Retraiten
Van de Heiligen en van mij zelf
HAMERSVELD
ZONDAG. Half 8 Vroegmis. 10 uur Hoog
mis. na de Hoogmis Te Deum ven wege
verjaring van Hare Malesi
Wat de Paus voor Spanje
deed.
I Dat Wijkt Uit de mededeeïngen. die de
Ttoe! bi] de Spnansche natlorale re-
n Burgos, mgr. AntoclutU. - _n de
Hoe Maria ter hulp kwam.
Ko-1 Itenmng ran de Spaansche n
a it aartsbisschop OS-
dag van devotie, kwart voor 7 H. Mis. 7 uur
en kwart voor 8 gezongen H. Mis. Des
avonds 7 uur oefening van de Broedend
van OL. Vrouw van Ahijdd- Bijstand
te biechten 4,
s. o. 7 en B uur.
In de week H Missen cm 7 uur en half A
(Week v
410 September).
Zondag 4. Groen. 13e Zondag na Plnkst.
Tijdeigen, Mis Resplce, Je geb. A cunc-
Us. 3e naar keuze. Credo, Pref. H. Drie
vuldigheid.
Maandag 5. Wit. a Lauientalus Justt-
nlanus 2e geb. A cunctls, 3e naar keuze
Dinsdag 6. Groen. Mig als Zondag zon
der Gloria of Credo. Je geb. A cunctls
3e geb. Fldellum (voor overledenen 2
Nov.), 4e geb. naar keuze.
Woensdag 7. Groen. Mis als Zondag zo:
der Gloria of Credo. 2e geb. A cunct
Se geb. naar keuze, gewone Prefatie.
Donderdag 8. Wit. Maria Geboorte. 2e
geb. (alleen ln stille Missen) H. H
drlanus. Credo, Prefatie a Maagd.
Vrijdag 9 Sept. Rood, a Gorgonlus, 2e
geb. A cunctls. Se naar keuze.
Zaterdag 10. Wit. a Nlcolaas Tolen-
tijn.
Beleefd verzoek zich aan te melden
bU de Directie van het Retraltenhuls
Amersfoort. Tel. 303. Postchètjue en giro
no. 92245.
Zaterdag 10—13 Sept. Manen en JongeL
(Mfflttepl.
Dinsdag 13—16 Sept. Vrouwen en Melsjea
Zaterdag 17—10 Sep. Meisjes (Kweekschool
Arnhem).
Dinsdag 30—23 Sept. Jongens Utrecht.
Zaterdag 34-17 Sept. MlllUepUchtlgen e.a.
Dinsdag 37—30 Sept. Jongens Utrecht.
t. Gertrudl*
woordiger van den H. Vader ln het nationale
Spanje was: het lenigen van den nood. die
door de tmgerocrlcg was ontstaan
AntooiuWl heeft de gebieden dl
pen werden bevrijd, grondig
Van de middelen, me b
tot nogb
slachtoffers van den burgeroorlog verdeeld
_Door een «wdale actie worden de ver
van de noodzakelijk"
fn Gyon heeft
klnderprocemle geleid, waarbij het volk
P«*ög de belofte aflegde, de kerken, die kx
amding der Kerk heeft i_.
opdracht van den Paus herhaaldelijk rijn to-
etoed WJ de Prancoregeerlng doen gelden,
opdat dese ven de roltrettlnt van doodvo"
tr dan 3000 siacht-
1 Dit
van Mechelen. Voor talrijke ouderloos ge
werden kinderen zijn op kesten van den
Paus weeshuiien Ingericht. Ben belangrijk
werk van de toekomst zal ook bet vervan
gen van de vermoorde geestelijken rijn. Vol
ger» mededeeHngen vsn mgr. AntonluMl
zijn bv. ln de streek van Blascays 48 pries
ter» vermoord. In de provincie van Santan
der werden 88 priesters het slachtoffer van
den burgeroorlog: een TrapplstetkJooeter
van he4 rood* gepeupel ten offer geval-
ln de stad Teruel hebben de rooden 37
priesters gedood: de bitschop werd naar
Indiscretie - Christenplicht.
Onder deaen ietwat merkwaardiger, titel
la», wij m het Parijeche tijdschrift „Etu-
de volgende beschouwing.
