„Sla de wolven, herder
een boeiend verhaal
Democratie kan samengaan
met sterk gezag
Duitschland voor vele
jaren uitgeschakeld
TVLoohd
Een kleurige roman over den
Babylonischen voortijd
Radio-programma
Selectie moet de meeste
aandacht hebben
Theun de Vries op zijn
hoogtepunt
D'
Op iedere plaats de
beste man
onder getuige
,Van Hollywood
naar Java
2
Donderdag 6 Februari 1947
r)E eerste druk van Theun de Vries' lijvigen „roman uit den Babylo-
nischen voortijd" is blijkbaar zoo spoedig uitverkocht geweest,
dat eerst een exemplaar van de tweede oplage mij ter bespreking be
reiken kon. En dit succes is alleszins verdiend, want de schrijver staat
hier inderdaad on een hoogtepunt van zijn kunnen.
Het verleden heeft steeds een grootc aantrekkingskracht op Theun
de Vries uitgeoefend. Nog onlangs schreef dr. P. Minderaa over hem:
„hij weet op betooverendc wijze In z\jn milieuschilderingen de sfeer van
tijd en plaats op te roepen, of het nu het Londen van Shakespeare is,
het Amsterdam in de ellende der bezetting of Guadeloupe ten tijde der
Fransche revolutie" Wij zouden daar nog aan willen toevoegen:
ofShirpurla omstreeks 2500 jaar vóór Christus' geboorte'
TN De Vries' historische herschcp-
pingen domineert de verbeelding.
Uitgaande van wat zjjn studie hem
aan feitenmateriaal heeft opgele
verd, laat hg zijn fantasie vr(j spel
bij het interpreteeren daarvan, het
aanvullen van het ontbrekende, en
het uitbouwen van het geheel tot
een boeiende eenheid. Natuurlijk
zijn aan deze methode bezwaren
verbonden. De verbeelding kan dus
danig gaan overheerschen, dat de
historische juistheid, in het bijzon
der teil aanzien van bepaalde per
soonlijkheden, in hot gedrang komt;
zoo is cr b.v. bezwaar gemaakt te
gen zijn conceptie van Rembrandt
in den roman van dien naam. Maar
juist daarom biedt een onderwerp
als hij hier gekozen heeft, hem bij
zondere kansen. Er is van koning
Urukagina, den prae-historischen
hervormer van Shirpurla, slechts
zeer weinig bekend, zoodat Do Vries'
vrijheid om te interpreteeren en
verbeeldend aan te vullen, vrijwel
onbeperkt bleef. Hij hoeft daarvan
gebruik gemaakt op een wijze die
bewondering afdwingt.
Ik ben geen kenner der oud-Baby-
Ionische geschiedenis, en dus niet
bevoegd den historischen achter
grond van dezen roman naar zijn
juistheid te beoordcelen noch wat
de zakel\jke feiten, noch wat de
maatschappelijke en cultureele toe
standen betreft. Uit de histonscho
toelichting van Theun de Vries
maak ik echter op, dat er niet veel
meer met zekerheid vast staat dan
dat er in de stad-staat Shirpurla
(aan den benedenloop van Eufraat
en Tigris) een koning Urukagina
geweest is, die als sociaal hervor
mer optrad en aan wiens ryk na
enkele jaren door den koning van
het naburige Umma een einde werd
door
prof. dr. W. A. P. Smit
gemaakt. De afkomst van dezen
Urukagina ligt evenzeer in het duis
ter als de motleven die hem tot zjjn
hervormingen drongen.
Hier vult echter Theun de Vries
de geschiedenis aan. Zijn verbeel
ding zoekt den latercn koning op
als kind, volgt hem als jongen man
in zjjn wisselvallige loopbaan, legt
de oorzaken bloot die hem tot her
vormer maken mocHteu. En dat
alles wordt een zeldzaam kleurig
en boeiend verhaal.
Volgens deze verbeelding ls Uru
kagina de zoon van een tempel
meisje uit Nippur en een onbeken
den vader. Na den dood van zyn
moeder verkoopt z\jn schriele groot
vader hem als slaaf aan den tempel,
maar de kleine jongen weet tijdens
een transport te ontvluchten. Hij
wordt opgenomen in een herders-
dorp, waar een oude Zarzari als zyn
pleegvader optreedt. Daar groeit
Urukagina op tot jongen man: h\j
verslaat er zjjn eersten wolf, hij be
leeft er zijn eerste groote liefde.
