De
kijk;
ATOOMSPLITSING voor VREDESWERK
IS GOED OP WEG
Wat heeft men teöen Vestdijk?
Ernest
Bevin
Mysterieuze verhalen van
John Steinbeck
KLEINE PROBLEMEN
DEZER DAGEN
Atoombom
Leugen, die waarheid
worden gaat
Een moderne
Roodkapje
probleem voor buitenlanders
BRIEVEN OVER BOEKEN
door B. J. F.
Zaterdag 29 Maart 1947
3
door F. A. RODRIGO,
Assistent aan de Rijks-
Universiteit te Utrecht
I N het vorig artikel is de moge-
lykheid besproken, die het U. 235
biedt om de energie, die in de kern
ligt besloten, ana de atomen te ont
trekken. Wij stelden daarbü twee
vragen: le. Hoe kan men het werkzame
isotoop isoleeren?; 2c. Hoe kan men
de snelheid van de reactie regelen?
Gedurende den oorlog is het een
grooten wedstrijd geweest tusschen
dé Geallieerden en de Asmogcndhc-
den, wie het eerst vooral de eerste
vraag zou hebben opgelost. En het is
Amerika geweest in samenwerking
met Engeland, dat men zün enorme
industrieele mogelijkheden dezen wed.
strjjd gewonnen heeft. Hoe? Dat is nu
het geheim. Hoewel de methoden theo_
relisch bekend z'un, is het nog niet
duidelijk, hoe deze practisch in het
groot gerealiseerd zijn. Hierin ligt
echter opgesloten, dat gcheimhuuding
zeer waarschijnlijk geen zin heeft,
wan het zal ook aan andere landen na
kortoren of langoren tijd gelukken
deze practjjk zelf te vinden. De be
spreking van de bedoelde methoden
valt buiten het kader van dit artikel.
Naast de beantwoording van de eer
ste vraag is ook het antwoord op de
tweede vraag gevonden.
In natuurlijk uraan, waarin dus
maar 0 7 van het werkzame isotoop
voorkomt, zal eveneens door -toevallige
neutronen, die altijd wel aanwezig
zjjn, enkele kernsplitsingen optreden.
En er zou nu een kettingreactie kun.
nen ontstaan, als de by de splitsing
gevormde neutronen nieuwe split
singen zouden veroorzaken. De kans
hierop is echter gering, daar deze
neutronen zoo uitermate hard- loopen
en er maar heel weinig atomen van
het goede isotoop aanwezig zijn. Men
zou het stuk natuurlijk enorm groot
kunnen nemen, maar dat is practisch
onuitvoerbaar. Bovendien botsen ver-
reweg de moeste neutronen met de
atomen U. 238, omdat die nu eenmaal
het meest voorkomen, leveren hiermee
meestal een kernreactie, waardoor ze
verloren zyn voor de verlangde ket
tingactie.
NIEUWE VONDST
1^" U bleek, dat bjj de laatst ge.
noemde kernreactie 'n kunstmatig
radio-actief uraan ontstaat, dat even.
als radium ckoltjcs uit de kern schiet
en daarby overgaat in een ander elc.
ment. en wel het nieuwe clement
plutonium. Dit plutonium bleek de
zelfde eigenschappen tc bezitten als
het U 235, en was daarom geschikt
voor de atoombom. Men heeft toen
gezocht naar reactie-omstandigheden,
waarbij de bovengenoemde processen
vanzelf verloopen en natuurlijk uraan
voor een gedeelte omgezet wordt ;n
plutonium, dat men dan voor den bom
zou kunnen gebruiken. En het is deze
methode, die ook in vredestijd belang
rijk zal kunnen worden.
Reeds in het eerste artikel is opge
merkt, dat de kans op een reactie des
t-e grooter is. naarmate- de snelheid
der neutronen kleiner is. maar dat er
een mini-male. of resonanticsnelheid
-is. waar beneden geen reactie plaats
vindt. Nu is dc minimale snelheid
voor de splitsing van U. 235 heel
•klein, terwijl de resonanticsnelheid
voor dc Kernreactie van U. 238 grooter
is. Als het nu mogelijk is dc by een
toevallige splitsing ontstane snelle
neutronen zoodanig tc vertragen, dat
een gedeelte wel en een ander gedeel.
Ons onderwijs heeft
te veel examens
zegt mr. Lindsay
Mr. Kenneth Lindsay, lid van het
lagerhuis voor de Engelsche univer
siteiten. is van meening dat er een
teveel is aan examens in het Neder-
landsch onderwijs cn dat het goed
zou zijn als algemeen werd beseft
dal Nederland een speciale roeping
heeft met betrekking tot dc-weder-
opvoeding van Duitschland.
Deze twee punten kwamen naar
voren in een voordracht, die mr.
Lindsay hield voor leden van de
Anglo" Nelherland Society. Velen
herinneren zich zijn recent bezoek
aan Nederland, bij welke gelegen
heid hij zes voordrachten hield over
dc veranderingen in het Engelsche
onderwijs en over het Engelsche
parlement. Het was een kort bezoek
en uit de voordracht bleek hoe ter
dege hij met de uren heeft gewoe
kerd om zich zoo goed mogelijk op
de hoogte te stellen van de toestan
den cn vraagstukken van ons on
derwijs.
