ONDERAARDSCHE GANG NAAR
MONNIKENDAM
I/Ui dm inldpal!
moohd
Open brief
EEN GEESTELIJKE VLUCHT
BUCHENWALD
UIT
Anton Bruckner-herdenking
Radio - programma
2
Professor, neen gevangen mensch
schreef een detective-roman
Ter wille van „de plas'
werd een „moord"
verzonnen
Eendrachtige samenwerking leidde
tot fraai programma
DE KRAAI
Manuel de Falla
overleden
Literaire prijs Reina
Prinsen Geerligs
Een mogelijkheid
tot herstel?
Hoe splintertje
geboren werd
Spitten
voor een goed doel
onder getuige
Aan een onbekend
Kaïnerlid
Zaterdag 16 November 1946
B—B ET is niet onze opzei, in deze rubriek aandacht te besteden aan wat
J--* gemeenlijk wordt aangeduid als ontspanningslectuur" Daarmee wil
overigens van deze lectuur mels kwaads gezegd zijnzij heeft ten volle recht
van beslaan en ieder onzer heeft er ongetwijfeld menig genoeglijk oogenbilk
aan te dankenMisschien zou men zelfs met eenig recht kunnen staande
houdendat haar maatschappelijke ,nvloed grooler is dan die van officieele
Literatuur''. Maar dit neemt niet. weg. dal beide soorten tot een verschil
lende klasse behooren en dat men goed doet zich in het algemeen aan deze
onderscheiding te houden. Ook wij doen dit in deze 14-daagsche kroniek.
Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen, waarin het zijn nut heeft
over de slagboomen heen le slappen en zich voor een oogenblik op het
naastbije „vreemde" terrein te begeven. Tof een dergelijke intermezzo,
excursie ben ik thans verlokt door de verschijning van den detective.roman
„Moord op de plas".
uit Buchenwald": de verkwikkende
en bevrijdende sfeer van het gewone
vooroorlogsehe leven, zooals dat in
zijn herinneringen bewaard gebleven
was als een droom van voorbij geluk.
Waar het hier wezenlijk om gaat: dat
is de heerlijkheid van het vrije on
bezorgde (zelfs ondanks den moord!)
bestaan, waarin men zeilen kan en
auto-rijden, waarin men woont *n
verzorgde huiskamers, waarin men
gasten ontvangt en aan charmante
vrouwen het hof maakt, waarin werk
P. Cexjl Moord op de plas
Wde Haan, Utrecht 1946).
Oorzaak van deze verlokking is in
de eerste plaats de persoon van
den schrijver. Het komt nu eenmaal
niet dagelijks voor dat een bekend
geleerde, hoogleeraar in de Nieuwe
Geschiedenis, een detective-roman in
het licht geeft. Door dit curieuze feit
elleen al wordt dadelijk onze aan
dacht gespannen. Welke nieuwe kant
van een persoonlijkheid, die wij
steeds met ernstig wetenschappelijk
werk hebben geassocieerd, zal zich
thans aan ons gaan ontdekken?
Intusschen is het toen niet alleen
de persopn van den schrijver, die hier
onze belangstelling (is het eerlijker
te spreken van: nieuwsgierigheid?)
wekt. Er zijn óók de omstandigheden,
waaronder hij tot deze voor hem
zoo ongewone werkzaamheid geko
men is. Daarvan vertelt hij ons in
een kort Voorwoord, dat te merk
waardig is om het niet in zijn geheel
over te nemen:
,,Drie weken lang. in het voorjaar
van 1941, heb ik met het schrijven
van dit verhaal mij uit het roezige
en toch saaie verblijf van de Neder-
landsche geïnterneerden in het kamp
van Buchenwald weggedroomd in een
voor-oorlogsche sfeer, in jeugdherin
neringen. De moord stel u gerust!
bedoel ik met het een noch met
het ander, maar de conventie van den
detective-roman veroorlooft ons om
den moord niet al te tragisch op te
vatten, en hij is mij ook inderdaad
maar de aanleiding geweest tot een
luchthartig boek. Veel lezers van het
handschrift zijn erdoor vermaakt, zoo
als het driftige pennen mij vermaakt
had. Moge de publicatie dien kring
uitbreiden."
Dit voorwoord is op zichzelf reeds
door
waarin men zich vrij verplaatsen kan
zoo vaak men maar wil (er wordt in
dit boek voortdurend heen-en-weer-
getrokken: o droom van den gevan
gene!» En dan zijn er ook in dat heer
lijke leven natuurlijk wel zorgen en
moeilijkheden, maar zij behooren er
bij als onweer bij den zomer: zij
dreigen en zijn niet heelemaal zonder
gevaar, maar als regel drijft de bui
toch voorbij en een nieuwe zomerdag
breek, aan (hoe anders dan in het
kamp waar de dreiging nooit voor
bijdrijft!)
