P. J. TROELSTRA gaf de sociaal-democratie
inhoud en gestalte
Rozen" uit een
bar
seizoen
Over Valéry Larbaud, of het kind
dat wij wilden zijn
Harry S.
Truman
Zaterdag 19 April 1947
3
H. PLOEG Jr.
VERTREK UIT MOSKOU
Ana de Brito Aranha
rr
Kostelijke bibliophiele
uitgaven
VEERTIENDAAGSCH PORTRET:
BRIEVEN
OVER
BOEKEN
Niet gemakkelijker
door
PLANNEN, om in Den Haag
voor hem een gedenkteeken
te plaatsen, vragen plotseling,
in een van actueele vraagstuk
ken overvallen tijd, aandacht
voor een figuur uit het verleden:
mr. Pieter Jelles Troelstra.
Hij behoort, met Kuiiper,
Schaepman, De Savornin Lob
man tot de brillante periode uit
onze Nederlandsche parlemen
taire geschiedenis uit het begin
van oeze eeuw, die zooveel
mannen van groot formaat heeft
opgeleverd en die, sterker dan
thans het geval is, het fonke
lende openbare leven in 's Lands
vergaderzaal weerspiegelde.
Temidden van deze figuren was
hij de man. die meer dan eenig
ander van zijn tijdgenooten in
houd en gestalte heeft gegeven aan
de toen optredende sociaal-democra
tie.
Wanneer hij met het woord: „Ik
moet. het is mijn roeping" zich als
jong advocaat stort in de arbeiders
beweging van de negentiger jaren,
breekt hij welbewust met verleden
en milieu, om de risico's te loopen
die onvermijdelijk en niet gering wa
ren.
De arbeidersbeweging was toen
nog ruig en zich onbewust van de
zending, die ze te vervullen had. Ge
wekt door een nog weinig gedefi
nieerd socialisme, dat niet veel an
ders was dan een kreet van verzet
tegen maatschappelijk onrecht en een
roep om gerechtigheid, verkeerde
het handjevol revolutionnaire arbei
ders in de vruchtelooze verwarring,
waarin het anarchisme van Domela
Nieuwenhuis hen had gevoerd.
]\T IET alleen tegen de heerschende
groepen, die hun bevoorrrechte
positie in staat en maatschappij be
dreigd achtten.ook tegen de arbeiders,
die door wantrouwen en wanbegrip
vergiftigd waren, had Troelstra den
strijd te voeren. Oud-stadgenooten
zullen ongetwijfeld herinneringen
hebben aan Pieter Jelles. in de bin
nenstad van Utrecht, colporteerend
met zijn blad ..De Baanbrekeren
daarbij den hoon en erger in
casseerend van hoog tot laag.
Langzaam eerst, sneller later,
groeit onder zijn leiding de SDAP
tot een factor van belang in ons po
litieke leven. De verguizing, waar
aan hij aanvankelijk ten prooi was.
maakte plaats voor waardeering en
vereering. vooral door zijn strijdge-
nooten en volgelingen. Opmerkelijk
is, dat deze aristocraat naar den
geest nooit is gekomen tot de jovia
le gemeenzaamheid, die in de SDAP
zoo kenmerkend was. Er was geen
arbeider, die hem met jij en jou aan
sprak en toch beschouwde men hem
volkomen als één der hunnen. Hij
had een natuurlijk gezag en genoot
een respect bij de massa des volks
als weinigen. Nog, vele jaren na zijn
dood, hangt zijn beeltenis in tallooze
arbeiderswoningen en in vergaderin
gen en gesprekken kan zijn naam
met genoemd worden, zonder een
zekere devotie te wekken.
Zijn ongemeene gaven als
spreker en journalist heeft hij
gebruikt om de arbeiders te
wekken uit hun doffe berusting
en hen te maken tot de dragers
van de vernieuwende en ver-
i Inzameling voor
monument!
Ir. J. TI7 Albdrda (voorzitter),
ds. J. J. Buskes, C. A. M. Die
penhorst penningmeesterIV.
Drees, J. Geerts, dr. HE van
Gelder, jhr. mr. dr. M. van der
Goes van Naters, prof. mr. H-
KranenburgE. Kupers, C J. V.