Prachtige beschrijving
beschrijving van dit primi
tieve herdersleven behoort tot
de mooiste gedeelten van den
roman. Meesterlijk wordt de Rang
der seizoenen uitgebeeld; wjj bele
ven werkelijk den haast ondraag-
lijken winter, de korte bedwelmende
lente, den verschrooienden zomer,
met deze herders mee, in al hun
afhankelijkheid daarvan. Prachtig
is ook de wcergavo van de pasto
rale idylle die Urukagina beleeft
met de kleine Thuaa, die ten slotte
zijn vrouw wordt.
Aan deze pastorale komt
plotseling een einde, wanneer
Urukagina den ontijdigen dood
van Thuaa op den schuldigen
dorpspriester wreekt. Opnieuw
moet hij vluchten; eerst koirit
hij als arbeider torecht op een uit
gestrekt boerenbedrijf, dan trekt hij
als kameeldrijver met een lvravaan
mee; onderweg redt hjj het leven
van een edelman, wordt door dezen
als zoon aangenomen en krygt
daardoor toegang tot de hofkringen
van Shirpurla waar hij verstrikt
raakt in dc intriges tusschen de
twee groote parttfen.
De beschrijving van den kara-
vaantocht naar het onbeschaafde
-rooversnest Awan, ver in de bergen
van Elam, is weer even suggestief
Vloggcnparade voor dc manschap
pen der saluuf-batterij 1-R.V.A. te
Baarn P
als de evocatie van het herders
leven in de steppen. Minder ge
slaagd is daarentegen dc weergave
van do reis die Urukagina, als
koninklijk opziener over de wollc-
vering, door de buitengewesten
maakt. Hier doet zich overigons
voor het eerst een motief gelden,
dat hem straks tot hervormer
maken zal. Doordat hij zeil' als her
der en arbeider heeft geleefd, kent
hij uit eigen ondervinding den bijna
ondraaglijkcn last, die de heffingen
voor schatkist en tempel voor de
lagere standen betcekenen. Hjj
tracht daarom rechtvaardig en
barmhartig te zijn, maar laat zich
zoodoende tot eigenmachtige beslis
singen verleiden waardoor de tem
peldienaars zich tekort gedaan
voelen: na zjjn terugkeer in dc
hoofdstad wordt hij aangeklaagd
wegens misbruik van bevoegd
heid. Intusschen heeft hij op
dezen tocht ook de liefde gevon
den van de hartstochtelijke „goud-
huidige" Shaksagh, de rijke bezit
ster van een uitgestrekt boeren
bedrijf. In een huwelijk met haar
vindt hij een nieuw geluk, als ten
gevolge van een paleisrevolutie in
Shirpurla zijn pleegvader omkomt
en hjj zelf moet vluchten.
Na hoveling... boer
Na herder, kameeldrijver en ho
veling geweest te zijn, wordt Uru
kagina dus boer. Een nieuw gebied
van verbeelding ligt voor De Vries
open, die ons op deze wijze achter
eenvolgens met alle aspecten der
oud-Shumcrische maatschappij in
aanraking kan brengen. De teeke-
ning van dit boerenleven blijft
overigons vrij mat. Het verhaal
verliest tijdelijk zijn vaart, zooals
vrijwel stoeds bjj De Vries, wan
neer uiterlijke gebeurtenissen
schaarsch zijn en dc aandacht zich
op do innerlijke ontwikkeling con
centreert. Als zich buitengewone
omstandigheden voordoen, komt
echter ook dc roman snel weer op
drift: een zandstorm vernielt -den
oogst en doodt het vee; de nieuwe
machthebbers in Shirpurla weige
ren allen steun dio niet contant be
taald wordt. Dan stelt Urukagina
zich aan het hoofd der wanhopige
boeren en neemt met geweld wat
voor hun redding noodzakelijk is.
Voor het eerst spreekt hij te
genover hen zjjn ideaal uit: „Wij
begeeren geen welstand voor
de enkelingen, maar voor al
len. Alleen die keuze rest ons; en
wjj moeten weten dat zij ons niet
alleen rest om onze buiken opnieuw
te kunnen vullen, maar als het be
gin voor een ander bewind, een
nieuw rijk, een leven waarin de
grenzen tusBchen enkeling en velen
zijn uitgewist, zooals hier door den
honger". En het antwoord van de
toegesprokenen is de schrille I
kreet die aan den roman ziin titel
gegeven heeft: „Herder! herder! Ga
ons voor, herder der armen! Ver
jaag den boozen hongerduivcl van
ons gebied! Voer ons aan tegen de
wolven! Sla de wolven, herder!"
