ONDERAARDSCHE GANG NAAR MONNIKENDAM I/Ui dm inldpal! moohd Open brief EEN GEESTELIJKE VLUCHT BUCHENWALD UIT Anton Bruckner-herdenking Radio - programma 2 Professor, neen gevangen mensch schreef een detective-roman Ter wille van „de plas' werd een „moord" verzonnen Eendrachtige samenwerking leidde tot fraai programma DE KRAAI Manuel de Falla overleden Literaire prijs Reina Prinsen Geerligs Een mogelijkheid tot herstel? Hoe splintertje geboren werd Spitten voor een goed doel onder getuige Aan een onbekend Kaïnerlid Zaterdag 16 November 1946 B—B ET is niet onze opzei, in deze rubriek aandacht te besteden aan wat J--* gemeenlijk wordt aangeduid als ontspanningslectuur" Daarmee wil overigens van deze lectuur mels kwaads gezegd zijnzij heeft ten volle recht van beslaan en ieder onzer heeft er ongetwijfeld menig genoeglijk oogenbilk aan te dankenMisschien zou men zelfs met eenig recht kunnen staande houdendat haar maatschappelijke ,nvloed grooler is dan die van officieele Literatuur''. Maar dit neemt niet. weg. dal beide soorten tot een verschil lende klasse behooren en dat men goed doet zich in het algemeen aan deze onderscheiding te houden. Ook wij doen dit in deze 14-daagsche kroniek. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen, waarin het zijn nut heeft over de slagboomen heen le slappen en zich voor een oogenblik op het naastbije „vreemde" terrein te begeven. Tof een dergelijke intermezzo, excursie ben ik thans verlokt door de verschijning van den detective.roman „Moord op de plas". uit Buchenwald": de verkwikkende en bevrijdende sfeer van het gewone vooroorlogsehe leven, zooals dat in zijn herinneringen bewaard gebleven was als een droom van voorbij geluk. Waar het hier wezenlijk om gaat: dat is de heerlijkheid van het vrije on bezorgde (zelfs ondanks den moord!) bestaan, waarin men zeilen kan en auto-rijden, waarin men woont *n verzorgde huiskamers, waarin men gasten ontvangt en aan charmante vrouwen het hof maakt, waarin werk P. Cexjl Moord op de plas Wde Haan, Utrecht 1946). Oorzaak van deze verlokking is in de eerste plaats de persoon van den schrijver. Het komt nu eenmaal niet dagelijks voor dat een bekend geleerde, hoogleeraar in de Nieuwe Geschiedenis, een detective-roman in het licht geeft. Door dit curieuze feit elleen al wordt dadelijk onze aan dacht gespannen. Welke nieuwe kant van een persoonlijkheid, die wij steeds met ernstig wetenschappelijk werk hebben geassocieerd, zal zich thans aan ons gaan ontdekken? Intusschen is het toen niet alleen de persopn van den schrijver, die hier onze belangstelling (is het eerlijker te spreken van: nieuwsgierigheid?) wekt. Er zijn óók de omstandigheden, waaronder hij tot deze voor hem zoo ongewone werkzaamheid geko men is. Daarvan vertelt hij ons in een kort Voorwoord, dat te merk waardig is om het niet in zijn geheel over te nemen: ,,Drie weken lang. in het voorjaar van 1941, heb ik met het schrijven van dit verhaal mij uit het roezige en toch saaie verblijf van de Neder- landsche geïnterneerden in het kamp van Buchenwald weggedroomd in een voor-oorlogsche sfeer, in jeugdherin neringen. De moord stel u gerust! bedoel ik met het een noch met het ander, maar de conventie van den detective-roman veroorlooft ons om den moord niet al te tragisch op te vatten, en hij is mij ook inderdaad maar de aanleiding geweest tot een luchthartig boek. Veel lezers van het handschrift zijn erdoor vermaakt, zoo als het driftige pennen mij vermaakt had. Moge de publicatie dien kring uitbreiden." Dit voorwoord is op zichzelf reeds door waarin men zich vrij verplaatsen kan zoo vaak men maar wil (er wordt in dit boek voortdurend heen-en-weer- getrokken: o droom van den gevan gene!» En dan zijn er ook in dat heer lijke leven natuurlijk wel zorgen en moeilijkheden, maar zij behooren er bij als onweer bij den zomer: zij dreigen en zijn niet heelemaal