Drie verzenbundels uit den oorlog
....maar geen oorlogsverzen
Première IrStt
Vleesch of
visch
TYloohd
Dokters voor Dokters,
Gebreid vest
voor moeder
en doebter
Radio-programma
„Voetreis" was beter
Kostbare Guarnerius
voor Jo Juda
Vereenzaming
Microchaos
onder getuige
of: Medische A. V.R.O.-voorlichting
Officieuze Belgische
tooneelgroep
TUINKALENDER
Woensdag 22 Januari 1947
Tj E drie dichtbundels waar-
voor ik ditmaal uw aan
dacht te vragen heb, zijn onder
ling zóó verschillend, dat er van
behandeling onder een gemeen
schappelijk aspect geen sprake
kan zijn. Het eenige punt van
overeenkomst ligt in het feit, dat
alle drie deze bundels verzen
bevatten die in de oorlogsjaren
geschreven werden. Terwijl ech
ter het werk van Franquinet
door de ellende daarvan be-
heerscht wordt, valt er bij Aafjes
en Donker (althans in deze
verzen) van een reactie op de
bezetting niets te bespeuren.
Maar verder reikt ook tusschen
hen de overeenstemming niet,
want Aafjes schrijft een idylle
en Donker een troostelooze
zelf-analyse.
Bertus Aafjes Maria
Sibylla Merian.
(Deel 10 van „De Ce
der"; J. M. Meulenhoff,
Amsterdam)
DIT nieuwe «jedmht van Aafjes
is blijkens bet colophon" ge
schreven in het voorjaar van 1945
te Terband''; dit wil dus zeggen:
gedurende de laatste maanden van
de Duitsche bezetting en in onmid
dellijke aansluiting op „Een voet
reis naar Rome", dat in den herfst
en den winter van 1944 ontstond
eveneens te Terband, waar de dich.
ter ondergedoken was. Het behoeft
on? dus niet te verwonderen, dat
beide bundels nauw met elkander
verwant blijken.
Hoofdpersoon
is echter dit
maal niet de
dichter zelf,
maar de bloe
men- en vlin-
derschilderes
Maria Sibylla
Merian (1647
1717), die voor.
al bekoord
wordt door de BERTUS AAr JEs
schoonheid van de veronachtzaam
de „kleine" wereld van insecten cn
planten. Na een verblyf in de Laba-
distenkolonie te Wieuwerd in Fries
land, waar zij enkel God dienen wil
de, keert zij tot haar kunst terug en
vestigt zich in Amsterdam. Maar
haar verlangen om steeds meer van
Gods wonderen te leeren kennen,
drijft haar voort: „in 1699 achter,
volgde zij de vlinders die zij haar
zomervogeltjes noemde tot over
der. ocpaan en zij drong het Suri-
naamsche oerwoud binnen om daar
de insectenwereld der tropen te
teekenen" (aanteekening van Aaf
jes)
Ondanks de nauwrc verwantschap
staat deze nieuwe bundel echter
lang niet op het hooge peil van de
Voetreis. Hij is er slechts een matte
echo van. Het. krachtige rhythmi-
sche accentvers maakte plaats voor
eeL viervoetige jambe, het kruisen
de voor een gepaard rijm. Door de
ze wijziging wordt het gevaar ^or
monotonie grooter, en niet altijd
blijkt de dynamiek van het vers
sterk genoeg om daaraan te ontko
men. Meermalen ook worden wij ge
troffen door „dichterlijke vrijheden"
die zooals Anthonie. Donker on
langs in een (ook afzonderlijk er-
schenen) artikel in De Nieuwe Sfcni
betoogde slechts tot de „vrijheid
van den dichter behooren, wanneer
zijn vers daardoor aan kracht en
duidelijkheid wint. In regels als:
„Hij de kleine vlieg) heeft zijn
rusteloos bewegen/Tot in zijn eigen
kern verlegen' en bijen die een
imker uorflEn opborg in denzclfden
korf' is evenwel slechts sprake van
rijmnood. Ook de beeldspraak is
soms onzuiverder; wat moet men
zich eigenlijk voorstellen bij een
laagland knielende zoover nien
ziet", en bij een zeilend fregat dat
..een nest van blauwe mijlen"
bouwt?
Daarnaast staan ook prachtige
verzen: het blijft tenslotte Bertus
Aafjes die aan het woord is. Men
vindt deze vooral in de beschrijving
van de kleine bloemen, en insecten
wereld waarnaar Sibylle's hart uit
gaat. Regels als de volgende b.v.
doen voor de Voetreis niet onder:
Een wesp duikt in een bronzen peer;
Zijn achterlijf zwalpt op en neer
Van 't blindelings en koppig wroeten
Sibylle raakt hem mef de voeten;
Hij wordt vertoornd. De beursche
vrucht
Is als een kinkhoorn vol gerucht.
