PRODENT
Ridders bedreven
als een kunst
krijgsspel
jVariaties naar een
A. Roland Holst
thema
van
Sneller dan het geluid
NIEUWS: de weg LUIDSPREKER
naar verbetering
Radio-programma
2
MANIFEST VAN EEN 69-JARIGE
Df
Engeland eveneens
ten aanval
KLEINE PROBLEMEN
DEZER DAGEN
fiütieéfaiSe tasuóui!
Het aloude tournooi
Amerika set alles op den
vliegende kogel
TUINKA LENDER
Woensdag 30 April 1947
Gerard van Eckeren De
paarden van Holst. (Twee
de druk; Hollandia, Baarn
1946).
(^ERARD VAN ECKEREN
(pseudoniem voor Maurlts Es-
Ser) werd in 1876 geboren en publi
ceerde in 1900 zyn eersten roman:
„Ontwijding". Hij was dus 60 jaar
oud, toen ny „De paarden van
Holst" voltooide, dat gedurende de
bezettingsjaren 19401945 ge-
Echrcven werd en waarvan reeds
een tweede druk het licht zag.
Dit is meer dan enkel een anec-
dotische bijzonderheid; in zekeren
zin vormt het de sleutel tot dit
Werk.
Blijkbaar heeft Van Eckeren de
Jiaren vóór den tweeden wereldoor-
og intens beleefd. Met de bezonnen
heid van z(jn leeftijd trachtte hij
Zich scherp rekenschap te geven
van alles wat er om hem heen ge
beurde en aan het veranderen was.
Daarbij kwamen allerlei vragen in
hem op, die drongen om een oplos
sing. Zyn boek is de vormgeving
van deze bezinning, en tevens een
poging om de oplossing te formu
leeren die hij voor zichzelf gevon
den heeft.
Tevens echter bleef ook de mo
derne literatuur in binnen- en bui
tenland zijn aandacht boeien, en de
invloed daarvan is op zijn vormge
ving merkbaar ook al bleef Van
Eckeren nauw verbonden met zijn
literaire verleden, waaruit wij hem
kennen als schrijver van psycholo-
Sisch-realistische romans. Het is
an ook niet zoo heel gemakkelijk
om dit nieuwe boek mgt een enkel
woord te typeeren. Voor een groot
deel (ik denk aan de hoofdfiguren
Frits Doma, zijn vriend Wim Hes-
selman en den leeraar dr. Be-
versma) sluit het aan bij den vroo-
feren psychologischen roman. Door
e principieele vragen waarvoor het
ons stelt (de verhouding tusschen
i'ongeren en ouderen, de zin van
iet leven tegenover den dood) is
het echter tevens een problemen
roman. De invloed die de politieke
gebeurtenissen uitoefenen (het ver
haal speelt in de laatste jaren vóór
de catastrophe van 1Ó39 1940)
stempelt het bovendien nog tot een
tijdsroman.
Eenzelfde verscheidenheid vinden
wij terug in den uiterlijken vorm.
De uitvoerige beschrijving van een
psychologisch proces, de realisti
sche aandacht voor het détail, de
trage gang van het verhaal, dat
alles herinnert aan het verleden.
Maar or wordt ook gebruik ge
maakt van het filmisch effect uit
den modernen roman en van de ab
rupte, nuchtere beknoptheid der
nieuwe zakelijkheid; de gesprekken
tusschen Frits Doma en zyn vriend
doen soms denken aan moderne
Fransche auteurs (b.v. aan Jules
Romains, aan wien ook het „Over
zicht van den inhoud" herinnert).
In het algemeen is deze vereeni-
ging van het oude met het nieuwe
verrassend goed geslaagd. Zij ver
leent aan dit boek een eigenaardige
charme: de charme van een gesprek
met een oud man, bij wiën men een
open oog en een volledig begrip
ontdekt voor de moeilijkheden van
het heden en met wien het een
vreugde is daarover van gedachten
te wisselen ook al blijven wy ons
door de wjjze, waarop hij zich uit
drukt, bewust van een verschil in
generatie. (Tot deze charme wordt
echter niet bijgedragen door het
gebruik van absolute constructies
zooals het Nederlands die niet kent:
„Het meisje verdwenen, ging, roe
rend in ztfn thee, de leeraar
voort
Vrije paarden
VAN ECKERENS boek ontleent
zijn pakkenden symbolischen
titel aan de beginregels uit een es
say van den dichter A. Roland
Hólst: „Wie ooit, al was het maar
in een vroege verte, van de verruk
kingen der zielskracht het wild en
helder hinniken hoorde, weet wel.