Vee! in het Nederlandsche on-
derwijsleven had hij bewonderd.
Groot Brittanjë kan, zoo zei hij,
veel leeren van de Nederlandsche
schoolgebouwen, hun inrichting en
uitrusting. Mr. Lindsay sprak voorts
over de hervormingsplannen van
dr. Bolkenstein, die gedurende zijn
oorlogsverblijf in Engeland onder
den indruk was gekomen van ze
kere aspecten van het Britsche on
derwijs.
Pinda-boeren
Laten we het maar eerlijk beken
nen: wij zijn geen van allen tevre
den met do porties boter, margarino
en vet, die ons toegewezen worden.
Niet alleen in ons land, is dit het
geval, in dc heele wereld is een
groot tekort aan boter, vetten en
oliën.
Nederland zoekt het vet-probleem
op te lossen door de „Willem Ba-
rentsz ter walvisschenvangst te
zenden. Engeland, dat ook achter
deze „visschon" jaagt, tracht nog
een andore oplossing te vinden:
het gaat namelijk op ongeveer 1.3
millioen I-I.A, grond in Afrika
grondnooten, oftewel pinda's ver
bouwen.
Kleine bedrijfjes zullen deze
„pinda-boerderijen"' niet worden:
die 1.3 milKoen H.A. worden ge
splitst in 107 „perceelon" van 12.000
H.A. elk. Enorme landbouwmachi
nes laat men aanrukken om ze te
bewerken. Als dc oogst nu maar
recht evenredig is aan de moeito
cn de propaganda, die er aan ver
spild worden!
Apropos, over pinda's gesproken,
weet U nog hoe die smaken?
te niet de kernreactie met U. 238 kan
geven, dan zal het laatste gedeelte
splitsingen van U. 235 veroorzaken,
die weer nieuwe neutronen leveren,
die vertraagd kunnen worden cn de
reactie aan den gang houden. Dc
snelheid van het proces hangt natuur
lijk af van het aantal van dc zeer
langzame neutronen cn daarmee hangt
direct samen dc ontstane hoeveelheid
warmte. Is dit aantal te groot, dan
gaat do reactie tc snel cn wordt de
temperatuur tc hoog. zoodat het pro
ces een explosief karakter gaat vcr_
tooncn. Er moet dus ook een regula
teur gevonden wrorden, waarmee het
aantal zeer langzame neutronen gewij
zigd kan worden.
REGELAAR
P deze gedachte berust de t«pile"
in het Nedcrlandsch wel trans-
formatiezuil genoemd). Hierbij heeft
men één of meer staven natuurlijk
uraan, die omgeven zijn door een groo.
tc hoeveelheid koolstof. Dc by een toe_
vnlligc splitsing ontstane neutronen
zullen over het algemeen de uraan-
- taaf verlaten cn terecht komen in de
koolstof. Zjj zullen dan botsen met dc
koolstofatoomcn en daardoor bun
snelheid verliezen. Na vele van der
gelijke botsingen keeren ze weer in de
uraanstaaf terug en kunnen ze één
van beide reacties veroorzaken. Door
geschikte keuze van dc afmetingen van
dc „pile" bereikt men. dat de neutro
nen de juiste snelheden verkrijgen.
Als regulateur moet men een stof
hebben, die de langzame neutronen op.
neemt. Aan deze cïsch blykt het me
taal cadmium te voldoen. In de krol.
stof zyn spleten uitgèspaard, waarin
men platen cadmium kan schuilen.
Gaat het precies te snel. dan schuift
men één of meerdere platen in de
„pile", en gaat het te langzaam, dan
trekt men ze eruit.
TOEPASSING
T N principe is het mogelijk de
■*- warmte-ontwikkeling in de „pile"
to gebruiken om bijv. een olectrische
centrale te dryven. Dat dit tot nu
OF VREEDZAME ONT
WIKKELING van de nieuwe
wetenschappelijke ontdekkingen
lot heil van de menschhcid?
Op deze vraag zullen dc staats
lieden binnen korten tijd ant
woord moeten geven.
toe niet gebeurd is, vindt zyn oorzaak
in het feit, dat er nog practische moei
lijkheden. zyn, die eerst overwonnen
moeten worden. Momenteel kunnen
slechts experts met de „pile" werken,
terwijl het in dc toekomst toch zoo
moet zjjOi dat elke clcctrische centrale
zich zoo'n apparaat zal kunnen aan
schaffen, waarmee het personeel zon
der gevaar voor zichzelf en de omge
ving zal kunnen werken. Eén van de
grootste gevaren is. dat bjj al derge
lijke reacties, zooals reeds is opge
merkt, zeer harde röntgenstraling ont
staat, cn deze straling is doodclyk.
De „pile" moet dus goed afgeschermd
zyn. Daardoor is het niet mogelyk in
de buurt van dc ..pile'' te komen, zoo.
dat deze op afstand bediend moet wor_
den. Het hiertoe bcnoodigde mechanis
me moet natuurlijk feilloos werken.
