- -T3
DE EEMBODE
VR11DAC 3 MEI 1940
SPOOKHUIZEN
DOOR ALLE EEUWEN
Het spook als vijand van den
huisbaas. - „Gevaarlijke"
spoken bestaan heusch
niet.
landen li bi dd evacuatie
SSF iWOTrtd* grootste
stad Tallooze woonhuizen ln
Londen staan thans leeg. ter
wijl er voordien altUd een tekort
aan hulzen was. Toch had Lon
den ook vóór de evacuatie en
kele hulzen, die nooit of al
thans met buitengewoon veel
moeite verhuurd konden wor
den; maar dat waren dan ook
de. spookhulzennl
Ben zoo nuchtere wereldstad als Lon
den bezit niet minder dan ruim hon-
Jw.1 .zo°ge"aamde ..spookhuizen", die
door hun eigenaars slechts onder zeer
jtroote moeilijkheden verhuurd of ver-
..0„C-i,.£"1nenwonlen- AltUd speelt op de
JaarlUkeche vergaderingen der Londen-
sche huiseigenaars het vraagstuk, hoe
men het spook of de oorzaken van zijn
versehllnen uit den weg kan ruimen, een
groote rol. Want tenslotte Is het bijzaak
or natuurlijke of onnatuurlijke oorzaken
deze hulzen een slechten naam hebben
bezorgd; de hoofdzaak Is en blijft, dat
de meeste menschen een afkeer 'heb
ben van dergelijke woningen.
Doch spookhuizen zijn geen speciali
teit van Londen, want ook in andere
streken op aarde komen zij voor en Ja
gen de bewoners bulten hun muren.
Geheel Europa 1» rijk aan spookhuizen,
ook het Verre Oosten ls er mede geze
gend en zelfs Amerika sparen de huls-
spoken niet. Vaak gaven zij dichters stof
voor het schrijven van romantlsch-lu-
gubere verhalen, KlpUng schreef zijn
„Fhantom-Bungalow", Edgar Allan Poe
dichtte om het slot Usher, esn zijner
stemmingsvolle novellen. Nu is E. A.
Poe een uitzonderlijke figuur ln de lite
ratuur. want hU zag ln elk huls een
geest of een zpook.
EEN ECHT SPOOK
Dat ook huisbazen uit het begin onzer
Jaartelling reeds flnancieele moeilijk
heden ondervonden tengevolge van het
opireden van spoken, bewijst het vol
gende verhaal, dat C. Pllnius Caecllius,
een Romelnsch auteur uit de eerste
overeen huls' aan, cen vrlendschreef
kcttlnggerlnfcel weerklonk. Er verscheen
verve ;ens een grijsaard, die aan han
den en voeten met ketenen was om
hangen. De bewoners van het huls wer
den ziek van het waken en enkelen
stierven van angst. De woning werd
tenslotte niet n.eer gehuurd. Doch ge-
h' 'kig voor den hulsbaas. bestonden er
'oen nog wijsgeeren. Een dezer wUsgee-
ren. Athenodoros, betrok tenslotte het
huls. Hij bleef 's nachts doorwerken en
werd bezocht door den geest; doch hij
liet zich niet van ziln stuk brengen. De
verschijning wekte hem en Athenodoros
volgde zijn bezoeker naar den voorhof.
Daar verdween het spook plotseling, en
Thenodoros bracht een teeken aan op de
plek. waar de grijsaard als door de aar
de verzwolgen was. In tegenwoordigheid
der autoriteiten werd daar den volgen
den dag gegraven en men vond de met
ketenen belaste beenderen van een man.
Deze werden verzameld en bijgezet. Na
dien heelt het spook zich niet meer
vertoond.
