ROND DE WERELD IN 130 UUR Hoe Utrechts Universiteits-bibliotheek in Radio-programma oorlogstijd onderdook Een menseh zonder papieren R' 2 Onwelkome dooi in Ween en s1 W' N' W1 Donderdag 6 Maart 1947 Geschikte schuilhoeken in den Domtoren ORLOGSHERINNERI'NGEN? Neen, die ver- y schenen er al genoeg. Maar het volgende is wel licht van belang voor hen, die zich nu nog be kommerd afvragen, wat er toch van dit on van dat terecht is gekomen. Is het dan aanmatigend het bibliotheekbezit van de Utrechfsche universiteit aan de orde te stellen? Dat het vrijwel ongerept bewaard bleef danken wij aan het initiatief van den heer W. Stooker, de be waarder o.m. van onzen Domtoren, die bovendien voor zijn niet aflatende belangstelling en wel zeer krachtige medewerking den dank verdient van allen die het wel meenen met onze cultuur. Wij danken het hem dat uitermate geschikte schuilhoeken wer den gevonden inonzen Domtoren! Een toren waarvan bij internationaal verdrag overeengekomen was bij krijgshandelingen per se te sparen. De heer Stooker bad twee grafkelders in/onder de Michiels- kapel bestemd, elk ter grootte van een 15 tons goederenwagon. De toenmalige bibliothecaris, dr. A. Hulshof, stel de mij in de dagen der overbrenging de uitdrukke- liike conditie, dat de boeken in deze schuilplaats overzichtelijk, raadpleegbaar, dus in gewone magazijn-orde. opgesteld moesten worden. Dat lukte in den aanvang best, doch het bleek dat er dan slechts 100 boeken een plaatsje konden vinden in de in groote haast gemaakte hulpkasten, terwijl min stens het zesvoud voor berging en redding in aanmerking kwam. Dies werden de incunabelen, rariora, unica, alle drukken voor en tot en met 1000 eenvoudig gestapeld. Wat dus beteekende dat ze aan het dagelijksch gebruik, aan de wetenschap, rustigweg onttrokken werden. Op enkelen na wisten wij allen met stelligheid dat de dag der bevrijding toch eens zou aanbreken en dat de boeken weer op hun plaatsje in de bibliotheek teruggevoerd zouden worden. Hier domineerde behouden en b e w a- ren boven de toch oyeral en elders al plat gelegde studie. Het is in deze grafkelders, eens de laatste verblijfplaats van de stoffelijke resten van Utrechtschc bisschoppen en prelaten, dat ook de Portrettengalerij der Ned. Herv. Gemeente. nu weer on gerept prijkende in de kerkc- raadszaal Domplein 3. een goe de, beschermde onderduik vond. Toen in het Dienstgebouw, on middellijk naast de Hauptkom- mandantur gelegen, de best ge meubileerde vertrekken net kos terswoning en al. gevorderd wer den voor hakkenklappende gene raals was n.l. de tijd gekomen cm ook deze interessante collectie van 150 portretten een veilig oi - derdak te geven. .Te kon nooit weten Per handkar! TNTUSSCHEN was het overbren- -1 gen van de boeken niet zoo eenvoudig, als dit oppervlakkig zou lijken. Het geschiedde met een handkar, en hoezeer de nood ook drong, het was niet mogelijk meer dan drie ritjes per dag te maken. Wie met „los" personeel omgaat, heeft geleerd dat men niet immer met voortvarende ele menten te doen heeft en gedubd tegen wil en dank heeft uit te oefenen. Elke karrevracht boeken vorderde een karrevracht geduld. De ergernis over dit langzame opschieten werd vergroot door het luchtalarm. Het is herhaal lelijk voorgekomen, dat op 'ion toch waarlijk geringen afstand van bibliotheek en Domtoren de hand kar lakoniek neergezet werd wanneer de sirenes de helpers tot een taak elders in de stad. oprie pen en hen haastig op de vlucht deed slaan. Er was dan geen an dere oplossing dan dat ik, die elke vracht als een grimmige sergeam- majoor begeleidde, moederzie: al leen bij den wagen wacht bleef houden, totdat de helpers van hun zeer verspreid gelegen post m te rugkeerden. Of ook wel niet te rugkeerden. In groene jniform