MONTGOMERY EN G. B. SHAW Strijd tegen de tuberculose in nieuw stadium Curacao let op deze kleinigheden Twee groote Visitatie in Roosendaal: één worstelpartij! Zog maar een W' Jo v. Ammers-Küller Zaterdag 19 April 1947 S IN dezen tijd van voorbereiding der invasie maakte Montgomery ook kennis met de politici. De eene minister na den andere, Eden, Bevin, en vele anderen gingen hem opzoeken en in den regel kwamen zij diep onder den indruk van de sterke verzekerdheid van den gene raal van dit bezoek terug. Voor Montgomery waren deze bezoekers uit de vage en ingewikkelde wereld van de politiek nog veel vreemdere verschijnselen dan hy voor hen was. „Wat voor een snuiter is het?" placht hij te vragen, wanneer hij vernam, dat er een of andere hoo- ge piet op komst was „een van de geschikte soort?" Met ernstige gezichten trokken de hooge geestelijken, de politici, de groote mannen langs Monty heen zonder te vermoeden, dat zij werden getaxeerd met den maatstaf of zij al dan niet geschikte snuiters wa ren En het resultaat van zfo'n waar deering van de hoeren legde h\j vast In zijn dagboek, dat niet geschikt is voor publicatie. Een verontrustend groot aantal hunner kreeg eenvoudig als aantee- kening: „idioten volslagen on bruikbaar." Degenen, waar hij spe ciaal het land aan had, waren die geaffecteerden, de lieden met over- goede manieren, de al te gladde en zachte karakters, en do velen, die maar belangstelling hadden voor geld en nog eens geld. In de wereld van Montgomery was er geen tijd om zich verfijnde manieren eigen te maken noch voor het najagen van de materieele genoegens: daar kwam het alleen aan op den strijd, dien hij op zfc'n manier wilde uit gevochten zien. Vreemde vertooning IX/IAAR sinds eenigen tijd had hij A*A animo om zijn portret te laten schilderen. Verschillende kunste naars hadden het geprobeerd zon der veel succes misschien een gevolg van het feit. dat zij niet op hun gemak waren met hun mo del. Maar nu had Augustus John de opdracht gekregen tegen een vergoeding van 500 pond en zoo ging Montgomery nu geregeld po seeren in diens atelier in Titestreet, Chelsea. Het was iederen keer weer een vreemde vertoon Ing. Monty kwam, vergezeld van zijn adjudant voorraden in een Rolls Royce, hij ging de trap op en kwam binnen in een sfeer, die hem ondanks wat hij bij zijn vrouw had gezien en meegemaakt, volkomen vreemd was. Terwijl de kunstenaar hem schilderde, zat Monty daar stijfles op het podium in zyn battle dress, met zijn alpino en zyn ridderordes. Bernard Shaw had al lang eens kennis willen maken met Montgo mery en op een goeden dag kwam hij, aangetrokken door deze ver tooning, het atelier binnen vallen. Dien dag werd er niet meer geschil derd, beide mannen hadden heel wat te zeggen. Shaw, de denker en de pacifist, keek met plezier en zonder een spoor van verlegenheid naar den man van actie en van oor log. „Generaal," zoo begon hij vrien delijk, „ik zal U vertellen, wanneer de oorlog uit is." Montgomery (van zijn podium: „echt?" Shaw: „Als het geld op vijf pro cent staat, dan houden alle oorlo gen op." Goede verstaanders TJ ET gesprek raakte ook heei l^ht en luchtigjes de politiek. „Niet meer dan vijf procent vin het volk is geschikt voor een lei dende functie," verklaarde Shaw. „De moeilijkheid is maar om ze te vinden en ze omhoog te brengen en er zijn niet genoeg menschen voor de hooge functies." Monty: „wilt U zeggen, dat vijf procent van de generaals werkelijk geschikt z\jn voor hun werk?" Shaw: „Neen, allerminst." En beminnelijk als twee goede verstaanders keken zij