Er zal dus nog wel cenigen tijd met
experimenteeren gemoeid zyn, voor
de eerste centrale in werking wordt
gesteld.
Naast de mogelijkheden, die d'e
„pile" biedt, is het nog denkbaar, dat
er meer nieuwe elementen zooals het
plutonium gevonden worden, die prak
tisch gebruikt kunnen worden en die
misschien voordeeten zullen bieden
boven de ..pile". De wetenschap om
trent de atoomkern staat nog in zyn
kinderschoenen. Uit de verdere onder
zoekingen kan men zeer veel nroois
voor de mcnschheid verwachten.
Het zal aan haarzelf liggen, hoe zy
de wetenschappelijke resultaten zal
gebruiken: tot zelfvernietiging, of tot
verbetering van dc wereld.
REEDS JAREN VOOR DEN
OORLOG was men in het na
tuurkundig laboratorium van de
Pliilips-fabrickcn bezig met on
derzoekingen naar het inwen
dige van de atoomkern. Dit in
gewikkelde apparaat is een
„atoomkanon"bestemd voor
het „bombardceren" van atoom
kernen.
Vol den Zondag.
Op den Palmzondag: denkt de
Christelijke Kerk van ouds aan den
intocht van den Heere Jezus in Je
ruzalem. Gezeten op een ezelin, als
de vredesvorst, trekt Hij de Gods
stad binnen. Al het volk juicht: ge
zegend is Hij, die komt in den
Naam des Heeren. Zij spreiden klce-
deren uit op den weg, en zwaaien
met palmtakken. Een feestelijk ge
beuren, onmiddellijk vóór verraad
en lijden.
De vijanden van Jezus zien het
met ongerustheid. Ze zeggen tegen
elkaar: kijk toch, de geheele wereld
volgt Hem na!
Dat was niet waar. Het was een
leugen, dat dc geheele wereld Hem
navolgde. Wanneer de weg straks
gaat naar Golgotha, dan is Hij ge
heel alleen.
Sedert dien is de geheele wereld,
teminste zoo ons wereldje, christe
lijk geworden. In Christus Naam
wordt veel en velerlei bedreven, dat
Hij nimmer als het Zijne aeceptee-
ren zal. De palmzondag is het tee-
ken van onze ontrouw! Daarom
hoort deze intochts-dag midden in
de lijdensweken thuis. De schijnbare
navolging behoort tot het lijden van
Christus. Maar Palmzondag is ook
dc Zondag van de profetie der over
winning. Indien wij ontrouw zyn,
Hij is getrouw! Hij kan zichzelvc
niet verloochenen. Hij gaat Zyn
erk voleindigen. Ziet, de geheelo
wereld zal Hem volgen.
V. D. M.
ONS VEERTIEN-DAAGSCH PORTRET:
ER z"it iets Amerikaansch in
den levensloop van den tegen
woordigen Engelschen minister van
buitenlandsche zaken, want even
goed als men daar „opklom" van
krantenjongen tot milliardair. is
Ernest Eevin van nog wel mis
lukte boerenarbeider gegroeid
tot leider der buitenlandsche poli
tiek van het grootc Empire en tot
een der mede-ontwerpers van de
nieuwe wereldkaart.
Hij werd op 9 Maart 1881 gebo
ren in het plaatsje Winsford aan
den bovenloop van de Exe temidden
der Exmoor- en Brendonheuvel-; in
het Engelsche graafschap Somer
set, dat ligt aan den Zuidkant van
het Kanaal van Bristol. Zijn vader
was cenige maanden tevoren ge
storven cn zyn moeder moest met
hard werken den kost voor haar 5
kinderen verdienen. Toen ook zij
overleed, nam zijn pas getrouwde
zuster den jongen Ernest mee naar
Copplestone, waar hij tot zyn 11de
jaar school ging. Daarmee werd
zijn opvoeding als voltooid be
schouwd en werd hij geschikt ge
acht om als boerenarbeider op
Beers Farm tegen een „salaris" van
sixpence in de week boven den
kost werkzaam te zijn.
Ar moe-tijd
NA twee jaar was er een hevig
conflict met den boer; Ernest
liep weg en trok naar Bristol, waar
het hem natuurlijk niet best ging.
Hij was er vaatwasscher in een
café, waar hij tenminste genoeg tc
eten kreeg, daarna tramconducteur
en vervolgens transportarbeider.
Voor de mineraalwatcrfabriek Ma-
cy reed hij door de geheele stad
met flesschen mineraalwater, waar
voor hij 15 shilling per week en een
toeslag varieerendc met den omzet,
ontving. In dien tyd kreeg hy nau
welijks voldoende voedsel, maar zijn
toestand stak nog gunstig af bij
dien van dc havenarbeiders in dc
malaise-periode, volgende op den
Boerenoorlog. Bevin werd door de
ellende in zijn omgeving zoo aange
grepen. dat hij zich aansloot bij een
verceniging, die den veelzeggenden
naam „Commissie voor recht op
arbeid" had. De commissie had niet
veel succes en daarom bedacht
Bevin iets anders. Op een Zondag
morgen trok hy met een groot aan
tal wcrkloozen naar de kathedraal,
kwam daar midden onder den
dienst binnen en stelde zijn sjofel
gekleede'beschermelingen in de zij
banken op waar ze als een zwij
gend verwijt ordelijk het einde van
den kerkdienst afwachtten. Dit
maal werd de Bristolsche burgerij
wakker geschud en zonder tegen
stand besloot de gemeenteraad om
bij wyze van werkverschaffing een
vijver in Eastville Park aan te leg
gen, die nog in den .volksmond Be-
vin's Lake heet.