gekleede lieden hebben handkar en begeleider wel eens argwanend opgenomen. Toch had elke gang iets van stille vreugde. Het afla den van den wagen en indragen in den Domtoren geschiedde een 20 Meter van de Hauptmankom- mantur op het Domplein en zoo i© er onder een va et vient van generaals en maarschalken een kostbare buit in veiligheid ge bracht. Dat was véél, doch niet alles! Goed opgeborgen VOOR het beste van het beste had vriend Stooker, die op dit punt een voortreffelijk mentor en organisator was. het summum van veiligheid weten te vinden in de fundecrir.g van den Domtoren. Daar is gastvrijheid verleend aan de al lergrootste kostbaarheden van de Universiteits-Bibliotheek t.w. den unieken Codex Boreelianus (N. Testament in 't Grieksch 800), het Utrechtsche Psalterium (8591. den wonderschoonen Pontificale van S. Marie (1150), den pracliti- gen Augustinu©. De civitate Dei (1460). voorts de Snorra Edda, het Plenarium van Bethlehem uit het Rijksarchief te Arnhem en meer dergelijke preciosa. Zij waren in een goed gewaarmerkte, met zink bekleede, dichtgesoldeerde kist verpakt. Deze kist, met dit voorname be zit, bevond zich in zeer voornaam gezelschap. Want daar waren ook de kostbaarste werken uit het Centraai Museum, uit het Ge meente-Archief, uit het Rijksar chief van Utrecht. Door de goede VRIJDAG 7 MAART HILVERSUM li 301,5 M. 10.00 „Uit het boelf der boeken". 10.15 Kamermuziek van Maurice Ravel. 11.00 „De Zonnebloem". 11.45 Fa milieberichten. 12.30 lunchcon cert. 14.00 Twee Zigeunerorkesten. 14.30 „Het eeuwige masker". 15.10 Verzoekprogramma. 17.15 „Wat het buitenland leest". 18.30 Strijd krachten. 19.15 Pontificaal Lof. 20.15 „Le Deluge". Bijbelsch Ora torium. 21.00 „De man van Ka- tioth". Luisterspel. HILVERSUM 11 415,5 M. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de zie ken. 11.15 Voor de vrouw. 12.00 Marie José, Tino Rossi en de Hilo Hawaiians. 12.35 „The Skymasters" 14.20 Russisch concert. 17.30 Muzi kaal babbeltje. 18.20 „The Ram blers". 19.00 Denk om de bocht! 19.15 „Het Irenefonds". 20.30 ..An tieke wijsheid en Christendom"; 21.00 Men vraagt en wij draaien. 21.30 Buitenlandsch Week overzicht. 21.45 Stravida-Sextet. ONZE BOEKENSCHAT, veilig opgeborgen in den kelder van den Domtoren TUINKALENDER DONDERDAG G MAART - Wan neer de potaarde van een kamer plant is uitgeput of bedorven of wanneer de bloempot voor de afme ting van dn plant te klein is gewor den, dan wordt de plant verpot. Ze krijgt dan verschc potaarde. Voor zeer vele kamerplanten ligt de meest geschikte tijd voor deze ver- potting in het voorjaar. De potaar de, die men daarbij gebruiktmoet van goede hoedanigheid zijn Indien ze niet deugt ondervindt de plant daarvan de nadeden Dij dé meeste bloemisten zijn wel goede grondmengsels voor verschillende kamerplanten verkrijgbaar. L. zorgen van de kunst bescherming, had men hier een electrisch-auto- matische verwarming en lucht- verversching aangebracht die ueze overigens zoo lugubere ruimten tot een ideale bewaarplaats maakte. In twee der g.oote nis sen waren onze schoone Hemony- carillons van Dom- en Klaastoren geborgen. Heeft iemand dit be seft? Dat de Utrechtsche Universi teitsbibliotheek tijdens de bezet ting geen schade heeft geleden Juli '45 kwam alles weer on gerept terug in haar magazij nen mogen wij toeschrijven aan de onwaardeerbare zorgen van den lieer Stooker. Dat hier mede tc declen is een daad van eenvou dige billijkheid. BROM CAPTAIN C. H. SCHILD- HAUER is een Amerikaan, die de vliegkunst en alles-wat daarmede verband houdt door en door kent. Hij vliegt al sinds 192%, vestigde in 1925 met een watervliegtuig een wereldrecord voor een non-stop-vlucht en vol bracht in hetzelfde jaar samen met John Rogers een tocht van San Francisco naar