OEESTEN E
WETENSCHAP
De „moderne" spookhuizen en alles
wat daarmede samenhangt dateeren
eigenlijk van 1818. Het ls toen ont-1
staan ln het Amerlkaansche plaatsje
hydesvllle. waar zich ten huize van een
eenvoudlgen kweeker. Fox, door bemid-
deling zijner twee mediamieke doch
ters. een aantal verschijnselen voorde- I
den. die als manifestaties vsn den geest j
van den vermoorden marskramer gol-
den. Korten tijd daarna veroverde het
spiritisme vrijwel de geheole „beschaaf
de" wereld. Doch terwijl de aanhangers
van het spiritisme alles op dit gebied
voetstoots en kritiekloos aanvaardden,
verloochenden de tegenstanders de ver
schijnselen onmiddellijk, zonder er een
onderzoek naar In te stellen. Pas tegen
het einde der 19de eeuw kwam hierin j
verandering, en kwam er een middenweg
tussehen de kritieklooze spiritisten. Er I
werd -n „Society for psychical Research"
opgericht, welke alle spiritistische ver
schijnselen crltisch onderzocht.
Ook met de spookhuizen begon de
wetenschap zich toen bezig te houden.
Hierbij was het zaak. ten eerste de
zwendelaars en bedriegers te ontmas
keren. en ten tweede een toelichting
te geven op de verschijnselen, die daar
na nog restten. Wat het eerste betreft,
bleek men na vele onderzoekingen be
wuste en onbewuste zwendelaars scherp
te moeten onderschelden. Deze laatste
(en hiertoe moet eigenlijk hel meeren-
deel der spiritisten worden gerekend)
sUn soms wel mediamiek, doch zij geven
oorzaken voor de fenomenen op. ln
strijd met'Iedere wctero-hanoelltk» he-
studcerlng. Ook ontbreekt den onbewus-
ten bedriegers doorgaans elk cr.usen
vermogen. Hoe verschillend drie per
sonen op een bepaalde gebeurtenis of
verschijnsel reageeren, willen wij op de
volgende wijze Uluslrerrenlemend,
die erg bUgeloovlg ls, loopt ln gedach
ten verdiept onder een ladder door. Tot
het besef gekomen, wat er gebeurd ls,
maakt hij zich zoo zenuwachtig, dat
hl) bU het oversteken van de straat niet
goed uitkijkt en onder een auto terecht
komt. Het slachtoffer z3l het ongeluk
zonder meer aan het loopen onder ae
ladder wijten. De nuchtere scepticus
noemt het heele geval nonsens en toe
val, en gelooft nauwelijks, dat i et
slachtoffer onder een ladder ls geweest.
Alleen de critlsche onderzoeker zal het
geval ln het Juiste licht zien en de goe
de conclusie trekken: de ladder en het
ongeluk staan wel degelijk met elkaar ln
verband, doch uitsluitend door de gedra
gingen van het slachtoffer, dat hierin
de rol van onbewuste bedrieger speelt.
Den volgenden dag zal het slachtoffer
zelfs beweren, ln het geheel Liet zenuw
achtig te zijn geweest, en zich eer..: na
het ongeluk te hebben herinnerd, onder
een ladder te zijn doorgeloopen. HU ls
hiervan dan volkomen overtuigd, alleen
omdat hU dat zoo gaarne wil gelooven.
Dit ls ook het geval met de meeste
spiritisten en bewoners van spookhuizen,
bewust of onbewust willen zij gaarne
Iets zien of t"
Bisschopswoorden aan de
kinderen.
De Bisschop van Mains heelt onlangs een
kort herderlijk schrijven gericht bot de kin
deren, waarin hU oa, *irt: „OU wat allen
eenmaal groot en sterk worden. Het leven
mag Jullie niet omverwerpen, OU wIR er
meester over worden. OU suit dat ook kun
nen. wanneer gu de kracht haalt Ml Ood
den Heer. Met zun hulp ztjt zij nu reeds
onoverwinnelijk. Helpers
n HU hoeft rok Jullie daartoe ult-
den wordt
UdstlïT
v de medememehen, dan
e boodschap Gods over. De an-
- Wonneer gu u slecht
U laf ei
O BUt.
sU. dat Christus Jullie dat
Wanneer gij echter flinke Jon-
;e meisjes rjjt. wanneer gU nle-
en Christus trouw bluft, dan
ren werketUk. wat Christus van
it heeft.
1 geleerd hebt. c
iets. De sceptici ont
kennen alles, zonder ook maar de ge
ringste moeite te doen om zich van en
kele verschijnselen te overtuigen. De cri
tlsche onderzoekers vindt voor de ver
schijnselen meestal de Juiste verklaring:
meestal, want het gebeurt ook wel eens
dat een verschijnsel niet kan wou en
verklaard.
