Tolunie met België van groot belang voor West-Europa Z.Z.Z.Z. - Zig - Zag Zoekend naar een Zegswijze* SCHAAKRUBRIEK DAMRUBRIEK Basis voor constructieve Engelsch- Russische samenwerking „Ondergrondsche" strijdkrachten onder leiding van A. van Steenis onder leiding van B. Springer Als men maar weet dat het een probleem is Kunsthandelaar steelt een Rembrandt De modelijn van dezen winter Zaterdag 14 December 1946 3 I E midden van het tumult der hedendaagsche. internationale gebeurtenissen wordt onze aandacht den laatsten tijd telkenmale gevraagd voor de aanstaande, nauwe, econo mische samenwerking van België en Nederland, voor hei vraagstuk van de tolunie der lage landen. Wij weten, dat d't vraagstuk vele economisch-wetenschappelijke kan ten heeft, dat veel deskundigheid op het gebied der moderne economie voor een eenigszins volledige bespre king hiervan noodig is. Het is een verheugend verschijnsel, dat de pers. zoowel in dagbladen als in tijd schriften, «reeds velerlei commentaar heeft gegeven, waarbij zoowel de Voor. als dP nadeelen. aan deze tol unie verbonden, in technisch-weten- schappelijk betoog voor het forum der openbare meening zijn bespro ken. 0 Doch deze openbare meaning is uiteraard niet alleen weinig geschoold j Ir. H. J. Boon over: Tolunie met België (I) in de oconomie, zij kan in laatste in stantie ook nie/ op grond van zuiver technische en wetenschappelijke be schouwingen omtrent te verkrijgen voor- of nadeelen haar houding be palen. In laatste instantie gaa/; het bij haar en dit o.i. volkomen terecht om een inzicht, ivaartoe zij door een ,.idee" wordt geleidja zelfs door een „aanvoelen" van datgene, wat zö in de gegeveninternationale situa tie al dan niet het nastreven waard acht. Over hef algemeen kan men thans wel als voldoende bekend veronder stellen. daf de tolunie bij devooroor- logsche verhoudingen tusschen Bel gië en Nederland vrijwel ontuitvoer- baar en daarbij ongewenscht was, doch dat door de totaal-gewijzigde, economische en maatschappelijke omstandigheden in beide staten na den oorlog diezelfde tolunie thans niet alleen uitvoerbaar is geworden, maar zich bovendien als een vanzelf sprekendheid aan ons opdringt. Dat komt. omdat o.m. levensomstandig heden en loon. en prijspeil in onze beide landen zich na den oorlog sterk naar elkaar toe hebben ontwikkeld. Motieven P)OCH dit feit °P zich zelf te con- stateeren. wil nog niet zeggen, dat men zich daarbij bewust heeft ge maakt van de wezenlijke motieven, die ons bij dezen bijzonderen vorm van toenadering zullen moeten lei den. Hier gaat het immers om een dieper inzicht in de realiteit van het huidige West-Europa en om een lei dende gedachte, welke uit een ver diept nationaal bewustzijn zal moe ten worden gevoerd Het is 'o.i. van groot belang, dat wij ons op onze wezenlijk^. ideëele doelstelling ten aanzien van deze tol unie terdege bezinnen en dit is iets, dat ook zonder doorwrochte, we tenschappelijke kennis en zonder* spe ciale, economische deskundigheid binnen het bereik ligt eener open bare meening, die zich hare verant woordelijkheid bewust is. Wij willen daartoe eerst de vraag stellen, wat de' huidige situatie in West-Europavan ons in dit. opzicht még verwachten. Wij meenen, dat het voor West- Europa één der meest noodzake lijke levensvoorwaarden is, een vruchtbare en constructieve sa menwerking tusschen de Angel saksische wereld, die de zeeën beheerscht