dat die vrije paarden maar weinige
ruiters zullen duldenDe
leeraar Bevcrsma (in wien wij voor
een groot deel wel den schrijver
O. VAN ECKEREN
(Maurits Esscr)
en op wien Beversma (en in
cm Van Eckeren) zyn eenigc hoop
voor de toekomst grondt. Hjj is de
zoon van rijke en oppervlakkige
ouders worden deze niet al te
achteloos en eenzydig ge
schetst? maar by hem is van
oppervlakkigheid geen sprake. Hij
zoekt eerder de problemen op dan
ze uit den weg te gaan. Rationalis
tisch aangelegd, wil hij steeds door
dringen tot de kern der dingen;
van schijn en groote woorden heeft
hy 'n intuitieven afkeer; weerstand
is hem welkom, omdat hij daaraan
z\jn eigen (span)kracht meten kan."
In zijn gymnasiumjaren stelt hij
met enkele van zyn vrienden een
„Manifest van de jeugd" op. waarin
deze haar wantrouwen uitspreekt
de volwassenen, in zichzelf, in
den staat in Mies tenslotte,
„behalve (in) écn wil te gc-
looven in onszelf". Het is
een even zwaarwichtig als naïef
manifest, waarin het negatieve al
lerminst een voldoende tegenwicht
vindt in het eenigc positieve: „de
wil te gelooven in onszelf". Maar
het typeert Frits als een strijder,
en daarom doet juist dit manifest
Beversma in hem den ruiter op de
paarden van Holst zien.
Als student in Delft maakt Frits
oen moeilykcn tijd door. De plotse
linge dood van zyn meisje Hester,
na alle tegenwerking die hun liefde
had ondervonden, brengt hem in
een psychische depressie, waarin hy
hopeloos worstelt met het probleem
van den zin van leven en dood; als
paganist mist hij daarbij eiken re
ligieuzen steun. Eerst een gesprek
met zijn oud-leeraar Beversma doet
hem zichzelf hervinden. Als ant
woord op Frits wanhopige vraag:
„maar de dood, waarna geen leven
meer komt, waarmee, voor ons, het
leven ophoudt?" herinnert
deze hem aan de paarden van Holst:
de zielskrachthet is het leven
zelf, dat zich in een mensch open
baart en hem als werktuig ge
bruiktHet is, van den mensch
uit gezien, misschien eenvoudig een
gelóóf, een sterk gelóóf in het léven
(hot Leven met een hoofdletter,
Frits 1) het leven, dat vormen
schept en vormen breekt, omdat
het meer is dan iedere verschy-
ning".
Hierdoor en door zyn geloof in
hem, geeft Beversma aan Frits te
rug wat deze sedert zyn manifest
verloren had: „hij maakte, dat ik
weer kon gelooven in
m y z e 1 f". En daarmee gaat Frits
dan den oorlog in; in 1943 treedt hn
tot de verzetsbeweging toe en vindt
den dood voor het vuurpcleton. Van
Eckeren duidt dit laatste in slechcs
enkele woorden aan, zonder ons ook
deze jaren met Frits te doen mee
beleven. Z(jn verhaal eindigt, wan
neer Frits zichzelf gevonden heeft
en klaar staat.
Niet overtuigd
ike probleemstelling
van dit boek en de wyze waarop
deze uitgewerkt wordt, doen onder
het lezen aanvankelijk de verwach
ting in ons opkomen dat deze ro
man iets byzonders zal blijken.
Toch worden wij in deze verwach
ting tenslotte teleurgesteld: meer
dan „een goed boek" is hy niet ge
worden. Ik heb mij lang afge
vraagd, wat daarvan de oorzaak
was. Niet de vermenging van oud
en nieuw in de vormgeving, die in
tegendeel iets charmants heeft.
Ook niet het afbreken van het ver
haal wanneer de oorlog begint: de
innerlijke geschiedenis van Frits is
dan inderdaad ten einde. Tenslotte
ben ik tot de conclusie gekomen,
dat de oorzaak gezocht moet wor
den in het antwoord dat hier op
de gestelde problemen gegeven
wordt. De belangrijkheid van een
boek hangt immers niet zoozeer af
van de problemen die een auteur te
berde brengt, als van de visie die
hij daarop weet te geven: het ant
woord dat hij ons suggereert. Zulk
een antwoord kan positief of nega
tief zijn. Oók negatief: ik herinner
daarbij aan het aangrijpende „Ik
weet het niet", waarmee Vcrcors
zijn „Les armes de la nuit" beëin
digt! Wanneer echter een positief
antwoord gegeven wordt, dan moet
dit ook inderdaad een tegenwicht
vormen voor het probleem. En dat
is, hier niet het geval. Wij raken er
niet werkeiyk van overtuigd, dat
Beversma's verwijzing naar de
zielskracht (de paarden van Holst)
en zijn vertrouwen in Flits, vol
doende zyn om dezen er toe te
brengen weer zoozeer in het teven
en in zichzelf te gaan gelooven, dat
de moeilijkheden daarmee voor hem
in principe overwonnen zyn. Wy
houden het gevoel, dat dit beroep
op de zielskracht tegenover de aan
geroerde problemen even vaag en
onvoldoende blijft als het laatste
positieve zinnetje in Frits' gymna
siasten-manifest tegenover al het
negatieve dat daaraan voorafging.
