leger Monty het van Postzegels verzamelen, is zichzelf onderwijzen en Radio-programma BSitocp onmma HELFT HOEST teMmMMJM.M.IMU Einde Eerste Bedryf RADIOLYMPUS, EEN GESLAAGDE ONDERNEMING 4 Zaterdag 29 Maart 1947 T7 EN paar dagen na Kerstmis -®—1943 deelde Montgomery plot seling aan het Achtste Leger mee, dat hij het ging verlaten. Hij had, zoo vertelde hij zijn mannen, een commando in Engeland gekregen. Op dat oogenblik had hij zijn hoofd kwartier in Vasto, een klein, schil derachtig plaatsje aan de Adriati- sche Zee en eenige honderden op per- en stafofficieren waren daar bij elkaar in den schouwburg voor zrjn afscheid. Toen Monty op het toonecl verscheen in zijn battledres-s met decoraties, zijn alpino op zijn hoofd, hing er een merkwaardig ge spannen en geëmotioneerde stem ming. Er was geen eigenlijke plech tigheid. Montv sprak "droogweg een half uur: Alamein, de woestijn, zoo veel kilometers, zooveel verschillen in klimaat, zoo veel. dat was voor bereid, gewaagd en gedaan. Voor een buitenstaander had daar dit oogenblik en deze speech niets geen bcteekenis, zoo zeer was alles wat hij zei speciaal verweven met de levens van de mannen, die daar onder zijn gehoor zaten. Zij waren nog niet oud geworden of praatziek over hun daden. Dc oorlog was nog aan den gang, een ieder in die zaal keek nog tegen een gewelddadigen dood aan. Er waren geen dramati sche scènes, de gevoelens van be wogenheid werden niet geuit. Dit afscheid van Montgomerv van het leger, dat hy gemaakt had en dat hem gemaakt had was een zakelijke handeling, de laatste van een reeks van zakelijke handelin gen. Eén keer stokte zijn stem even toen ging hij door en maakte zijn rede af. Model-ge juich HET was stil, toen hy zich bruusk omkeerde en wegwan delde. Toen begon men hem toe te juichen en het was zoo echt, omdat het zoo hoorde, zoo'n echt model toejuiching en... het had zoo hccle- maal niets te maken met wat dc spreker en zijn hoorders op dat oogenblik voelden, want het kon niet worden uitgedrukt in applaus of gejuich. Men applaudiseert niet voor een chirurg na een gelukte operatie en een groot deel van Montgomery's werk was arbeid van een chirurg. Aan zijn soldaten schreef hy: Wat moet ik tegen jullie zeggen, nu ik Wegga? As het hart vol is valt het spreken niet gemakkelijk. Jullie hebt dit leger gemaakt tot wat het is. Jullie hebt zijn naam over de heele wereld bekend ge maakt. Houdt dien naam en deze tradities hoog! Ik vraag jullie om mijn opvolger met evenveel loyale toewijding te dienen, als jullie my altyd gedaan hebt". Zyn soldaten deden niet aan goedgemanierde terughoudendheid. Zrj waren nog tegen hem aan het juichen en wuiven en schreeuwen, ^Ja, daar is Monty, hè Monty!" toen hij zich in zijn auto naar zijn vliegtuig begaf. Dit had hij icderen dag in dien veldtocht van over de 3000 km.'~beleefd. Het Achtste Leger. Het was zyn gezin en deze soldaten waren zijn kinderen. Kon hij zyn familie niet uitbreiden tot een millioen men schen en konden zij dan niet samen overal heen gaan? Het was tiict gemakkelijk gegaan *ym Montgomery het bevel over bet jïeger onder Eisenhower te geven. Er was heel wat oppositie geweest. Vriend en vijand EEN van zijn oude vrienden zei in Engeland tegen hem: ,.Het Is een feit, dat je een massa vijan den hebt gemaakt, maar ook dui zenden vrienden." Ongelukkiger wijze zaten die vij anden nu net in de hooge positie. 