Honoloeloe, een prestatie, die in die dagen een sensatie beteekende. In 1941 werd hij in dienst ge roepen en kwam bij den marine- vliegdicnst; waar hij zich vooral bezig hield met de organisatie van de Naval Air Transport Ser vice (N.A.T.S), die later, toen de Vereenigde Staten actief aan den wereld strijd gingen deelnemen, haar perfectie toonde. Uiteraard maakte de marine bij dezen dienst van groote vliegboo- ten gebruik, waaronder die \an hei Martin JRM-Mars-t> pe. Eerst daags wordt Captain Schildhau.u gedemobiliseerd en om in het burgerleven Civvy Street", zeg gen dc Amerikaansche oorlogs veteranen) weer direct aan den slag tc kunnen gaan, heeft hij bij dc Civil Aeronautics Board (het oificieele lichaam in do U.S.A.. dat hiertoe gemachtigd is) ver gunning gevraagd om met Mars- viiegbooten een luchtdicnet in 130 uur rond de wereld te openen. Hu wil voorloopig met acht stuks van dit type beginnen en heeft er bij ziin aanvrage op gewezen, dat „het tevens~in het belang der na tionale veiligheid geacht kan wor den, als er tenminste éèn lucht vaartmaatschappij is. die voor tiaar diensten van vliegbooten ge bruik maakt." Vier maal per week ZIJN plan is vier vluchten per week tusschen Baltimore/ New York en Singapore te onder nemen, waarbij twee in Oostelijke FEUILLETON en iwee in Westelijke richting zullen worden volbracht. Van Baltimore/New York uit gaat de route via Newfoundland en Ier land des zomers, via de Bermu da's en Lissabon des winters, voorts naar Marseille, Alexandrië Karachi, Calcutta. Singapore, Ma nilla, Saipan, Majuro, Honoloeloe, San Francisco, New Orleans, te- i ug naar Baltimore en New York. De vliegbooten zullen worden ge bouwd voor een gecombineerd vervoer van passagiers cn vracht, d.w.z. 10 ci 15 ton vrachtgoedéren en 40 passagiers, waarbij de laat- sten over comfortabele verblijven zouden kunnen beschikken. De reis om de wereld met inbegrip \an het oponthoud in de- voor naamste steden zal 130 uur in beslag nemen Gedemobiliseerden Al mi ijl vliegbooten zegt Captain Schildhauer, „zul len zoo ingericht zijn? dat ze in geval van oorlog onmiddellijk als hulpvliegtuigen voor het mili tair© luchttransport zullen kun nen worden gebruikt .Alle vlieg- boot-bemanningen cn het grond personeel zullen worden gerecru- teerd uit het reserve-personeel der militaire luchtmacht of gedemo biliseerd leger- en marine-lucht- vaartpersoneel." Kris-kras door de wereld I N Weenen. dat bij het hecr- 1 schende brandstofgebrek veel van den winter tc lijden heeft, is het eindelijk een beetje gaan dooien. Dc warme zon, die* voor het eerst vincis weken achter d$ wol ken vandaan kwam, deed dc groote sneeuwhoopen die langs de trottoirs lagen, smelten. Maar het sneeuwwater liep dc souterrains in en toj nog toe hoeft d* overwerkte brandweer honderd kelders leeg moeten pompen, ..EN IN DUITSCHLAND Over Wcst-Duitschland heerscht momenteel een uit Wcst-Spanje afkomstige depressie, die dooi te weeg brengt. Men vreest het erg ste voor de nood-bruggen als de rivieren gaan kruien. JAPANNERS STICHTEN BRAND Er zijn verscheidene branden voorgekomen in de Brilsche be zettingszone van Japan. Een ho tel, een kazerne en een oficiers- club werden geheel door brand vernield Op het station te Okaya- rna geraakte een „voor belang- rijke personen" gereserveerde treinwagon in brand. Men veron derstelt met brandstichting te doen te hebben. VIET-NAM VALT AAN Naar te Parijs is bekend ge-, maakt, hebben Yictnameesche strijdkrachten een tegenaanval ondernomen op de stad Hadong. die Maandag door de Franschen was ingenomen. Hadong, dat 12 km. ten Zuid- Westen van Hanoi ligt, is bijna geheel verwoest. TANKSCHIP ONTPLOFT In de haven van Houston (Texas) heeft een ernstige ontploffing plaats gehad aan boord van het 10.296 