P. J. TROELSTRA gaf de sociaal-democratie inhoud en gestalte Rozen" uit een bar seizoen Over Valéry Larbaud, of het kind dat wij wilden zijn Harry S. Truman Zaterdag 19 April 1947 3 H. PLOEG Jr. VERTREK UIT MOSKOU Ana de Brito Aranha rr Kostelijke bibliophiele uitgaven VEERTIENDAAGSCH PORTRET: BRIEVEN OVER BOEKEN Niet gemakkelijker door PLANNEN, om in Den Haag voor hem een gedenkteeken te plaatsen, vragen plotseling, in een van actueele vraagstuk ken overvallen tijd, aandacht voor een figuur uit het verleden: mr. Pieter Jelles Troelstra. Hij behoort, met Kuiiper, Schaepman, De Savornin Lob man tot de brillante periode uit onze Nederlandsche parlemen taire geschiedenis uit het begin van oeze eeuw, die zooveel mannen van groot formaat heeft opgeleverd en die, sterker dan thans het geval is, het fonke lende openbare leven in 's Lands vergaderzaal weerspiegelde. Temidden van deze figuren was hij de man. die meer dan eenig ander van zijn tijdgenooten in houd en gestalte heeft gegeven aan de toen optredende sociaal-democra tie. Wanneer hij met het woord: „Ik moet. het is mijn roeping" zich als jong advocaat stort in de arbeiders beweging van de negentiger jaren, breekt hij welbewust met verleden en milieu, om de risico's te loopen die onvermijdelijk en niet gering wa ren. De arbeidersbeweging was toen nog ruig en zich onbewust van de zending, die ze te vervullen had. Ge wekt door een nog weinig gedefi nieerd socialisme, dat niet veel an ders was dan een kreet van verzet tegen maatschappelijk onrecht en een roep om gerechtigheid, verkeerde het handjevol revolutionnaire arbei ders in de vruchtelooze verwarring, waarin het anarchisme van Domela Nieuwenhuis hen had gevoerd. ]\T IET alleen tegen de heerschende groepen, die hun bevoorrrechte positie in staat en maatschappij be dreigd achtten.ook tegen de arbeiders, die door wantrouwen en wanbegrip vergiftigd waren, had Troelstra den strijd te voeren. Oud-stadgenooten zullen ongetwijfeld herinneringen hebben aan Pieter Jelles. in de bin nenstad van Utrecht, colporteerend met zijn blad ..De Baanbrekeren daarbij den hoon en erger in casseerend van hoog tot laag. Langzaam eerst, sneller later, groeit onder zijn leiding de SDAP tot een factor van belang in ons po litieke leven. De verguizing, waar aan hij aanvankelijk ten prooi was. maakte plaats voor waardeering en vereering. vooral door zijn strijdge- nooten en volgelingen. Opmerkelijk is, dat deze aristocraat naar den geest nooit is gekomen tot de jovia le gemeenzaamheid, die in de SDAP zoo kenmerkend was. Er was geen arbeider, die hem met jij en jou aan sprak en toch beschouwde men hem volkomen als één der hunnen. Hij had een natuurlijk gezag en genoot een respect bij de massa des volks als weinigen. Nog, vele jaren na zijn dood, hangt zijn beeltenis in tallooze arbeiderswoningen en in vergaderin gen en gesprekken kan zijn naam met genoemd worden, zonder een zekere devotie te wekken. Zijn ongemeene gaven als spreker en journalist heeft hij gebruikt om de arbeiders te wekken uit hun doffe berusting en hen te maken tot de dragers van de vernieuwende en ver- i Inzameling voor monument! Ir. J. TI7 Albdrda (voorzitter), ds. J. J. Buskes, C. A. M. Die penhorst penningmeesterIV. Drees, J. Geerts, dr. HE van Gelder, jhr. mr. dr. M. van der Goes van Naters, prof. mr. H- KranenburgE. Kupers, C J. V. M. Ruggers, J. J. V or rink en J- Winkler (secretaris) zijn door het bestuur van de Parti) van den I Arbeid uitgenoodigd een comité te vormen, dat de oprichting j voorbereidt van een gedentctes- I ken voor Mr. P. J. Troelstra. Aan een oproep tot het bijeen- brengen van