Snelle carrière
EN poging om Bevin in den ge-
meenteraad gekozen te krijgen,
mislukte, maar in de arbeiderswe
reld maakte hij snel carrière. Via
de vakvereeniging der haven- en
transportarbeiders kwam hy in het
Centrale bestuur der vakbonden en
presideerde in 1937 hun congres.
Voor studie had hy vrijwel nooit
tyd gehad, hy hoeft altijd meer van
de menschen geleerd dan uit de
boeken: slechts korten tijd hield hij
zich met de bestudeering der theo
retische economie bezig, n.l. toen
zrjn partijgenoot Snowdon, toenma
lig minister van financiën hem in
1929 benoemd had in de Staatscom
missie voor de industrie. Nog altijd
is_ Bevin fier op de adviezen, die
hij toen heeft gegeven.
In 1938 en '39 maakte hij ten
deele om gezondheidsredenen een
reis door de Britsche dominions en
hoewel hij onaangenaam getroffen
was door het feit, dat Engeland
meer aandacht had besteed aan de
strategische waarde van zijn bezit
tingen dan aan de ontwikkeling en
verzorging van hun bevolking,
kwam hij toch gesterkt terug, op
gewassen tegen de moeilijkheden
van de taak, die hem wachtte, toen
Churchill hem in Mei 1940 riep als
minister van Arbeid op een oogen-
blik, dat voor Engeland alles op
het spel stond. Dit ministerschap
werd een volledig succes en deed
het aanzien der Labour Party niet
weinig stijgen. Bevin wist door zijn
besliste optreden de ambtenaren
van zijn departement uit hun ge
wone sleur op te heffen, terwijl de
groote massa z(jn drastische maat
regelen, als noodzakelijk aanvaard
de. In zijn redevoeringen wist hij
ondanks het feit, dat hy met taal
regels en uitspraak vaak als een
dragonder omsprong, de juiste toon
te treffen.
Weer economie?
P)E Labour-overwinning in Juli
^1945 maakte hem tot minister
van buitenlandsche zaken. Het is
wellicht voorbarig om te concludee-
ren, dat hy in het overwinnen van
de moeilijkheden, voortvloeiende uit
Engelands economische en finan-
cieele onafhankelijkheid van de
Vereenigde Staten en de dominions
te kort geschoten is. Misschien wij
zen de geruchten over een te ver
wachten reconstructie van het
Britsche kabinet in die richting:
het zou in ieder geval niet verwon
deren als Bevin in afzienbaren tijd
tot zijn oude liefde: economische
zaken of financiën terugkeerde.
UIT DEN BOEKENMOLEN
JOHN STEINBECK heeft by ons
vooral groote bekendheid ver
worven door „De Vliegenvanger",
het verzetsverhaal, dat tijdens de
bezetting al dc ronde deed en dat
na de bevrijding op het tooneel een
uitstekende vertolking genoot. Het
onderscheidde zich door dc wyze
waarop de schrijver de sfeer van het
Noorsche verzet had weten te tref
fen. Thans ligt er een bundel ver
halen voor ons De Rood e
Pony welke by de Nederland
sche Uitgeverij te Baarn verscheen.
Deze bundel, waarvan de oorspron
kelijke titel „The long vallcv" luidt
bevat een aantal mysterieuze ge
schiedenissen, veelal in Californië
spelend, die eveneens uitmunten
door een juist getroffen sfeer, by
momenten obsedeerend. Het is ge
laden proza, waar zoo nu en dan
iets van oerkracht in zit. De verta
ling is van Jac. van der Ster.
Als zoo straks na jarcnlangcn
strijd de nieuwe spelling algemeen
zal worden toegepast zal de Neder
landsche taal nog moeilijkheden ge
noeg bicden. We mogen dan al het
hoofd niet meer te breken hebben
over dc „ennetjes", dc dubbele o of
de ch. er blyven nog genoeg strui
kelblokken over, tc moer waar het
„een treurig, maar helaas vast
staand feit is. dat de gemiddelde
Nederlander zyn moedertaal zeer
onvoldoende kent, en, vooral in ge
schrift, op de erbarmelijkste wyze
mishandelt". Het kan dan ook geen
kwaad dat er een boekje verscheen
J. C. van W a g e n i n g e n
Even tyd vooronze
taal! Leiden: A. W. Sythoff's
Uitgevcrsmaatschapp N.V.) om den
Nederlander wegwijs te maken in
den doolhof der moeilijkheden, zoo
als ook Charivarius en andere voor
gangers het deden.
