Toen ik Misdiener was
Uoe het dat
SPORT
t>E EEMBODE
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1938
Katholieke Kerk den eed niet
b(«df, daar J«*w toch in de berg
rede (Mattheu* 5: 33-34-36-37, zulks
uitdrukkelijk doet.
ANTWOORD: Op het eerste gezicht
«ouden de woorden van Jezus (Matth.
33—37) Inderdaad leeren dat de eed
volstrekt ongeoorlootd ls. Doch we
St. Paulus meer dan eene ln rijn brl
rijn woord onder «ede bevestigen <b.v. 2
Oor. 1, 23; 11, 31. ens.) De H. Kerk ver
biedt den eed ln bepaalde omstandighe
den niet» ia elscht hem sells van haar
priesters (b.v. de antimodernisten eed)
Welke ls dan de draagkracht van Jezus'
verbod?
Uit den Talmud blijkt, dat ln Jezus'
tijd de Joden den eed misbruikten: nlel
alleen deden zU een eed voor nietighe
den, maar sells voor ongeoorloolde din
gen. Daartegen reageert Jesus. HU elscht
van zijn volgelingen dat hun woord
waarachtig zou aUn en geelt, als alge
meens regel, het verbod een eed te doen,
daar de eed de onbetrouwbaarheid
den mensch veronderstelt. Wie dan
wU leven volgens Jezus' leer moet steeds
waarachtig zijn en voor zoover het aan
hem ligt, moet de eed voor hem overbo
dig zijn.
Moesten alle menschen Jezus' leer lel-
telUk toepassen, dan zou de eed Inder
daad overbodig zUn en sou het verbod
van Jezus ln absoluten sin kunnen
klaard worden. De feiten leeren echter,
dat de menschen. In het algemeen ge
nomen. onbetrouwbaar zUn. Daarom kan
en mag Kerk of staat om gewichtige re
denen en ln bepaalde omstandigheden
De woorden van Jezus moeten dus
verklaard worden: een leerling van
zus moei steeds waarachtig aUn, zoodat
toot hem de eed voor zoover het aan
hem ligt overbodig ls Daarom mag hl.
ln het gewone dagehjksche leven d.l
voor nietigheden (laat staan ongeoor
loofde dingen) geen eed doen. Maar de
zwakheid van de menschelijke ni
(lees: de onbetrouwbaarheid van
menschen ln het algemeen' kan lt
paalde omstandigheden verplichtingen
noodzakelijk maken in den schoot var
de Kerkelijke gemeenschap of van dt
menschelijke samenleving in het alge
meen. waaraan de volgeling van Christus
zich niet onttrekken mag.
C. V.
INCEZONDEN STUKKEN
Oranjezon óók aan het ziekbed
Amersfoort, Augustus 1938.
Gcacftfe Stadgenootcn.
Zcoals ln de dag- en weekbladen ver
meld. maakt het geheele volk zich op,
cm het 40-jarlg regeerlngsjublleum van
H M de Koningin op luisterrijke wUze
te vieren.
Overal waar oranjebesturen sUn. tref
fen deze. reeds gerulmen tUd, voorberei
dingen. en, (of) zUn huldlglngscomlté's
opgericht, voor hetzelfde doel.
Gelden zijn gevraagd en ln meer of
mindere mate toegevloeid.
Al deze feesten zijn echter voor de ge
zonden naar lichaam en geest, wlen wij
dat natuurlijk van harte gunnen.
Toch komt onderstaande commissie
uwe aandacht en hulp vragen voor de
zieken, verpleegd ln de belde ziekenhui
zen ter plaats», zoomede voor de zusters
die hen in deze feestdagen verzorgen.
Zij. de zieken, zijn uitgesloten van
feestvreugde, en toch zouden zU. Indien
ïfïnnd. er met hart en ziel aan deelne-
Doch ook de zusters, die ln die dagen
voor de verpleging zorg dragen. zUn ver
doken van deelneming.
Laten wU- gezonden, toonen. dat wij
-■-* in onee feestvreugde. de zieken niet
v-geten. WIJ verzoek..-, u een kleins
uft te zenden aan het bureau van dit
blad. onder motto „Vreugde voor de zle-
n". of aan onderstaande adressen.
Onze commissie hoopt docr uwe ga-
ln staat te zijn. én op den verjaardag
van H. M. de Koningin, én op den Jubi
leumdag <6 September' aan de zieken
D.K.R. WINT VAN A.Z. PC.
P.O. behaald.