Zaterdag 1—4 Oct Mannen
Utrecht
Dinsdag 4—7 Oct Gehuwde Vrouwen.
Zaterdag 8—li Oct. Heeren.
Dinsdag 11—14 Oct Dames.
Zaterdag 15-18 Oct. Mannen <8t
phaCl e.a.)
Dinsdag 35—28 Oct Meisjes (Normaal!
Vrijdag 36—31 Oct H.B8. Hilversum.
NOVEMBER
Dinsdag 1—4 Nov. OehuwJe vrouwen.
Zaterdag 5-8 Nov. Meisje*
Dinsdag 8—11 Nov. Gehuwde dan.es-
Vrijdag 11—14 Nov. Mannen n Jong»L,
Di.-«dag 18—18 Nov. Mannen (St Raphael!
Dinsdag 22—28 Nov. Ongehuw dames.
Zaterdag 26—38 Nov. Mannen (Dioc. Ac
tie R
r God).
Vrijdag 3-5 Dec. I
Zaterdag 17—30 Dec. Meisjes.
Vrijdag 33—28 Dec Mannen
fKerstretralte).
Donderdag 29 Dec.—1 Jan. Mi
Jonge], 'Gendt e.a.)
■glimlach van nieuwsgierigheid of
over beeft.
En wanneer wij tegenwoordig naar de hei
denen gaan, moeten wij welen, dat wij ons
altijd nog in de eerste eeuw bevinden, op
de morgen, toen eenlge vVsachcrs uittrokken,
om bet evangelie over d» wereld te vertrel-
werkkx» toesteit*"
Maar ai te vaak .suit t
genwoonhg zich In een
dendheid. Uit discretie, u
denheid. roo meent JJ. mag hij zijn ov.
tulglng niet uiten en openlijk belijden, o
den plicht indiscreet"
Ofschoon bet als een sprookje
klinkt, is wat hier volgen gaat,
geen vroom vertelsel door een
of ander vurig Maria-vereerder
samengesteld om daarmede
Maria's Moederlijke goedheid op
den voorgrond te laten treden en
evenmin een middeleeuwsche
legende, doch een historisch ge
beuren uit onzen eigen tijd,
door betrouwbare inlichtingen
tot ons gekomen.
Het was in de dagen, dat de
stad Sevilla de prooi der roode
troepen zou worden.
De gedachte hieraan bezorgde
i den Spaanschen generaal Queipo
de Llano veel hoofdbrekens,
j Van den eenen kant zag hij de
j stad niet gaarne in de handen
der belegeraars vallen, maar van
den anderen kant wist hij. dat
zijn troepen te weinig in getal
waren, om langer een verdedi
ging vol te houden, die niets dan
nutteloos bloedverlies beteeken-
de. Terwijl hij erover nadacht de
stad ten einde raad, dan toch
maar over te geven, trad een
vrouw zijn werkkamer binnen,
die tot hem zeide: „Geef Sevilla
niet over."
De generaal, die geen kans zag
uit dit moeilijk parket te ge
raken, gaf deze onbekende
vrouw ten antwoord: „Hoe kan
ik haar verdedigen zonder sol
daten?"
Maar de vrouw ging verder en
sprak: „Luister naar mijn raad,
en Sevilla zal gered worden. Laat
de troepen die ge hebt, zooveel
mogelijk door de straten trek
ken, eiken dag opnieuw; dan
zullen de rooden meenen, dat
Sevilla vol troepen ligt en ze zul
len geen aanval wagen."
Na deze mededeeling verliet
de vrouw, zonder zich bekend te
maken, het vertrek van den
generaal.
Van zijn verbazing bekomen
en na een oogenblik over deze
zonderlinge raadgeving te heb
ben nagedacht, liet hij den offi
cier van de waclit bij zich komen
en vroeg hem: „Wie is die
vrouw, die ge hebt binnenge
laten, zonder tevoren mij te ver
wittigen
Op deze vraag keek de officier
zijn generaal verwonderd aan en
kon niets anders antwoorden
dan: „Er is niemand tot uw ver
trekken toegelaten, generaal,
zoover ik weet."
Nu werden de wachtdoende
soldaten aan den tand gevoeld,
doch ook deze konden evenmin
een afdoend antwoord geven.