Men versta my hier niet verkeerd.
Ik twyfel er geen oogenblik aan, of
Gerard van Eckeren geeft ons hier
j „Wie ooit, al was het maar 5
in een vroege vertevan de ver-
i rukkingen der zielskracht het j
wild en helder hinniken hoor-
j de, weet wel, dat die vrije paar-
den maar weinig ruiters zullen
dulden..."
A. ROLAND HOLST, j
Uit Zelfbehoud
A. ROLAND HOLST
inspireerde Van Eckeren
zelf zullen moger. herkennen) komt
er voor het eerst mee in aanraking
wanneer hy onder de les Frits Do
ma dit boekje heeft moeten afne
igen. Het beeld van die vrye paar
den der zielskracht maakt in de
depressie, waarin hy dan juist ver
keert zoowel om persoonlijke re
denen als uit onrust om de toene
mende oorlogsdreiging diepen
indruk op hem. Hij gaat er door In
zien, hoezeer hy geestelyk reeds
buiten het eigenlijke leven is ko
men te staan, waardoor dit bezig
is voor hem zijn zin te verliezen.
Tevergeefs poogt hy aan dit druk
kende besef te ontkomen door zich
te verliezen in herinneringen aan
zyn jeugd; werkeiyk steun vindt hij
tenslotte slechts in de aanwezigheid
van Frits Doma in zijn klas. Want
in dezen jongen ziet hij Hoist's
ideaal verwezenlykt: „Er was in
jou iets", bekent hij hem later,
„dat ik miste en graag bezitten zou,
en ik geloof dat ik het zielskracht
moet noemen, met dat woord dat
tk eigenlyk eerst door Holst'begre
pen heb".
De figuur van Beversma, hoe uit
voerig ook beschreven, dient erhter
slechts om den eigenlijken hoofdper
soon des te beter te doen uitkomen
Het gaat uiteindelijk om Frits
Doma. die in dit boek de vertegen
woordiger is van de besten en zui-
versten onder onze voor-oorlogsche
Men kan gerust zeggen dat de
strijd tegen de geluidsbarrière on
verwacht in een geheel ander sta
dium is gekomen, temeer omdat uit
Engeland de mededeeling is gek >-
men, dat men zich ook daar toe-
I rustte voor een aanval hierop. Tiet
(accent van den strijd is verplaatst
van het luchtruim naar de labora-
j toria en werkplaatsen van de Brit-
sche en Amerikaanscbe vliegtuigfa-
I brieken, waar men in alle stilte
wedijvert om de hoogste lauweren
tc verwerven door in het geheim
zinnige gebied, dat achter den ge-
vreesden grensmuur van de geluids
snelheid ligt, door te dringen.
Serie proefvluchten
Waarom heeft Chalmers Goodlin
zyn in Februari aangekondigde
viucht niet ondernomen'? Goodlin
heeft niet stil gezeten meldt men
uit Amerika: hy hyeft zelfs gevlo
gen, maar zyn eerste ervaringen
waren van dien aard, dat hy be
sloot eerst een serie proefvluchten
te maken, voordat hij zyn grooten
aanval zou inzetten.
De eerste foto's van die proef
vluchten, radiografisch overgebracht
en daardoor aan scherpte ingeboet,
toonen, boven een wazig fragment
van de aardbol, een dikke rook
pluim, waaruit een op het eerste ge
zicht weinig fraai vliegtuig weg
schiet: rechte, plompe vleugeltjes
tegen een torpedovormigen romp
met eRn opvallend langen neus. Dal
is de Bell XS 1.
Het toestel werd door een Roeing
B29, een van de Super Fortresses,
waarmee de Amerikaanscbe lucht
macht Japan meedoogenloos bom
bardeerde. tot een hoogt* van acht
kilometer opgesleept: de kleine Bell
was tegen den romp van het reu
zen vliegtuig bevestigd Toen stapte
Goodlin in zijn speciaal geconstru
eerd pak over in zijn Bell. zotte de
raketten aan. gaf het sein aan zij.i
..grooten broer" om los te haken
schoot vervolgens als ecu vurige
meteoor het luchtruim in. Met -Ie
grootste moeite gelukte het de foto
grafen aan board van het moeder
vliegtuig nog enkele opnamen te
maken, toen was er al niets meer
van de Bell te zien
Goodlin. wiens foto, afge
drukt in duizenden Amerikaan-
sche bladen hem by voorbaat
tot den held van vele meisjes
maakt, bleef in de lucht, tot zijn
brandstof verbruikt was. En in
zyn oplossing, welke voor hem in
derdaad een „oplossing" beteekent.