Doch zooals degene, die zonder bijge
dachte of angst onder een ladder door
loopt. geen ongeluk zal overkomen, zoo
zal ook Iemand, die niet bang is voor
geesten of spoken, nooit last of hinder
van deze verschUnlngcn ondervinden.
Mocht u dus eens per ongeluk een
„spookhuis" hebben gehuurd, bewaar
dan uw kalmte en ga gewoon uw gang.
Het zal dan veel waarschUnlljker zijn.
dat de spoken bang voor U zullen zijn,
dan omgekeerd!
INGEZONDEN
Het Helden der Zeofonds
Dorus Rijkers
Wat een bijzondere beteekenis heeft
deze naam, vooral ln de tegenwoordige
benarde tilden, gekregen. Dorus Rijkers
do dappere menschonredder. Nog nooit
ls zijn groote werk meer op den voor
grond getreden dan Juist nu. O ja, het
dooi van deze edele .tguur en zUn mak
kers blijft steeds hetzelfde. Maar. waar
zij In gewone ttjden reeds veelvuldig wor
den opgeroepen, moeten deze mannen
tegenwoordig eiken dag. Ja zelfs leder
uur er^op verdacht zijn, dat zij er op
De kranten staan tegenwoordig vol
met verslagen over zeegevechten, over
honderden menschcnlcvens die dagelijks
vernietigd worden. En ledereen leest dit
met ontzetting en prUst den heldenmoed
van degenen, die ln dienst van hun va
derland het leven lieten.
Maar laten wij dan vooral niet de
helden vergeten, die aan de kust van
ons eigen kleine landje wonen. Allen
huisvaders, kostwinners, die steeds weer
opnieuw hun leven in du waagschaal
stellen omdat, van hun medemcnschen
te redden. En als wij hooren, noe zoc'
wakker troepje er weer ln geslaagd
alle schipbreukelingen van een in no
verkeerend schip te redden, dan slaken
wij een zucht v
onze gedachten even
dit werk verrichtten.
Maar helaas, al te gauw worden
weer vergeten, die stoere mannen
n u. die. als zij oud zUn geworden, niet
weten hoe rond te komen. En laten wU
ook de zorgen niet over het hoofd zien
van zoo'n hulsgezin, dat man of zoo bij
het reddingswerk verloren heeft en zoo
goed als onbemiddeld achter blijft. En
om nu diegenen, dlo hun heele leven
voor anderen klaar hebben gestaan, zelf
een onbezorgden ouden dag te kunnen
geven en om de nabestaanden van deze
kloeke mannen te helpen, komen Zater
dag 11 Mei a.s. de bekende vuurtorens
weer bU u aankloppen om een kleine
bUdragc voor dit schitterende doel.
Stadgenootenl... laat ze niet tever-
gcefsch komen. Stuur ze niet weg met
een ,Jk heb geen tUd" of „Daar doen
wU niet aan" of leis dergelijk». Daar
worden de schipbreukelingen „.e om
hulp schreeuwen, ook niet mee afge
scheept. Geeft, offert met plezier uw
aandeel en U kunt er van verzekert zUn.
dat velen U In stilte dankbaar zullen
ZUn.
VERPACHTINGEN
LANDVERPACHTINGEN
TE EEMNES
De pachtprijzen stijgende
awrlSHn1
groit. 5£,atMnmfninwa?.'lu Icginntelllng
eerjte vcjWlHIng. Xelrn.^
lut r IJS; 3li d. M. lukMXf f S3: SU d.
leienert I Si: 3ii d. Jeotocrf 1 M: 3u d. p.
- dui^ Loor^Ooppen-
FINANCIËN
Nedcrlandsche Middenstands-
bank N.V.
Wtnstzaldo f 13S.604J5 /vorig jaar
ff 17S9U32). grootendeels aange
wend voor afichrifvlngen en reier-
veerlng en voor S pcf. dlvident op
de preferente aandeel en.