'Al had hij in het ministerie nu niet bepaald vijanden, er zaten daar toch op sleutelposities lieden, die van meening waren, dat deze belangrij ke post moest gaan naar iemand, die heelemaal de traditie en het ka rakter van het Britsche Leger ver tegenwoordigde. Zij waren vóór Alexander. Maar tenslotte dreven Brooke en Sir James Grigg. de mi nister van oorlog, toch door, dat Montgomery benoemd werd. En zoo stapte Monty op Nieuw jaarsdag 1944 Churchills kamer te Marrakesj binnen om te hooren, wat zijn nieuwe commando precies betcekende. Churchill lag ip bed een bundel papieren te lezen. Hij schoof ze Montgomery toe. ..Vertel eens, wat U er van denkt." Het was het operatieplan „Overlord" voor dc invasie van Normandië, het tweede front, waar de wereld de laatste twee jaar op had zitten wachten. Monty besteedde zijn halven nacht aan het doorlezen van die stukken. „Nou?", vroeg Churchill den vol genden morgen. „Ik kan mijn meening niet zeg gen." zei Montgomery, „ik heb de zaak niet echt bestudeerd, ik heb niet kunnen overleggen met de Ma rine en met de Luchtmacht. Boven dien ben ik Uw militaire adviseur niet." Lijkt naar niets Churchill hield aan. De generaal zou toch zeker wel een meening hebben, hij kon toch een zuiver per soonlijk oordeel geven, hij kon pre cies zeggen wat hij wilde, zonder zich vast te leggen aan bepaalde, later te treffen regelingen. „Vooruit dan maar," zei Montgo mery, „dit plan lijkt naar niets. Het is geen oorlogsoperatie, dc organi satie van het bevel is verkeerd, het front is te smal. Het hecle plan moet radicaal worden veranderd. Dit was eenvoudig een bominslag. Maandenlang had generaal Morgan in Engeland met een geheimen staf zitten werken op het plan. Dit plan nu, vlak vóór het groote avontuur TUIN KA LENDER ZATERDAG 29 MAART. Een der mooiste éénjarige zaaibloemen is ongetwijfeld wel de vanouds be kende Oostindische Kers. Men on derscheidt laagblijvende en klim mende soorten De eerstgenoemde kunnen zoowel voor bloemborders als voor perken worden gebruikt. Eenige mooie laagblijvende soorten zijn: de donkerroode Empress ot Indiade goudgele Golden Kinq en de zalmrose Vesuvius. De klimmen de soorten leenen zich uitstekend voor begroeiing van schuutingen en balkons. Hiervan verdienen o.a. dc scharlakenroode Lucifer, de gra- naotroode Spitfire en de goudgele Goudglans aanbeveling. Begin Mei kan de Oostindische Kers buiten worden gezaaidS, Lt 1 Of hij een genie uas dan I wel alleen maar een j j avonturier, in ieder ge- j val teas Monty's leven j thans te kostbaar om j j Item risico te laten loo- j I pen. te gaan omgooien, scheen krankzin nigenwerk. Hoe kon Montgomery er zeker van zijn, dat het verkeerd was? I-Ioc kon hij met zoo'n' over tuiging beweren, dat het front te smal was en dat de landingstroepen niet talrijk genoeg waren. Op zijn minst kon men aan de waarde van zulke gratuite beweringen toch twijfelen. Maar Montgomery twij felde niet. Dit was eenvoudig een technische operatie met twee ma nieren om het te doen: een goede en een verkeerde. Werd zij op de goede wijze uitgevoerd, dan waren de resultaten verzekerd. Hij en zijn staf zouden in staat zijn om het plan in orde te maken. Churchill en Beaverbrook, die ook in Marrakesj was, moeten Monty wel heel vreemd hebben aangeke ken. Terwijl heel de wereld zwaar bezorgd was over deze zaak. ter wijl de beste hersens de alternatie ven tegen elkaar afwogen en de steeds wisselende gevaren, die aan het plan vastzaten, nagingen met doorloopend twijfel in het hart. was hier een man. die geen aarzeling kende. Wist hij het werkelijk? Had hy werkelijk de remedie? Of was hij alleen maar een gelukkige avon turier? Maar Alamein dan en de Mareth-linie en de landing op Sici lië en al zijn andere overwinningen Churchill's zegen CHURCHILL nam Montgomery's boek en schreef er met een wat krabbelig pootje (vermoedelijk om dat