Tolunie met België van groot
belang voor West-Europa
Z.Z.Z.Z. - Zig - Zag Zoekend
naar een Zegswijze*
SCHAAKRUBRIEK
DAMRUBRIEK
Basis voor constructieve Engelsch-
Russische samenwerking
„Ondergrondsche" strijdkrachten
onder leiding van A. van Steenis
onder leiding van B. Springer
Als men maar weet dat het
een probleem is
Kunsthandelaar steelt
een Rembrandt
De modelijn van dezen winter
Zaterdag 14 December 1946
3
I E midden van het tumult der
hedendaagsche. internationale
gebeurtenissen wordt onze aandacht
den laatsten tijd telkenmale gevraagd
voor de aanstaande, nauwe, econo
mische samenwerking van België en
Nederland, voor hei vraagstuk van
de tolunie der lage landen.
Wij weten, dat d't vraagstuk vele
economisch-wetenschappelijke kan
ten heeft, dat veel deskundigheid op
het gebied der moderne economie
voor een eenigszins volledige bespre
king hiervan noodig is. Het is een
verheugend verschijnsel, dat de
pers. zoowel in dagbladen als in tijd
schriften, «reeds velerlei commentaar
heeft gegeven, waarbij zoowel de
Voor. als dP nadeelen. aan deze tol
unie verbonden, in technisch-weten-
schappelijk betoog voor het forum
der openbare meening zijn bespro
ken. 0
Doch deze openbare meaning is
uiteraard niet alleen weinig geschoold
j Ir. H. J. Boon over:
Tolunie met België
(I)
in de oconomie, zij kan in laatste in
stantie ook nie/ op grond van zuiver
technische en wetenschappelijke be
schouwingen omtrent te verkrijgen
voor- of nadeelen haar houding be
palen. In laatste instantie gaa/; het bij
haar en dit o.i. volkomen terecht
om een inzicht, ivaartoe zij door
een ,.idee" wordt geleidja zelfs door
een „aanvoelen" van datgene, wat zö
in de gegeveninternationale situa
tie al dan niet het nastreven waard
acht.
Over hef algemeen kan men thans
wel als voldoende bekend veronder
stellen. daf de tolunie bij devooroor-
logsche verhoudingen tusschen Bel
gië en Nederland vrijwel ontuitvoer-
baar en daarbij ongewenscht was,
doch dat door de totaal-gewijzigde,
economische en maatschappelijke
omstandigheden in beide staten na
den oorlog diezelfde tolunie thans
niet alleen uitvoerbaar is geworden,
maar zich bovendien als een vanzelf
sprekendheid aan ons opdringt. Dat
komt. omdat o.m. levensomstandig
heden en loon. en prijspeil in onze
beide landen zich na den oorlog sterk
naar elkaar toe hebben ontwikkeld.
Motieven
P)OCH dit feit °P zich zelf te con-
stateeren. wil nog niet zeggen,
dat men zich daarbij bewust heeft ge
maakt van de wezenlijke motieven,
die ons bij dezen bijzonderen vorm
van toenadering zullen moeten lei
den. Hier gaat het immers om een
dieper inzicht in de realiteit van het
huidige West-Europa en om een lei
dende gedachte, welke uit een ver
diept nationaal bewustzijn zal moe
ten worden gevoerd
Het is 'o.i. van groot belang, dat
wij ons op onze wezenlijk^. ideëele
doelstelling ten aanzien van deze tol
unie terdege bezinnen en dit is iets,
dat ook zonder doorwrochte, we
tenschappelijke kennis en zonder* spe
ciale, economische deskundigheid
binnen het bereik ligt eener open
bare meening, die zich hare verant
woordelijkheid bewust is.
Wij willen daartoe eerst de vraag
stellen, wat de' huidige situatie in
West-Europavan ons in dit. opzicht
még verwachten.