De politieke
contante middelen,
derde omstandigheden na het uitbreken van
den oorlog, kwamen tot uiting ln een terug
gang van dee ons toevertrouwde gelden, zoo
als uit. het volgende blijkt:
Crediteuren, deposito's en spaargelden per
31 December 1939 van clittnten f 17.721.900.-
<v. J. f21375.800.—I, van mlddenstandaban-
ken f 522.200.(v. J. f 1.347.800.—)
Were der crWieiultzettlng
Uitstaand credlet per 31 D
1— 1938 f19.091.-. 11. .-. H
Middenstandsbanken 1938 f 1.995.000.-
1939 f 20340.000 -
f2410.000.—. Totaal 1938 f 31.048.000,
f22.750.000.—.
In het verslagjaar werden nieuwe credlcten
Midden ln d« lonte-blocmcn.
met m'n hoofd ln de dartlc wind.
terwijl d'eerste bUcn rond mU zoemen
(It Ik... dromend mensenkind.
Het land al om mU henen
ln stille vtllt ligt
Hier ben Ik nu allenc:
de zon In m'n gezicht.
cn m'n gedachten dwalen
hoe ln 'n ander land
de reine zonnestralen
over de bergenrand
hun licht moeten doen dalen
op «teden... leeg. verbrand,
op., manner.... vrouwen... ongeteld.
dode bloemen op 't oorlogsveld.
N
Waarom zo roept de zon hier,
waarom zo roept de wind.
SchUnt niet voor leder mensenkind
de zon en waalt de wind?
BURCERL. STANDEN
boren: Alctd» Anio-
H. Brouwer en P. M.
Wolfshaar Maria Johanna Antonio,
HOOGLAND
"teUla. d.
Wolfshaar
J O. v. d. Hengel en J M. Tolboom.
Oerarda T. Herder. 3
STOUTENBURG. Ondertrouwd:
Overleden: Lambertus Vendelbos, 70 J.,
wed-nr. van O. Majoor. Femmetje Willing.
85 wed. van B. Willing.
LEUSDEN. Geboren: Gertruills An-
tenia Maria. d. van T. v. d. Hengel en J W.
de Jonge. Johannes Morlnus, z. van J. W.
Drost en J. v. d. Heuvel.
HOEVELAKEN. -
J. Wllllgenburg en A
W. v. Soest en A. Tlggelaven.
J. Ruitenbeek en O. Ruiten-
d. Mhren en H.
Kult en M. Wll-
Maria, d. van A. Lulgjea
en P. PU pers: Tennis, z.
M. Bouw: Jacob, z. van C
J. v. d. Werf: Hendrik, z.
(overl.i en J. v. d. Kamp,
n C, de Boer; O. Wll-
Gehuwd: J. t
Bouwman.
Oerarda Kok. 82 Jr., echlg.
personeelsuitbreiding en perio
dieke ralarisverhoogingen.
Het saldo der resultatenrekening ls ruim
f 30.000.— lager dan het vorige Jaar.
DE EERSTE SIR PERCY
AMERSFOORTSCHE ROMAN DOOR BARONESS ORCZY.V
Hl), gewoonlijk zoo ernstig, zoo waar
dig. beefde als een riet. ZUn haar was
verward, zUn wangen zagen aschgrauw.
Het woord „Gilda" was werkelUk op
zijn lippen, toen hU over den drempel
irad. cn zoodra hij haar zag, kwam er
een verandering over hem.
Voor hU haar nog iets kon toeroepen,
wits zU reeds aan zUn ztlde. en in een
ogenblik had hU haar bij de hand ge
val en haar meegetrokken naar de zaal.
„Wat ls er gebeurd?" vroeg zij, ln
wcrk"IUkheld meer verbUsterd dan ver-
SC!xto'Spanjaarden!" antwoordde haar
vader kortaf, ,2c zijn al dicht bij de
stad."
„Ja." gel
ninur.
„Geen drie mijl
i. het voorhoofd fronsend;
v. .v r hier vandaan,"
vlei hU haar kortaf ln dc rede. „Hun
voorhoede kan hier al tegen den avond
V'zij" keek om zich heen. Ze begreep
niet. hoe «U allen zoo kalm waren, zoo
verschillend van dc drukte en de ver
warring op straat,
Dc Stadhouder zat naast detafel met
*Un hoofd ln zUn hand. HU zag
„Wat is u van plan
rroeg Gilda zachtjes.
„Mijn medeburgers
c doen. vader?'
