AANVALLEN OP DEN PAUS
DE EEMBODE
ZATERDAG 18 JUNI
„Scheid uit met bulken tegen
dezen man," drukt de „Daily
fc Mirror" in groote letters af bij
een portret van Z. H. den Paus.
En het portret met een ander,
van Mussolini dient ter ver
luchting van een artikel van
David Walker, een geregelden
en zeer gezaghebbenden mede
werker van het blad, aldus „De
Tijd" in een artikel dat we hier
overnemen.
De man, tegen wien men niet
langer „bulken" mag, is de Hei
lige Vader.
Het artikel is niet geschreven
voor Katholieken. Wij nemen
aan, dat er ook in Engeland geen
Katholieken zijn, die „bulken"
Jegen den Paus. Maar het artikel
is ten volle waard gelezen te
worden door Katholieken, mis
schien omdat ook velen onzer er
direct iets uit leeren kunnen,
maar in ieder geval omdat eruit
blijkt, hoe zuiver ook „anders
denkenden" de positie van den
Heil'ien Vader in deze verdeel
de en rumoerige wereld beoor-
deelen kunnen.
Voor ons heeft de Paus geen
rechtvaardiging noodig, noch
voor hetgeen hij doet, noch voor
hetgeen hij niet doet. Maar wij
weten, dat de Heilige Vader,
vooral de laatste jaren, in Enge
land voortdurend aangevallen
wordt, omdat hij het onmoge
lijke niet doet.
„Wat verwarhten rij wel dat
de l'uiis doen sal?" vraagt Davld
Walker. „.Mussolini arresteeren?
littler In een concentratiekamp
opsluiten? Staltn door middel
van geweld doopen?"
Dil lijkt een persiflage: dat is
het niet. De Paus had de ver
overing van Abessinie moeten
tegengaan. De Paus had moeten
beletten, dal mei Ualiaansehc
vliegmachines Spaansrhe sleden
werden gebombardeerd.
De Pauswanneer men
hier ten einde raad was. dan was
het altijd de Paus. die iets on
mogelijks had moeten doen.
Mannen, die heel het Paus
dom beschouwen als iets. dat uit
den hooze is, en den Paus als
een hoogepriester van bijgeloof
en afgoderij, waren er steeds hel
eerst bij om den Heiligen Vader
Ie wijzen op dalgene. wat vol
gens hen zijn plicht was. Hel
urreslccren van Mussolini. Hel
opsluiten van Hitler. Het doopen
van Stalin.
En wanneer de Paus een der
gelijke onmogelijke taak niet
volbracht, dan kreeg men te
hooren, dat het Katholicisme
(waarin die menschen nooit ge
loofd hadden) bankroet was: dat
het de bondgenoot was van het
Fascisme dat de Paus zelf de
ledepop was van Mussolini.
En deed de Paus wèl wat
maar niet op speciaal advies van
deze hceren dan riep men
veronlwnardigd uit: „Waarmede
bemoeit de Paus zich toch? Hij
heeft zich alleen met de Kerk ln
te laten. Hij mag zich niet met
politiek inlatenl"
Als de Paus iets deed, was het
niet goed, en als hij hetzelfde
niet deed, was 't evenmin goed.
De Katholiek stond tegen dat
domme, kleingeestige gekanker
vrijwel machteloos. Hij was Im
mers, als Katholiek, min of meer
gediskwalificeerd.
„Gij, Katholieken, vindt altijd
goed, wat de Paus doet," kreeg
hij te hooren van menschen, die
altijd verkeerd vinden, wat de
Paus doet.
Het Is tegen deze houding, dat
David Walker in verzet komt, en
hij doet het op een wijze, die
iederen Katholiek en, naar wij
hopen, iederen niet-Katholiek
diep treffen moet.
Men kan het blad, waarin hij
schrijft, de „Daily Mirror", be
zwaarlijk een politiek orgaan
van beteekenis noemen. Het is
een geïllustreerd nieuwsblad,
dat aan de woorden van een of
andere filmster meer publiciteit
verleent dan aan die van een
staatkundig of kerkelijk leider,
maar 't wordt dagelijks gelezen
door vele honderdduizenden, en
heeft op polijjek gebied een on
afhankelijke, en zeer uitgespro
ken meening.
Indien de „Times" of de
„Daily Telegraph" in anderen
vorm iels dergelijks sehreef van
den Paus. dan zou de wereldpers
hiervan notitie nemen, maar
zulk een arlikel in de „Daily
Mirror" wordt in Engeland door
een veel grooter aantal personen
gelezen, en is veel kenmerkender
voor de gevoelens en de stem
ming onder hel „volk".