ton metende Amerikaan sche tankschip „Lyon's Creek". Er zijn 15 gewonden. Het gat in de scheepsromp was groot genoeg oir. er met vier auto's doorheen te lijden. BRUG STORTTE IN Volgens berichten in de Chinec- sche dagbladen zijn te Nanking meer dan 130 menschen verdron ken tengevolge van het neerstor ten van een brug op ongeveer 20 Chineesche sloepen. Naar ver luidt stortten de drijvende pon tons, die de brug schraagden, in tengevolge van een plotseling opgekomen storm. Slechts 20 menschen werden gered. DE OORLOGSUITVOER/NG van de Martin JRM-Mars-vlieg- boot. Met deze vliegbooten, in gericht voor passagiers- en vrachtvervoer wil Capt. Schild hauer een dienst-rond-de-wereld in 130 uur gaan onderhouden L) API ER en „papieren". -I Denkt daar niet te gering over, want er is een geweldig verschil in deze twee soorten van dezelfde stof. Een dagblad, een tijdschrift, een boek heeft papier noodig om liet op de drukpers te doen „gebo'en" worden. Een inensch die geen „papieren" had, ia niet geboren. Hij is lucht, of erger, dit „luchtig geval" wordt opgeborgen, want hij kan niet bewijzen, dat ccn moeder hem ter wereld heeft gebracht. liet verschil zal u duidelijk zijn Anders is de bezetting van Neder land door het laarzenvolk spoor loos langs u heengegaan. Want met falsificatcn van „papieren" hebben we hen 't leven zuur ge-, maakt cn hun registratie in de knoop gebracht. I WAN heeft deze noodza- L kelijke bewijzen, dat hij werkelijk op aarde ronddoolt, niet meer in zijn bezit. De dronken officieren in Servië hebben ze hem afgenomen. Toen we hem uit het arrestantenlokaal hadden be vrijd, zijn ze natuurlijk achterge bleven. Het wordt nu moeilijk voor ons. We kunnen niet lang in kleine steden en dorpen verblijf houden. Dat is te gevaarlijk cn wij zijn gedwongen in dc bosschen of m rotsspleten den nacht door te brengen, zoolang het althans nog zomer is. Het valt ons niet zwaar. Wij dragen ons zwerversleven als een I *7AND, steen en gie- I I ren. - „Lekker j I frisch" in een Amster- j j damsche gracht. - Limo- I nade en Kamertjesj I zonde". - Poort der j I Barmhartigheid. - Ave I j Maria. ben we geen water gezien. Als we s nachts in een rotsspleet slapen, hkken we de vochtig, zvveetende wanden af. We spreken bijna niet. Zelfs Wladeek is stil. „Nix Menschen," zegt hij, „nix Fressen, nix Wasser, nix Tier!" „Kijk maar eens boven je. die twee gieren zwerven al dagen lang met ons mee. Ze ruiken aas, voor bet geval je soms bezwijkt!" antwoord ik. Honger, wc weten wat dat is. Maar niets is erger don dorst. Zooals ge aan den lijve onder vonden hebt. hebben wij in Ne derland in het hongerjaar van de bezetting over weinig anders ge sproken dan over eten. Ons den ken is alleen gericht op water. Wij krijgen een fata morgana van brunchende watervallen, stroo- rnende beken, klaterende bron nen. Stugge afwijzende muren met een zware poon. Ik licht den klopper op kroon en niet als een zware last. Erger is. we raken geheel uit den koers en van Zwitserland, waar Iwan© „revolutionnaire broeders" op hem wachten, zijn we ver ver wijderd. ^TEEN! Steen! Een ein- delooze reeks afgeknot te zuilen, gelijk een laan van kale boomstompen. Zij doen den ken aan een rij versteende solda ten met afgeschoten hoofden. Star. levenloos, spookachtig. Straks zullen zij voorovervallen. Rondom ruige rotsen, de barre steenwoestijn van de. Karpathcn. Geen plant, geen boom. geen struik. Alléén verschroeiende hitte. Sinds een paar dagen heb- jjlhie MIM fléutègfó... f door craio rice «vertaling: kampers j 12 Ze konden van te voren uitma ken, wat voor soort morgen het zou worden. Als de schrijfmachine nog met razende snelheid ging als de laatste kleine Carstairs in slaap viel, dan beteekende dat, dat Dinah, nadat zc den wekker had