Drie verzenbundels uit den oorlog ....maar geen oorlogsverzen Première IrStt Vleesch of visch TYloohd Dokters voor Dokters, Gebreid vest voor moeder en doebter Radio-programma „Voetreis" was beter Kostbare Guarnerius voor Jo Juda Vereenzaming Microchaos onder getuige of: Medische A. V.R.O.-voorlichting Officieuze Belgische tooneelgroep TUINKALENDER Woensdag 22 Januari 1947 Tj E drie dichtbundels waar- voor ik ditmaal uw aan dacht te vragen heb, zijn onder ling zóó verschillend, dat er van behandeling onder een gemeen schappelijk aspect geen sprake kan zijn. Het eenige punt van overeenkomst ligt in het feit, dat alle drie deze bundels verzen bevatten die in de oorlogsjaren geschreven werden. Terwijl ech ter het werk van Franquinet door de ellende daarvan be- heerscht wordt, valt er bij Aafjes en Donker (althans in deze verzen) van een reactie op de bezetting niets te bespeuren. Maar verder reikt ook tusschen hen de overeenstemming niet, want Aafjes schrijft een idylle en Donker een troostelooze zelf-analyse. Bertus Aafjes Maria Sibylla Merian. (Deel 10 van „De Ce der"; J. M. Meulenhoff, Amsterdam) DIT nieuwe «jedmht van Aafjes is blijkens bet colophon" ge schreven in het voorjaar van 1945 te Terband''; dit wil dus zeggen: gedurende de laatste maanden van de Duitsche bezetting en in onmid dellijke aansluiting op „Een voet reis naar Rome", dat in den herfst en den winter van 1944 ontstond eveneens te Terband, waar de dich. ter ondergedoken was. Het behoeft on? dus niet te verwonderen, dat beide bundels nauw met elkander verwant blijken. Hoofdpersoon is echter dit maal niet de dichter zelf, maar de bloe men- en vlin- derschilderes Maria Sibylla Merian (1647 1717), die voor. al bekoord wordt door de BERTUS AAr JEs schoonheid van de veronachtzaam de „kleine" wereld van insecten cn planten. Na een verblyf in de Laba- distenkolonie te Wieuwerd in Fries land, waar zij enkel God dienen wil de, keert zij tot haar kunst terug en vestigt zich in Amsterdam. Maar haar verlangen om steeds meer van Gods wonderen te leeren kennen, drijft haar voort: „in 1699 achter, volgde zij de vlinders die zij haar zomervogeltjes noemde tot over der. ocpaan en zij drong het Suri- naamsche oerwoud binnen om daar de insectenwereld der tropen te teekenen" (aanteekening van Aaf jes) Ondanks de nauwrc verwantschap staat deze nieuwe bundel echter lang niet op het hooge peil van de Voetreis. Hij is er slechts een matte echo van. Het. krachtige rhythmi- sche accentvers maakte plaats voor eeL viervoetige jambe, het kruisen de voor een gepaard rijm. Door de ze wijziging wordt het gevaar ^or monotonie grooter, en niet altijd blijkt de dynamiek van het vers sterk genoeg om daaraan te ontko men. Meermalen ook worden wij ge troffen door „dichterlijke vrijheden" die zooals Anthonie. Donker on langs in een (ook afzonderlijk er- schenen) artikel in De Nieuwe Sfcni betoogde slechts tot de „vrijheid van den dichter behooren, wanneer zijn vers daardoor aan kracht en duidelijkheid wint. In regels als: „Hij de kleine vlieg) heeft zijn rusteloos bewegen/Tot in zijn eigen kern verlegen' en bijen die een imker uorflEn opborg in denzclfden korf' is evenwel slechts sprake van rijmnood. Ook de beeldspraak is soms onzuiverder; wat moet men zich eigenlijk voorstellen bij een laagland knielende zoover nien ziet", en bij een zeilend fregat dat ..een nest van blauwe mijlen" bouwt? Daarnaast staan ook prachtige verzen: het blijft tenslotte Bertus Aafjes die aan het woord is. Men vindt deze vooral in de beschrijving van de kleine bloemen, en insecten wereld waarnaar Sibylle's hart uit gaat. Regels als de volgende b.v. doen voor de Voetreis niet onder: Een wesp duikt in een bronzen peer; Zijn achterlijf zwalpt op en neer Van 't blindelings en koppig wroeten Sibylle raakt hem mef de voeten; Hij wordt vertoornd. De beursche vrucht Is als een kinkhoorn vol gerucht. Het