zonder gevaar, maar als regel drijft de bui toch voorbij en een nieuwe zomerdag breek, aan (hoe anders dan in het kamp waar de dreiging nooit voor bijdrijft!) Die sfeer js het, waarom het boek geschreven is. En 'de hartstocht waar mee zij wordt geëvoceerd, geeft er de vaart aan doet het verhaal boei end blijven, ook al hebben wij de intrige lang doorzien. Inderdaad, „driftig" js dit alles neergeschreven, in een vólkomen pretentieloozen stijl: een haast argeloos praten met alle achteloosheid maar ook met alle na tuurlijkheid daarvan Een professor schreef een detective roman. Neen, niet de professor! Een gevangen mensch, die ih dit lucht hartig boek" naar ruimte zocht en die daarom ter wille van ,,den plas" een „moord" verzon. Bij onze kroniek ..De wereld over 200.000 jaar" is de opgave van titel en uitgever weggevallen. De bespre king betrof: Franz Werf el: Stern der Ungeborenen (Bermann-Fischer Ver en genoegens elkaar afwisselen lag, Stockholm 1946). prof. dr. W. A. P. Smit een document humain Men realiseere zich slechts even. van welke geeste lijke kracht het zonder eenig vertoon, als terloops, getuigenis aflegt. In de aoodelijke uitzichtlooze monotonie van het geïnterneerdenkamp dreigt de geestelijke afstomping; wie zich daartegen niet krachtdadig weet te verzetten, ontkomt er niet aan. Maar prof. Geyl heeft de energie om in dezen strijd met zichzelf overwinnaar te blijven. Uiterlijk een gevangene, weet hij door het schrijven van dit boek innerlijk uit het kamp te ont vluchten zooals hij dit °P een ander (ik meen: later) oogenblik deed door het dichten van een bundel verzen. Nu wij dit alles weten, gaan wij dezen ..Moord op de plas" toch anders lezen dan wij het b.v. een nieuwe Havank zouden doen. En eerst daar door krijgen wij de kans dit boekje naar zijn wezen te begrijpen. Detective-roman? \A7ant eigenlijk is de „Moord op de v plas" géén detective-roman in den strikten zin van dit woord. Nu ja, er komen een moord en een' lijk in voor. Onder zeer romantische om standigheden zelfs. Terugkeerend op haar jacht, dat voor een zeilvacantie bij hun buitenhuisje aan den Grooten Plas gemeerd ligt, ondekt Annie Be rends in de kajui^ het lijk van een verwijderden kennis. Donkelaar. Ten gevolge van allerlei omstandigheden neem, zij aan dat de moord door haar man is gepleegd, zooals deze omgekeerd er evenzeer van over tuigd is in zijn vrouw de daderes te moeten zien. Eers't wanneer het lijk oP de scheepswerf der Berendsen in Lekdorp verborgen is. wordt dit misverstand opgehelderd. Tevens blijkt dan. dat de moordenaar er op uit geweest is de verdenking op Jaap Berends te doen vallen. Gecompro mitteerd als zij reeds zijn door het onttrekken van het lijk aan de na sporingen der politie, besluiten Jaap en Annie zelfstandig het mysterie op te lossen en den moordenaar, die zij delings ook hen bedreigt, te ontmas keren. Dit gelukt hun ook maar niet dan na vele verwikkelingen en na allerlei moeilijkheden met de po litie. die bij haar zoeken naar den verdwenen Donkelaar steeds dichter bij de gevaarlijke waarheid komt. In tusschen: alles loopt goed al. De moordenaar word, gevonden pleegt zelfmoord; de Berendsen biechten eerlijk aan den officier van justitie onder aanbieding van de door hen gevonden gegevens, en wat meer is zij hebben de onderlinge vervreemding in hun huwelijk (waar door zi.i er toe konden komen aan vankelijk elkaar te verdenken) over wonnen. Er ligt in dit gegeven inderdaad de mogelijkheid voor een boeienden speurdersroman. Dat is dit boekje evenwel niet geworden. Van myste rieuze spanning is zelfs nauwelijks sprake. Al heel gauw vermoedt men wie de moordenaar is en hoe het pro bleem der Berendsen zal worden op gelost. En di, vermoeden blijkt juist: er wordf. zelfs geen poging gedaan om door een onverwachte wending in het verhaal onze aandacht van deze con clusies af te leiden V/aar