Het is duidelijk, dat het. de we-
derzijdsche verrukking om deze
wereid van vergeten schoonheid is
geweest, die Aafjes tot Sibylle
heeft gebracht. Van haar levensge
schiedenis geeft hij dan ook slechts
enkele groote lijnen, niet meer dan
als verbindende schakel tusschen
Jo Juda. de violist, die tijdens den
oorlog in Duitsche concentratiekam
pen heeft gezeten en daar tal van
concerten voor medegevangenen
heeft gegeven, meermalen met piano
begeleiding van baron Baud. secre
taris van prinses Juliana, heeft een
kostbare, 17de eeuwsche Guarnerius-
viool ten geschenke ontvangen. In
het comité, dat het initiatief nam
voor deze schenking, hadden o.a.
zitting dr. A. de Vledder, de heer J«
J. Kloppert, oud-minister Logeman,
minister Lieftinck. oud-minister van
der Leeuw, minister Drees, baron
van Pallandt en baron Baud.
dergelijke natuurbeschrijvingen on
misbaar is. Als gevolg daarvan
blijft Sibylle's levensverhaal te
bloedeloos om werkelijk te boeien.
En ook haar religieuze ontwikke
ling wordt niet genoeg uitgewerkt
om to kunnen bevredigen. In het
eerste deel is Sybille onvoldaan
over haar teekeningen, omdat „God
aan dit bedrijf geen deel" had. La
ter wordt haar schilderen een
slechts de dingen nogmaals
noemen,
Zooals God 't dier en het gewas
Eens spelend noemde en het was.
Hef is een stil getuignis geven
Dat het haar hart niet om het even
Gelaten heeft, dat Hij dit deed
Dit zijn ongetwijfeld mooie regels,
maar wat dit voor haar kunst nu
eigenlijk wil zeggen, wat dus de
zin. daarvan is, wordt ons nergens
duidelijk.
Ondanks voortreffelijke fragmen
ten kunnen wij dezen bundel dus
tocht niet anders zien dan als een
te gemakkelijke herhaling van wai
in de Voetreis tot een hoogtepunt
vaii Aafjes poëzie had gevoerd.
Anthonie Donker Het
Sterrenbeeld.
(Van Loghum Slat er us,
Arnhem, 1946)
DE verzen (grootendeels sonnet
ten) die Anthonie Donker als
Het Sterrenbeeld verzameldeda-
teeren uit de jaren 1940—1942.
Wat hij met. deze samenvattende
benaming bedoelt, zet hij uiteen in
een titelvers, dat wel later aan de
reeks zal zijn toegevoegd. Nu hij
het geheel van wat achter hem ligt.
overziet, ..wordt van de zinlooze
disharmonie De zin reeds zicht,
baar..."; alles blijkt gericht op
een bepaald einddoel. Maar:
Hoezeer ook kleinste zich naar
't zelfde richt.
Het openbaart zich eerst in 't
eindgericht
Of het een sterrenbeeld is, vasf en
klaar.
In de eigenlijke reeks is van dit
inzicht nog geen sprake. De verzen
daarvan geven uiting aan een ge
voel van diep© verlorenheid en ver
eenzaming, nu de liefde voorgoed
dei*, dichter verlaten schijnt te heb
ben. Telkens roept de eenzaamheid
het beeld van de vrieskou op; nu
eens in de vergelijking met een
poolreiziger wiens schip vastgevro
ren ligt in het ijs, dan weer in die
met een scheikundige wiens ahso.
lute nulpunt hier tot een absoluut
eenzaamheidspunt geworden is."
Maar ook deze en dergelijke beel
den blijven ij] mistig, zou men
bijna willen zeggen. Zij hebben veel
eer een intellectueele dan een plas
tische waarde, zij brengen geen
beweging en geen kleur in het de
solate wit van deze doode Pool we
reld Slechts een heel enkele maal
dringt met de herinnering aan een
gelukkiger verleden („Als zij hier
plotseling kwam binnenloopen")
even de kleur binnen, maar «Ie
kleurloosheid daarna wordt er des
te grauwer door.
Poëtische verrassingen zal men
in dezen beklemmenden bundel te.
vergeefs zoeken. Waar een enkele
maal een romantisch beeld voor
komt als
Droomherten vluchten bij de
naderingen
Van stemmen en verlaten ligt de
kreek,
beteekent dit geen winst, maar
verlies: het past hier niet, evenmin
als elders het Marsman-iaanse
door
prof. dr. W. A. P. Smit
„Stuifmeel van de sterren". De
kracht van deze verzen ligt uitslui
tend in hun wit-bevroren monoto.
nio Terwijl zij, ieder afzonderlijk
bezien, mat genoemd moeten wor
den, krijgen zij met elkander daar
door toch iets imposants. Maar in
dit imposante schuilt de dood.
