DE EEMBODE
VRIJDAG 31 MEI 194Q
AMERSFOORT, 31 Mei 194»
DE EERSTE SIR PERCY
AMERSFOORTSCHE ROMAN DOOR BARONESS ORCZY.
De twee phllosofen waren de laatste
paar dagen meer dan ongerust geweest.
Hurr ongerustheid was Inderdaad even
groot geweest als die van GUda: en hoe
wel zij hun medegevoel nle' In uitgele
zen taal hadden uitgedrukt, mrar ln vrij
zonderlinge bewoordingen, was het haar
tot veel troost gebleken.
De wond van Pythagoras, waarvoor
een andere man zeker veertien dagen tc
bed had moeten blijven, was na ».er da-
sterkste was a
stapte af en 1!
den aan züri k
ten tamelijk r
chold B
rr het b
a type
i bed t
n vier muren,
„n"eenenmaJe onmogelijk.
Toen hij vernam, dat Dlogcncs al vier
dagen met een boodschap uit was, dat
zijn vrouw verteerd werd van angst en
bezorgdheid over zijn welzijn, en dat die
"ocrates bijna den
halven nacht te
de wallen, om tc
spillebeen
heelen dag
paard doort
zien. of ïUn
keerde, toen hij dat alles
het niet goed denkbaar, da
goras. sterk en gezond var
een flink ruiter, tevreden
-n dat zijn trouwe kameraad hem
ip het beschutte plekje gesleept had,
ras het zieke gevoel bij Diogenes al weer
Do Stadhouder", vroeg hU kortaf,
waar Is die?"
Weg!" bromde Socrates tusschen op
eengeklemde tanden. ..Weg, tezamen
t duivelskind!"
moeten we hem achterna!" be-
jgenes. terwijl hij opnieuw de
kalmte aan den dag legde. Zie
een paard voor mij krijgü Het
tan geen stap meer doen!"
haat al op de markt klaar.ant-
pakkei
eweitt. „een, dat
t sterk en frisch
Als je nog een paard
krijgen," zei hi;
goed gezadeld Ik
uitziet, zorg dan. uav iv om mo
hebt staan, want het paard van E
nes leek me doodop en ik hen er
vort, dat hij een ander noodig zal
I JU
staat daar op ont
an het beste var. de drie krijgen.
.1 komen je dan wel achterop. Maar
noet r r met je vrouw? ZD was zoo
genes gaf geen antwoord. Hij wierp
nkelcn blik op het huis. dat alles
te. wat hem het dierbaarste was op
ïlij zuchtte echter niet. Het vcr-
n er. de teleurstelling waren daar
zig z:
n weg t.
r verzorgd evenwicht verVtc
en "opgepast tc worden. i hulpeloos tegen
Daardoor gebeurde het gelukkig dat viel, terwijl Ntr
zl) belden op den gedenkwaardiger, paard de sporer.
Sisten Maart op den uitkijk stonden en raadde, om zier
hun wapenbroeder door de Jorlspoort de spoeden,
stad binnen zagen gaar.. Een paar .sec
ZU volgden hem zoo goed zij konden.1 reeds uit het
terwijl zij zich een weg baanden door de -
menigte, wel wetende, dat het doel var
Diogenes een zeker huls op de kade was
waar een jonge vrouw schreiend naai
haar man uitkeek.
Het feit. dat de Spanjaarden reed:
dichtbij de poorten waren, naar de ge-
nichten luidden, leek hun
groot belang. Met - 1
stad vreesden zij .m.
menigmaal ln veel grootcr gevaar ge- wat lastig w
weest en er nog altijd zonder Meer- zijr, schond'-
scheuren afgekomen. j inaar flinke
De zaken waren nu wel wat meer ge-1 alles, wat v
compllceerd. omdat ze ook aan de jon- j Het was a
eerste plaats aan haar moesten denken i aanval, dat 1
Zij moesten zorgen, dat zij zoo gauw zinken en v<
mogelijk bulten de stad kwam. voordat gemaakt hat
de fjoan.'aarden die binnentrokken. Geen I colaes tijd t:
is hij al bc-
HRPME ioor de me-
I nigte Hlj begaf zich daarop langs de
kade en vandaar door de Vriese Straat,
-'.naar dc markt, op dc hielen gevolgd
- valllg op de pies aanwezig oi ten muis- door der. langbccnigen phllosoof,
P: niet vera! was. toen Diogenes neer- Zoodra de Groote Markt open voor
1 geveld werd door dc hand van eert ver-1 hem lag. doorzochten zijn scherpe oogen
-.oelenls zi.r. .de menigte, of hij den hoed met pluimen
en oogenblik an den Stadhouder ook soma In het
an de stoep;zicht kon krijgen. Spoedig werd hl) hem
•steyn zijn j gewaar juist aan de overzijde van het
Stadhouder I plein, met Nlcolaes naast hem.