hij nog ziek in bed lag) in: ..Dc onsterfelijke marsch van het Achtste Leger van de poorten van Cairo langs de kust van Afrika door Tunis, door Sicilië heeft nu zijn onoverwinnelijke soldaten en hun wereldberoemden bevelhebber gebracht tot diep in Italië tot voor de poorten van Rome. Het tooneel verandert en wordt steeds wijder. Een groote taak. die achter den rug is. maakte plaats voor een nog grootcre, waarin dezelfde geest, die nimmer faalt, voor allen, die in waarheid mannen zijn, een volle en goricuze belooning zal winnen." Met dezen zege van Churchill ver trok Montgomerv op 2 Januari naar Engeland. Öp het laatste mo ment wilden zy hem niet laten gaan in zijn eigen tweemotorige machine, een viermotorige bommenwerper werd tc zijner beschikking gesteld. Of hij gelijk had of niet. of hij een genie was dan wel alleen maar een avonturier, in ieder geval was Mon ty's leven op dat oogenblik tc kost baar om hem risico te laten loopen. MONTGOMERY INSTRUEERT ZIJN VERBINDINGS OFFICIEREN T N ons vorig artikel spraken wij J- erover, dat het verzamelen V4n postzegels vap landen der geheele wereld, speciaal voor de jeugd, \an groot belang is. Nietwaar, in de eerste plaats maakt de jeug dige philatelist kennis met lan den, die in de gewone aardrijks kundeles op school niet of ter loops genoemd worden, in de tweede plaats „leertmen spelen derwijs alle mogelijke muntstel sels en verder geven de afbeeldin gen, die op de duizenden dezer /egels voorkomen, den verzame laars een uitstekend beeld van. om maar een paar voorbeelden te noemen, de architectuur, die in een bepaald land inheernsch is, de takken van bestaan, die uitge oefend worden, de dieren- en plantenwereld die er wordt aan getroffen en tenslotte van cul tuur- en natuurmonumenten die de landen rijk zijn. Als voorbeelden nemen wc eens een paar „gewone" zegels, die in grooteri getale in omloop gebracht zijn en dus wel in geen enkele wereldverzameliiig zullen ontbre ken. Prijkt de tempel van The seus niet in volle schoonheid op het 1 Drachme-zegel van Grieken land van de uitgave 1927? Geeft Egypte met een serie van 1914, waaronder zich zegels bevinden met afbeeldingen van de Pyrami- den. de Sfinx, de Kolossen van Memnon en de tempel te Karnak met een uitstekenden indruk van het imposante van de bouwkunst rler oude Egyptenaren? En vertel len tal van zegels der Zuid-Ame- rikaansche staten (Costa-Rica Ï923, Argentinië 1910, Mexico 1023) ons niet meer van de weel derige architectuur van Latijns Amerika dan de een of andere radiovoordracht? Argentinië beeldt op de zegels van de uitgave 1935 op voortref felijke wijze veeteelt, wol winning, suikerriet verbouw, graanbouw, petroleumwinning en fruitteelt a:l. Bulgarije toont do wereld met een propagandaserie uit 1938. dat het land graan, druiven, rozen olie en tabak voortbrengt, terwij! ae pluimveeteelt een groote rol speelt. NÖord-Borneo staat o.rn. met de uitgaven 1S94. 1S97. 1901. 1009, 1930 en 1938 wat betreft het vermelden der inlieemsche dier soorten aan de spits en ook Libe ria blijft met series uit 1896 en 1006 in dezen niet achter. Cultuurmonumenten L/N nu de zegels met afbeeldin- gen van cultuur- en natuur monumenten Het is welhaast on mogelijk een land te vinden, dat heide categorieën niet op zijn postzegels heeft uitgebeeld. Hier boven sprak ik reeds over Grie kenland en Egypte en verder zou ik in de eerste plaats willen noe men China, dat op zijn luchtpost- series van 1921 en 1932 het gigm- tiechg bouwwerk der oudheid, de Grooten Chineeschen Muur heeft afgebeeld. En vergeten we vooral niet Fransch Marokko, dat. zoo als trouwens alle Fransche