Die sfeer js het, waarom het boek
geschreven is. En 'de hartstocht waar
mee zij wordt geëvoceerd, geeft er
de vaart aan doet het verhaal boei
end blijven, ook al hebben wij de
intrige lang doorzien. Inderdaad,
„driftig" js dit alles neergeschreven,
in een vólkomen pretentieloozen stijl:
een haast argeloos praten met alle
achteloosheid maar ook met alle na
tuurlijkheid daarvan
Een professor schreef een detective
roman. Neen, niet de professor! Een
gevangen mensch, die ih dit lucht
hartig boek" naar ruimte zocht en die
daarom ter wille van ,,den plas" een
„moord" verzon.
Bij onze kroniek ..De wereld over
200.000 jaar" is de opgave van titel
en uitgever weggevallen. De bespre
king betrof: Franz Werf el: Stern der
Ungeborenen (Bermann-Fischer Ver
en genoegens elkaar afwisselen lag, Stockholm 1946).
prof. dr. W. A. P. Smit
een document humain Men realiseere
zich slechts even. van welke geeste
lijke kracht het zonder eenig vertoon,
als terloops, getuigenis aflegt. In de
aoodelijke uitzichtlooze monotonie
van het geïnterneerdenkamp dreigt
de geestelijke afstomping; wie zich
daartegen niet krachtdadig weet te
verzetten, ontkomt er niet aan. Maar
prof. Geyl heeft de energie om in
dezen strijd met zichzelf overwinnaar
te blijven. Uiterlijk een gevangene,
weet hij door het schrijven van dit
boek innerlijk uit het kamp te ont
vluchten zooals hij dit °P een
ander (ik meen: later) oogenblik deed
door het dichten van een bundel
verzen.
Nu wij dit alles weten, gaan wij
dezen ..Moord op de plas" toch anders
lezen dan wij het b.v. een nieuwe
Havank zouden doen. En eerst daar
door krijgen wij de kans dit boekje
naar zijn wezen te begrijpen.
Detective-roman?
\A7ant eigenlijk is de „Moord op de
v plas" géén detective-roman in
den strikten zin van dit woord. Nu
ja, er komen een moord en een' lijk
in voor. Onder zeer romantische om
standigheden zelfs. Terugkeerend op
haar jacht, dat voor een zeilvacantie
bij hun buitenhuisje aan den Grooten
Plas gemeerd ligt, ondekt Annie Be
rends in de kajui^ het lijk van een
verwijderden kennis. Donkelaar. Ten
gevolge van allerlei omstandigheden
neem, zij aan dat de moord door
haar man is gepleegd, zooals deze
omgekeerd er evenzeer van over
tuigd is in zijn vrouw de daderes
te moeten zien. Eers't wanneer het
lijk oP de scheepswerf der Berendsen
in Lekdorp verborgen is. wordt dit
misverstand opgehelderd. Tevens
blijkt dan. dat de moordenaar er op
uit geweest is de verdenking op Jaap
Berends te doen vallen. Gecompro
mitteerd als zij reeds zijn door het
onttrekken van het lijk aan de na
sporingen der politie, besluiten Jaap
en Annie zelfstandig het mysterie op
te lossen en den moordenaar, die zij
delings ook hen bedreigt, te ontmas
keren. Dit gelukt hun ook maar
niet dan na vele verwikkelingen en
na allerlei moeilijkheden met de po
litie. die bij haar zoeken naar den
verdwenen Donkelaar steeds dichter
bij de gevaarlijke waarheid komt. In
tusschen: alles loopt goed al. De
moordenaar word, gevonden
pleegt zelfmoord; de Berendsen
biechten eerlijk aan den officier van
justitie onder aanbieding van de door
hen gevonden gegevens, en wat
meer is zij hebben de onderlinge
vervreemding in hun huwelijk (waar
door zi.i er toe konden komen aan
vankelijk elkaar te verdenken) over
wonnen.
Er ligt in dit gegeven inderdaad
de mogelijkheid voor een boeienden
speurdersroman. Dat is dit boekje
evenwel niet geworden. Van myste
rieuze spanning is zelfs nauwelijks
sprake. Al heel gauw vermoedt men
wie de moordenaar is en hoe het pro
bleem der Berendsen zal worden op
gelost. En di, vermoeden blijkt juist:
er wordf. zelfs geen poging gedaan om
door een onverwachte wending in het
verhaal onze aandacht van deze con
clusies af te leiden
V/aar het om gaat
Zooiets is voor een detective-roman
natuurlijk funest Het zou dan
ook een vrij radicale veroordceling
van den „Moord op de plas" beteekc-
nen. als dit werkelijk een dergelijke
roman was. Maar de schrijver zegt
in zijn voorwoord uitdrukkelijk, dat
de moord hem slechts aanleiding is
geweest tot een luchthartig boek. Hij
neemt die heele detective-story niet
heelemaal au sérieux, het is hem niet
in de eerste plaats om de spanning
en de speurders-sensaties van zijn
lezers te doen. Het gaat hem om ie*s
heel anders.
