Er is een duivel De s: door God geschapen leider-.-, uit eigen vrijen wil tegen God is opgestaan i en zichzelf tor principe van het booze in j de wereld heeft opgeworpen. De satan werd niet ais satan geschapen. j den u ui vel Is. evenals het Godsgeloof, hislo- j •ai êijsen. om te zien. dar haar „cis risch o Wie rcuilsecro zijn. dot het geloof aan den di vel en de strijd tegen den duivel in woo en geschrift in hei algemeen wcui.c t uiting somt. Ook d"ze demonopholiie. ïlekélijïe angst om van den duivel f belde v God c: vijand" De Bijbel toekent de flguui mei trekken, die zijn diepste tarra: Hij is .de Booze", tie stek tl Joun. 2, 13) HIJ Is iMatth. 13, 15) Hij Is ..de let vader van de leugen". (Joan 8, +4). Hij is „era moordenaar van den beginne af". (Joan. 8. <4i. ..De oude slang" (2 Corr. 11. 13) en ..de groote dnink" lOpcnb, 12, 8). De vorst der macht in de lucht (Eph. 2, 2). ..De grotesk grnpigpe figuur. Hij is de sa- I ratling vin ai het vnlsehe. het slechte t [emeetle in de wereld. Hei groote onge- van het mensehi-ngeslacht. De oerbron alle geestelijke en zedelijke misleiding. I oreral begint, moet rich ook daarin uiten als een wereldhistorisch feit spreekt, mee tegen den duivel als het grootste van all gevaren biddend sl rijdt en strijdend bidt l.t onze uitgesproken apocalyptlschcn tijd i bedenken, daï het er drie zijn, die de we reidgeschledems maken: God de mensci Mexicaansch revolutieleider keert lot de Kerk terug. )t het christelijk geloof b< ondet welbewust strijden en len duivel. overdrijven. Men kan overal De grootste misdaad De Joden gingen zoover dat ze Christus aan het kruis sloegen. Zij wOden Christus ktcijt. Chris tus icordt nog eiken dag aan het kruis geslagen door mensehen die Hem kwijt willen. Welke plaats neemt Christus in uw leven in? Meet de leegte, de open ruimte als Christus verjaagd is. Meet de hoogte, de lengte, de diepte van de Helde, waarmede Christus een leven vult. Liclitnits.il. CU Flip maar nou wat ander Ik heb den Vlugge gesprok volop aan het tir.lnen. Allemaal spitsten ze hun oor voor de glorie. Dat dankt me de koekoek meen de er een die wil dit jaar kampioen worden; die heeft het verder gebracht Wat een hals, hè. moet Je hooren wat le mij vertelde: lederen morgen voor dag en dauw uit de veeren. dan 'n uur gymnast,ek op zijn nuchtere maag. dieet muil. Hij rookt niet, hij drinkt eet met kleine afgepaste maatjes en moet 's avonds met de kippen op stok. En dat allemaal om in vorm t- blijven, om In den komenden wedstrijd mis schien met niet meer dan een banddik te in de bocht ziln tegenstander te kun nen kloppen. Och, och, wat een stum- perd. Daar moet ge toch maar zin in hebben, jezelf zoo te koeieneeren: zou niks voor mij zijn. Wat zeg jij daar- Nee zegt rooie Hein 'le Vlugge dat is een vent uit één stuk. Dat wordt 'n kampioen, als ie zoo doorgaat.. Die komt heel wat makkelijker aan de kost dan ik. Ik zou willen da'k 'k ooi- zoo kon. Die lioelt geen acht en veer beuken voor cc 11 dan maar e ons allemaal v 1 den Flip hem in de rede. De Sein .t zelfs zijn kanarievogels vasten, vu behoud van hun lenigheid en v. n stem. De roolc vindt het heel s on. dat den Vlugge zich heel w aretje o l dan zijn krachten