De Hooöe Hoed van het Absolute De illustratie van het Fransche boek Joe Louis doet Amerika Zwitserland: sfeer en charme Kleurenpracht van dekens, dassen en stoffen Lederlusthof of: Valsch licht op J .P. Sartre Een vlot fietspak je V Hij heeft zijn stand op te houden! Otto van Rees 6 Zaterdag 19 April 1947 T-J ET is niet om te kort te doen A aan een in zekeren zin loffelijke poging om eenige filosofische pro blemen op een voor iederen lezer bij eenig nadenken begrijpelijke wijze uiteen te zetten, dat ik vaststel dat drs. P. J. Mattijsen Bos' beschou wing over het existentialisme een weinig geslaagde bijdrage is. Het is ook niet omdat hij Sartre bestrijdt al kan men er esn grondige aan merking op maken dat hij meent dit te Kunnen doen in een krant artikel want ik ben geen Sar- treiaan en ik heb mij zelfs nog maar zeer onvolledig op zijn denk wereld kunnen onenteeren (men kan nog lang niet de boeken krijgen die men hebben wil, in ons na-oor- logsche Nederland); dat ik toch op zijn artikel reageer is omdat hij een aantal fouten maakt die ook zon der veel kennis van Sartre's ge schriften duidelyk zijn. Men mag vooral de vraag stellen of het antwoord kan heeten, een leer als die van Sartre zoo veel meer moralist dan filosoof bo vendien uit te trekken in een enkel syllogisme, en haar op grond daarvan te veroordeelen als een trucje, ontworpen ter meerdere glo rie van den Franschen romanschrij ver. Ik meen dat den lezer een slechten dienst wordt bewezen wan neer hem een strooming, waarmee de kennismaking hem ongetwijfeld van nut zal zijn. zelfs wanneer hij ze na bestudeering integraal ver werpt. wordt voorgesteld als een ijdel spelletje waarmee ernstige menschen zich niet bezig hoeven te houden. Hier komt nog bij dat drs. Mattij sen Bos het zich, in zijn aversie te gen het existentialisme, die ik hem overigens van harte gun, wel wat al te gemakkelijk maakt. Het syl logisme dat hij uitgeeft voor de quintessence van Sartre's filosofie is namelijk niet alleen niet repre sentatief, het is zelfs onjuist weer gegeven en onjuist gecritiseerd. En tenslotte is het niet Sartre die hier op een goocheltoer wordt betrapt maar drs. Mattijsen Pos, die het bestaat eeuwige warheden te too- veren uit de hoogc hoed van het Absolute, zich daarbij beroepend op publicaties die nog zullen verschij nend) en die ons binnen afzienba- I ren tijd volledige opheldering zou den verschaffen omtrent de zaken waarvan het absolute gebrek aan kennis het menschelijk lot van den aanvang af heeft bepaald. De beschouwing Van dis. P. Mattijsen Bos over het existen tialisme (in ons blad van Zater dag jl.) heeft, zooals te ver wachten icas, in den kring van onze lezers verschillende reac ties gewektDat lag ook min 'V meer in de bedoeling van d< n schrijver: een gedeeldenwisseling uit te lokken over de strooming die in Frankrijk zooveel bewe ging heeft veroorzaakt, en zoo langzamerhand ook in Neder- 'and haar vertegenwoordigers begint te tellen. Wij geven van daag hef woord aan'een onzer medewerkers, die, zonder zich existentialist te willen noemen de figuur van f artre verdedigt, tegen den aanval van drs. Mat tijsen Bos Na het reguisitoir dus het -pleidooi; de lezer is rechter. lijk, want als h\j zijn fouten niet ziet, als zijn krachten te kort schie ten. kunt gij hem inzicht ver schaffen. te hulp komen. Gij kunt het ook niet doen, gij kunt verkie zen uw energie aan andere dingen te wijden, en terecht wellicht, maar de verantwoordelijkheid voor die keuze berust bij uzelf. Oók een toer ÏTn nu, op mijn beurt, de goo- .cheltoer. Het syllogisme dat drs. Mattijsen Bos uit Sartre heeft gedistilleerd, behoort, welbezien, zoo te luiden: le. De mensch bestaat in de da den die hij verricht. 