Wij meenen, dat het voor West-
Europa één der meest noodzake
lijke levensvoorwaarden is, een
vruchtbare en constructieve sa
menwerking tusschen de Angel
saksische wereld, die de zeeën
beheerscht aan den een en en het
bestel van de Sowjet-Unie aan
den anderen kant tot stand te
brengen en te bestendigen. Al
leen een democratisch en socia
listisch geleid West-Europa met
een breede open visie op de toe
komst kan hiertoe in staat zijn
en zoodoende de volstrekt-nood-
zakelijko basis voor haar leven
en ontplooiing leggen.
Nu wil democratie in West-Europa
zeggen, dat dit West-Europa zich te
midden van de veelal-tegenstrijdige
wisselwerkingen tusschen de wereld-»
machtén een eigen gestalte, een eigen
verdere cultuur-ontwikkeling en een
eigen- doelstelling moet verschaffen
Deze taak wordt ons hier opgelegd
Lachen is gezond
VIST op liet moment, dat de trein
vertrok rukte een jongmensch het
'portier nog opengooide zijn kofjer
den coupé in en heesch vervolgens
zichzelf naar binnen..Hijgend, maar
triomfantelijk keek /dj om zich heen.
„Jonge kerels zijn tegenwoordig
toch maar niets uaard", hoonde een
oud heertje hem, „toen ik zoo oud
was als U, kon ik een halve m*jl
hardloopen om den trein te halen
maar buiten adem raakte Ik niet".
„Nou ja, maar wat zegt dat nou?
Ik miste, dezen trein op het vorige
station en een trein rijdt nu harder
dan in Uw tijd!" ivas 't onverwach.
te antwoord.
Een schrijver was bereid zijn^ani.
teekening te zetten in zijn nieuwste
werk, als dit in een bepaalden win
kel werd gekochtMaar zijn eerlse
klant legde hem meteen een paar
herdrukken voor van eerder go-
schreven boeken.
„Mijn vrouw is dol op Uw werk",
zei de hooper glimlachend„en nu
krijgt zij deze door U geteekende
boeken voor hatir verjaardag!''
„Aardige verrassingvindt de
schrijver.
Dat zou ik ook denkenstemt
de klant toe, „ze verwacht 'n auto!"
Opa is lastig. Hij heeft op alles on
iedereen wat te zeggen, wil met nie.
mand omgaan en vindt nooit tets
goed. Maar in eens verandert hij in
een vriendelijkgezellig heertje
„Opa", zegten z'n vrienden, ,JJcat
is er toch met jou gebeurd?
„Och, ik heb m'n leven lang ge
streefd naar tevredenheid, maar nou
heb ik gedachtdat ik maar tevre
den moest zijnzonder tevredennetd.
Da's alles!"
als een uitvloeisel van de huidige
werkelijkheid dér internationale ver
houdingen.
Verplichting
WIJ zien ons hier een verplichting
opgelegd, wanneer wij onze ver
antwoordelijkheid tegenover het ,n"
ternationalG gebeuren bewust zijn
Maar hier wordt ons ook de cenigé
kans geboden om in weerwil van een
vaak dreigende toekomst vol van
chaos en machtsconflicten, die onzen
ondergang dreigen te zijn toch te
kunnen leven, onz© voor de wereld
onmisbare cultuurbijdrage te kunnen
leveren eiv den vrede te bevestigen.
Alleen in de demociatie zijn de
voorwaarden voor zulk een bevesti
ging van den vrede en voor tien op
bouw gegeven en alleen een vol
groeide democratie zal in staat zijn
de onderlinge samenwerking tusschen
de Wcst-Europeèsche volken en door
middel daarvan ook de samenwerking
tusschen de Angelsaksische wereld
en de Sowjet-Unie tot stand te bren
gen.