M. Ruggers, J. J. V or rink en J-
Winkler (secretaris) zijn door het
bestuur van de Parti) van den
I Arbeid uitgenoodigd een comité
te vormen, dat de oprichting
j voorbereidt van een gedentctes-
I ken voor Mr. P. J. Troelstra.
Aan een oproep tot het bijeen-
brengen van de daarvoor benoo-
i digde gelden ontleenen wij, dat
men zich voorstelt het gedenk-
j teeken te doen verrijzen in de
stad, die als zetel van de volks-
vertegenwoordiging het centrum
is geweest van mr. Tioelstra's
j staatkundige werkzaamheid.
Het comité zegt in zijn oproep
f verder:
Een figuur als Troelstra zal
niet worden vergeten, ook als e?
f geen gedenkteeken voor hem zou
worden opgericht Hij heeft voor-
goed een voorname plaats in -te
geschiedenis van de sociale.
j geestelijke en staatkundige ver- j
heffing der arbeidersklasse en in j
I die van het geheele Nederland-
sche volk. Een gedenkteeken zat
I echter telkens weer bij velen de
j herinnering aan zijn persoon en j
zijn werk oproepen en het zal j
voor tijdgenoot en nageslacht j
f een bewijs zijn van de bewond'j
j ring en de dankbaarheid, hem bij
zijn leven toegedragen en na 2ijn
heengaan bewaard."
De oproep om gelden bijeen 'e
brengen richt zich tot organisa-
j ties, instellingen en personen- j
i Zij, die hun bijdragen recht- j
j sfreeks wenschen te voldoenj
kunnen deze overbrengen op
i postrekening 5621 ten name van j
den penningmeester van het co- l
mi té Gedenkteeken Troelstra Den
Haag (zonder vermelding van
persoonsnaam). De inzameling
zal plaats hebben van 20 April
(datum van Troelstra's geboorte.
tot 12 Mei den dag van ziïn
overlijden).
Een comité van aanbeveling
steunt, de actie; daarin hebben
vooraanstaande personen uit l
Partij van den Arbeid en demo-
derne vakbeweging zitting ge- j
frisschende idee. die de sociaal
democratie in de twintigste eeuw
geworden is.
7 ELF is hij nooit geroepen ge-
Li worden tot besturenden arbeid.
Hij was agitator, parlementariër, zie
ner. wegbereider. Het is zelfs de
vraag of hij voor het ministersambt
geschikt zou zijn geweest, indien hij
daartoe geroepen ware geworden.
Het is méér dan toeval, dat hij aan
het eind van zijn leven, toen zijn
volkomen opgebruikte lichaams- en
geestkracht zijn vervanging noodza
kelijk maakten, is opgevolgd door ir.
J W Albarda. den constructieven
geest, die geroepen werd leiding te
geven aan de SDAP in een tijdvak
toen het socialisme in ons volk zijn
plaats veroverd had en kwam te
staan voor de verwerkelijking in
staat en maatschappij van hetgeen de
practische toepassing van de begin
selen der SDAP vorderde.
Toch zou men Troelstra onrecht
aandoen door te veronderstellen, dat
hij voor het constructieve element in
het socialisme geen oog heeft gehad.
Integendeel, eerder dan vele anderen
heeft hij verdedigd, dat de partij zich
daarop moest voorbereiden. Toen
nationaal en internationaal veel tijd en
kracht verspild werden aan kwesties
\an tactiek, aan den strijd tusschen
wat men revisionisme en marxisme
noemde, heeft Troelstra menig gede
gen pleidooi gehouden voor vormge
ving van den socialistischen arbeid in
de toekomst, als de machtsverhou
dingen dermate zouden zijn gewij
zigd dat de oppositie voor het dra
gen van mede-regeerings-verant-
woordelijkheid zou moeten plaats
maken. Terecht heeft mr. Van der
Goes van Naters er in zijn proef
schrift over ..Het staatsbeeld der so
ciaal-democratie" op gewezen, dat
hij slechts voortbouwde op de door
Troelstra gelegde fundamenten.
ONDANKS vele verklaringen van
het tegendeel, kan er niet aan
getwijfeld worden dat Troclstra aan
„Ik moet, het is
mijn roeping!"
toekende. Zijn internationale gezind
heid was slechts denkbaar als een
overkoepeling, als een samenbunde
ling van nationale gevoelens, waar
van de wezenlijke beteekenis voor
hem vast stond. Ook heeft hij
nooit aan getwijfeld of gewanhoopt,
dat het democratisch-socialisme van
arbeiders tot volkszaak worden
zou.