is duidelijk, dat het. de we- derzijdsche verrukking om deze wereid van vergeten schoonheid is geweest, die Aafjes tot Sibylle heeft gebracht. Van haar levensge schiedenis geeft hij dan ook slechts enkele groote lijnen, niet meer dan als verbindende schakel tusschen Jo Juda. de violist, die tijdens den oorlog in Duitsche concentratiekam pen heeft gezeten en daar tal van concerten voor medegevangenen heeft gegeven, meermalen met piano begeleiding van baron Baud. secre taris van prinses Juliana, heeft een kostbare, 17de eeuwsche Guarnerius- viool ten geschenke ontvangen. In het comité, dat het initiatief nam voor deze schenking, hadden o.a. zitting dr. A. de Vledder, de heer J« J. Kloppert, oud-minister Logeman, minister Lieftinck. oud-minister van der Leeuw, minister Drees, baron van Pallandt en baron Baud. dergelijke natuurbeschrijvingen on misbaar is. Als gevolg daarvan blijft Sibylle's levensverhaal te bloedeloos om werkelijk te boeien. En ook haar religieuze ontwikke ling wordt niet genoeg uitgewerkt om to kunnen bevredigen. In het eerste deel is Sybille onvoldaan over haar teekeningen, omdat „God aan dit bedrijf geen deel" had. La ter wordt haar schilderen een slechts de dingen nogmaals noemen, Zooals God 't dier en het gewas Eens spelend noemde en het was. Hef is een stil getuignis geven Dat het haar hart niet om het even Gelaten heeft, dat Hij dit deed Dit zijn ongetwijfeld mooie regels, maar wat dit voor haar kunst nu eigenlijk wil zeggen, wat dus de zin. daarvan is, wordt ons nergens duidelijk. Ondanks voortreffelijke fragmen ten kunnen wij dezen bundel dus tocht niet anders zien dan als een te gemakkelijke herhaling van wai in de Voetreis tot een hoogtepunt vaii Aafjes poëzie had gevoerd. Anthonie Donker Het Sterrenbeeld. (Van Loghum Slat er us, Arnhem, 1946) DE verzen (grootendeels sonnet ten) die Anthonie Donker als Het Sterrenbeeld verzameldeda- teeren uit de jaren 1940—1942. Wat hij met. deze samenvattende benaming bedoelt, zet hij uiteen in een titelvers, dat wel later aan de reeks zal zijn toegevoegd. Nu hij het geheel van wat achter hem ligt. overziet, ..wordt van de zinlooze disharmonie De zin reeds zicht, baar..."; alles blijkt gericht op een bepaald einddoel. Maar: Hoezeer ook kleinste zich naar 't zelfde richt. Het openbaart zich eerst in 't eindgericht Of het een sterrenbeeld is, vasf en klaar. In de eigenlijke reeks is van dit inzicht nog geen sprake. De verzen daarvan geven uiting aan een ge voel van diep© verlorenheid en ver eenzaming, nu de liefde voorgoed dei*, dichter verlaten schijnt te heb ben. Telkens roept de eenzaamheid het beeld van de vrieskou op; nu eens in de vergelijking met een poolreiziger wiens schip vastgevro ren ligt in het ijs, dan weer in die met een scheikundige wiens ahso. lute nulpunt hier tot een absoluut eenzaamheidspunt geworden is." Maar ook deze en dergelijke beel den blijven ij] mistig, zou men bijna willen zeggen. Zij hebben veel eer een intellectueele dan een plas tische waarde, zij brengen geen beweging en geen kleur in het de solate wit van deze doode Pool we reld Slechts een heel enkele maal dringt met de herinnering aan een gelukkiger verleden („Als zij hier plotseling kwam binnenloopen") even de kleur binnen, maar «Ie kleurloosheid daarna wordt er des te grauwer door. Poëtische verrassingen zal men in dezen beklemmenden bundel te. vergeefs zoeken. Waar een enkele maal een romantisch beeld voor komt als Droomherten vluchten bij de naderingen Van stemmen en verlaten ligt de kreek, beteekent dit geen winst, maar verlies: het past hier niet, evenmin als elders het Marsman-iaanse door prof. dr. W. A. P. Smit „Stuifmeel van de sterren". De kracht van deze verzen ligt uitslui tend in hun wit-bevroren monoto. nio Terwijl zij, ieder afzonderlijk bezien, mat genoemd moeten wor den, krijgen zij met elkander daar door toch iets imposants. Maar in