Ic c spieren cn op zijn longen, ora zijn con currenten straks een loer te kunnen draaien. En als Ik mij het rooken ont zeg om mijn wilskracht te stalen, om mij zelf de baas le kunnen zijn. en zoo een goed figuur te slaan In de arena van de wereld, om al mijn krachten te beste, op mijn ziel want we zijn toch nog wel wat meer waard dan een ka nariepietje om zoo'n beter menseh te worden, clan noemt gij dat kerkelijke humbug en oude-wijvenpraat. Room- schet dan de paus wil ik niet zijn, en een kampioen die van een ander een vlieg afvangt evenmin; maar om een plaatsje In den hemel te verdienen, daarvoor wil ik me wel wat trainen om bi' te kunnen blijven In het peloton van Onzen Lieven Heer. Aan welken kant zitten nou de onnoozciaars? Kop dicht vermaant lange Sji-r of ik gooi mijn peuklc Chief-Whip en. dat zou mijn grootste pe- zijn. Gij zijt in staat om (Jen TUD VAN TU D VAN BOETE ^TRAINING ONS VERHAAL Broederlijk, in h ten ze naast elkaar gehurkt tegen den muur van het schaftlokaal. Roole Hein. den Flip, lange Sjef. de Schele, den Dolle, kromme Kees cn en leeg vóór hen op den vloer. De stop pen gaan op de drlnkensknikken cn Instinctmatig grijpt leder naar zijn si garetten. Lange SJ"f steekt den Flip zijn pakje sigaretten onder den neus. Hier Flip! 'n piraatje? Merci, vandaag niet. Bliksem, wat zullen we nou heb ben. Rook Je dan niet meer? En nog wel als je ze voor niks krijgt? Ais het maar eens Zondag was lacht Flip dan had Ik ze allang in gepalmd. En waarom dan nou niet? Zijt ge dan ziek. of soms kwaad op mU? Niks hoor. zin om te rooken h*b Ik genoeg. W«1 donders, waarop pak ]e ze dan niet? Anders aoudt ge voor om eindje in staat zijn een moord te doen Toe pak aan. straks heb Je d'r spijt van Niks er van— zegt Flip - het u vasten en onder de vasten rook ik niet. Daar nad Je 't nou. De kerels keken hem zoo bedonderd aan, of dut zij wa ter zagen branden/ fn welke bijbel staat dat opgetec- kend. dat Je geen sigaretje moogt i? Hebben wij werk ezels soms toch al le veel? Vasten! Goed voor paters cn voor nonnen en voor den pastoor, die hoe ven Immers niet te werken, maar wil kom Flip laat niet met je lachen. sche vat meende rooie Hein g( zijt me toch onnoozelaars dat ge dui allemaal zoo n.aar voor zoetekoek slikt. En dat voor werkmenschen. GIJ z.ljt oud-wijf. En triomfantelijk ;n tegelijk medelijdend keek le op naar den Flip. Tegen zijn gewoonte In, had den Flip zijn mond gehouden. Alsof hij zich uit z'n verlegenheid wilde redden, vri Wie heelt er thuis kanarievogels? Ik wil er ook een hebben. O. dan moet ge bil den Schele zijn. dat Is een kanariefokk-, Maar verzekert den Flip ju niet weten wat Ik hem te ïoest geven. Een stuk mik ln melk doopt, en verder alles v-«.t zijn bulkske lust. zou dat goed voor hem zijn? Gij zijt gek, oordeelde de Schi Wil Je hebben dat le zingt? !hki - Da'5 - Dan moet le it bulkske graag begeert; anders gaal als een papzak zoo dik op zijn stok 'ten kijken, zonder zUn bek open te kapot gaat ook. GIJ moet hem zeven wat goed Is voor zijn handen en voor zijn vinnigheid. Owen Bingham verliet eiken morgen op de minuut ar. op denzelfden tijd, z'n woning ln Wellingtonstrcet om naar zijn muziekwinkel op Railway-Road tc gaan. Hij