elkaar aan. Een uur of twee later zag Mont gomery's chauffeur, die buiten wachtte, tot zijn verbazing een ouden heer met een witten baard in de auto stappen met do mededee- ling, dat hij naar huis gereden moest worden, want dat de gene raal hem zijn wagen had geleend. Zij reden weg in een tempo, dat paste bij den leeftijd van den pas sagier, totdat deze zelf protesteer de. waarna de snelheid tot 100 k.m. werd opgevoerd. Maar weer ver scheen, tot verwondering van den chauffeur, de witte baard bij z\jn elleboog. „Kan de wagen niet har der loopen?" Zachtkens verbaasd gaf de chauffeur meer gas. Zoo, de oude knaap had snelheid noodig. De snelheidsmeter stond weldra op 150 en zoo kwamen zij, terwijl de oude baas echt tevreden in de kus sens leunde, aan ziin huis. „Niet kwaad." zei Shaw bij het uitstappen, terwijl hij den chauffeur twee halve kronen gaf. Voor van daag tenminste was ook hij een man van actie geweest. Hy ging zjjn huis in en schreef aan Augus tus John de levendigste commen taar op Montgomery, die nog ooit op papier was gezet. G. B. S. schrijft heeft practiqeh heelemaal geen ruimte, U hebt er eenvoudig geen plaats voor gelaten. En geeft raad WEET U, wat U doet? Neem die oude, in petroleum ge drenkte lap, die zoovele portretten van mij (allemaal meesterstukken) heeft laten verdwijnen en veeg dit uit tot het doek blank is. En schil der dan een klein figuurtje, dat recht naar je kijkt van boven, zoo als hü naar me keek van het po dium. Schilder hem ten voeten uit (met den een of anderen voor grond), een tikje voorover geleund met zijn knieën achterwaarts ge bogen, zijn handen geklemd aan de randen van z(jn kampeerstocl en zjjn uitdrukking er een van door dringend onderzoek, de oogen on vergetelijk. En op den achtergrond: 't uitgestrekte geheel van de Afri- kaansche woestijn. Resultaat: een schilderij, dat 100.000 pond waard is. De schets, die U nu gemaakt hebt, is, eerlijk gezegd, niet moer waard, dan de vergoeding voor den tijd, welken U aan het schilderen er van hebt besteed. U hobt geen werkelijke belangstelling voor den man gehad. Maak U niet dik over een ant woord op dit schrijven. Neem het ter harte of niet, net naar het U treft. Wat een neus! En wat een oogen! Noem het schilderij: oneindige perspectieven en één man. Stel U voor, een soldaat, die in telligent genoog is om door U te willen worden geschiderd en om met mij te praten Steeds gaarne de Uwe G. B. S." Seniele opwinding CT N den volgenden dag, 27 Fcbr. 1944, schreef Shaw opnieuw: „Waarde John, na een nachtje er over te hebben geslapen kom ik tot de ontdekking, dat een deel van mijn brief van gisteren beschouwd moet worden als een uitbarsting van seniele opwinding. Want uit een oogpunt van zakelijkheid beke ken is het portret, dat U geschil derd hebt, precies wat do koopers bedoeld hebben en recht hebben to verlangen, n.l. een massa verf en het model over het heelo doek. En tusschen ons gezegd en gezwegen hot heeft een fijnen aantrekkelijken kleurentoets echt a la John, waar van het zonde zou zijn als die ver dween. De moraal van het verhaal zou zijn: maak het portret af voor Uw klanten en schilder dan nog 'n por tret voor U zelf. Maar daar Mont gomery zeker nog niet eens zal willen gaan posecren, moet U een paar schetsen van hem stelen, ge maakt van den stoel uit, waarin hij zat. Hot ergste van 87 88 jaar oud te ziin is. dat ik nooit zeker kan zijn, of ik verstandige taal praat dan wel oudemans-gcleutcr uitsla. Het oordeel hierover moet ik aan n r A ARDE Augustus John. vanmiddag heb ik den hee- len tijd over alles