Dat andere is de „geestelijke vlucht
OP 11 October j.l. was
het vijftig jaar gele.
den, dat Anton Bruckner
op 72-jarigen leeftijd
overleed. Daarmede was
een levenswerk afgeslo
ten, waarvan de groote
beteekenis voor do ont
wikkeling van de kunst
en meer nog dan dit: de
verrijking van de litte
ratuur heden ten dage nog
lang niet voldoende wordt
geschat. Het werk van
dezen meester kennende,
zal men ervoor terugdein
zen, om naar aanleiding
van deze herdenking groot,
sche Brucknerfeesten op
touw te zetten ofschoon
dit helaas al vaak gebeurd
is. Want Bruckner's mu
ziek is van zulk een hoog
en diep gehalte, is gedra
gen door zulk een edel
pathos, is bij alle structu-
reele ingewikkeldheid toch
het uitvloeisel van een
kinderlijk-geloovige ziel,
dat daarbij geen luidruch.
tige reclame past.
En toch: er moesten
apostelen zijn. die. gepakt
door dc zuivere en stati
sche schoonheid van
Bruckner's taal, anderen
in hun daarin gewonnen
schoonheidsontroering willen laten
deelen Met alle oorzichtigheid en
bescheidenheid heb ook ik gemeend
voor mijn lievelings-componist te
moetpn pleiten. En tot mijn groote
vreugde kan ik U hier van mede-
dcelen. dat ik spontane medewer
kers heb gevonden. Opzettelijk wil.
len wij de uitvoering van werken
van Bruckner niet concentreeien in
een week. maar over 't heele seizoen
verdeelen. Het gaat er tenslotte om,
dat en niet wanneer de werken van
Bruckner worden uitgevoerd. Verder
verwachten wij van een uitvoering
over langeren tijd verdeeld meer
bezinking en groeiend begrip, dan
met een opeenhooping en zeker niet
denkbeeldige overvoeding zou kun
nen worden bereikt.
Het resultaat
Zie hier het resultaat der gevoer.
de besprekingen:
le. De Vereeniging „Katholiek
Amersfoort" neemt op zich de orga
nisatie van een lezing „Bruckner's
leven en werk", gehouden door
Wouter Paap. die met. zijn boek een
belangrijke bijdrage tot dc Bruckncr-
litteratuur heeft geleverd. Na deze
lezing zal worden uitgevoerd het
eenige kamermuzikalc van
den meester, n.l. zijn strijkkwintet.
2e. De directie van het Grand-
Theatre heeft zich bereid verklaard,
om een Bruckner.symphonie op 't
programma van het tweede orkest
concert door 't USO te doen opne
men. (Ik kan niet nalaten, om hier
bij den wensch uit te spreken, dat
■de Amersfoortsche muziekliefheb.
bers van hun erkentelijkheid blijk
geven door een betere opkomst dan
bij 't eerste concert).
3e. Ook Gerrit v. d. Burg met z'ju
„Amersfoortsch Mannenkoor" heeft
spontaan medewerking toegez.egd cn
zal reeds op 't traditioneele Kerst
concert op den Tweeden Kerstdag in
de St. Joriskerk het offertorium
„Inveni David" met begeleiding van
vier trombones uitvoeren. Behalve
dit geestelijke koorwerk zal Mannen,
koor een keuze doen uit 's meesters
profaan werk, waarvan de uitvoe
ring te verwachten is op een der ju.
bileums-concerten.
4e. Tenslotte hoopt ook het St.
Henricus-Kerkkoor voor een groo.
ter auditorium eenige geestelijke
koorwerken van Bruckner, die het in
de laatste maanden in zijn repertoi
re opnam, te zingen en met deze ju.
weelen van werken voor gemengd
koor het compositorisch beeld var-
dezen meester af te ronden.
De organisatoren koesteren de
boop. dat zij daarmede, wars van
alle uiterlijk vertoon, bij de Amers
foortsche muziekliefhebbers iets van
dien diepen indruk bereiken, die de
Rector.Magnificus van de Weensche
universiteit bij Bruckne's eerepro.
motie *de beroemd geworden woor.
den deed spreken: ..Waar de weten
schap stil moet staan, waar zij zich
voor onoverkomelijke hindernissen
geplaatst ziet. daar begint het rijk
der kunst, die vermag uit te druk
ken, hetgeen voor alle weten blijft
gesloten. Zoo buigt zich de rector
van de Weensche universiteit voor
den vroegeren hulponderwijzer van
Windhaag".