dit imposante schuilt de dood. Want hoe doorleefd deze bundel ook is, Donkers poezie blijkt in deze vrieskou toch niet te kunnen Ie\en: zij verijlt, verintellectuali- seert en verstart er. Hijzelf is zich daarvan trouwens bewust, zooals valt op te maken uit zijn laatste sonnet; Oofc mijn gedichten moet ik nog fe lijf Niets meer ontziend, ik weet het zelf te goed. Het is niet om de schoonheid dat ik schrijf Maar uif de bittere noodzaak dat het moet. Robert Franquinet Charaksis. (A. A. M. Stols, 's-Gra- venhage 1946) "D OBERT Franquinet noemde zijn bundel, naar een in zijn gevan genisjaren ontstaan gedicht, Cha raksis, inkrassing, ingegrift of in. gebrand merkteeken. Bedoeld wordt de diepe kras die de oorlog in de zie! van een jongere generatie heeft gekerfd. In het groote titelgedicht wordt Franquinet als door spook beelden achtervolgd door de her innering aan verwoesting, radeloos, heid, dood. In hartstochtelijke vrije verzen, die slechts zeer ten deele door strofenbouw en rijmschema worden bedwongen, probeert hij de ze obsessie onder woorden te bren gen: chaotische poëzie van een chaotischen tijd. Gewaagde, vaak slechts ten deele verantwoorde beeldspraak grillige associaties fel-plastiscbe détails woeden de bewogenheid geforceerd cy. nisme: ziedaar enkele kenmerken er van. Men kan tegen zijn verzen allerlei bezwaren aanvoeren, maar toch zit er in vele regels iets, dat ons niet loslaat: een suggestieve kracht, die sterker blijkt dan alle fouten, een meesleepende vaart, waaraan wij óns tenslotte gewonnen geven. Wij heb ben hier inderdaad te doen met poë zie zij het ook in eerf embryona- len chaotischen staat, waaruil zij eerst door louterende bezinning tot gaafheid kan worden gezuiverd. Dit alles geldt ook voor Avant Garde en Park, die echter (vooral het laatste) minder sterk zijn dan Charaksis. Behalve enkele kortere gedichten bevat de bundel vorder nog de cy clus Een najaar: herinnering aan ecu gestorven geliefde. Uiteraard is d3 toon hier veel rustiger, maar juist in deze stilte doen zich de zwakke elementen van Franquinet3 poëzie sterker gelden dan in de hartstocht van de vorige groep. Ook hier is de gedachte nog te weinig bezonken; ook hier (en dat is mijn voornaamste tyezwaar) blijkt do beeldspraak meermalen gewaagd of zelfs onjuist. Ik denk b.v. aan „de witte sneeuw der tanden" (sneeuw is een weeke substantie, die als beeld wel bij „wit" maar niet bij „tanden" p.ast), aan de kenschetsing var de zee als „het zouten zog", aan heel de beeldspraak trouwens van het op écn na laatste vers. Toen Franquinet zijn bundel Charaksis noemde, gaf hij daarmede (h eere.plaats aan het beste gedicht daaruit. Het gaat er nu om, of uit de chaotische poëzie van dit vers inderdaad een kosmos geboren wórdt. De douairières van Mayfair en de vischvrouwen van Kiddeminster staan voor het meest ingewikkelde probleem der etiquette, dat dit jaar hun waarschijnlijk bieden zal, en waarin heel Londen meeleeft. Het bezadigde blad de „Times" stelde de vraag ronduit: ,,Eet men walvisch als visch. of moet men vval- visch als een vleeschgerecht be schouwen?" Het gerecht walvisch, dat in En geland een welkome aanvulling zal beteekenen voor het kleine vleesch- rantsoen, levert op deze wijze vele moeilijkheden op. Op de eerste plaats is daar het dilemma van de huisvrouw. De „Times" schreef, dat dit probleem „de toch al zoo gespannen zenuwen van het Jonge vrouwtje, niet ten goede zou komen." Op de tweede plaats, zoo merkte het blad op, moet rekening worden gehouden met, de gevoelens van den harpoenist. Zal hij liever iager, of visccher genoemd worden? Op de derde plaats: Wie zal den walvisch verkoopen „een zeer ac tueel Juridisch vraagstuk", volgens de „Times" de vischverkooper of de slager? Volgens de „Times" zal geen en kel schrandere leerling van de la gere school, die geleerd heeft, dat een walvisch een zoogdier is, het nalaten