,d weg te 1 Zl) waren op weg naar de Joris Laan.
ie Poort uitloopt.
.•as de n
i kameraad In de
n armer, opving ei
'egs!eepte^naar^i
5 veroorzaakt I
Het!,Joris Laan leek vrijwel verlaten.
De reden daarvan was. wel
itaan. omdat dc vijand aan dl
'crwacht werd.
Reeds hadden de Stadhouder
•olaes hun paarden in een draf
Hengen: en een oogenblik later zouden
ui de Joris Laart kunnen afgaloppen-
'oii. en die was maar een driehonderd
„O. God. geef mij vleugelen!
a rde Diogenes.
..Wat ben je van plan te doen?" vroeg
Den Stadhouder beletten, om ïr, «en
i.ehuwelljkcn val te loopen." ant
woordde de ander kortaf.
ir "en oogenblik hulpeloos I van de Markt, waar men
Ongelukkig gat het NI- Hauw kon onderscheiden,
ilucg, om den Stadhouder I naast drie paarden stond t(
Pythagoras
die geduldig
wachten.
„Ik zie. dat het hem toch gelukt Is.
een paard meester te worden. Ik hoop.
dat het een versch paard ls."
..Ik ook. want dat heb ik noodig."
„Dan zullen we er maar het boste van
Een paar seconden later hadden zB
Pythagoras bereikt. Hij ontving hen vol
blijdschap: het wachten begon hem ta
vervelen. Drie paarden, blijkbaar verscn
en met uitstekende zadels enz., stor.den
kant cn klaar. Zelfs Socrates had een
woord 7an lof voor de keus van zijn
kken confrère.
.Waar heb je hem vandaan?" vroeg
hij., terwijl hij op het paard wees. dat
Diogenes voor zich uitgekozen had.
Pythagoras haalde dc schouders op.
Wat deed het er toe? Het was voldoende
dat het kant en klaar ten dienste stond
voor den besten ruiter van Nederland.
Diogenes was reeds In den zadel ge
sprongen. en reed den kant van de
Nieuwe poort op
..Waar gaan we heen?" vroegen de
anderen.
.Volg mij maar." riep hij hun toe.
In galop ging het nu door dc stad.
Aan die zijde was deze geheel verlaten.
Gode zU dar.fc daarvoor. Zij stormden
door de Oude Straat: de vonken vlogen
uit de ongelijke kelen. „Heef geef mij
vleugels!" had de leider uitgeroepen, eer
hij zijn paard de sporen gaf. en de an
deren volgden hem. zonder eer. oogen
blik tc denken aan liet waarheen en het
„Volg mU!" had ht) geroepen; cn zij.
die zoo dikwijls aan zijn zijde gestre
den. geleden, maar ook wel den zege
praal behaald hadden, waren ton volle
bereid, om hem ook nu tc volgen en s
les to vergeten ln de opwinding van
jacht.
Ja. het was een jacht! Zli konden
iviet aan twijfelen, hoewel het schei
alsof ze zich op dit oogenblik in tegen
overgestelde richting begaven, als die
welke de Stadhouder en Nlcolaes volg
den.
Zij wisten echter aan dc heele houding
van hun vriend, toen hli zijr. paard den
vrllen teugel Kaf en zijn hoofd achter
o. er gooide, dat hot een zaak van leven
Zij volgen nog dc Oude Straat, die
de wallen uitkomt: dan nog twee hc
derd meter, en zU zUn bij de Nieuwe
Poort. Niemand te zien. Dit gedoelto van
de stad lijkt wel uitgestorven De huls
deuren staan open. dc weg ligt vol rom
mei. Het rumoer ln de verte, zelfs hel
luider, van de St. Marlaklokken Hikt let!
onwerkelijks, als een geluld In een
droom. Nu op de poort aan. Geen wacht
ook geen schildwacht. Dc poort staat
open. Hier liggen een paar hellebaar
den. neergegooid bij .en overhaaste
vlucht; glr.ds een veldslang, die er cen-
uitzlet cn met open mond gaapt,
as zU verbaasd zich verlaten tc
verderop een hoop geweren. Een
plotselinge paniek moet dc wacht heb
ben verdreven. Gelukkig daar zun zU
>U dc poort!