aan den een en en het bestel van de Sowjet-Unie aan den anderen kant tot stand te brengen en te bestendigen. Al leen een democratisch en socia listisch geleid West-Europa met een breede open visie op de toe komst kan hiertoe in staat zijn en zoodoende de volstrekt-nood- zakelijko basis voor haar leven en ontplooiing leggen. Nu wil democratie in West-Europa zeggen, dat dit West-Europa zich te midden van de veelal-tegenstrijdige wisselwerkingen tusschen de wereld-» machtén een eigen gestalte, een eigen verdere cultuur-ontwikkeling en een eigen- doelstelling moet verschaffen Deze taak wordt ons hier opgelegd Lachen is gezond VIST op liet moment, dat de trein vertrok rukte een jongmensch het 'portier nog opengooide zijn kofjer den coupé in en heesch vervolgens zichzelf naar binnen..Hijgend, maar triomfantelijk keek /dj om zich heen. „Jonge kerels zijn tegenwoordig toch maar niets uaard", hoonde een oud heertje hem, „toen ik zoo oud was als U, kon ik een halve m*jl hardloopen om den trein te halen maar buiten adem raakte Ik niet". „Nou ja, maar wat zegt dat nou? Ik miste, dezen trein op het vorige station en een trein rijdt nu harder dan in Uw tijd!" ivas 't onverwach. te antwoord. Een schrijver was bereid zijn^ani. teekening te zetten in zijn nieuwste werk, als dit in een bepaalden win kel werd gekochtMaar zijn eerlse klant legde hem meteen een paar herdrukken voor van eerder go- schreven boeken. „Mijn vrouw is dol op Uw werk", zei de hooper glimlachend„en nu krijgt zij deze door U geteekende boeken voor hatir verjaardag!'' „Aardige verrassingvindt de schrijver. Dat zou ik ook denkenstemt de klant toe, „ze verwacht 'n auto!" Opa is lastig. Hij heeft op alles on iedereen wat te zeggen, wil met nie. mand omgaan en vindt nooit tets goed. Maar in eens verandert hij in een vriendelijkgezellig heertje „Opa", zegten z'n vrienden, ,JJcat is er toch met jou gebeurd? „Och, ik heb m'n leven lang ge streefd naar tevredenheid, maar nou heb ik gedachtdat ik maar tevre den moest zijnzonder tevredennetd. Da's alles!" als een uitvloeisel van de huidige werkelijkheid dér internationale ver houdingen. Verplichting WIJ zien ons hier een verplichting opgelegd, wanneer wij onze ver antwoordelijkheid tegenover het ,n" ternationalG gebeuren bewust zijn Maar hier wordt ons ook de cenigé kans geboden om in weerwil van een vaak dreigende toekomst vol van chaos en machtsconflicten, die onzen ondergang dreigen te zijn toch te kunnen leven, onz© voor de wereld onmisbare cultuurbijdrage te kunnen leveren eiv den vrede te bevestigen. Alleen in de demociatie zijn de voorwaarden voor zulk een bevesti ging van den vrede en voor tien op bouw gegeven en alleen een vol groeide democratie zal in staat zijn de onderlinge samenwerking tusschen de Wcst-Europeèsche volken en door middel daarvan ook de samenwerking tusschen de Angelsaksische wereld en de Sowjet-Unie tot stand te bren gen. Hierachter zien wij de conceptie van een democratischfederatief- gcorgamseerd West-Europa, een gedachte, die den laatsten tijd m onze Pers reeds meermalen werd gepropageerd. Deze propaganda is op zichzelf reeds een hoopge vend feit Volledigheidshalve zij hierbij aan gegeven. dat één der voorwaarden om tot deze samenwerking te gera ken is een vrij Spanje: de Spaansche dictatuur zal moeten verdwijnen. In ons bestel is het democratische Spanje een onmisbare component, naast Frankrijk, naast