Want hoe doorleefd deze bundel
ook is, Donkers poezie blijkt in
deze vrieskou toch niet te kunnen
Ie\en: zij verijlt, verintellectuali-
seert en verstart er. Hijzelf is zich
daarvan trouwens bewust, zooals
valt op te maken uit zijn laatste
sonnet;
Oofc mijn gedichten moet ik nog fe
lijf
Niets meer ontziend, ik weet het zelf
te goed.
Het is niet om de schoonheid dat ik
schrijf
Maar uif de bittere noodzaak dat
het moet.
Robert Franquinet
Charaksis.
(A. A. M. Stols, 's-Gra-
venhage 1946)
"D OBERT Franquinet noemde zijn
bundel, naar een in zijn gevan
genisjaren ontstaan gedicht, Cha
raksis, inkrassing, ingegrift of in.
gebrand merkteeken. Bedoeld wordt
de diepe kras die de oorlog in de
zie! van een jongere generatie heeft
gekerfd. In het groote titelgedicht
wordt Franquinet als door spook
beelden achtervolgd door de her
innering aan verwoesting, radeloos,
heid, dood. In hartstochtelijke vrije
verzen, die slechts zeer ten deele
door strofenbouw en rijmschema
worden bedwongen, probeert hij de
ze obsessie onder woorden te bren
gen: chaotische poëzie van een
chaotischen tijd. Gewaagde, vaak
slechts ten deele verantwoorde
beeldspraak grillige associaties
fel-plastiscbe détails woeden
de bewogenheid geforceerd cy.
nisme: ziedaar enkele kenmerken
er van.
Men kan tegen zijn verzen allerlei
bezwaren aanvoeren, maar toch zit
er in vele regels iets, dat ons niet
loslaat: een suggestieve kracht, die
sterker blijkt dan alle fouten, een
meesleepende vaart, waaraan wij óns
tenslotte gewonnen geven. Wij heb
ben hier inderdaad te doen met poë
zie zij het ook in eerf embryona-
len chaotischen staat, waaruil zij
eerst door louterende bezinning tot
gaafheid kan worden gezuiverd.
Dit alles geldt ook voor Avant
Garde en Park, die echter (vooral
het laatste) minder sterk zijn dan
Charaksis.
Behalve enkele kortere gedichten
bevat de bundel vorder nog de cy
clus Een najaar: herinnering aan
ecu gestorven geliefde. Uiteraard is
d3 toon hier veel rustiger, maar
juist in deze stilte doen zich de
zwakke elementen van Franquinet3
poëzie sterker gelden dan in de
hartstocht van de vorige groep. Ook
hier is de gedachte nog te weinig
bezonken; ook hier (en dat is mijn
voornaamste tyezwaar) blijkt do
beeldspraak meermalen gewaagd of
zelfs onjuist. Ik denk b.v. aan „de
witte sneeuw der tanden" (sneeuw
is een weeke substantie, die als
beeld wel bij „wit" maar niet bij
„tanden" p.ast), aan de kenschetsing
var de zee als „het zouten zog", aan
heel de beeldspraak trouwens van
het op écn na laatste vers.
Toen Franquinet zijn bundel
Charaksis noemde, gaf hij daarmede
(h eere.plaats aan het beste gedicht
daaruit. Het gaat er nu om, of uit
de chaotische poëzie van dit vers
inderdaad een kosmos geboren
wórdt.
De douairières van Mayfair en de
vischvrouwen van Kiddeminster
staan voor het meest ingewikkelde
probleem der etiquette, dat dit jaar
hun waarschijnlijk bieden zal, en
waarin heel Londen meeleeft.
Het bezadigde blad de „Times"
stelde de vraag ronduit: ,,Eet men
walvisch als visch. of moet men vval-
visch als een vleeschgerecht be
schouwen?"
Het gerecht walvisch, dat in En
geland een welkome aanvulling zal
beteekenen voor het kleine vleesch-
rantsoen, levert op deze wijze vele
moeilijkheden op.
Op de eerste plaats is daar het
dilemma van de huisvrouw. De
„Times" schreef, dat dit probleem
„de toch al zoo gespannen zenuwen
van het Jonge vrouwtje, niet ten
goede zou komen."
Op de tweede plaats, zoo merkte
het blad op, moet rekening worden
gehouden met, de gevoelens van den
harpoenist. Zal hij liever iager, of
visccher genoemd worden?
Op de derde plaats: Wie zal den
walvisch verkoopen „een zeer ac
tueel Juridisch vraagstuk", volgens
de „Times" de vischverkooper
of de slager?