2e. De daden zijn onderworpen aan ons oordeel Conclusie: De daden bepalen den mensch. Dat dit een goocheltruc is. legt drs. Rattijsen Bos den lezer in den mond: hijzelf bewijst het niet Zijn critiek richt zich op een geheel ander punt: ,,Is de mensch een den kend weezen. ja of neen?", zoo vraagt hij zich vertwijfeld af. ,.Gaat er aan de daden een denken vooraf, ja of neen"" Dit is een trucje, flau wer dan dat waarvan de schrijver Sartre beschuldigde. Want wat be wijst het, vast te stellen dat er (na tuurlijk; evenals het omgekaerde!) denken voorafgaat aan het hande len? Béter gevraagd dus: ,,Is ons denken de oorsprong van onze daden Antwoord„N e e n, want de mensch begint in zjjn eer ste levensperiode éérst te handelen, later pas te denken en zijn denken wordt door die handelingen gedeel telijk bepaald; neen, want den ken is zelf al een handeling waarvan men zich kan onthouden, desgewenscht, en waarvan iedereen zich op elk oogenblik in zekere mate onthoudt (want wie de gren zen van zijn denken ver genoeg uit zet, komt aan handelen niet toe); neen, want geen daad komt uit denken voort, het denken kiest slechts uit de vele daden die wij zouden kunnen verrichten: dat is zijn functie; neen. want hij beoor deelt zijn daden achteraf, op' het re sultaat alleen heeft hij op oen duur, bp zijn opvoeding, of uit ervaring, te voorspellen, welke daden hij ach teraf goed of slecht zal vinden. Daden alleen 7OO komen wij opnieuw tot de conclusie die wij hierboven reeds stelden: het doet er, moralis tisch gesproken, voor den mensch niet toe. hoe zijn daden tot stand komen: voor hem gelden die daden alleen, en hij is er volledig verant- woordeijk voor. Het is, zoo be zien. het oude dogma van den vrij en wil in een ander vlak gebracht; maar dit kan men nauwelijks meer de gedachtegang van Sartre noemen... Maar natuurlijk heeft ds. Mattjj- sen Ros, wat zijn eigen opvattingen betreft, gelpk: wanneer hij, in af wachting van nog altijd te "verschij nen publicaties, uit zijn hoogen hoed van het Absolute de noodige universeele normen weet te toove- ren minder denigreerend gezegd: wanneer hij wil gelooven in die universeele normen ongetwijfeld een keuze, die aan het denken voor afgaat, ondertusschen!dan is hij tegenover zichzelf volkomen ge rechtvaardigd, en dat is het cenige waar het tenslotte op aankomt. Maar hij moet ons met doen geloo ven dat de waarheid over het Ab solute op marsch is, en het is in consequent daaraan het recht te willen ontleenen den existentialist te betichten van kwade trouw, want tot zjjn absolute normen rekent hij toch ongetwijfeld de hoogst univer seele ervaring dat geen absoluut heid ter wereld zich kan onttrekken aan de menschelijke relativiteit B. J. FRIS Zijr jn en ivezen T AAT ons het probleem eens op- -L-/ nieuw bezien. De filosofen van de zeventiende eeuw, zoo consta teert Sartre, ontwierpen hun beeld van den mensch, uitgaande van God als schepper. Vóór de mensch be stond was er Gods plan, bestond het wezen van den mensch. Descar tes en Leibnitz, bijvoorbeeld, kon den dus zeggen dat het wezen van den mensch aan zijn bestaan voorafging. De rationalistische filosofen van de achttiende eeuw schrapten het begrip ,,God" uit hun denkwereld, maar hielden het begrip „wezen" als absoluut beginsel vast (Diderot, Voltaire en zelfs Kant), zij substi tueerden in feite het eene begrip door het andere. Sartre is te in telligent om zijn eigen opvatting tot de ware te maken, hij zegt alleen dit: als men een filosofie wil op bouwen, zonder de rationeel niet t:e beoordeelen geloofswaarheden in rekening te brengen, moet men vaststellen dat de mensch er w a s vóór er een (goddelijk) plan be stond. Anders gezegd: a!s men al leen met den mènsch wil rekenen, moet nien beginnen op het eerste oogenblik waaroD de mensch b e - staat: het bestaan gaat aan het wezen vooraf. Het „wezen" krijgt pas vorm wanneer de mensch gaat handelende daden bepalen (het wezen van) den mensch. Volkomen vrij OOR „mensch" heeft men in deze uiteenzetting het ver schijnsel „mensch' te lezen; de individu, elke mensch op zich zelf, wordt natuurlijk beïnvloed door de omgeving, door de samen leving, door zrjn opvoeding, kortom alles wat de psychologie „milieu" noemt. Maar nicrin onderscheidt de moralist Sartre zich van vrijwel elke andere moralist: de individu wordt beïnvloed, handelt onder in vloed van zijn omgeving of als re actie daarop, maar h rj is v r ij, hij is volkomen vr\j te kiezen uit déze