en nog wat moe ten praten om Uw „model'' aange naam bezig te houden en hem af te leiden van de zorgen voor den gang van zaken van het oogenblik aan het front. En terwijl ik hem met mijn eene oog zag en U met mijn andere twee groote man nen met één blik merkte ik de buitengewoon groote gelijkenis tus schen U beiden op. U, groot, forsch, blond, leek haast massief in tegen stelling tot die geweldige compacte rol staaldraad, die er uit zag alsof U hem uit Uw zak tc voorschijn had getooverd. Een groot schilder legt altijd zich zelf even goed ln zijn werk als de gene, die voor hem poseert en aan gezien hij zichzelf niet kan zien (zooals ik U zag), is er altijd eenig gevaar, dat hij zichzelf dc plaats geef' van zijn obieet in zijn schil derij. En inderdaad, Uw portret van B. L. M. deed mij onmiddellijk den ken aan Uw zelfportret in de Lei- cester Gallery. Het vult 't doek op, het suggereert een grooten, for- schen man. Het kijkt jo niet aan, wat Monty juist altijd wel doet met geweldige uitwerking. Hij brengt alle ruimte samen in een kleine plek op de manier van een brand glas; maar Uw portret van hem G. B. S. „Ik ben nooit zeker of ik verstan dige taal praat of oudemansgeleuter uitsla". U laten. Als altijd, maar beverig, G. BERNARD SHAW" Beverig of niet was hij nog al tijd een van dc meest aantrekkelij ke brievenschrijvers in de Engel- sche taal. ALLAN MOOREHEAD, Montgomery. (Nadruk verboden). TN het atelier van den schil der Augustus John ontmoette Shaw zijn groo ten naamgenoot Montgomery. Het was een merkwaardig contrast: Shaw, de denker en pa cifist, en Monty, de man van ac tie en oorlog, maar zij konden het uitstekend vinden en Shaw schreef later aan den schilder een enthousiasten brief: „Stel U voor een sol daat, intelligent genoeg om door U geschilderd te worden en om met mij te pra ten,...." Het schilderij van Augustus John. Ingezonden mededeeling EEN AMBACHT DAT IN EERE BLEEF 50 jaar terug nam het ambacht nog een belangrijke plaats in de maatschappij in. Het handwerk gaf ook kleur en fleur aan het leven en schiep een vaak benij de sfeer van romantiek. Zoo was het ook met den kruidenier, die in den winkel zelf zijn koffie brandde. Het was gezellig hem daarbij gade te slaan, terwijl de heerlijke koffiegcur heel het huis doortrok. Koffiebrandcn vereisch- te een groote kennis en daarom betrok men ook steeds zijn koffie van hetzelfde adres, want de kwaliteit van de koffie hangt voor namelijk van het juiste branden af. De ouderwetsche winkel met de vele vakken en laadjes, de groote handkoffiemolen op den toonbank en de koffiebrander in een hoek is verdwenen. De moderne De Gruyter's winkel trad daarvoor in de plaats. Het ambacht evenwel bleef in eere. bij De Gruyter maar wordt in het groot beoefend door ervaren koffiebranders in de groote De Gruyter's fabrieken met de meest geperfectionncerde installaties. Daarom voor vak kundig gebrande koffie zooals vroeger naar De Gruyter, de koffie- cn theezaak. (Van onzen medischen medewerker) "D EEDS meer dan een eeuw is aV men intensief bezig om te zoe ken naar middelen om tuberculose te bestrijden. Te beginnen met Laen- nec (1781—1826), die deze ziekte voor het eerst duidelijk beschreef, hebben tallooze onderzoekers zich bezig gehouden met dit vraagstuk. Men is gedurende dezen tijd veel vooruitgegaan, doch desondanks is tuberculose een ziekte die zeer veel levens ten gronde richt. Op het eind van de vorige eeuw (1882) ontdekte Robert Koch (1843 1910) den tuberkelbacil (bacil staafvormige bacterie) en bewees, •dat deze verantwoordelijk moest ge