Volgens de „Times" zal geen en
kel schrandere leerling van de la
gere school, die geleerd heeft, dat
een walvisch een zoogdier is, het
nalaten een heibeltje te schoppen
als de walvisch als vischgerecht
wordt opgediend.
Prijsvraag Haagsche
Academie
De Academie van Beeldende Kun
sten te 's-Gravenhage heeft inzake de
prijsvraag „Legaat Vrouwe Vigelius"
een prijs toegekend aan J. Popma te
Leeuwarden voor een geschilderd
naakt, en aan J. H. van Ieperen te
's-Gravenhage voor de schoonste
schildering in olieverf of tempera.
(Slot)
ZORGVULDIGER dan anders
6chminkt Alberto zich.
Worden zijn hinden al koud, of
verbeeldt. h:j zich dat maar
Eindelijk het belletje van acht
uur. Dan de stem van den regis
seur: Iedereen die niet noodig
is, van de Bühne!
In zijn strakke tricot staat Al
berto in een hoekje bleek en
stil een beeld van gips.
Negen uur laatste nummer
voor de pauze een klop op de
kleedkamerdeur van de Cancions:
zij moeten op.
Nog beter dan den avond van
aen brand werkt Alberto aan
het einde van het nummer ap
plaudisseert de geldman Boele
alle artisten verwij ten en bijge
loof ten spijt enthousiast ach
ter het reeds gesloten doek. Boele
is in zijn schik: een uitverkocht
huis en een topgave voorstelling.
Die Alberto verstaat zijn vak! Na
Boele komt nog menigeen hem de
hand drukken. Iemand zegt, dat
er een impresario met Europee-
schen naam in de zaal zit. ver
rukt van hèm, Alberto Cancion!
Alberto lacht witjes onder zijn
schmink wat weet men van
hem af? Half tien wat duurt
do pauze eindeloos Alberto
kijkt de rnenschen, die rond hem
staan en zitten stuk voor stuk
aan nog anderhalf uur...
ze moesten eens weten
KWART voor tien: eindelijk de
bel'! Alberto rekent nogmaals
na de voorstelling- kan nooit voor
elf uur geëindigd zijnDe acro
baat begint in zijn dunne tricot
te beven, zoodat Jane hem vraagt
of hij het koud heeft. Alberto
schudt van neen zeggen kan
Ivij niets; hij zou willen snikken
als een kind, dat men een stuk
speelgoed afneemt. Het is. of alles
aan hem begint te bewegen
cf elk deeltje van zijn lichaam
voor het laatst wil lévenIn
de. verte klinkt het orkest, maar
het wordt overstemd door Alber
to's polshorloge, dat hij tegen ge
woonte in vanavond heeft aange
houden. Tikt het klokje zoo
luid. of is het zijn hart? Na
tuurlijk is het zijn hart, het moet
van streek zijn geraakt het moet
ziek zijn, hoe zou hij anders zoo
plotseling, om elf uur vanavond
moeten stervenHij is toch
kerngezond? Zijn hart moet oor
zaak worden van een zoo onbe
grijpelijk einde; rijn hart of..een
val?
Tijd voor de finale naar de
Bühne allemaal na het slot niet
afgaan!
De meisjes dansen reeds; daar
komen de Cancions, wit 'stoer
en lenig.
Eindelijk de pyramideTer
wijl hij naar boven klimt kijkt
Alberto vlug op zijn horloge: één
minuut voor elf. De trommen be
ginnen te roffelen. Als jongen
heeft Alberto eens een begrafenis
met militaire eer gezien, daaraan
denkt hij plotseling terug. -Er
komt een roes over hem; alle be
kende geluiden zijn heel anders
van klank geworden
Daar is de paukenslag: rechter
been omhoog armen spreiden...
Alberto is heel kalm geworden, of
schoon hij zeker weet, dat hij over
enkele oogenblikken dood op de
Bühne zal liggen. Weer kijkt hij
vluchtig op het horloge: bijna elf
uur...; De muziek gaat door
automatisch volbrengt Alberto
zijn laatste toeren, dan valt het
doek, maar het wordt onmiddel
lijk weer gehaald en nog eens cn
nóg eens. Aan het applaus Schijnt
geen einde te zullen komen, het
zwelt uit tot een donderende ova
tie van de loeiende en trampelen
de zaal. Hoog op zijn makkers
wuift Alberto een sierlijk dank-
gebaar.
UVEN later staat hij tusschen
zijn 'makkers op den tooneel-
vloer te glimlachen. Peters komt
langsloopen om hem te compli
menteeren. En passant, vertelt
hij dat Van der Pas een half uur
voor de voorstelling begon, een
paar zinkplaten op het dak van
den coulissen-toren heeft gegooid.
Geen lekken op een pre
mière, lacht hij. Zijn dag is goed
en voor Alberto is het, alsof hij
opnieuw is geboren.