het om gaat Zooiets is voor een detective-roman natuurlijk funest Het zou dan ook een vrij radicale veroordceling van den „Moord op de plas" beteekc- nen. als dit werkelijk een dergelijke roman was. Maar de schrijver zegt in zijn voorwoord uitdrukkelijk, dat de moord hem slechts aanleiding is geweest tot een luchthartig boek. Hij neemt die heele detective-story niet heelemaal au sérieux, het is hem niet in de eerste plaats om de spanning en de speurders-sensaties van zijn lezers te doen. Het gaat hem om ie*s heel anders. Dat andere is de „geestelijke vlucht OP 11 October j.l. was het vijftig jaar gele. den, dat Anton Bruckner op 72-jarigen leeftijd overleed. Daarmede was een levenswerk afgeslo ten, waarvan de groote beteekenis voor do ont wikkeling van de kunst en meer nog dan dit: de verrijking van de litte ratuur heden ten dage nog lang niet voldoende wordt geschat. Het werk van dezen meester kennende, zal men ervoor terugdein zen, om naar aanleiding van deze herdenking groot, sche Brucknerfeesten op touw te zetten ofschoon dit helaas al vaak gebeurd is. Want Bruckner's mu ziek is van zulk een hoog en diep gehalte, is gedra gen door zulk een edel pathos, is bij alle structu- reele ingewikkeldheid toch het uitvloeisel van een kinderlijk-geloovige ziel, dat daarbij geen luidruch. tige reclame past. En toch: er moesten apostelen zijn. die. gepakt door dc zuivere en stati sche schoonheid van Bruckner's taal, anderen in hun daarin gewonnen schoonheidsontroering willen laten deelen Met alle oorzichtigheid en bescheidenheid heb ook ik gemeend voor mijn lievelings-componist te moetpn pleiten. En tot mijn groote vreugde kan ik U hier van mede- dcelen. dat ik spontane medewer kers heb gevonden. Opzettelijk wil. len wij de uitvoering van werken van Bruckner niet concentreeien in een week. maar over 't heele seizoen verdeelen. Het gaat er tenslotte om, dat en niet wanneer de werken van Bruckner worden uitgevoerd. Verder verwachten wij van een uitvoering over langeren tijd verdeeld meer bezinking en groeiend begrip, dan met een opeenhooping en zeker niet denkbeeldige overvoeding zou kun nen worden bereikt. Het resultaat Zie hier het resultaat der gevoer. de besprekingen: le. De Vereeniging „Katholiek Amersfoort" neemt op zich de orga nisatie van een lezing „Bruckner's leven en werk", gehouden door Wouter Paap. die met. zijn boek een belangrijke bijdrage tot dc Bruckncr- litteratuur heeft geleverd. Na deze lezing zal worden uitgevoerd het eenige kamermuzikalc van den meester, n.l. zijn strijkkwintet. 2e. De directie van het Grand- Theatre heeft zich bereid verklaard, om een Bruckner.symphonie op 't programma van het tweede orkest concert door 't USO te doen opne men. (Ik kan niet nalaten, om hier bij den wensch uit te spreken, dat ■de Amersfoortsche muziekliefheb. bers van hun erkentelijkheid blijk geven door een betere opkomst dan bij 't eerste concert). 3e. Ook Gerrit v. d. Burg met z'ju „Amersfoortsch Mannenkoor" heeft spontaan medewerking toegez.egd cn zal reeds op 't traditioneele Kerst concert op den Tweeden Kerstdag in de St. Joriskerk het offertorium „Inveni David" met begeleiding van vier trombones uitvoeren. Behalve dit geestelijke koorwerk zal Mannen, koor een keuze doen uit 's meesters profaan werk, waarvan de uitvoe ring te verwachten is op een der ju. bileums-concerten. 