Rijk der berechting
URUKAGINA redt op deze
wijze inderdaad do boeren,
maar zelf valt hjj in een hinderlaag
en wordt gevankelijk naar Shir
purla gevoerd. Een verschrikkelijke
dood zal zijn straf zijn; maar als
bijtende hoon voor Urukagina's
ideaal van een ,rijk der gerechtig
heid" maakt de patesi (koning)
hem op den Nieuwjaarsdag voor
2-1 uur tot Nieuwjaarskoning; spot
koning van het gemeen der stad. In
do beschrijving van dit woelige
feest, waarvan Urukagina's vrien
den gebruik maken om. een omwen
teling te bewerken, bereikt de ro
man opnieuw een hoogtepunt. Voor
treffelijk wordt aangegeven, hoe
het volk steeds meer in beweging
komt; overal onder de menigte
herkent Urukagjna zijn makkers
van het boerenland: „Zij schreeuw
den iets, dat hjj niet verstond. Het
schreeuwen kaatste van man naar
man. het werd oorverdoovend en
vormloos, aleer hij cindeljjk den wa-
penroep vernam, die hem altoos
door merg en been was gegaan, en
die nu door do duizenden werd aan
geheven. Herder! herder! Sla de
wolven, herder!"
Zoo wordt Urukagina koning. En
onmiddellijk tracht hjj zijn rjjk van
gerechtigheid en geluk te grond
vesten, waarin dc massa niet meer
ter wille van de enkelingen zal
worden onderdrukt en uitgezogen.
Dc lagere klassen beleven een tijd
van ongekenden voorspoed, maar de
hoogere standen zijn den indringer
koning allesbehalve welgezind en in
trigeeren voortdurend tegen hem.
Urukagina voelt zich teleurgesteld
door hun wanbegrip en zijn toene
mende eenzaamheid. Voor zijn
vrienden is hij nu in de eerste plaats
de koning; voor Shaksagh heeft hij
niet voldoenden tjjd meer, zoodat zij
van hem vervreemdt; zjjn dochter
Amat-Bau wordt hem door de
priesters ontnomen, die haar aan
wijzen als de bruid der godheid:
zoo heilig dat zelfs haar eigen
ouders haar niet meer kennen mo
gen. Alleen op Bada kan hij steu
nen: een geheimzinnige rondtrek
kende schoolmeester met het uiter
lijk van een schildpad, die als het
ware dc personificatie van Uruka
gina's roeping is en de derde vader
figuur die zijn leven beheerscht.
Nazi-Duitschland?
T NTUSSCHEN bereidt de patesi
van Umma een grooten verove
ringstocht voor, die tenslotte tot
oorlog leidt. Meesterlijk is weer de
beschrjjving van den nacht, waarin
deze Lugal-zaggisi de goden raad
pleegt en zich van hun goede ge
zindheid overtuigt; voortreffelijk
eveneens de wapenschouw die daar
op volgt. Theun de Vries heeft hicr:
bij zonder eenigen twjjfel aan Nazi-
Duitschland gedacht: de parallellen
zijn te opmerkelijk om toevallig te
kunnen zijn. Zij gelden ook voor
Urukagina's rijk. Want wanneer de
overval plaats vindt, is dit onvol
doende voorbereid om weerstand te
bieden, en in een bloedigen slag
gaat de schepping van Urukagina
ten onder. Bada had dit reeds voor
zien: „Wie weet", zegt hij ergens,
,,be:i je toch nog te vroeg, en wordt
het anderen, na ons. pas gegeven,
denken en handelen te vereenigen".
De politieke overtuiging van
Theun de Vries speelt in dozen ro
man een voorname rol. In den Ba
bylonischen voortjjd .getranspo
neerd, herleeft de klassenstrijd in
de tegenstelling tusschen schapen
en wolven. Urukagina's idealen zijn
communistisch getint. En ook in
het „fascistische" Urrmia werd het
heden naar het verre verleden ge
transponeerd. Dc groote verdienste
van het boek is echter, dat ondanks
al deze retro-projcctics toch ner
gens dc logische gang van het ver
haal wordt geforceerd.
Wjj zagen reeds, dat de uiterlijke
ontwikkeling van Urukagina ster
ker geteekend is dan de innerlijke.
Wat J. A. Rispens in zijn mooie
„Richtingen en Figuren in de Ne-
dorlandscho letterkunde na 1S80"
over De Vries' „Rembrandt" zegt
(„De beschrijvingen zijn vaak top
zwaar ten opzichte van de persoons
verbeeldingen. want de Vries' talent
Is vooral op het ujterlijke gericht,
vandaar zijn voorliefde voor het he
vige en giganteske") geldt ook hier.
Het is dan ook niet zoozeer de
hoofdpersoon als wel het totaal
beeld van maatschappij en leven in
dien verren oertijd, dat zich in onze
herinnering vastzot. In de evocatie
daarvan heeft Theun de Vries on
getwijfeld iets groots bereikt: een
triumf van zijn aanvullende en her
scheppende verbeelding.
Theun de Vries - Sla de wol-
von, herder! (Van Loghum Slate
rus, Arnhem 1946).