Hij is niét gestorven Eusta-
pia bleek inderdaad te hebben
gefaald de eerste maal in haar
leven, voor zoover Alberto, zich
weet te herinneren.
Met een zucht van voldoening
over den goeden afloop verlaat
hij het tooneel. Op het trapje
overvalt hem ineens een duize
ling zijn hand tast nog naar
den muur, doch grijpt in de lucht.
.Met een doffe slag valt de acro
baat neer.
Buiten dreunen elf slagen uit
een kerktoren
Als men Alberto heeft wegge
dragen, raapt iemand zijn horloge
op. dat bij den vol is losgeraakt.
Het is blijven stilstaan op tien
minuten over elf...
HET is een merkwaardig, zij het
niet onverklaarbaar verschijnsel
niet onverklaarbaar verschijnsel,
dat het zelfgebreide kleedingstuk op
het oogenblik een rage beleeft. Jon
ge moeders die nog nooit e-en brei
pen in de hand hebben gehad maken
nu onder leiding van Oma of een
vriendelijke kennis de snoezigste
baby-pakjes, moeders van opgroeien
de kinderen halen oud breiwerk uit
om er een warme trui of een .wollen
rokje van te maken voor haar sprui
ten, die zoo langzamerhand overal
uitgegroeid zijn. en werkende vrou
wen benutten hun snipperuren om
een kantoor-vest of een paar hand
schoenen te breien.
Er is inderdaad weer wat wol op
de punten te koop, van goede kwa
liteit en in alle mogelijke kleuren, en
nog altijd maken wij van oud weer
nieuw, zoodat er. alles samengeno
men. weer aardig wat materiaal
voorradig is, en we zoowel voor ba
by als voor de grooteren weer een
breiwerkje kunnen opzetten. Het
wordt, dus tijd. weer regelmatig brei"
patronen te geven en we begin
nen dan vandaag met een vestje,
dat even geschikt is voor do bak-
visch als voor haar moeder.
Het vestje kan van dikke wol ge
breid heel goed alleen gedragen
worden, en gebreid van dunne wol
over een sportblouse of andere hoog
gesloten blouse.
Het patroon is heel eenvoudig.
Het onderste gedeelte en de zak
ken zijn uitgevoerd in tricotsteek (1
pen recht, 1 pen averecht). Dan vol
gen op taillehoogte ongeveer 7 cm
steeds afwisselend 2 recht 1 ave
recht, vervolgens een gedeelte 5
recht 1 averecht en tot slot het
schouderpasje weer 2 recht 1 ave
recht. Ook de mouwen hebben, een
boord- en pasgedeelte in 2 recht-1
averecht-patroon.
ZWEMMEN
De internationale zwembond dc
FINA. heeft zijn leden toegestaan de
betrekkingen op sportgebied met Oos
tenrijk, Hongarije. Italië, Finland.
Bulgarije en Roemenie te hervatten.
Feuilleton
door Anthony Berkely
72
TEN slotte waren het Judith en
Mouse zelf, die het probleem
voor hem oplosten door op den mor.
g'en van den vierden dag in Chiswick
te verschijnen. Zoodra mijnheer Chit-
terwick hen zag, wist hij wat hij te
doen had: hun alles omtrent zijn
nieuwe theorie, hoe de misdaad zich
had afgespeeld, te vertellen, zonder
echter zijn opinie kenbaar te maken,
dat hij den persoon, die voor den
moord aansprakelijk was, waarschijn,
lijk ontdekt had. Hoe eenvoudig!
Na de lunch noodigde hij zijn gas
ten uit. hem naar de studeerkamer
van zijn tante te volgen. Daar bood
hij Judith en Mouse een stoel aan,
ging zelf achter het bureau van zijn
tante zitten, sloeg zijn beenen over
elkaar en schraapte zijn keel.
„Mijn problemen van de afgeloopen
dagen", zoo begon hij, sprekend als
een professor, die college geeft, «.wa
ren de toediening van het vergif en
de wijze, waarop het buisje met ver~
gif in de' hand van de vermoorde
werd gedrukt. Nu zult U zich herin,
neren, dat ik Indertijd reeds uiting
heb gegeven aan mijn twijfel of juf
frouw Sinclair werkelijk door middel
van het kopje koffie werd vergiftigd,
hoewel de koffieresten inderdaad met
Pruisisch zuur vermengd waren. Ik
sprak toen de meening uit, dat het
kopje wellicht een anderen valstrik
voor de politie zou zijn. Ik bracht
daarom nog eens een bezoek "aan het
Piccadilly Hotel, met het doej het
meisje, dat juffrouw Sinclair bediend
had. te ondervragen. Ik behoef niet
in bijzonderheden te treden omtrent
de vragen, die ik stelde; genoeg zij,
dat ik er in slaagde haar iets te laten
herinneren, dat Z1J vergeten was, n.l.
dat zij op een gegeven oogenblik een
glas met een geelachtige likeur op
het tafeltje van juffrouw Sinclair had
zien staan",
„Dat is interessant!" riep Mouse
uit. „Het is precies, zooals je gedacht
had".