een heibeltje te schoppen als de walvisch als vischgerecht wordt opgediend. Prijsvraag Haagsche Academie De Academie van Beeldende Kun sten te 's-Gravenhage heeft inzake de prijsvraag „Legaat Vrouwe Vigelius" een prijs toegekend aan J. Popma te Leeuwarden voor een geschilderd naakt, en aan J. H. van Ieperen te 's-Gravenhage voor de schoonste schildering in olieverf of tempera. (Slot) ZORGVULDIGER dan anders 6chminkt Alberto zich. Worden zijn hinden al koud, of verbeeldt. h:j zich dat maar Eindelijk het belletje van acht uur. Dan de stem van den regis seur: Iedereen die niet noodig is, van de Bühne! In zijn strakke tricot staat Al berto in een hoekje bleek en stil een beeld van gips. Negen uur laatste nummer voor de pauze een klop op de kleedkamerdeur van de Cancions: zij moeten op. Nog beter dan den avond van aen brand werkt Alberto aan het einde van het nummer ap plaudisseert de geldman Boele alle artisten verwij ten en bijge loof ten spijt enthousiast ach ter het reeds gesloten doek. Boele is in zijn schik: een uitverkocht huis en een topgave voorstelling. Die Alberto verstaat zijn vak! Na Boele komt nog menigeen hem de hand drukken. Iemand zegt, dat er een impresario met Europee- schen naam in de zaal zit. ver rukt van hèm, Alberto Cancion! Alberto lacht witjes onder zijn schmink wat weet men van hem af? Half tien wat duurt do pauze eindeloos Alberto kijkt de rnenschen, die rond hem staan en zitten stuk voor stuk aan nog anderhalf uur... ze moesten eens weten KWART voor tien: eindelijk de bel'! Alberto rekent nogmaals na de voorstelling- kan nooit voor elf uur geëindigd zijnDe acro baat begint in zijn dunne tricot te beven, zoodat Jane hem vraagt of hij het koud heeft. Alberto schudt van neen zeggen kan Ivij niets; hij zou willen snikken als een kind, dat men een stuk speelgoed afneemt. Het is. of alles aan hem begint te bewegen cf elk deeltje van zijn lichaam voor het laatst wil lévenIn de. verte klinkt het orkest, maar het wordt overstemd door Alber to's polshorloge, dat hij tegen ge woonte in vanavond heeft aange houden. Tikt het klokje zoo luid. of is het zijn hart? Na tuurlijk is het zijn hart, het moet van streek zijn geraakt het moet ziek zijn, hoe zou hij anders zoo plotseling, om elf uur vanavond moeten stervenHij is toch kerngezond? Zijn hart moet oor zaak worden van een zoo onbe grijpelijk einde; rijn hart of..een val? Tijd voor de finale naar de Bühne allemaal na het slot niet afgaan! De meisjes dansen reeds; daar komen de Cancions, wit 'stoer en lenig. Eindelijk de pyramideTer wijl hij naar boven klimt kijkt Alberto vlug op zijn horloge: één minuut voor elf. De trommen be ginnen te roffelen. Als jongen heeft Alberto eens een begrafenis met militaire eer gezien, daaraan denkt hij plotseling terug. -Er komt een roes over hem; alle be kende geluiden zijn heel anders van klank geworden Daar is de paukenslag: rechter been omhoog armen spreiden... Alberto is heel kalm geworden, of schoon hij zeker weet, dat hij over enkele oogenblikken dood op de Bühne zal liggen. Weer kijkt hij vluchtig op het horloge: bijna elf uur...; De muziek gaat door automatisch volbrengt Alberto zijn laatste toeren, dan valt het doek, maar het wordt onmiddel lijk weer gehaald en nog eens cn nóg eens. Aan het applaus Schijnt geen einde te zullen komen, het zwelt uit tot een donderende ova tie van de loeiende en trampelen de zaal. Hoog op zijn makkers wuift Alberto een sierlijk dank- gebaar. UVEN later staat hij tusschen zijn 'makkers op den tooneel- vloer te glimlachen. Peters komt langsloopen om hem te compli menteeren. En passant, vertelt hij dat Van der Pas een half uur voor de voorstelling begon, een paar zinkplaten op het dak van den coulissen-toren heeft gegooid. Geen lekken op een pre mière, lacht hij. Zijn dag is goed en voor Alberto is het, alsof hij opnieuw is geboren. Hij is niét gestorven Eusta- pia