In de eerste helft nem D.KJ
CJoolen de leiding. A-Z. ii P.O. k
DJUL
A.z. éi P.O. bezet nu definitief de laatste
plaats en zal de degradatiewedstrijden -
ganlsaüe ven dezen ma rich toe. „Wllhel-
mlna" t« Amersfoort die deze wandeltoch
ten reeds voor den zesden maal organiseert
krijgt thans reeds honderden deelnemers ln
te schrijven. Reeds nu sljn alle provincies
vertegenwoordigd door groepen of ln-"-1
dueele wandelaars. Ongetwijfeld zal
wandeltocht ook dit Jaar weer een 8
feest worden. Niet aljeen dat de route
de moohte plekjes ven Mearn en Austerlltrs
voert, ook de tractatles onderweg en de vele
belooningen bij de terugkomst i *-*
het slagen van dezen wandelml
gen. BI] de terugkeer ln „AmlclUa" worden
de deelnemers verwelkomd met de
HriafiMÏ terwijl .Juliana" haar
het organlseeren der
Z.U.T. 70 KAL NACHTMARSCH.
Op veler verzoek -
eerstiTnachtmarsch i
L nachtmarsch.
-t zal plaats vinden op Zaterdag 24 Sep-
iber des avond» 11 uur vanaf gebouw „De
18 Jaar kunnen decl-
.De Pedaalridderi" te Amersfoort
Voor de tweede competlUerit van „De
Pedaalrldden". te Amersfoort, was 'n sprint
race gekozen. Van Iedere klasse kwam Iedere
deelnemer afzonderlijk ln een match deux
•"gen elk van de andere klassejenooten uit.
In de A-klasse won A. de Gans alle
-De dikwijls zeer rpan-
icnde ritten hadden een vlot verloop.
De uitslag luidt als volgt:
Las «4; Aart Ktaak 63; J. H. Schuilen 74; J.
Haarman» 79; W. Brandien 60: J. 11.
Schellaert 87: A Verheuvel 89; Q. Schim
mel 97. 100: Joh. Kaaperta 98.
DE ZWALUW TS BA AUN
7 Aug. Is door de P. V. ..De Zwaluw" een
wedvlucht gehouden vanaf NeufvlUaa, afsk
304 km Er waren 300 duiven ln conoours.
Los 1.40 uur. Eente thuis 3.34.46; laatste
puntendulf 4.17.38.
De uitslag was als volgt:
Th. Scholten 1 30 31. H. Dlja 3 14. J. Ma-
nlfargaa 3 7 37 39. Qebr. Vlag 4 80. J. D.
v. d. Vuurzt 3 43, O. Ouderdorp 6 10 13, O.
J. Renee 8. J. J. v. Nteuwkssteel 0 33 16 45,
a Hartog 11 38. J. Moolj 12 13 36 37 41 47.
W. Klef» 13 10 24 30 30 44. J. de Ruiter 16
18 43. C. van Daataelaar 17 34 40 48 49,
L. L van Dam 38 46, G. v. Eaten 39. N.N.
S3 33.
Zondag as. derby-vlucht (kring) vanaf
Qulévraln
DE POOL TE BAARN
Door de P. V. .De Pool" ls Zondag 7 Aug.
een wedvlucht gehouden vanaf Maastricht.
Afstand pl.m. 185 k.m. Aantal duiven 243.
Duiven ln vrijheid gesteld om 10 uur. Eer»
duif 12 uur 11 min. 17 sec49ste duif 13
31 min. 46 aec.
van Voorthulzen 1 5 12 26 30 36. J. van
de Veer 2 7 24, P. van Kempen 3 21 41. A.
Ouwendljk 4 16 ?2 29 31 37 46 48. O. Schou
ten 8 19 23 39 40 43. H. Smit 8 25, Kof Me en
Kapoen 9 10 33. E. A. Rlphagen 11 34, Jo
ïuwkasteel 13 42, J. v, Gelder 14, G. v. d.
ik 16 40, G. Sulk 17, G. Kruscman 18 27
28. A. Hllhors! 20 38 43, J. Dorland 32, B.
Karhof 35. Jac. Kotfrie 44 47.
Ook de Boesterbergsche Schaakclub, die ln
competitie van den Btlchlech Qoolschen
ihaakbond ln klasse IV-C etn fraaie twee-
'n winter5™'18' °rïluliseer<1L.tf<L*',ïl00"
ranglijst1 te" komen
Do wedstrijd Wi
ad het volgende resultaat:
1. H. Raat; 2. J. Meynen; 3. H. V. Aalst:
4 O. Top; 6. B. den Brave; 6. W. Sterner-
7. .7 H. Oorthuys: 8. A H. Harnuen;
H. Keyzer; 10. J. Veldman; 11. H.
beëindigd la.
/4Is Vrucht: de
heiliging.
Do trek tot de ïonde blijft, ook na
het Doopeel.