Vóór alles herinnert de schrij
ver eraan, dat de Paus de geeste
lijke leider is van ^30.000,000
mannen en vrouwen, „verreweg
de grootste Christelijke groep
ter wereld".
Men zou meenen vervolgt
hij da» hij als hoofd van deze
ontzagwekkende gemeenschap
eenig recht tot protesteeren
heeft, wanneer hij zijn geloof
aangevallen of bedreigd acht.
Voor iederen Katholiek en
voor iederen Christen heeft 'I
Kruis grooler beteekenis dan de
swastika. De swastika is wereld
lijk en nationaal. Het kruis is
geestelijk en internationaal.
En toch, toen de Paus het on
langs betreurde, dat op den dag
van het H. Kruis Rome één mas-
ma swastika's was, bulkte Mus
solini's pers, dat het „gevaarlijk
was het kruis van Christus te
zwaaien als een wapen".
Evenmin als eenig ander dic
tator kan Mussolini mededinging
dulden; vooral kan hij geen
mededinging dulden van Chris
tus. Critici over heel Europa
spraken hem na. zoodat zelfs
in kleine Engelsche herbergen
sommige menschen zeiden
„Waarom kan de Paus zich met
buiten die dingen houden?*4
En de schrijver vraagt, wat die
menschen zelf doen zouden, In
dien zij zich op de plaats van dén
Paus bevonden.
Als voorbeeld neemt hij den
oorlog ln Spanje, een Katholiek
land, waar „mannen, vrouwen
en kinderen afgeslacht worden
als in welken modernen oorlog
ook".
Als de Paus zwijgt, dan stelt
men hem aan de kaak als een
zwakkeling.
Als de Paus spreekt, dan steit
men hem aan de kaak als een
bemoeial.
Het is nooit goed.
Wat Spanje aangaat, heeft hij
het noodig geoordeeld om te
spreken. Tegen het eind van
Maart protesteerde hij ten twee
den male tegen het werpen van
bommen op de burgerbevolking
en natuurlijk „becritiseerden id
die menschen, die hem niet
reeds hecritiseerd hadden, om
dat hij te weinig zeide, hem nu
omdat hij te veel zeide.
En toch meent de schrijver
indien ooit een man in beide
gevallen volkomen in zijn recht
was, dan was die man de Paus.
De meest voorkomende aan
tijging Is, dat Zijne Heiligheid,
door zulke uitspraken te doen
„zich In politiek mengt". Een
ieder, die zijn geschriften bestu
deerd heeft, weet. dat hij niets
minder wenscht dan zich in po
litiek te mengen. Zijn zaak is
voor alles: godsdienst: het gees
telijk welzijn van 330.000.000
menschen. Maar als de politiek
Ingrijpt In het geestelijk welzijn
dier millloenen, dan houdt dit
nog niet op de zaak van den
Paus te zijn. Het wordt, meer
dan ooit, zijn zauk.
En deze overwegingen, zoo
eenvoudig en kristalhelder, voe
ren Walker, tot de volgende
prachtig geformuleerde conclu
sie: „Het Is niet de Paua, die zieh
mengt in pólltlek. Het la de po
llttek, die zteh mengt tn den
godsdienst."
Kan deze uitspraak niet toe
gepast worden op elk geschil
tusschen Italië en het Vaticaan,
en op heel het zorgwekkende,
jarenlang slepende conflict tus
schen den Heiligen Stoel en
Nazi-Duitschland?
Heeft de Paus ruim vijf jaren
geleden een interdict uitgevaar
digd tegen het aan de macht ge
komen Nazisme? Heeft hij de
millioenen Duitsche Katholieken
ten strijde opgeroepen tegen
Hitiers heerschappij? Heeft hij
zich aldus gemengd in een poli
tiek, waarvan men toch met stel
ligheid weet, dat zij de instem
ming van het Vaticaan niet ge
had kan hebben Neen, hij
heeft met Nazi-Duitschland een
concordaat gesloten het
eerste internationale verdrag,
dat het Derde Rijk aanging, en
waardoor het staatsrechtelijk
prestige van dat Rijk versterkt
werd op een tijdstip, waarop
weinigen buiten Duitschland
Hitier nog ernstig namen, of
eenig vertrouwen stelden in da
duti zaamheid van zijn régime.