invloeden (zoo ze onbewust zijn kan hij ze zich bewust maken), hij kan ze aanvaarden of verwer pen, hij kan ze uitwisschen of door andere, gekozen, invloeden neutrali seeren, kortom, h 1 j is volko men verantwoordelijk voor w a t h ij doet. Hij kan zich niet beroepen op zijn karakter, niet op de menschelijke natuur, want die zijn veranderbaar, niet op de dage- l\jksche practijk, want die moet hjj nog op zijn waarde toetsen: alleen op zijn zwakte, op zijn tekortko mingen, maar d i t beroep is er geen. En dit is dan de strengste maat staf die ooit een zedenleer aan den individu heeft opgelegd: Gij zijt zwak wellicht, uw krachten en uw energie zijn ontoereikend, maar voor alles wat gij doet en nalaat zijt gijzelf verantwoordelijk. Sterker nog: voor alles wat elke andere mensch doet z\jt gij verantwoorde- Dat brengt hem een kwart millioen dollar in het laatje \t;AT doen wereldkampioenbokscrs, als ze niet boksen? Misschien VV heeft niemand daar zoo over nagedacht. „Trainen", zegt men, „in conditie blüven voor de volgende match." Dat is natuurlijk heel goed en verstandig, maar het brengt geen brood op de plank. En wereldkam pioenen kunnen niet van de lucht leven. Neem bijvoorbeeld Joe Louis. Gen. Synode der Ned. Herv. Kerk De Gen. Synode der Ned. Hery. Kerk benoemde in de op ,.De Horst1' te Driebergen onder presisium van ds. W. A. Zevdner, gehouden ver gadering tot lid van den raad voor kerk en school: dr. Ph. J. Idenburg, van den Raad voor kerk en publici teit: mr. dr. W Verkadc; van den Herv. Raad voor Kerk en Israël: ds. A. M. Kncttnerus. en van het cura torium van ..Kerk en Wereld", ds. P. Smits te Enschede. Tot predikant in Algemeenen Dienst werd beroepen: dr. E. Jan sen Schoonhoven, rector van de zendingsschool te Oegstgeest. Des avonds namen de leden der synode deel aan het Heilig Avond maal tezamen met de gemeente te Driebergen. Deze dienst stond on der leiding van ds. P. de Bruyn, al daar. T-j ET is nu al weer een paar maan- 1 1 den geleden, dat hij tegen Ta mi Mauriello gebokst heeft Misschien heeft hij daarvoor honderdduizend dollar getoucheerd, misschien ook twee honderduizend Een paar maan den daarvoor was hij tegen Billy Conn in den ring geweest, en laten we zeggen, dat hij voor dien wed strijd ook twee honderdduizend dol lar heeft gehad Dat maakt sarner, vierhonderd duizend dollar Ik weet niet. hoe u daarover denk. maar ik vind het met iets om er een gewel dige drukte van te maken Je bent tenslotte wereldkampioen zwaarge wicht of je bent het niet En m zoo'n geval heb je een stand op te houden! Toen Tami Mauriello met een for- schen knockoutslae door den „Bro'.vn Bomber" van de lijst van zijn tegen standers werd geschrapt waren ei nog, wel een paar. die voor een rob bertje in aanmerking kwamen, inaar we hebben zoo n vaag ver moeden, dat „Oome" Mike Jacobs nog een poosje wil wachten. Want of het nu Joe Wolcott of Elmer Ray of Tommy Gomez of de Engelsche kampioen Bruce Woodcock is. die tegen Jou Louis in den ring wordt gezet, we heb ben zoo n vaag vermoeden, dat de Amerikanen er zeker geen verhoogden bloeddruk van zullen krijgen. En aangezien een meerdere of min dere versnelling van den bloedsom loop ook in dollars kan worden uit gedrukt en boksen in Amerika zeer zeker geen kwestie van liefdadigheid is, zal de volgende match om den we reldtitel nog wel een poosje op zich laten wachten. Toen een zekere meneer Billy Mac Carney bij Joe Louis kwam met het voorstel om samen met hem een tournee te gaan maken door Zuid- Amerika, had de bruine bombardier daar wel ooren naar. Billy Mac Car ney kreeg overal vandaan: uit San ditmaal geen show Salvador. Panama. Lima. Santiago. Buenos Aires, Rio de Janeiro en zelfs uit Havana, enthousiaste aan biedingen en aangezien de Amerika nen altijd erg openhartig zijn over hun verdiensten, weten wij, dat Joe Louis aan het einde van de tournee 250.000 dollar meer op zijn bankre kening zal vinden. Wat doet hij daarvoor? EN wat hij daarvoor moet doen? „Sparnn ain't fighting", lezon we ergens in den beroemden bok sersroman „Rodney Stone" van Co- nan Doyle en dit