Niemand van hen had een vrouw
gezien, laat staan, haar tot den
generaal toegelaten.
Toen de generaal, met enkele
van zijn vrienden, 's avonds een
rondgang door de stad maakten,
liepen ze even een kerk binnen.
Bij het aanschouwen van de
beeltenis der Moeder Gods, riep
generaal Queipo de Llano uit:
„Dat is de vrouw, die vanmorgen
bij mij is geweest. Het is O. L.
Vrouw van den Berg Carmel."
Nu was zijn besluit genomen.
Sevilla werd niet overgegeven en
bleef zoodoende gespaard voor
de schennende handen van de
vijandelijke troepen.
PEETER v. d. SMEET.
De Kerk beeft bet recht scholen
vsn alle soort, niet alleen lagere doch
ook middelbare en boogere in te rich
ten.
(Kerk. Wetb. 1375)
De geloorigen mogen niet na
laten de behnlpsame hand te bieden tot
bet stichten en onderhonden van katho
lieke scholen,
(Kerk. Wetb. 1379, par. 3.)
PAROCHIE VAN DEN H. NICOLAAS
TE BAARN
Wanneer wij niet medeachuK
'orden aan een algemeenen arval.
verplicht de ontvangen gaver
geven ei
n.
De ontkerstening j
Zaterdag 7—10 Jan Mannen (Vinteveen
Housen ta.)
Dinsdag 10-13 Jan Mannen (A.BT.B
1 de traagheid en onver-
He de H. Vader reeda ln rijn
r het godloos» atheïsme heeft
De christen, die maar at
«oh daarop nog durft bm
'wn een slecht christen.
Daarom meer ..IndU-
XIIIDfc C.UNDAG NA PINKSTEREN.
September 1938. Vandaag 7 uur de
Vroegmis, half 9 de Tusschcnmls, 10 uur
de Hoogmis. Hedenavond 7 uur Lof.
Vandaag zal bij de kerk gecollecteerd
worden met bussen voor de vereenlglng
„Hulp ln Nood" van de R.K. Werklieden-
vereenlglng St Joseph. Wij bevelen de
ze Inzameling ten zeerste aan. Vandaag
zal. na de Hoogmis het „Te Deum" wor
den gezongen wegens den verjaardag
van Hare Majesteit, onze geëerbiedigd'
Koningin.
Dinsdag a.s. zal volgens verlangen var
Zijne Excellentie den Aartsbisschop oir
8 uur 's morgens een gezongen H. Mis
worden opgedragen, waarna Te Deum.
om aan onze vreugde en dankbaarheid
uiting te geven en om Gods zegen ook
voor de toekomst af te smecken over
Hare Majesteit en de Koninklijke Fami
lie en over geheel ons Vaderland.
Woensdagavond zal er geen Lof zijn
Donderdag vieren wij het feest van
Maria's geboorte, dag van devotie, zon
der verplichting om zich van slafelljken
arbeid te onthouden.
Donderdagmorgen zal er om 3 uur een
n H. Mis zijn en 's avonds 7 uur
Rozenhoedje en litanie van de
H. Maagd. WIJ sporen aan. om dien dag
de H. Mis bij te wonen. Donderdag zal.
na Iedere H. Mis de generale absolutie
worden gegeven aan de leden van de
Derde Orde,
Zaterdag-namiddag van 3—4 uur gele
genheid om te biechten voor de kinde
ren die de 1ste H. Communie hebben
gedaan. Vanaf 4 uur voor de andere ge-
loovlgen.
De geloovlgen worden verzocht te zin
gen uit 't Psalterke. vandaag, na de
Hoogmis en na het Lof en Donderdag
avond. na het Lof. oude uitgave no. 81.
nieuwe uitgave no. 92.
Zondag a.s, zal de halljaarlljksche
collecte met open schaal worden gehou
den voor de St. Pieterspenning. WD spo
ren aan, om deze collecte tc steunen.
WIJ brengen lrmlgen dank aan de ge
loovlgen voor hunne milde bijdragen.
Zondag J.l. gegeven voor ons vereent-
glngsgebouw. De collecte heeft f 470 op
gebracht
Gedurende de maanden September en
October zullen per qultantle de JaarlJJk-
sche bijdragen worden geïnd voor de B.