de Lage Lan den en naasf, Scandinavië. Daarom i? het 200 bedroevend, dat 'feitelijk al leen Frankrijk de initiatieven, uitge gaan van Oost-Europa, t^t, ccn krach tig optreden tegen de Spaansche dic tatuur heeft gesteund. Duitschland IIP en tweede voorwaarde is. dat wij -1—in staat zullen zijn de Duitsche vraagstukken in den zin van een federatieve, democratische gemeen schap van West-Europa, in de toe komst tot een oplossing te brengen. Derde voorwaarde is dat socia listisch inzicht bij net constru- eeren van zulk een West-Europeesche federatif, bepalend moet zijnt De bcteekenis van de Bcjgisch-Ne- derlandsche samenwerking waarvan tyet begin het totstand komen van de tolunie kan zijn, moet ons in dit grootere verband duidelijk zijn. Im mers hef wegvallen van de economi sche grens tusschen onze beiden lan den wil zeggen, dat de eenige, reëele grensscheiding tusschen beide is op geheven en dat daarmee de weg tot een algeheele samenwerking aan stonds open ligt. Want in de democia tie vormen de huidige, economische scheidingen de eenige, wezenlijke grensscheidingen. Dus is de zoo spoedig mogelijke verwezenlijking van aeze tolunie van een onschatbare beteekenis voor de toekomstige constructieve samen werking van West-Europa. Zij kan; ja, zij moet worden de krachtige jcern daarvan. Dit alles opent ons het grootsche perspectief, dat zoo de lage landen kunnen worden kernge bied van West-Europa. Dit bcsteekent: redding van West-Europa, redding van ons zelve; hier ligt onze eenig mogelijke levenskans in de toekomst en de mogelijkheid tot een verdere ontplooiing van Europeesehe cultuur. Ziehier hej inzicht, dat ons ertoe drijft, voor deze tolunie op te komen. Het wordt gedragen door eer. gevoel van verantwoordelijkheid voor het internationale gebeuren, waarvan wij ons terdege bewust willen zijn. Een volgende maal zullen wij het tolunie-vraagstuk, van nationaal standpunt bezien, hebben te beschou wen. „Uren zat z'er op te turen, gaf tobn lucht aan een diepen zucht en zei tot besluit: „Man, 'k schei cr uit!" Met een op leedvermaak duidend lachje zei dr Van Dorpe, de maker van ons wekeljjksch raadsel, zijn zelf gemaakt en dus flauw rijmp je op bij de overhandiging van z'n nieuwste geestesproduct, waarbij doe lend op zijn echtgenoote. Met een schichtigen blik naar de aanwezige dames murmelde hq daarna: „Die vrouwen toch... nooit hebben ze eens geduld om iets uit te puzzelen!" Ons protest, dat de puzzelaarsters zich anders best houden, wuifde hij weg met een: „Wedden dat ze er ditmaal ook niets van terecht brongen?" Die uitdaging is geaccepteerd cn we zijn zeer benieuwd of wij dr. Van Dorpe of hij aan ons een pakje siga retten „Braziliaantjes" moet betalen. Gezien de „kwaliteit" dezer rookertjes zullen wij met liefde ons verlies nemen, ware het niet, dat... Neen puzzelaarsters, bewijs dr. Van Dorpe dat hij ongelijk heeft. Werp U met noesten ijver op het raadsel, dat ,in een notedop" samen te vat ten is*als de vier Z's, Zig Zag Zoe kend naar een zegswijze. Men ziet op de figuur 21 bijna haïv£ woorden staa«i. Met behulp van de volgende 21 lettergroenen AAL DAG OVE AAN EEL ROM ADE GIE SCH ATS HEL STR BES KEN TOR BRO MEE UIT CAR OEK VEE moet men door in" de blanco kolom steeds één letter toe te voe gen van deze bijna halve woor den goede Nederlandsche maken. In de blanco-kolom ontstaat dan de zegswijze, welke toepasselijk is op al onze aan- en inkoopen, hetzij zwart (brhetzij zoo wit als sneeuw. Veel succes! Oplossing vorige puzzle vHorizontaal: 2 Dooier, 7 Etui, 9 Nota, 10 Middag. 