Gisteren zijn de dirigent
(Jean Giardino) en leden van het
„Orchesire Colonne" te Parijs in
Den Haag gearriveerd, om hier te
lande enkele concerten to geven-
Vanavond het eerste in hot Ge
bouw voor K- en W. te Den Haag.
VRIJDAG 7 FEBR.
HILVERSUM I 301,5 M. 7.00
Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek.
8.15 „Pluk den deg". 9.00 Uit onzen
muziekkalender. 10.25 Pianokwin
tet in A gr. t. op. 114. 11.45 Berich
ten uit Indonesië. 14.00 Het Rotter-
damsch Philharmonisch Orkest.
14.30 „Het eeuwige masker". 15.10
„Louise", opera. 17.15 Composities
van Dopper. 17.45 „Wat het buiten
land leest". 18.00 „Drie eeuwen
Fransche balletmuziek". 1 18.30
Strijdkrachten. 20.15 Radio Phil
harmonisch Orkest,, 21.00 „Maria
van Reigersbergh". Luisterspel.
22.35 Liederen van Haydn en Beet
hoven.
HILVERSUM II 416,5 M. 7.00
Nieuws. 8.18 Opera programma.
9 00 L'Orchestre de l'Assooiation
des Concerts Lamoureux. 10.20 „De
kapper en de (nieuwe) zakelijk
heid". 12.00 Jaap schröder, viool;
Joan Antonietti, piano. 12.30 Sport
agenda. 14.20 Schumann-Erahms-
programma. 15.20 Fragmenten uit
„De Dame met de Lamp". 17.30 Mu
zikaal babbeltje. 19.00 Denk om de
bocht! 20 05 Nieuwe Fransche lie
deren. 21.30 Bultenlandsch week
overzicht. 22.15 Jazz-uitzending.
23.1524.00 Symphonisch Vrijdag-
avondconcert.
Brandend probleem
in Europa
14/ vragen opnieuw de
aandacht voor het
brandende probleem in Eu
ropa en de wereld: DUITSCH
LAND. Kan Duitschland binnen
afzienbaren tijd opnieuw een ge
vaar worden voor Europa en de
■wereld, zooals het dit na 19 IS
opnieuw is gewordenWij heb
ben van één onzer medewerkers,
die het Duitsche volk en de ver
houdingen in Duitschland vóór
1030 en thans heel goed kent,
een antwoord ontvangen op deze
vraagdie ons allen bezig houdt
Wij zullen dit antwoord, in een
paar artikelen verwerktin de
komende dagen ter kennis van
onze lezers brengenomdat wij
van meening zijndat zij juist op
dit oogenblik, nu de gedelegeer
den van de Groote Vier" in
Londen bijeen zijn, vu ook onze
regeering haar standpunt, in een
memorandum heeft bekend Op
maakt, over niet genoeg gege
vens kunnen beschikkenniet
genoeg opvattingen van anderen
hunnen hoor en om zich een eigen
meening over dit moeilijke
vraagstuk te kunnen vormen
I
HET geloof en de vrees, die er in de wereld bestaan, dat
Duitschland in afzienbaren tijd opnieuw een bedreiging voor
den vrede zou kunnen vormen, berust op de herinnering aan de
haast verbluffende wijze, waarop dit land zich na den Eersten
Wereldoorlog van de gevolgen hiervan heeft weten te herstellen,
om vervolgens onder leiding van de Nazi's tot een gevaar voor
de menschheid te worden.
leeet over de verwoesting van be
paalde industriecomplexen, zich
onwillekeurig toch wel eens af
vraagt: „wat verstaat men eigen
lijk onder oorlogsindustrie?"
Vooral wanneer hij bedenkt, dat
in den laatsten oorlog, die altijd
zoo nadrukkelijk een totalen oor
log heet. in feite het gehecle ap
paraat van de industrie werd
iugeschakeld.
De foto's welke van de Ëngelsche koninklijke familie aan boord van het
slagschip „Vanguard", dat op weg naar Zuid-Afrika is, werden gemaakt,
zijn per helicopter van boord gehaald om naar Engeland te worden ge
bracht. Het moment, waarop het vliegtuig landt op het dek van den
oorlogsbodem(P.)
T^VEZE mogelijkheid is echter,
menschelijkerwijs gesproken,
ditmaal uitgesloten. Het Duitsch
land van nu kunnen we onmoge
lijk met dat van 1919 vergelijken,
liet laatste was wel uitgeput,
maar zeker niet vernietigd,
'maar dat van heden ligt zoo „to
taal" fcgen den grond cn in puin,
dat we aan een herstel u i t c i g e n
kracht niet meer hoeven te
denken.