K. Universiteit. WIJ vertrouwen, dal
nieuwe begunstigers zich zullen opaevep
*anneer zij daarvoor Worden iange'
'.ocht
door ERNEST CLAES
ONS
MET de goede Heiligen
mijn kinderjaren mee
had dan men dat van de Heiligen, of
van mij. zou kunnen verwachten. Daar
zijn mij allerlei maleuren overkomen
met willen martelaar te worden, of ge
loofsheld te spelen, en de zeldzame kee-
ren dat lk door de nonnckens deugd
zaam genoeg geoordeeld werd om ln de
processie een Heilige voor te stellen.
Sint Jozef met zijn hamer en zijn ver
guld kroontje. Sint Janneke met
witte schaapke, U dat lederen keer
gedraaid op hoe moet lk het zeggen
een verschil van zienswijze tusschen
mijnheer Pastoor en z'n mlsdiener-ho-
venler, die lk was. En lk kan U verzeke
ren dat. als mijnheer Pastoor een var
zijn misdienaars onder handen nam,
deze het niet gauw vergat.
Ik kwam mij zelf ln die Jaren wel
voor als een hopeloos geval. Daar was
geen deugnieterij, geen bengelstreek
waaraan lk geen deel nam. zoo lk niet
zelf de aanstoker was. De vreeselijkste
schelmstukken had lk op mijn geweten,
en dat geweten, als lk het plaatste naast
alles wat door Catechismus, mijnheer
Pastoor, thuis, school, verboden was.
deed mt] Inzien, dat 'ik een zeer groot
zondaar was. Met die gedachte, een wer
kelijk groot zondaar te zijn, heb lk mijn
kinderjaren lang rondgeloopen, Ik heb
er over zitten piekeren, ben er dood on
gelukkig om geweest. En toch, hoeveel lk
er ln de brave oogenbllkken ook aan
dacht, het kwam nooit ln mijn hoofd
op het oogenblik dat het mij had moe
ten terughouden van een schelmerij
thuis. In de school of op de straat. Het
was maar daarna dat lk weer
zonde dacht, als 't te laat was.
Ik zat eens alleen met moeder ln de
hulskamer, nadat er ln d
lets van onvoorbeeldlgen
beurd. en opeens begon lk
Wat es er?Weer oep oe toeng
gebete zeker? vroeg moeder.
Nelenlkske.
Woarveur schriède dan zoé?
Veur nikszoê moar
En toen moeder niets meer vroeg, daar
die onverklaarbare huilbuien bU mij wel
eens meer voorkwamen, vroeg lk
MoeIk zal loater zeker
de hel kome?
Moeder schrok.
Woarveur vroagde zoe let. mène
joeng?
Wel oemda "k Pol van Warkes
mee 'ne steêii oep zene kop gegoetd
Slêzesmarante. manneke
w>« 'n pruts komde toch nle ln de heil
Waor koom lk danT
achten wel met de hoop
geantwoord hebben dat lk daarmee
recht naar den hemel ging.
Wel misschien ên tljdke ln 't voa-
gevuur.Ge moet moar veul onze-
XT avond lag lk ln mijn bed te bid
den om van God te verkrijgen, dat de
dikke bult die Pol van Warkes op zijn
voorhoofd droeg, waar mijn steen hem
geraakt had. 's anderdaags zou onzicht
baar zijn en vergeten, en meteen dacht
lk, doordat op een steenworp op den
kop van Pol toch maar het vagevuur
stond en niet eens de hel, weer terug
aan het ongelijk dat Pol mij had aange
daan. Ik begon mU zoodanig tegen hem
op te winden, dat. op het einde van mijn
onze-vaderreeks. Onze Lieve Heer
duidelijk zal verstaan hebben, dal
r.lets liever vroeg dan dat die leeUJke
knobbel op Pol van Warkes' kop daar
voor al zijn levensdagen zcu blijven.