Noord- Afrikaansche gebieden dit deden, de schoonheid der Moorsche bouwkunde op zijn postzegels ten toon 6preidt. En zoekt ge tenslotte natuurmonumenten? Wilt ge af beeldingen van de beroemde Grand Canon in Arizona, de Niagara- en Victoriawatervallen, Chimborazzo of de Fuji-Yama? Welnu, diverse zegels der Ver. Stalen, Zuid-Afrika, Ecuador en Japan stellen den verzamelaar ook op dit gebied ruimschoots te vreden. Ik hoop hiermede in groote tiokken te hebben aangetoond, dat het aanleggen van e$n we reldverzameling groote aantrek kelijkheid biedt. Maar waarom, zult u opmerken, moeten we dan specialiseeren? Dit vertél ik u de volgende maal. D. E. J. MULDER. ZONDAG 30 MAART HILVERSUM I 301,5 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Hoogmis. 10.00 Kerk dienst. 11.30 Kerkkoor. 11.45 „Het Kerklied in de Orgelmuziek" (V). 12.15 „In t Boeckhuys". 14.00 .Gooische Kring". 14.45' „Kan een aloombomoorlog nog worden voor komen?" 15.45 Palmpaasch-gebrui- ken door Jan van Zanen. 16.20 .Naar hoogere middenstandsont- wikkeling". 16.30 Ziekenlof. 17.00 Kerkdienst. 18.30 Strijdkrachten. 19.00 Het Londcnsch 'Philharmo- nisch Koor met het Londensch Symphonie Orkest. 19.48 Flitsen. 20.15 „Dc Zilvervloot". 21.15 „Dc man die Donderdag was" (VI). Luisterspel. 22.40 Raaio Philharmo- nisch Sextet. 23.10—24.00 Lichte orkestmuziek (gr.). HILVERSUM II 415.5 M. 8.00 Nieuws. 8.30 Voor het platteland. 8.45 Zondagmorgenmelodieën. 9.15 Geestelijk leven. 10.00 Zondagshalf uur. 10.30 Kerkdienst. 12.00 „Russi sche Staalkaart". 12.30 De Zondag club. 12.40 „Les chanteurs de Mon- treux". 13.15 „Les Gars de Paris". 13.50 De spoorwegen spreken. 14.05 Boekenhalfuur. 14.30 Het Radio Philharmonisch orkest. 15.30 Film- praatje. 15.45 ..Thé Dansant". 16.40 Sportflitsen. 17.00 „Het nieuwe vers". 17.10 „Gesprekken met luis teraars". 17.30 Oome Keesje. 18.15 Voetbal. 18.30 Amateurs zetten hun beste beentje voor. 19.00 Radiolym pus. 19.30 Wim Ibo's Cabaret *,De Camera Obscura". 20.20 Opera- fragmenten. 21.10 Dombey en Zoon. Hoorspel. 21.50 „Mijn lieve lingsmelodie 22.20 „Le piano ro- mantique". 22.30 „Orchestre Colon ne". 23.15 Rai^ da Costa, piano igr.). 23.3524.00 Engclschc melo dieën (gr.). MAANDAG 31 MAART HILVERSUM I 301.5 M. 8.15 Het Amsterdamsch A Capclla Koor. 9.30 Gecstelyke liederen. 10.00 Pia noconcert. 10.30 Morgendienst. 11.00 Orgelspel. 11 35 Marek We ber. 12.00 „Melodieuse klanken". 12.20 Mandolinata. 13.15 Friesche pianotrio. 14.20 Continental Quin tet. 16.45 Cello recital door Mare Rozelaar. 17.20 „Hoor je het ver schil?" -0.08 Brahms-conccrt. 21.35 NCRV Dameskoor. 22.30 Composi ties van Froberger en Biber. 23.00 24.00 Populair Avondconcert; (gr.). HILVERSUM II 415.5 M. 8.15 ..Instrumentale soli" (gr.). 8.45 Werken van Rimsky-Korsakof. 9.50 „Arbeidsvitaminen". 10.35 Egon Petri, piano. (gr.). 12.00 Lyra Trio. 12.35 H. M. Coldstream Guards. 13.50 „Liedjes uit Portugal". 11.20 „Op bezoek by de Marva's". 14.35 Lida Langenveld. viool en Cor van Boven, piano. 15 00 „Bonbonnière". 17.00 Musette-klanken (gr.). 17.30 Al Goodman en zyn orkest (gr.) 18.15 Het Omroeporkest. 19.05 „Af ter Dinners". 20.05 „Radioscoop". 22.00 Magyari Imre. 22.15 Amster damsch Strijkkwartet. 23 15 Dutch Swing College. 