kunnen we ook van toepassing brengen op Joe Louis Er is in elke plaats een locale be roemdheid. die als tegenstander voor Louis moet fungeeren in Lima iPeru) zijn er zelfs twee. die Louis achter elkaar voor 3 ronden zal ont moeten Eon boter vóór de viseh! Billy Mac Carnov heeft al eens eer der met dat bijltje gehakt o a samen met Max Schmeling en hieruit de les getrokken, dat de men schen na den wedstrijd nooit meer van zoo goeden w ille zijn als daar voor. En tevens heeft hii geleerd, dat je een kampioenbokser die zich komt loten zien— want anders kun io het niet noemen niet vóór de show door de stad moet laten rijden Toen Schmeling in Chicago was en een rijtoer door de stad maakte, zag het zwart van de menschen, maar "s avonds in de zaal was het halfvol En dat was de bedoeling niet. Louis zal op zijn tournee door Zuid-Amerika 21.000 mijl per vlieg tuig afleggen en meer dan honderd twintig uur in de lucht zijn. Toen Tunney voor zijn match tegen Dempsev per vliegtuig arriveerde, waren de kranten verontwaardigd i over zijn nonchalance en roekeloos heid. De tijden zijn wel veranderd Graziano mag niet ZOOALS men eenige weken ge leden heeft kunnen lezen, mag Rocky Graziano voorloopig niet meei boksen. Graziano is wereldkampioen middengewicht geweest en heeft on langs zijn titel verloren aan Tony Zale. Maar van een revanche, die in principe reeds was vastgesteld, kan nu voorloopig niets komen. Wat heeft Rocky Graziano mis daan, dat er zulke strenge maatrega- len tegen hem zijn genomen? Eigen lijk heeft hij minder iets misdaan dan wel verzuimd te doen. Ongure ele menten. die de bokssport in Amerika zoo'n slechten naam bezorgden, heb ben geprobeerd Graziano om te koo- pen, eerst voor zijn match tegen Bummv Davis en later tegen Shank. Graziano was op geen van beide aan biedingen ingegaan en in zooverre kan hem dus niets ten laste worden gelegd. Hij heeft evenwel nagelaten hiervan aangifte te doen bij de New York Commission en dat is voor dit lichaam, dat de boks- aangelegenheden in New York regelt, voldoende aanleiding om Graziano's boksvergunning in te trekken. Waar het geruimen tijd geleden is dat zooiets in New York is voorge vallen, heeft het geval daar heel wat stof doen opwaaien en zooals de za ken er nu voor staan, laat het zich aanzien, dat het laatste woord :n deze kwestie nog niet is gesproken Daar rijst in de eerste plaats de vraag of de NBA. (de National Boxing Association), die buiten New York de zaken regelt en met de New-York Commission niets uitstaande heeft zich aan dit verbod zal storen. In deze kringen gaan al stemmen op. die zeggen, dat de straf voor Graziano te streng is. Zij willen hem Al zullen vele Hollandsche vrouwen bovenstaande fietspakjes van dunne grijze wollen stof met witte strepen een beetje pyama-achtig vinden, zij moeten toch toegevendat deze sportieve meisjes er aardig vlot mee uitzien. Vergeet nietin Amerika kan alles! Ds Belgische Sectie ter Jaarbeurs NJ ADAT wij ons met eenige moei- 1 te hebben kunnen losmaken van het vele schoons, dat het labyrinth van schoenenstands biedt, treffen wij in de Irene-hal weder een oude ge trouwe aan: de Zv itsersche afdeeling, die de groote ruimte deelt met de sectie van België. Onder de meer dan duizend buitenlandsche inzendingen welke op deze 48ste jaarbeurs we derom zijn vertegenwoordigd, nemen ook nu de Zwitsers een aparte plaats in. Direct bij het betreden van dit stukje Zwitserland valt de uitzon derlijk intieme sfeer en de charmante wijze, waarop de producten zijn ge ëxposeerd, op. Wij denken in de eerste plaats aan de vele vitrines, welke een groot deel van den achterwand be slaan, waarin op uiterst smaakvolle wijze het hoofdproduct van de Zwit sersche industrie, het horloge, in tal van variëteiten is tentoongesteld. Een noviteit is het waterdichte horloge, een Zwitsersche uitvinding, die zich in ons moderne leven onsmisbaar heeft gemaakt, al moeten, tè velen haar nog missen' In den loop der tijden heeft ook het zakhorloge zich aan de wisselvallige mode aangepast en dat de industrie in dit land van eeuwige sneew, even