Hierachter zien wij de conceptie
van een democratischfederatief-
gcorgamseerd West-Europa, een
gedachte, die den laatsten tijd m
onze Pers reeds meermalen werd
gepropageerd. Deze propaganda
is op zichzelf reeds een hoopge
vend feit
Volledigheidshalve zij hierbij aan
gegeven. dat één der voorwaarden
om tot deze samenwerking te gera
ken is een vrij Spanje: de Spaansche
dictatuur zal moeten verdwijnen. In
ons bestel is het democratische
Spanje een onmisbare component,
naast Frankrijk, naast de Lage Lan
den en naasf, Scandinavië. Daarom i?
het 200 bedroevend, dat 'feitelijk al
leen Frankrijk de initiatieven, uitge
gaan van Oost-Europa, t^t, ccn krach
tig optreden tegen de Spaansche dic
tatuur heeft gesteund.
Duitschland
IIP en tweede voorwaarde is. dat wij
-1—in staat zullen zijn de Duitsche
vraagstukken in den zin van een
federatieve, democratische gemeen
schap van West-Europa, in de toe
komst tot een oplossing te brengen.
Derde voorwaarde is dat socia
listisch inzicht bij net constru-
eeren van zulk een West-Europeesche
federatif, bepalend moet zijnt
De bcteekenis van de Bcjgisch-Ne-
derlandsche samenwerking waarvan
tyet begin het totstand komen van de
tolunie kan zijn, moet ons in dit
grootere verband duidelijk zijn. Im
mers hef wegvallen van de economi
sche grens tusschen onze beiden lan
den wil zeggen, dat de eenige, reëele
grensscheiding tusschen beide is op
geheven en dat daarmee de weg tot
een algeheele samenwerking aan
stonds open ligt. Want in de democia
tie vormen de huidige, economische
scheidingen de eenige, wezenlijke
grensscheidingen.
Dus is de zoo spoedig mogelijke
verwezenlijking van aeze tolunie
van een onschatbare beteekenis voor
de toekomstige constructieve samen
werking van West-Europa. Zij kan;
ja, zij moet worden de krachtige
jcern daarvan. Dit alles opent ons
het grootsche perspectief, dat zoo de
lage landen kunnen worden kernge
bied van West-Europa. Dit bcsteekent:
redding van West-Europa, redding
van ons zelve; hier ligt onze eenig
mogelijke levenskans in de toekomst
en de mogelijkheid tot een verdere
ontplooiing van Europeesehe cultuur.
Ziehier hej inzicht, dat ons ertoe
drijft, voor deze tolunie op te komen.
Het wordt gedragen door eer. gevoel
van verantwoordelijkheid voor het
internationale gebeuren, waarvan wij
ons terdege bewust willen zijn.
Een volgende maal zullen wij het
tolunie-vraagstuk, van nationaal
standpunt bezien, hebben te beschou
wen.
„Uren zat z'er op te turen, gaf
tobn lucht aan een diepen zucht en
zei tot besluit: „Man, 'k schei cr
uit!"
Met een op leedvermaak duidend
lachje zei dr Van Dorpe, de maker
van ons wekeljjksch raadsel, zijn
zelf gemaakt en dus flauw rijmp
je op bij de overhandiging van z'n
nieuwste geestesproduct, waarbij doe
lend op zijn echtgenoote. Met een
schichtigen blik naar de aanwezige
dames murmelde hq daarna: „Die
vrouwen toch... nooit hebben ze eens
geduld om iets uit te puzzelen!" Ons
protest, dat de puzzelaarsters zich
anders best houden, wuifde hij weg
met een: „Wedden dat ze er ditmaal
ook niets van terecht brongen?"
Die uitdaging is geaccepteerd cn
we zijn zeer benieuwd of wij dr. Van
Dorpe of hij aan ons een pakje siga
retten „Braziliaantjes" moet
betalen. Gezien de „kwaliteit" dezer
rookertjes zullen wij met liefde ons
verlies nemen, ware het niet, dat...
