig namen, of eenig vertrouwen stelden in da duti zaamheid van zijn régime. Hoevelen waren er toen niet, die zeiden: „De Paus helpt Hitier. 't Vaticaan is altijd j>ro-Duitsch geweest, en wordt nu, op bevel van Berlijn, nog pro-Nazi ook." Wat de Paus in werkelijkheid deed, was de geestelijke be langen van meer dan twintig millioen Duitsche Katholieken waarborgen voor zoover dit door een concordaat mogelijk was. Hij sloot dit concordaat niet om het Nazi-régime een gunst te bewijzen, maar juist omdat de Duitsche Katholieken onder dat régime behoefte hadden aan zijn politieke bescherming. „Het is," schrijft Walker, „zoo drommels gemakkelijk critiek uit te brengen, maar wanneer gij een dergenen zijt, die aldus den Paus hecritiseerd hebben, dan zou ik u willen vragen, welk al ternatief gij voorstelt." Thans neemt hij Engeland, waar de staatsgodsdienst het Protestantisme is, tot voorbeeld, en hij vraagt of men van den Aartsbisschop van Canterbury verwacht, dat deze bleef zwijgen indien de nationale godsdienst bedreigd werd. Of zou men van hem verwachten, dat hij leiding gaf aan zijn eigen geestelijke kudde? Op dit punt kunnen tocb zeker Protestanten en Katholie ken het eens zijn. In Duitsch land is niet alleen de Katholieke Kerk, maar heel het Christen dom naar een ondergeschikte plaats verwezen. Niet alleen Katholieke pries ters zijn tot zwijgen gebracht en gevangen gezet, maar geeste lijken van alle Christelijke belij denissen. Evenmin als Rusland of het nieuwe Italii, wil Duitschland. dat godsdienst een voorname plaats Inneemt Het heele begrip van godsdienst Is te „zacht" voor een dictatorstaat. En nu richt Walker tot de be dillers van den Paus de volgende vraag: „Zoudt gij, als erkend leider van een godsdienst, die volgelingen heeft in elk dier drie landen, niet meenen, het recht t* hebben te protesteeren? „Zoudt gij zelfs niet voelen, dat het uw plicht is te protes teeren?" „Een waarschuwing te doen hooren?" „Om gebeden te vragen?" „Barbaarschheld aan de kaak te stellen?" „Dit zijn de dingen, die de Paus gedaan heeft." „En dit zijn de dingen, waar voor men zoo kwistig critiek op hem uitgebracht heeft." Zou een Katholiek het beter kunnen zeggen? En zeker zou VIT DEN AMERSFOORTSCHEN RAAD. TE VEEL WONINGEN VOOR GROOTE GEZINNEN? j ztfii een vergadering aan 't inloopen D# boomen ruljchen langs den gel. vogels fluiten en kwetteren. En de vroede vaderen en moederen spoeden naar het gebouw dat eens een welgesteld tabakshandelaar voor zich Het optrekken en waar thans het be- uur onaer goede gemeente la gehuls- set. Het belang der gemeente elscht. dat ons opsluiten ln de groote zaal van t statige huls. Dat klinkt erg zelfop offerend. Maar laat het ons daartegen- smokkelen op het oogenbllk een raads vergadering weg. Eigenlijk behoorden we hier al anderhalve week geleden te zitten en aan het eind dezer maand een Katholiek het niet met zoo groot gezag kunnen zeggen. Na hierop de vraag gesteld te hebben of diegenen, die tot het andere uiterste gaan en zeggen: „Waarom doet bij (de Paus) niet iets?" soms verwachten, dat hij Mussolini zal arresteeren, Hitler in een concentratiekamp plaatsen of Stalin doopen, merkt de schrijver op: „Het zou belangwekkend zijn te vernemen, wat zijn scherpste critici van hem verwachten, dat bij niet reeds gedaan heeft. „Zelfs zijn vijanden bewonde ren hem als mensch." „Hij bezet den nioeilijksten post ter wereld op zóódanige wijze, dat Ik niet geloof, dat een zijner bedillers het met eenige mogelijkheid beter zou kannen doen." „Denk hieraan, wanneer gij weer iemand tegen hem hoort