regelmatig als de door haar zelf ont worpen uurwerken niet de grillen van de damesmode gelijken tred weet te houden, bewijst wel de vaak exquise damesarmbandhorloges, soms een dróóm gelijk. Is het daarom te veel gezegd als een dergelijk sieraad den finishing touch geeft aan een welge kozen toilet? Eén blik in de vitrines zal u daarop een bevestigend ant woord geven en u ervan doordringen, dat nog steeds de Zwitsersche in dustrie de eigenlijke horloge-mode creëert. Deze afdeeling, waar het aange naam is te vertoeven, zou niet vol ledig zijn als niet aan „Elna", de draagbare huishoudnaaimachine, een belangrijke plaats was ingeruimd, waar een tweetal handige Zwitser sche schoonen op verbluffende wijze de mogelijkheden van deze naaima chine der toekomst demonstreert. Een nieuwe stand is die, welke op over zichtelijke wijze door een welver zorgde boekenafdeeling een beeld geeft van de Zwitsersche cultuur, ter wijl de precisie-apparaten natuurlijk ook nu weer niet ontbreken. EEN geheel ander beeld geeft de aan de overzijde gelegen Belgi sche afdeeling. Komende uit de in tieme sfeer van haar overbuur, doet deze ietwat rommelig aan. Vermoe delijk vindt dit zijn oorzaak in het feit, dat de Belgen hier, beschikkende over een ruimte van ietwat beperkte afmeting, zooveel mogelijk hebben willen demonstreeren. Een voordeel is, dat in afwijking van vroeger, in de Irenehal de zware machinerieën niet zoo sterk zijn vertegenwoordigd, waardoor de producten van beschei dener omvang kans kregen om wat meer naar voren te komen. Zoo valt dan allereerst op een fraaie stand Céramique d'Art, waar schoone mo dellen van plateelaardewerk ieders bewondering trekken. Daarnaast zijn de huishoudelijke benoodigdheden als emaille en zinken voorwerpen, sla gers-attributen enz. goed vertegen woordigd, terwijl vervolgens Ge- vaerts photoproducten de allernieuw, ste snufjes op het gebied van het „licht en donker" laten zien. Laten wij volstaan te zeggen dat beide landen op deze jaarbeurs weer uitstekend voor den dag komen en een bijzondere groote aantrekkelijk heid vormen van deze voorjaar^- beurs. Uit de vele nieuwe relaties, die door deze bevriende buitenlandsche zakenlieden zijn gemaakt bleek dit overduidelijk en uiteindelijk zal dit ook weer onzen wederopbouw ten goede komen. AAN de Haagsche tentoonstel ling van Fransche schilders „Van Bonnard tot heden", een over zichtelijke expositie, waardo'or men begrip kreeg van de voornaamste tendenzen welke in de hedendaag- sche Fransche schilderkunst leven, was ook een afdeeling toegevoegd van Fransche boekillustraties. Het groote publiek, dat zijn aandacht voornamelijk richt op schilderijen, en zich maar matig pleegt te inte resseeren voor andere vormen van beeldende kunst (behalve de film) werd hier, ik zou haast zeggen op listige wijze, naar deze afdeeling getrokken. Om het populair uit te drukken: het werd er met den neus bovenop gedrukt. De personen en instanties, die deze inderdaad unie ke collectie hadden samengebracht, hebben wil van hun werk gehad. Zelden is de rijke diversiteit van het Latijnsche genie op zoo praegnante en treffende wjjze tot uiting geko men als juist hier. De laatste weken is deze groep, aangevuld en gewijzigd, onderge bracht in de benedenzalen van het Sted. Museum te Amsterdam en voordat zij gesloten wordt (2' April) wensch ik er nog de aan dacht op te vestigen van hen, die minnaars zijn van het schoone boek en die ontvankelijk zijn voor een illustratie, ook al kennen zij niet precies den literairen achtergrond De tentoonstelling heeft een nog ruimere plaats gekregen dan in Den Haag mogelijk was. en de boe ken en bladen zijn stuk voor stuk gemakkelijk te beschouwen en te bestudeeren. Twee zaken vallen den bezoe- A ker op. In de eerste ^laats, dar men zooveel namen tegenkomt van Fransche kunstenaars, die in Ne derland nog nauwelijks of in het geheel niet zijn doorgedrongen. On ze kennis van de moderne Fransche kunst cirkelt om een bepaald aan tal figuren, die altijd weer naar vo ren komen en wier authenticiteit nu volkomen vaststaat. Daarnaast echter en er omheen