Neen puzzelaarsters, bewijs dr. Van
Dorpe dat hij ongelijk heeft. Werp U
met noesten ijver op het raadsel, dat
,in een notedop" samen te vat
ten is*als de vier Z's, Zig Zag Zoe
kend naar een zegswijze.
Men ziet op de figuur 21 bijna
haïv£ woorden staa«i. Met behulp
van de volgende 21 lettergroenen
AAL DAG OVE
AAN EEL ROM
ADE GIE SCH
ATS HEL STR
BES KEN TOR
BRO MEE UIT
CAR OEK VEE
moet men door in" de blanco
kolom steeds één letter toe te voe
gen van deze bijna halve woor
den goede Nederlandsche maken. In
de blanco-kolom ontstaat dan de
zegswijze, welke toepasselijk is op
al onze aan- en inkoopen, hetzij
zwart (brhetzij zoo wit als
sneeuw. Veel succes!
Oplossing vorige puzzle
vHorizontaal: 2 Dooier, 7 Etui, 9
Nota, 10 Middag. 12 Afrika, 14 Ar,
15 Keuken. 17 Ezelin. 19 Suiker, 21
Asbest, 23 Eerst, 25 Lijn, 26 Tunnel,
28 Sydney, 30 Uil, 32 Liszt, 34 Ren
nen, 36 Bussum, 38 Rienzi, 40 Li
keur, 42 La, 43 Harnas, 45 Ovatie,
47 Toon. -19 Alor, 50 Cornet, 52 Kof
fie 54 Eg. 55 Likeur. 57 Smeren, 59
Septet. 61 Djambi, 63 Eland, 65 She,
66 Krijgen.
Verticaal: 1 Do, 2 Dank, 3 Oranje.
4 .Rei, 5 Smaak, 6 D.d., 7 Egel, 8
Uranus. 9 Nikkel, 11 Dieren, 13 Res
ten, 16 Uranus, 18 Ezelin, 20 Intijds,
22 Boston, 24 Reünie, 27 Nornlcn,
29 Debiet. 31 Lorren, 33 Israël, 35
Nelson, 37 Scheef, 39 Enorme, 4i
Kotter, 44 Recept, 46 Akkrum, 48
Openen, 49 Aalbes, 51 Rustig 53
Fusie, 56 Kade, 58 Even, 60 Bak,
62 Al. 64 As.
Oplossing probleem 22ste rubriek
Tf5d5.
Bij het internationaal schaaktoür-
r.ooi i«i Maastricht trok de Limburg-
sche speler Vinken direct de aan
dacht, toen hij remise met dr. Euwe
maakte. Velen vroegen zich af: „Wie
is toch die onbekende Nederlandsche
speler?" In Limburg was hij echter
niet zoo onbekend. De heer Vinken
uit Spekholzerheide speelt aan het
eerste bord van de Heerlensche
Schaakvereenigieig en is al zeven
maal achtereen kampioen van den
Limburgschen Schaakbond. Tot nu
toe kwam hq echter niet uit in tour-
nooien in andere deelen van ons
Een zeer mooie tweezet van F.
Freimannf Zurich uit„Revue suisse
d'échecs".
T-T mopperde Piep,
A „wat een lawaai zo
vroeg in fie morgen?" pn
hij wreef lui met zijn
pootjes over zijn ogen,
om de slaap te verdrij
ven. Toen stak hij voor
zichtig zijn kopje door
het spleetje in het be
hangsel en gluurde de
kamer in.
Wat schrok Piep. De
kamer was bijna leeg.
Geen kasten meer, geen
tapijten om het geluid
van zijn trippelpootjes te
dempen, geen gordijnen.
O, het was akeli;
pakt de suiker, het 'meel
de boter, het vet, niets
bleef achter. Piep kc'ek
Zo druk hadden de men- der dat jij 'me op de hie- bedrukt toe. Er bleef
sen het, dat ze niet eens len zit of dc mensen maar één oplossing over.
zagen, dat een muis op van me schrikken", ju- Niet een grote spronj
belde Piep.
klaarlichte dag om hen
heen trippelde. Dat
maakte Piep ondeugend.