Hoevelen waren er toen niet, die
zeiden: „De Paus helpt Hitier.
't Vaticaan is altijd j>ro-Duitsch
geweest, en wordt nu, op bevel
van Berlijn, nog pro-Nazi ook."
Wat de Paus in werkelijkheid
deed, was de geestelijke be
langen van meer dan twintig
millioen Duitsche Katholieken
waarborgen voor zoover dit
door een concordaat mogelijk
was. Hij sloot dit concordaat niet
om het Nazi-régime een gunst te
bewijzen, maar juist omdat de
Duitsche Katholieken onder dat
régime behoefte hadden aan zijn
politieke bescherming.
„Het is," schrijft Walker, „zoo
drommels gemakkelijk critiek
uit te brengen, maar wanneer gij
een dergenen zijt, die aldus den
Paus hecritiseerd hebben, dan
zou ik u willen vragen, welk al
ternatief gij voorstelt."
Thans neemt hij Engeland,
waar de staatsgodsdienst het
Protestantisme is, tot voorbeeld,
en hij vraagt of men van den
Aartsbisschop van Canterbury
verwacht, dat deze bleef zwijgen
indien de nationale godsdienst
bedreigd werd. Of zou men van
hem verwachten, dat hij leiding
gaf aan zijn eigen geestelijke
kudde? Op dit punt kunnen tocb
zeker Protestanten en Katholie
ken het eens zijn. In Duitsch
land is niet alleen de Katholieke
Kerk, maar heel het Christen
dom naar een ondergeschikte
plaats verwezen.
Niet alleen Katholieke pries
ters zijn tot zwijgen gebracht en
gevangen gezet, maar geeste
lijken van alle Christelijke belij
denissen.
Evenmin als Rusland of het
nieuwe Italii, wil Duitschland.
dat godsdienst een voorname
plaats Inneemt Het heele begrip
van godsdienst Is te „zacht" voor
een dictatorstaat.
En nu richt Walker tot de be
dillers van den Paus de volgende
vraag: „Zoudt gij, als erkend
leider van een godsdienst, die
volgelingen heeft in elk dier drie
landen, niet meenen, het recht
t* hebben te protesteeren?
„Zoudt gij zelfs niet voelen,
dat het uw plicht is te protes
teeren?"
„Een waarschuwing te doen
hooren?"
„Om gebeden te vragen?"
„Barbaarschheld aan de kaak
te stellen?"
„Dit zijn de dingen, die de
Paus gedaan heeft."
„En dit zijn de dingen, waar
voor men zoo kwistig critiek op
hem uitgebracht heeft."
Zou een Katholiek het beter
kunnen zeggen? En zeker zou
VIT DEN AMERSFOORTSCHEN RAAD.
TE VEEL WONINGEN VOOR GROOTE
GEZINNEN?
j ztfii een vergadering aan 't
inloopen
D# boomen ruljchen langs den
gel. vogels fluiten en kwetteren. En de
vroede vaderen en moederen spoeden
naar het gebouw dat eens een
welgesteld tabakshandelaar voor zich
Het optrekken en waar thans het be-
uur onaer goede gemeente la gehuls-
set.
Het belang der gemeente elscht. dat
ons opsluiten ln de groote zaal van
t statige huls. Dat klinkt erg zelfop
offerend. Maar laat het ons daartegen-
smokkelen op het oogenbllk een raads
vergadering weg. Eigenlijk behoorden
we hier al anderhalve week geleden te
zitten en aan het eind dezer maand
een Katholiek het niet met zoo
groot gezag kunnen zeggen.
Na hierop de vraag gesteld te
hebben of diegenen, die tot het
andere uiterste gaan en zeggen:
„Waarom doet bij (de Paus)
niet iets?" soms verwachten,
dat hij Mussolini zal arresteeren,
Hitler in een concentratiekamp
plaatsen of Stalin doopen, merkt
de schrijver op:
„Het zou belangwekkend zijn
te vernemen, wat zijn scherpste
critici van hem verwachten, dat
bij niet reeds gedaan heeft.
„Zelfs zijn vijanden bewonde
ren hem als mensch."
„Hij bezet den nioeilijksten
post ter wereld op zóódanige
wijze, dat Ik niet geloof, dat een
zijner bedillers het met eenige
mogelijkheid beter zou kannen
doen."
„Denk hieraan, wanneer gij
weer iemand tegen hem hoort
kankeren, of hem een „bemoei
al" of „machtenoozen ouden
dwaas" hoort noemen."