bleek inderdaad te hebben gefaald de eerste maal in haar leven, voor zoover Alberto, zich weet te herinneren. Met een zucht van voldoening over den goeden afloop verlaat hij het tooneel. Op het trapje overvalt hem ineens een duize ling zijn hand tast nog naar den muur, doch grijpt in de lucht. .Met een doffe slag valt de acro baat neer. Buiten dreunen elf slagen uit een kerktoren Als men Alberto heeft wegge dragen, raapt iemand zijn horloge op. dat bij den vol is losgeraakt. Het is blijven stilstaan op tien minuten over elf... HET is een merkwaardig, zij het niet onverklaarbaar verschijnsel niet onverklaarbaar verschijnsel, dat het zelfgebreide kleedingstuk op het oogenblik een rage beleeft. Jon ge moeders die nog nooit e-en brei pen in de hand hebben gehad maken nu onder leiding van Oma of een vriendelijke kennis de snoezigste baby-pakjes, moeders van opgroeien de kinderen halen oud breiwerk uit om er een warme trui of een .wollen rokje van te maken voor haar sprui ten, die zoo langzamerhand overal uitgegroeid zijn. en werkende vrou wen benutten hun snipperuren om een kantoor-vest of een paar hand schoenen te breien. Er is inderdaad weer wat wol op de punten te koop, van goede kwa liteit en in alle mogelijke kleuren, en nog altijd maken wij van oud weer nieuw, zoodat er. alles samengeno men. weer aardig wat materiaal voorradig is, en we zoowel voor ba by als voor de grooteren weer een breiwerkje kunnen opzetten. Het wordt, dus tijd. weer regelmatig brei" patronen te geven en we begin nen dan vandaag met een vestje, dat even geschikt is voor do bak- visch als voor haar moeder. Het vestje kan van dikke wol ge breid heel goed alleen gedragen worden, en gebreid van dunne wol over een sportblouse of andere hoog gesloten blouse. Het patroon is heel eenvoudig. Het onderste gedeelte en de zak ken zijn uitgevoerd in tricotsteek (1 pen recht, 1 pen averecht). Dan vol gen op taillehoogte ongeveer 7 cm steeds afwisselend 2 recht 1 ave recht, vervolgens een gedeelte 5 recht 1 averecht en tot slot het schouderpasje weer 2 recht 1 ave recht. Ook de mouwen hebben, een boord- en pasgedeelte in 2 recht-1 averecht-patroon. ZWEMMEN De internationale zwembond dc FINA. heeft zijn leden toegestaan de betrekkingen op sportgebied met Oos tenrijk, Hongarije. Italië, Finland. Bulgarije en Roemenie te hervatten. Feuilleton door Anthony Berkely 72 TEN slotte waren het Judith en Mouse zelf, die het probleem voor hem oplosten door op den mor. g'en van den vierden dag in Chiswick te verschijnen. Zoodra mijnheer Chit- terwick hen zag, wist hij wat hij te doen had: hun alles omtrent zijn nieuwe theorie, hoe de misdaad zich had afgespeeld, te vertellen, zonder echter zijn opinie kenbaar te maken, dat hij den persoon, die voor den moord aansprakelijk was, waarschijn, lijk ontdekt had. Hoe eenvoudig! Na de lunch noodigde hij zijn gas ten uit. hem naar de studeerkamer van zijn tante te volgen. Daar bood hij Judith en Mouse een stoel aan, ging zelf achter het bureau van zijn tante zitten, sloeg zijn beenen over elkaar en schraapte zijn keel. „Mijn problemen van de afgeloopen dagen", zoo begon hij, sprekend als een professor, die college geeft, «.wa ren de toediening van het vergif en de wijze, waarop het buisje met ver~ gif in de' hand van de vermoorde werd gedrukt. Nu zult U zich herin, neren, dat ik Indertijd reeds uiting heb gegeven aan mijn twijfel of juf frouw Sinclair werkelijk door middel van het kopje koffie werd vergiftigd, hoewel de koffieresten inderdaad met Pruisisch zuur vermengd waren. Ik sprak toen de meening uit, dat het kopje wellicht een anderen valstrik voor de politie zou zijn. Ik bracht daarom nog eens een bezoek "aan het Piccadilly Hotel, met het doej het meisje, dat juffrouw Sinclair bediend had. te ondervragen. Ik behoef niet in bijzonderheden te treden omtrent de vragen, die ik stelde; genoeg zij, dat ik er in