„Inderdaad", zei mijnheer Chitter-
wick en gaf een verslag van het ver
haal, dat het meisje hem gedaan had.
„Dif scheen in ieder geval een punt
op te helderen", vervolgde hij. „Ik
twijfelde er namelijk niet aan, dat het
meisje het glas werkelijk gezien had
en dat dii het voorwerp was. waarin
het vergif inderdaad werd toegediend.
Maar. zooals U zult zien. plaatste dit
feit mij voor een nieuw raadsel: wie
bracht dit glas met likeur? Dat het
geen gewone serveerster geweest is,
staat wel vast. Het meisje dat juf
frouw Sinclair haar koffie bracht,
wordt door het personeel van het
Piccadilly Hotel als een soort heldin
beschouwd en zeker is. dat indien een
van de andere serveersters zou kun
nen aantoonen, ook op een of andere
wijze bij de tragedie betrokken te
zijn geweest, zij dit. onmiddellijk zou
doen, om in deze eer te kunnen dee-
len. Op grond van dezelfde overwe
ging is het ondenkbaar, dat deze ge
beurtenis door het meisje, dat er bij
betrokken was. zou zijn vergeten.
Daar staat tegenover, dat er bewijzen
voorhanden zijn. volgens welke nie-
man het tafeltje van juffrouw Sin
clair naderde, nadat de man vertrok
ken was. En de zes getuigen van Mo
resby. die d]> verklaren willen, schij
nen heel zeker van hun zaak te zijn
Ik voor mij geloof ook vast. dat zij
gelooven de waarheid te spreken.
Toch toonen de feiten aan, dat zij
zich vergissen. Hoe kan deze tegen
spraak verklaard worden9" Mijnheer
Chitterwick keek' zijn toehoorders
vragènd aan.
Judith en Mouse keken elkaar op
hun beurt aan en het was ten slotte
de laatste, die voor beiden sprak.
..Vraag het mij niet'\ zei hij hulpe
loos.
„Ik heb het mijzelf wel afge
vraagd", vervolgde mijnheer Chitter
wick. „en dat niet één maal, maar
tallooze malen. En ik moet toegeven,
dat ik oorspronkelijk het antwoord
er op niet kon vinden. Ten slotte
echter, juist toen ik op het punt stond
het hotel te verlaten, drong zich een
eigenaardige idee aan mij op. Of be
er gezegd, twee ideeën, maar deze
waren toen nog zoo mei elkaar ver
ward. dat het mij moeilijk viel ze
duidelijk te onderscheiden De eerste
was deze- Zouden deze getuigen mis
schien iets zoo gewoons gezien heb
ben. dat hun hersenen weigerden dit
te registreeren? Met andere woorden,
zouden zij gelijk hebben in hun be
wering. dat geen andere bezoeker van
het Piccadilly Hotel juffrouw Sinclair
naderde, maar ongelijk, wanneer zij
verklaren, dat geen andere per
soon zulks deed?"
Wordt vervolgd).
De batterij, welke de saluutschoten zal lossen na de blijde gebeurtenis
op het Paleis Soestdijk, is fe Baarn aangekomen. De stukken geschut worden
in stelling gebracht. (P.)
(Van een bijzoncleren medewerker)
'"POEN ik op een Maandagavond
eenigen tijd geleden de radio
aanzette werd ik getroffen door den
omroeper, die me een kroniek aan
kondigde: Dokters voor Dokters.,
maar ook voor belangstellende lee-
kcn. Natuurlijk was ik geïnteres
seerd en heb ik als arts zorgvuldig
geluisterd naar wat. volgde. Ik heb
mij verbaasd en geërgerd; verbaasd,
omdat hier fouten werden gemaakt
betreffende de woordenkeus op me
disch gebied, fouten die deden ver
moeden, dat we met een vertaling
uit het Engelsch te maken hadden;
geërgerd, door de manier waarop
het onderwerp behandeld werd. De
wijze van behandeling was Ameri.
kaansch, ingesteld op het op sensa
tie beluste publiek uit de Vereenig-
de Staten. Bovendien kwam het mij
ongelooflijk voor, dat hier iets be
sproken werd, hoorbaar voor eiken
leek. dat thuis hport in een weten
schappelijke vergadering van art
sen Wat hier in een soort van in
terview werd medegedeeld (over
encephalitis hersenontsteking) is
zeker nog niet rijp om aan de mas
sa te worden verteld, de feiten wor
den nog lang niet overal als waar.
heid erkend, terwijl de manier van
hehandeling den niet ter zake kun
dige, aanleiding gaf om foute ver
onderstellingen te maken.