De wereld blUtt lokken met haar v&l-
eche beginselen, die de hanitochten ln
het geviel komen.
Het schijnbaar gemakkelijk en genoe-
geUjke leven van zoovelen, die het zoo
nauw niet nemen, blijft op one lnwer-
Zoo be teekent het leven v
gedoopten, strijd, hevig som
durlg-
s, ale
Maar wij leven onder de wet der ge
nade 1
Dood voor de zond«, moeten we leven
ln Christus Jezus, onzen Heer.
We mogen onze ledematen niet aan
bieden aan de zonde. We moeten ze
Gode aanbieden tot werktuigen van do
gerechtigheid.
De vrucht van ons leven, als gedoop-1
ten, moet zijn de heiliging I En het
einde: het eeuwig leven 1
Het komt cr niet op aan, of we in de
wereld geklasseerd worden onder de rij
ken of de armen, onder de intellectueelcn
of de minder ontwikkelden, onder de
werkgevers of de werknemers, onder de
middenstanders of de hoogere standen.
Dat ls van geen belang voor het leven,
dat we, als gedoopten, moeten lelden.
Voor alles blijft de Inzet: de heiliging.
Onder de helligverklaarden vinden we
Dippel: 12. J. Gaasbeek.
Het kampioenschap 19j.,iasö wi
behaald door den heer H. Raat.
dustrieelen en werklieden, groote ge-
leerden en ongeletterden. menschen van
allen rang en stand.koningen en ko-
nlngInnen, ook slaven en sjouwers.
En hier op de wereld leven heilige zie
len ln de steden en op het land. op uni
versiteiten en op de lagere scholen, ln
Iedere straat en ln elke steeg, ln de hee
renhuizen en de arbeiderswoningen.
Overal strijden mensehen, steunend
op de kraoht van Jezus Christus, Mg<n
eigen booze begeerlijkheid. t«gen de vnl-
sche leuzen van een zondige wereld,
tegen de bespotltng on de verguizing.
Zelfheiliging ls de plicht van leder ge
doopte. 8trUd om het behoud en de ont
plooiing van de genade, die Jezus heef',
verdiend.
WU mogen
de; wU behoorea Jezus
Heer, Heer.
„Niet Iedereen, die tot Mij zegtHeer,
Heer zal binnengaan ln het rUk der
hemelen; maar wel. die den wil van
Mijn Vader volbrengt, die ln de hemelen
is". (Matth. 7—21).
Den mond vo'. hebben over Jezus, maar
niet den wil doen van den Vader, niet
Christus dienen, maar xlch-zelf.
En die manier van doen typeert juist
de valsche profeten.
Ze hebben den mond vol over het
christendomhun christendom
Maar dat christendom ls er een van
eigen maaksel. Een, dat zijzelf bepalen
cn omschrUven. Een, dat zich te voegen
heeft naar hün ideeën.
Het gaat daarbU niet om het vervul
len van den wil des Vaders, maar om het
doorzetten van eigen wil.
Ze vergeten geheel, wat Jezus sprak
„gelUk de Vader MU gezonden heeft, zoo
zend Ik u". „Wie u hoort, hoort MU wie
u versmaadt, versmaadt MU".
Den wil doen van den Vader betee-
kent toch zeker ookrechtvaardig zUn
Jegens den evenmensch.kind van
God gelUk wU.
Hoevelen, die wel gelooven, rijn on
rechtvaardig ln hm gedragingen Jegens
den evenmensch 1
Den wil doen van den Vader beteekent
ook allen liefhebben om God, Die allen
heeft geschapen, allen heeft verlost en
aller geluk wil.
Hoevelen, die wel gelooven .schieten
elgenlUk te kort ln het groote gebod
van naastenliefde I
Bescheidenheid
n de halv«
Deaf riJn bescheiden m
Maar de meesten -
»rclc1 En zUn daarom brutaal
.rUzen als een sieraad, doch liever zon
der haar ..verder., willen komen.
Toch ls de bescheidenheid een deugd
die den mensch siert, en rilk maakt. RUk
aan InnerlUk geluk, aan Innerlijke rus!
En als ze grondt op bovennatUurlUkt
beweegredenen, ls ze een achat, die aU«
waarden van deze wereld overtreft.
Wie bescheiden ls. ls r.let zwak! Nea
nee. bescheidenheid vraagt veel zeiJ»
leersehtng. zelfverloochening, karakter
De bescheidenheid heeft, als Iedere an.
t-ro deugd, haar grenzen. Bulten dl«
grenzen zal de wa-TJk bescheiden*
olUk geven van besliste wilskracht en
De bescheldene zal terugtreden, al»
standhouden hem niet bindt. Maar hU
zal niet wUken, als plicht gebiedt naar
s iets
Dc bescheldene laat zich op n
voorstaan. Omdat hij weet, dat DU allee
heef; ontvangen, en elgenlUk niets het
zllne noemen kan.