4e. Tenslotte hoopt ook het St. Henricus-Kerkkoor voor een groo. ter auditorium eenige geestelijke koorwerken van Bruckner, die het in de laatste maanden in zijn repertoi re opnam, te zingen en met deze ju. weelen van werken voor gemengd koor het compositorisch beeld var- dezen meester af te ronden. De organisatoren koesteren de boop. dat zij daarmede, wars van alle uiterlijk vertoon, bij de Amers foortsche muziekliefhebbers iets van dien diepen indruk bereiken, die de Rector.Magnificus van de Weensche universiteit bij Bruckne's eerepro. motie *de beroemd geworden woor. den deed spreken: ..Waar de weten schap stil moet staan, waar zij zich voor onoverkomelijke hindernissen geplaatst ziet. daar begint het rijk der kunst, die vermag uit te druk ken, hetgeen voor alle weten blijft gesloten. Zoo buigt zich de rector van de Weensche universiteit voor den vroegeren hulponderwijzer van Windhaag". HANS M SCHEIFER. -O PROF. GEYL vogel, die hoort bij ons landschap ]VTAUWELIJKS is het eerste geel geworden blad neer gedwarreld of onze winter vriend, de kraai komt aangevlogenEerst, zijn het er een paar, dan komen zij in zwermen aan. gewiekt, hun komst vermeldend dor hun reeds van verre hoorbare gekrasWie kent ze niet, onze kraaien, dc zwarte cn de grauwe, als ze krassend elkaar achtQrna zitten om een stukje buit? Wie geniet er niet van deze echte EoUandsche vogels als ze in troe pen, hoog in de lucht hun duikelen en andere kunsten vertonnen? Tiebt u wel eens naar een kraai gekeken als hij plotseling den sperwer in het oog krijgt, en niet eerder rust, of hij moet bij hem zijn? Wie zou er niet een oogenblikie voor over hebben om te zien hoe de kraai den sperwer te lijf gapt, vaak eerst een vergeef- schcn aanval onderneemt om dan ie trachten boven hem te komen? Roe hij ook aanvaltsteeds is de roof. vogel hem te vluggedurig klimt hij hoogerop, gevolgd door onzen zwartrok. Dan komt er hulp en val len de kraaien om de beurt aan. Op den duur wordt het den sper wer te erg en dan krijgt men het mooiste te zien door den kijker die het schouwspel tot op zeer groote hoogte volgt. Dan laat de sperwer zich vallen. Dit vallen is het best te vergelijken met het duiken van een modernen jachtbommenwerper het tafereel, dat wij het laatste oor logsjaar zon vaak zagen. Met not. zaglijke snelheid ziet. men een stip uit het hemelruim schuinweg vaar de aarde schieten, met. een eind er richter, iets als een fladderend blaod. je, onzen zwartrok, die wanhopige pogingen in het v'erk stelt het spel letje opnieuw te beginnen. Ook in den winter is hel de mooi. te waard den kraai gade te slaan. Zie de kraaien met groote koppels spreeuwen ronddraaien om eindelijk bij een mestvaalt of op pas gemest land neer je strijken. Als cr sneeuw ligt is het prachtig gezicht, die groo te zwarte vogel tegen het heldere wit van de sneeuw. Moor dan is het een periode van hongerlijden voor den vogel, evenals bij felle vorst. Laat de kraai dan wel eens bij de nest- roovers gerekend vorden, toch zou het ieder spijlen, nis bij ons eenin de steek zou laten. Ret is misschien geen ponulaire vogelzooals de nachtegaal de leeuwerik of de goud. fasant, maar het fs één van de meest karakteristieke vogels van het Hol1 landsrhe landschap. E. A. V. Dc in 1876 te Cadiz geboren Spaansche componist Manuel de Falla is te Buenos Aires overleden. Van de moderne Spaansthe compo nisten, die de laatste jaren op de Europeesche podia naar voren zijn gekomen, is hij vel de universeel st.e. Terwijl Albcni.j en Granados in hoofdzaak voor piano schreven, heeft de Falla ook belangrijke or kestwerken gecomponeerd. In 1905 behaalde hij den eersten prijs met zijn opera „La Vida Breve Tot zijn composities behooren de bnlletten „El Sombrero «e Tres Picos" en „El Amor Brujo". Hij schreef impressies voor solo.instru. meuten met orkest, liederen vooc gitaar etc. Tijdens zijn verblijf in Parijs is de Falla bevriend geweest met Debus sy. Ravel en Dukas, voor wie hij als representatief kunstenaar zeker niet onderdeed. 24 Nov a.s. is het drie jaar geleden, dat de studente Reina Prinsen Geer ligs, een bekende figuur uit het ver zet. te Oranienburg werd gefusil leerd. Zingend en met opgeheven hoofd S'nS ZÜ naar de plaats der exe cutie Haar ouders hebben besloten te harer nagedachtenis haar studie geld beschikbaar te stellen voor let terkundige prijzen. De literatuur ging haar n.l. boven alies: Voor het beste prozastuk of den besten gedichten bundel van jonge menschen (20 tot 25 Erik, 16 N.T.. 17 Beoogd, 19 Newton, jaar) kan een prijs van f 200.wor- 21 Nu. 22 Ode, 23 Vrijwel. 