12 Afrika, 14 Ar, 15 Keuken. 17 Ezelin. 19 Suiker, 21 Asbest, 23 Eerst, 25 Lijn, 26 Tunnel, 28 Sydney, 30 Uil, 32 Liszt, 34 Ren nen, 36 Bussum, 38 Rienzi, 40 Li keur, 42 La, 43 Harnas, 45 Ovatie, 47 Toon. -19 Alor, 50 Cornet, 52 Kof fie 54 Eg. 55 Likeur. 57 Smeren, 59 Septet. 61 Djambi, 63 Eland, 65 She, 66 Krijgen. Verticaal: 1 Do, 2 Dank, 3 Oranje. 4 .Rei, 5 Smaak, 6 D.d., 7 Egel, 8 Uranus. 9 Nikkel, 11 Dieren, 13 Res ten, 16 Uranus, 18 Ezelin, 20 Intijds, 22 Boston, 24 Reünie, 27 Nornlcn, 29 Debiet. 31 Lorren, 33 Israël, 35 Nelson, 37 Scheef, 39 Enorme, 4i Kotter, 44 Recept, 46 Akkrum, 48 Openen, 49 Aalbes, 51 Rustig 53 Fusie, 56 Kade, 58 Even, 60 Bak, 62 Al. 64 As. Oplossing probleem 22ste rubriek Tf5d5. Bij het internationaal schaaktoür- r.ooi i«i Maastricht trok de Limburg- sche speler Vinken direct de aan dacht, toen hij remise met dr. Euwe maakte. Velen vroegen zich af: „Wie is toch die onbekende Nederlandsche speler?" In Limburg was hij echter niet zoo onbekend. De heer Vinken uit Spekholzerheide speelt aan het eerste bord van de Heerlensche Schaakvereenigieig en is al zeven maal achtereen kampioen van den Limburgschen Schaakbond. Tot nu toe kwam hq echter niet uit in tour- nooien in andere deelen van ons Een zeer mooie tweezet van F. Freimannf Zurich uit„Revue suisse d'échecs". T-T mopperde Piep, A „wat een lawaai zo vroeg in fie morgen?" pn hij wreef lui met zijn pootjes over zijn ogen, om de slaap te verdrij ven. Toen stak hij voor zichtig zijn kopje door het spleetje in het be hangsel en gluurde de kamer in. Wat schrok Piep. De kamer was bijna leeg. Geen kasten meer, geen tapijten om het geluid van zijn trippelpootjes te dempen, geen gordijnen. O, het was akeli; pakt de suiker, het 'meel de boter, het vet, niets bleef achter. Piep kc'ek Zo druk hadden de men- der dat jij 'me op de hie- bedrukt toe. Er bleef sen het, dat ze niet eens len zit of dc mensen maar één oplossing over. zagen, dat een muis op van me schrikken", ju- Niet een grote spronj belde Piep. klaarlichte dag om hen heen trippelde. Dat maakte Piep ondeugend. Vliegensvlug rende hij even over Betjcs pantof fel; die gaf een luide gil, want zij was doodsbe nauwd voor .muizen. Va der lachte en plaagde: „Dat komt ervan, als do kat in het reismandje zit." „Minet in een mandje", dacht Piep. „dat is grap pig. Dat moet ik zien". Piep kroop verschrikt En werkelijk hoor, in de kelijk. alles wat bruik- zijn holletje terug, hal stond een mand haar was." werd ingc- klagclijk „Juich maar niet te vroeg", spotte de kat, „ga liever eens in de keuken cn de provisiekast kij ken. Wij nemen al het eten mee cn voor jou zal wel niet veel anders overblijven clan behang sel en Joufdo kranten". bah.' daar hou ik helemaal niet van", jam merde de arme Piep. Verdrietig trippelde on^ muisje verder. En wer- Daarover moest hij eens diep nadenken. Wat moest er van hem wor den, als de.kamer hele maal leeg trh kaal werd en je nergens meer een plekje vinden kon om je voor de kat te verschui len? Hij wist het niet. Hij ging eens verder in het huis rond zien, mis schien was in een andc- ro kamer nog wel een gezellig plekje. Voorzichtig kroop hij uit zijn veilig hol om op verkenning uit te gaan. Maar dat viel niet mee. Door heel het huis, was waaruit