de daarvoor benoo- i digde gelden ontleenen wij, dat men zich voorstelt het gedenk- j teeken te doen verrijzen in de stad, die als zetel van de volks- vertegenwoordiging het centrum is geweest van mr. Tioelstra's j staatkundige werkzaamheid. Het comité zegt in zijn oproep f verder: Een figuur als Troelstra zal niet worden vergeten, ook als e? f geen gedenkteeken voor hem zou worden opgericht Hij heeft voor- goed een voorname plaats in -te geschiedenis van de sociale. j geestelijke en staatkundige ver- j heffing der arbeidersklasse en in j I die van het geheele Nederland- sche volk. Een gedenkteeken zat I echter telkens weer bij velen de j herinnering aan zijn persoon en j zijn werk oproepen en het zal j voor tijdgenoot en nageslacht j f een bewijs zijn van de bewond'j j ring en de dankbaarheid, hem bij zijn leven toegedragen en na 2ijn heengaan bewaard." De oproep om gelden bijeen 'e brengen richt zich tot organisa- j ties, instellingen en personen- j i Zij, die hun bijdragen recht- j j sfreeks wenschen te voldoenj kunnen deze overbrengen op i postrekening 5621 ten name van j den penningmeester van het co- l mi té Gedenkteeken Troelstra Den Haag (zonder vermelding van persoonsnaam). De inzameling zal plaats hebben van 20 April (datum van Troelstra's geboorte. tot 12 Mei den dag van ziïn overlijden). Een comité van aanbeveling steunt, de actie; daarin hebben vooraanstaande personen uit l Partij van den Arbeid en demo- derne vakbeweging zitting ge- j frisschende idee. die de sociaal democratie in de twintigste eeuw geworden is. 7 ELF is hij nooit geroepen ge- Li worden tot besturenden arbeid. Hij was agitator, parlementariër, zie ner. wegbereider. Het is zelfs de vraag of hij voor het ministersambt geschikt zou zijn geweest, indien hij daartoe geroepen ware geworden. Het is méér dan toeval, dat hij aan het eind van zijn leven, toen zijn volkomen opgebruikte lichaams- en geestkracht zijn vervanging noodza kelijk maakten, is opgevolgd door ir. J W Albarda. den constructieven geest, die geroepen werd leiding te geven aan de SDAP in een tijdvak toen het socialisme in ons volk zijn plaats veroverd had en kwam te staan voor de verwerkelijking in staat en maatschappij van hetgeen de practische toepassing van de begin selen der SDAP vorderde. Toch zou men Troelstra onrecht aandoen door te veronderstellen, dat hij voor het constructieve element in het socialisme geen oog heeft gehad. Integendeel, eerder dan vele anderen heeft hij verdedigd, dat de partij zich daarop moest voorbereiden. Toen nationaal en internationaal veel tijd en kracht verspild werden aan kwesties \an tactiek, aan den strijd tusschen wat men revisionisme en marxisme noemde, heeft Troelstra menig gede gen pleidooi gehouden voor vormge ving van den socialistischen arbeid in de toekomst, als de machtsverhou dingen dermate zouden zijn gewij zigd dat de oppositie voor het dra gen van mede-regeerings-verant- woordelijkheid zou moeten plaats maken. Terecht heeft mr. Van der Goes van Naters er in zijn proef schrift over ..Het staatsbeeld der so ciaal-democratie" op gewezen, dat hij slechts voortbouwde op de door Troelstra gelegde fundamenten. ONDANKS vele verklaringen van het tegendeel, kan er niet aan getwijfeld worden dat Troclstra aan „Ik moet, het is mijn roeping!" toekende. Zijn internationale gezind heid was slechts denkbaar als een overkoepeling, als een samenbunde ling van nationale gevoelens, waar van de wezenlijke beteekenis voor hem vast stond. Ook heeft hij nooit aan getwijfeld of gewanhoopt, dat het democratisch-socialisme van arbeiders tot volkszaak worden zou. Zoo mag. nu de