HANS M SCHEIFER.
-O
PROF. GEYL
vogel, die hoort bij
ons landschap
]VTAUWELIJKS is het eerste geel
geworden blad neer gedwarreld
of onze winter vriend, de kraai komt
aangevlogenEerst, zijn het er een
paar, dan komen zij in zwermen aan.
gewiekt, hun komst vermeldend
dor hun reeds van verre hoorbare
gekrasWie kent ze niet, onze
kraaien, dc zwarte cn de grauwe, als
ze krassend elkaar achtQrna zitten
om een stukje buit?
Wie geniet er niet van deze echte
EoUandsche vogels als ze in troe
pen, hoog in de lucht hun duikelen
en andere kunsten vertonnen? Tiebt
u wel eens naar een kraai gekeken
als hij plotseling den sperwer in het
oog krijgt, en niet eerder rust, of hij
moet bij hem zijn? Wie zou er niet
een oogenblikie voor over hebben
om te zien hoe de kraai den sperwer
te lijf gapt, vaak eerst een vergeef-
schcn aanval onderneemt om dan ie
trachten boven hem te komen? Roe
hij ook aanvaltsteeds is de roof.
vogel hem te vluggedurig klimt
hij hoogerop, gevolgd door onzen
zwartrok. Dan komt er hulp en val
len de kraaien om de beurt aan.
Op den duur wordt het den sper
wer te erg en dan krijgt men het
mooiste te zien door den kijker die
het schouwspel tot op zeer groote
hoogte volgt. Dan laat de sperwer
zich vallen. Dit vallen is het best
te vergelijken met het duiken van
een modernen jachtbommenwerper
het tafereel, dat wij het laatste oor
logsjaar zon vaak zagen. Met not.
zaglijke snelheid ziet. men een stip
uit het hemelruim schuinweg vaar
de aarde schieten, met. een eind er
richter, iets als een fladderend blaod.
je, onzen zwartrok, die wanhopige
pogingen in het v'erk stelt het spel
letje opnieuw te beginnen.
Ook in den winter is hel de mooi.
te waard den kraai gade te slaan.
Zie de kraaien met groote koppels
spreeuwen ronddraaien om eindelijk
bij een mestvaalt of op pas gemest
land neer je strijken. Als cr sneeuw
ligt is het prachtig gezicht, die groo
te zwarte vogel tegen het heldere wit
van de sneeuw. Moor dan is het een
periode van hongerlijden voor den
vogel, evenals bij felle vorst. Laat
de kraai dan wel eens bij de nest-
roovers gerekend vorden, toch zou
het ieder spijlen, nis bij ons eenin
de steek zou laten. Ret is misschien
geen ponulaire vogelzooals de
nachtegaal de leeuwerik of de goud.
fasant, maar het fs één van de meest
karakteristieke vogels van het Hol1
landsrhe landschap.
E. A. V.
Dc in 1876 te Cadiz geboren
Spaansche componist Manuel de
Falla is te Buenos Aires overleden.
Van de moderne Spaansthe compo
nisten, die de laatste jaren op de
Europeesche podia naar voren zijn
gekomen, is hij vel de universeel
st.e. Terwijl Albcni.j en Granados in
hoofdzaak voor piano schreven,
heeft de Falla ook belangrijke or
kestwerken gecomponeerd.
In 1905 behaalde hij den eersten
prijs met zijn opera „La Vida Breve
Tot zijn composities behooren de
bnlletten „El Sombrero «e Tres
Picos" en „El Amor Brujo". Hij
schreef impressies voor solo.instru.
meuten met orkest, liederen vooc
gitaar etc.
Tijdens zijn verblijf in Parijs is de
Falla bevriend geweest met Debus
sy. Ravel en Dukas, voor wie hij als
representatief kunstenaar zeker niet
onderdeed.
24 Nov a.s. is het drie jaar geleden,
dat de studente Reina Prinsen Geer
ligs, een bekende figuur uit het ver
zet. te Oranienburg werd gefusil
leerd. Zingend en met opgeheven
hoofd S'nS ZÜ naar de plaats der exe
cutie Haar ouders hebben besloten
te harer nagedachtenis haar studie
geld beschikbaar te stellen voor let
terkundige prijzen. De literatuur ging
haar n.l. boven alies: Voor het beste
prozastuk of den besten gedichten
bundel van jonge menschen (20 tot 25 Erik, 16 N.T.. 17 Beoogd, 19 Newton,
jaar) kan een prijs van f 200.wor- 21 Nu. 22 Ode, 23 Vrijwel. 24 Wedu-
OM het voormalige weeshuis aan den Zuid-
singel hangt nog de middeleeuwsche sfeer.