De omstandigheid, dat «en de
bepalingen van de overeenkomst
van Potsdam, die de eenheid van
het Duitsche economisch leven in
stand bedooldcn te houden, door
dö bezettende machten niet de
hand is gehouden heeft al direct
catastrofale gevolgen gehad; even
fataal heeft de ontmanteling van
een aantal voor het. economisch
leven onmisbare industrieën ge
werkt, waarmede men in ieder
govol tot voor kort nog steeds
doorging. Men kan hier tegen aan
voeren, dat de oorlogsindustrie
moot worden vernietigd, wanneer
men zich wil hoeden voor een
nieuwe Duitsche agressie. Zeker,
maar dit neemt niet weg. dat een
mensch, wanneer hij hoort of
y De Berlijnsche bevolking in den
leeftijd van 14—60 jaar is tijdens
,l (le oorlogsjaren gedaald van
m 72 tot 64 van de totale be-
jjj volhing. Het aantal mannen ver-
I minderde van 715.000 tot
230.000het aantal vrouwen van j
800.000 tot 510.000In geheel I
I Duitschland is het percentage j
5 gedaald van 50 op 42.
Democratische staatsvorming II
ER zijn er oolf in dezen tijd,
voor wio de oude Atheenscho
democratie nog altijd als de „idea
le" democratie geldt. Zij begrijpen,
dat voorde moderne democratieën
niet meer dezelfde mogelijkheden
openstaan, maar in hun hart vin
den ze het toch wel erg mooi en
alleen maar zuiver democratisch,
dat in dat Athene de wetgevende
macht door dc volksvergadering
werd uitgeoefend, maar allo man
nelijke d.z. de nis volwaardig
erkende burgers hoven do twin
tig jaar toegang hadden en gelijk
stemgerechtigd waren, cn dat
daar burgen? om beurten de be
stuursfuncties cn ook de recht
spraak uitoefenden. Ze vindon het
eigenlijk een nogal pijnlijk geval,
dat met de bevólkingstoeneming
on het ontstaan van de moderne
state# de democratie zoo zeer een
vraagstuk van organisatie en van
vaststelling van verhoudingen en
bevoegdheden is geworden-
Zij zien daarbij veelal voor-
bij, dat zelf: in het oude Athe
ne er natuurlijk geen sprake
van is geweest, dat ook een
ieder of zelfs.maar iedere
man in feite evenveel in
vloed had op den gang van
zaken cn dat juist voor pe-
langrijke ambten ook daar
reeds iemand werd gekozen,
in plaats van door het lot aan
gewezen.
Moderne democraten daartegen
over zullen cr den nadruk op leg
gen, dat met do indirecte demo
cratie dc democratie, die last
geving cn vertegenwoordiging als
middelen van organisatie kent
de kansen worden vergroot op
oen betere kwaliteit van den te
verrichten arbeid. Zij trachten
datgene, wat aanvankelijk een na
deel van dc moderne democratie
moge schijnen, om te houwen tot
de kracht daarvan door aan het
selectionistisch element daarin do
meeste aandacht te geven cn daar
mee den meesten ernst te maken.
Selectie
Q ELECTIE" wil niet anders
zeggen dan: keuze. Wc mo
gen zeggen, dat alle democratie
tot op zekere hoogte scloctionis-
tisch is, door keuze bepaalde lei
ding-gevende organen aanwijst.
In het bijzonder in de laatste ja
ren is echter het inzicht gegroeid,
dat juist ogk mot do toeneming
van den omvang der staatstaak
liet meer noodzakelijk wordt, dat
dc democratio dc wegen weet te
vinden om voor iedere bijzondere
taak de hesten, de geschiktste per
sonen aan te wijzen.
De belangrijke vraag, die
dan echter daarop volgt, is
deze: hoe cn in hoeverre kun
nen wij cn moeten wil zorgen,
dat een aldus begrepen selec-
tionistische democratiede
mocratio blijft?
Want het is duidelijk dat met
de „keuze" het laatste woord over
de verhouding tusschen den ge
kozene cn zijn opdrachtgever (s)
niet gezegd kan zijn. „Democratie"
verlangt altijd iets van een gebon
den-zijn aan volk en volkswil, ook
oen gebonden-zijn van dengeno die
uitdrukkelijk met .een speciale
taak is belast, aan den opdracht
gever. Hoe ver gaat nu die gebon
denheid, hoever kan cn mag zij
gaan. hoe ver moet zij gaan?