En toch. en toch Ik dweepte i
de Heiligen In die Jaren. Ik was vast
voornemens later ook. niet „heilig" maar
„een Heilige" te worden. Te Zlchem was
er zoo nog niemand. Ik zon de eerste
zijn. Hoe lk dat moest worden zag lk
niet zoo duidelijk. Door de gewone mid
delen. als deugdzaamheid, gehoorzaam
heid, braaf zijn, goed voorbeeld, en an
dere moeilijkheden van dien aard. zou
het alvast niet gaan. dat wist lk wel. Ik
voelde mij niet onweerstaanbaar aange
trokken door het voorbeeldig leven van
den gelukzaligen Johannes Berchmans.
al was die dan van onze streek, of door
Bint Stanislas, het stokpaardje van
mijnheer Onderpastoor, of door andere
Heiligen, die het tot een kerkpilaar ge
bracht hadden door deugdzaamheid,
vroomheid, gehoorzaamheid. Langs dien
kant werd lk gewaar dat lk geen kans
had, en ze waren er naar mijn meening
nog al gemakkelijk aan geraakt Ook te
genover de heilige bisschoppen srond Ik
vreemd, omdat lk geen de minste hoop
of vooruitzicht had het ooit tot bisschop
te brengen, eerste voorwaarde om er op
dia manier te komen. De Heiligen van
mijn aard. waar mijn hart voor open
ilng.
8t waren d
tegenover vuur en water, tegen zwaard
en kruis, nijptangen en pijlen, hun
woord gestand bleven: Chrlstlanus s
Credo. Dat waren mijn mannen,
was tenminste moed, heldhaftigheid,
kracht voor noodlg. Juist de dingen die
lk ln mij ook allemaal ontdekte, en niet
zoo bijzonder veel vroomheid en gehoor
zaamheid. dacht ik. Sint Paulus stond
bij mij vooraan, absoluut, dlrekt
Sint Jozef, die van zijn eigen nun
een Is ln den hemel. Aan Sint Pieter kon
Ik het geval met den haan niet heele-
maal vergeven. Toch nummer drie. En
voor de anderen had lk een bijzondere
voorliefde als ze behalve martelaar, ook
soldaat geweest waren. Wat heb lk
devotie gehad voor Sint Eustachlus. den
patroon van onze parochie, voor Sint
Sebastlaan, den patroon van de Gilde
waarvan vader ook lid was, voor Sint
Vlctorlus. waarvan de relikwieën ln de
vergulde kast op het koor van onze kerk
stonden. Enkel en alleen omdat ze sol
daat waren geweest en helm en zw
droegen. Als lk de kans zag om ongezien
van mijn schoolkameraden ln de kerk
te sluipen, kon lk daar. heel alleen
plechtige stilte en waar de geruchten
van het dorp slechts gedempt doordron
gen. kwartieren lang staan droomen en
peinzen voor de groote schilderij achter
de jongensbankjes, waarop de marteling
van Sint Eustachlus staat afgebeeld. Op
het rechterpaneel ziet men daar e~
helllgen Martelaar bij Jen koperen
staan waarin zijn klnderkens reeds zijn
Ingestopt en waaronder de beulen
geweldig vlammend vuur stoken. In
uniform van Romelnsch krijgsman,
helm en harnas een generaal op
minst stond hl] daar zoo manmoedig,
zoo kalm en vastberaden, zonder
trek van vrees op zijn gelaat. Met vijf of
zes beulen wat een leelljke duvcls-
bakkessen! moesten ze hem vasthou
den. of hU zou ze daar eens.En zijn
drie schoone klnderkens. die hun kopje
door de opening op den rug van de
uitstaken, keken zoo blijmoedig, zot
vreden naar hun vader, precies of zij er
niets om gaven dat ze gingen gebra
den worden. Ge kondt zien dat Onze
Lieve Heer er voor zorgde dat het
zoo erg zeer deed als 't maar kinderen
waren. De grootste van de drie Eusta-
chluskens leek zoo wat van mijn Jaren
en hl) had ook wit haar. docht me
Voor het beeld van Sint Sebast:
heb lk ln die stille kerk tnenlgen
staan huiveren. Die pijlen in zijn naak
te lichaam, lk voelde ze branden ln mUn
eigen vleeso. Als lk zijn gezicht scherp
bekeek meende lk daarop zoo'n onnoe
melijke pijn te ontdekken, die hij kalm
en heilig verdroeg, z ker, maar die er
toch was. Wat heb lk een schoonen keer
voor U staan schreien. Sint Sebastlanus.
en staan bidden dat er toch geen pijlen
meer zouden bijkomen, of dat ze er de
volgende zouden naast schieten, want
ge kondt zien dat het eigenlijk nog
gedaan was met die marteilng. Ik
nog liever bij de drie Eus achluskens
gezeten ln den koperen os.