reed dan in de bus tot Havcloek- Sfluare, stapte daar uit en wandelde ver volgens naar z'n zaak. Owen hield van ziln zaak al kon hij er ook schaars van rondkomen In dozen moeilijken tijd. Hij was echter een bescheiden man. klein, vroolijk cn optimistisch, niet aan weelde gewend, ondanks z'n 47 jaren onge trouwd. Z'n woning werd door een oude vrouw ln orde gehouden, die alles bedis selde en. als hij ziek was, hem goed ver- Owcn Bingham zou dus een gelukkig menseh geweest, zijn, als hij niet één vijand had. 't Gekste echter was dat die vijand het uitstekend met hem mc-cnde. 't Geval zal zóó. Eenige jaren geleden loon hij ln Wclllngton.strcel. kwam wo nen. had Owen op z'n regelmatige och- tendrelzon een g.'ootcn. zwaar gebouwden man opgemerkt, die blijkbaar ook in Welllngtonstreet woonde, cn die altijd Juist op het oogcnbllk dat Owen passeer de. z'n deur uitliep. Dat deed die man waarschijnlijk alleen met de bedoeling, om met z'n buurman een gezellig och tendpraatje te houden. Ja, onze muzlek- handelaar was er van overtuigd, dat die groote. zware man achter de gordijnen van z'n zitkamer wachtte, tol/lat hij. Owen, er aan kwam,om dan direct naar bulten te komen. Nu wilde het geval, dat deze absoluut niet op een ochtendpraatje gesteld was. HIJ dacht liever aan z'n muziekstukken, z'n catalogi en andere winkelzaken. De reus echter scheen dit niet te begrijpen en Owen durfde hem dat niet ronduit te zeggen. Den eersten morgen wandelde dc man met lierr naar de bushalte. Met een grove, zwure slem sprak hU over 't weer. ln een onderneming die 'n weduwnaarschap, over de bloemen In z'n tnln. kortom, over tal van onbelangrijke dingen, waarin Owen Bingham geen belang stelde. Ook ln (te bus ging hU naast Owen zitten en praat te maar steeds over aardappelen, groen ten. wortelen en dat zoo luid mogelijk, om het geluid dal de bus maakte, te kun- was. waaraan Own een hekel had. dan aas het aan het pralen In een bus. waai de menschcn J< bij, dat hij zelf een piep dat juist bij z'n kleine gestalte pa»l maar dat heel onvoordecllg uitkwam, a staanbaar w Ic maken. BU het pt de reus it Owen al pratend verder, tot Havelock-Squarc. Hij zou zeker mee naar Owen's muziekwin kel zUn gewandeld, als deze hem ln de drukte niet was kwUt geraakt. Voor Owen Bingham was het een be dorven dag. Voortdurend bonsde die vare slem In z'n hoofd en zag hij dien rooten man met z'n borstelige wenk- rouwen naast zich staan. Den volgenden morgen verscheen do lan opnieuw, op 't moment dat hU dien* Geërgerd mompelde Owen, dat hij leis vergeten had. draalde zich om cn keerde na.ir z'n woning terug- HU kwam hierdoor cellier bijna drie kwartier te l«al in z'n zaak. hetgeen hem dubbel zoo nijdig maafcic. Dit was 't begin van dc geschiedenis, die 'Ikon dag werd herhaald en voor den kleinen Owen tenslotte als een nacht merrie was. Toevallig, zonder liet te wil len, kwam hij tc welen, dat dc naam van dien verschrikkclijkcn. man Pott was en dat hij een groothandel in groenten dreef. Kinderen had hij niet. en. naar Owcn meende le weten, ook geen kennis- lederen morgen vertelde Poll aan z'n metgezel de meest onbeniHjigc bijzonder heden over z'n doen cn laten- waarbU hU de onaangename gewoonte had