Vliegensvlug rende hij
even over Betjcs pantof
fel; die gaf een luide gil,
want zij was doodsbe
nauwd voor .muizen. Va
der lachte en plaagde:
„Dat komt ervan, als do
kat in het reismandje
zit."
„Minet in een mandje",
dacht Piep. „dat is grap
pig. Dat moet ik zien".
Piep kroop verschrikt En werkelijk hoor, in de kelijk. alles wat bruik-
zijn holletje terug, hal stond een mand haar was." werd ingc-
klagclijk
„Juich maar niet te
vroeg", spotte de kat, „ga
liever eens in de keuken
cn de provisiekast kij
ken. Wij nemen al het
eten mee cn voor jou zal
wel niet veel anders
overblijven clan behang
sel en Joufdo kranten".
bah.' daar hou ik
helemaal niet van", jam
merde de arme Piep.
Verdrietig trippelde on^
muisje verder. En wer-
Daarover moest hij eens
diep nadenken. Wat
moest er van hem wor
den, als de.kamer hele
maal leeg trh kaal werd
en je nergens meer een
plekje vinden kon om je
voor de kat te verschui
len? Hij wist het niet.
Hij ging eens verder in
het huis rond zien, mis
schien was in een andc-
ro kamer nog wel een
gezellig plekje.
Voorzichtig kroop hij
uit zijn veilig hol om op
verkenning uit te gaan.
Maar dat viel niet mee.
Door heel het huis, was
waaruit een
gemiauw klonk.
Piep gluurde tussen de
spijltjes door en lachte.
Daar zat de gevaarlijke
muizcnschrik met een
boos. verongelijkt katten-
gezicht in het mandje, en
hij, Piep kon vrij rond
lopen.
„Dag poesje", plaagde
Piep., „wat is er met jou
gebeurd?"
„Met mij gebeurt niets",
bromde Minet knorrig,
„wij gaar, verhuizen.
Vraag liever wat er met
jou gaat gebeuren".
„Wel, nu'kan ik over
men aan het inpakken, al rustig rondlopen, zon-
belandde Piep in de
mand met etenswaren cn
hield zich muisstil ver
scholen, zelfs toen Bctje
er nog wat bonen en
erwten bijphkte.
De meubels, kièterf cn
koffers werden op een
grot© wagen geladen en
hotsend en botsend naar
het niauwo huis gere
den.
Daar werd. alles uitge
pakt, ook de mand met
levensmiddelen. Maar
teen hiervan het deksel
opgelicht werd. schoot
Piep in volle vaart langs
het verschrikte Befje
naar een gaatje in de
plint van de nieuwe
huiskamer.
Bet je gilde: „Mevrouw,
mevrouw, de muis is mee
verhuisd", maar nie
mand wilde haar gelo
ven, behalve Minet,
maar die kon het niet
zeggen, omdat zij nooit
praten had geleerd.
Piep echter lachte in
zijn vuistje en keek in
zijn nieuwe hoP^rond.
Waarom zou een muis
ook niet eens verhuizen,
als hij niet van behang
en kranten houdt?
land. In dit opzicht heeft hij zjjn
leven gebeterd en hij kwam in Zaan
dam in de eerste reserve uit en zal
daarin ook in Groningen meespelen.
Hij heeft een beslist eigen scnaak>.
trant en is een niet te onderschatten
tegenstander. In Maastricht eindig
de hij gelyk met Prins en Alexan
der, slechts een halve punt achter
Van Scheltinga en Dc Vos, die op
,hun beurt twee punten -achter dr.
Euwe eindigden.
Hieronder ziin partij tegen den
kampioen van België.
Wit: P. de Vos. Zwart: A. Vinken.