„i Ik blUven op
antwoordde Beresteyn r
lie .Wc moeten alles doen. wat
kunnen om onze stad te redden,
onze tegenwoordigheid kan misschien
van ccr.lg nut zUn."
„En Nicoiaes?" vroeg zU.
Nlcolaes heeft zijn paard al
«taan. HU zal je naar Utrecht brengen
ln den stoet van don prins."
Toen Gilda daar rdet op inging
alleen zijn hand wat vaster drukte,
voegde hU er aan toe: „TcnzU Je liever
met meneer van den Poele meegaat. HU
brengt Kaatje cn haar moeder naar
^Ik0 wlÏÏicver bU u blUvon." zei ze.
„OnmogelUk, kind!" was zUn an
*5&i plaats ls hier." ging zU met
vaste stem voort. „Ik kan niet weggaan.
Kan u zich dat niet begrijpen, vader?
Het zou mij den dood aandoen, als u
«ui wegstuurde."
„Maar. Gilda!" wierp haar vader
Misschien komt het door de volte op
raat."
„Je oogen moeten je bedrogen heb
ben." herhaalde hU. maar niet meer met,
zoo'n zekerheid. Juist op dat oogcnbllk
stond dc Stadhouder op. en Beresteyn
riep hem toe: „MUn dochter zegt. dat
haar mart terug ls gekomen."
„OnmogelUk". barstte Nicolaas uit.
„Waarom zou hel onmogelUk zUn?"
antwoordde Gilda haastig en vestigde
haar oogen koel en uitdagend op haar
broer. „Hoe kun JU zeggen, dat het on
mogelUk ls?" hield zU aan. toen zU zag,
dat Nlcolaes beschaamd en verlegen
keek. „Wat weet JU van mUn man af?
..Nietsniets!" stotterde Nlcolaes.
.Hat bedoelde Ik natuurlijk r
lUkt alleen zoo vreemd.. er
n toon voegde hU er aan toe:
i ls hU hier dan Met?"
„Het ls zoo vol op straat, zei
dc burgers, „misschien heeft hU moeite
gehad, om er door 1e komen."
„Waarom zou hij naar Amersfoort
komen?" zei meneer Beresteyn.
wam uit de richting
antwoordde Gilda. „Ik
moed. dat men hem in het kamp
ld heeft, dat ZUn Hoogheid hier w
..Niemand wist. dat ik hierheen w
viel de Stadhouder liaar ongeduldig
de rede.
„Ik vermoed, dat mijn zuster lUdt
aan visioenen." hernam Nlcolaes met
een spottenden grijnslach. „We hebben
ook geen tUd. om op mtlord te
-v Hoogheid klaar ls. m<
te paard Stijgen."
ar uw Hoogheid zal toch zeker
ip uw bode wachten. HU heeft na-
tuurlUk nieuws betreffende de leger
hoofden. Hij
„Ja. ik moet hem natuurlijk eerst
even spreken." viel haar de Stadhouder
heel beslist ln de rede. „Ik ga
'g. Laat er dadelUk Iemand
gaan. om hem te zoeken, cn zeggen,
d: t Ik op hem sta te wachten."
weet zUn weg hier best te vliv-
merkte Nlcolaes op met kwalUk
verholen spUt. „Ik bcgrUp niet, waaro
hU daarbij nog hulp van noode zi
hebben."
Er volgde een oogenbllk van stilte.
Iedereen zag er zenuwachtig en b
i ls hier," zei ze t
Daarop wendde de Stadhouder
nogmaals tot den burgemeester en vroeg
kortaf:
„Zijn die twee wapenbroeders va
I. indien noodlg,
ïualles wat betrof den afwe-
was echter nu niet het oogen-
bU zulke dingen stil te staan,
vol gewicht ert daarenboven
vol gevaar, zoowel voor het land als
vorst. De gevoelens, het lUden.
:en hart van een enkele vrouw
man is dan als niets tegen-
heel land. dat in doodstrijd
verkeert.
Ga. mUn kind." zei Beresteyn met
..iste stem. „Gehoorzaam het bevel van
Zijn Hoogheid err zeg tegen de vrienden
van milord, dat zU dadelUk naar hem
gaan kijken en hier met hem 4
n. Ga gauw." voegde hij er aa:
fluisterde zachtjes ln haar oor
wijl hU haar met eenlgen dwang
dc deur bracht: „Ik
jkomen voor de eer van je Min.