Door de hooge ramen van de kloostergang valt
een schemerig licht. Het geluid van onze voetstap
pen over de plavuizen klinkt vreemd en hol. Het
schijnt, dat elk oogenblik een zwijgende non in
haar ruischcndo kleedij met zacht voetgeschuifel
voorbij kan komen.
Men droomt zich in lang vervlogen tijden als
men het oog richt op de hooge vensters van de
kloostergang. Buiten speelt het licht met de herfst-
getinte bladeren, die van de hoornen in den hof
neerdwarrelen
Maar do. andere zijde van de oude gang is een
en al realiteit van de twintigste eeuw.
pEL kleurige affiches roepen de jeugd op naar
buiten te trekken, langs bosch en beemd te
gaan. de natuur te zoeken. Op rekken langs den
wand staan rugzakken, zijtasschen en ander
kampgcrei. Een aluminium veldflesch vangt
speels het uit dc vensters vallende licht. En toch
kan het door de jeugd gezongen liod de waardig
heid van deze omgeving niet verdringen.
Stil gaan wij onzen weg. Op den hof blijven wij,
gevangen door de schoonheid van het oude bouw
werk, even besluiteloos staan. Als een bruidskleed
hangt de bloeiende klimop over het verweerde dak.
Dan dalen wc langzaam de uitgeholde treden af
van een schemerig keldergat. Vroeger moeten de
plavuizen van deze prachtig gewelfde kelder
ruimte veel lager gelegen hebben. Nu kan men er
nauwelijks slaan. Hoopcn zand en puin trekken
onze aandacht. En waar vroeger
een gemetselde muur het einde
van den kelder aangaf, gaapt nu
een donker gat!
Gebukt en bij het schaarsche lu-
ciferlicht. dat onze schaduwen
grillig vooruitwerpt, loopen wij
voetje voor voetje de reeds ge
deeltelijk uitgegraven onderaard-
sche gang in. Wij komen niet ver.
Een rat zoekt schichtig een veilig
heenkomen. Onwillekeurig hui
vert men even om verder te gaan.
Voorloopig laten we het er hij.
Den weg terug naar het licht vin
den we gemakkelijker. Spijt van
deze kruip- en sluippartii hebben
we zeker niet, We zijn weer een
ervaring rijker geworden. De
middeleeuwsche grootheid van
onze stad uit zich niet alleen in
de talrijke oude behuizingen, de
poorten en wallen. Want nu we
ten wij dat de wegen waarover
wij dagelijks gaan, nog een deel
der historie van onze stad ver
borgen houden.
Met de restauratie van het oude
weeshuis (nu Jeugdherberg)
wordt mettertijd een begin ge
maakt. Dan zal men tevens het
Een gedeelte van het Oude Weeshuis
aan den Zuidsingel te Amersfoort
waar zich de ingang Van de onder-
aardsche gang bevindt.
werk aan deze ondergrondsche
gang waar vroeger de nonnen
af en aan gingen hervatten.
Het moet zoowel voor de burgers
van Amersfoort als voor de toe
risten een speciale attractie wor
den door de lange tunnel van het
weeshuis naar den Monnikendam
te wandelen. Mits het eeuwen
oude metselwerk nog voldoende
solide is om de plannen die zijn
ontworpen ten uitvoer te leggen.
Veel groote en kleine menschen
hebben me gevraagd hoe ik
toch eigenlijk aan hem kom. Heel
eenvoudig. Toen ik op een dag
niet goed opletto kwam hij ge
woon uit de inktpot klimmen en
zei: „Hallo, ik ben „Splintertje",
en begon zonder waarschuwing
te groeien en te pruimen uit mijn
tabakspot om te laten; zien dat-ie
een echte zeeman was. Ik had
niet op zoo'n logé gerekend, maar
alles went; ook een Splintertje in
huis. Ilij is minder lastig dan een
hond, want hij bijt niet en hoeft
niet uitgelaten te worden en geeft
meer gezelligheid dan een goud-
visch omdat hij meer te vertellen
heeft. In het begin was hij soms
een beetje van de wijs waar
schijnlijk de schuld van die nauwe
inktpot. Zoo heeft hij bijvoorbeeld
een heelen dag geprobeerd om de
trapleuning, waar hij afgleed, te-
Adriaan, Berlus en Cornelis, die in den winter van '44'45 hard
nekkig geweigerd hadden aan oekazes van den mof gevolg te geven
om te spitten, kochten na de bevrijding ieder een even groot stuk
land, tvaar zij aardappelen en groenten op wilden verbouwen. Zij
wilden zich dekken tegen voedsel-
imifliiiiti ii iiih i in nood en dit vonden zij de oplossing
Natuurlijk onttrokken zij zich nu niet
aan hun pUchf tot spitten.
Adriaan slaagde er in zijn stuk
land in tien dagen om te spitten.