Het vergulde relikwieschrijn van Sint
Vlctorlus Is de grootste schat van onze
kerk. Als lk op een stoel er dicht bU
ging staan kon lk door de kleine raam
pjes eenlge doodsbeenderen zien liggen,
waarbij vooral een kaaksbeen, met nog
een paar tanden geweldigen Indruk
maakte en ook een opgerold geel papier
Dat was. had utoeder ml] verteld, een
brief van den Paus van Rome zelf. Met
een van angst kloppend hart kwam ik
daar altijd opnieuw naar kijken. Want
dat was toch geen schilderij meer. geen
stcenen of houten beeld, dat waren de
eigenste gebeenten van een echten Mar
telaar. een echten Heilige, die twee dui
zend Jaar geleden was ter dood gebracht
voor zijn geloot te Rome. en waarvan
nu niets meer overschoot dnn die doods
beenderen hier ln onze kerk.
Ik blikte ln die kast als In een verbo
den heiligdom, liet maakte me stil en
koud. en als lk bulten de kerk In de zon
lu de lucht kwam, dacht lk wel eens:
„Misschien dat mijn beenderen later ook
zoo ergens In een vergulde kast zullen
liggen Eiken Zondag werd er door
den eenen of anderen boer een halve
varkenskop geofferd aan Sint Vlctorlus.
Die werd dan neergelegd op het tafel
tje naast de rcllkwlekast. na de mis werd
hU aan de kerkdeur verkocht, en van
't geld werden missen gelezen. Ik heb
ook eens een halven varkenskop naar de
kerk mogen brengen en toen lk hem
neerlegde op het tafeltje, en hem daar
nog eens met vrome blikken bekeek,
voelde lk me op goeden voet staan met
Sint Vlctorlus en de Heiligen Ik had
hem echter onderweg even ln het zand
laten vallen en daarmee bracht hij min
der op.
Dat vaste besluit cenmial als marte
ar te sterven verliet mil zetfs niet bu
onze dagelijksche Jongensgevchtcn.
Niet dat ik me ooit heb li
om te probeeren. of om het plezier
van te ondervinden. Bijlange niet. Ik
vocht integendeel met moed en doods
verachting. dat hoorde ook bij mUn hel
den-martelaars. bij Eustachlus en Se-
Bastlanus, Martelaars die zich „als on
schuldige lammeren naar de slachtbank
lieten lelden, waren minder van mUn
soort.
Wij waren op e enkeer bij de In
neming van Jeruzalem, geloof lk
ln een ridderlijken kamp gewikkeld, en
met onze houten zwaarden sloegen wij
zoo verwoed op de koppen der Ongeloo-
vigen dat er ..uit de vijandelijke leger
scharen" gehuil en gekerm opsteeg. Ik
stond plots alleen tegenover twee Sara-
cenen. Peer van de Qrune en Jef van
Boetske. en toen lk op het punt stond
het „onderspit te moeten delven tegen
over de overmacht", riep lk Ineens: „Ik
ben Kristen, en als Kristen wil lk ster
ven." Peer van de Grune verschoot daar
zoodanig van dat hij mU den tijd en
de kans liet hem met mijn slagzwaard
een streep over zijn linkerkaak te ge
ven. zoodat er een stukske van zlin oor
afvloog. Toen hU het bloed gewaar werd,
brulde hl) als vermoord, en van zijn
moeder kreeg lk een rammeling, zonder
eenlg respect voor het feit. dat lk God
fried van Bouillon, Eerste Koning van
Jeruzalem was Ik trok bleerend naar
huls, overtuigd voor mijn geloof zwaar
geleden te hebben.
Ieder Jaar kwam Mijnheer de Deken
van Dlest naar onze parochie voor een
soort inspectie van de schoolkinderen.