cirkelt een wijdere groep van artisten, die als teekenaars, meer speciaal als illu strators, in geen enkel opzicht de minderen zijn van de „bonzen". Ja, er zijn er onder, die in elasticiteit van geest, in vindingskracht en durf hier en daar boven de gere- nommeerden en geclasseerden uit stijgen. Ik zal mij van het noemen van namen onthouden, maar zij dringen zich waarlijk op. En alle blijven dragers van de beste tradi ties der Fransche cultuur, zij ver- toonen zonder eenige uitzondering esprit en distinctie. Ook zij, die niet Van de werf „Guslo" te Slikkerveer is de vierde zeetinhaggermolen, welke m opdracht van de mijnbouw mij. Billiton werd gebouwd, met goed gevolg te water gelaten. Deze baggermolen is genoemd naar het eiland Singkep in verband met het feit, dat daar zestig jaar geleden de eerste tinconcessie werd verkregen. Eén Belgische firma in de Beatrixhal IN de enorme Beatrixhal met de kleurige pracht van stoffen, das sen. dekens en gewaden, valt de een voudige stand van de Belgische fir ma „Fabelta" de eenige buiten landsche deelneemster in deze afdee ling niet onmiddellijk in het oog. Toch vormt de tentoongestelde col lectie kunstzijden-garens'n aantrek kelijke bezienswaardigheid, aange zien deze fabneaten. acetaat-garens geheeten. uitmunten in soepelheid en onkreukbaarheid, zoodat de van deze materialen geproduceerde stoffen be- VAN DEYSSEL heeft eens ge schreven. dat het onaanzienlij ke kale huis in Londen, waar hij Matthijs Maris ontmoette, voor hern een der heiligste plekken was in Europa. Aan dat woord moest ik denken, toen ik een dezer dagen in de zaaltjes van den kunsthandel Wagenaar (Achter St. Pieter 5) het jongste werk zag van Otto van Rees. Hoe eenvoudig, bescheiden en on opvallend dit werk ook wordt voor gedragen, zóó zelfs, dat menigeen er achteloos aan voorbijgaat of het voor onbelangrijk en zwak zal hon den, het is in wezen puur poëzie en doortrokken van een innige religio siteit. Naar den vorm is hét beschei den, zoo ook naar de kleur. Zelfs het formaat is meestal klein. De vorm heeft niets heroïeks en is vol komen gespeend van pathos. De de licate kleuren zijn verwant aan de Italiaansrhe fresco-schilderingen. De voordracht is verstild en terugge houden, om niet te zeggen be ook nog eens apart hooren en als zij tot een andere opvatting komen dan de N.Y.C., zou het wel eens kunnen gebeuren, dat de match Zale —Graziano den New Yorkers voorbij gaat en bijvoorbeeld in Chicago ge houden zal worden. In New Yorksche bokskrmgen wordt hiertegen fel ge protesteerd doch gezien de rivaliteit tusschen de twee groote Amerikaan sche boksorganisaties is het verre ean uitgesloten, dat de schorsing van Rocky Graziano slechts van tijdelij- ken aard zal zijn. schroomd. terwijl er toch een stel ligheid uit spreekt, die alleen óij een geheel uitgebalanceerde tech niek kan ontstaan. Ik ken weinig moderne kunst, die. ofschoon ze naar den vorm los staat van het realisme, toch zoo onbezwaard blijft van problemen, die zoo direct uit een bezield schouwen, uit de ziel zelve schijnt te zijn geboren. De meest banale nuchtere dingen woeden zonder eenige goocheltoer tot een subliem bestaan geleid, le vend en ademend in een eigen we reld. Wie b.v. het schilderij met den lijmkoker (8) aandachtig bekijkt wordt opgenomen in een andere, gelukkige sfeer. De man, die dit schilderde, moet verwant zijn aan de middeleeuwsche mystici en aan den geest van Vermeer. Meer "f minder is hef met al deze doeken zoo. ofschoon er bij ziin die zwak ker, andere die sterker aandoen. Tot de sterke behoort m.i. no. 