Berlus en Cornells deden samen het
land van Berius en zij hadden ook
werd Cornelis, die dit zware werk
heelemaal niet gewend was, ziek. ..Geen nood", zei Adriaan en hij
hielp Bertus het lend van Cornelis in zes dagen om te spitten.
Hoeveel dagen zouden Berlus en Cornelis gespit hebben als zij hun
eigen land zonder hulp hadden moeten bewerken?
Zaterdagsche f
puzzle
tien dagen noodig. En toen.
XOOeoOCOOMOWOCOOCOOneeoOC
WIM MEULD1JK
de 24-jarige teeke-
naar-schrijver van
Splintertjes avon
turen. vertelt op
veler verzoek eenige bijzonderheden
over de geboorte en eigenschappen I
van zijn^geesteskind.
En hij doet dat op eigen manier...
rug naar boven te glijden. We pro
beerden hem duidelijk te maken
dat zooiets onmogelijk was, dat
een net mensch trouwens heele
maal niet langs de leuning glijdt,
dat de traptredetimmermannen
niet aan de kost zouden komen als
we allemaal zoo deden: het hielp
niets. Hij geloofde het pas toen hij
een paar maal op zijn hoofd ge
vallen was en door den schrik zijn
goede manieren terugkreeg. Se
dert dien is hij een keurig ventje.
In ruil voor de kost cn inwoning
vertelt hij verhalen uit zijn jeugd;
van een oude foto heb ik gezien
hoe hij er als jongetje uitzag. Hij
beschrijft me alles zoo nauwkeu
rig mogelijk en als de teekeningen
en tekst klaar zijn gaat het naar
het „Dagblad voor Amersfoort'' en
„De Vel uwe" en heet het een
krantenstrip. Laatst klopte onze
samenwerking niet; Ik had juf
frouw Grietje Griebus klaar die
binnenkort zal optreden in liet
verhaal. Ze stond gereed met haar
Zondagsche schort en was ver
schrikkelijk zenuwachtig, toen
Splintertje binnen kwam en haar
zag. „Hé!", riep hij: „Je hebt haar
niet goed; gemaakt haar neus moet
langer zijn. Kijk zóó!" En hij
trok aan Grietjes neus of het een
paling was! Splintertje vond het
vreeselijk leuk, maar Grietje niet.
Ze gilde en rukte zich los en alle
drie haar tanden klapperden van
schrik. Ik heb haar toen een
nieuwen neus gegeven en je zag er
's avonds haast niets van. Maar
Oplossing vorige puzzle
Horizontaal: 8 Bagage, 9 Zadel, 11
Marine, 12 Hart, 13 Voldoende. 15
den uitgereikt. Als juryleden treden
op- mevr. Jeanne v Schaik-Willing,
en de heeren Ed. Hoornik en H J.
Smeding.
we, 26 Eland, 28 Ernst. 29 El, 30 Ui,
31 Beeld. 32 Samos. 35 Athene, 36
Gelijke. 37 Vos, 38 N.H.. 40 Prisma,
42 Tevens, 44 Gij. 46 Trom, 48 Negen
tien. 49 Hiel, 50 Moeder, 52 Extra,
53 Zilver.
Verticaal: 1 Fazant. 2 Bast. 3 De.
4 Idool. 5 N.m., 6 Drie. 7 Indien, 9
Zalig, 10 Lente. 13 Violet, 14 Entree,
17 Blijdschap. 18 Doel. 19 Neen. 20
Nauwelijks, 23 Varia. 25 Eelde. 26
Els. 27 Dus. 33 Aiva, 34 Oost. 39 Her
tog. 41 Magie. 43 Erica. 44 Goeree.
45 Knots. 47 Mode. 49 Halt, 51 Re,
53 Zij
door Anthony Berkely 19
MIJNHEER Chitterwick kuchte In
een normaal geval zou hij het
spelletje van zijn tante, die deed.
alsof zij in het geheel niet wist dat
hij laat was en allerlei uitvluchten
zocht om zijn verklaring, die zij in
werkelijkheid maar al te graag wilde
höoren, uit te stellen, meegespeeld
hebben. Dit echter was geen normaal
geval en mijnheer Chitterwick ge
droeg zich als spelbreker. „Tante!"
stootte hij uit. „ik heb iemand voor
mijn oogen zien vermoorden. Ver
giftigen! Vlak voor mijn oogen".
Mejuffrouw Chitterwick keek hem
recht in het gezicht. ..Waar heb je
mijn brilledoos gelaten?"
„Uw... Uw brilledoos?" stamelde
mijnheer Chitterwick, geheel uit het
veld geslagen.