Het leek me dus nuttig om deze
zaak aan een nader onderzoek te
onderwerpen. De resultaten van dit
onderzoek zijn interessant,
„Naar het Amerikaansch
DE reeks van samenspraken die
door de AVRO gebracht wordt
in de rubriek „Radioscoop" blijkt
inderdaad van Amerikaanschen
oorsprong te zijn. Doch er is nog
meer. De heer Vogt was zoo vrien
delijk om mij te woord te staan en
vertelde mij:
Het is moeilijk om hier in Neder
land doktoren bereid te vinden om
medische praatjes voor de micro.
phcon te houden. Aangezien het pu
bliek graag over den stand van de
hedendaagsche geneeskunst wil in
gelicht worden, had men hij de
AVRO uitgezien naar een andere
manier om aan de belangstelling
van dc luisteraars te voldoen. Door
een relatie uit Amerika had men
toen een aantal bundeltjes toege
stuurd gekregen van interviews wel.
ke daar voor de microfoon waren
gehouden.
De medici, die daar ondervraagd
waren behooren inderdaad tot de
besten uit de medische wereld, hoe-
we! er ook minder bekenden onder
voorkwamen De Amerikaanscbe
omroep verschilt echter sterk van
den onzen. Het geheel is daar een
commercieele instelling en wordt
gebruikt als reclame-object. De pro
gramma's daar worden aangeboden
door fabrieken en firma's, die op
deze wijze bun producten aanprij
zen. De reclame wordt verscholen
tusschen het programma ingelascht.
zoodat de argelooze luisteraar er
zonder te merken mee vergiftigd
wordt.
Reclame-programma
"T^E reeks ondervragingen op ge-
neeskundig gebied die de heer
Vogt in handen bad gekregen werd
destijds bekostigd door de firma
Lederle, een bekende Amerikaan-
sche pharmaceutische industrie Na
tuurlijk-bevatten ook zij# reclame.
De heer Vogt heeft deze interviews
ip het Ncderlandsch vertaald en
zoodanig bewerkt, dat do reclame
er uit gelaten werd Men moet be
wondering hebben voor de manier
waarop hii dit gedaan heeft als
leek in het vak.
Tot mijn spijt heb ik nog niet de
beschikking kunnen krijgen over de
oorspronkelijke Engelsche teksten,
die onder den titel ..The Doctors
talk it over" door de firma Lederle
zijr« uitgegeven. We! kreeg ik van
den directeur van de AVRO eenige
stencils van de in de rubriek „een
dokter voor dokters.... maar ook
voor belangstellende leeken" ge
houden samenspraken. Deze werden
door mii bestudeerd en versterkten
mij in mijn conclusie.
Zeer bedenkelijk
HOE zeer een leek als dc heer
Vogt en zijn medewerkers bun
best doen. zij kunnen niet voorko
men, dat er fouten in hun werk slui.
pen, aangezien zij op dit gebied
niet ter zake kundig zijn. Boven
dien is 't zeer bedenkelijk, als aan
niet-medici moet worden overgela
ten om een keus te doen uit do to
behandelen onderwerpen. ïïe^ Ame-
riaansche publiek wordt overvoerd
met sensatiewekkende pseudoweteu.
schappelijke publicaties ook op ge
neeskundig'terrein. Wij leven ge.
lukkig in een land waar zulk oen
sensatiajust niet bestaat. Er zijn
zeer veel onderwerpen waarover
h' t publiek noodig ingelicht moet
worden, of die geen gevaar kunnen
opleveren als ze besproken worden.
Ik denk bijvoorbeeld aan de immu-
nisatie tegen diphtheric, waar noo
dig eens intensieve propaganda
voor gevoerd moet worden. Het be
schrijven van een ziektebeeld als
do pernicieuse anaemiet, een soort
bloedarmoede, (vierde praatje) met
al zijn verschijnselen heeft geen zin.
Het eenige resultaat kan zijn, dat
een aantal angstige mcnschcn meent
aan deze ziekte te lijden en het toch
al zoo drukke spreekuur van hun
arts zal opzoeken. Aan ons artsen
werd niets nieuws verteld.
De heer Vogt schijnt- thans als
directeur van de Nederlandsche Ra
dio Unie op tc zullen treden. We
kunnen dus zeker zijn. dat we in
de toekomst een goeden omroep
krijgen. De heer Vogt immers is op
velerlei gebied deskundig cn zal ons
het beste geven.
Medisch gevaar
NEEN lezers, mij is het bang te
moede. Ik ben niet gerust voor
de toekomst van onzen Nederland-
scben radio.omroep, als mannen als
Vogt daar de leiding in hebben.