SDAP na een succesvol en roemvol bestaan is opgegaan in de Partij van den Arbeid, worden gezegd, dat deze overgang in den geest van Troel stra is geweest. Of hijzelf de aangewezen man zou zijn ge weest om dezen overgang te lei den, mag worden betwijfeld. Misschien zouden de felle gevoe lens. die hij bij zijn tegenstan ders had opgeroepen, daartegen een beletsel zijn gebleken. \7 LAK voor en tijdens het barre seizoen van den laatsten win ter bloeiden er in Utrecht een drie tal schoone ,vrozen" open. Zy waren dit keer niet getrokken in de wel dadig verwarmde kassen van een kweeker, maar kwamen tot stand in de typografische werkplaatsen, waar ze met even groote zorg en liefde werden behandeld. Wjj doe len namelijk op de eerste uitgaven van den bibliofielenkring „De Roos", welke in Utrecht is geves tigd en die zich ten doel stelt voor zijn leden hoogstens 175 jaar lijks een zoo groot mogelijk aantal boeken, plaquettes en tekstbladen Vast staat dat de groei van het de- te doen vervaardigen, die óf uit- het nationale element groote waarde mocratisch socialisme tot breede sluitend voor de leden verkrijgbaar volksbeweging, die de heillooze poli tieke tegenstelling tusschen de gods dienstige en buitenkerkelijke volks- deelen in beginsel heeft overwonnen, de bekroning is van den profetischen en baanbrekenden arbeid, dien Pieter Jelles Troelstra tijdens zijn leven heeft verricht. Nu het democratisch-socialisme in de wereld en in ons vaderland is ge worden tot een strooming. die niet alleen voor den wederopbouw on misbaar is. maar waarvan de redding van onze beschaving voor een goed deel afhankelijk is. mag de naam van Troelstra met eere worden ge noemd als de grondlegger van deze beweging in ons land en gebiedt de plicht der dankbaarheid, hem te ge denken als een groot Nederlander, een „erflater onzer beschaving De zangeres Ana de Brito Aranha, van origine een Hollandsche doch door haar huwelijk Portugéesche. die momenteel èea tournée door ons land maakt, zingt op haar recital in het Geb. voor K. en W., te Utrecht, Donderdag 24 April a s., liederen van Handel, Sch ert, Brahms, De bussy, Pizzetti, oud-Engelsche lie deren en Portugeésche Volksliede ren, Gerard Hengeveld begeleidt. Het Joodsche Theater uit Londen zal de volgende maand voorstellingen komen geven te Brussel. Antwerpen, Den Haag en Parijs, ten einde gelden bijeen te brengen voor een bouwfonds voor een joodsch cultureel centrum in Londens East-End. Uit den Boekenmolen Waar zien wij elkaar weer, heeren? zyn, óf in één bepaalden en dan bijzonder fraaien vorm alleen voor hen worden afgezonderd. Eerst verscheen „De M a n t e 1" van Ni col ai Gogo lj. in de vertaling van Aleida G. Schot. Het boekje werd uitgegeven in een een voudig. doch voornaam bandje met in goud den stempel van den kring. Het werd gedrukt met de „Roma- nee" van J. van Krimpen door F. Tamminga te 's-Gravenhage. Het verhaal van dezen Russischen amb tenaar, die als een soort Chaplin- figuur steeds daar staat waar de slagen vallen en slachtoffer wordt van plagerijen, diefstal, hoogmoed, zoowel als ingebeelde belangrijk heid, werd geïllustreerd met zes teekeningen van Peter Spier, die in grys. wit en zwart met even een voudige middelen als zyn vader Jo Spier geestige en fijnzinnige effec ten bereikt. Dezelfde vertaling van dit Russische verhaal verscheen overigens als deel van de reeks „De Eik" by J. M. Meulenhoff te Am sterdam. zoodat het in een goed verzorgde uitgave ook binnen het bereik is gekomen van een grootor publiek. Als tweede uitgave van „De Roos" verscheen een plaquette van Aug. Graf v o n Platen V e n e d i g" een kleine