24 Wedu- OM het voormalige weeshuis aan den Zuid- singel hangt nog de middeleeuwsche sfeer. Door de hooge ramen van de kloostergang valt een schemerig licht. Het geluid van onze voetstap pen over de plavuizen klinkt vreemd en hol. Het schijnt, dat elk oogenblik een zwijgende non in haar ruischcndo kleedij met zacht voetgeschuifel voorbij kan komen. Men droomt zich in lang vervlogen tijden als men het oog richt op de hooge vensters van de kloostergang. Buiten speelt het licht met de herfst- getinte bladeren, die van de hoornen in den hof neerdwarrelen Maar do. andere zijde van de oude gang is een en al realiteit van de twintigste eeuw. pEL kleurige affiches roepen de jeugd op naar buiten te trekken, langs bosch en beemd te gaan. de natuur te zoeken. Op rekken langs den wand staan rugzakken, zijtasschen en ander kampgcrei. Een aluminium veldflesch vangt speels het uit dc vensters vallende licht. En toch kan het door de jeugd gezongen liod de waardig heid van deze omgeving niet verdringen. Stil gaan wij onzen weg. Op den hof blijven wij, gevangen door de schoonheid van het oude bouw werk, even besluiteloos staan. Als een bruidskleed hangt de bloeiende klimop over het verweerde dak. Dan dalen wc langzaam de uitgeholde treden af van een schemerig keldergat. Vroeger moeten de plavuizen van deze prachtig gewelfde kelder ruimte veel lager gelegen hebben. Nu kan men er nauwelijks slaan. Hoopcn zand en puin trekken onze aandacht. En waar vroeger een gemetselde muur het einde van den kelder aangaf, gaapt nu een donker gat! Gebukt en bij het schaarsche lu- ciferlicht. dat onze schaduwen grillig vooruitwerpt, loopen wij voetje voor voetje de reeds ge deeltelijk uitgegraven onderaard- sche gang in. Wij komen niet ver. Een rat zoekt schichtig een veilig heenkomen. Onwillekeurig hui vert men even om verder te gaan. Voorloopig laten we het er hij. Den weg terug naar het licht vin den we gemakkelijker. Spijt van deze kruip- en sluippartii hebben we zeker niet, We zijn weer een ervaring rijker geworden. De middeleeuwsche grootheid van onze stad uit zich niet alleen in de talrijke oude behuizingen, de poorten en wallen. Want nu we ten wij dat de wegen waarover wij dagelijks gaan, nog een deel der historie van onze stad ver borgen houden. Met de restauratie van het oude weeshuis (nu Jeugdherberg) wordt mettertijd een begin ge maakt. Dan zal men tevens het Een gedeelte van het Oude Weeshuis aan den Zuidsingel te Amersfoort waar zich de ingang Van de onder- aardsche gang bevindt. werk aan deze ondergrondsche gang waar vroeger de nonnen af en aan gingen hervatten. Het moet zoowel voor de burgers van Amersfoort als voor de toe risten een speciale attractie wor den door de lange tunnel van het weeshuis naar den Monnikendam te wandelen. Mits het eeuwen oude metselwerk nog voldoende solide is om de plannen die zijn ontworpen ten uitvoer te leggen. Veel groote en kleine menschen hebben me gevraagd hoe ik toch eigenlijk aan hem kom. Heel eenvoudig. Toen ik op een dag niet goed opletto kwam hij ge woon uit de inktpot klimmen en zei: „Hallo, ik ben „Splintertje", en begon zonder waarschuwing te groeien en te pruimen uit mijn tabakspot om te laten; zien dat-ie een echte zeeman was. Ik had niet op zoo'n logé gerekend, maar alles went; ook een Splintertje in huis. Ilij is minder lastig dan een hond, want hij bijt niet en hoeft niet uitgelaten te worden en geeft meer gezelligheid dan een goud- visch omdat hij meer te vertellen heeft. In het begin was hij soms een beetje van de wijs waar schijnlijk de schuld van die nauwe inktpot. Zoo heeft hij bijvoorbeeld een heelen dag geprobeerd om de trapleuning, waar hij afgleed, te- Adriaan, Berlus en