De bescheldene dingt niet naar een
clmpUmentje. een huldiging of een on
derscheiding Omdat hij weet. dat hU
niets meer deed dan zUn plicht, wel eem
minder zelfs.
De bescheldene verstaat, wat Jesus als
voorwaarde stelde voor Zijn leerlingen:
de zelfverloochening.
HU.. wU.. achter ZUn Meester gaan.
die rich nooit op den voorgrond stelde,
zicht volkomen verloochende, om voor
andere." alles te kunnen rijn.
De bescheldene mist niet de eigen
waarde. maar kent zijn eigen waarde
die het grootste ls, als hU Jesus blijft
volgen.In de ze
Hoe dichter bU Jesus. d
door
Ernest Claes
5. R. Mees. (Ie C-kla6ser).
WEDVLUCHTEN TE AMERSFOORT.
A. P. V. „De Ordonnan
Uitslag wedvlucht van Maastricht
alstand 144 K.M. In concours 383 duiven
Ijzen werden als volgt
Keken 1, 22. 46, 47; A Groenevelt 2.
31. 81; J. Bj
88: G. de Graaf 4.
23, 26, 53, 64, 73; T. Kruis
48. 58, 71, 98. 97. 08;
Lisdonk 11. 31,
eld 8. 38. 86.
I. Boeyen 10. 33, 81. 82: R
20,
Chr. v. Putten 13. 49: C. Been.
28, 79: Joh. v. Voorst 13, a». «o
M. Kaal 16; L. Henschel 17, 71
- d. Berg 18, 29. 51 54; A. Via] 19.
ns 27. 67. 76: F. Jansen 30. 70; W. S
51. 62; A Terschegget 36, 55: J.
in 37: J, Korlaar 39; A. Lablans 40. 41.
tw:G. Blanke 42. 56. 61. 88: G. Wijnands 44,
73: A Koppen 67; H Waanöers 60: W.
Geth 65. 87. 94: D. Nico laas 66. 95; K. La
blans 66: L. v. d. Blezenbos 83, 84, 90; O.
•en Kulve 92; J. v. Voorst 100.
AP.V. De Reisduif
35. 45.
Op die manier schijnt toch ook daar
-.ris geliefd oranjezonnetje.
Mogen wij op uw steun rekenen?
Ta? dan reeds bU voorbaat hartelijk
Mevr H J BRUGMAN,
Heiilgenbergerweg 79
Mevr W J. SOETEKOUW,
Kapelweg 24
Mevr. H. BERGSTEYN.
St. Ansfrldu&straat 19.
Mevr O RUYS.
Utrechtschewcg 16S.
Mevr. A. J. UDING.
Zwaanstraat 40.
Mevr. E. C. C. VAN DIJK,
Van Bemmelstraat 108.
VOORZITTER AMXRSF. BOYS.
den heer E. Brouwer,
ireltteniplaats heeft ln-
I AMERSFOORT) TE
H VC nam Zondag deel aan een voetbal-
umool te Apeldoorn.
De uitslagen van de gespeelde wedstrijden
'Jiden al» volgt:
Robur et VelocltasRtjssun 1—al
Apeldoomsche Boys—A. Z. C. 2—21 35-
L. Krabs-
uis 5. 7. 40. 52. 53. 56. 68. 75, 95. 98: Joh.
ij'.sma 8. 28. 37. 39. 60. 81. 83. 89: H. A
t Graaff 8, 13. 14,
J. de V. 28. 64. 71. 78. 91. 92; T. de Vries 30:
Th .Tuithof 32, 47: J. de W. 35: G. v. d
Po! 36. 72; O. F. 48. 51. 79. 80: M. Koudljs
55: Gebr.
58: M. v.
P.V. „De Postduir.
NeufvlUes uit, sfstand 201
KM. In concours 125 duiven. De prijzen
werden als volgt behaald: F. W. Harteman
I. 7. 27; P. v. Laar 2; D v. Loveren 8, 8 13:
J. Jagtenberg 4, 16: A. v. Boeyen 6. 21, 22.
26: U. A ZU1 6. 24; A. Wlekart 9; B. Baatje
10; H Hllhorat 11. 18: A J. Floor 12. 23. 31,
33: R schuit* 14: J. LIJnsveld 15, 29; J.
Eikeler.burg 17. 19. 20. 25; P. H&gebeuk 28:
O. L. ten Hoven 30.
A.P.V. „Pro Palrla".
„Pro Patria'-wedvlucht van Llbramont
Belgléuit. Afstand 247 K.M.