bundel sonnetten waarin hy de pracht van en zijn liefde voor Venetië bezingt. Zij werden gedrukt uit de Bodoni Antiqua en typogra fisch verzorgd door Henri Fried- laender. Poëzie U" ET was de bedoeling om den -1- -1- leden driemaal 's jaar een „tijdschrift", De Harp. te doen toekomen, waarin zeer selectief uit. gekozen, ongepubliceerde poëzie het licht zou zien. Aan elke aflevering zou minstens ééri blad origineele grafiek in duplo worden toegevoegd Öm technische redenen verscheen tot nu toe maar één deel. dat op lezelMe wijze gebonden als „De Mantel" wordt beschouwd als dé complete jaargang 1946. De gewo ne. onbeperkte uitgave moest ach terwege blfcjven. Het werd in zjjn eenvoud en in de typografische ver zorging van J. van Krimpen een kostelijk boek. De redactie vulde deze aflevering en zoo zyn er ver zen van A. Roland Holst en Jan Engelman, o.a. diens Cantate voor de plechtige heropening der Leid- sche Hoogeschool. M. Njjhoff ver taalde de Ifigineia van Euripides in klare en eenvoudige verzen. Er is een blad grafiek van Dirk van Gelder bijgevoegd, een hout gravure. welke in zijn minutieuze behandeling van plantjes, bloemen en vogels herinnert aan de glorie van het tapijt. En er wordt al weer gewerkt aan nieuwe deelen. S. H. de Roos, naar wien de reeks genoemd werd. is bezig aan een uitgave van Fran- ciscus Zonnelied in een vertaling van Gabriël Smit. J. van Krimpen werkt aan de Psalms in „typogra phic pure" en Walter Maes (Lon den) heeft de verzorging van Kaf ka's Die Verwandlung op zich ge nomen W. J. Rozendaal sneed er 9 houtblokken voor. En er zjjn nog veel meer plannen. Alleen wie geen lid is kan er niet van profiteeren, want de reeks is volteekend... PV oorlogsomstandigheden had- ■^den het onmogelijk gemaakt ons een oordeel te vormen om trent den vice-president Harry Shippe Truman, die 20 Januari 1945 als zoodanig in functie was getreden en door den plotsehngen dood van Roosevelt op 12 April daaraanvolgende voor het voet licht der wereld trad als 32ste pre sident der Vereenigde Staten. Nu zun bijna 2 jaar verloopen en men kan constateeren, dat zijn presidentschap geen daverend suc ces is geworden, dat men ernsti ge aanmerkingen heeft gemaakt op zijn gebj-ek aan flinkheid en op zijn toegeeflijkheid tegenover al lerlei partijmannen, wat hem een gevoelige nederlaag heeft bezorgd in de zgn mid-term verkiezingen, die halfweg de ambtsperiode van een president worden gehouden. Om het verloren terrein te her winnen trad hij daarna met groo- ter, ja zelfs met te groote vastbe radenheid op. zoodat het nu voor al de buitenlandsche politiek is, dic- hem scherpe critiek bezorgt, al komt hij een aanzienlijke cate gorie Amerikanen in het gevlij, doordat deze buitenlandsche poli tiek sterk anti-communistisch is en parallel schijnt te loopen met soortgelijke actie in het binnen land. Voordat Truman vice-president wera. was hij (sinds 1934') senator voor den staat Missouri, waar hij in 1884 geboren was. Het schijnt vooral aan Roosevelt's invloed toe- ge.'oi.reven te moeten worden, dat de Democratische partij hem can didal had gesteld. Roosevelt, die zeker geen groote genegenheid voor Truman koesterde hij had diens herkiezing als senator in 1940 heftig bestreden beschouw de hem toch als de geschikte man, die in de Senaat, waarvan de vice- president ambtshalve voorzitter is, het vredéstractaat, zooals Roose velt dat voorstelde, zou kunnen doorzetten en een herhaling van het échec van Wilson zou kunnen voorkomen. Goed werk HTRUMAN had deze reputatie -*■ verworven door zijn activiteit in een senaatscommissie, die er voor had te zorgen, dat de leger- gelden