Diogenes Is er al door: zUn makkers
olgen hem. Een kwurtmljl verder halen
zit dc teugels aan. De paarden steigeren
en hijgen van opwinding. Dc ruiters
knippen een paar seconden met hun
oogen. Dc wil te nevel Is hier bepaald
verblindend.
Eindelijk ontdekken zc op den weg
aar Utrecht, twee kleine stippen, den
adhouder cn Nlcolaes Berestcyn.
Zij zijn door de Joris ""oort gekomen
bevinden zich nu oen kleine vier hon-
erd meter van de plek waar drie hlj-
r voldane phllosofen hun Ion-
met do opwekkende vochtige
gendc it
lucht.
ruiters kijken naar rechts
noch links. Dc Stadhouder, gemakkelijk
m aan zijn gevederde bon
en eind voor zijn metgezel
?l heeft hen r.og niet geheel
omhuld. Diogenes neem het alles ln zich
op. Het is een eenvoudig beeld: dc zeo-
damp cn de twee ruiters, die zich naar
Utrecht spoeden. Maar zijn ademhaling,
het opeonsluitcn van zUn lippen, zijn
den anderen het bewijs dat het alles
niet zoo eenvoudig Is. als het wel lijkt.
Daarop I-ad er iets heel wonderlijks
plaats. Eerst leek het nog niets te zlin.
maar op de drlo mannen, die daar bij
de Nieuwe Poort stonden, had het de
zelfde uitwerking als een donderslag uil
een blauwe lucht.
Eerst zagen zo Nlcolncs Berestcyn wat
aanrijden cn aan de rechterhand van
den Stadhouder zUn weg vervolgen ZIJ
vormden nu samen één zwarte stip.
maar waren nog duidelijk tc onderschei-
Socrates en Pythagoras hielden hurt
oogen op Diogenes gevestigd. Diogenes
bewoog zich echter niot. Hij zat daar
met gefronste wenkbrauwen cn een
strenge uitdrukking op zijn gclaiit. HIJ
hield zijn paard zoo strak mogelijk ln
en scheen het bijna moedwillig tc hin
deren daarmee. Het dier kapte aan
houdend den vochtlgen zandgrond en
schuimbekte. Het was een beeld van het
grootst mogelijke ongeduld.
„Wat doen wc nu?" riep Pythagoras
eindelijk uit. evenals ..et paard niet'
langer In staat zUn opgewondenheid te
„En dan?" vroeg Socrates,
Ëen zucht van teleurstelling steeg op
In de keel van Dloger.es' makker». HIJ
kwam cellier niet. tot. uiting. Wat daar
In den nevel, op vierhonderd meter af
stand. op den weg naar Utrecht voor
viel. was daar de reden var..
Het paard van den Stadhouder was
onrustig geworden. Zoo lets Is natuur
lijk eenvoudig genoeg; mnar ln dit go-
val was het onverklaarbaar, omdat
Maurlts van Nassau een uitnemend rui
ter was. HU zou gcmakkclUk genoeg het
dier tot rust hebben kunnen brengen,
al» er niet Iets abnormaals In zUn dolle
sprongen geweest was, Het steigerde en
schudde blUkbaar zonder eenlgc reden,
cn zou een minder ervaren ruiter reeds
lang afgeworpen hebben.
Zelfs op den grootcn afstand kon een
geoefend oog zien. dat het paard steeds
onhandelbaarder werd, cn de Stadhou
der steeds grooter moeite had. om ln
den zadel te blijven. Daarop klonk op
eens een luid pistoolschot.
Het pa rd nam een sprong, om aan
dat scherpe geluld, dat daarop nog eens
herhaald werd. te ontkomen. ZUn onrust
sloeg In blinde paniek over
Bij het eerste schot keken Socrates en
Pythagoras hun leider aan.
Een kreet van verrukking ontsnapte
hen. toen zij zijn oog ontmoetten. ZU
wisten, wat hun tc doen stond. Het vol
gende oogenblik gaven zll hun paard do
sporen on ging het In woesten galop
over zand en greppels.
Het paard van Dlogcncs. dat cindclUk
der. vrhen teugel gelaten word, was de
anderen weldra een goed eind vooruit
en rende In dezelfde richting nis het
verschrikte paard van den Stadhouder,
en die richting was Ede.
Het, was Inderdaad een heel eigenaar
dig schouwspel, dat het laag gelegen
land, gehuld In zeedamp, op dat oogen
blik t
n gaf.
Nassau. Prlne vun Oran
je. dc hoop cn trots van de Nederlan
den, hulpeloos op eer. paard dat met
hem wegrende ln rechte richting naar
dc naaste Spaansche voorposten.
I Wordt vervolgd/