ZU schonk hem een dankbaren blik
hU drukte haar hand nogmaals gerust
stellend. Daarop liet hU haar gaan. na
haar alleen nog toegevoegd te hebben,
n vooral gauw terug te komen.
Men moet geen oogcnbllk veronder
stellen, dat hU niet voor haar voelde lt
r bezorgdheid cn ellende: maar dc
ln kwestie was een vreemdeling -
Engelschman, cn Beresteyn had bo
alies zUn land Hef. Daar had hU
r geleden, had er alles aan opgeof-
I cn was bereid, dat nogmaals te
aocn. als het van hem geëlscht zou wor
den. De Stadhouder verpersoonlUkte
vrijheid en onkreukbaarheid
Vereenigde Provinciënhij
kampvechter cn behouder van haar
burgerlUke en godsdienstige vrijheden.
Zijn persoonlUkc veiligheid stond ln de
gedachten van Beresteyn en zUn mede
burgers bovensan.
Gilda wist dit. en hoewel ze haar va
der volkomen vertrouwde, wist. ze ook.
dat haar geliefde onmecdoogend zou
opgeofferd worden, zelfs door liem. al»,
door tegenspoed of welke andere
Handigheid, geheel bulten zijn macht,
deze niet geslaagd zou zijn In het vol
brengen van zUn opdracht Nlcolaes wm
natuurlijk zUn verklaarde vUar.d. Waar
om? Gilda kon het niet gissen. Was het
Jaloezie of alleen kleinzielige wrok? Als
dat het geval was. welk voordeel kon
hij dan halen uit de vernedering van
een, die r.u een familielid van hem was?
Zl) voelde zich omgeven door vUandcn.
Niet een behalve haar vader had ge
tracht. de eer van haar man te verdedi
gen. toen dlc zoo meedoogenloos werd
aangevallen, en 1)U was te veel vervuld
van het gevaar van zUn land. om lt
werkelijkheid op tc komen voor den al-
Het was met een bezwaard hart, dat,
dien zl) vereerden, op burr toewUding
rekenen. En terwUl Gilda met vermoei
den tred de trap opklom, zag zij het
beeld voor zich van die twee eigenaar
dige vagebonden, met hun grappige
sprcekwUze, cn zU gevoelde zich opeens
minder eenzaam en minder droevig.
lord n
Kan u
„Je oogen hebben Jc bedrogen. Dan
h/id hU al hier moeten zUn."
„Dat had hit ook." antwoordde ze. „IK
begrijp niet. wat er gebeurd kan zUn.
i bijval.
gaan. als het de verdediging
van nun vriend betrof. Een zwaarmoe
dige glimlach speelde om Gllda's lippen,
ZU voelde, dat zU op het oogcnbllk
meer gemeen had met dlc twee wor*4
lükc schepsel» dan met haar vilder,
zij zielslief had. In He twee arme 1
MP twee t.
Dit voorstel vond alsem
De burgemeester achtte I
raadzaam om or riadcliik
over tc «breken. HU vatte de hand vu" uougont had:
ziln dochter cn streelde die Ilefkoozend. I haar drool held begrepen, trouwe zielen.
Gllda's angstige oogen verschrikten die nooit twijfelden. ln alle omslandlg-
hem. HU wl»t. wat zij loed.
Groot was dus haar teleurstelling,
toen zU aan de kamer gekomen, die zU
i gebruik hadden, deze ledig vond.
Het heele hul» was ondertusschen ln
een hopeloozen staat van verwarring
geraakt. Knechts cr«- melden Hepen heen
en weer. dc trappen op
portalen, de kamers ln
in groepjes te fluisteren, of seholen
hoeken weg,
n waren- al gevlucht: de ach
tergeblevenen leken het meest op een
troep opgeschrikte kippen.
Van orde was niets meer te bespeuren,
c kamerdeuren stonden open, overal
as het even slordig, overal was leven
i drukte. Van niemand kon Gilda t
eten komen, waar de mannen geble-
m waren. Eindelijk vond ze Maria,
kamenier, die naar ze hoopte nog
-Srins haar verstand had bewaard.