„Ik ben de kwijt", beschuldigde zijn
tante hem. Het is verschrikkelijk. Ik
moet mijn bril den heelen dag in mijn
hand houden". Zij keek haar neef
met duisteren blik aan. „Er raakt
hier altijd wat zoek", voegde zij er
aan toe, „wanneer jij m Londen rond
hangt"
Mijnheer Chitterwick zag er van
af. haar aan het verstand te brengen,
dat het uitzoeken van patronen voor
gordijnen moeilijk rondhangen kon
worden genoemd. In plaats daarvan
besloot hij eens flink op te treden.
„Het spijt mij, tante", zei hij, „maar
ik vrees, dat ik er nu moeilijk naar
kan gaan zoeken. Ik moet onmiddel
lijk weer weg. Ik kwam alleen even
zeggen, dat ik waarschijnlijk niet zal
komen eten. Ik moet naar Scotland
Yard".
„Nonsens", merkte de oude dame
kort op, „de volgende maal vertel je
me zeker, dat je naar de maan moet"
En zu ging door met het rangschik
ken van haar mossen.
Mijnheer Chitterwick was een uit
stekende neef. Hij zou de deur ach
ter zich dicht hebben kunnen slaan
en de oudste dame van Chïswick in
zoo'n staat van nieuwsgierigheid heb
ben kunnen achterlaten, dat zij haar
heele verzameling mossen aan de ka
naries als voer zou hebben voorgezet.
In plaats daarvan ging hij zitten en
vertelde haar snel de heele geschie
denis.
Juffrouw Chitterwick deed natuur
lijk. alsof het haar niet het minste
belang inboezemde en men zou zelfs
hebben kunnen meenen, dat zij er
geen woord van gehoord had, want
mijnheer Chitterwick was nog niet
uitgesproken, of ze vroeg al weer
naar haar zoekgeraakte brilledoos.
Maar toen mijnheer Chitterwick tien
minuten later met veel verontschul
digingen afscheid nam, was het met
het gevoel zijn plicht gedaan en een
dankbare tante achtergelaten te heb
ben hoewel zij zich liever door
haar eigen Perzische kat zou hebben
laten doodbijten dan zulks toe te ge
ven.
De model-neef bereikte Scotland
Yard, toen de Big Ben juist half ze
ven sloeg. Moresby stond op van zijn
stoel en begroette hem warm. „Gaat
U zitten, mijnheer Chitterwick. Over
een paar minuten zal alles wel klaar
zijn voor de identificatie, maar ik
dacht, dat het misschien goed zou
zijn, indien wij eerst nog even een
paar woorden met elkaar wisselden".
„Zeker, zeker", knikte mijnheer
Chitterwick ernstig.
Moresby ging achterover in zijn
stoel zitten cn keek mijnheer Chit
terwick welwillend aan. „Ik behoef U
niet nog eens te zeggen, mijnheer, in
welk een verantwoordelijke positie U
verkeert. U weet dat even goed als
ik. U beseft, dat al onze stappen, die
van de politie en het openbaar mi
nisterie. geheel op Uw getuigenis be
rusten?"
„Dat doe ik", bevestigde mijnheer
Chitterwick.
„Nu is er in den laatsten tijd", ver
volgde Moresby, „veel over gespro
ken, dat de politie op te lichtvaardige
gronden arrestaties zou verrichten
Ik behoef U niet te zeggen, dat dit
onjuist is. Maar met het oog daarop
zou ik U toch nog even willen vra
gen, of U ei' absoluut 7«ker van bent.
dat majoor Sinclair dezelfde man is.
dien U een uur eerder met de oude
dame zag praten?"
(Wordt vervolgd)
het was toch niet netjes van
Splintertje; zooiets moet ie eerst
vragenEr is altijd één moei
lijkheid met het vertellen van zijn
verhaal! Make.ij we het een beetje
sprookjesachtig dan bellen de
groote menschen op en zeggen met
hun bromstemmen: „Je verhaal is
kinderachtig". Maar als we dan
vlug een geleerd en ingewikkeld
avontuur schrijven gaan de kin
deren klagen dat ze het niet snap-
pfen. Tusschen die twee klippen
moeten we doorzeilen om een
oudbakken zeemansterm te ge
bruiken... Overigens zijn we niet
zwaartillend. „Humor" zegt Splin
tertje altijd: „Is de beste medicijn
voor alle kwalen. Als alle men
schen véél lachen komt er nooit
oorlog meer. Op de volgende vre
desconferentie moet dc leukste
clown van de wereld voorzitter zijn
en telkens een grap vertellen als
cr kibbelarij dreigt. Zal je zien
wat voor een gezellig aardbolletje
wc krijgen!" Splintertje heeft ge
lijk. Dat zou het mooiste verhaal
ziin, dat naverteld mocht worden,
fn afwachting van dat bericht
zullen we voorloopig echter maar
voortgaan met zijn jeugdgeschie
denis
Zóó zit het
Onbekend Edelachtbaar T weede-
Kamerlid, ik las Uiv geniale gedachte
in het voorloopig verslag over „So
ciale Zaken":
„Is het niet aan te bevelen het ma
teriaal. dat gebruikt wordt voor de
vervaardiging van speelgoed, vooc
nuttiger doeleinden aan te wenden?"