Uitslag als volgt: C. H. Jansen 1, 4, 5, 6.
8. 9: J. Schoonman 2, 7; M. H. Ruitenberg
3; H. Hop 10. 12; L. Roosendaal 11.
„DE LUCHTPOST' TE AMERSFOORT.
Wedvlucht van Neufvilles uit. afstand
200 KM. In concours 829 duiven.
De prijzen werden gewonnen door: H. v.
a Kooy 1. 61. 96; W. v. d. Riet 2. 3, 28. 42:
h. Baartman 4. 6. 22. 29. 33, 68. 60; Alh.
raak 6; D. Hubregtse 7; G. Kluwer 8, 68,
I; A. Jansen 9. 84. 92; P. Bos 10. 30. 85.
A de Goede 11. 47. 76; A. L. Verstraelen
l; H. v. d. Linden 13; G. Harmans 14. 17,
45, 56. 86; F. van Winterswijk 15, 53. 81. 83;
G. Bergman 16; N. H. Eglnk 18. 82. 90; A.
van Heiningen 19; H. J. Hol 21; Jos Vor-
23, 52: M. Schellaert 24: G, Hagen-
Linden Sr. 28, 36: Joh.
er 27. 38, 93; M. v. d. Kul..
Dasselaar 31J. v. d. Heuvel 32. 37. 54.
3; H. v, Keulen 34;
d, Berg
t strafschoppen». i Linden Jr. «0. 59; J. A Vlsschers 41. 99;
A. O. O. V. V. 2—H. V. C. 1 1-2 Verhoef 43; P. A. Don 49; F. Pijnenberg 50,
A» Zondag worden gespeeld: H.V.C.— '8. 77. 78; J. Lablans 57. 87; W. Collet 58:
Apeldoomsche Boyj en Rljssen—A.Z.C. 'J- Noorman 61; H. van Llmbeek 63; N. A
Ja. ja. Ik weet het wel. daar «Un
van die voddemannen die durven zeg
gen dat een pastoor op een dorpke toch
maar een schoon leventje heeft, goed
eten en goed drinken, geen last van so
cialisten of andere gevaarlUke parochia
nen. en ver weg van Monseigneur den
Bisschop, dat hU niets anders te doen
heeft dan eiken dog een mlske lezen
van een half uurke. een kindeke te doo-
pen of een lUkmis te zingen van tijd
tot tUd. ZUn brevier lezen al wande
lend en in passant vrlendeUjk op de
menschen te knikken. Zondags een
kwartierke sermoon. van „In dien tUd
zegde Jezus tot zUn discipelen en
dat het u.mrmee amen en uit ls. Als
ge die mannen, die natuurlUk allemaal
van de tegenpartU zUn hoort klappen,
zoudt ge bekanst gaan peinzen dat het
voor een pwtoor lederen dag kermis ls,
en dat zUn eeuwige zaligheld zoo ge
bakken en gebraalen voor hem ligt.
Ik zou zeggen: allo ja. ge kunt mis
schien gelUk hebben ln een parochie
waar al de parochianen brave menschen
zUn. waar ze allemaal doen wat ln de ca
techismus staat dat ze moeten doen op
aarde, maar och heere, waar vindt ge
die? Zelfs ln de Kempen, waar toch
ledereen weet dat de beste menschen
van Vlaanderen wonen, waa
alle mannen lid zUn van den
t Heilig Hert, en alle vrouwen lid van
de Congregatie of van het Genootschap
van de Krlstene Moeders - de. andere
tellen niet mee - zelfs ln de Kempen,
zeg lk. heeft een pastoor nog heel
mertelarij met tn klanten. HetzU
de fanfare te veel uittrekken en drin
ken. of muziek spelen ln de danszalen:
hetzijmet de tooneelmaatschappij
stukken opvoeren waarin gekust wordt;
hetzU met de kermis. te Jong vrUen
en ln den donker naar huls gaan
Jongens, dat geeft allemaal aan r
heer pastoor veel meer kopbreeksel
Iemand vermoedt.
Zie. ge hebt daar per eksempel de
dieners. Als ze twee weken eiken
hun mis gediend hebben, dan peinzen
die bengels dat heel de kerk van hen
is, dat ze daar mogen rondloopen en
klappen precies of ze zelf een toog droe
gen. dat ze vrU mogen beschikken ovei
de keersestompkes, het oude koper, de
slechte centen van de offerblokken, ter-
och alle ze leven een deel ge-
'an den koster zUn broodwin
ning (slechte centen kunt ge altUd
vermengen met goede centen .betaalt
Uw pint met vlc-r goede centen en
slechten cent. dan zegt de stamineebaas
niks. die kan daar ook van af) en
daarom zeg lk gelijk Mijnheer Cam pens
zaliger altijd zei als ze van misdienaars
spraken: ..Mlsdlenders?.. Snotjoeng!"