een gemiauw klonk. Piep gluurde tussen de spijltjes door en lachte. Daar zat de gevaarlijke muizcnschrik met een boos. verongelijkt katten- gezicht in het mandje, en hij, Piep kon vrij rond lopen. „Dag poesje", plaagde Piep., „wat is er met jou gebeurd?" „Met mij gebeurt niets", bromde Minet knorrig, „wij gaar, verhuizen. Vraag liever wat er met jou gaat gebeuren". „Wel, nu'kan ik over men aan het inpakken, al rustig rondlopen, zon- belandde Piep in de mand met etenswaren cn hield zich muisstil ver scholen, zelfs toen Bctje er nog wat bonen en erwten bijphkte. De meubels, kièterf cn koffers werden op een grot© wagen geladen en hotsend en botsend naar het niauwo huis gere den. Daar werd. alles uitge pakt, ook de mand met levensmiddelen. Maar teen hiervan het deksel opgelicht werd. schoot Piep in volle vaart langs het verschrikte Befje naar een gaatje in de plint van de nieuwe huiskamer. Bet je gilde: „Mevrouw, mevrouw, de muis is mee verhuisd", maar nie mand wilde haar gelo ven, behalve Minet, maar die kon het niet zeggen, omdat zij nooit praten had geleerd. Piep echter lachte in zijn vuistje en keek in zijn nieuwe hoP^rond. Waarom zou een muis ook niet eens verhuizen, als hij niet van behang en kranten houdt? land. In dit opzicht heeft hij zjjn leven gebeterd en hij kwam in Zaan dam in de eerste reserve uit en zal daarin ook in Groningen meespelen. Hij heeft een beslist eigen scnaak>. trant en is een niet te onderschatten tegenstander. In Maastricht eindig de hij gelyk met Prins en Alexan der, slechts een halve punt achter Van Scheltinga en Dc Vos, die op ,hun beurt twee punten -achter dr. Euwe eindigden. Hieronder ziin partij tegen den kampioen van België. Wit: P. de Vos. Zwart: A. Vinken. 1 c4c6, 2 Pf3d5, 3 e3—e6, 4 d4—a6. 5 Pc3PfC (een onregel matige opening, waaruit nu „de ver snelde Meraner" is ontstaan), 6 Ld3 dc4:. 7 Lc4:b5, 8 Ld3c5, 9 De2 („Euwe-openingen" geeft hier 0 Lb7. 12 TdlPb4 (Zwart verwaar loost zijn 00 en komt daardoor niet tot ontwikkeling van Th8, waar door zjjn voordeel op den damevleu gel verloren gaat), 13 LblLe7, 14 e4Pd3, 15 e5—Pel:, 16 Tel:—Pdó, 17 Pe4Tc8, 18 h4 (een aanbieding om d6 voor het paard te krijgen) h6, 19 a4Db6 (ik zou Dd7 of 00 de voorkeur geven), 20 ab5: ab5:, 21 Pg3—g6, 22 Dd2—b4, 23 Pe4 (Wit hinkt teveel op twee ge dachten, hij kan niet tot aanval op den koningsvleugel besluiten) b3 (Zwart's koningsvleugel staat slecht We krijgen nu een interessant spel om de pionnen op derv damevleugel, Zwart hoopt op b2. De spelers wa ren hier in tijdnood, toch zien we van beide zijden vernuftige zetten), 24 Tal—La6. 25 Da5—Ib5, 26 DbC: Pb6:, 27 Ta7! (drukt zwaar op Zwart's spel) Pa4, 28 Pfd2!Pb2: 29 Pb3Lc6, 30 Pbd 2—Ld5, 31 Lc2—c3, 32 PblLe4:, 33 Le4:— Lh4:, 34 Tc3:Tc3:. 35 Pc3:—0—0, na nog 5 zetten werd de party afge- -0) c4? 10 Lc2Pc6, 11 00broken en remise gegeven. Een Haagsch hoofdklassespeler zond mij eenigen tijd geleden een stelling, waarin hij, met zwart, voor deel ha J en toch niet meer d&n re mise haalde. De stelling was als volgt: Zwart: 3, 6, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 23, 24, 26. Wit: 25. 27, 28, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 42. Zwart (aan zot) vervolgde met: 1. 23—29; 2. 34x23, 18x29; 3. 39— 34, 29x40: 4. 