kankeren, of hem een „bemoei al" of „machtenoozen ouden dwaas" hoort noemen." „Driehonderddertig millioen menschen zien hem als hun lei der, en als leider Is hij verstan dig, consequent en moedig ge weest." „Kan men dit naar waarheid getuigen van de stelsels, waarop hij critiek uitgebracht heeft, of van de menschen, die meenen, critiek te mogen uitbrengen op hem?" Bravo! Al waren wij niet Ka tholiek, dan zouden wij ook uit roepen „Bravo"! Zijn ook som migen onzer wel eens ongedul dig? Meenen ook sommigen onzer wel eens, dat de Paus wij zer, krachtiger, moediger had kunnen optreden? Dan valt ook voor hen onnoemelijk veel uit deze beschouwingen te leeren. Maar wat ons allen uit zulk een artikel blijkt, is, hoe zelfs in een Protestantsch land als Engeland denkende menschen onder den indruk van de gebeurtenissen der laatste jaren, de onmetelijke moreele waarde van Paus en Pausdom zijn gaan erkennen. Maar d< tusschonperlode» wat gereld cn we loopeu netjes ara v( guderlng la. Dat heeft i'n tegen. Zn tegen: <le agenda's worden letale langer. Z'n vóór: de prominenten, die de bl geril ln den raad vertegenwl behoeven zich met het nemen van 1 cantles niet te overhaasten e deanoous nog een dag] Mevrouw Brassen—Hemming* die »als een Intimus ons ln het oor fluis terde druk bezig ls met het b harer raadsredvoerlngen werk op huor gemak voltooien l en zeker korrend najaar een recensie-exemplaar op onze redactie-* tafel verwachten. Meneer van LooJp. huyzen raakt een pakje „topl*" min der kwijt hu heeft de loffelijke ge woonte maandelijks de geurige zijn bedrl]f over rooien en tenslotte krijgt stedelijke en gewestelijke per» plaatsruimte. De burgemeester, die vlak v. vacantie staat, tikt er met klaarblUke- Wk genoegen de agendapunten <rlo« door. Ja. het zou een heel kort ver gaderingetje geworden zijn, wanneer er geen woningen verbeterd moesten plleken- Mijnheer Waterloo bond de kat de bel aan met de vraag: la er bU het voor bewoning geschikt maken der bedoelde hulzen rekening gehouden met groote gezinnen? Ronduit ..neen" zeide wethoudea hoorde wier niet. Trouwens, hij zegt aai den ronduit .Ja" of .neen". de heele repUek kwam ten slotte op een neen" neer. Want hebben we het uiterst tig betoog goed verstaan, d geldverkwlstlng zijn, bij voor de groote gezinnen te zorgen: d gelijke hulzen zijn er-genocg. Er ls et ter een kleinigheid die men lilerblj over het hoofd zou zien en daarom he.-.u- nerde de wethouder er nog even aan: huurprijzen sijn meestal te hoog, maar dat ls dan een flnuncleele futili teit, die de vaders dezer groote gezin- Waarlijk, we mogen niets over het irofd zien. Het zou niet verstandig zijn. bij den huizenbouw rekening te houden met groote gezinnen, want deed men dit, dan was men er nog lang niet. Vele arme groote gezinnen hebben na melijk geen ledikanten. Veel klnderez slapen bU elkaar ln Mn bed en „dua* zijn er geen groote kamers noodig, al dus de wethouder. Slechts een zMr bescheiden t* misschien hóógt ondeskundige! op- merklng onzerzijds: gaat het la wo ningen voor groote gezinnen alleen maar om ledikanten-ruimte? O.l. dient men bij een gezonde volkshuisvesting toch ook rekening te houden met het feit. dat deze vele kinderen, al liggen ze dan ln Mn bed. ook adem moeten halen. En wanneer se niet slapen, moe ten te zich toch ook ln de kamer kun nen roeren.... Misschien ls dit een kleine wenk dl» nog eenlgen invloed kan hebben bij 's wethouders spaarza me overpeinzingen over rilt onderwerpt Twee Hoedendoozen LOUIS JOSEPH VANCE. Eerst toen de zon op zijn gezicht brandde werd hU wakker. HU keek