Zoo mag. nu de SDAP na een
succesvol en roemvol bestaan is
opgegaan in de Partij van den
Arbeid, worden gezegd, dat deze
overgang in den geest van Troel
stra is geweest. Of hijzelf de
aangewezen man zou zijn ge
weest om dezen overgang te lei
den, mag worden betwijfeld.
Misschien zouden de felle gevoe
lens. die hij bij zijn tegenstan
ders had opgeroepen, daartegen
een beletsel zijn gebleken.
\7 LAK voor en tijdens het barre
seizoen van den laatsten win
ter bloeiden er in Utrecht een drie
tal schoone ,vrozen" open. Zy waren
dit keer niet getrokken in de wel
dadig verwarmde kassen van een
kweeker, maar kwamen tot stand
in de typografische werkplaatsen,
waar ze met even groote zorg en
liefde werden behandeld. Wjj doe
len namelijk op de eerste uitgaven
van den bibliofielenkring „De
Roos", welke in Utrecht is geves
tigd en die zich ten doel stelt voor
zijn leden hoogstens 175 jaar
lijks een zoo groot mogelijk aantal
boeken, plaquettes en tekstbladen
Vast staat dat de groei van het de- te doen vervaardigen, die óf uit-
het nationale element groote waarde mocratisch socialisme tot breede sluitend voor de leden verkrijgbaar
volksbeweging, die de heillooze poli
tieke tegenstelling tusschen de gods
dienstige en buitenkerkelijke volks-
deelen in beginsel heeft overwonnen,
de bekroning is van den profetischen
en baanbrekenden arbeid, dien Pieter
Jelles Troelstra tijdens zijn leven
heeft verricht.
Nu het democratisch-socialisme in
de wereld en in ons vaderland is ge
worden tot een strooming. die niet
alleen voor den wederopbouw on
misbaar is. maar waarvan de redding
van onze beschaving voor een goed
deel afhankelijk is. mag de naam
van Troelstra met eere worden ge
noemd als de grondlegger van deze
beweging in ons land en gebiedt de
plicht der dankbaarheid, hem te ge
denken als een groot Nederlander,
een „erflater onzer beschaving
De zangeres Ana de Brito Aranha,
van origine een Hollandsche doch
door haar huwelijk Portugéesche.
die momenteel èea tournée door ons
land maakt, zingt op haar recital in
het Geb. voor K. en W., te Utrecht,
Donderdag 24 April a s., liederen
van Handel, Sch ert, Brahms, De
bussy, Pizzetti, oud-Engelsche lie
deren en Portugeésche Volksliede
ren, Gerard Hengeveld begeleidt.
Het Joodsche Theater uit
Londen zal de volgende maand
voorstellingen komen geven te
Brussel. Antwerpen, Den Haag en
Parijs, ten einde gelden bijeen te
brengen voor een bouwfonds voor
een joodsch cultureel centrum in
Londens East-End.
Uit den Boekenmolen
Waar zien wij elkaar weer, heeren?
zyn, óf in één bepaalden en dan
bijzonder fraaien vorm alleen voor
hen worden afgezonderd.
Eerst verscheen „De M a n t e 1"
van Ni col ai Gogo lj. in de
vertaling van Aleida G. Schot. Het
boekje werd uitgegeven in een een
voudig. doch voornaam bandje met
in goud den stempel van den kring.
Het werd gedrukt met de „Roma-
nee" van J. van Krimpen door F.
Tamminga te 's-Gravenhage. Het
verhaal van dezen Russischen amb
tenaar, die als een soort Chaplin-
figuur steeds daar staat waar de
slagen vallen en slachtoffer wordt
van plagerijen, diefstal, hoogmoed,
zoowel als ingebeelde belangrijk
heid, werd geïllustreerd met zes
teekeningen van Peter Spier, die in
grys. wit en zwart met even een
voudige middelen als zyn vader Jo
Spier geestige en fijnzinnige effec
ten bereikt. Dezelfde vertaling van
dit Russische verhaal verscheen
overigens als deel van de reeks „De
Eik" by J. M. Meulenhoff te Am
sterdam. zoodat het in een goed
verzorgde uitgave ook binnen het
bereik is gekomen van een grootor
publiek.