doelmatig werden besteed. Het was niet dan met da grootste moeite, dat Truman de instelling van deze commissie had doorgezet, maar toen ze er eenmaal was, moest ieder verstandig mensch er kennen, dat ze vooral ook door de bekwaamheid van den advo caat Fulton, die als secretaris op trad voortreffelijk werk deed en d9 efficiency der Amerikaan- sche oorlogsvoorbereiding tot een maximum opvoerde, o.a. door slof heid en verkwisting met alle kracht tt bestrijden. Dit werk bezorgde Truman vele bewonderaars, maar Ook tal van vijanden; deze laatsten lieten niet na hem in een kwaid daglicht te stellen, wat niet moeiluk was, om dat Truman er één zeer dubieuze connectie op na had gehouden. Het is algemeen hekend, dat bij verkiezingen in Amerika grooten invloed wordt uitgeoefend door personen of combinaties, die de noodige financieele steun in de verkiezingscampagne willen ver schaffen, mits zij later van den gekozene allerlei voordeeleh ge nieten in den vorm van leveran ties, concessies e.d. Tot de groep van deze „bosses" behoorde ook Tom Pendergast, een oppermach tig man in de Democratische par- Waarde B. 7 OOR wie den heelen dag binnen zit. lijkt het eigenlijk heele- maal geen avond om eenig ander werk te doen, dan door weilanden hollen, koeien opjagen, kortom in de meest uitgelaten jongensachtigheid van de ondergaande zon te genieten. Ik heb mij „in vereeniging" aan deze warmbloedighedens gewaagd, zonder ook maar in het minst en thousiast, natuurvriend, schaapher der of ganzenhoedei te zijn gewor den. integendeel alleen maar koud. En aangezien de partner, die zich door mijn beginnende onstuimigheid had laten meesleepen ook kippenvel had. hebben wij deuren en ramen gesloten, en met weemoed gedacht, ja waaraan9 Voorzeker niet aan de heerlijkheden eener Hollandsche lente. Dat maakt hoogstens sjachrij- nig. Maar dit alles heeft niets met Vestdijk of anderszins met je vori- gen brief te maken. Ter zake dus: Je kunt in een roman als D e Overnachting vooral het spel waardeeren het oproepen van te genstellingen om ze weer te over winnen. als ik je goed begrepen heb maar ik moet dan toch vast stellen, dat Jeanne van Schaik en Vestdijk hier toch 'n te grooten toer hebben gewaagd. Ik lees een roman in brieven in hoofdzaak als een soort „document humain". min of meer als een dag boek dus. En dan. kom ik in con flict met een aantal zaken in D e Overnachting, die me op zijn minst onwaarschijnlijk voorkomen. Ik wil je eerlijk bekennen, dat de latere brieven van Line Brose me maar zeer matig geïnteresseerd hebben, de draai om tot het bijna bittere eind bij dezen mijnheer Tuyl te blijven werd me hier op te hoog niveau genomen. Dat ik me mis schien een domme lezer toon. kan mijn waardeering voor de drastische manier van doen van den heer Jus tus Breevoort wellicht alleen ten goede komen. Mijn hoofdbezwaar is. dat de conflicten, in tegenstelling tot wat je juist van een roman in brie ven zou verwachten, hier voor mij bijna nooit reëel worden, ook al om dat de figuur van den echtgenoot volkomen schimmig blijft. Ik voel het als een tekort aan overtuigings kracht. dat ik niet anders dan een soort sportief medeleven aan den dag kon leggen, waar het zulke brandende kwesties betreft, en de vraag hoe deze zaak tot een goed einde gebracht kan worden me meer dan welke probleemstelling ook bezig hield. Dat in dit licht bezien dus vol ledig aangenomen dat de wissel werking tusschen de partners knap is, en zelfs meer. dat er heele stuk ken zijn. die je met een werkelijk genoegen, en zeer geboeid leest voor mij het slot. de monoloog van Vestdijk over het vaderschap, voor mij het