23.45—24.00 Jascha Heifetz, viool. Meer werkloozen Het bureau voor de volkstelling in de U.S.A. deelt mede. dat thans 2.490.000 werkloozen zijn de U.S.A. Dit is oen vermeerderin0- van 560 000 sinds November j.l. van 90.000 sinds de vorige maand. (Ingezonden Medvdeehngert\ Maar het tweede bedrijf moet vlotter T-T ET hart van het landde roem ruchte Dam; kristallisatiepunt van den harteklop der pleinen en straten, stegen en verkeerswegen van de al-oude Rijks-hoofdstad. En de Amsterdammers; vol van rulle boert en grolligen humor, die is als balsem op een brandwond, als zalf voor het gemoed, als een zon nestraal op een grauwen en triesten morgen. Op dien bewusten morgen miste ik beide wel heel erg: en m-i spreekwoordelijke Amsterdamsche humor èn den zonnestraal, welker koestering ik al zoo langen tijd ont beerde. 't Was triest en somber; een felle wjnd sneed me door merg en been en geeseldc me vooral meedoo- genloos, toen ik, kleumende en ril lende, de koude handen diep in de zakken van mijn overjas, over de kleine steentjes van onzen histori- schen Dam. mijn weg. vervolgde, op weg naar mijn bestemming. Maar zóó koud kan 't niet zijn of Aan den luidspreker SINDS geruimen tijd schittert aan het radiofirmament een heldere ster. En zooals dat bij het zich voordoen van nieuwe „sterren'' ge meenlijk geschiedt, vervulde menig een de rol \an sterrenkundige en gaf zijn commentaar. We hebben ons edurende geruimen tijd van eön oordeel onthouden, omdat hpt ons beter leek onze meening te basceren op eenige achtereenvolgende uit zendingen. Zoo vaak reeds bleek een ster „verschietend" te zijn. De bedoeling van de uitzendingen dat luisteraars, die tevergeefs op het goede antwoord zinnen voor menige vraag van belang, zich por brief tot de „Goden" kunnen wen den, die er dan mits de vraag oor allen van belang is hun oordeel over geven. Dit oordeel wordt gevormd terwijl U luistert; van te voren zijn de „Goden" even min als U op de hoogte van de soort der stof. Zou men eenerzijds geneigd zijn te zeggen, dat zoo'n oordeel niet goed gefundeerd ka ziin. immers niet bzzonnen, noch weloverwog, anderzijds is er «le charme van het natuurlijke, spon tane, het directe reageeren. We verklaren ons tot verklaarde voorstanders der gekozen methode, omdat diegenen die tot „Goden' werden uitverkoren, stuk voor stuk in hooce mate bevoegd zijn. Het zijn: me\r. dr. A. Romein-Ver schoor. mr. G. Landré, D. van Sta veren, dr. G. Stuiveling en Sam de Wolff: een vijftal, waarnaar het een genoegen is te luisteren, óók "Ha men het soms niet met e?n van hen eens kan zijn. De voorzitter is Jaap Buys jr., die -tot taak heeft óf het oordeel van de „Goden" zoo een voudig mogelijk te formuleeren en aldus ter kennis van vrager en luisteraars te brengen óf het een stemmige oordeel door te geven »ti den vorm van een beknopte samen vatting, in zoo klaar mogelijke taal. SLECHTS één opmerking moot ons van 't hart: 't Moge dan- waar zijn. dat spontaneïteit de be koring uitmaakt van deze uitzen dingen, té groot wordt soms het enthousiasme! Dan geven de „Go den" hun oordeel tegelijkertijd en krijgen we hetzelfde euvel, als waar we ons in het dagelijkschc leven zoo aan ergeren. Laat men er op bedacht zijn de natuurlijkheid niet zóó ver te drijven, dat de debaters tegelijkertijd gaan spreken. Gedu rende de laatste uitzending die ik hoorde, gebeurde het tot "tweemaal toe. dat het me gedurende eenige seconden niet mogelijk was ook maar één woord te Aerstaan, omdaf allen door elkaar heen praatten. Indien men dit geheel vei mijdt, kan ons oordeel niet anders zijn dan: „Radiolympus" vormt een ster van de eerste grootte aan het radio- firmament. Misschien zou het voor de betref fende omroep-verantwoordelyken :n dp toekomst een punt van overwe ging kunnen uitmaken, of niet zij' 't na zeer geruimen tijd de „Groote Vijf' vervangen zouden moeten worden door weer andere, 't Is immers een oude wijsheid, dat door een nieuw recept de waar be ter smaakt. Overigens wil dit er b. de verste verte niet op