Ik ben namelijk ook misdiener ge-
eest- En lk was bavendlen „den hove-
ler van menhlêr Pastoêr."
MUn werk als hovenier bestond hoofd-
zakelUk ln: de musschen van de ker-
seboomen te Jagen, zonder zelf musch
den mond kunt krijgen, de rupsen van
de kooien te vangen en te vernietigen
zonder koolbladeren te breken en de pa
den schoffelen zonder de randblomme-
kes van Rozallen. de meid van pastoor
Campens. te beschadigen. Bovendien be
hoorde bU dat hovenierswerk alle ander
werk, eender van welken aard, binnen
en bulten dc pastorij. Menheer Pastoor
had mu zelfs een groote medaille gege
ven, die lk onder mijn tuinwerk met een
koordje om mUn hals moest hangen, en
waarop ln het LatUn geschreven stond,
zegde mUnheor Campens. dat hovenler-
derij een werk was aangenaam ln de
oogen van God. Het was zoo'n soort me-
dalle lUk de fanfares krUgen als ze
lererans naar een feslval zUn geweest,
en die ze dan boven aan hun drapo han
gen. Als de kersen rUp waren moest lk
die. met mijn medaille rond mUn hals
ook plukken. Maar terwUl Ik ln den
boom zat moest lk zonder onderbreken
fluiten of zingen. En ik deed dat trouw-
hertig. Menheer Pastoor wandelde on-
derwUI door de hofpaden en las zUn
■SS "~n in den boom za^ lk het
zwart kalotje op zl
en weer gaan. Als Bc soms eens ophield
met zingen of fluiten, omdat lk mijn
arm te ver moest rekken voor een trosje
afstandsche kersen, keek menheer Pas
toor lederen keer efkens omhoog. Wltte-
kop, lk huêr niks" En hU had ook c-en
manier van zich ineens om te draaien
en terug onder den boom door te komen,
terwUl hU elgenlUk had moeten recht
door gaan tot aan t eind van het hof
pad. Al heel gauw had lk echter geleerd
dat ge met één kere ln den mond
nog fluiten kunt. Met twee niet.(r
heer Pastoor keek efken van z'n
vier omhoog). Het klinkt dan wel
klein beetje anders.,
toor kUkt weer efkens op van
vleri maar het ls toch altUd
gen. Soms schiet echter het kersèsap u
zoo diep ln dc keel dat ge begint te
hoesten, en als ge hoest bewijst ge toch
ook dat ge geen kersen eet, Menheer
Pastoor kwam dan eens onder den
doorgetapt, en hU raapte twee natte
kersepitjes op. HU bekeek ze aandachtig
en loerde dan omhoog. Van tussct
blaren zag Ik Juist zUn open hand
In de twee verraderUjke kersesteentjes
lagen. HU kon gelukkig niet zlr
rood lk werd en niet hooren dat
zelf voor stommerik schold.
„Wittekop." riep meheer Pastoor naar
den blarenkruln, daor moet oèk leveran:
én mus ln de boain zltte." Ik begon on-
mlddellUk te schreeuwen en door de bla
ren te roeffelen, tot Menheer Pastoor
weer riep: „Ze zal naa wel èweg z
Wittekop. pluk maor voêrt," Ik lette
nu wel op de gladde kerepltten tussch
duim en wijsvinger van ln den boom
weg te schieten tot ln den hof
Voor die tweevoudige betrekking v
hovenier en misdienaar trok lk vUf ci
per week. drie sigaartjes en Zondags
de vroegmis ontbUten op de pastorij. De
vUf cent en de drie sigaartjes lagen dan
eiken keer naast mijn tas.
En het ls ln dien tUd dat lk bU men
heer Pastoor een;; een diefstal heb ge
pleegd. Het was ln 't voorjaar, daar
kwamen nog geen rupsen op de kool
blaren zitten om door mU wreedaardig
vernietigd te worden, daar v
geen rijpe kersen om de muss
te jagen, de hofpaden moesten nog niet
geschoffeld worden cn zoo deed Rozallen
mU op een keer het onkruid uitwleden
op een bedje jonge groenten. Wat
groenten het waren weet lk niet i
In leder geval, lk deed dat werk tegen
mijn goesting, omdat wieden
vooral omdat lk een hekel had aan
alle groenten. Thuis een blad sala,
boonen, of savooiekool doorslikken,
mU al even erg als mUn eigen haar
opeten. Ik wiedde dus met lange vingers
dat bedje groenten en waara:
niet verklaren, lk trok al de
goede plantjes uit en een soort onkruid,
mooie rechtopschletende plantjes, Het lk
als „groente" staan. Ik had <T
eerlUkheld voor de echte, eetbare groen-
genomen. Menheer Pastoor, toen hU
i van Rozalen vernam, had mij met
misprijzen aangekeken en gezegd: „Ik
doecht da' ge slimmer woart, Wittekop.".