hoogtepunt van het boek was. kun je zonder meer inzien. Dat de heer Kelk dit fragment met een sneertje wenscht af te doen. terwijl het zijn heele betoog (dat Vestdijk niets anders kan baren dan geestelijke Vissertjes, in zijn che mise zet), geeft mij een vrij droeven indruk van dezen „fijnzinnigen litte rator". Dit hooguit tiental bladzijden had van de Du Perron van Het Land van Herkomst kunnen zijn; bet is van een strijdbaarheid, van een eerlijke overtuiging en van een mannelijken ernst, die me zonder meer goed deed, die. om het zoo te zeggen, me het hart warmde. Dat hier een van de kernproblemen van het bestaan, dat van de verhouding tusschen vader en zoon, zoo zuiver en helder gesteld kon worden, en zoo genuanceerd tegelijkertijd, heeft me met wat ik in de rest van het boek als niet overtuigend genoeg zie. volkomen verzoend, en het een goede plaats in mijn klein boeke- rijtje verzekerd. WAAR jij op je vraag, wat men tegen Vestdijk heeft, zelf al een min of meer compleet antwoord geeft ook al lok je door je vraag aan het slot van je epistel bepaald uit tot een tirade tegen wat je omschrijft als den Platlander, wil ik daar niet verder op ingaan. Alleen zou ik je na lezing van Stomme Getuigen de ver zekering willen geven, dat als ik eens over veel meer tijd beschik, ik bepaald een essay wil dichten over Vestdijk en den humor, met als motto dezen onbetaalbaren zin uit De Verdwenen Horlo gemaker: „Waar als het ware horlogemakers met den grond gelijk worden gemaakt". Wat ik hier boven over het pro bleem van het vaderschap schreef bracht me al schrijvend een meer dan charmant boekje in herinne ring: een bundel verhalen van Va léry Larbaud, En f a n 11 n e s. dat je misschien hier of daar nog op den kop kan tikken tegen een voor deze tijden ongelooflijk civielen prijs. Deze zeven verhalen, sommige over „het kind dat wij waren", an dere over kinderen die wij kenden, of dachten te kennen, zijn voor mij zonder uitzondering boeiende lec tuur geweest, en niet eens in de eerste plaats om het normale ver- teederende effect dat verhalen over kinderen altijd hebben, maar meer nog om de tegelijk diep indringende en scherpzinnige il faut voir clair' en versluierde men schrijft vrijwel nooit over zijn jeugd, en generaliseerend over dé jeugd, zonder een zekere verteede- ring en bovendien, is er iets min der versluierd dan juist de reacties van een kind? manier waarop Valéry Larbaud schrijft. HST zal voor ieder die maar iets van litteratuur weet duidelijk zijn. dat deze verhalen in buiten gewoon mooi. helder en beeldend Fransch geschreven zijn. en alleen daarom al voor liefhebbers niet zon der belang. Wat ons in F e r m i n a M a r q u e z ook al boeide, de poëzie waarmee het leven op die kostschool wordt weergegeven „en zonder de verweektheid die men helaas zoo gemakkelijk aan dit begrip ver bindt poëzie, die misschien wel bestaat uit de tegenstelling tusschen de zuivere helderheid van de taal, en de onbewustheid, de onklaarheid van de karakters, dit alles in even wicht gehouden door een toch per saldo zeer mannelijke verteedering, is in Enfantines sterker nog aan wezig. Sommige van vooral de enkele kortere verhalen kun je lezen als een lang gedicht in proza. Gegeven de gewoonheid van het onderwerp een meisje van veertien jaar dat zoo verlangt naar een kameraad, haar een erkenning van de vrouw in haar en in acht genomen de lijk bereikt worden, zijn deze verha- resultaten die op dit gebied gewoon- len eenvoudig meesterstukjes. Van de langere prefereer ik L a Grande Epoque. Dat Larbaud me in deze kroniek van een groote vacantie geen oogenblik de kans ge geven heeft