Na een gemoedelijk uurtje theorie
worden allerlei misbruiken bestre
den: de kortheidsmanie, het gebruik
van modewoorden, gewichtigdoene
rij, stoplappen, overbodigheid en
wat dies meer zij. Een ljjst van „is
men" besluit dit bruikbare boekje.
We hopen nu maar niet tegen den
inhoud te hebben gezondigd
Van de degelijke taalkunde en
stijlleer naar een lichter genre: we
raken daar in verzeild bij het lezen
van de bewerking, welke R u d i e
van Lier heeft gegeven van
Roodkapje. Hy maakte van het
sprookje een romantisch spel dat
zich afspeelt itf een romantisch
bosch. Het werd een charmant ver
haal, waarin de bekende woorden
van Roodkapje beurtelings tot den
wolf en den 'jongen herder worden
gesproken en aanleiding zijn tot een
happy end. Het boekje werd door
Emilè Brumstcede uitgeschreven en
verlucht, met teekeningen in den
trant van die in dc Russische nren-
tenboekjes, welke wy hier wel za
gen, en het werd onder het tccken
van „Het Zwarte Schaap" uitgege
ven door „De Bezige Bij" in Am
sterdam.
De roman voor oudere meisjes,
welken M a r y k e van R a c p-
ho r s t onder den titel „Voor
den tweesprong" bjj do Uit
geverij en drukkerij „HollancHa" te
Baarn publiceerde, zal door hen met
veel plezier worden gelezen. Het
boek is vlot en boeiend geschreven.
Het vertelt dc geschiedenis van een
alleenstaand meisje, met een ideaal
uiterlijk, dat voor zichzelf moet
zorgen cn in een warenhuis terecht
komt. Alles gaat van een leien dak
je, gold speelt geen rol, maar als
het happy end naby is komt er, al
thans eerst, nog een wending. Een
frisch bock met een goede tendenz.
Van „Perspectief der
Ziel" van d r. C. J. Schuur
man verscheen bij Van Loghum
Slaterus' Uitgeversmaatschappij
N.V. te Arnhem een tweede druk.
„Kaboutertje Lekkerbek"
Het verhaal van „Kaboutertje
Lekkerbek", verteld en geteekend
door Aart van Breda, (uitgave L.
J. Veen, heeft schier niets om het
lijf. maar de prentjes zijn in vele
opzichten zeer, geslaagd. Er vilt
vooral voel op te k ij k e n. De
tekst 's g c t c c k c n d, het waar
om daarvan vermag ik niet in te
zien. daarvoor zijn cle lettor^ té
stijf, té fantasieloos. Verder valt
op do zeer matige typografische
verzorging cn het, „goedkoope"
papier, waardoor de kleuren heel
anders gedrukt zijn dan do teeke
naar ze ongetwijfeld op zijn origi-
neele prenten aangegeven hoeft.
Ten slotte de prijs, f 2.00 voor
een verhaaltje, dat in vijf minu
ten voorgelezen is, voor een vrij
gioezelig uitziend boekje yan een
omvang van 24 pagina's is toch
wel een beetje té erg!
Jévéèa.
door dr. C. D. J. BRANDT
^kINDS het einde van den oorlog
is er een heele reeks van boeken
over de Sowjet-Unie verschenen.
Ieder, die korteren of langoren tijd
heeft doorgebracht in dit land, dat
voor West-Europa nog altijd „de
groote onbekende" moet heeten,
voelt zich gedrongen om zijn her
inneringen, zyn belevenissen, zyn
visie op het geval te boek te stel
len.
Dit is begrypelyk om allerlei re
denen. De schrijvers kunnen zeker
zijn te worden gelezen, de uitgevers
hébben een garantie, dat zoo'n boek
behoorlyk zat worden gekocht, ge
zien het feit, dat de belangstelling
voor het probleem-Rusland nooit
zoo groot is geweest als tegenwoor
dig.
En laten we het maar dadelijk
zeggen: deze belangstelling is meer
dan een modegril, meer ook dan een
voldoen aan een zucht naar het ge
heimzinnige en daarom sensatio-
neele. Zy komt voort uit een juist
begrip van de werkelijkheid, uit een
volkomen terecht geconcipieerde
opvatting, dat de wereld op dit
Pnctn VST
Beste W.
NEEN, ik geloof niet dat het veel
zin heeft bepaalde methoden
van lezen tegen elkaar af te wegen.
Men kan retrospectief oordcelen,
dat wil zeggen zichzelf vergelijken
met den mcnsch die men zou wil
len zijn, of eventueel kunnen zyn,
maar men kan zichzelf langs dezen
weg niet met anderen meten, want
wie weet wat men van zichzelf zou
denken (veel goeds ongetwijfeld!)
als men de ander was? Het kan
waar zyn dat ik intenser lees de
ecnige reden om dal aan te nemen
in het gesprek dat wij daar onlangs
over hadden was de mate van her
innering, en mijn onmacht om een
boek tweemaal achter elkaar te le
zen maar wie meet bijvoorbeeld
het verschil in geheugen op dit spe
ciale terrein?