Dat was bijna een feestdag. WU stonden
dan ln de kerk op twee rijen, melskens
aan den etnen kant. Jongens aan den
anderen kant. Mijnheer de Deken, die
een schoonen grijzen kop had, onder
vroeg hier en daar een van de Jeugdige
parochianen over den Catechismus, over
Eerste Communie, over braai zijn en
over schooldeugden. en wie voldoende
antwoordde kreeg een helllgprentje. Nu
getrokken met Mlel WIJnants en Nest
Schuyten. en aan den hof van den kan
tonnier staken wij de nand door de
doornen haag om de groene stekelbersen
af te plukken die daar vlak tegen-
groeiden. Ik had een holletje gevonden
waar lk mijn kop bijna kon doorsteken.
Mlel Wljnants gaf mU opeens een har
den duw. en toen lk uit de doornen
haag terugkroop, was mijn gezicht één
In de kerk stond lk daarna ln de rij
Jongens te wachte op Mijnheer den
Deken met mijn bebloed gezicht, met
geweldige pijn ln den buik van de groe
ne stekelbessen en lk had bovendien
ln die dagen nog een zweer op mUn kin.
Mijnheer de Deken vroeg aan Petlk van
dc Lange, hoe veel Goddelijke Deugden
er waren, en daarna wat hij later wor
den ging. „Generaal!" zei Petlk. Bettes
Poet antwoordde op die zelfde vraag:
„Lattenkllever!" Pol van Voske: „Masse-
nlst op den trein."
En gij? vroeg hij aan mij.
Wel... lk geluéf marteleer. men-
hlèr den Deken, stamelde lk.
En Mijnheer den Deken van Dlest
heeft mi) tl ongelukkig verschramd ge
zicht dan eenlge oogenbllkken goed be
keken, ls vuurrood geworden, en Is dan
opeens in zoo'n onbedaarlijken lach ge
schoten dat ook onze MUnheer Pastoor
en al dc kinderen lachten dat het door
de kerk galmde Ik kon niet meelachen
van de heftige pijn In mijn bulk. Ik
kreeg een prentje van den Heiligen Pau
lus.
Nooit heb
voeld als op
Ik zag één
zenlljklng
mij zot
?n dag
tot dc verwe-
elaarsldeaal te
geraken: missionaris worden.
Vlak bij Zlchem ligt het klooster van
Averbode en leder Jaar vertrokken van
daar enkele Wltheeren als Missionaris
naar Brazilië Een verre, verre reis was
dat. naar een duister donker land van
wilde menschen en wilde dieren met een
schip over de zee naar „den anderen
de wereld." En van daar kwam
wel n
De e
die vertrokken waren, de eerwaarde
Van Tongcl en Gorls. ja. wat was
daarvan geworden, och arme' Hun por
tretten hingen ln alle hulzen, de men
schen keken er naar met medelijden en
amen het Monseigneur Crets den
prelaat van 'l klooster, bijna kwalijk dat
hij ze had laten vertrekken „na/r de
Wilden." Later gingen er nog meer. Eens
zijn cr zelfs twee boerenjongens van
Averbode meegegaan als knechten. Tin
van den Dikke, van Torekens, den or
gel blazer van de abdij c nSus Boonen.
en Iedereen was Jaloerach op die twee
Een Jaar daarop waren te al terug, zoo
arm als een luis, Op een avond >Un ze
thuis binnengekomen, hel was ln den
VERHAAL
zomertijd, en ze hadden een strooien
hoed op zooals men bU ons geen droeg
Dat was alles wat ze van Brazilië mee
gebracht hadden, die strooien hoed. Ze
zagen er miserabel uit. en ze hebben
van de wereld nooit veel verteld. Ik heb
aan Tut eens gevraagd: .Hedde veul
Wilden gezien, Tlst?" HU bekeek me met
itomme oogen en antwoordde: .Joa.