op z'n horloge en stapte onmiddellijk uit zUn bed: het was over elven. In zUn badjas schietend draalde hU de kraan van het bad om en stapte naar het voorvertrek, waar hU bemerkte dat Mr. Ick verdwe nen wa... Dit verbaasde hem echter niet. Ick was zUn arrestant niet. hU kon gaan en staan waar hU wilde. HU belde Mrs. SchulT dat ze zUn ontbUt gereed moest maken en ging dan terug naar zUn slaapkamer om een bad te nemen. Ha het baden zag hU op zUn toilettafel de grheole Inventaris van zUn zakken net jes uitgestald bUeen liggen. De ontdek king was hem verre v„n aangenaam, vooral toen hU bU het kleeden naar zUn portefeuille zocht en deze niet onmiddel lijk vinden kon. ZUn vertrouwen In Mr Ick had eensklaps een geweldigen schok gekregen en hU begreep niet hoe hU zoo goedgeloovlg had kunnen zUn tegenover dien man. TerwUl hU echter zUn ledige zakken weer vulde met de voorwerpen, welke er uit genomen waren, zag hU een envelop aan hem geadresseerd voor den spiegel staan. Haastig scheurde hij hem open en haalde er drie velletjes papier uit. Twee van die velletjes waren dik en „M'n waarde mr. Staff. Uw portefeuille zit ln de binnenzak had. HU bevatte 386 dollar toen lk hem opende. Nu zit er nog 200 dollar ln. Ik doe u hlerbU 40 Engelsche ponden toe komen ter compensatie. Een van belden hebben we dus nog Iets te goed maar lk heb te weinig tUd om precies uit te rekenen wie er voordeel bU heeft. De telefooncentrale heeft zoojuist ge beld. Het betreffende gesprek bleek aan gevraagd te zUn ln het hotel St. Simon, ln 70ste Straat. West. Ik heb de St. Re- gis opgebeld: maar noch Miss Searle, noch Mrs. Uklngton houden daar ver- blUf. Eveneens belde lk St. Simon op: de belde dames logeeren daar. U moet den naam verkeerd verstaan hebben. tenzU Miss S. zich vergist heeft. Ik ben op pad gegaan om den lnwen- dlgen mensch te versterken en den ult- wendlgen mensch wat op te dollen. Daarna zal lk een paar uur of een paar dagen, dat hangt van de omstandighe den af. mUn eigen zaken gaan beharti gen. Treur niet om me u zult spoedi ger zien dan u lief is: P. R. ICK. P.S. En geen van belden kwamen we natuurlUk op het Idee om ons af te vra gen hoe het mogelUk was, dat Miss S. motorpech kon krUgen In het Central Park. terwUl ze op weg was van de St Heels naar hier." Een onmlddellUk onderzoek naar den Inhoud van Mr. Staff's portefeuille wees uit, dat Ick de volle waarheid geschre ven had. De tweehonderd dollar zaten er nog veilig en wel ln. Bovendien wa ren de twee twintig pond biljetten zoo echt als de Bank van Engeland ze ver strekt. Staff's vertrouwen ln den man keerde weer terug. HU vond zichzelf ach teraf bezien nog niet zoo'n slechten jeet met smaak zonder zich be te maken over het telt, of Miss Searle hem de St. Regis of de St. Simon genoemd had, hoewel hU er overigens zeker van was. dat ze hem minstens tweemaal de eerste naam genoemd had. En hU wist nu tenminste waar hU haar vinden kon. en binnen het uur zou hU bU haar zUn: en dan zou alles in orde komen. EerlUk moest hU zich bekennen dat hU er naar verlangde het meisje weer te zien. Dat herinnerde hem eraan dat hU niet mocht vergeten te trachten Iets voor haar te doen. Teneinde zich voor alle zekerheid nog maals te overtuigen, belde hU St. Simon op. terwUl Schulz op weg was om een taxi te halen. In het hotel bevestigden zU zUn vraag of Miss Searle en Mrs. H- klnton tot hun gasten behoorden. Juist nadat dit gesprek afgeloopen was. belde Alison hem op. „Ik ben Juist van plan om uit te gaan." zei hU haar, .m'n taxi staat al te wach ten. Ik ga naar Miss Searle om Je eigen