afgezet, naar beneden moest rennen om aan de havermout te beginnen. En dit zag er uit als een van deze morgens. April en Dinah had den langer dan gewoonlijk wakker gelegen terwijl ze nog eens over al les napraatten. En de schrijfmachi ne had nog steeds gerateld. Dc morgen begon al heel slecht. Iedereen was uit zijn humeur. Vol van den Sanford-moord had Dinah vergeten den wekker tc zetten en versliep zich een kwartier. Archie, die vroeg wakker was geworden, was verdiept in het maken van een tank van carton en vertikte het eenvoudig te helpen om het ontbijt klaar te maken. April hing een half uur voor de toilettafel en probeerde vier ver schillende kapsels. Tegen den tijd, dat de kleine Carstairs in de keuken waren, had den ze nog maar een half uur om de schoolbus te halen en de situatie was dus uiterst gespannen. „Archie", zei Dinah, „rooster jij het brood". „Ajakkes", zei Archie, „die el lendige klusjes ook altijd", dat was zoo Archie's nieuwste oneerbiedige uitdrukking. Maar toch zette hij den broodrooster aan. ,,Api-il", zei Dinah, „haal de melk 's". „Hè, dat gezeur", zei April, maar ze haalde toch de melk. „En hou je mond", zei Dinah, „anders maak je moeder wakker". Het was stil, als Dinah's stem zóó klonk „Enne bovendien", zei Di nah, het gesprek weer beginnend waar het was afgebroken, „we gaan niet spijbelen. Je weet wat er laatst gebeurd is". „Tegen den tijd. dat we thuisko men heeft de politie al alle aanwij zingen gevonden", zei April som ber. Dinah deed of ze 't niet hoorde. Over die kwestie hadden ze het van te voren al gehad. „En", voegde ze et aan toe, „we gaan moeder niet om drie briefjes vragen. Ten eerste slaapt ze en ten tweede vond „de baas" het al zoo gek, dat we alle drie naar den tand arts moesten op den dag. dat het circus in de stad was, en als jij maakt, dat moeder weer herrie met „den baas" krijgt, dan kost dat 'r een hoop tijd". „O nou, goed hoor", bromde April, „maar meteen als wc thuis komen" Dinah fronste haar voorhoofd. „Eigenlijk zou Pete me na school tijd komen ophalen en dan zouden we samen gaan oefenen". April zette met een bons de melk- flesch neer. „Als jij meer denkt aan een af spraakje met dat stuk trainer van je dan aan je moeders carrière „Stttt!" kwam Archie er vlug tusschen. „Jij hebt geen „stttt" tegen me te zeggen", snauwde April en gaf hem een klap. Hij gilde: „Akelig mispunt!" en zette het op een huilen. „Au, hou op met dat getrek aan mijn haar", gilde April. Dinah dook naar April, die op haar beurt naar Archic dook. April jammerde, Ar chie krijschte en Dinah probeerde ze te overschreeuwen. Het pak havermout kwam met een harden smak op den vloer te recht en de inhoud vloog overal heen. Toen zei Dinah met gedempte stem: „Hé Stt!" Er viel een diepe stilte. Marian Carstairs stond in de deur met roze wangen en slaperige oogen. Ze had haar gewatteerde ochtendjas aan, met het hel ge kleurde shawltje. De drie kleine Carstairs keken naar haar en zy keek naar hen en naar de haver mout. „Moeder", zei April, ernstig, als U nu durft zeggen: „Ai ziet, hoe lieflijk is 't, dat zonen van 't zelfde huis'als broeders samenwonen", dan loopen we van huis weg. Archie gichelde. Dinah begon de havermout op te vegen. Marian Carstairs geeuwde, en grinnikte. Ik heb me verslapen", zei ze. „Wat hebben jullie voor ont bijt „We wou'en dit gaan eten", zei Dinah en wees op het stofblik. ..Maar we hebben ons ook versla pen". „Daarom niet getreurd", zei Ma rian, „het was toch geen goeie ha vermout. Ze smaakte net als oud hooi. In vier minuten heb ik roer eieren klaar. En is het ochtendblad er al?" Vijf minuten later zaten ze aan het ontbijt. Marian spreidde de krant uit. „Heeft de politie Mr. Sanford al gevonden?" vroeg Dinah als ter loops. Marian Carstairs schudde het