DE EEMBODE VRIJDAG 6 DECEMBER 1940 p. d. Burg TANDHEELKUNDIGE ManrbulMD 19 - AMERSFOORT Tetef. 8894 Spreekuur van 0—18 - Vit-* Zaterdags van 84 Maandags, en Vrijdagsavonds Zoodra de rutter tn de stad «as hij rijn weg rechtsaf en sloeg den terkamp tn, die toen. zooals de geheele 'auttensiad. nog onbestraat was: de of stroo gedekt, en de menigvuldige bergen, die er waren, gaven aan gedeelte der stad bet aanzien van ■Hcldaar'" riep de ruiter, die eer schuren was binnengereden; doch kwam hem voor Alsof er niemand bu de hond was om rUn verlangen te verne men. „Heloaar, Helnt heidaar riep HU nog eens. terwijl hij In de schuur rond zag. In welker achtereinde twee paarden oazlg waren het hooi met volle bekken uit de welvoorziene ruif te trekken. Nu nog geen antwoord bekomende, steeg de ruller af, en maakte zich gereed om zelf *Un paard te verzorgen, toen hU opeens In ven schaterlach uitbarstte. De reden hiervan was de afdaling langs een hooge, ranke ladder van een klein mannetje, dat goedvond, ten einde meer waardigheid aan zijne houding bu te zet ten. met den rug naar dc ladder ge keerd neder te klimmen. Het spottend C' ich van den rulUr deed hem op eens luiten zich naar beneden te laten glijden; doch de uitgestrektheid van zijn rug beleite de gelukkige uitvoering van dit voornemen. De ruiter zelde vrlendc- lUk: „Zachtjes aan, Heintje I Moor heeft den tijd." Heintje nam met veel deftig heid zUn muts af. die van geel laken was en waarop eenlge haneveeran prijk ten. en zelde. terwijl hU zich diep boog: „Vergeef mU. Heer I dat de zorg, om u r.sar behooren te ontvangen, ml) ver hinderd heeft met den verelschten spoed tot u te komen". ..Waart gij dan van mUne komst on derricht vroeg de ruiter verwonderd. ..Neen. Hevrantwoordde de knaap, terwijl hu het paard bU den teugel naar de ruif bracht: ,,maar uit het dakvenster zag lk u de straat inrUden. Waart gi] geharnast en vergezeld geweest van uw ruzlge ruiters, lk zou gedacht hebben, dat de stad door u was gewonnen, en daar gU alleen en vrU kwaamt aange reden kon lk niet denken, <fat gij ge vangen waart; lk dacht dus, evenals nu. dat gU de zUde van den eerbledwaardl- gen bisschop verlaten hadt." „Die gevolgtrekkingen zUn nogal zoo dom niet. Heintjezelde de ruiter la chende. terwUl hU zUn kolder en la- kensch wambuis, dat omtrent tot aan de knie reikte, wat naar beneden trok, .maar zeg mU nu nog eens. eer Ik ga, of er ook wat nieuws ln de stad Is, en waarom gU u zoo hebt opgeschikt, alsof git den omgang van het beeld onzer Lieve Vrouw moest bijwonen". „Wat het nieuws betreft. Heer I" her nam Heintje, die het paard den zadel hU deftig. terwUl tred naderde, „dl" mU dit gi iet dragen, waarbu lk ook ik wel een mantel had kunnen voegen, li. dien mUne vree*, om u te lang te laten wachten, er mU niet van had doen af zien. kan lk u gemakkelijker bekend maken Ik ben namelUk vanzins hel ellendig leven van een staljongen te verlaten, en In den oorlog mijn geluk „OU ln den oorlog gaan. Heintje vroeg de ruiter meesmuilende. .Ja. Heer! ik," antwoordde de knaap, zonder zich aan het spottend gelaat zUn ondervrager t« storen, „ik oud genoeg om te weten wat voor mU geschikt Is; Ik ben «enigen tijd bU een groep kamerspelers geweest, hetgeen ml] ln staat stelt om mUn kleed te dragen en mUn woord te doen, gelUk het den knaap van een edelman betaamt. Ik heb den dienst aan dezen stal verzocht en mU alles getroost oni met paarden te lee- ren omgaan; lk verzoek u dus Heer! u mU- ner aan te trekken .indien de gedachte, dat lk den dienst van mUn genadlgen heer van Utrecht verlaten heb. tot dit verzoek aanleiding geeft, dan hebt gl) geheel mlsgerekcnd, Jongen I lk ben nog altUd ln zUn dienst.' zelde de ruiter. „Ik v schllllg Is het mU> het zwaard trekt". den staljongen. .Maar, Heintje I. Heer! i r wlen gij ■s het antwoord van hebt ge wel bere- aarop gij u beroept", antwoordde dc' lUlter glimlachende, „misschien halen zij mU wel over om uw verzoek t staan, cn In dit geval zal het mU genaam zUn. dat gU uwe dsagsche klee- ren weder aantrekt, omdat lk gaarne alle opzien wensch te voorkomen; zorg goed voor Moor. gelUk het een braven knaap betaamt en wij zullen verder spreken, als lk terugkom". „Ik zal uwe bevelen gehoorzamen. Heer!" zelde de knaap eerbiedig, terwijl de vreugde ln zUne oogen te lezen was. De ruller verkortte den keten, waar aan zUn zwaard hing, zoodat het niet meer op den grond sleepte, en verliet den stal. David van Bourgondlë "verlaten. Niet ver van de VUepoort, nu de Blnnenkamp genaamd, trof men in dien tUd een voor de bouworde van die dagen zeer groot en goed huls aan; want men hield het voor het fraaiste huls in de Langcstraat. Elk vond hier wat van zUne gading: greotc en kleine messen, roskammen, onderscheiden soorten van bitten lokten den burger of hulsman; sporen en knUven of mfsérlcordee ln fraaie schee- - stalen kettingen Doch niet alleen van deze voorwerpen nu en Jongen knaap of man zijn blik koopwaren gaan; neen het 11 dat zich somtijds ln den wlnke vensterglas vertoonde, w- van. Voor het oog zag i.„„ mos of spoor, terwUl men alleen verwijl de om het genoegen te hebben Maria, de schoone dochter van Wouter den smid. steelsgewuze gade te slaan. Richtte zü, dio veeltijds ijverig bezig was met het stikken va.i een lederen draagband of ander handwerk, haar blik eens naar butten. dan beUverde elk zich om haar vriendelijk te groeten, hetgeen zU nlm- m®r. zich tot haar werk keerendo. ver zuimde te beantwoorden, en verheugd vervolgde dc knaap zUn weg. Op het oogenbllk. dat de ruiter, dien wij Juist eenlgen tUd utt het oog verlo ren hebben. In „de Vergulde Helm" bln- ESSft waf-°rl1?t Juls' aan het stoffen. terwUl een knecht onledig was met een lederen lap een geheele wapenrusting, die ln een der hoeken stond, af te vegen tamelijk groote winkel was ruim voorzien van allerhande Uzerwerk voor hulselUk gebruik, voor den landbouw en "an wapenen tot verdediging cn aanval „Goedenmorgen. Heer Jan riepen Srwm®"., ,knecht bl)na 8e".'ktUdig uit. MUken verwondering lieten ««■»- „Wie had dat kunnen denken, en wat t?LMaria zeggen vervolgde Griet, die zijne vraag niet goed verstaan had. niettegenstaande het stU was In den winkel; want men kon er bUna het geluld der hamerslagen niet hooren. omdat de smedcru achter ln den hof was. en aan de Muurhulzen uitkwam. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1940 | | pagina 4