1 c4c6, 2 Pf3d5, 3 e3—e6, 4
d4—a6. 5 Pc3PfC (een onregel
matige opening, waaruit nu „de ver
snelde Meraner" is ontstaan), 6 Ld3
dc4:. 7 Lc4:b5, 8 Ld3c5, 9
De2 („Euwe-openingen" geeft hier
0
Lb7. 12 TdlPb4 (Zwart verwaar
loost zijn 00 en komt daardoor
niet tot ontwikkeling van Th8, waar
door zjjn voordeel op den damevleu
gel verloren gaat), 13 LblLe7, 14
e4Pd3, 15 e5—Pel:, 16 Tel:—Pdó,
17 Pe4Tc8, 18 h4 (een aanbieding
om d6 voor het paard te krijgen)
h6, 19 a4Db6 (ik zou Dd7 of
00 de voorkeur geven), 20 ab5:
ab5:, 21 Pg3—g6, 22 Dd2—b4, 23
Pe4 (Wit hinkt teveel op twee ge
dachten, hij kan niet tot aanval op
den koningsvleugel besluiten) b3
(Zwart's koningsvleugel staat slecht
We krijgen nu een interessant spel
om de pionnen op derv damevleugel,
Zwart hoopt op b2. De spelers wa
ren hier in tijdnood, toch zien we
van beide zijden vernuftige zetten),
24 Tal—La6. 25 Da5—Ib5, 26 DbC:
Pb6:, 27 Ta7! (drukt zwaar op
Zwart's spel) Pa4, 28 Pfd2!Pb2:
29 Pb3Lc6, 30 Pbd 2—Ld5, 31
Lc2—c3, 32 PblLe4:, 33 Le4:—
Lh4:, 34 Tc3:Tc3:. 35 Pc3:—0—0,
na nog 5 zetten werd de party afge-
-0) c4? 10 Lc2Pc6, 11 00broken en remise gegeven.
Een Haagsch hoofdklassespeler
zond mij eenigen tijd geleden een
stelling, waarin hij, met zwart, voor
deel ha J en toch niet meer d&n re
mise haalde.
De stelling was als volgt:
Zwart: 3, 6, 11, 12, 13, 14, 18, 19,
23, 24, 26.
Wit: 25. 27, 28, 32, 34, 35, 36, 37,
38, 39, 42.
Zwart (aan zot) vervolgde met:
1. 23—29; 2. 34x23, 18x29; 3. 39—
34, 29x40: 4. 35x44. In de partij ver-
volgde Zwart nu met 2429 (een
zwakke voortze(ting). Zwart voelt
wel, dat hij de ontwikkeling door
3833 en 4238 moet beletten,
echter volgt hij niet, den juisten
weg daartoe. Als volgt was langs
combinatorischen weg een birllante
winst mogelijk. 4. 13—18!! (Be
let 5. 38—33 wegens 1420 enz.);
5. 28—22; A) 18—23!!; 6. 22—18,
(B) 24-30!!; 7. 18x16, 3-8; 8. 25x
34, 26—31; 9. 37x26, 23—29; 10. 34x
23, 19x48; cn Zwart zal door nauw
keurig eindspel winnen.
A-) (Zio 5cn -zet Wit): 5. 4440,
(of?) 3—8!!; 6. 40—35, (a) 8—13!
Nu is 3833 door 14-r-20 enz. uitge
sloten. 7. 36—31. (of?) 1116; en'
Wit kan geen zet ineer doen zonder
materiaal te verliezen,
a) (Zie 6en zet Wit in variant A):
6. 28-22, 8—13; 7. 32-28, (op 7.
40—35 wint 1923 enz.), 1116; 8.