hoofd. „Ze zyn nog steeds aan 't zoeken". Ze zuchtte. „Wie had kun nen denken, dat zoo'n zacht iemand als Wallie Sanford zooiets kon doen?" Dinah keek over haar schouder en las de tweede kolom van de voorpagina. „Weet U, moeder", zei ze, „wat zoo gek is Mrs. Sanford was maar door één schot getroffen en de po litie heeft den anderen kogel niet gevonden". „Welke andere kogel?", vroeg Marian. „Er waren toch twee schoten", herinnerde April haar. Moeder keek op van haar koffie. „Weet jullie dat zeker?" De drie kleine Carstairs knikten eensgezind. „Dat is gek", zei ze peinzend. Dc „drie maakten vlug van dc gelegenheid gebruik. „Weet U moe der", zei Dinah in één adem, „ik wil wedden, dat U dit veel vlugger zou kunnen uitpluizen dan de poli tie". Ze dacht aan moeders gezeg de van den vorigen avond over dc politie en voegde er aan toe: „Ze zijn een stelletje sufferds". (Wordt vervolgd Iwan hoest verschrikkelijk. De hitte van den dag, gevolgd door bitterkoude nachten hebben hem neergeveld. „Laten we even rusten" zegt h:j bijna fluisterend, „daar in dat beetje schaduw!" Ik \oel een steek door mijn hart, het is een bijna lichamelijke pijn. Iwan, de sterke, krachtige kerel is ziek. Ik neem hem onder den arm. „Kom," zeg ik, „als we niet voortgaan, blijven we hier ver dorren cn de gieren hebben er pleizier van. Alleen je botje© blij ven over!" Windeck balt de vuist naar onze ..mede-zwervers" en hij gromt on verstaanbare scheldwoorden. Maar ik kan het niet volhouden Iwan te ondersteunen met mijn armen. Zijn lichaam gloeit en het is voor ons heiden ondragelijk als wc elkaar aanraken. Hij heeft hoogc koorts. Onze monden zijn verschroeid, de tong ligt er dik en gezwollen in. Al© ik lang probeer hern moed in te spreken, klinkt mijn stem als van een dronkaard, haperend en hakkelend. Dat we er niet gek van worden is omdat we vreezen, dat oen van ons hier ellendig zal crepeeren. EN scherpe, heete wind steekt op, een dreigende muur van zand komt op ons af. Wladeek kent het gevaar en grijpt ons in den nek. „Schnell! Schnell!" schreeuwt hij schor en duwt ons in een smalle rotsspleet. Iwan is de breedste van ons. Wladeek cn ik wringen hem door de nauwe opening. Dan vole ik. Wladeek maakt zich zoo dun als een uitgehonger de kat. Z'n lange beenen blijven er buiten steken. Hij kan niet verder, want de kloof eindigt in een reet van een handbreedte. „Nix kalte Füsse!" zegt Wla deek. Veel kunnen wc niet met elkaar spreken. De storm giert, buldert, loeit. Het is alsof kokend lood door onze schuilplaats gegoten wordt. Wij hebben er niet zoo op gelet, maar de kloof is als een schoorsteen, waar de zandhoos doorheen jaagt. Al© kameelen liggen w© bij el kaar. dc jassen over onze hoof den. Het gloeiende zand dringt door alles heen, het knarst tus schen onze kiezen, verstopt onze neusgaten en jeukt ondragelijk op onze huid. Als het lang duurt zullen we ellendig stikken. Zoo liggen we een uur. een dag. een eeuw. Piot- in de verte een gierende kreet. Dan stilte die haast nog ang stiger is dan de loeiende storm. E kruipen uit ons hol. Er is ffjjen drup regen gevallen. Steen, bruine, bestoven steen. Dat tot een helsche nacht merrie wordt. 999 „Bin ich gebraten wie Schaf auf Feuer!" zegt Wladeek en schraapt z'n keel. Het maakt een geluid als een zaag op een spij ker. De .gieren zijn weer ver schenen. Het is griezelig, huiveringwek kend. Wij gaan verder als doodver moeiende lastpaarden. De dorst kwelt ons met gloeiend© naalden in de keel. Ik krijg vizioenen ik spartel, „lekker frisch", in een Amsterdamscbe gracht, ik laat me nat sproeien door de fon tein op het Frederiksplein, voor liet reeds lang verdwenen Paleis voor Volksvlijt. Ik zit in het eveneens lang ter ziele zijnde café „Mille Colonnes" op 't Rembrandt plein, waar men spuitwater schenkt met brokken ijs. Herman Heyermans drinkt er zijn limonade en maakt aanteeke. ningen voor zijn hoek „Kamertjes zonde''. In Americain, met zijn twee en dertig vakken aan het plafond, waarop de wapens van Noord-Amerika zijn geschilderd en do breede strook met het in schrift ,,Viribus Unitis". ha, daar hebben zc het pas uitgevonden roomijs! Louis Bouwmeester de grootste tooneclspeler van dien tijd, versmaadt verachtelijk dit visionnaire product: 't Is me te koud, goed voor hysterische bak- vj.