aange nomen, z'n groote. zware hand op Owen's schouder te leggen. Dikwijls vroeg deze rich af, waarom z'n metgezel ook geen vriendschap met een ander sloot, maar zUn en daarom had deze cc. hekel aan Pott. Owcn Bi concentreerde zich op Den heeleu dag dacht hij er aan cn des nachts droomde hU er over. maar al gauw betrapte hij er zich op. dat hij mot meer met z'n gewonen, vluggen tred naar de bus ging. HU slenterde z'n tuin tje door. keek spiedend de straat af. of Pott al ie zien was en overdacht dan mogelijkheid om den bus langs een n deren kant tc bereiken. Maar hij vo geen oplossing om dien vreesdij ken m te ontloopen. EindclUk besloot hU. om Pott beleefd ken. HU werkte dit verzoek keurig in z'n geest uit cn niets scheen hem te verhin deren z'n plan uit te voeren. Maar toen hU wilde beginnen, bleven de woorden hem in «e keel steken, 'l Was of z'n long vast zat on dat mankte hem nog koizo- B..Ik had toch zeker gedacht mopper de hij boos In zich zelf. ..dat die kerel wel zien zou. dat Ik hem niet kan uitslaan en niets met hem te maken wil hebben. Ik laat dit toch diiidclUk Renoog mer ken". Toen gebeurde het. dat Pott rubn een weck lang niet verscheen en Owcn dus met rust liet. Misschien, dacht deze. was hij wel vertrokken; misschien wel - dronken bU 't baden In zcc; missel naar een ai.dere plaats verhuisd. In eerste dagen li opgelucht, n r toen i kerel had hem bespionnceid. „Nu", ging Polt voort, „ik ben cigen- jk gekomen, om een muziekstuk bU Je ..«•at voor muziekstuk?' viocgc Owen ijna fluisterend. .De partituur van Verdi's Trovatorc Is voor een kennis van me. die naar i-rland gaat. cn dit als geschenk voor z'n unllie wil meebrengen. Toen zei ik. dat er een bU een goed vriend van mij zou Owen keek eensklaps op. ...Ik ben uw vriend niet", sprak hij nU- ig. ..en ik wilde, dat u dat eindelijk eens bcgreep. Ziezoo, dal heb ik u al lang willen zeggen glimlach verdweei Pott's gezicht cn hij ket ..Wel heb ik van m'n leven!" riep hij. .ZUn dit inderdaad uw gevoelens ten opzichte van mij? Ik vraag me af waar- „Dat komt r niet op aan!" riep Owcn s zoo cn daarmee uil! U iang op m'n zenuwen go- het u nooit durven zeggen. aar nu is 't ei .,'t Is vreemd", zei de reus. „Ik vraag c af. wat u legen mU heeft. Ik hield :el van u. Ei- kan niet veel tegen mij jn. Al op "t eerste gezicht was u mij sympathiek. Ik verlangde u tot vriend te hebben. Wat me zoo tot u aantrok, weet ik zelf niet. U misschien?" „Neen. ik zeker niet", zei Owen met „Ik h niet vi „VreeseUjk j: ben een eenzaam menseh. Weduwnaar tc zijn is een ellendig bestaan. AltUd ben ik alleen. Ik heb u al vaak willen vragen eens bij me binnen tc komen, 'k Heb een pracht-grainofoon en een hond. Hebt u mUn hond al eens gezien?" „Neen. en dat wil ik ook niet". „Wei, wel", zei Pott weer. „en dal moet nu liet einde wezen. Gelukkig, dat ik ten minste mijn hond nog heb". En langzaam liep hij naar de deur en verliet den win kel. Na dien gevoelde Owen Bingham zicli steeds onbehaaglijk gestemd, omdat IdJ Poll nooit meer ontmoette en nooit rncei sprak. Hij liep nu diens huls voorbU met de hSnderlUke gedachte, dat Pott zich achter de gordijnen van z'n kamer ver school en verlangend naar hem uitzag om naar