Cornelis, die in den winter van '44'45 hard nekkig geweigerd hadden aan oekazes van den mof gevolg te geven om te spitten, kochten na de bevrijding ieder een even groot stuk land, tvaar zij aardappelen en groenten op wilden verbouwen. Zij wilden zich dekken tegen voedsel- imifliiiiti ii iiih i in nood en dit vonden zij de oplossing Natuurlijk onttrokken zij zich nu niet aan hun pUchf tot spitten. Adriaan slaagde er in zijn stuk land in tien dagen om te spitten. Berlus en Cornells deden samen het land van Berius en zij hadden ook werd Cornelis, die dit zware werk heelemaal niet gewend was, ziek. ..Geen nood", zei Adriaan en hij hielp Bertus het lend van Cornelis in zes dagen om te spitten. Hoeveel dagen zouden Berlus en Cornelis gespit hebben als zij hun eigen land zonder hulp hadden moeten bewerken? Zaterdagsche f puzzle tien dagen noodig. En toen. XOOeoOCOOMOWOCOOCOOneeoOC WIM MEULD1JK de 24-jarige teeke- naar-schrijver van Splintertjes avon turen. vertelt op veler verzoek eenige bijzonderheden over de geboorte en eigenschappen I van zijn^geesteskind. En hij doet dat op eigen manier... rug naar boven te glijden. We pro beerden hem duidelijk te maken dat zooiets onmogelijk was, dat een net mensch trouwens heele maal niet langs de leuning glijdt, dat de traptredetimmermannen niet aan de kost zouden komen als we allemaal zoo deden: het hielp niets. Hij geloofde het pas toen hij een paar maal op zijn hoofd ge vallen was en door den schrik zijn goede manieren terugkreeg. Se dert dien is hij een keurig ventje. In ruil voor de kost cn inwoning vertelt hij verhalen uit zijn jeugd; van een oude foto heb ik gezien hoe hij er als jongetje uitzag. Hij beschrijft me alles zoo nauwkeu rig mogelijk en als de teekeningen en tekst klaar zijn gaat het naar het „Dagblad voor Amersfoort'' en „De Vel uwe" en heet het een krantenstrip. Laatst klopte onze samenwerking niet; Ik had juf frouw Grietje Griebus klaar die binnenkort zal optreden in liet verhaal. Ze stond gereed met haar Zondagsche schort en was ver schrikkelijk zenuwachtig, toen Splintertje binnen kwam en haar zag. „Hé!", riep hij: „Je hebt haar niet goed; gemaakt haar neus moet langer zijn. Kijk zóó!" En hij trok aan Grietjes neus of het een paling was! Splintertje vond het vreeselijk leuk, maar Grietje niet. Ze gilde en rukte zich los en alle drie haar tanden klapperden van schrik. Ik heb haar toen een nieuwen neus gegeven en je zag er 's avonds haast niets van. Maar Oplossing vorige puzzle Horizontaal: 8 Bagage, 9 Zadel, 11 Marine, 12 Hart, 13 Voldoende. 15 den uitgereikt. Als juryleden treden op- mevr. Jeanne v Schaik-Willing, en de heeren Ed. Hoornik en H J. Smeding. we, 26 Eland, 28 Ernst. 29 El, 30 Ui, 31 Beeld. 32 Samos. 35 Athene, 36 Gelijke. 37 Vos, 38 N.H.. 40 Prisma, 42 Tevens, 44 Gij. 46 Trom, 48 Negen tien. 49 Hiel, 50 Moeder, 52 Extra, 53 Zilver. Verticaal: 1 Fazant. 2 Bast. 3 De. 4 Idool. 5 N.m., 6 Drie. 7 Indien, 9 Zalig, 10 Lente. 13 Violet, 14 Entree, 17 Blijdschap. 18 Doel. 19 Neen. 20 Nauwelijks, 23 Varia. 25 Eelde. 26 Els. 27 Dus. 33 Aiva, 34 Oost. 39 Her tog. 41 Magie. 43 Erica. 44 Goeree. 45 Knots. 47 Mode. 49 Halt, 51 Re, 53 Zij door Anthony Berkely 19 MIJNHEER Chitterwick kuchte In een normaal geval zou hij het spelletje van zijn tante, die deed. alsof zij in het geheel niet wist dat hij laat was en allerlei uitvluchten zocht om zijn verklaring, die zij in werkelijkheid maar al te graag wilde höoren, uit te stellen, meegespeeld hebben. Dit echter was geen normaal geval en mijnheer Chitterwick ge droeg zich als spelbreker. „Tante!" stootte hij uit. „ik heb iemand voor mijn oogen zien vermoorden. Ver giftigen! Vlak voor mijn oogen". Mejuffrouw Chitterwick keek hem recht in het gezicht. ..Waar heb je mijn brilledoos gelaten?" „Uw... Uw brilledoos?" stamelde mijnheer Chitterwick, geheel uit het veld geslagen. „Ik ben de