doelen, dat wij deze vijf „Goden" vlug weg zou den willen hebben van de micro foon. liet tegendeel is waar! A. R. ik kijk om me heen en ik zie slechts menschen, die. als ik, in houding en gelaats-expressic tc kenen geven, dat 't weertje niet „je dat" is; zoo toont het de politie, die op dien gu- ren Dam zijn taak heeft cn zoo too- nen het de vrachtrijders, chauffeurs en allen die hun werk „buiten" heb ben te doen. JK zie slechts één wezen op dien heelen Dam, dat zich niets aan trekt van guren wind, die koud maakt tot op het merg. Hij, de goe dige St. Bernhard, is nog wel andere temperaturen gewend Hebben niet tallooze voorzaten vele menschen- levens gered, ontrukt aan den klau- wenden greep van striemende sneeuwstormen en gruwelijke kou de, daar, in Zwitserland, in de dalen en passen der Alpen? Daar ligt hij. de goedige kolos, de veelbelovende nazaat van een voorgeslacht, dat zich met roem overdekte en... al redt hij dan geen menschen, hij is toch op zijn manier in dienst van de inenschhcid. althans van hetgeen voor hem dc menschheid uitmaakt, van zijn „baas", den harmonica man. Met dikke lappen, gewonden om zijn kleumende handen, de vinger toppen nauwelijks ontbloot, betast deze de toetsen. Parelende toontjes trilleren over de hoofden der kou welijke voorbijgangers, die heel soms hun penninkske offeren, als loon voor 't dartel spel, door felle windslierten meegevoerd tot aan hun in den jaskraag weggedo ken ooren. De baas heeft ook zyn trouwen vriend beschermd; vol zorg heeft hij over de wollige vacht een ouden dikken lap gevleid, waar overheen een soortement van zaal tje, met aan beide zijden, als gro teske stijgbeugels, koperen centen bakjes. Die harmonica-man is een men- schenkenner. De twinkelaar weet immers maar al te goed, dat dc mensch een sterkeren impuls noo- dig heeft om hem de portemonnaie te doen grijpen, dan tierelende toon tjes op guren dag en... wat is er dan beter, dan te werken op het gemoed van je medcmensch? En hij doet dat meesterlijk, wantzou zelfs niet het hart van een monster geroerd worden door dezen trou wen hond. die daar roerloos naast zijn baas ligt, het geld innend en bewakend, jé heel even volgend met z'n prachtige, vochtig-warme oogen onbewogen voor kou of geen kou, wind of geen wind. regen of droog te?...; en de igemiddelde mensch wordt geroerd; cn doét den greep! Hii de St. Bernhard, is de broodwin ning, de goudmijn van zijn baas.... FEUILLETON „Ik liep weg", fluisterde Wally Sanford, „ik wist, dat ik dc eerste zou zijn, die ze zouden zoeken. En nu zöèken ze me. Ik heb me ver borgen gehouden. Maar ik ben moe. O. ik ben zoo moe". Hij begroef zyn bleek en ingevallen gezicht in zijn handen. „Melk, eten en kranten stelen! Misschien zou het maar het beste zijn, als ik mezelf aangaf. Maar ze zouden ik be doel ik zou niet kunnen be wijzen .Stil nou maar", zei Dinah zacht cn warm. „Wat U noodig hebt is een flinke nachtrust". „Een flinke nachtrust", herhaal de April, „cn het vrye veld. Het vrije veld, zoo ver hier vandaan als U in de gauwigheid maar kunt ko men. Er zijn treinen, weet U, en bussen. Of misschien zou U er heen kunnen liften". Ze keek naar Wally Sanford's bleekc gezicht en voegde er haastig aan toe; „Als ik iets verkeerds heb gezegd, geef me dan maar een draai om mijn ooren". „Eerlyk", zei Dinah, „misschien zou het het beste zijn, als U een heel eind weg ging. Dan zou U vei lig zijn". „Veilig", mompelde hij, „veilig. Ik zou veilig kunnen zijn. Maar ik kan nu niet wegloopen, weet jullie. Ik moet het tot het eind toe vol houden. Omdat ik in dat huis moet zien te komen. Daar heeft ze het bewijs verborgen. Als