buiten te komen cn een praatje met hem tc maken. Steeds droeg de mu- zlekhandclaar het ellendige gevoel met zich incc. dat hij ongelijk had en lilj vroeg zich weifelend af. of hU den reus Op z. n Poll verstreken was. begon hU den man t pa.iid te missen. Hij werd prikkelbaar ongeduriger, omdol hij hem niet m( zag. Woensdag daarna, kwam Pott wi was geweest. Z'n keel deed hem nog pijn en hij was nog niet heolenvanl beier. Dc idere Was nijdiger dan ooit over dal weerzien. Zoo gingen dc dagen voorbU en lederen I dag werk'e Pott heviger op Owen Bing ham's zenuwen. De arme muzlekhande- laax was bUna niet meer ln staat nor maal te denken. Overal en altijd dacht hU aan Poli. zag diens gezicht cn hoorde z'n stem. Steeds vertoonde zich de man _»an z'n geestesoog, die zich aan hem op- drong en dien hU, waarom dat wist hU zelf niet. niet kon luchten of zien... Toen geschiedde het vrccsclUkstc dat Owcn kon overkomen! Pott deed z'n In trede ln den muziekwinkel. Omstreeks half twaalf trad hU lachend binnen, de eene hand in z'n zak. Owen was aUeen. .Goeden middag!" riep "hij. „Hoe gaat het Je vandaag? Eindelijk heb lk je hol don ontdekt. Jo hebt me nooit verteld waar Je werkte cn Ik moest het dus zelf ipaar uitvinden". Owens gezicht, verstarde. HIJ i rich over een catalogus bulgen oi liet leeüjksle mormel dal Owcn ooit gezien had. de stoep van z'n huls afkwam, volgde er een onaangenaam In cident. De hand kwam op Owen toegc- loopcn. alsof deze een oude bekende was. „Hier. Rap. hier!" riep Poll, ecnlgs- xlns verlegen. Maar Rap bleef aanhouden cn sprong kwispelstaartend tegen Owen op. Dc twee mannen bleven staan en ke ken elkander aan. Op dit oogcnbllk kreeg Owcn ec:i gevoel over zich. atsT hU hartelijk dc hand moest drukken. Maar Pott ging den eenen en Owen den a ren kant uit. zonde- dat «e «en woord met elkaar whsclden. Den iieei^n dag ge voelde Owen zich onrustig en beschaamd. Een dag of vier later keerde Owen Bingham 's avonds huiswaarts. Voor incnschen en voor de deur een poli'.le- ..ïYat is er gebeurd, agent?" vroeg ..Een heer is door een autobus over reden. Juist om den hoek. Naar het zie kenhuis brengen geeft niets, 't Zal wel gauw met hem afgeloopen zijn". „Afgeloopen?" herhaalde Owen. „Neemt u me niet kwaiUk, n oms een vriend van dien hee; „Wel. omdat liU zoo goed als alleen In dit huls woont. Er Is niemand audes dan een oude vrouw, die zUn huishouden waarneemt. Dan is er nog een hond, die op z'n bed zit Die avme kerel! Wat een eenzaam leven moet hij gehad hebben". „JaIk ben zUn vriend", zet Owen plotseling. ..Een zeer goede vriend van hem". HU duwde den agent op zü en ging het huis binnen. Voor den eersten keer. Er waren 'n gnceshcer en een huilende, oude vrouw, terwijl de hond stil aan het voe teneinde van het bed zat. Daar lng Pott ln een v Het legaa ii Pott. „De borstkast is ingedrukt", zei dc dok ter. „Direct dood. Bent u soms een vriend van den overledene?" „Ja. een zeer goed vriend zelfs". mom- De vrouw zegt. dat er niemand anders Is. Geen familiehernam de dokter. „Ar me kerel! Wat een eenzaam bestoan". De oude vrouw snikte: ..HU was zoo n vriendelUke. zoo'n goede mant. „Dc was z'n beste vriend", zei Owcn. „We reisden eiken morgen samen naar