kwijt", beschuldigde zijn tante hem. Het is verschrikkelijk. Ik moet mijn bril den heelen dag in mijn hand houden". Zij keek haar neef met duisteren blik aan. „Er raakt hier altijd wat zoek", voegde zij er aan toe, „wanneer jij m Londen rond hangt" Mijnheer Chitterwick zag er van af. haar aan het verstand te brengen, dat het uitzoeken van patronen voor gordijnen moeilijk rondhangen kon worden genoemd. In plaats daarvan besloot hij eens flink op te treden. „Het spijt mij, tante", zei hij, „maar ik vrees, dat ik er nu moeilijk naar kan gaan zoeken. Ik moet onmiddel lijk weer weg. Ik kwam alleen even zeggen, dat ik waarschijnlijk niet zal komen eten. Ik moet naar Scotland Yard". „Nonsens", merkte de oude dame kort op, „de volgende maal vertel je me zeker, dat je naar de maan moet" En zu ging door met het rangschik ken van haar mossen. Mijnheer Chitterwick was een uit stekende neef. Hij zou de deur ach ter zich dicht hebben kunnen slaan en de oudste dame van Chïswick in zoo'n staat van nieuwsgierigheid heb ben kunnen achterlaten, dat zij haar heele verzameling mossen aan de ka naries als voer zou hebben voorgezet. In plaats daarvan ging hij zitten en vertelde haar snel de heele geschie denis. Juffrouw Chitterwick deed natuur lijk. alsof het haar niet het minste belang inboezemde en men zou zelfs hebben kunnen meenen, dat zij er geen woord van gehoord had, want mijnheer Chitterwick was nog niet uitgesproken, of ze vroeg al weer naar haar zoekgeraakte brilledoos. Maar toen mijnheer Chitterwick tien minuten later met veel verontschul digingen afscheid nam, was het met het gevoel zijn plicht gedaan en een dankbare tante achtergelaten te heb ben hoewel zij zich liever door haar eigen Perzische kat zou hebben laten doodbijten dan zulks toe te ge ven. De model-neef bereikte Scotland Yard, toen de Big Ben juist half ze ven sloeg. Moresby stond op van zijn stoel en begroette hem warm. „Gaat U zitten, mijnheer Chitterwick. Over een paar minuten zal alles wel klaar zijn voor de identificatie, maar ik dacht, dat het misschien goed zou zijn, indien wij eerst nog even een paar woorden met elkaar wisselden". „Zeker, zeker", knikte mijnheer Chitterwick ernstig. Moresby ging achterover in zijn stoel zitten cn keek mijnheer Chit terwick welwillend aan. „Ik behoef U niet nog eens te zeggen, mijnheer, in welk een verantwoordelijke positie U verkeert. U weet dat even goed als ik. U beseft, dat al onze stappen, die van de politie en het openbaar mi nisterie. geheel op Uw getuigenis be rusten?" „Dat doe ik", bevestigde mijnheer Chitterwick. „Nu is er in den laatsten tijd", ver volgde Moresby, „veel over gespro ken, dat de politie op te lichtvaardige gronden arrestaties zou verrichten Ik behoef U niet te zeggen, dat dit onjuist is. Maar met het oog daarop zou ik U toch nog even willen vra gen, of U ei' absoluut 7«ker van bent. dat majoor Sinclair dezelfde man is. dien U een uur eerder met de oude dame zag praten?" (Wordt vervolgd) het was toch niet netjes van Splintertje; zooiets moet ie eerst vragenEr is altijd één moei lijkheid met het vertellen van zijn verhaal! Make.ij we het een beetje sprookjesachtig dan bellen de groote menschen op en zeggen met hun bromstemmen: „Je verhaal is kinderachtig". Maar als we dan vlug een geleerd en ingewikkeld avontuur schrijven gaan de kin deren klagen dat ze het niet snap- pfen. Tusschen die twee klippen moeten we doorzeilen om een oudbakken zeemansterm te ge bruiken... Overigens zijn we niet zwaartillend. „Humor" zegt Splin tertje altijd: „Is de beste medicijn voor alle kwalen. Als alle men schen véél lachen komt er nooit oorlog meer. Op de volgende vre desconferentie moet dc leukste clown van de wereld voorzitter zijn en telkens een grap vertellen als cr kibbelarij dreigt. Zal je zien wat voor een gezellig aardbolletje wc krijgen!" Splintertje heeft ge lijk. Dat zou het