Edelachtbare. honderdduizenden
kindcroogen staren U verwijtend aan.
Want. geacht Kamerlid, dat misschien
mr., dr. of zelfs prof. is, zoo gij een
weinig ingewijd zijt in de geheimen
der economie, over de nuttighicd van
een voorwerp zijn de geleerden en de
leeken het lang niet eens. Een gene
raal vindt een atoombom mies.-
nuttig. ik niet; Hitier achtte concen
tratiekampen nuttig. U èn ikTniet; een
kind vindt een houten autootje nuttig.
U niet! Hierin. Edelachtbare, ben ik
't met het kind eens.
U weet waarschijnlijk, dat om ge
lukkig te zijn veelal bepaalde mate-
rieele behoeften moeten worden ver
vuld. Niet om de materie als zoo
danig. doch om het geestelijk genot,
dat daaruit spruit. Voor een kind
Edelachtbare, is het bezit van een
houten autootje dikwijls voorwaarde
voor geluk. Een vreemd geluk, in Uw
oogen misschienomdat U niet meer
met een houten, maar liever met een
heusche auto speelt.
Edelachtbare, het loopt tegen Sin
terklaas. Dc kinderen zetten hun
schoentjes kop en zingen voor den
schoorsteen, zingen met stralende,
verlangende oogen om.... wat minder
nuttig gebruikt materiaalom speel
goed-
Edetachtbarc.m als gij nu nog aan
Sinterklaas gelooft, luister dan naar
mijn goeden raad: „U moet toch maar
niet voor den schoorsteen gaan zingen
en Uu> schoentje klaar zetten. U zou
hoogstens een roe krijgen, want U is
stout geweest. En.... een roe is mees
tal ook van materiaal, "dat voor nut
tiger doeleinden aangewend kan wor
den!"
Ofschoon.... een roe kan ook wel
eens nuttig zijn!
HILVERSUM I. 301,5 M. 8.00
Nieuws. 8.30 Voor den tuin. 8.45 Zon-
dagmorgenmelodieën. 10.00 Geestelijk
leven. 10.15 Omroepkamerork. 10.40
In den tuin der Poëzie. 11.00 Trian
gel, 12.00 „Sentimental Music". 12.30
De Zondagclub. 12.40 Potgieser's Su
perklasse. 13.15 ,.Les Gars de Paris".
13.50 Spoorwegen spreken. 14.05
Boekenhalfuur, 14.30 Concert door
het Omroep-orkest. 15.20 Filmpraatje.
16.10 „The Skymasters". 16.40 Sport
flitsen. 17.00 G.G.-Cabaret. 17.30
Oome Keesje. 18.00 Nieuws en sport
uitslagen. 18.15 Sport. 18.30 Strijd
krachten.
HILVERSUM II. 415.5 M. 8.00
Nieuws. 10.00 Kerkdienst. 12.15 „In
't Boeckhuys". 14.00 De „Gooisehe
kring" bijeen m „Huize Kareol'. 15.45
Reportage van den Voetbalwedstrijd
om den Gouden Onafhankelijkheids
beker te Rotterdam. 16.15 Jo Vincent
zingt. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Prot,
Kerkdienst. 18.45 Cyclus Fransche
orgelmuziek.
MAANDAG 18 NOV.
HILVERSUM I 301.5 M. 7.00
Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek.
10.00 Morgenwijding. 11.00 „Flipje".
11.15 Fluit en piano. 11.45 Familie
berichten uit Indonesië. 13,15 Voor
het Platteland. 14.00 Bas en piano.
14.30 Voor de vrouw. 14.45 „The
Ramblers". 15.15 Orgelklanken 15.30
Voor de kleuters, 15.45 Radio Phil-
harmonisch Sextet. 17.30 Populaire
wijsjes. 17.45 Het Rijk over zee. 18 45
Orkes* van Svend Asmussen. 18.30
Strijdkrachten.
HILVERSUM II, 415,5 M. 7.00
Nieuws. 9.50 Spaansche pianomuziek.
10.20 Hélène Ludolph. sopraan met
orkestbegeleiding. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Geoiges Enesco en
Ychudj Menuhin, viool spelen met
orkestbegeleiding 1115 Van oude en
nieuwe schrijvers. 12.00 Mariniers
kapel. 1315 C-nderella 14.00 Voor
jonge moeden: 15.15 Pianorecital.
16,00 Bijbellezing. 16.45 Tanny v. d.
Garde, sopr,. Marten Haitjama, vio.ol
en Jan Hugo Smit. piano 18.40 Sport
uitslagen. 18.45 Sportpraatje.