Volkswil"
ÏK schreef over „volkswil". In
het onderhavige verband mo
gen we ons intusschen wel voor
oogen houden, dat dai woord bij
nader onderzoek geenszins zoo
zinvol blijkt te zijn als men aan
vankelijk meestal denkt- Er zijn
Beslissingsvrijheid
i voor leidende
organen
I Mr. H. B. J tV/ISLANDER
constateert in zijn tweede artikel
over Nieuwe democratische
Staatsvormingdat reeds in bet j
oude Athene zij, die de hoogste
staatsambten vervulden, werden
gekozen. Alle democratie is tot
op zekere hoogte sclectionis-
lisch, d.w.z. dat door keuze be-
naaide leiding-gevende organen
'en staat besturen. ..Hoe kunnen
wij", zoo Vraagt mr. Wadander,
..er voor zorgen dat aldus be-
grepen selectionistische dcmocra
tie democratie blijftHij
bepleit een zekere beslissings-
vrijheid cn machtsuitoefening j
voor de leiding-gevende orgn-
tien die naar den zich openba-
renden volkswil moeten worden
gevormd) die niet HECHT-
STREEKS DEMOCRATISCH
BEPAALD IS. niet rechtstreeks
democratisch bepaald, kan zijn.
zeker in het leven van een volk
veelal kwesties aan de orde. ten
aanzien van welke groote deelen
van een volk in meerdere of min
dere mate een oordooi hebben om
trent hetgeen op die punten in por
litiek opzicht zou dienen te ge
schieden. Zelfs in de gunstigste
gevallen echter zal een dcc! van
het volk daarover géén oordeel
hebpen. Bovendien is het oordeel
meestal, ook in het eigen bewust
zijn van de betrokkenen, slechts
meer of minder uitgesproken en
gefudeerd. Daarnaast zijn er tal
rijke vraagpunten in het maat
schappelijk leven, waaromtrent
slechts weinigen eigen inzicht
kunnen of zelfs maar willen laten
geldon; aan detailkwesties komen
slechts zeer enkelen too-
Kortom: nóch deskundigheid,
nóch rechtsbewustzijn, nóch
politiek besef zijn zoo positief
in een volk aanwezig, dat
daardoor het politieke optre
den en handelen van staat en
overheid ten volle zou kunnen
worden bepaald of- zou kun
nen worden gedragen-
Gebrek aan rechtsbewustzijn,
gebrek aan politiek besef en ge
brek aan deskundigheid hangen
trouwens duidelijk met elkaar sa
men; zoo is niet verwachten,
dat ecu duidelijk rechtsbewustzijn
zich zal manifestecren op een ter
rein, ten aanzien waarvan des
kundigheid al te zeer ontbreekt.
Om een eenvoudig voorbeeld te
geven: menige „socialist" zal geen
oordeel bobben over de vraag in
welko verhouding het in de maat
schappij moot komen tot sociali
satie dan wel met „geleide econo
mie" kan worden volstaan.
Gezag en vertrouwen
ONDANKS de onzekerheid van
oordeel, de vaagheid van hot
rechtsbesef enz. omtrent bepaalde
vraagstukken, zal ook op dio pun
ten politieke activiteit veelal eisch
zijn. Een staat is aanwezig te mid
den van andcro staten. Reeds die
omstandigheid alléén kan het
noodzakelijk maken, dat het tot
handelen en beslissen komt, tot
snél handelen en snel beslissen
zelfs. Er moet daarvoor een ge-
zagsdragend orgaan, een „autori
teit" aanwezig zijn, bevoegd en in
staat ook te handelen op dio pun
ten, waarop van een positief oor
deel bi| het volk niet gebleken is.
Die autoriteit zal moeten beslissen
of en in hoeverre do weg van
socialisatie «en geleide economie
botrodon zal worden.
Naar democratischon eisch
zullen deze gezagsorganen
men denke in dit verband zoo
wol aan het parlement als aan
de regeering wel zooveel
mogelijk in overeenstemming
met oen zich openbarenden
volkswil worden gevormd
zij moeten hot „vertrouwen"
hebben van het volk maar
zij genieten een zekere beslis
singsvrijheid en in hun han
den is 'n stuk machtsoofening
gelegd, die niet rechtstreeks
democratisch bepaald is, niet
rechtstreeks democratisch be
paald kén zijn-
Dit is het nieuw-verworven in
zicht. waarvan naar het oordeel
van menigeen, die in het huidige
tijdsgewricht naar vernieuwing
streoft, in 't belang van de hand
having en versterking der demo
cratie, krachtig en openlijk getui
genis moet worden afgelegd. Van
dat inzicht uit zullen democratie
en „sterk gezag" op gelukkige
wijze kunnen worden vereenigd-
Mits aan elke meer zelfstandige
beslissingsbevoegdheid en aan al
le gezagsuitoefening een eind kn-
me, zoodra duidelijk is, dat het
betrokken orgaan niet meer het
vertrouwen geniet van zijn op
drachtgevers.