35x44. In de partij ver- volgde Zwart nu met 2429 (een zwakke voortze(ting). Zwart voelt wel, dat hij de ontwikkeling door 3833 en 4238 moet beletten, echter volgt hij niet, den juisten weg daartoe. Als volgt was langs combinatorischen weg een birllante winst mogelijk. 4. 13—18!! (Be let 5. 38—33 wegens 1420 enz.); 5. 28—22; A) 18—23!!; 6. 22—18, (B) 24-30!!; 7. 18x16, 3-8; 8. 25x 34, 26—31; 9. 37x26, 23—29; 10. 34x 23, 19x48; cn Zwart zal door nauw keurig eindspel winnen. A-) (Zio 5cn -zet Wit): 5. 4440, (of?) 3—8!!; 6. 40—35, (a) 8—13! Nu is 3833 door 14-r-20 enz. uitge sloten. 7. 36—31. (of?) 1116; en' Wit kan geen zet ineer doen zonder materiaal te verliezen, a) (Zie 6en zet Wit in variant A): 6. 28-22, 8—13; 7. 32-28, (op 7. 40—35 wint 1923 enz.), 1116; 8. 40—35, (op 8. 37—32. 26—31; 9. 40— 35, 24—29; 10. 35—30, 18—23; winst). 8. 6—11; 9. 38^-32, 18— 23; 10. 42-38, 12-18; 11. 36-31, 23-29!!. 12. 38—33, 29x38: 13. 32x 43, 18—23!; 14. 25—20. (gedw.) 23x 41: 15. 20x18, 26x87; 16. 18—12, 11 17; 17. 12x21. 4147; en Zwart heeft een gemakkelijke winst. B) (Zie Gen zet Wit in hoofdva- riant): 6.36—31, 12—17; 7. 41—39, 17x28; 8. 38-33. 11—16: 9. 33x22; 23—29; 10. 42—38. 29—3^: li'. 39x 30, 24x85; 12. 22—17, 35—40; 13. 27 —22. (of?) 16—21; 14. 31—27, 21x12; 15. 25—20, 14x25; 16. 27—21, 26x28; 17. 32x14, 40—44; 18. 14—10, 44—50; 19. 105, 2530; en Zwart wint ge makkelijk door overmacht. Is dammen een spel van tc veel rèmisemogolijkhedcn? Zwart heeft tweemaal de winst verzuimd, zoo: dat de door mij steeds verkondigde stelling, dat de remisefout bij den speler te zoeken is opnieuw beves tigd is. x. x. Oost, b; x, x, x. Vandaag een spel. dat, naar mijn vaste overtuiging, door haast alle spelers niet goed zal worden gespeeld, indien het in. do practijk voorkomt. Noord. Schoppen: 10, x, x. Harten: a, x, x. Ruiten: b, x. Klaveren: a. h. x. West. Zuid. Schoppen: a. h, v, Harten: x, x. x. Ruiten: h. Klaveren: x. x. W is gever cn past. Hierna biedt N 1 KL, waarop O past. Z biedt 4 Sch., waarna allen passen. W komt uit met Kl.v. Natuurlijk neemt Z op tafel met Kl.h, niet waar? Zoodra ik deze vraag stel, zal degene, die de vraag moet beant woorden. al op zijn hoede zijn en aan do juistheid van het in leggen van Kl.h gaan twijfelen. Inderdaad is het spelen van Kl.h foutief. Want. al is de kans klein, dc mogelijkheid bestaat, dat O KL renonce geeft en dan zal Z door het inleggen van Kl.h down gaan. Maar als hij Kl.h noch KI.a neemt? W zal dan KL. naspelen, maar Z spaart ook in de tweede KL ropdo Kl.a cn h. cn zelfs in de derde KL rondq, Z troeft dan in eigen hand in. IJ1J speelt dan troef a. en h. cn vervolgt rnet een kleine troef en maakt aldus nog zijn 10 slagen door 7 Sch., Kl.a. en h. en H.a. Zoo wint Z het spel dus, ook al heeft O KL renonce. Mon zou hiertegen nog kun-», nen aanvoeren,: dat Z down kan: gaan» indien dote-j genpartij H. af troeft, maar cle; kans hierop is veel kleiner dan op het aftroeven van KL .in de eerste plaats, omdat Z samen met zijn partner 7 KI. on maar (j II. heeft, in do tweede plaats, omdat het niet aannemelijk is, dat de tegenpartij met h v., b., zevende van H. gezwegen zouj bobben. Indien men ccn gcrouti- neerden speler dit spel als pro bleem voorlegt, dan zal hij zon der lang denken de juiste voort zetting wel weten tc vinden. Maar, de moeilijkheid is om in de practijk te zien, dat dit spel een probleemspeJ is. Wie zgl niet toegeven, dat. hij (zij), indien dit spel in de prac tijk zou voorkomen, zonder eeni ge aarzeling in slag I KI h. of