Maria voelde echter niets voor de twe<
schelmen, die behandeld moesten wor
den. alsof zU prinsen waren, cn niet he'
minste respect toonden voor hun meer
Zij beantwoordde de vragen van Gil
da door een schouderophalen, cn rlei
den hemel tot getuige, dat zU niets var
hen afwist,
„Ze.zijn hier bedorven geworden." zei
de oude vrouw. „schandelUk bedorven.
Ze hebben geen- greintje fatsoen cn niet
de minste achting voor de wenschen
van hun meerderen—"
„Maar Maria, waar zijn ze naar tbc?"
viel Gilda haar ongeduldig ln dc rede,
..Naar toe? Waar ze naar toe zljiv?"
riep Maria vol verbazing uit. „U 1
toch zeker niet verwachten, dat een
soenlUke vrouw dat zal weten. Ze
weg. dc ellcr.dlge windbuilen Een
geleden zUn zU vertrokken, zonder af
scheid tc nemen. Dat Is al
lk geloof zeker, dat het niets anders
ren dan een paar Spaansche splor.-
ii, die naar hier toe waren gekomen,
ons allen over tc leveren ln
Maria, lk verbied Je zulke onzin
weren!' Tien Ollria hI1>>I, Ii
haar
deden dc babbelzieke
lUk zwUgen.
Zelfs haar kamenier! Gilde had het
cl uit willen schreeuwen van afkeer.
Het leek haar. alsof ze opeens In een
schorpioenen terecht was geko-
hun vergif haar overal omgaf.
Dat verhaal vun spionnen! Wie had da:
rondget' oold? Welke verrader had
u r broeder Nlcolaes verleid en
het personeel dien leugen Inge
zonder dat Iemand wist
ZU begreep, dat als zU dll
deed. de spottende grijnslach van Nlco
laes haar tc veel mocht worden, en haar
brengen mocht, om met beschul
digingen aan te komen tegenover haar
eenlgen broer, en zU
altyd betreuren
ZU 2el dus tegen Maria, dat zU heen
moest gaan en haar met rust laten. ZU
verlangde, om na te denken, om haar
angst te bedwingen en ok haar recht
matige» toorn tegenover een schaar van
lasteraars; want bosheid en vrees zUn
slechte raadslieden.
Bovenal verlangde zü er echter naar.
haar geliefden man te zien.
HU was ln de stad. ZU wist dit even
zeker, als zU wist. dat zU leefde. Hoe
zouden haar oogen haar bU mogeUJk-
held hebben kunnen bedriegen? Als zU
dicht deed, zag zU hem nog voor zich
>als zU hem een paar minuten geleden
gezien had. terwUl hU door de Joris
Poort ging met zUn hand aan den kop
zUn paard cn zUrr hoed met plui
men op. die het bovenste gedeelte van
zUn gelaat beschaduwde. ZU zag hem.
zooals h|J daar eenlgszins gebogen aan
kwam loopen. een bewUs. dat hU doo-
delUk vermoeid was. ZU had zich kun
nen vergissen?
Een enkel oogenbllk dacht zU er over.
om weer naar de vliering terug te gaan.
en te kUken. of ze hem van daar uit
misschien In het oog kon krijgen; maar
dat zou natuurlUk vergeefsche moeite
zUn. HU moest nu toch zeker de kade
ai bereikt hebben, bevond zich misschien
reeds Mj de voordeur, en hU zou daar
dan niemand vinden, om hem te
welkomen. ZU gevoelde zich op
ziek van verlangen en haastte zich. om
zich naar de hall te begeven.
HOOFDSTUK VII
Een geslepen verrader.
Holland en den dienst van den Prins
van Oranje verbonden was. Sir Percy
Blakeney cn de soldaat van weleer wa
ren een en dezelfde persoon. In hun
oog was dit echter niet meer het geval.
Nlcolaes had ln hun ziel het gif van
later misschien verdenking ultgestooid. ZU vertrouwden
Geen van allen zeiden rij du» een
oord. zU durfden den Burgemeester
nauwelijks aan tc kUken. die, dat ge
voelden zU. hun wantrouwen' niet ten
)llc deelde.