steld worden voor de longtubcrculo- se. Later kwam >men te weten, dat niet alleen longen, maar ook been deren en gewrichten door dezen ziekteverwekker worden aangetast en zoodoende uitingen zijn van de zelfde aandoening. Ook na het bekend worden van dc oorzaak lukte het niet om een af doende bestrijdingswijze te vinden. Toch zijn er vorderingen geboekt. Door het bekend worden, dat som mige vormen van tuberculose bij den mensch (z.g. „open" t.b.c.) be smettelijk zijn heeft men maatrege len kunnen beramen om deze lij ders te isoleeren en op deze wijze het aantal besmettingsbronnen te verminderen. Ook werd er ontdekt, dat door melk. afkomstig van vee, dat aan tuberculose van de uiers lijdt, besmetting kan worden over gebracht. Men tracht zooveel moge lijk deze koeien op te sporen en te voorkómen, dat deze melk in de consumptie wordt gebracht. (Pasteu- risatie van de melk geeft geen waar borg voor hot afwezig zijn van tu berkelbacillen). Aan den anderen kant vond men nieuwe middelen om de ziekteverschijnselen terug te doen gaan cn genezing te bereiken. Wat dit betreft heeft de operatieve behandeling van alle vormen van tuberculose in de laatste jaren een groote vlucht genomen. Ieder wordt besmet MEN kwam te weten, dat vrij wel ieder mensch gedurende zijn leven door tuberkelbacillen be smet wordt, doch dat de meesten deze besmetting zonder ziektever schijnselen doorstaan. Men richtte consultatiebureaux op, die gratis iedereen ondei'zoeken. die van tuberculose verdacht wordt en die ook de nazorg van genezen patiënten op zich nemen. Er is door vele organisaties een intensieven strijd gevoerd tegen deze volksziek te. Hierdoor komen thans, ondanks den oorlog, veel minder ziekte- en sterf-gevallen voor dan 50 jaren ge leden. De verbeterde volkshuis vesting, betere voeding der arbei dersklasse en 't algemeen beoefenen van sport werkten daaraan mee. Wel steeg in cn na den oorlog het aantal tuberculoselijders sterk, maar thans neemt hun aantal reeds weer af. Toch lukte het niet om den bacil in het lichaam te dooden en men kon dc t.b c.-lijders slechts genezen, door het lichaam bij te staan in zijn strijd tegen den bacil, zonder dezen zelf te vernietigen Vandaar, dat ve le genezen patiënten later opnieuw ziek worden. De ziekteverwekkers ROBERT KOCH, ontdekker van den tuberkelbacil blijven in het lichaam en wachten hun kans af om opnieuw den kop op te steken. Nieuw middel P AUL EHRLICH wees ons, aan A het begin van deze eeuw, den weg om besmettelijke ziekten door vernietiging van de smetstof te ge nezen, doch het gelukte niet om een goed geneesmiddel tegen dc tuber culose te vinden. Herhaaldelijk deed de blijde mare de ronde, dat men nu een middel tegen den tuberkel bacil gevonden had en telkens weer bleek de hoop ongegrond tc zijn. Tijdens den oorlog werd het van geallieerde zijde mogelijk gemaakt om uit een penseelschimmel: de pe- nicillium notatum, penicilline te be reiden, het wondermiddel, waar ieder thans over spreekt. Doch ook peni cilline had geen uitwerking op den tuberkelbacil. Sindsdien heeft men getracht om uit andere schimmels en zelfs uit bacteriën, stoffen tc berei den. die nog beter moesten zijn dan penicilline. Vele van deze stoffen ble ken waardeloos, doch een enkele schijnt wel succes te kunnen hebben en hieronder neemt het s t r e p t o- m y c i n e een voorname plaats in. Over deze stof dadelijk moer. De proeven, die men neemt om de werking van geneesmiddelen op bac teriën na te gaan, worden meestal buiten het lichaam uitgevoerd. Vele dan werkzame stoffen blijken geen (Van