dom te halen," „Oh. zoo?" zei ie op een toon die naar ze meende gelUk was aan de zUne. „Ja, ze belde me gisteravond op ze zei, dat ze de vergissing bemerkt had en «h wat er nog meer bU kwam en ze vroeg me vanmiddag even te komen om die zaak ln orde te maken." HU vond het niet noodig haar de rest van het verhaal te vertellen. „Wel." zet Alison na een korte pauze. „Niet dat lk me met Je vermaken wil bemoeien, maarlk heb Je Iets te zeggen, lk zou graag willen dat Je even bU me langs kwam voordat Je naar haar „Oh. uitstekend," stemde hU toe zon der weifeling of enthousiasme. De actrice logeerde volgens haar ge woonte ln het meeat luxueuss hotel ln de onmlddellUke nabUheld van Staffs kamers. Vandaar dat Staff binnen een kwartier 1>U haar was. Ze was gekleed om uit te gaan en zag er buitengewoon bckoorlUk uit. Toen hü binnen kwam stak ze hem koeltjes de hand toe en zUnerzUds was de begroe ting even vormelUk. Tot zUn eigen ver wondering ontdekte hU dat die vrouw hem totaal onverschillig liet, HU had moe'te om zich In te denken, dat hU zoo lang om haar gegeven had en al het mogelUke voo- haar gedaan had. HU moest wel tot de conclusie komen, dat er achteraf van geen liefde sprake geweest kon zUn maar slechts van een ingebeel de tc-'wUdlng. die thans onbegriJpelUfc voor hem was. Fn hU begon zich een ge weldige kerel te voelen die zoo maar on verschillig kon st knappe vrouw. Onder die beschouwingen wisselde hU allerlei beleefde algemeenheldjes nit en verzekerde haar dat het een mooie dag n dat h r had gevoeld dan vandaag en dat ze er aardig uit zag. Doch plotseling viel zUn oog op een voorwerp dat op het midden van de groote tafel ln haar kamer stond: en hU was Ineens zUn gevoel van parmantlgheld fcwüt. Het was de hoedendoos; maar niet die welke hU met znU Inhoud van flarden op zUn kamer had achtergelaten Alison volgde zUn blik, trok haar op. en wees naar de doos. it Je me daarvan te vertel len?" vroeg ze op den man af. „Waar komt die vandaan?" vroeg hU om verwonderd. „Dat vraag Ik Juist aan jou." „Maar dat kan lk Je niet vertellen. Heeft Miss Searle hem gezonden?" .Dat weet lk niet", zei de actrice droogjes. „Jouw naam op de label Is doorgekrast en de mUne 's er boven ge schreven met mUn adres." Staff ging naar de tafel en bezag de los en het adreskaartje. Alison ver- „Vanmorgen tegen een uur of acht werd hU door een boodschapper ge- Jane bracht hem mU eenige oogenbUkken geleden ln mUn kamer." „Zat de hoed er ln?" vroeg hij. Ze knikte ongeduldig: „NatuurlUk zat e hoed er ln. maar de voering was los getornd en het snoer was «r uit." „Vreemd!" mompelde hU. .Ja. dat ls zeker vreemd." stemde at toe. „Wat denk JU er van?" .Uit adres ls niet ln haar handschrift* zei hU peinzend. „Zoo, ben Je dus bekend met het handschrift van die dame?" Er klonk een toon In Alison's stem, die hem zonder haar aan te zien deed vermoeden, dat haar oogen hard stonden en haar lippen smalend waren saamgetrokken. „Dit ls een mannenhand," zei hU rus- tig. zich afvragend of het mogelUk wa» dat Alison Jaloersch kon zUn. .Hou," drong ze aan, „wat denk J« ervan?" „Ik weet het niet. Miss Searle belde mU gisternacht op even nadat lk thuis gekomen was; ze zei me dat ze het snoer i den hoed gevonden had en dat ze het 5g even naar mU toe kwam brengen." .Hoe wist ze dat het de mUne was?" „Ze hoorde dat Je ln Londen die hoed ui mUn adres liet bezorgen. Je zult Je nog wel herinneren dat lk Je vert?ld heb Jit zU meer van dien hoed afwist." „Ja. dat weet lk. Ga door." fWordf vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1938 | | pagina 3