Stemplicht
Na hot voorgaande zal het dui
delijk zijn, hoe de volksvertegen
woordiging blijk heeft gegeven
den geest van den tijd weinig te
verstaan, toen zij den stemplicht
handhaafde. Afschaffing der stem
plicht toch zou tot gevolg hebben
gehad, dat de kiezers a-h.w. op
zich zelf een zekere selectie zou
den toepassen. Alleen wie werke
lijk een zekere politieke belang
stelling had. zou voortaan gaan
stemmen; niemand zou in zoo
verre rfog worden gedwongen bc
ven zijn geestelijken stand te le
ven.
Wol slecht heeft de Kamer
meerderheid de waarschuwing
van Prof. Bonger verstaan:
„De democratio zal selectio
nistisch zijn, of niet zijn!" Al
leen oen selectionistisch be
grepen democratie toch zal
kunnen bewerkstelligen, dat
formeele bevoegdheid ccner-
zijd: cn bekwaamheid cn ge
schiktheid anderzijds elkaar
zooveel mogelijk dekken.
Feuilleton
door Anthony Berkely
85
JY'I ijnheer Chitterwick scheen plot-
seling tot een besluit gekomen
te zijn. „Ik zal het aan Judith ver
tellen". gaf hij vastberaden je kennen.
„Maar toch niet dadelijk", zei Mou
se. toen hij mijnheer Chitterwick
naar de deur zag loopen."
„Waarom niet?" informeerde mijn
heer Chitterwick, „Eens moet het.
haar toch verteld worden en me| mi
stel wordt niets gewonnen". Toch
aarzelde hij even.
..Zij slaapt misschien nog en hef is
in ieder geval niet noodig haar wak
ker te maken".
„Ik zal haar niet wekken", beloofde
mijnheer Chitterwick, „wanneer ik op
mijn geklop geen antwoord krijg kom
ik weer beneden".
Binnen twee minuten was hij terug
cn deelde Mouse mede, dat zij nog
slapen moest. Beide mannen vervie
len daarop in een somber stilzwijgen,
dat na korten tijd verbroken werd
door mijnheer Chitterwick, die, ter
wijl hij een harden slag op tafel gaf,
uitriep:
„Ik geloof het eenvoudig niet."
„Wat?" vroeg Mouse even verbaasd
als geschrokken.
„Het ligt er dik boven op. Juf
frouw Goole is er de persoon niet
naar om zich in dit stadium van de
zaak zoo te beschuldigen. Mouse. ik.,
ik geloof, dat de zaak een bijzonder
gevaarlijke wending heef* genomen".
„Wat bedoel je toch?"
..Die brief", antwoordde mijnheer
Chitterwick niet bijzonder begrijpe
lijk. „juffrouw Gooie De dingen
„Bedoel je dat die brief een val
strik is?"
„Ha. hij is een valstrik", antwoord
de mijnheer Chitterwick, geheel ze
ker van zichzelf, „wij moeten on
middellijk vertrekken. Waar is de
brief afgestempeld?" Hij greep naar
de enveloppe op tafel. „Ah! Precies
zooals ik dacht. In Londen. S.W 4.
Ja. wij moeten cr oogenblikkelijk
achter aan. Ben je klaar?"
„Natuurlijk. Maar waarheen gaan
we?"
„Waarheen?" vroeg mijnheer Chit
terwick verbaasd, „naar Dorsetshire
natuurlijk".
,.In orde", zei Mouse. „laten we
maar opstappen". Hij had er geen
idee van. waarom zij juist naar Dor
setshire moesten en evenmin begreep
hij. waarom mijnheer Chitterwick
zooveel haast had. maar de amateur-
detective scheen blijkbaar niet in een
stemming te verkecren om zich te
laten ondervragen en daarom zweeg
Mouse maar. Zijn eenige vraag was:
„Moeten wij Judy niets vertellen?"
..Neen. dat doen we niet", zei mijn
heer Chitterwick op een toon, die
geen tegenspraak duldde, „maar wel
zullen wij onderweg dc foto's opha
len".
Opnieuw keerde de geduldige wa
gen van Mouse den neus in de rich
ting van Dorsetshire. Bij den foto
graaf wachtte mijnheer Chitterwick
intusschen een verrassing „De foto's,
mijnheer?" vroeg de winkelier ver
baasd. „maar die heb ik nog geen tien
minuten geleden aan dien boodschap
per van U afgegeven".
„Mijn boodschapper?" herhaalde
mijnheer Chitterwick Hij scheen
niet eens bijzonder verbaasd te zijn
Mouse daarentegen stond met open
mond te luisteren.
„Hij kwam uit Uw naam", verze
kerde de fotograaf, die onraad rook.
nog eens.