onzen correspondent) WILLEMSTAD, Maart. Y\JILLEMSTAD vormt een klei- ne gemeenschap, die zich in het bijzonder voor de kleine din gen des levens interesseert. Ware onze stad een onderdeel van laten we zeggen het Noord- Amerikaansche vasteland, dan zou Willomstad één uit vele zijn. Willemstad is evenwel de hoofd stad van het eiland Curarao. en het belangrijkste handelscentrum van de Nederlandsche Antillen. Onze kleine stad is derhalve groot in beteckenis. En toch..., interesseeren haar vriendelijke bewoners zich in het bijzonder voor de kleine dingen des levens. Al drijven hèolc ijswereldcn dc Neder)andsche kust voorbij, op Curacao schijnt winter en zomer de zon. De Vier Grooten mogen te Moskou nog zoo hevig bek vechten, de bewoners van ons eiland lezen liever de rubriek „ingezonden" ln onze kranten. Toch staat Willemstad dat is: het eiland Curacao niet buiten de wereld. Integendeel, dag en nacht, uur na uur, zwaait de Koningin Emmabrug op de Sint Annabaai open om schepen, komende van alle windstreken, tot het Schottegat toe te laten. Vandaag arriveert de Hertogin van Cloucester uit Australië, morgen komt een zoo juist ver- 6tooten president uit een der Zuid-Amerlkaansche landen aan en overmorgen doet wellicht een schip van Birds expeditievloot onze haven aan... In de rijkelijk voorziene winkels van Breede- straat en Heerenstraat „shoppen" zeer on-tropische dames en hce- ren uit de Verccnlgde Staten en in de tallooze hartjes in de Ma- durostraat of aan de Ruyter- of Handelskade heerscht een drukte van Nederlandsche, Zweedsche, Argentijnsche, Amerikaansche of Engelsche zeelui. Fleschje coca-cola HET kenmerk van Curacao is, dat het noch Amerikaansch, noch Nederlandsch, doch al leen Curacaosch is. Misleid door de kleurige Hollandsche gevel tjes en huisjes, vergeten vele be zoekers dat. O.a. dc Parlementai re Commissie, die hier onlangs eon visite aflegde. In Nederland is dat bezoek door de huidige ge beurtenissen begrijpelijkerwijs op den achtergrond der memorie ge raakt. Curacao ligt het echter nog versch in het geheugen, mede dooreen fleschje coca-cola. Ik herhaal: het zijn in het bijzonder dc kleine dingen des levens, die Willemstad belang inboezemen. Tijdens haar verblijf hier ter stede, ontving de commissie dan een aantal prominente Curacao- sche zakenlieden. Menschen, die zoowel in huizen „doen" als in internationale zaken op groote schaal. Belangrijke figuren dus niet alleen voor Curacao, maar ook voor Nederland. Nadat de commissieleden hun gasten eeni gen tijd hadden laten wachten een euvel, waaraan zij zich meer bezondigden maakte men ken nis. De secretaris der Commissie nam de honnurs waar althans zoo scheen het: hij trad binnen met een blad met fleschjes coca cola, een hier geliefden drank te gen de hitte. Doch in plaat9 van het gehecle gezelschap te voor zien, bediende de secretaris alleen zijn collega's. Tot overmaat deed de' voorzitter, de heer Kropman, een greep in zijn welgevulden zak met sigaren en hulde zich in een rookwolk, den gasten den geur la tende. Er is een kloof WAS hier sprake van een on der-onsje, deze brief zou de lange reis naar Nederland niet gemaakt hebben. In zaken van nationale boteekenis evenwel, kunnen zulke kleinigheden een groote uitwerking hebben ze ker op Curacao: Wij deden slechts een greep. Het Nederlandsche publiek, ver wikkeld in andere, nijpender pro blemen, haalt waarschijnlijk de schouders op over zooveel „lange tccnen" Doch ten slotte is de in druk die dc Parlementaire Com missie heeft achtergelaten, blij vend. Honderden kilometers