Als tweede uitgave van „De Roos"
verscheen een plaquette van Aug.
Graf v o n Platen V e n e d i g"
een kleine bundel sonnetten waarin
hy de pracht van en zijn liefde voor
Venetië bezingt. Zij werden gedrukt
uit de Bodoni Antiqua en typogra
fisch verzorgd door Henri Fried-
laender.
Poëzie
U" ET was de bedoeling om den
-1- -1- leden driemaal 's jaar een
„tijdschrift", De Harp. te doen
toekomen, waarin zeer selectief uit.
gekozen, ongepubliceerde poëzie het
licht zou zien. Aan elke aflevering
zou minstens ééri blad origineele
grafiek in duplo worden toegevoegd
Öm technische redenen verscheen
tot nu toe maar één deel. dat op
lezelMe wijze gebonden als „De
Mantel" wordt beschouwd als dé
complete jaargang 1946. De gewo
ne. onbeperkte uitgave moest ach
terwege blfcjven. Het werd in zjjn
eenvoud en in de typografische ver
zorging van J. van Krimpen een
kostelijk boek. De redactie vulde
deze aflevering en zoo zyn er ver
zen van A. Roland Holst en Jan
Engelman, o.a. diens Cantate voor
de plechtige heropening der Leid-
sche Hoogeschool. M. Njjhoff ver
taalde de Ifigineia van Euripides in
klare en eenvoudige verzen.
Er is een blad grafiek van Dirk
van Gelder bijgevoegd, een hout
gravure. welke in zijn minutieuze
behandeling van plantjes, bloemen
en vogels herinnert aan de glorie
van het tapijt.
En er wordt al weer gewerkt
aan nieuwe deelen. S. H. de Roos,
naar wien de reeks genoemd werd.
is bezig aan een uitgave van Fran-
ciscus Zonnelied in een vertaling
van Gabriël Smit. J. van Krimpen
werkt aan de Psalms in „typogra
phic pure" en Walter Maes (Lon
den) heeft de verzorging van Kaf
ka's Die Verwandlung op zich ge
nomen W. J. Rozendaal sneed er
9 houtblokken voor. En er zjjn nog
veel meer plannen. Alleen wie geen
lid is kan er niet van profiteeren,
want de reeks is volteekend...
PV oorlogsomstandigheden had-
■^den het onmogelijk gemaakt
ons een oordeel te vormen om
trent den vice-president Harry
Shippe Truman, die 20 Januari
1945 als zoodanig in functie was
getreden en door den plotsehngen
dood van Roosevelt op 12 April
daaraanvolgende voor het voet
licht der wereld trad als 32ste pre
sident der Vereenigde Staten.
Nu zun bijna 2 jaar verloopen
en men kan constateeren, dat zijn
presidentschap geen daverend suc
ces is geworden, dat men ernsti
ge aanmerkingen heeft gemaakt
op zijn gebj-ek aan flinkheid en op
zijn toegeeflijkheid tegenover al
lerlei partijmannen, wat hem een
gevoelige nederlaag heeft bezorgd
in de zgn mid-term verkiezingen,
die halfweg de ambtsperiode van
een president worden gehouden.
Om het verloren terrein te her
winnen trad hij daarna met groo-
ter, ja zelfs met te groote vastbe
radenheid op. zoodat het nu voor
al de buitenlandsche politiek is,
dic- hem scherpe critiek bezorgt,
al komt hij een aanzienlijke cate
gorie Amerikanen in het gevlij,
doordat deze buitenlandsche poli
tiek sterk anti-communistisch is
en parallel schijnt te loopen met
soortgelijke actie in het binnen
land.
Voordat Truman vice-president
wera. was hij (sinds 1934') senator
voor den staat Missouri, waar hij
in 1884 geboren was. Het schijnt
vooral aan Roosevelt's invloed toe-
ge.'oi.reven te moeten worden, dat
de Democratische partij hem can
didal had gesteld. Roosevelt, die
zeker geen groote genegenheid
voor Truman koesterde hij had
diens herkiezing als senator in
1940 heftig bestreden beschouw
de hem toch als de geschikte man,
die in de Senaat, waarvan de vice-
president ambtshalve voorzitter is,
het vredéstractaat, zooals Roose
velt dat voorstelde, zou kunnen
doorzetten en een herhaling van
het échec van Wilson zou kunnen
voorkomen.