mooiste verhaal ziin, dat naverteld mocht worden, fn afwachting van dat bericht zullen we voorloopig echter maar voortgaan met zijn jeugdgeschie denis Zóó zit het Onbekend Edelachtbaar T weede- Kamerlid, ik las Uiv geniale gedachte in het voorloopig verslag over „So ciale Zaken": „Is het niet aan te bevelen het ma teriaal. dat gebruikt wordt voor de vervaardiging van speelgoed, vooc nuttiger doeleinden aan te wenden?" Edelachtbare. honderdduizenden kindcroogen staren U verwijtend aan. Want. geacht Kamerlid, dat misschien mr., dr. of zelfs prof. is, zoo gij een weinig ingewijd zijt in de geheimen der economie, over de nuttighicd van een voorwerp zijn de geleerden en de leeken het lang niet eens. Een gene raal vindt een atoombom mies.- nuttig. ik niet; Hitier achtte concen tratiekampen nuttig. U èn ikTniet; een kind vindt een houten autootje nuttig. U niet! Hierin. Edelachtbare, ben ik 't met het kind eens. U weet waarschijnlijk, dat om ge lukkig te zijn veelal bepaalde mate- rieele behoeften moeten worden ver vuld. Niet om de materie als zoo danig. doch om het geestelijk genot, dat daaruit spruit. Voor een kind Edelachtbare, is het bezit van een houten autootje dikwijls voorwaarde voor geluk. Een vreemd geluk, in Uw oogen misschienomdat U niet meer met een houten, maar liever met een heusche auto speelt. Edelachtbare, het loopt tegen Sin terklaas. Dc kinderen zetten hun schoentjes kop en zingen voor den schoorsteen, zingen met stralende, verlangende oogen om.... wat minder nuttig gebruikt materiaalom speel goed- Edetachtbarc.m als gij nu nog aan Sinterklaas gelooft, luister dan naar mijn goeden raad: „U moet toch maar niet voor den schoorsteen gaan zingen en Uu> schoentje klaar zetten. U zou hoogstens een roe krijgen, want U is stout geweest. En.... een roe is mees tal ook van materiaal, "dat voor nut tiger doeleinden aangewend kan wor den!" Ofschoon.... een roe kan ook wel eens nuttig zijn! HILVERSUM I. 301,5 M. 8.00 Nieuws. 8.30 Voor den tuin. 8.45 Zon- dagmorgenmelodieën. 10.00 Geestelijk leven. 10.15 Omroepkamerork. 10.40 In den tuin der Poëzie. 11.00 Trian gel, 12.00 „Sentimental Music". 12.30 De Zondagclub. 12.40 Potgieser's Su perklasse. 13.15 ,.Les Gars de Paris". 13.50 Spoorwegen spreken. 14.05 Boekenhalfuur, 14.30 Concert door het Omroep-orkest. 15.20 Filmpraatje. 16.10 „The Skymasters". 16.40 Sport flitsen. 17.00 G.G.-Cabaret. 17.30 Oome Keesje. 18.00 Nieuws en sport uitslagen. 18.15 Sport. 18.30 Strijd krachten. HILVERSUM II. 415.5 M. 8.00 Nieuws. 10.00 Kerkdienst. 12.15 „In 't Boeckhuys". 14.00 De „Gooisehe kring" bijeen m „Huize Kareol'. 15.45 Reportage van den Voetbalwedstrijd om den Gouden Onafhankelijkheids beker te Rotterdam. 16.15 Jo Vincent zingt. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Prot, Kerkdienst. 18.45 Cyclus Fransche orgelmuziek. MAANDAG 18 NOV. HILVERSUM I 301.5 M. 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 10.00 Morgenwijding. 11.00 „Flipje". 11.15 Fluit en piano. 11.45 Familie berichten uit Indonesië. 13,15 Voor het Platteland. 14.00 Bas en piano. 14.30 Voor de vrouw. 14.45 „The Ramblers". 15.15 Orgelklanken 15.30 Voor de kleuters, 15.45 Radio Phil- harmonisch Sextet. 17.30 Populaire wijsjes. 17.45 Het Rijk over zee. 18 45 Orkes* van Svend Asmussen. 18.30 Strijdkrachten. HILVERSUM II, 415,5 M. 7.00 Nieuws. 9.50 Spaansche pianomuziek. 10.20 Hélène Ludolph. sopraan met orkestbegeleiding. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Geoiges Enesco en Ychudj Menuhin, viool spelen met orkestbegeleiding 1115 Van oude en nieuwe schrijvers. 12.00 Mariniers kapel. 1315 C-nderella 14.00 Voor jonge moeden: 15.15 Pianorecital. 16,00 Bijbellezing. 16.45 Tanny v. d. Garde, sopr,. Marten Haitjama, vio.ol en Jan Hugo Smit. piano 18.40 Sport uitslagen. 18.45 Sportpraatje.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1946 | | pagina 2