scheiden Curacao van Nederland on al heeft de K.L.M. dezen afstand tot enkele dagen vliegen terugge bracht, de kloof is en blijft er. effect te hebben als ze in het li chaam worden toegepast, terwijl andere zoo giftig zijn, dat ze daarom niet gebruikt kunnen worden. Soms ook zijn de resultaten in de dier proef gunstig, doch heeft men geen succes bij den mensch. In Amerika ontdekte men in 1943 bijvoorbeeld diasone en prominc, twee stoffen, waarvan men veel verwachtte voor de genezing van tuberculeuse af wij- kringen. Het resultaat bij den mensch was echter slecht cn noch promine. noch dianose zijn meer in den han del verkrijgbaar. Toch is 't mogelijk dat ze weer gemaakt zullen worden. *~P OEN het bleek, dat streptomy- A cine in het laboratorium goede resultaten gaf bij de genezing van ziekten die niet door penicilline kon den worden beïnvloed, zooals o.a. t.b.c., terwijl de stof niet gevaarlijk bleek voor het dierlijk organisme, ging men over tot dc toepassing bij den mensch. Ten einde een goed overzicht te krijgen over de resultaten werd in Amerika een commissie ingesteld, die het monopolie kreeg van alle streptomycine, dat gemaakt werd. Nu, ongeveer een jaar later, zijn de resultaten van het onderzoek van deze commissie openbaar gemaakt en het is ook voor het publiek nut tig om er ktyinis van tc nemen. Men hééft resultaat gehad, dat valt niet te ontkennen, doch men kan niet zeggen, dat de tuberculose als ziekte nu weldra verdwenen zal zijn. Zeker, cenige vormen van tu berculose, waar we vroeger nooit iets tegen konden doen. werden ge nezen: doch daar staat tegenover, dat het middel op andere vormen geen invloed bleek te hebben. Het moge misschien merkwaardig klin ken. voor de meeste hopelooze ziek tegevallen brengt het nieuwe middel resultaat, terwijl minder ernstige gevallen onbeïnvlocd blijven. En tegenslagen R zijn echter eenige zware te- A-/ genslagen. Ten eerste: het blijkt dat sommige tuberkelbacillen den aanval met stx-eptomycine overleven en dan in het vervolg bestand zijn tegen nieuwe aanvallen. Er ontstaan zoogenaamde streptomycine-vaste stammen van tuberkelbacillen. Het tweede is. dat er soms verschijnse len van de ziekte blijven bestaan, die berusten op litteekenweefsel, dat door de genezing werd gevormd. Dc tuberculose hersenvliesontsteking was een tot nu toe altijd doodelijk verloopendc ziekte. Thans zijn tien gevallen bestreden, die door middel van streptomycine werden genezen. Doch twee van deze patiënten wer den blind, één doof. één gedeeltelijk verlamd, terwijl ook geestelijke af wijkingen werden geconstateerd. Toch is het resultaat niet slecht tc noemen. Drie hebben thans geen enkel verschijnsel meer. terwijl de ze patiënten zonder streptomvcine reeds lang begraven zouden zijn. Uit het voorgaande moge U duide lijk zijn geworden, dat we nog slechts aan het begin staan van de toepassing van een nieuw genees middel; dat we bovendien nog niet kunnen voorspellen wat de resulta ten hiervan uiteindelijk zullen zijn. Toch zijn we er van overtuigd, dat we op den goeden weg zijn. Het ideaal EEN woord van waarschuwing moet echter worden toegevoegd Ten eerste: streptomycine kan nog slechts in beperkte hoeveelheid wor den geleverd en het is dus onmoge lijk om ieder, die dat zou willen, van dit nieuwe geneesmiddel te voor zien. Ten tweede: bij het gebruik van streptomycine doen zich vaak onaangename bijwerkingen voor, die het soms noodig maken de toedie ning te staken. Ten derde: lang niet alle vormen van tuberculose reagee- ren op streptomycine, met name de meeste vormen van