moar lk hem niks verstoan van wa ze
vertelden." Ik begreep dat. Naar mijn
opvatting deden Wilden niets anders
dan grijnzen en grollen, Ujk wilde die
ren. met onverstaanbare geluiden. Toch
vond Ik die twee mannen maar halve
helden, omdat ze terug gekomen waren,
't Was mU moeten gebeuren! Ik denk
dat Tlst en 8us meegetrokken waren,
niet om heidensche Brazilianen te be-
keeren. maar ln de hoop er schatrijk te
worden en met dat geld thuis te komen
Het vertrek van de Missionarissen was
te Averbode telkens een gebeurtenis van
belang. Groot en klein was dan te
been en wij stonden aan de klooster
poort om het afscheid bU te wonen van
de kloekmoedige zendelingen, afscheid
van de andere Wltheeren. die allemaal
onder de poorten stonden, van de fa
milie. van ons. die toch ook een beetje
van hel klooster waren. Daar werden
dikke, ontroerende tranen geschreid,
zooals het paste en hardop gebeden. De
fanfare ,De Sint-Jans-Vriendenwas
er telkens Mj en speelde een triestig
stukje muziek. bUna als op een begra
fenis. En als de wagen wegreed zei de
eene of de andere: „God weet of we
das nog ooit lets van hooren."
E paar avonden werd er dan nog
over gesproken, werd er verteld van de
„Wilden" van zwarte en gele en roode
menschen. die onze arme missionarissen
doodgewoon hadden gebraden als harin
gen en opgegeten over martelingen,
schipbreuken, gevechten en meer schrtk-
kelUke wreedheden. Een van de onbe-
grijpeiykste dingen voor mij was dat ze
daar aan den anderen kant van de we
reld met den kop naar omlaag over de
aarde moesten stappen en hoe het mo
gelijk was dat ze zoo Plet ln de lucht
onderhen neervielen Vele Averbode-
sche bengels, groote en kleine, droom-
°eu iaren van niets anders dan
Brazilië. Mon van Sieben, een Jer zonen
van den schoolmeester, kon er niet van
- de kloosterpoort ell
bad zUn rozenkrans. Komt me daar een
ruige bengel uit het heesterhout ge
schoten. barrevoets, haren als pinnen
recht omhoog, in broek en hemd een
rijf onder den arm: „Menhlêr Perloat.
mak lg oék mee noar de Wilden gaan?"
Monseigneur, ziende ln dien hardhan-
dlgen bengel misschien een toekomstl-
gen Pater Damlaan. antwoordde dade
lijk: .Ja zeker, Mon. waarom niet. Jong!"
„Wannlèr dan. menhlêr Perloat?
„Den naasten keer."
Mon liet zUn grltsel liggen, vloog door
de dennekens met zUn hand tegen zUn
broekvlak. recht naar huls en schreeuw
de bU het binnenkomen: „Ik trek noar
de Brazilië moak es gauw mè pakske
grléd en twleê boterhams Wat
meester Sieben daarop geantwoord heeft
weet Ut niet maar moeder Sieben heb
lk nog hooren zuchten: „Onze Mon'
Onze Mon! Wat moet daar van ko
men!" Van dien dag af kwam Mon niet
meer bulten de deur zonder boog of
pijl. lijk een Indiaan. ZUn gezicht was
nog zwarter dan het vroeger was.
Hij werd dc ergste van alle erge Sle-
bens, vocht-thuis en op straat tegen
leder dien hU aan 't lüf kon. grolde als
een tijger of een leeuw, met bloote tan
den. en bereidde zich op die wUze voor
tot zijn latere roeping van Missionaris.
Ik denk dat geen haar op Mon's vlas
kop er aan dacht naar Brazilië te trek
ken om daar „zielen voor den hemel te
winnen", zooals een paar van zUn broers
hebben gedaan Mon zou zich ginder veel
meer In zijn element gevoeld hebben bl)
de „tegenpartij", de Indianen en Wil
den. die hU in den grond van zijn hart
duizendmaal Interessanter vond dan de
zachtzinnige missionarissen. De gedul
digste missionaris zou niet. bU machte
zUn geweest een Indiaan als Mon tot
krlstelUke gevoelens te beLecren. Als hU
aan 't vechten was kon hU zoo wreed
aardig In den arm of het been van zijn
tegenstrever buten, dat het In het oog
.•nran» hoe Mon veel meer aanleg had
m kannibaal te worden dan eender wat.
Laten wU Ood danken dat Mon van
bicben geen missionaris 1» geworden HU
werd later soldaat en Is nu Kolonel.
Ik zelfs voelde ln mU toentertud da
oprechte roeping om missionaris te
worden, cm heidenen te bekeeren, en
daarna als Martelaar ta stervet. Mijn