me terug te trekken uit den kring van fantastische spelen, maar dat ik tegen het eind van de vacantie. net als de drie kinderen zelf. ook een beetje vermoeid ga voelen, lijkt me een kras staaltje. En ik geef je nogmaals de verzeke ring. dat dit heusche kinderen zijn: geen aangekleede volwassenen die wartaal, of kinderen die kleinbur gerlijke banaliteiten dazen. en zelfs geen kleine voelertjes. met hun grapjes en hun goede hartjes het genre van Bartje maar ik kan moeilijk iets anders zeggen dan kin deren. met een stevige portie gevoe lens en ervaringen waar ze geen weg mee weten, veel fantasie, en een voor kinderen gewone overge gevenheid aan het spel. 1~~\E naam Bartje heeft me aan I—7 het zoeken gebracht naar titels en auteurs in onze letteren, die wèl op gelijk peil staan. Van de enkele titels die ik vind is er eigenlijk niet een die rechtstreeks te vergelijken is met Larbaud Uit Perron's Land van Herkomst lijken me de In- door W. H. T. WEGMAN tij van Missouri, die verscheiden maatschappijen voor wegenbouw financierde. Beschermer T_TUT was deze Tom Pendergast, -*--*dio in 1926 Truman's verkie zing tot county-judge, dat is geen rechterlijke betrekking, doch een ambt overeenkomende met het lid maatschap van Gedeputeerde Sta ten van een provincio, wist door te zetten. Truman begon onmid dellijk met het ontwerpen van een wegenplan, doch liet de wegen aanleggen na openbare aanbeste ding, aldus de verdenking van corruptie ontwijkende. Pendergast is Truman blijven steunen en Tru man heeft Pendergast nooit ver loochend. ook niet toen deze ten slotte in de val liep en in de ge vangenis kwam. Men moet aan nemen dat Truman volkomen vrij uit ging; in ieder geval heeft hij nooit getracht de connectie te ver doezelen. zoodat er alle gelegen heid is geweest tot onderzoek van zijn betrouwbaarheid Onder de Amerikaansche presi denten komen, met uitzondering van een paar zeer grooten, merk waardig veel teleurstellende figu ren voor. Het zou geen verwonde ring wekken als ook Truman tot deze laatsten gerekend zal moeten worden; hij staat kennelijk sterk onder den invloed van de mannen van het dollar-impcrialisme en dat is meer dan ooit in onzen tijd te betreuren, nu vóór alles met alle macht samengewerkt zou moeten worden aan den wederopbouw van onze geschonden wereld. Voor den Zondag dische hoofdstukken juist de speelschheid en de versluierdheid te missen, al is de poëzie, voor wie er oog voor heeft, niet minder. Vest- dijk's Terug tot Ina Damman, om het meest bekende deel uit de Anton-Wachter-trits te nemen, is in zekeren zin Larbaud's antipode te noemen: waar Larbaud zijn jeug dige personen vrijwel zonder uit zondering. weliswaar niet zonder moeilijkheden, maar toch als zich harmonisch ontwikkelende door zijn verhalen laat stappen, slechts tijde lijk, en niet al te diep, door de bui tenwereld gewond en vrij gemakke lijk de brug .slaan tusschen ziel en wereld, daar werkt Harlingen als zuur op het zieleleven van den jon gen Anton Wachter, een verschil dat zich tot in den stijl van deze twee auteurs voortzet. Elias of het gevecht met de Nachtegalen, van GiUiams onderscheidt zich bij alle overeen komst hierin van 't boek van Larbaud. dat de hoofdfiguur van binnen uit wordt aangetast door 'n. ik zou haast zeggen, Germaansch half-mysticisme, dat nog door de barokke omgeving Wordt verhevigd. Waar dus bij Vestdijk de buiten wereld stoort Vent! en bij Gil- liams de binnenwereld de zaak uit het lood brengt, daar vormt het kind bij Larbaud juist het harmonische rtidden: het is eigenlijk de jongen, die men geweest zou willen zijn. Met veel fantasie, en daardoor de noodige