„Kunt U hem beschrijven?" Vroeg
mijnheer Chitterwick
„Tja", antwoordde de fotograaf
vaag. „hij was een fatsoenlijk man. Ik
hoop, dat ik nietc verkeerd heb ge
daan. mijnheer?"
(Wordt vervolgd)
Volkomen uitputting
XT' EN dergelijk strak vasthou-
den aan dingen, die hun
zin verloren hebben, lijkt het
meest op een politiek, die het toe
legt op een .verarming en volko
men uitputting van het Duitsche
volk. De weg, dien men tot dus
ver heeft bewandeld, is beelisteen
ondemocratische en onchristelijke
geweest.
Duitschland welvaart en dio
van Europa zijn nu eenmaal
onverbrekelijk met elkaar
verbonden: wanneer Duitsch
land economisch te gronde
gaat, dan sleept het onherroe
pelijk ook zijn buurlanden
mee in het verderf.
Voor den wederopbouw van
Duitschland bijzonder fataal is
het feit, dat er een heele genera
tie is uitgevallen. Naar schatting
heeft het Duitsche volk voor de
zen oorlog een prijs van 7Yz mil-
liocn menschen betaald «aan doo-
den, vermisten cn invaliden en
dezen vertegenwoordigen juist de
kracht van de natie cn laten
we dit vooral in het oog hou
den het grootste percentage
der geschoolde arbeidskrachten.
Daar komt dan nog bij het
verlies aan intellectueelen
door den dood in concentra
tiekampen, door emigratie,
door denazificatie en sinds-
kort ook nog door het over
brengen van mannen van we
tenschap (physici en chemici),
bankdirecteuren en andere
lieden met organisatietalen
ten naar Engeland. Frankrijk,
de Ver. Staten on do Sow jet-
Unie.
Daar staat tegenover, dat er
door de gedwongen emigratie uit
het Oosten en hot Zuiden een ster
ke vermeerdering van de bevol
king in do Britscho on Ameri-
kannschc zönc heeft plaats gehad,
maar ook hierdoor wordt niets ver-
<*>»3«XK>DOOaXOOCOOOOOCOpCOOCOOOCOOOCOCOOOOOOC
Vergelijking tusschen 1919
en thans door
Clamator
>oooooccooooooooooooot»cccoooocc<xooooooooooc
nnderd aan het feit, dat er een
enorm gebrek aan mannen tus
schen de 20 en 35 jaar bestaat.
Wanneer we dit alles zien en
overwegen, dan constateeren
wij, dat Duitschland dezen
oorlog ook biologisch verloren
heeft en dat het tientallen ja
ren noodig zou hebben om
zelfs, als het weer van dezelf
de of een dergelijke ideologie
uit als het Nazisme zou wil
len leven, een eevaar voor
Europa en de wereld te kun
nen worden.
„Suze uit Soerabaja"
op avontuur
Internationale waaghalzen heb
ben in het hart van Java hun lot
met dat der Indonesische nationa
listen verbonden. Onder hen bevin
den zich drie Amerikanen, talrijke
Indiërs, Arabieren, een Nederland-
sche renegaat en een Spanjaard.
De meeste leden zijn te Djokja
karta gestationneerd als propagan-,
disten. Onder de buitenlanders be
vindt zich do kleine „Suze uit Soe
rabaja", die door haar venijnige
anti-Nederlandsche en anti-Engel-
schc propaganda berucht was.
„Suze" heeft een avontuurlijk
verleden. Zij heet eigenlijk Muriel
Pierson en werd geboren op het
eiland Man. Zij ontmoette een Hol
lywood-artist Walker geheeten,
trouwde met hem en ging naar
Amerika.
Vannen Manx
Nadat zjj haar man en kind door
een ongeluk had verloren, vertrok
zii in 1931 als een gebroken vrouw
uit San Francisco. Op Bali ver
scheen zij onder den naam Vannen
Manx. Hier opende zij een van de
beroemdste vacantiehotels van Bali,
werd tot de leer der Hindoes be
keerd en nam don Balineesehen
naam Ketoet Diah Tantri aan.
Toon de Japanners kwamen,
dachten zij, dat „Suze" een Ameri-
kaansche spionne was.
Zij sloten haar een jaar lang
moederziel alleen op in een kamer,
dikwijls zonder kleeren", schreef zij
later.
Na de bevrijding is zij weer op
Java als aanhangster van den 23-
jarigen extremistischen stokebrand
Soctomo. Later verscheen zij in
Djokjakarta onder auspiciën van
een Indonesischen generaal.
Het laatste nieuws over „Suze"
is thans, dat z(j zich niet meer safe
voelde in de republiek en door haar
vrienden in een schoener naar Sin*
ga pore is gesmokkeld.
Hier schrijft zrj thans haar mfei
moires