„Driehonderddertig millioen
menschen zien hem als hun lei
der, en als leider Is hij verstan
dig, consequent en moedig ge
weest."
„Kan men dit naar waarheid
getuigen van de stelsels, waarop
hij critiek uitgebracht heeft, of
van de menschen, die meenen,
critiek te mogen uitbrengen op
hem?"
Bravo! Al waren wij niet Ka
tholiek, dan zouden wij ook uit
roepen „Bravo"! Zijn ook som
migen onzer wel eens ongedul
dig? Meenen ook sommigen
onzer wel eens, dat de Paus wij
zer, krachtiger, moediger had
kunnen optreden? Dan valt ook
voor hen onnoemelijk veel uit
deze beschouwingen te leeren.
Maar wat ons allen uit zulk een
artikel blijkt, is, hoe zelfs in een
Protestantsch land als Engeland
denkende menschen onder den
indruk van de gebeurtenissen
der laatste jaren, de onmetelijke
moreele waarde van Paus en
Pausdom zijn gaan erkennen.
Maar d< tusschonperlode»
wat gereld cn we loopeu netjes ara v(
guderlng la. Dat heeft i'n
tegen.
Zn tegen: <le agenda's worden
letale langer.
Z'n vóór: de prominenten, die de bl
geril ln den raad vertegenwl
behoeven zich met het nemen van 1
cantles niet te overhaasten e
deanoous nog een dag]
Mevrouw Brassen—Hemming* die
»als een Intimus ons ln het oor fluis
terde druk bezig ls met het b
harer raadsredvoerlngen
werk op huor gemak voltooien l
en zeker korrend najaar een
recensie-exemplaar op onze redactie-*
tafel verwachten. Meneer van LooJp.
huyzen raakt een pakje „topl*" min
der kwijt hu heeft de loffelijke ge
woonte maandelijks de geurige
zijn bedrl]f over
rooien en tenslotte krijgt
stedelijke en gewestelijke per»
plaatsruimte.
De burgemeester, die vlak v.
vacantie staat, tikt er met klaarblUke-
Wk genoegen de agendapunten <rlo«
door. Ja. het zou een heel kort ver
gaderingetje geworden zijn, wanneer
er geen woningen verbeterd moesten
plleken-
Mijnheer Waterloo bond de kat de
bel aan met de vraag: la er bU het voor
bewoning geschikt maken der bedoelde
hulzen rekening gehouden met groote
gezinnen?
Ronduit ..neen" zeide wethoudea
hoorde wier niet. Trouwens, hij zegt aai
den ronduit .Ja" of .neen". de
heele repUek kwam ten slotte op een
neen" neer.
Want hebben we het uiterst
tig betoog goed verstaan, d
geldverkwlstlng zijn, bij
voor de groote gezinnen te zorgen: d
gelijke hulzen zijn er-genocg. Er ls et
ter een kleinigheid die men lilerblj over
het hoofd zou zien en daarom he.-.u-
nerde de wethouder er nog even aan:
huurprijzen sijn meestal te hoog,
maar dat ls dan een flnuncleele futili
teit, die de vaders dezer groote gezin-
Waarlijk, we mogen niets over het
irofd zien. Het zou niet verstandig
zijn. bij den huizenbouw rekening te
houden met groote gezinnen, want deed
men dit, dan was men er nog lang niet.
Vele arme groote gezinnen hebben na
melijk geen ledikanten. Veel klnderez
slapen bU elkaar ln Mn bed en „dua*
zijn er geen groote kamers noodig, al
dus de wethouder.
Slechts een zMr bescheiden t*
misschien hóógt ondeskundige! op-
merklng onzerzijds: gaat het la wo
ningen voor groote gezinnen alleen
maar om ledikanten-ruimte? O.l. dient
men bij een gezonde volkshuisvesting
toch ook rekening te houden met het
feit. dat deze vele kinderen, al liggen
ze dan ln Mn bed. ook adem moeten
halen. En wanneer se niet slapen, moe
ten te zich toch ook ln de kamer kun
nen roeren.... Misschien ls dit een
kleine wenk dl» nog eenlgen invloed
kan hebben bij 's wethouders spaarza
me overpeinzingen over rilt onderwerpt
Twee Hoedendoozen
LOUIS JOSEPH VANCE.