'k kruik en appel, tot de zeer bijzon dere ook het Ruischen (17). Maar eigenlijk hebben al deze werkjes stuk voor stuk iets bijzonders, om dat ze iets van des schilders liefde en eigen a«.rel hebben meegekregen. Ook de heide vrouwenkopjes (Pas sante en Andante maestoso) bezit ten dat verfünde en wonderlijke, dat ze tot een magneet maakt. Een delicate verfijning is er odU in Poésie de I' après midi. dat *r toch ietwat uitvalt door den meer realistischer) opzet, Hier, wordt npn ook lichtelijk gehinderd door tech nische gebreken Maar poëzie is het (zie dat bouquet je!) en Va a Rees blijft het. C.A.S. driegelijke overeenkomst vertoonen met de uit natuurzijde vervaardigde. Om deze nouveauté aan den Neder- landschen zakenman voor te stellen, heeft de firma.. Fabelta" welwillend cehoor gegeven aan de uitnoodiging van de „Stichting Nederlandsche Textiel Jaarbeurs Utrecht" om een stand te willen inrichten. Twee Nederlandsche kunstzijde concerns flankeeren de ..Fabelta"- expositie: de Nyma en de IKV. Deze laatste onderneming toont een ge heel nieuw product „Cordenka een rayongaren voor banden, dat waar schijnlijk in de toekomst het katoen, datsteeds voor canvas wordt ge bruikt. zal vervangen. Een andere tak der textielindus trie vertegenwoordigt de „Emka" uit Amsterdam. Deze firma betrekt kunstzijden-stoffen, die in de fabriek een bewerking ondergaan en eerst daarna voor den verkoop worden be stemd. Op kettingstoelen verft men de „charmeuse" een AKU-kunstziide- product in de gewenschte pastel kleur, terwijl men vervolgens door middel van opspuiten of bedrukken, motieven op de stoffen aanbrengt. De resultaten zijn verbazend aardig' in film- of laké-druk, versieren bloe men. bridge-figuren of beestengestal ten de effen stof op levendige wijze. Bovendien is het aldus verkregen product wasch- en kleurecht. Apart karakter VOOR de eerste maal hebben de Nederlandsche Band- en een viertal Dassenfabrikanten collectieve inzendingen ingestuurd, die zijn on dergebracht in twee stands, waardoor elke bezoeker een duidelijk beeld krijgt, van de prestaties op dit ter rein. Jammer, dat in de dassenafclce- ling een bordje prijkt: „For export only". Tenslotte een woord van lof voor de dekenstands, die alle op suggestie ve wijze zijn ingericht Vooral de stand van de firma ,,Aa-Be" uit Til burg trekt de aandacht door het op merkelijke eskimo-tafereel. Het is niet mogelijk om alle deel nemers aan de Textielafdeeling te noemen, hoewel elke vertegenwoor digde industrie een bezoek waard moet worden genoemd En merk waardig is. dat de architecten-deco rateurs aan eiken stand een apart karakter hebben gegeven; in vond sten waarlijk onuitputtelijk! Als bijzonderheid vermelden wij nog. dat de NV Rigtersbleek uit En schede de serge heeft beschikbaar gesteld, waarmee de Beatrix op so bere en voorname wijze is versierd. direct tot het Fransche volk te ra» kenen zijn, maar die zich gaando» weg geassimileerd hebben aan dr^l Franschen geest. Ook zij. die ver afwijken van de 19e eeuwsche vor- menspraak. die uiterlijk niets mee? gemeen schjjnen te hebben met hun aller voorganger, den „duivelskun stenaar", Gustave Doré, maar dia toch, onbewust wellicht, trouw blij- van aan wat de motorische drijf kracht was van alle Fransche kun stenaars, van hen, die de helderheid en bondigheid van uitspraak en for- TOUleeri-" als met de moedermelk hebben ingezogen. Ik zou geen namen vermelden, maar moet toch een uitzondering; maken voor twee. Allereerst voor Paul Valèry, den literator. Wist men dat hij een paar van zijn bundels ook zelf illustreerde Ja, een zeker dilettantisme is er nog aan af te lezen, het werk heeft een typisch romantischen inslag, maar interes sant. en méér dan dat, is 't zonder twijfel. Een andere exceptie voor Picasso. Als ik Doré zooeven een duivelskunstenaar noemde hij is er zeker ook één, en Picasso's in vloed reikt wellicht nog veel ver der. Er is den laatsten tijd over zijn moderne aberraties het een en an der, juist in ons land, te doen ge weest. en heel wat achtenswaardige lieden hebben de fiolen van hun toorn over hem uitgestort. Ten on rechte? Niet heelemaal, geloof ik. Maar met des te meer ge noegen toch ontwaart men hier zijn teekeningen, die ondubbelzinnig te geineten zijn. door elkeen, wiens geest gevoelig is voor het rhythme, waarop de teekenstift van een waarachtig schoonheidszoeker deint. Hier ziet men PicaSso op zijn best, in waarlijk idealen, smetteloo- zen vorm. DE tweede opmerking, waartoe deze tentoonstelling den be zoeker drijft, valt samen met wat Jan Greshoff geschreven heeft in de inleiding tot den catalogus. Het