a,' had genomen? Zou O hebbenaD getroefd, wie had dan geer» be*] roep gedaan op het afgezaagdo argument „pech"? Maar feroot is ne voldoening van den speler,] clio KI. h. en KL a. dc eerste jonde spaart en hierdoor juisti het spel wint. Ik wil geenszins beweren, dat: in" de practijk alle spellen pro-] bleemspellen zijn, maar men zal' er toch op uit 'moeten zijn tijdig' do probleemspellen tc onderkon-' nen. Bij de niet te moeilijke pro-] blcmen en zoo zijn er heel voel is het tijdig onderkennen' cr van het moeilijkste. Is dit;' eenmaal geschied, dan ie do op lossing van het probleem meestal eenvoudig! Mr. E. C. GOUDSMIT; Bridge- rubriek Een kunsthandelaar te Keulen, heeft bekend, dat hij het schilderij van Rembrandt „'Christus aan den geeselkolom", ter waardo van 21/2 millioen gulden, uit een mu seum te Keulen heeft gestolen. Hij verklaarde, dat li ij bezeten werd van het idee zoo n waarde vol schilderij voor korten tijd in zijn bezit tc hebben, terwijl hij te vens wilde aantooncn. hoe gemak kelijk het is schilderijen uit een museum mee tc nemen. Volgens de politie vroeg Bnrtho- lomei de vrije hand te mogen hebben bij het terugvinden van bet schilderij. Na drie dagen bracht hij het terug, zeggend, djit een onbekende vrouw liet hem in een verwoeste kerk had gegeven. Later gaf hij toe, dat hij het zelf had verborgen. WIL Je de laatste Parijsehc modellen zien? Kom dan vanmiddag even kijken!" Ziedaar een uitnoodiging die toch zeker niemand kan afslaan. En zoo zagen we les derniers cris de Paris Het waren inderdaad kleine „cris", kreten van verrukking, die allo vrouwelijke aanwezigen slaakten over de nieuwe modellen. Hyper vrou„ welijk is de coupe zoowel als do lijn. Bij mantelpakken, namiddag japonnen cp het groote avondtoilet is alles rond, zacht vloeiend, met veel valenciennes. plooitjes en strooken, zeer laag uitgesneden halzen en een wespentaille als van 50 jaar her! Wij zullen ons dus weer inrijgcorsetten dienen te getroosten, tenzij het vrouwelijk verstand (géén contradictio in terminis!) domineert. De schouders zijn breed, de heupen smaller cn het middeltje het smalst van al. De rokken zijn iets y minder kort, maar reiken toch slechts tot enkele centimeters onder den knie. De tijd, dat het voor een meisje niet behoorlijk iA-J n was om met de handen in de zakken te loopen, //VI S y is voorbij: op iederen mantel en in elke japon /w\\ A zijn van voren zakken aangebracht. Groote vier- \Y /-** J kante opgestikte ronde, die Aanpassen in de re. vers van don mantelkraag, met tres afgezette gleuven, als opening voor een naar binnen vallen- l den zak eindeloos veel variaties maar zakken i zullen er zijn! s, S-iL-—A Naast het tailleur-costuum zai ook de lange j I mantel hetzij van bont of van wollen stof zeer i en vougüé zijn; deze jassen vallen enorm ruim, I zoodat wij cr met mantelpak en al in kunnen duiken. Heerlijk warm cn sportief. V Bij die mantels trekken eveneens de breede schouders en groote zakken de nieste aandacht; zij worden zoowel getailleerd, met een ceintuur in i\j den rug, als. ruim gedragen. Iedereen kan hierbij u dus kiezen wat haar het beste staat. De wollen en J stoffen jassen hebben meestal een kraag van bont, die dan precies in den vorm van den revers is gesneden. Dikwijls passen hier bonten manchetten bij, of de zakken zjjn met een reep bont afgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1946 | | pagina 3