Eerst toen de zon op zijn gezicht
brandde werd hU wakker. HU keek op z'n
horloge en stapte onmiddellijk uit zUn
bed: het was over elven. In zUn badjas
schietend draalde hU de kraan van het
bad om en stapte naar het voorvertrek,
waar hU bemerkte dat Mr. Ick verdwe
nen wa... Dit verbaasde hem echter niet.
Ick was zUn arrestant niet. hU kon gaan
en staan waar hU wilde. HU belde Mrs.
SchulT dat ze zUn ontbUt gereed moest
maken en ging dan terug naar zUn
slaapkamer om een bad te nemen. Ha
het baden zag hU op zUn toilettafel de
grheole Inventaris van zUn zakken net
jes uitgestald bUeen liggen. De ontdek
king was hem verre v„n aangenaam,
vooral toen hU bU het kleeden naar zUn
portefeuille zocht en deze niet onmiddel
lijk vinden kon. ZUn vertrouwen In Mr
Ick had eensklaps een geweldigen schok
gekregen en hU begreep niet hoe hU zoo
goedgeloovlg had kunnen zUn tegenover
dien man. TerwUl hU echter zUn ledige
zakken weer vulde met de voorwerpen,
welke er uit genomen waren, zag hU een
envelop aan hem geadresseerd voor den
spiegel staan. Haastig scheurde hij hem
open en haalde er drie velletjes papier
uit. Twee van die velletjes waren dik en
„M'n waarde mr. Staff.
Uw portefeuille zit ln de binnenzak
had. HU bevatte 386 dollar toen lk hem
opende. Nu zit er nog 200 dollar ln. Ik
doe u hlerbU 40 Engelsche ponden toe
komen ter compensatie. Een van belden
hebben we dus nog Iets te goed maar
lk heb te weinig tUd om precies uit te
rekenen wie er voordeel bU heeft.
De telefooncentrale heeft zoojuist ge
beld. Het betreffende gesprek bleek aan
gevraagd te zUn ln het hotel St. Simon,
ln 70ste Straat. West. Ik heb de St. Re-
gis opgebeld: maar noch Miss Searle,
noch Mrs. Uklngton houden daar ver-
blUf. Eveneens belde lk St. Simon op:
de belde dames logeeren daar. U moet
den naam verkeerd verstaan hebben.
tenzU Miss S. zich vergist heeft.
Ik ben op pad gegaan om den lnwen-
dlgen mensch te versterken en den ult-
wendlgen mensch wat op te dollen.
Daarna zal lk een paar uur of een paar
dagen, dat hangt van de omstandighe
den af. mUn eigen zaken gaan beharti
gen. Treur niet om me u zult spoedi
ger zien dan u lief is: P. R. ICK.
P.S. En geen van belden kwamen we
natuurlUk op het Idee om ons af te vra
gen hoe het mogelUk was, dat Miss S.
motorpech kon krUgen In het Central
Park. terwUl ze op weg was van de St
Heels naar hier."
Een onmlddellUk onderzoek naar den
Inhoud van Mr. Staff's portefeuille wees
uit, dat Ick de volle waarheid geschre
ven had. De tweehonderd dollar zaten
er nog veilig en wel ln. Bovendien wa
ren de twee twintig pond biljetten zoo
echt als de Bank van Engeland ze ver
strekt. Staff's vertrouwen ln den man
keerde weer terug. HU vond zichzelf ach
teraf bezien nog niet zoo'n slechten
jeet met smaak zonder zich be
te maken over het telt, of Miss
Searle hem de St. Regis of de St. Simon
genoemd had, hoewel hU er overigens
zeker van was. dat ze hem minstens
tweemaal de eerste naam genoemd had.
En hU wist nu tenminste waar hU haar
vinden kon. en binnen het uur zou hU
bU haar zUn: en dan zou alles in orde
komen.
EerlUk moest hU zich bekennen dat hU
er naar verlangde het meisje weer te
zien. Dat herinnerde hem eraan dat hU
niet mocht vergeten te trachten Iets
voor haar te doen.
Teneinde zich voor alle zekerheid nog
maals te overtuigen, belde hU St. Simon
op. terwUl Schulz op weg was om een
taxi te halen. In het hotel bevestigden
zU zUn vraag of Miss Searle en Mrs. H-
klnton tot hun gasten behoorden.
Juist nadat dit gesprek afgeloopen
was. belde Alison hem op.
„Ik ben Juist van plan om uit te gaan."
zei hU haar, .m'n taxi staat al te wach
ten. Ik ga naar Miss Searle om Je eigen
dom te halen,"
„Oh. zoo?" zei ie op een toon die naar
ze meende gelUk was aan de zUne.