Deze immers heeft bewezen niet te
weten waar zijn kennis en zijn ver
mogen tot oordeclen ophouden. Ik
.acht mij niet veilig, als ik door hem
■voorgelicht en opgevoed moet wor
den, want dat immers is de taak
van een cultureele instelling zooals
de omroep behoort te zijn.
Over het. medische gevaar van
zijn rubriek voor dokters verscheen
reeds een ingezonden stuk in het
Ncderlandsch Tijdschrift voor Ge
neeskunde, dat terecht waarschuw
de tegen dergelijke uitspattingen.
Als de reeks vervolgd wordt zullen
zeker nog vele artikelen over dit
onderwerp geschreven worden. Hoe
eerder dit eindigt hoe bet©r. Het is
onjuist, dat er geen medici gévon-
den zouden kunnen worden om
voor de radio te spreken. De om
roep zal zeker Nederlandsche ge.
leerden bereid vinden om het pu
bliek op deskundige en bescheiden
wijze voor te lichten, evenals de
medici bereid zijn om voor conjinsti
tuut als do Volksuniversiteit op t©
treden.
H. L. W.
Donderdag a.s. krijgt Den Haag be
zoek van een Belgisch tooneelgezel-
schap, dat een stuk van Giraudoux
..Ondine" opvoert. Dit gezelschap,
dat in 1945 werd'opgericht ter ver
vanging van een troepje dat onder
den naam „Comédiens routiers" stad
en land aftuffe. ressorteert onder het
ministerie van Onderwijs. Het is ook
een trektheater. d.w.z. heeft geen
vasten schouwburg, maar beschikt
wel over een studio, waar jonge rnen
schen. die van de conservatoria ko
men, onder deskundige leiding een
stuk in^tudeeren en in alle onderdee-
len worden ingewijd, men speelt niet
alleen in Brussel en in de provincie
steden. maar ook in de kleinste
plaatsjes voor een publiek van mijn
werkers en boeren. Op de z.g, ,.soi-
rées de l'industrie" hebben' em
ployes uit de groote magazijnen te
gen gereduceerde prijzen toegang.
Ook voor schoolkinderen wordt ge
speeld Er wordt gezorgd voor een
goede honoreering van de spelers* en
gezonde sociale omstandigheden. Er is
een „Centre de documentation", dat
alle inlichtingen op tooneelgebied
verschaft aan wie er maar om komen.
Het gezelschap bestaat uit een
Fransche en een Vlaamsche groep,
die geheel op zichzelf staan, maar
volgens dezelfde principes werken.
DONDERDAG 23 JANUARI
HILVERSUM I 301,5 M. 7.00
Nieuws, 7.15 Ochtendgymnastiek.
10.00 Leger des Heils kwartier. 10.15
Morgendienst. 1145 Benchten uit In
donesië, 12.03 Pianorecital. 15.00 Om
roeporkest. 16.45 Beroemde koorwer
ken van groote meesters. 17.15 Mari-
nierskapel. 18.00 Orgelspel, 18.30
Strijdkrachten. 19.25 „De vaart, der
Volken". 19.45 De Regeeringsvoor-
lichtingsdienst antwoordt. 20.08 Zang
en voordrachtavond
HILVERSUM II 415.5 M. 7.00
Nieuws. 8.45 Beethovenprogr. 11.00
Benjanuno Gigli. 11.45 Uit de wereld
pers. 12.30 In 't spionnetje 12.35 Me
tropoleorkest 14.20 Tiet Noord Neder,
landsch Strijkkwartet. 15.20 ..Repri?
ses". 17.50 Het rijk over zee. 18.15
,,The Skymaster:18 45 Sportpraatje.
19.05 Gino Bordin 19.30 Radio Volks-^
muziekschool. 20.15 Het Omroep-
kamerorkest. 21.15 De" vrouw in de
wereldliteratuur VI 22.45 „Neder
land in de wereld". 23.4524.00 Roe-
meensche Zigeunermuziek.
22 JANUARI. De eerste blad
groenten, die men in hef voorjaar uij
zijn moestuin kan oogsten, zijntuin
kers. spinazie, raapstelen en snijsla.
Bijade aanschaffing van de zaden rijst
voor vele futnamateurs nog de vraag
Hoeveel zaacl heb ik noodigIn
vele gevallen worden te gr:>o/c hoe
veelheden besteld Ook worden de
zaden nog vaak veel te dichf uitge
zaaid Per vierkanten meter heeft
men 7 gram zaad noodig van de tuin
kers. 30 gram spinaz'e, 2' b gram snij
sla. 15 gram raapstelen. 5 gram radijs
en l\'z gram zomer wortelen.
S. L.