De Stadhouder was weer ln een van
zUn sombere buien vervallen cn zat met
zUn magere, bruine handen op tafel te
blazen?
Hot was Ollda. alsof ze hen allen het
lle'st met de karwats zou geven, maar
zij deed haar best. om haar geduld tc
bewaren
Haar instinct zei haar. dat ze niet te
rug moest gaan naar dc feestzaal en
daar vertellen dat dc mannen vertrok-
In de feestzaal was Gllda's vertrek
eerst gevolgd geworden door een alge
meen gevoel van obsessie, dlc de ernsti
ge mannen, die er vergaderd waren, ei
toe gebracht had. om voor een wUlc te
zwUgen en na te denken. Er wat», Ik
herhaal het. geen gebrek aan medege
voel: zelfs niet van dc zUdc van der
Stadhouder; maar in het hart van deze
ernstige burgers was een neiging tot
verdenking opgekomen tegenover den
man, dien zU nog zoo kort geleden vol
komen vertrouwd hadden.
De schrik bU het hooren van het
groote gevaar, waarin zU zich bevonden:
het verschUnen van don gevreesden
vUand aan dc poorten hunner stad. had
gedeeltelUk. zooals do schrik altUd doet,
hun gezicht beneveld en aan hun oor
dcel in zskerc mate een verkeerde rich
ting gegeven.
De man was nu ln hun oog een vreem
deling. dus iemand, waar men angst
moest hebben, wlen men zelfs het
aad zou kunnen tocschrU-
,Uw Hoogheid." wendde Nlcolaes zich
tot hem, ..zou het niet geraden zUn.
dat u weer direct terugkeert naar uw
kamp. voordat wU kans hebben om ln
een val te loopen door dlc afachuwcHJko
spionnen uitgezet?"
„Nlcolaes," viel zUn vader hem ln de
rede. „Ik verbied Jc. om zulke lage in
sinuaties uit te spreken tegenover den
ihtgcnoot van Je zuster."
„Al# u het mU beveelt, zal IJ. zwUgen.'*
...vtwoordde Nlcolaes kalm. „user Ik zou
denken, dat het leven van 31Jn Hoog
heid te kostbaar ls, om het op tc offeren
aan senilmenieele chicanes." cn op hcf-
tlgen toon. als werd hu tegen zUn wil
spreken gedrongen, glr.g 1UJ voort:
heb Gilda hier al eer voor gewaar
schuwd. TerwUl wU hier allen rustig do
zaak afwachtten, vertrouwende op dien
vreemdeling, waarschuwde hU van Berg.
om zoo gauw mogelUk den IJsscl over te
„Dat 1» een leugen!" protesteerde de
urgcmecstor met vuur.
„Dan zou lk wel eons van u willen
ooren." zei Nlcolaes driftig, hoe het
an mogelUk geweest is. dat van Berg
e plannen van ZUn Hoogheid vóór gc-
,.Wle was er ln de raadskamer, toen de
plannen opgesteld werden? Wie wist van
rders aan Maruuet? Marquct ls niet
versterking naar Arnhem getrok-
dc legers van de Aartshertogin
voor onze poorten."
nu zweeg cn men hoorde een bevesti
gend gemompel ln de zaal. cn toen de
burgemeester nogmaals zUn stem ln
protest verhief en met klem zei: „Ik ge-
bcvindcn zl
loof het niet! Laten wU tenminste wach
ten. met mllord tc veroordcelen. totdat
we gehoord hebben, welk nieuws hU
meebrengt!" gaf niemand antwoord en
zelfs dc Stadhouder haalde zUn schou
ders op. also! do eer of de oneer van een
man hem geen belang Inboezemde.
..Uw Hoogl cld," ging Nlcolaes op»
crnstlgcn hartstochtelUkcn toon voort,
„laat Ik u op de knieën mogen smcckeu.
uw edelen vader te denken en
aan den strik, die voor deze gespanneu
door zUn moordenaar, door Bal
thazar Gerard8, ook een vreemüeUng—
.Maar deze man beeft laatst mUn le
ven nog gered!" zei de Stadhouder, dl»
opeens een edelmoedig gevoel kreeg te
genover den man, aan wlen hU Inder
daad zooveel verschuldigd was.