slaagde haar iets te laten herinneren, dat Z1J vergeten was, n.l. dat zij op een gegeven oogenblik een glas met een geelachtige likeur op het tafeltje van juffrouw Sinclair had zien staan", „Dat is interessant!" riep Mouse uit. „Het is precies, zooals je gedacht had". „Inderdaad", zei mijnheer Chitter- wick en gaf een verslag van het ver haal, dat het meisje hem gedaan had. „Dif scheen in ieder geval een punt op te helderen", vervolgde hij. „Ik twijfelde er namelijk niet aan, dat het meisje het glas werkelijk gezien had en dat dii het voorwerp was. waarin het vergif inderdaad werd toegediend. Maar. zooals U zult zien. plaatste dit feit mij voor een nieuw raadsel: wie bracht dit glas met likeur? Dat het geen gewone serveerster geweest is, staat wel vast. Het meisje dat juf frouw Sinclair haar koffie bracht, wordt door het personeel van het Piccadilly Hotel als een soort heldin beschouwd en zeker is. dat indien een van de andere serveersters zou kun nen aantoonen, ook op een of andere wijze bij de tragedie betrokken te zijn geweest, zij dit. onmiddellijk zou doen, om in deze eer te kunnen dee- len. Op grond van dezelfde overwe ging is het ondenkbaar, dat deze ge beurtenis door het meisje, dat er bij betrokken was. zou zijn vergeten. Daar staat tegenover, dat er bewijzen voorhanden zijn. volgens welke nie- man het tafeltje van juffrouw Sin clair naderde, nadat de man vertrok ken was. En de zes getuigen van Mo resby. die d]> verklaren willen, schij nen heel zeker van hun zaak te zijn Ik voor mij geloof ook vast. dat zij gelooven de waarheid te spreken. Toch toonen de feiten aan, dat zij zich vergissen. Hoe kan deze tegen spraak verklaard worden9" Mijnheer Chitterwick keek' zijn toehoorders vragènd aan. Judith en Mouse keken elkaar op hun beurt aan en het was ten slotte de laatste, die voor beiden sprak. ..Vraag het mij niet'\ zei hij hulpe loos. „Ik heb het mijzelf wel afge vraagd", vervolgde mijnheer Chitter wick. „en dat niet één maal, maar tallooze malen. En ik moet toegeven, dat ik oorspronkelijk het antwoord er op niet kon vinden. Ten slotte echter, juist toen ik op het punt stond het hotel te verlaten, drong zich een eigenaardige idee aan mij op. Of be er gezegd, twee ideeën, maar deze waren toen nog zoo mei elkaar ver ward. dat het mij moeilijk viel ze duidelijk te onderscheiden De eerste was deze- Zouden deze getuigen mis schien iets zoo gewoons gezien heb ben. dat hun hersenen weigerden dit te registreeren? Met andere woorden, zouden zij gelijk hebben in hun be wering. dat geen andere bezoeker van het Piccadilly Hotel juffrouw Sinclair naderde, maar ongelijk, wanneer zij verklaren, dat geen andere per soon zulks deed?" Wordt vervolgd). De batterij, welke de saluutschoten zal lossen na de blijde gebeurtenis op het Paleis Soestdijk, is fe Baarn aangekomen. De stukken geschut worden in stelling gebracht. (P.) (Van een bijzoncleren medewerker) '"POEN ik op een Maandagavond eenigen tijd geleden de radio aanzette werd ik getroffen door den omroeper, die me een kroniek aan kondigde: Dokters voor Dokters., maar ook voor belangstellende lee- kcn. Natuurlijk was ik geïnteres seerd en heb ik als arts zorgvuldig geluisterd naar wat. volgde. Ik heb mij verbaasd en geërgerd; verbaasd, omdat hier fouten werden gemaakt betreffende de woordenkeus op me disch gebied, fouten die deden ver moeden, dat we met een vertaling uit het Engelsch te maken hadden; geërgerd, door de manier waarop het onderwerp behandeld werd. De wijze van behandeling was Ameri. kaansch, ingesteld op het op sensa tie beluste publiek uit de Vereenig- de Staten. Bovendien kwam het mij ongelooflijk voor, dat hier iets be sproken werd, hoorbaar voor eiken leek. dat thuis hport in een weten schappelijke vergadering van art sen Wat hier in een soort van in terview werd medegedeeld (over encephalitis hersenontsteking) is zeker nog niet rijp om