gaat om de mate van vrijheid, die de Fransche illustrator zich ver oorlooft. Terwyl onze typografische kunst nog stikvol zit met doctrines, afkomstig van Ruskin en Morris, bewijzen de Fransche boekverluch ters hoe, om met Greshoff te spre ken, „tucht en gril" in zich te ver eenigen zijn. De Franschman past alle grafische procédé's vrijmoedig toe, terwijl bij ons de houtsenede en gravure tot alleenzaligmakend zrjn gepromoveerd. Hij maakt zich los van den gelijk- en gelijkvormigen dubbelen bladspiegel en past een ruimteschikking toe, die de „sa- crosante guldensnede" moedwillig verzaakt. "En toch: wij kunnen niet anders dan ons gewonnen geven. Van de eene verrassing valt men hier in de andere. En men stelt met onverholen bewondering vast, dat de Fransche geest ook in de boek verluchting aan de spits staat, al thans in Europa. c A 3 ZWERVEND in h-«t leder-lusthof langs de fraai opgetrokken stands gelijkvloers, valt tenslotte niet zoo heel veel nieuws te noteeren. Het schoeisel had immers al op vo rige Beurzen een behoorlijke kwali teit bereikt slechte de ^uantiteit is nog gebonden aan import van hui den. Het ziet er echter naar uit, dat eenige verruiming heeft plaats ge had dat enkele nieuwe materialen ■voorradig zijn gekomen en het aan tal modellen eenige uitbreiding heeft ondergaan. Zoo zagen wij een aantal sierluke avondschoenen met smallen hoogén hak. deels opengewerkt, deels gesloten in aantrekkelijke dessins. De sportschoenen voor dames hebben wat meer versierselen gekregen, zoodat het soms wat plompe model toch gekleed" aandoet. Een enkele maal heeft men een nieuw stikpro- cédé toegepast, waarbij een sierlijke naad loopt aan de buitenzijden van het bovenleer. De heerenschoen heeft vorderin gen gemaakt op het gebied der so liditeit. Model en dessin ondergin gen nagenoeg geen verandering. De kinderschoenen heeft men thans ook vervaardigd met openge- 'werkten hiel en neus, hetgeen een aanzienlijke materiaalbesparing be- teekent en voor de kinderen een ge makkelijke dracht blijkt. In de pantoffelbranche schijnt het textiel van het „bovenleer" aanzien lijk verbeterd; er is voor de winter - pantoffel weer wat meer bont en voering voorradig, terwijl we enke le modellen aanschouwden, waar van het contrefort aanzienlijk hoo- ger is, dan tot nu toe gebruikelijk was. Ruimschoots heeft men gebruik gemaakt (vooral bij de kinderschoe nen) van plastic ornamenten, ter wijl zelfs enkele modellen geheel uit deze nieuwe stof zijn vervaar digd. Het zal echter nog moeten blijken, of het product aan de ver wachtingen voldoet. Nieuw is het procédé van bezo- ling, waarbij men een product heeft ontworpen van kurk, vermengd met rubber dat onverslijtbaar heet te zijn en dat men nu gaat aanbrengen speciaal bij zomerschoeisel Ander zijds demonstreert een enkele stand houder weer de crêpe-zolen, die nog in geringe mate zijn gefabri ceerd, doch waarvoor men na het accoord met Indonesië, een ruime grondstoffen-voorziening verwacht, zoodat op groote schaal het crêpe- gezoold schoeisel kan worden voort gebracht. Voetbalschoenen BELANGWEKKEND zijn de stands, die schoenen voor sportdoeleinden etaleeren. Op dit gebied moet een groote achterstand worden ingehaald, terwijl het bui tenland, in het bijzonder Noorwegen en België groote interesse blijken te hebben voor dit product, dat zoo vervolmaakt is. dat het kan concur- reeren tegen de Engelsche markt. In ons land werkt thans een tiental van deze fabrieken met een geza menlijke weckproductie van «naar schatting) 7000 tot 10,000 paar. Een firmant toonde ons nog een nieuwe vinding waarop octrooi is aange vraagd een meialen ring die de doppen onder de schoenen be schermt en het „aftrappen" langen tijd tegenhoudt. Dezelfde fabrikant had van een Noorsch zakenman het aanbod gekregen tot levering van 10.000 paar voetbalschoenen'! Er zal evenwel slechts een kleinere order genoteerd kunnen worden omdat het gebrek aan machinerieën, ge schoold personeel en in vele geval len aan grondstoffen de groote productie nog in den weg staat.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 6