conflicten, met een heel eigen leven, dat ongetwijfeld lang zaam in een normaal bestaan zal overgaan, met genoeg gevoel voor humor en zin voor het avontuur dat het leven toch altijd weer is o. onvermijdelijke gemeenplaats., lijkt het je niet een voorrecht over een dergelijke jeugd te mogen schrijven? Will. Wie is er onder ulieden, die den Heere vreest, die naar dc stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duister nissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des Heeren en steune op zijnon God. Je- saia 50 10. Dezer dagen zat ik tegenover iemand, die door het leven was ge slagen. En ik trachtte, geduldig luisterend, tenminste iets van dit leed te peilen. Toen kwam die merkwaardige opmerking: ja, ziet u, ik geloof, dat wanneer ik een ge loof had, het alles misschien ge makkelijker zou te dragen zijn. 'k Heb eerlijkheidshalve de kans, die me daar geboden werd, om iemand „in de kerk" te krijgen, niet benut. Neen, niet gemakkelnker. Natuur lijk zijn er wel menschen, die mee- nen, dat het geloof er is, om zoo'n beetje het bittere weg te nemen. Zoo iets van „opium voor het volk", en dan nog niet eens hatelijk be doeld. Maar integendeel: de weg met God is nog moeilijker. Want het gezichtsveld wordt grooter, en het beeld scherper. De wereld kan zich behelpen met allerlei hulp middeltjes of schijn-middeltjes. Een fleschje suikerwater kan de illusie hebben van een geneesmiddel, zelfs tegen kanker. Op een graf kunnen we zoo verrukkelijk spreken over een „welverdiende rust", ja heb ik zelfs meermalen gehoord, dat de overledene altijd zoo „van buiten had gehouden", heidensch primitief gedacht, alsof die nu eindelnk aan zijn buitenverblijf toe was. Kunnen we over het kwaad spreken als een ongeval, en over schuld als: wat zoo heeft moeten zijn? Wie den Heer vreest en naar de stem van Znn Knecht luistert* die wordt scherper van blik, meer critisch van oordeel. De weg wordt er onher bergzamer en eenzamer door. Daar tegenover staat niet de belofte, dat het dan altyd rozengeur en mane schijn zal zijn, zelfs niet, dat het altyd naar den geest gesproken „licht" zal zijn. Maar als het gaat door de duisternis, en het licht smartelijk ontbreekt, dan blijft er die God, die Zijn Naam heeft gege ven. Het bosch is donker, het pad onzeker, het Kind is bang. Er zijn er honderden, die verteerd worden door levens-angst. Het pad is don ker, de weg onzeker, het kind ziet geen band voor oogen. Wanneer het kind niet bang is, zou dat niet zijn. omdat het in het donker Va ders Hand voelt? Dat is: steunen op zyn God! Ds. C. M. van Endt. Verbrande manuscripten worden weer leesbaar De kostbare manuscripten van een philosophische school uit de 12de eeuw. die zich in de bibliotheek van Chartres bevonden, waren tij dens den oorlog in het Stadhuis al daar opgeborgen om er microfilms vap te maken. Helaas stortte enkele dagen vóór de bevrijding een bran dend vliegtuig op het gebouw neer en de handschriften werden een orooi der vlammen. De resten zijn thans overgebracht naar de Bibliothèque Nationale te Parijs, waar langs chemischen weg de verbrande bladen perkament van elkaar worden losgemaakt. Door een ander scheikundig procédé maakt men de sierletters met haar Drachtige gouden kleuren en teeke ningen ex om heen weer zichtbaar. Experts schatten den duur dezen arbeid op een 20 laar! Wanneer de manuscripten van de bibliotheek van Chartres gerecon strueerd zullen zijn, zal men ze op een microfilm opnemen, die ook de kleuren laat uitkomen, gelijk reeds geschied is met het getijdenboek van de Hertogin van Bretagne.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3