aan de mas sa te worden verteld, de feiten wor den nog lang niet overal als waar. heid erkend, terwijl de manier van hehandeling den niet ter zake kun dige, aanleiding gaf om foute ver onderstellingen te maken. Het leek me dus nuttig om deze zaak aan een nader onderzoek te onderwerpen. De resultaten van dit onderzoek zijn interessant, „Naar het Amerikaansch DE reeks van samenspraken die door de AVRO gebracht wordt in de rubriek „Radioscoop" blijkt inderdaad van Amerikaanschen oorsprong te zijn. Doch er is nog meer. De heer Vogt was zoo vrien delijk om mij te woord te staan en vertelde mij: Het is moeilijk om hier in Neder land doktoren bereid te vinden om medische praatjes voor de micro. phcon te houden. Aangezien het pu bliek graag over den stand van de hedendaagsche geneeskunst wil in gelicht worden, had men hij de AVRO uitgezien naar een andere manier om aan de belangstelling van dc luisteraars te voldoen. Door een relatie uit Amerika had men toen een aantal bundeltjes toege stuurd gekregen van interviews wel. ke daar voor de microfoon waren gehouden. De medici, die daar ondervraagd waren behooren inderdaad tot de besten uit de medische wereld, hoe- we! er ook minder bekenden onder voorkwamen De Amerikaanscbe omroep verschilt echter sterk van den onzen. Het geheel is daar een commercieele instelling en wordt gebruikt als reclame-object. De pro gramma's daar worden aangeboden door fabrieken en firma's, die op deze wijze bun producten aanprij zen. De reclame wordt verscholen tusschen het programma ingelascht. zoodat de argelooze luisteraar er zonder te merken mee vergiftigd wordt. Reclame-programma "T^E reeks ondervragingen op ge- neeskundig gebied die de heer Vogt in handen bad gekregen werd destijds bekostigd door de firma Lederle, een bekende Amerikaan- sche pharmaceutische industrie Na tuurlijk-bevatten ook zij# reclame. De heer Vogt heeft deze interviews ip het Ncderlandsch vertaald en zoodanig bewerkt, dat do reclame er uit gelaten werd Men moet be wondering hebben voor de manier waarop hii dit gedaan heeft als leek in het vak. Tot mijn spijt heb ik nog niet de beschikking kunnen krijgen over de oorspronkelijke Engelsche teksten, die onder den titel ..The Doctors talk it over" door de firma Lederle zijr« uitgegeven. We! kreeg ik van den directeur van de AVRO eenige stencils van de in de rubriek „een dokter voor dokters.... maar ook voor belangstellende leeken" ge houden samenspraken. Deze werden door mii bestudeerd en versterkten mij in mijn conclusie. Zeer bedenkelijk HOE zeer een leek als dc heer Vogt en zijn medewerkers bun best doen. zij kunnen niet voorko men, dat er fouten in hun werk slui. pen, aangezien zij op dit gebied niet ter zake kundig zijn. Boven dien is 't zeer bedenkelijk, als aan niet-medici moet worden overgela ten om een keus te doen uit do to behandelen onderwerpen. ïïe^ Ame- riaansche publiek wordt overvoerd met sensatiewekkende pseudoweteu. schappelijke publicaties ook op ge neeskundig'terrein. Wij leven ge. lukkig in een land waar zulk oen sensatiajust niet bestaat. Er zijn zeer veel onderwerpen waarover h' t publiek noodig ingelicht moet worden, of die geen gevaar kunnen opleveren als ze besproken worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de immu- nisatie tegen diphtheric, waar noo dig eens intensieve propaganda voor gevoerd moet worden. Het be schrijven van een ziektebeeld als do pernicieuse anaemiet, een soort bloedarmoede, (vierde praatje) met al zijn verschijnselen heeft geen zin. Het eenige resultaat kan zijn, dat een aantal angstige mcnschcn meent aan deze ziekte te lijden en het toch al zoo drukke spreekuur van hun arts zal opzoeken. Aan ons artsen werd niets nieuws verteld. De heer Vogt schijnt- thans als directeur van de Nederlandsche Ra dio Unie op tc zullen treden. We kunnen dus zeker zijn. dat we in de toekomst een goeden omroep krijgen. De