Ik geef integendeel iedereen op
dit stuk graag gewonnen, want ik
moet bekennen dat ik feitelijk in
het geheel geen lezer ben, merk
waardig genoeg. Een lezer is, naar
mijn inzicht, een man met een hob
by, een'man die leest orndat hy het
een aangename bezigheid vindt. Du
Perron is daar het meest typeeren-
de voorbeeld van (hy geeft zich dan
ook ostentatief dien naam): hij kon
zich aan zijn lectuur dood-ergeren,
maar hy las toch verder, al gold het
Farrère of Hélènc Marveil;
jjj bent een liefhebber van datzelfde
type. Voor my is het lezen een ge
heel andere bezigheid ik heb
geen hobby's en lezen is my eigen
lijk in 't geheel geen genoegen
in opklimmende reeks: verstrooiing,
als ik er behoefte aan heb (zelden),
documentatie, studie (van de tech
niek van den schrijver bijvoor
beeld), kennismaking met een in
teressante persoonlijkheid, kracht
meting en nog een paar tusschen-
stadia die ik niet allemaal onder
woorden hoef te brengen (dit staa
tje is natuurlijk erg vereenvou
digd). Het is maar heel pover, wel
beschouwd, en bepaald niet om ver
heugd mee te zijn al geldt het in
wezen maar een accent-verschil;
het heeft vooral tot gevolg dat ik
veel boeken waarover ik mij uit min
of meer professioneele overwegin
gen een oordeel zou hebben willen
vormen niet gelezen heb en nooit
lezen zal, het beteekent dat ik niet
alleen jouw favoriete detectives
niet lezen kan, tenzij het een wer
kelijk intelligente puzzle is zonder
troeven in de mouw, by wyze van
hersengymnastiek, maar byna alle
boeken van de derde plank: van
onze nieuwe beroemdheid, Voeten's
Doortocht had ik na drie blad
zijden genoeg, van het boekenweek
geschenk (men vergeve my myn
ondankbaarheid) na de eerste ali
nea, Steinbeck kon ik evenmin le
zen (alleen The moon is down,
omdat het werkelijk iets beter be
gon, cn kort was, "en heel fraai ge
drukt) cn zelfs bij Faulkners Wild
Palm s, een van myn laatste
aanwinsten moest ik mij dwingen
om tot de laatste pagina voort tc
gaan, hoewel het toch een knappe
en compositorisch vooral interes
sante roman is, en van een groot
schrijver. Dat deze lees-stijl overi
gens gemakkelijk tot vergissingen
leidt is mij nog onlangs gebleken.
TK weet niet of je bekend bent
met het werk van Jeanne van
Schaik-Willing; ik had mij er tot
dusver, In een begrijpelijke aversie
tegen Nederlandsche romancières,
van onthouden, maar tot mijn scha
de en schande. Dit laatste 'weet ik
na dc lectuur van De Over
nachting, een roman in brieven,
zooals je weet, van haar en Vest
dijk. Ik houd van deze schrijfwijze,
om het grootc voordeel: de'schrij
ver kan in deze situatie vollediger
menschen geven, hy kan compleet
zyn rol spelen en hoeft zijn energie
niet te verdeelen over de 'elkaar te
genspelende personages, en om
dat het nadeel óók een voordeel is:
men krijgt geen eenheid van con
ceptie in de compositie van den
roman, maar een spel van twee
partners, die ieder voor zich het
verhaal een bepaalden kant willen
uitstuwen, maar op eikaars zotten
moeten reageeren, elke nieuwe
wending beantwoorden en toch het
einddoel van den roman in het oog
moeten houden: een subliem spel
van zot en tegenzet, als een schaak
spel dat niet wordt gespeeld om
elkaar wat te zetten maar om el
kaar in de gelegenheid te stellen
steeds weer nieuwe ontdekkingen
te doen.
Dat Jeanne van Schaik in dit
spel een waardige partner van
Vestdyk bleek was op zichzelf al
overtuigend genoeg, dat zij een
voortreffelijk vertelster is bewees
zij in den brief over het uitgangs
punt van het verhaal: de overnach
ting en wat daarmee samenhangt,
en dat zy van I*ne Brose een le
vende, werkelijk complete vrouw
wist te maken (veel meer dan van
de vrouwenfiguren in haar eigen
romans, neem ik aan) kan men
haar niet hoog genoeg aanrekenen.
En Vestdyk hervond hier wat in
Iersche Nachten te veel ont
brak: het speclschc, het imprévu,
dat een van de belangrijkste trek
ken van den duivelskunstenaar is.
(In de voor-oorlogsche verhalen
van den pas verschenen bundel
De Duivelskunstenaar
Stomme Getuigen kun je
dat nog in rein-cultuur bestudee-
ren
De Overnachting is de be
langwekkendste roman van de laag
ste twee jaar (over de belangrijk
heid, in vergelijking tot het laatste
werk van Van Schendcl en Wal
schap zouden we wellicht eenigen
tyd moeten discussieeren): als je 't
nog niet gelezen hebt moet je het
gauw doen.