Goed werk
HTRUMAN had deze reputatie
-*■ verworven door zijn activiteit
in een senaatscommissie, die er
voor had te zorgen, dat de leger-
gelden doelmatig werden besteed.
Het was niet dan met da grootste
moeite, dat Truman de instelling
van deze commissie had doorgezet,
maar toen ze er eenmaal was,
moest ieder verstandig mensch er
kennen, dat ze vooral ook door
de bekwaamheid van den advo
caat Fulton, die als secretaris op
trad voortreffelijk werk deed
en d9 efficiency der Amerikaan-
sche oorlogsvoorbereiding tot een
maximum opvoerde, o.a. door slof
heid en verkwisting met alle
kracht tt bestrijden.
Dit werk bezorgde Truman vele
bewonderaars, maar Ook tal van
vijanden; deze laatsten lieten niet
na hem in een kwaid daglicht te
stellen, wat niet moeiluk was, om
dat Truman er één zeer dubieuze
connectie op na had gehouden.
Het is algemeen hekend, dat bij
verkiezingen in Amerika grooten
invloed wordt uitgeoefend door
personen of combinaties, die de
noodige financieele steun in de
verkiezingscampagne willen ver
schaffen, mits zij later van den
gekozene allerlei voordeeleh ge
nieten in den vorm van leveran
ties, concessies e.d. Tot de groep
van deze „bosses" behoorde ook
Tom Pendergast, een oppermach
tig man in de Democratische par-
Waarde B.
7 OOR wie den heelen dag binnen
zit. lijkt het eigenlijk heele-
maal geen avond om eenig ander
werk te doen, dan door weilanden
hollen, koeien opjagen, kortom in de
meest uitgelaten jongensachtigheid
van de ondergaande zon te genieten.
Ik heb mij „in vereeniging" aan
deze warmbloedighedens gewaagd,
zonder ook maar in het minst en
thousiast, natuurvriend, schaapher
der of ganzenhoedei te zijn gewor
den. integendeel alleen maar koud.
En aangezien de partner, die zich
door mijn beginnende onstuimigheid
had laten meesleepen ook kippenvel
had. hebben wij deuren en ramen
gesloten, en met weemoed gedacht,
ja waaraan9 Voorzeker niet aan de
heerlijkheden eener Hollandsche
lente. Dat maakt hoogstens sjachrij-
nig.
Maar dit alles heeft niets met
Vestdijk of anderszins met je vori-
gen brief te maken. Ter zake dus:
Je kunt in een roman als D e
Overnachting vooral het spel
waardeeren het oproepen van te
genstellingen om ze weer te over
winnen. als ik je goed begrepen
heb maar ik moet dan toch vast
stellen, dat Jeanne van Schaik en
Vestdijk hier toch 'n te grooten toer
hebben gewaagd.
Ik lees een roman in brieven in
hoofdzaak als een soort „document
humain". min of meer als een dag
boek dus. En dan. kom ik in con
flict met een aantal zaken in D e
Overnachting, die me op zijn
minst onwaarschijnlijk voorkomen.
Ik wil je eerlijk bekennen, dat de
latere brieven van Line Brose me
maar zeer matig geïnteresseerd
hebben, de draai om tot het bijna
bittere eind bij dezen mijnheer Tuyl
te blijven werd me hier op te hoog
niveau genomen. Dat ik me mis
schien een domme lezer toon. kan
mijn waardeering voor de drastische
manier van doen van den heer Jus
tus Breevoort wellicht alleen ten
goede komen. Mijn hoofdbezwaar is.
dat de conflicten, in tegenstelling tot
wat je juist van een roman in brie
ven zou verwachten, hier voor mij
bijna nooit reëel worden, ook al om
dat de figuur van den echtgenoot
volkomen schimmig blijft. Ik voel
het als een tekort aan overtuigings
kracht. dat ik niet anders dan een
soort sportief medeleven aan den
dag kon leggen, waar het zulke
brandende kwesties betreft, en de
vraag hoe deze zaak tot een goed
einde gebracht kan worden me
meer dan welke probleemstelling
ook bezig hield.