40—35, (op 8. 37—32. 26—31; 9. 40—
35, 24—29; 10. 35—30, 18—23;
winst). 8. 6—11; 9. 38^-32, 18—
23; 10. 42-38, 12-18; 11. 36-31,
23-29!!. 12. 38—33, 29x38: 13. 32x
43, 18—23!; 14. 25—20. (gedw.) 23x
41: 15. 20x18, 26x87; 16. 18—12, 11
17; 17. 12x21. 4147; en Zwart
heeft een gemakkelijke winst.
B) (Zie Gen zet Wit in hoofdva-
riant): 6.36—31, 12—17; 7. 41—39,
17x28; 8. 38-33. 11—16: 9. 33x22;
23—29; 10. 42—38. 29—3^: li'. 39x
30, 24x85; 12. 22—17, 35—40; 13. 27
—22. (of?) 16—21; 14. 31—27, 21x12;
15. 25—20, 14x25; 16. 27—21, 26x28;
17. 32x14, 40—44; 18. 14—10, 44—50;
19. 105, 2530; en Zwart wint ge
makkelijk door overmacht.
Is dammen een spel van tc veel
rèmisemogolijkhedcn? Zwart heeft
tweemaal de winst verzuimd, zoo:
dat de door mij steeds verkondigde
stelling, dat de remisefout bij den
speler te zoeken is opnieuw beves
tigd is.
x. x.
Oost,
b; x, x, x.
Vandaag een spel. dat, naar
mijn vaste overtuiging, door
haast alle spelers niet goed zal
worden gespeeld, indien het in.
do practijk voorkomt.
Noord.
Schoppen: 10, x, x.
Harten: a, x, x.
Ruiten: b, x.
Klaveren: a. h. x.
West.
Zuid.
Schoppen: a. h, v,
Harten: x, x. x.
Ruiten: h.
Klaveren: x. x.
W is gever cn past. Hierna
biedt N 1 KL, waarop O past.
Z biedt 4 Sch., waarna allen
passen. W komt uit met Kl.v.
Natuurlijk neemt Z op tafel
met Kl.h, niet waar?
Zoodra ik deze vraag stel, zal
degene, die de vraag moet beant
woorden. al op zijn hoede zijn
en aan do juistheid van het in
leggen van Kl.h gaan twijfelen.
Inderdaad is het spelen van
Kl.h foutief. Want. al is de kans
klein, dc mogelijkheid bestaat,
dat O KL renonce geeft en dan
zal Z door het inleggen van Kl.h
down gaan. Maar als hij Kl.h
noch KI.a neemt? W zal dan KL.
naspelen, maar Z spaart ook in
de tweede KL ropdo Kl.a cn h.
cn zelfs in de derde KL rondq,
Z troeft dan in eigen hand in.
IJ1J speelt dan troef a. en h. cn
vervolgt rnet een kleine troef en
maakt aldus nog zijn 10 slagen
door 7 Sch., Kl.a. en h. en H.a.
Zoo wint Z het spel dus, ook al
heeft O KL renonce. Mon zou
hiertegen nog kun-»,
nen aanvoeren,:
dat Z down kan:
gaan» indien dote-j
genpartij H. af
troeft, maar cle;
kans hierop is veel kleiner dan
op het aftroeven van KL .in de
eerste plaats, omdat Z samen
met zijn partner 7 KI. on maar
(j II. heeft, in do tweede plaats,
omdat het niet aannemelijk is,
dat de tegenpartij met h v., b.,
zevende van H. gezwegen zouj
bobben. Indien men ccn gcrouti-
neerden speler dit spel als pro
bleem voorlegt, dan zal hij zon
der lang denken de juiste voort
zetting wel weten tc vinden.
Maar, de moeilijkheid is om in
de practijk te zien, dat dit spel
een probleemspeJ is.
Wie zgl niet toegeven, dat. hij
(zij), indien dit spel in de prac
tijk zou voorkomen, zonder eeni
ge aarzeling in slag I KI h. of a,'
had genomen? Zou O hebbenaD
getroefd, wie had dan geer» be*]
roep gedaan op het afgezaagdo
argument „pech"? Maar feroot is
ne voldoening van den speler,]
clio KI. h. en KL a. dc eerste
jonde spaart en hierdoor juisti
het spel wint.