longtuberculose. Toch ben ik er van overtuigd, dat we met dit nieuwe middel een zeer waardevolle uitbreiding van ons ge neesmiddelenarsenaal hebben gekre gen. In de toekomst zal het den arts mogelijk zijn om bepaalde vormen van tuberculose tot genezing te bren gen. die tot nog toe ontoegankelijk waren voor eenige geneeswijze cn waarbij de patiënten dus ten doode gedoemd waren. De waarde van de gebruikelijke methoden van behan deling zijn hierdoor niet verminderd integendeel zelfs We kunnen ver wachten. dat ze in combinatie met streptomycine een grootere kans zullen geven op totale genezing. Bo vendien moet men bedenken, dat het zwaartepunt van de bestrijding van de tuberculose niet ligt in het gene zen van de bestaande aandoeningen. We kunnen immers pas tevreden zijn pis we door praeventieve maatrege len het optreden van nieuwe be smettingen kunnen voorkomen. (Streptomycine is behalve bij tu berculose reeds nuttig gebleken bij verschillende andere ziekten: de Noord-Amerikaansche knaagdierpest (tularaemie), cholera en waarschijn lijk nog meer ziekten, waarbij peni cilline waardeloos is). T S het U wel eens opgevallen, le- zer, wanneer iemand in Uw om geving ernstig ziek is, hoeveel mee levende zielen dan bereid zijn U verhalen tc doen van soortgelijke gevallen, dio zo zelf hebben meege maakt cn die verkeerd zijn afgeloo pen? Iets dergelijks onder\ ind je ook in de treincoupó, zoodra je liet station Roozendaal begint te naderen. Dan loopt de conversatm over niets anders meer dan over heelemaal uitgekleed worden, ovor liet kijken in en onder hoeden, over het losmaken van dameskapsels, onz. Het cone verhaal al treffender Van één onzer redacteuren- met-vacantie dan het andere. En het merkwaar dige is, dat er niets wordt verteld wat men niet persoonlijk heeft meegemaakt of zelfs aan den l'uv° heeft ondervonden. Die verhalen gaan nog steeds door, zoolang de menigte opgepakt en moeizaam voortschuifelt. d.w.z. vooruitdringt naar de smalle opening, waar do passen worden gecontroleerd, al leen worden de stemmen nu ge dempt, komt er iets in van de ge heimzinnige overtuigingskracht vaa den ingewijden samenzweerder. Al luisterend hiernaar zou jo de misère van het douaneonderzoek haast gauw vergeten. Niet, dat dö marechaussées en de douanes niet geschikt zouden zijn, integendeel! Maar het blijft evengoed een ellen- do om met koffers, die je niet vast houden en niet neerzetten kunt (d't laatste vanwege de teenen van je buren) een half uur of langer voet je voor voetje vooruit te moete® gaan, terwijl je als je het ongeluk hobt, om je keurig in het midden van den stroom te houden, boven dien nog moet beleven, dat de bei- do zijkanten veel sneller vooruit komen. EEN ding, heb ik do koeren, dat ik do grens passeerde, nooit kunnen begrijpen cn wel, dat. mea het publiek onmiddellijk hij binnen komst in do visitatiezaal niet ia twee rijen van één persoon diic hoeft gesplitst: met o-enigo houten staketscis. model bus- en tramhal tes, zou dit toch heel eenvoudig te doen zijn geweest. Maar misschien gebeurt het daarom juist niet, want zooals mijn vrouw mij toever trouwde, toen hot gedrang op zijn ergst was het leven hoort niet eenvoudig te zijn. Gelukkig hoefden we deze keer anders dan afgoloopon zomer maar éénmaal den trein uit, in Es- sehen konden wo blijven zitten. En zeer binnenkort zal, voor de in ternationale treinen althans, ook die zwoeg- en worstelpartij in Roo zendaal tot legende geworden zijn, tot groote voldoening van publiek en ambtenaren beide, naar wij ver onderstellen. uitgesloten tot Juli '51 Dc Centrale Ecreraad voor da Kunst hcct't Jo van Ammcrs-KUl- ler, (tie in beroep was gegaan te gen het publicatieverbod van 7W jaar, haar door den Ecreraad voor Letterkunde opgelegd, verboden gedurende 6 jaar te publlcecren cn haar tot een boete van 2000 ver oordeeld. Dc uitsluiting gaat 1 Juli 1945 in. Spollmq-Apolinq. „Nou", zei Oomarie, „jij met je nieuwe- spellingsmoesjes: maak mij nou nog eens wijs dat we er niet mee aan dc verliezende hand zijn. Kun jij me zeg gen wat dit betekent?" En hij duwde me een papiertje onder de neus, waarop geschre ven stond: „Die VEREN zijn te oud, ze moeten vernieuwd worden". Triomfante lijk keek hij me oan, alsof hij zeggen wou: „Laat ik jou daar even fijn intippelcn!" „Kien", zei ik, „maar ik heb ook wat voor U". Toen schreef ik een zinnetje op en liet dat aan Oomarie le zen: „Ze hebben LEE- kEN jassenEven zag ik Oomarie glunderen, toen ineens kreeg hij een gezicht als een donderwolk en hij knetterde los: „BL... jongen, als je nog eens wat nieuws hebt". „Het is geen nieuws Oomarie". zei ik, dat is nou de oude spelling. Duidelijk, hól" „Hoe kan dat nou", zei Oomarie verbou wereerd. „Nou", zei ik, „nu moet je eens even naar je neef-de-schoolmees ter luisteren. „Zulke woorden noemen ze nou homoniemen: dat zijn woorden die gelijk klinken maar verschil lende betekenis heb- benVroeger meenden ze dat het makkelijk was door een andere spelling te laten zien wat die woorden bete kenen. Maar dat is een onbegonnen werk. Neem nou eens het woord BEREN: dat heeft tien betekenissen. Als je dat allemaal in de pelling zou willen weergeven, zou je tot BEEËEEREN komen". „Nee dat wordt mij toch ook te grijs", zei Oomarie, „maar hoe kun je dan weten waar je over schrijft?" „Maak nou geen flnuwsjcs Oomarie hoe weet U nu waar U over spreekt als U het over ZEVEN hebt?" „Natuurlijk omdat je het er over hebtje ziet het, je hóórt het, je wóet het". „Zo is het nu ook met wat je leest". „Je zal wel gelijk hebben. Maar waarom willen ze dan nog ZEE en al die woorden met ce op het eind zo blij ven schrijven?" „Dat is nogal wiedes. Als er ZE staat bedoel je daarmee een andere klank nis met ZEE nel zo als MET cn MEET bijvoorbeeld Daarom blijf je de let tergrepen die door een medeklinker worden afgesloten ook met EE schrijven". Accoord Van Put ten", zei Oomarie, maar mooi vinden kan ik het niet". K UNNEN Wil NOG PLAATJES K/IKENNeen, wij be- doelen niet kunsthistorische of filosofische overpeinzingen houden bij een reproductie van Rembrandt of Vermeer, maar ge woon, zoo maar plaatjes kijken, zonder meer, met het eenvoudige plezier dat wij vroeger beleefden met onze eerste prentenboeken? Wellicht wel, maar wij zijn het ontwend. En daarom gaan wij, vandaag te beginnen, in het vervolg in elke Zaterdagavondkrant een foto reproduceeren die wij niet hebben gekozen om hun ac- tueele waarde, maar alleen omdat het een mooie foto is. Wij hadden om te beginnen wellicht geen betere kunnen kiezen dan deze, van den Amerikaanschen fotograaf David W. Corson, die voor het grootste deel in beslag genomen wordt door een voorstelling die op ons bedrijf betrekking heeft. Het is een foto van den ingang van het bureau van Associated Press in Rockefeller. Centre te New York. In het groote hoog-reliëf zien wij een foto graaf, een parlementsverslaggcver, een redacteur aan de schrijf machine, reporters (met blocnote en oan de telefoon). De lichtval en de lijne nuanceering van de verschillende grijze tinten maken deze foto tot een waar kunststukje

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 5