„Ja, ze belde me gisteravond op ze
zei, dat ze de vergissing bemerkt had en
«h wat er nog meer bU kwam en
ze vroeg me vanmiddag even te komen
om die zaak ln orde te maken."
HU vond het niet noodig haar de rest
van het verhaal te vertellen.
„Wel." zet Alison na een korte pauze.
„Niet dat lk me met Je vermaken wil
bemoeien, maarlk heb Je Iets te
zeggen, lk zou graag willen dat Je even
bU me langs kwam voordat Je naar haar
„Oh. uitstekend," stemde hU toe zon
der weifeling of enthousiasme.
De actrice logeerde volgens haar ge
woonte ln het meeat luxueuss hotel ln
de onmlddellUke nabUheld van Staffs
kamers. Vandaar dat Staff binnen een
kwartier 1>U haar was.
Ze was gekleed om uit te gaan en zag
er buitengewoon bckoorlUk uit. Toen hü
binnen kwam stak ze hem koeltjes de
hand toe en zUnerzUds was de begroe
ting even vormelUk. Tot zUn eigen ver
wondering ontdekte hU dat die vrouw
hem totaal onverschillig liet, HU had
moe'te om zich In te denken, dat hU zoo
lang om haar gegeven had en al het
mogelUke voo- haar gedaan had. HU
moest wel tot de conclusie komen, dat er
achteraf van geen liefde sprake geweest
kon zUn maar slechts van een ingebeel
de tc-'wUdlng. die thans onbegriJpelUfc
voor hem was. Fn hU begon zich een ge
weldige kerel te voelen die zoo maar on
verschillig kon st
knappe vrouw.
Onder die beschouwingen wisselde hU
allerlei beleefde algemeenheldjes nit en
verzekerde haar dat het een mooie dag
n dat h
r had
gevoeld dan vandaag en dat ze er aardig
uit zag. Doch plotseling viel zUn oog op
een voorwerp dat op het midden van de
groote tafel ln haar kamer stond: en hU
was Ineens zUn gevoel van parmantlgheld
fcwüt.
Het was de hoedendoos; maar niet die
welke hU met znU Inhoud van flarden op
zUn kamer had achtergelaten
Alison volgde zUn blik, trok haar
op. en wees naar de doos.
it Je me daarvan te vertel
len?" vroeg ze op den man af.
„Waar komt die vandaan?" vroeg hU
om verwonderd.
„Dat vraag Ik Juist aan jou."
„Maar dat kan lk Je niet vertellen.
Heeft Miss Searle hem gezonden?"
.Dat weet lk niet", zei de actrice
droogjes. „Jouw naam op de label Is
doorgekrast en de mUne 's er boven ge
schreven met mUn adres."
Staff ging naar de tafel en bezag de
los en het adreskaartje. Alison ver-
„Vanmorgen tegen een uur of acht
werd hU door een boodschapper ge-
Jane bracht hem mU eenige
oogenbUkken geleden ln mUn kamer."
„Zat de hoed er ln?" vroeg hij.
Ze knikte ongeduldig: „NatuurlUk zat
e hoed er ln. maar de voering was los
getornd en het snoer was «r uit."
„Vreemd!" mompelde hU.
.Ja. dat ls zeker vreemd." stemde at
toe. „Wat denk JU er van?"
.Uit adres ls niet ln haar handschrift*
zei hU peinzend.
„Zoo, ben Je dus bekend met het
handschrift van die dame?" Er klonk een
toon In Alison's stem, die hem zonder
haar aan te zien deed vermoeden, dat
haar oogen hard stonden en haar lippen
smalend waren saamgetrokken.
„Dit ls een mannenhand," zei hU rus-
tig. zich afvragend of het mogelUk wa»
dat Alison Jaloersch kon zUn.
.Hou," drong ze aan, „wat denk J«
ervan?"
„Ik weet het niet. Miss Searle belde
mU gisternacht op even nadat lk thuis
gekomen was; ze zei me dat ze het snoer
i den hoed gevonden had en dat ze het
5g even naar mU toe kwam brengen."
.Hoe wist ze dat het de mUne was?"
„Ze hoorde dat Je ln Londen die hoed
ui mUn adres liet bezorgen. Je zult Je
nog wel herinneren dat lk Je vert?ld heb
Jit zU meer van dien hoed afwist."
„Ja. dat weet lk. Ga door."
fWordf vervolgd).