Ik wil geenszins beweren, dat:
in" de practijk alle spellen pro-]
bleemspellen zijn, maar men zal'
er toch op uit 'moeten zijn tijdig'
do probleemspellen tc onderkon-'
nen. Bij de niet te moeilijke pro-]
blcmen en zoo zijn er heel
voel is het tijdig onderkennen'
cr van het moeilijkste. Is dit;'
eenmaal geschied, dan ie do op
lossing van het probleem meestal
eenvoudig!
Mr. E. C. GOUDSMIT;
Bridge-
rubriek
Een kunsthandelaar te Keulen,
heeft bekend, dat hij het schilderij
van Rembrandt „'Christus aan
den geeselkolom", ter waardo van
21/2 millioen gulden, uit een mu
seum te Keulen heeft gestolen.
Hij verklaarde, dat li ij bezeten
werd van het idee zoo n waarde
vol schilderij voor korten tijd in
zijn bezit tc hebben, terwijl hij te
vens wilde aantooncn. hoe gemak
kelijk het is schilderijen uit een
museum mee tc nemen.
Volgens de politie vroeg Bnrtho-
lomei de vrije hand te mogen
hebben bij het terugvinden van
bet schilderij. Na drie dagen
bracht hij het terug, zeggend, djit
een onbekende vrouw liet hem in
een verwoeste kerk had gegeven.
Later gaf hij toe, dat hij het zelf
had verborgen.
WIL Je de laatste Parijsehc modellen zien? Kom dan vanmiddag
even kijken!"
Ziedaar een uitnoodiging die toch zeker niemand kan afslaan. En
zoo zagen we les derniers cris de Paris
Het waren inderdaad kleine „cris", kreten van verrukking, die allo
vrouwelijke aanwezigen slaakten over de nieuwe modellen. Hyper vrou„
welijk is de coupe zoowel als do lijn. Bij mantelpakken, namiddag
japonnen cp het groote avondtoilet is alles rond, zacht vloeiend, met
veel valenciennes. plooitjes en strooken, zeer laag uitgesneden halzen
en een wespentaille als van 50 jaar her!
Wij zullen ons dus weer inrijgcorsetten dienen
te getroosten, tenzij het vrouwelijk verstand
(géén contradictio in terminis!) domineert. De
schouders zijn breed, de heupen smaller cn het
middeltje het smalst van al. De rokken zijn iets y
minder kort, maar reiken toch slechts tot enkele
centimeters onder den knie.
De tijd, dat het voor een meisje niet behoorlijk iA-J n
was om met de handen in de zakken te loopen, //VI S y
is voorbij: op iederen mantel en in elke japon /w\\ A
zijn van voren zakken aangebracht. Groote vier- \Y /-** J
kante opgestikte ronde, die Aanpassen in de re.
vers van don mantelkraag, met tres afgezette
gleuven, als opening voor een naar binnen vallen- l
den zak eindeloos veel variaties maar zakken i
zullen er zijn! s, S-iL-—A
Naast het tailleur-costuum zai ook de lange j I
mantel hetzij van bont of van wollen stof zeer i
en vougüé zijn; deze jassen vallen enorm ruim, I
zoodat wij cr met mantelpak en al in kunnen
duiken. Heerlijk warm cn sportief. V
Bij die mantels trekken eveneens de breede
schouders en groote zakken de nieste aandacht;
zij worden zoowel getailleerd, met een ceintuur in i\j
den rug, als. ruim gedragen. Iedereen kan hierbij u
dus kiezen wat haar het beste staat. De wollen en J
stoffen jassen hebben meestal een kraag van
bont, die dan precies in den vorm van den revers is gesneden. Dikwijls
passen hier bonten manchetten bij, of de zakken zjjn met een reep bont
afgezet.