ik het niet vind. zal de politie het vinden". „Vertel ons. waar het is", zei April, „dan zullen wij het wel vin den". Hy staarde haar aan. „Als ik dè.t maar wist", zei hij. „Als ik maar ooit geweten had. waar Flora het had verborgen. Als ik het had Kun nen vinden en het had kunnen ver nietigen, denken jullie dan, dat ik met haar getrouwd zou zijn?" „Bent U dan niet met haar ge trouwd, omdat U voor haar bekoor lijkheid bezweken was?" zei April. Dmah schopte April aan en zei: „Hou je gezicht!" „En* dan Polly nog", zei de ver slagen man. „Ik dacht, dat ik haar hielp, en ik heb haar in deze ellen de gebracht. Als ik weg zou loopen, zouden ze haar voor Flora's moor denares houden en haar arrestee ren. Enhy wreef zenuw achtig met zijn handen over zijn ge zicht „ze heeft Flora niet ver moord. Ik wèèt het. Ik ben er zéker van!" Hij haalde diep adem en fluister de: Ik heb zoo'n slaap". Ze stonden naar hem te kijken, hoe hij daar zat met zijn hoofd op zijn armen. Hij verroerde zich niet. ^Hij hèèft slaap", zei Dinah zacht. „En dit is geen plaats voor hem om te slapen. Niet op dat natte gras". „Misschien was het toch maar be ter, als we moeder riepen", zei April, ,.en haar hem laten vinden. Tenslotte is hij degene, die door de politie gezocht wordt. Dan zou zy alle eer krijgen". „Ben je nou heelemaal gek?" vroeg Dinah. April keek naar het bleeke ge zicht van den half slapenden Wally Sanford en zei: „Een beetje. Nou, goed dan. Maar waar moeten we hem verbergen?" Dat werd een moeilijk probleem. Het zou moeilijk zijn iemand in huis te verbergen zonder dat moeder er achter kwam en zeker iémand, die over z'n zenuwen heen was cn die beschuldigd werd van moord. Het souterrain ging niet, want morgen zou Magnolia komen om de wasch te doen. Archie's terrarium maakte de atmosfeer in de garage een beetje tè muf voor mooi. „Er is geen één plekje", zei Di nah tenslotte. „Hij zal hier moeten blijven. En dan ben ik bang, dat hij kou zal vatten". Ineens klonk er geritsel in de struiken. April en Dinah verstijfden van schrik. Wally Sanford keck met bleek vertrokken gezicht op. „Wat zouden jullie denken van mijn speelhuis je?" zei een hoog stemmetje. „Ér staat een bank en er is ook een geheime tunnel in. De heel# vijfde klas heeft er verleden jaar in gezeten toen de schoolop ziener kwam. En toen kon-ie ons niet „Archie!" zei Dinah. „Jij sla&pt!" „Net zoo min als jullie", zei Ar chie. Een klein figuurtje in pyama kwam achter de struiken vandaan. ..Ik ben wakker en ik heb alles ge hoord, waar jullie het over hadden. Er zit een dak op het speelhuisje en er is een slaapbank in en ook een geheime tunnel. Die hebben Wilde Kat en ik zelf gegraven. En iemand zou zich erin kunnen verbergen als iemand zich zou moeten verbergen. Het is een groote tunnel, omdat we er de hecle vijfde klas in moesten verstoppen". „Alleen die joggies van de vyfde klas maar", zei April schamper. „Dat zijn er zoowat vyftien. En het is geen tunnel die jij en Wilde Kat gegraven hebben. Het zijn de fun damenten van een huis. die gelegd zijn, en waar niemand toen ooit een huis op gebouwd heeft, en jij hebt het speelhuisje er vlak naast ge bouwd en toen heb je een gat ge maakt. Hu! Geheime tunnel. Poeh!' „Nou", zei Archie, „als zy groot genoeg was om dc vijfde klas er in te verstoppen, dan is zij zeker groot genoeg voor hem". „We zouden stiekem een paar de kens uit het berghok kunnen ha len". zei Dinah nadenkend. „En er is nog wat eten in de yskast. En we kunnen hem 's morgens voor we naar school gaan wat koffie bren gen". Ze keek dreigend naar Archie. „Maar wat doe jij eigenlijk uit je bed. kleine kriebel?" „Nee, nou