Dat in dit licht bezien dus vol
ledig aangenomen dat de wissel
werking tusschen de partners knap
is, en zelfs meer. dat er heele stuk
ken zijn. die je met een werkelijk
genoegen, en zeer geboeid leest
voor mij het slot. de monoloog van
Vestdijk over het vaderschap, voor
mij het hoogtepunt van het boek
was. kun je zonder meer inzien.
Dat de heer Kelk dit fragment met
een sneertje wenscht af te doen.
terwijl het zijn heele betoog (dat
Vestdijk niets anders kan baren dan
geestelijke Vissertjes, in zijn che
mise zet), geeft mij een vrij droeven
indruk van dezen „fijnzinnigen litte
rator".
Dit hooguit tiental bladzijden had
van de Du Perron van Het Land
van Herkomst kunnen zijn; bet
is van een strijdbaarheid, van een
eerlijke overtuiging en van een
mannelijken ernst, die me zonder
meer goed deed, die. om het zoo
te zeggen, me het hart warmde. Dat
hier een van de kernproblemen van
het bestaan, dat van de verhouding
tusschen vader en zoon, zoo zuiver
en helder gesteld kon worden, en
zoo genuanceerd tegelijkertijd, heeft
me met wat ik in de rest van het
boek als niet overtuigend genoeg
zie. volkomen verzoend, en het een
goede plaats in mijn klein boeke-
rijtje verzekerd.
WAAR jij op je vraag, wat men
tegen Vestdijk heeft, zelf al
een min of meer compleet antwoord
geeft ook al lok je door je
vraag aan het slot van je epistel
bepaald uit tot een tirade tegen
wat je omschrijft als den Platlander,
wil ik daar niet verder op ingaan.
Alleen zou ik je na lezing van
Stomme Getuigen de ver
zekering willen geven, dat als ik
eens over veel meer tijd beschik, ik
bepaald een essay wil dichten over
Vestdijk en den humor, met als
motto dezen onbetaalbaren zin uit
De Verdwenen Horlo
gemaker: „Waar als het ware
horlogemakers met den grond gelijk
worden gemaakt".
Wat ik hier boven over het pro
bleem van het vaderschap schreef
bracht me al schrijvend een meer
dan charmant boekje in herinne
ring: een bundel verhalen van Va
léry Larbaud, En f a n 11 n e s. dat
je misschien hier of daar nog op den
kop kan tikken tegen een voor deze
tijden ongelooflijk civielen prijs.
Deze zeven verhalen, sommige
over „het kind dat wij waren", an
dere over kinderen die wij kenden,
of dachten te kennen, zijn voor mij
zonder uitzondering boeiende lec
tuur geweest, en niet eens in de
eerste plaats om het normale ver-
teederende effect dat verhalen over
kinderen altijd hebben, maar meer
nog om de tegelijk diep indringende
en scherpzinnige il faut voir
clair' en versluierde men
schrijft vrijwel nooit over zijn
jeugd, en generaliseerend over dé
jeugd, zonder een zekere verteede-
ring en bovendien, is er iets min
der versluierd dan juist de reacties
van een kind? manier waarop
Valéry Larbaud schrijft.
HST zal voor ieder die maar iets
van litteratuur weet duidelijk
zijn. dat deze verhalen in buiten
gewoon mooi. helder en beeldend
Fransch geschreven zijn. en alleen
daarom al voor liefhebbers niet zon
der belang. Wat ons in F e r m i n a
M a r q u e z ook al boeide, de poëzie
waarmee het leven op die kostschool
wordt weergegeven „en zonder
de verweektheid die men helaas zoo
gemakkelijk aan dit begrip ver
bindt poëzie, die misschien wel
bestaat uit de tegenstelling tusschen
de zuivere helderheid van de taal,
en de onbewustheid, de onklaarheid
van de karakters, dit alles in even
wicht gehouden door een toch per
saldo zeer mannelijke verteedering,
is in Enfantines sterker nog aan
wezig.
Sommige van vooral de enkele
kortere verhalen kun je lezen als
een lang gedicht in proza. Gegeven
de gewoonheid van het onderwerp
een meisje van veertien jaar dat
zoo verlangt naar een kameraad,
haar een erkenning van de vrouw
in haar en in acht genomen de
lijk bereikt worden, zijn deze verha-
resultaten die op dit gebied gewoon-
len eenvoudig meesterstukjes.