\7AN hooren zeggen heb ik erva-
v ren dat deze roman het onder
werp van de meest tegenstrijdige
uitingen is, misschien niet heelc-
maar een rèl ontketent, maar in
elk geval een van die boeken schijnt
te zijn waarover iedereen genoopt
is het zijne te zeggen. Ik weet er
niet veel van, want ik lees byna
geen critieken, maar heb mij eeni-
germate laten voorlichten door een
liefhebber die zich hierin speciali
seert. Het schijnt dan (merkwaar
dig genoeg juist niet in de cenige
critiek die ik las. in de N.R.C., van
Adriaan van der Veen waarschijn
lijk, die juist de figuur van Line
Brose aanvalt), het schijnt dan dat
Vestdijk zich weer eens dingen ver
oorlooft die in den fatsoenlijken Nc-
derlandschen literatuur-winkel on
welvoeglijk heeten. Het verbaast
mij niet,'want men kent zoo lang
zamerhand alle bezwaren tegen
Vestdijk van buiten: zij komen bij
elk boek los.
Ik kan maar één verklaring vin
den die de merkwaardige aversie
tegen Vestdyk aanvaardbaar
maakt: deze schrijver is te groot
voor Platland, en een onverdiend
kapitaal. Want hoe is anders te
verklaren dat men meent Vestdijk
te kunnen bespreken in dezelfde
terminologie als gebruikelijk bij.
biivoorbeeld, de werken van Theun
dc Vries?
EEN van de minst antipathieke
verwijten uit het reeds bekende
arsenaal is dat van Vestdijks cere-
braliteit. Het minst antipathiek, om
dat het alleen maar berust op
slecht lezen. Want men kan de op
posanten gemakkelijk tegenwerpen
dat Vestdijk bepaald niet over min
der „hart" beschikt dan welke an
dere romanschrijver ook (bewijs
plaatsen in Rumeiland en P i-
latus, ter overtuiging), alleen
maar wat meer hersens hee£t en
dat soort van kuischheid dat een
hart liever niet in een étalage ziet
hangen.
Er zijn ditmaal weer vileiner
argumenten gebruikt. Door Kelk.
bijvoorbeeld, van wien men toch
zou verwachten dat hij beter wist,
maar die moet hebben aangevoerd,
dat Jeanne van Schaik een goeden
roman heeft geschreven, maar dat.
waar Vestdijk schrijft. onmiddeUijk
weer de perversiteit voor den dag
komt (ach die perversiteit, die in
een zindelijke Hollandsche ziel zoo
heelemaal niet aanwezig isen dat
Vestdijk alleen maar Meneer
V i g se r*s kan schrijven, meneer
Visser i s. god-weet: cn door dr.
P. H. Ritter, die voor cle radio ge
klaagd heeft, waarom er nu nooit
een roman wordt geschreven over
het goede huweliik. Maar wat
wil ie: zijn dit niet precies de op
merkingen die men kan vcrw-^hien
in Platland B.
oogenblik om de Sowjet-Unie
draait.
Wie dit beseft, kan zich slechts
verheugen over het feit, dat zoove-
len zien geroepen hebben gevoeld
om hem voor te lichten. Wat overi
gens niet wegneemt, dat hy het vol
ste recht behoudt, om na de lectuur
van deze massa van feiten en be
schouwingen, welke zoovele en ver
schillende aspecten van het eene
Eroblecm belichten, volkomen vcr-
ijsterd te constateeren met wijlen
Socrates: één ding weet ik zeker,
en wel, dat ik niets weet.
Niet eenvoudig
D E waarde van deze boeken is
-B-, hoe kan het anders? zeer
uiteenloopcnd. Het is alleen voor
den lezer niet altijd gemakkelijk om
die waarde precies te bepalen, om
dc deskundigheid, de objectiviteit,
cle aan- of afwezigheid van een
vooropgezet standpunt, dc bcteeke-
nis van den auteur als mendch
nauwkeurig te beoordeelen. Nog af
gezien van het feit, dat ten opzichte
van het probleem cle Sowjet-
Unie wel zeer in het bijzonder geldt,
dat dc lezer uit al die boeken lipfst
datgene puurt, wat het beste past
by de mcening, die hy zich ai bij
voorbaat gevormd heeft.
Een van de meest recente, zoo
niet het meest recente in deze
reeks, is dat van generaal Sir Gif-
fard Martel, dat den titel draagt
The Russian Outlook
het Russische gezichtspunt).
Generaal Martel, een van Enge
lands meest bekende experts op het
gebied van de tank, heeft dit Rus
sische standpunt leeren kennen,
toen hij in 1943 hoofd van de En
gelsche militaire missie in Moskou
was. Een man dus en een positie,
belangrijk genoeg om onze volle
aandacht voor zijn beschouwingen
te motiveeren.
Wy stellen voorop, dat wy dit
bock alleen nog maar kennen uit
zeer uitvoerige beschouwingen en
groote uittreksels eruit in de En
gelsche bladen. Dit is een manco,
wy erkennen 't gaarne. Maar 't feit,
dat in die beschouwingen in bla
den van zeer uiteenloopend politiek
standpunt allemaal op hetzelfde
neerkomen, geeft ons de vrijmoe
digheid om onze lezers op dit boek
attent te maken.
Wantrouiven
Y\7"aNNEER wy de Russen zien
v v door de oogen van generaal
Martel, dan merken wij wat wy
al wisten trouwens dat zij in den
oorlog geen erg gemakkelyke of
soepele bondgenooten zyn geweest.