heer Vogt immers is op velerlei gebied deskundig cn zal ons het beste geven. Medisch gevaar NEEN lezers, mij is het bang te moede. Ik ben niet gerust voor de toekomst van onzen Nederland- scben radio.omroep, als mannen als Vogt daar de leiding in hebben. Deze immers heeft bewezen niet te weten waar zijn kennis en zijn ver mogen tot oordeclen ophouden. Ik .acht mij niet veilig, als ik door hem ■voorgelicht en opgevoed moet wor den, want dat immers is de taak van een cultureele instelling zooals de omroep behoort te zijn. Over het. medische gevaar van zijn rubriek voor dokters verscheen reeds een ingezonden stuk in het Ncderlandsch Tijdschrift voor Ge neeskunde, dat terecht waarschuw de tegen dergelijke uitspattingen. Als de reeks vervolgd wordt zullen zeker nog vele artikelen over dit onderwerp geschreven worden. Hoe eerder dit eindigt hoe bet©r. Het is onjuist, dat er geen medici gévon- den zouden kunnen worden om voor de radio te spreken. De om roep zal zeker Nederlandsche ge. leerden bereid vinden om het pu bliek op deskundige en bescheiden wijze voor te lichten, evenals de medici bereid zijn om voor conjinsti tuut als do Volksuniversiteit op t© treden. H. L. W. Donderdag a.s. krijgt Den Haag be zoek van een Belgisch tooneelgezel- schap, dat een stuk van Giraudoux ..Ondine" opvoert. Dit gezelschap, dat in 1945 werd'opgericht ter ver vanging van een troepje dat onder den naam „Comédiens routiers" stad en land aftuffe. ressorteert onder het ministerie van Onderwijs. Het is ook een trektheater. d.w.z. heeft geen vasten schouwburg, maar beschikt wel over een studio, waar jonge rnen schen. die van de conservatoria ko men, onder deskundige leiding een stuk in^tudeeren en in alle onderdee- len worden ingewijd, men speelt niet alleen in Brussel en in de provincie steden. maar ook in de kleinste plaatsjes voor een publiek van mijn werkers en boeren. Op de z.g, ,.soi- rées de l'industrie" hebben' em ployes uit de groote magazijnen te gen gereduceerde prijzen toegang. Ook voor schoolkinderen wordt ge speeld Er wordt gezorgd voor een goede honoreering van de spelers* en gezonde sociale omstandigheden. Er is een „Centre de documentation", dat alle inlichtingen op tooneelgebied verschaft aan wie er maar om komen. Het gezelschap bestaat uit een Fransche en een Vlaamsche groep, die geheel op zichzelf staan, maar volgens dezelfde principes werken. DONDERDAG 23 JANUARI HILVERSUM I 301,5 M. 7.00 Nieuws, 7.15 Ochtendgymnastiek. 10.00 Leger des Heils kwartier. 10.15 Morgendienst. 1145 Benchten uit In donesië, 12.03 Pianorecital. 15.00 Om roeporkest. 16.45 Beroemde koorwer ken van groote meesters. 17.15 Mari- nierskapel. 18.00 Orgelspel, 18.30 Strijdkrachten. 19.25 „De vaart, der Volken". 19.45 De Regeeringsvoor- lichtingsdienst antwoordt. 20.08 Zang en voordrachtavond HILVERSUM II 415.5 M. 7.00 Nieuws. 8.45 Beethovenprogr. 11.00 Benjanuno Gigli. 11.45 Uit de wereld pers. 12.30 In 't spionnetje 12.35 Me tropoleorkest 14.20 Tiet Noord Neder, landsch Strijkkwartet. 15.20 ..Repri? ses". 17.50 Het rijk over zee. 18.15 ,,The Skymaster:18 45 Sportpraatje. 19.05 Gino Bordin 19.30 Radio Volks-^ muziekschool. 20.15 Het Omroep- kamerorkest. 21.15 De" vrouw in de wereldliteratuur VI 22.45 „Neder land in de wereld". 23.4524.00 Roe- meensche Zigeunermuziek. 22 JANUARI. De eerste blad groenten, die men in hef voorjaar uij zijn moestuin kan oogsten, zijntuin kers. spinazie, raapstelen en snijsla. Bijade aanschaffing van de zaden rijst voor vele futnamateurs nog de vraag Hoeveel zaacl heb ik noodigIn vele gevallen worden te gr:>o/c hoe veelheden besteld Ook worden de zaden nog vaak veel te dichf uitge zaaid Per vierkanten meter heeft men 7 gram zaad noodig van de tuin kers. 30 gram spinaz'e, 2' b gram snij sla. 15 gram raapstelen. 5 gram radijs en l\'z gram zomer wortelen. S. L.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2