Van de langere prefereer ik L a
Grande Epoque. Dat Larbaud
me in deze kroniek van een groote
vacantie geen oogenblik de kans ge
geven heeft me terug te trekken uit
den kring van fantastische spelen,
maar dat ik tegen het eind van de
vacantie. net als de drie kinderen
zelf. ook een beetje vermoeid ga
voelen, lijkt me een kras staaltje.
En ik geef je nogmaals de verzeke
ring. dat dit heusche kinderen zijn:
geen aangekleede volwassenen die
wartaal, of kinderen die kleinbur
gerlijke banaliteiten dazen. en zelfs
geen kleine voelertjes. met hun
grapjes en hun goede hartjes het
genre van Bartje maar ik kan
moeilijk iets anders zeggen dan kin
deren. met een stevige portie gevoe
lens en ervaringen waar ze geen
weg mee weten, veel fantasie, en
een voor kinderen gewone overge
gevenheid aan het spel.
1~~\E naam Bartje heeft me aan
I—7 het zoeken gebracht naar titels
en auteurs in onze letteren, die wèl
op gelijk peil staan. Van de enkele
titels die ik vind is er eigenlijk niet
een die rechtstreeks te vergelijken
is met Larbaud Uit Perron's Land
van Herkomst lijken me de In-
door
W. H. T. WEGMAN
tij van Missouri, die verscheiden
maatschappijen voor wegenbouw
financierde.
Beschermer
T_TUT was deze Tom Pendergast,
-*--*dio in 1926 Truman's verkie
zing tot county-judge, dat is geen
rechterlijke betrekking, doch een
ambt overeenkomende met het lid
maatschap van Gedeputeerde Sta
ten van een provincio, wist door
te zetten. Truman begon onmid
dellijk met het ontwerpen van een
wegenplan, doch liet de wegen
aanleggen na openbare aanbeste
ding, aldus de verdenking van
corruptie ontwijkende. Pendergast
is Truman blijven steunen en Tru
man heeft Pendergast nooit ver
loochend. ook niet toen deze ten
slotte in de val liep en in de ge
vangenis kwam. Men moet aan
nemen dat Truman volkomen vrij
uit ging; in ieder geval heeft hij
nooit getracht de connectie te ver
doezelen. zoodat er alle gelegen
heid is geweest tot onderzoek van
zijn betrouwbaarheid
Onder de Amerikaansche presi
denten komen, met uitzondering
van een paar zeer grooten, merk
waardig veel teleurstellende figu
ren voor. Het zou geen verwonde
ring wekken als ook Truman tot
deze laatsten gerekend zal moeten
worden; hij staat kennelijk sterk
onder den invloed van de mannen
van het dollar-impcrialisme en dat
is meer dan ooit in onzen tijd te
betreuren, nu vóór alles met alle
macht samengewerkt zou moeten
worden aan den wederopbouw van
onze geschonden wereld.
Voor den Zondag
dische hoofdstukken juist de
speelschheid en de versluierdheid te
missen, al is de poëzie, voor wie er
oog voor heeft, niet minder. Vest-
dijk's Terug tot Ina Damman,
om het meest bekende deel uit de
Anton-Wachter-trits te nemen,
is in zekeren zin Larbaud's antipode
te noemen: waar Larbaud zijn jeug
dige personen vrijwel zonder uit
zondering. weliswaar niet zonder
moeilijkheden, maar toch als zich
harmonisch ontwikkelende door zijn
verhalen laat stappen, slechts tijde
lijk, en niet al te diep, door de bui
tenwereld gewond en vrij gemakke
lijk de brug .slaan tusschen ziel en
wereld, daar werkt Harlingen als
zuur op het zieleleven van den jon
gen Anton Wachter, een verschil
dat zich tot in den stijl van deze
twee auteurs voortzet.
Elias of het gevecht met
de Nachtegalen, van GiUiams
onderscheidt zich bij alle overeen
komst hierin van 't boek van Larbaud.
dat de hoofdfiguur van binnen uit
wordt aangetast door 'n. ik zou haast
zeggen, Germaansch half-mysticisme,
dat nog door de barokke omgeving
Wordt verhevigd.
Waar dus bij Vestdijk de buiten
wereld stoort Vent! en bij Gil-
liams de binnenwereld de zaak uit
het lood brengt, daar vormt het kind
bij Larbaud juist het harmonische
rtidden: het is eigenlijk de jongen,
die men geweest zou willen zijn.