Ik heb er tranen om geschreid van ver
driet- Rozallen heeft mU sedert dien dag
En Zondags na de Vroegmis, lag daar
wel het vUf cent stukje naast mUn tas.
geen drie sigaartjes. Met 'n krop
keel heb lk mUn boterhams met
confituur blnnengewurgd. Mijn oogen
nat Ik had er geen plezier van
dien keer daai ln de schoone eetkamer
pastorij, de eigen eetkamer van
menheer Pastoor, waar al mUn kamera
den jaloersch over waren, koffie te drin
ken.
De heele week dacht lk aan niks an
ders. Ik had ln de pastorij vrijen ln- cn
uitloop, als hovenier natuurlijk, en ei
ken dag ging Ik heimelijk naar het bed
je groenten kijken of het door mU ont-
zlene onkruid misschien toch geen echte
groenten waren, of zouden worden, en
lk heb daar als een kwlebus heele ree-
n lezen dat 't toch
zouden boonen. erwten of radUsJes zUn
wat daar zoo welig opschoot Ja.
Onze Lieve Heer die moet soms
hooren.
Vrijdags moest lk Rozallen helpen ln
de werkkamer van menheer Pastoor. Een
kist vol gazetten en boeken -
geleerde kast was me dat r
gemaakt worden. Ik moest den Inhoud
naar den zolder dragen en de kast moest
daarna weg. Rozallen was ln de keuken
bezig en menheer Pastoor was een
ken parochiaan gaan bezoeken. En
wUl lk nu mUn hoopje gazetten en
schriften op een stoel bUeenlegde om
te berngen. keek lk rond ln die wi
kamer van menheer Pastoor, waa
anders nooit komen mocht en lk sl<
den lessenaar een kistje sigaartjes staan.
Onmiddellijk schoot mjj ln het hoofd;
zou het uit dat kistje zijn, dat lk Zon
dags mUn drie sigaartjes kreeg? En lk
ging dadelUk kijken. Inderdaad, dat
ren dezelfde sigaartjes. Het kistje
nog meer dan half vol. zoo 'n sch
rijtje bovenaan. Ik bleef er met
kloppend hart staan op zien. En eer
lk wist wat ik deed was 't gedaan, -
pikte drie sigaartjes en stopte die in
En just was het bewustzUn van
gedaan had. en het berouw in i
hert aan 't omhoog kruipen, toen
openging en menheer Pastoor thuts
kwam. Toen hU met zUn vriendelijke
oogen zei: ,.D8g Wihtekop!" ging
steek dweers door mUn ziel.
Maar och heere. 's anderendaags den
Zaterdag moesten de kleine jongens
mUn jaren bU menheer Pastoor ko-
i biechten. Had lk dat daags te voren
ir niet vergeten. Ik zou er nooit ol
ooit die drie sigaartjes hebben dur-
scheef slaan. En nu mag lk ln mUn
n nog de grootste zonden begaan die
lestaan, nooit of te nooit zal lk met
zooveel schrik voor een biechtstoel zit
ten wachten als den keer. Een heel
zondige drie sigaartjes, en een
half opgerookt was. staken nog ln mUn
binnenzak, ze brandden mij op dit
oogenbllk dweers door mUn huid, tot
op mUn misdadige ziel. Ik deed den he
mel geweld aan dat menheer Pastoor
toch maar niet zou weten wie l
kon bekanst niet meer asemen. Ik had
dit oogenbllk alle sigaartjes
wereld willen vernietigen, verpletteren,
aan stukken bUten met mUn tanden,
uit puur berouw.
Toen lk elndelUk ln het biechthokje
it, met tusschcn het gezicht
menheer Pastoor en het mUne enkel de
plank met gaatjes waardoor lk mUn
zonden moest belUden. hield lk ni"
klak zoo vast yoor mUn gezicht dat
Juist nog een holleke was voor mUn
mond. Want lk wist bU ondervinding dat
menheer Pastoor voor sommige zonden
onderzoekenden blik door de luister
gaatjes wierp. Ik zegde mUn voorblecht
i dan.
DrU kierc geloge, menhler Pas-
»êr, min of meër.
Goed. mè mènneke.
Twiê klére ongehoérzaam geweest
in ons moeder, min of mier, menhier
Pastoér.