Het was zelfs bijzonder lastig om
met ze om te springen. De gewone
man Martel constateert het bij
herhaling was vriendelijk en
hulpvaardig, maar cle autoriteiten
waren dit allesbehalve. In die krin
gen heerschte een ware xenophobie
vrees voor al wat vreemd is),
die zoo ver ging, dat de bondgenoot
juist dan gewantrouwd werd, wan
neer de hulp, die hy kwam bren
gen het allermeeste noodig was.
Martel verklaart dit wantrouwen
tegen den vreemdeling uit cle erva
ringen der Sowjetleiders van voor
den oorlog, uit de leer van Marx
en uit hun vrees, dot teveel contact
niet de buitenwereld den gewonen
man critisch zou stemmen tegen
over het regiem. Een verklaring,
die wij, gezien wat de wereld na
der. oorlog met de Russen heeft be
leefd, wel als in hoofdzaak juist
zullen moeten zien.
Verder wordt het den lezer uit
Martel'?, beschouwingen duidelijk,
«lat hij geen vertrouwen heeft :n een
houding of in een politiek van „ap
peasement", van toegevendheid ten
opzichte van de Russen. Integendeel
hij verwacht alleen resultaat, wan
neer hun ronduit gezegd wordt,
waar het op staat. Dat Martel in
dit boek hoegenaamd niet den in
druk maakt van den t.ypirchen
met-de-vuist - op-de-t a fe!-slaar.de-en-
bij-voorkeur-bulderenden militair
geeft aan zijn oordeel in dezen öcs
te meer relief.
Alles tezamen genomen lykt ons
„The Russian Outlook" een bijdrage
tot onze kennis van den Tweeden
Wereldoorlog en van de Russische
mentaliteit, waarvan het de moeite
waard is om kennis te nemen.
V rcemdelingenvrees
WIJ hadden het zoo juist over
die xenophobie. Een merk
waardig staaltje hiervan la wecr.i
het decreet van het presidium van
de Opperste Sowjec, waarbij het
aan Russische burgers verboden
wordt om met vreemdelingen te hu
wen. Liefde overwint alles, behalve'
het ijzeren gordijn. De techniek van
isoleeren is wel vooruitgegaan
sinds de dagen van Pyramus en
Thisbe.
Overigens hebben dc Sowjet-
autoriteiten er al eerder niets voor
gevoeld, om hun burgeressen door
een huwelijk over de grenzen to
verliezen. Wij lazen tenminste in de
Manchester Guardian, dat van de 27,
Russische vrouwen, die gedurende
den oorlog met een Engclschman
getrouwd zijn er tot dusver slecht3
12 toestemming hebben verkregen
om hun man te volgen. Wanneer
het juist is, dat Bevin zijn verblijf
in Moskou had willen gebruiken om
de Engclsch-Russische toenadering
ook in het kleine te dienen door de
belangen der 15 restecrende „pa
ren" tc bepleiten, dan steekt deze
nieuwe wet van de Sowjet-Unie
hem wel een leelijke spaak in het
wiel.
Raad voor de kunst
in oprichting
Minister dr. Gielen heeft voor het
congres van Studenten uit „Je lage
landen" tc Gent, sprekend over de
zorg van- de Nederlandsche regee
ring voor wetenschap en kunst o.m.
gezegd, dat liet naar zijn meening
onjuist is dat leerlingen, in hun
meest kunstgevoelige periode, door,
overmaat van intellectueel werk
verhinderd worden hun kunstzin te
ontwikkelen. Het. vclc uren vergend^
huiswerk is een ernstig beletsel om
een concert of tonncelvoorstelling bij
tc wonen.
Het herstel van monumenten,
die door den oorlog beschadigd
zijn. zal op zijn minst 115 mil
lioen gulden kosten. De regee
ring hoopt 75 pet. in twintig jaar
in ou.len luister te herstellen.
De steeds groeiende overheids
bemoeiing met dc kunst heeft den
minister doen uitzien naar een mo
gelijkheid een centraal orgaan te
vormen, dat in den ruimsten zin de
regeering inzake kunst van advies
zou kunnen dienen. Hij meent die
mogelijkheid gevonden te hebben in
den vorm van een voorlnopigen raad
voor de kunst, die een coördineeren-
de en adviseerende taak zullen krij
gen.
Onderzoek naar beheer
Britsche pers
De Britsche eerste minister. Cle
ment Attlee. heeft in het Engelsche
parlement mededceling gedaan van
de benoeming van een koninklijke
commissie van onderzoek, die tot
taak heeft een onderzoek in te stel
len naar h^t hpheer en den eigendom
van de Britsche pers. om „de vrije
meeningsuiring via de pers en de
grootst mogelyke a curate see bij le
publicatie van nieuws te bevorde
ren
Voorzitter van de commissie zal
zijn David Ross. rector van OrieJ ooi
lege Oxford, die reeds in een aantal
eorunhsies van onderzoek zitting
heeft ti had. De commissie bestaat
uit 17 leden, o.w. de schrijver J B
Priestley.