Met veel fantasie, en daardoor de
noodige conflicten, met een heel
eigen leven, dat ongetwijfeld lang
zaam in een normaal bestaan zal
overgaan, met genoeg gevoel voor
humor en zin voor het avontuur dat
het leven toch altijd weer is o.
onvermijdelijke gemeenplaats.,
lijkt het je niet een voorrecht over
een dergelijke jeugd te mogen
schrijven?
Will.
Wie is er onder ulieden, die
den Heere vreest, die naar
dc stem Zijns Knechts
hoort? Als hij in de duister
nissen wandelt, en geen licht
heeft, dat hij betrouwe op
den Naam des Heeren en
steune op zijnon God. Je-
saia 50 10.
Dezer dagen zat ik tegenover
iemand, die door het leven was ge
slagen. En ik trachtte, geduldig
luisterend, tenminste iets van dit
leed te peilen. Toen kwam die
merkwaardige opmerking: ja, ziet
u, ik geloof, dat wanneer ik een ge
loof had, het alles misschien ge
makkelijker zou te dragen zijn. 'k
Heb eerlijkheidshalve de kans, die
me daar geboden werd, om iemand
„in de kerk" te krijgen, niet benut.
Neen, niet gemakkelnker. Natuur
lijk zijn er wel menschen, die mee-
nen, dat het geloof er is, om zoo'n
beetje het bittere weg te nemen.
Zoo iets van „opium voor het volk",
en dan nog niet eens hatelijk be
doeld. Maar integendeel: de weg
met God is nog moeilijker. Want
het gezichtsveld wordt grooter, en
het beeld scherper. De wereld kan
zich behelpen met allerlei hulp
middeltjes of schijn-middeltjes. Een
fleschje suikerwater kan de illusie
hebben van een geneesmiddel, zelfs
tegen kanker. Op een graf kunnen
we zoo verrukkelijk spreken over
een „welverdiende rust", ja heb ik
zelfs meermalen gehoord, dat de
overledene altijd zoo „van buiten
had gehouden", heidensch primitief
gedacht, alsof die nu eindelnk aan
zijn buitenverblijf toe was. Kunnen
we over het kwaad spreken als een
ongeval, en over schuld als: wat
zoo heeft moeten zijn? Wie den
Heer vreest en naar de stem van
Znn Knecht luistert* die wordt
scherper van blik, meer critisch van
oordeel. De weg wordt er onher
bergzamer en eenzamer door. Daar
tegenover staat niet de belofte, dat
het dan altyd rozengeur en mane
schijn zal zijn, zelfs niet, dat het
altyd naar den geest gesproken
„licht" zal zijn. Maar als het gaat
door de duisternis, en het licht
smartelijk ontbreekt, dan blijft er
die God, die Zijn Naam heeft gege
ven. Het bosch is donker, het pad
onzeker, het Kind is bang. Er zijn
er honderden, die verteerd worden
door levens-angst. Het pad is don
ker, de weg onzeker, het kind ziet
geen band voor oogen. Wanneer
het kind niet bang is, zou dat niet
zijn. omdat het in het donker Va
ders Hand voelt? Dat is: steunen
op zyn God!
Ds. C. M. van Endt.
Verbrande manuscripten
worden weer leesbaar
De kostbare manuscripten van
een philosophische school uit de
12de eeuw. die zich in de bibliotheek
van Chartres bevonden, waren tij
dens den oorlog in het Stadhuis al
daar opgeborgen om er microfilms
vap te maken. Helaas stortte enkele
dagen vóór de bevrijding een bran
dend vliegtuig op het gebouw neer
en de handschriften werden een
orooi der vlammen.
De resten zijn thans overgebracht
naar de Bibliothèque Nationale te
Parijs, waar langs chemischen weg
de verbrande bladen perkament van
elkaar worden losgemaakt. Door
een ander scheikundig procédé
maakt men de sierletters met haar
Drachtige gouden kleuren en teeke
ningen ex om heen weer zichtbaar.
Experts schatten den duur dezen
arbeid op een 20 laar!
Wanneer de manuscripten van de
bibliotheek van Chartres gerecon
strueerd zullen zijn, zal men ze op
een microfilm opnemen, die ook de
kleuren laat uitkomen, gelijk reeds
geschied is met het getijdenboek
van de Hertogin van Bretagne.