Goed, mène broave Joeng.. altUd
luistere noar moeder
Zes klére goan zwumme, menhlêr
Pastoêr. min of mlêr.
Moar mène Joeng, doar es et toch
nog veel te kaad vcur
">a, moar et was verleê joar In de
menhlêr Pastoêr. moar toen heb
Ik et vergete te blechte.
Ah zoêEn dan?
Et wijwoaterfleske ultgegote men
hlêr Pastoêr.
Et wUwoaterfleskc?.. En woaveur
hadde da gedoan. me Joengske?
Wel, oem flcske te hemme veur te
kallsse-zap menhlêr
t wUwoater oep de grond
zwaddere
Pastoêr
En hedde
gegote?
Neie. ncle, menhlêr Pastoêr.. In
kocmeke en dan hem lk er kruskens mee
gemoakt tot dat et oep was.
Fn e
Geen antwoord maar menhler Pas
toor moest dien benauwden zucht zeker
gehoord hebben
Es er anders niet mièr, mè braaf
menneke?
Joa wel. menhlêr Pastoêr.
Watte?
Ge., stole, menhlêr Pastoêr
Wa zegde me doar? lk merkte
dat Pastoor Compcns probeerde door
de gaatjes te loeren. En wat hedde ge-
stole. mène Joeng?
„Wel.. drU slgaarkens. menhler Pas-
Dat meugde toch niet doen, me
kind! Da wetc toch wel!.. En woaren
et der moar drU?
Joa, menhlêr Pastoêr, sjustekes drU
et w
- Zoê!. Zoê!.
n die kl
Van
Joa. Joa.En hedde die alle drij al op-
gesmoord'»
Nele. menhlêr Pastoêr. lk hem nog
lén hlêl en stumpke?
Wel, ge moet restitutie doen van
wat da ge gestole hed, en die slgarkes
vroem droage woar ge ze gehoald hed.
Joae menhlêr Pastoêr?
Zeker hoorde hij mU weer zuchten
Van eiges, da stumpken oêk! En
leest drij weesgegroetjes veur oe zoallge
penetense en ziet da ge 't n»elt nle mlêr
doet.
Toen lk uit de kerk kwam recht naar
do pastorU-
Rozallen. zei lk toen ze kwam open
doen, menhlêr Pastoêr hee gezeid da 'k
Zonder een woord trok ze terug naar
de keuken. Ze liet mU zelfs de voordeur
toedoen, als teeken van geringschatting.
Ik sloop de werkkamer van menheer
Pastoor binnen, het sigarenkistje stond
nu op den schoorsteen, en heet voorzich
tig legde lk het heele en het halve si
gaartje waarvan Ik met mUn vinger
rte asch had afgekrabd terug
kistje. Het halve stopte lk een
beetje onder de ondere. Met een verlicht
gemoed trok lk stillekens weer weg.
Alles was vergeten.
's Anderendaags na dc Mis zit lk op do
pastorU aan tafel om te ontbijten Men-
pastoor had zelf de vroegmis ge
en zat bU me. Naast mijn tas lagen
vUf cent. en drie sigaartjes Een daar
van was het heele dat ik teruggelegd
had. Ik herkende het aan het buiten
blad dat half los zat van ln mUn zak te
steken, en dat lk drie koeren met speek
sel had moeten bUoenplakken. Toen ik
hel merkte voelde Ik mijn ooren rood
worden en het brood worgde me wat ln
mUn keel. Menheer Pastoor gebaarde
echter van niks. zoodat lk gerust, was
Maar toen mUn boterhams binnen wa
rn en menheer Pastoor zUn pijp al in
;n mond had. zegde hU opeens, terwijl
lk mijn drie sigaartjes opnam cn aan
dal van de biecht nog eens likte om het
bUeen te houden:
Wittekop, smoort naa da stumpke
an gistere oêk maar oep.
En omdat hU dal zoo gewoon zei zon-
er me te bezien vond ik het ook ge-
'oon. Ik stond recht, slapte de werkka-
ïer van menheer Pastoor ln. haalde
et zwarte stompje sigaar uit het kistje
- - - toen ik terug
A,1°- dag. Wittekop, tot morgen.
Dag menhlêr Pastoêr.
En al rookend verliet ik de pastorU
Dat Is al lang. al heel lang geleden
iaau l, 'lmU 1?olt ult ral1" «egaan
n Ik heb nooit Ran een mensch kun
nen zeggen, goede menheer Campens
zaliger, hoe veel, hoe onnoemelijk veel
Ik ln die jaren van u gehouden heb. En
zooals gij. en zooals alle goede pastoor*
de Kempen (daar zijn geen an-
zeg ik. als er som» over mlsdlo
gesproken wordt:
Mlsdlenders?.... Snotjoeng