de stad. Dc zal alles voor hem regelen. En Mj regelde alles. Weken lang werkte hij aan de bereddering von Pott's zaken, die tamelijk in de war waren. Bloedver- wanton bleek de verongelukte man niet te hebben. Toen alles door Ow geld was, alles was verkocht schulden waren beta-Jd. bleven er nog ruim 100 pond over. Deze gaf hU aan dc oude vrouw. Niemand t wij lelde er aan, of Owen Bingham was dc boste vriend van den verongelukte. Zelfs de hond scheen dit te bevestigen. Hij kwam bU niemand anders dan bU Owen. En Owen nam hein mee naar huls. „Hij is allesbehalve mooi", placht hij tegen z'n klanten te zegegn, .maar zijn meestor was eens mijn vriend. Ik be schouw het goede dier. waar z'n meester zooveel van hield, als een legaat van hem. Zoo iang Rap leeft. bïUft hU. goed verzorgd, bij me" Nog jaren lang miste Owen Bingham als hU langs het huis kwam zUn vriend Pott en diens hunkerend gezicht naar TlendoiUk woord. En dan bekroop '!Uk gevoel v Valsche profeten Het groote schaakspel PROF, DR. J. H. BAV1NCK. Ieder die wel eens een schaakspel ge speeld heelt togen iemand, die het spel veel beter machtig was don hUzelI, kent wel de eigenaardige ervaring, dat men zich voelt als een gebondenc. Elke zei. dien ge doet, post In het plan van uw tegenpartij. Ge zet een pion vooruit, gc neemt zUn raadsheer, ge droomt een oogcnbllk van overwinning. Later merkt ge. dat uw tegenpartij dat juist zoo gewild heetl, elke zei van u paste in zUn plan. Hij heeft al vijl, zes zetten vooruit gedacht. hU heeU reeds elke mogelUkheid overwogen, hij heeft uw gehcele spel ln zijn handen. Na verloop van tijd, a!s het spel volop in gang is, wordt het u duidelijk, dat ge niet anders kunt doen, dan wat hij dnl ge doet. Uw spel is van tevoren door i spUt e grooter tc maken. Zoo is als liet ware heel het groote wereldgebeuren één machtig schaakspel zwart tegen wil. Wij mcnschen zUn pionnen, levende pionnen. dienst van een macht die grootor is dan wUzelf. Wc kunnen staan aan de zijde van en ook onze krachten stellen ln dienst nn zwart, in dc macht van den booze. et spel duurt nu al vele eeuwen. Wit plaatst zUn stukken vooruit, zwart -valt er op aan. Soms slaat zwart een belnng- '|k stuk ln de verdedigingslinie van Wit. i dan droomt hU van overwinning. Maar ui die zetten v„n Zwart, hoe geniaal ook. hoe schUnbaar vernietigend ook, ae passen alle ln het wijze, grooto plan van Wit. Die Schaakspel er hooft liet. spot ln handen, zelfs elke zet van dc tegenparlU wordt door Hem geregeerd. Tenslotte zal blUken. dat alles wat een overwinning vnn zwart leek, mets anders 1 wil Is don eén machtige trlnmoh van Hem. dioivdc gehmidra o.m, op do vreeseUjkc ver zin Tijd. In dezen chaos is e'd gekomen, omdat leder- van Christus leuzen wil af- vnn rijn eigen fruitas- vcrkplnnlseii «inden v ziele i opkomen e hun fantastische Idei den groolstcn IJver un overtuiging strijden, terwijl de gel- Ken possier blijven en lijdelijk toezien De bisschop sprak dan nog over 't ln- npaslolnui en zetde. (Int het devies „Ora |lct christelijk let Indridmul in-lt n-genitouivtig hnlek hebben aj -ei breide». Iedereen, die n e aandacht van dc massi

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1940 | | pagina 6