wordt-ie goed", zei Archie verontwaardigd. „Dacht je soms, dat ik myn eigen zusjes in den nacht de straat op zou laten gaan, zonder dat ik erbij was om ze te beschermen?" Het was nog een heel gedoe, want het berghok was op slot. zoodat Ar chie door het raam naar binnen moest klimmen om de dekens tc ha len, en de kliekjes van het avond eten van den vórigen dag stonden juist op diè plaats in de ijskast, waar ze het moeilijkst geruischloos te pakken waren, en Wally Sanford stond op zijn beenen te slapen Maar met zijn drieën kregen ze net voor elkaar. Een kwartier later had Wally Sanford het restje ham ver slonden en was hem den ingang van dc geheime tunnel gewezen, waar hij op de slaapbank, bedolven onder dé dekens, in een diepen slaap was gevallen. iWordi vervoled) DAAR komt op hooge hakjes een keurige dame; innig tegen zich aangedrukt heeft ze haar lieveling, haar Toetie, die vol welbehagen es- vaart dc warme koestering van bont en wollig dekje. Ze ziet den reusachtiger* St. Bernard en ont roert tot in haar diepste wezen door de geslaagde combinatie van kracht, grootte en goedigheid. Naast den hond ziet ze den baas en merkt dan pas op dc twinkelen de toontjes der harmonica. En ze begrijpt! Ze zet haar Toetie op den grond en ouent haar kostbare handtasch. Nu heeft ze haar porte monnaie vast, zal nét de centen in één der bakjes deponccren. als dat geschiedt wat dc baas in wanhoop de handen ten hemel doet heffen, dc politic-agent doet schateren, de goedige grol doet opschieten als een vroeg erocusje door de sneeuw, de voorbijgangers 't harte warmend van weldoende goedheid om 't eve nement. Toetie blaft immers plots fel te gen den hoog boven hem uit tore nenden St Bernhard en U verwacht minstens een nydigen grauw of beet. terwijl hij droomt van vetten kluif en dartel spel! 't Is of nieuw leven vaart door zijn roerloos lig gende gestalte; hij herkent in 't nietig mormeltje het genus „hond", verheft en rekt 't reusachtige lichaam en rent op 't plots heel erg geschrokken keffertje af, voor wie ineens de hemel instort. VA/AT een kostelijk gezicht! Zoo'n reusachtige hond achter zoo'n klein hebbeding aan, piaar... de baas ziet slechts de zoo naarstig bijeen gespeelde centjes over de straatstcenen verdwijnen. Ze rollen en rinkelen overal heen. De dienst doende agent lacht, grinnikt zelfs; de op slag samengedromde voorbij gangers genieten ook van 't tumult. Het is dan ook té dol, té koddig! Zoo n reus van een beest, centen strooiende als pepernooten, in exta se voor zoo'n mormeltje. Voorloopig wég zijn de centjes en wég de onaandoenlijkheid; en wég is ook de kou en de'motregen en de zorgelijkheid; en als een zonne straal die plots door 't grauwe wol kendek heenschiet, is er de verwar mende humor, de gulle lach om zooveel koddiee vermetelheid van zoo'n reuzig centen-strooiend beest, dat alles schijnt vergeten van waar digheid en standing, onaandoenlijk heid en klassieke rust. En toen weer allen stilaan hun weg vervolgden, opgefleurd door 't zoo «.nverwacht genotcne, bukte zich de agent naar de verspreid liggende geldstukjes, ving aan de zinken substantie te vergaren en zei, met een twinkeling in de pret- oogen tot den rcchtmatigen eige naar: ,,'t Wordt tijd vader, dat Licftmck voor gewone dubbeltjes zorgt; ze vergissen zich mij te vaak met een twee en een halve cent stuk!" LUBO Zoeloes in de kleederdracht van hun stam, uitgerust met schild, assegaai, bijl of knots, voerden hun typische oorlogsdansen uit voor de Engel- sche koninklijke familie tijdens haar bezoek aan Eshowe in Zoeloeland. (P)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 4