=schen! Mijn hemel, ijs... ijs... of water... water... W.ADECK geeft een ver vaarlijken schreeuw- „Daar! daar! Haus grosses!" Hij wijst op een groot gebouw, dat als een arendsnest, een roofridder- bracht tegen d© steil oploopende rotsen ligt. „Dat is een klooster!'' zog ik op gewonden. „Iwan, nog een paar kilometer, dan kun je drinken." Het is een lam gezicht, de sterkste van ons kruipt als een gewond dier langs den weg. „Daar geven ze je wel wat kini ne, Iwan!" Mijn vriend Iwan I door JAN HENDRIKS „Water, alleen maar water!" kucht hij. „Emmers, kuipen vol!" monter ik hem op. OG uren slepen we ons loort. De „paar kilome. tor" zijn eindeloos. Dicht langs den afgrond komen we langzaam nader. Wc houden Iwan tusschen ons in. wij zijn bang, dat hij in een koortsaanval in den afgrond zal springen. Eindelijk zijn wij boven. Stugge, afwijzende muren met een zware poort. Ik licht den klopper op. de slag botst daarbinnen met oen hemel- sche echo. We luisteren ingespan nen. Geruischloos opent zich een luikje. Een paar donkere vrou wen oogen kijken ons aan. „Gelobt sei Jesus Christus!" zeg ik eerbiedig. „In alle Ewigkeit!" antwoordt oen zachte stem. Wij worden binnengelaten. Het is alsof de Moeder Gods zelf ons ontvangt. ITet is koel in de lange gangen. Daarachter strekt zich het wonder uit. een tuin met tallooze bloemen. Het is een der zonderlinge spelin gen der natuur. Zooals er in Roe menie onderaardsche zeeën zijn van kristalhelder water, waarin groote hagedissen leven, die al leen de rudimentaire overblijfse len hebben van wat eens oogen waren. het "WIJ handelen tegen n v gebruik van klooeter om reizigers, tc ontvan gen!" zegt de non rustig, „maar ik zie, dat uw metgezel ziek is!" Iwan ligt met gesloten oogen op een bank. Zij reikt hem het eerst een koelen beker water. Zij legt haar hand op zijn hoofd. Wladeek kijkt mij zwijgend aan, wij hebben beiden dezelfde gedachten. Wij zouden sraag in de plaats van Iwan willen zijn. Tn maanden hebben we geen vrouw gezien noch haar stem gehoord. De vrouw is in onze eenzaamheid tot een ver. heven wezen uitgegroeid, die wij eerbiedig cn gelukkig mogen aan schouwen. Ons dorst naar meer :lan water alleen. EMARQUE heeft in een van zijn boeken be schreven, hoe een soldaat in de loopgraven, belast mot de bedie ning van de telefoon, met heim wee wachtte op de stem van de telefoniste, die order© doorgaf. Tot dat zijn kameraden hem hot toe- stol betwistten, allen wildon haar stem hooren en zij waren voor den geheelen dag verzoend met het ©lijk en de modder, waarin zij zich moesten wentelen. Zij verga ten de kogels, die om hen heen floten, wanneer zii geluisterd had den. Ij brengen den nacht door in een schuur buiten het klooster. Iwan heeft kinine geblikt en is bijna geheel opgeknapt. Wij hebben gegoten, onmogelijk veel. Wij praten nog lang. Do grootst© zo»*g is een nieu we pas voor Iwan. Hij zegt, dat hij oen aantal van dc passen, die ik voor hem gedrukt heb, aan zijn vrienden heeft gegeven. Daarvoor moeten, wij naar Weenon. Maar daar zijn we nog ver van daan- Dc prus der Vlaamsche Provinciën voor poëzie voor 1948 is toegekend aan P. G. Buckinx voor zyn bundel. „De vleugelen van Icarus"

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2