Ik geloof zelfs, dat hy deze in zijn
boek wilde poneeren als een soort
manifest van levensgeloof tegen
allen twyfel en pessimisme in. Maar
evenals dat van Frits werd ook zyn
manifest een teleurstelling. In belde
gevallen bleef het een persoonlyke
elydenis, die voor de opstellers on-
getwyfeld haar waarde had, maar
waarvan geen bezielende byna
zou ik schryven: cvangeliseerende
kracht op anderen uitgaat. Om-
d^t zy niet uitwijst boven en
slechts terugwyst naar den
mensch.
Prof. Dr. W. A. P. Smit
Pyama's
„Meneer, ik zeg U, de heele
wereld staat op haar kop!"
Spreek dat nu maar eens tegen
als je merkt, dat de text.elfabri-
kanten zelis de seizoenen niet
meer kunnen bijhouden. Werken
do eersten te langzaam of verglij
den de seizoenen te snel? Tot
deze overpeinzing kwamen wij
toen wij verscheidene etalages
voigestapeld zagen met flanellen
pyama's. En dat, terwijl liet bijna
Mei is! In November hadden wij
een flanellen pyama broodnoo-
dig, wij schamen ons voor deze
deze bekentenis niet. Maar toen
bleken de winkeliers alleen rag
dunne zomerpyarna's in voorraad
ie hebben!
zult zeggen: „Zonder een der
gelijk kleedingstuk kan je ook
levenInderdaad, dit „Kleine
piobleem" i6 hiervan het bewijs,
wij zijti één der strengste winters
aller lijden doorgekomen.
Enfin, wij hebben ons maar
aangepast en deze week een fla
nellen pyama gekocht. Maar wij
vertikken het toch in Juli met
een duffelsChe jas en in December
«n hemdsmouwen te gaan loopen
I.aat de „textiel" zich aanpassen.
Achvroeger!
Naar het ANP van bevoegde zij
de verneemt, ligt het in de bedoe
ling. dar Nederland op het film
festival tc Brussel, dat van 8 tot en
met 30 Juni zal plaats hebben, uit
komt i».et een journaal van Poly
goon en de film „Zes jaren", ver
vaardigd door Josephson. terwijl
wellicht nog eenigc andere Neder-
lan'dsche films zullen worden inge
zonden
HET paard is een uitgelezen, bi
zonder dier. De oudste volkeren
hebben dit al beseft, en men behoeft
de gebeeldhouwde reliefs, de beel
den en teekeningen van die volken
maar na te gaan, om te zien. hoe
zeer zij van dit besef waren door
drongen.
In de middeleeuwen men weet
het waren de ridders vrijwel met
hun paarden vergroeid en het be
hoeft niet te verbazen, dat in dezen
tijd het kampspel te paard, het edele
tournooi, in zwang gekomen is en
tot unieke feestelijkheden heeft ge
leid. Zooals de Romeinen hun wa
genrennen kenden, zoo hadden de
edelen in de Middeleeuwen hun
tournooien. die een bizondere be-
teekenis kregen, toen ook het ideaal
der hoofsche liefde vat op de geesten
kreeg en vaak terwille van de liefde
vöor, of de eer na een of andere
schoone de ridderhandschoon werd
opgenomen
Nu in Utrecht binnen enkele dagen
een soortgelijk schouwspel zal her
leven, is het de moeite waard bij
enkele eigenaardigheden van dit
oude ridderspel stil te staan.
Gemeenlijk begon het tournooi met
een algemeen gevecht der twee par
tijen. waarna dan de bekwaamstcn
of gelukkigsten zich in een reeks
tweegevechten wikkelden. In het
Utrechtsche Ridderhofspel, dat op 3
en 5 Mei a.s. op het terrein achter
de Veemarkthailen gegeven wordt,
leidden de omstandigheden tot de
omgekeerde volgorde In het conflict
tusschen een hertogdom en een na
burig graafschap wordt de beslis
sing gebracht door het tweegevecht
tusschen een vazal of vriend van
den hertog en den oudsten zoon
van den graaf. Later wordt, bij wij
ze van feestelijkheid aan het jonge
bruidspaar een algemeen tournooi
te zien gegeven
Om de eer
HET gevecht kan zoowel met den
degen als met de lans gevoerd
worden. Geschiedt het met de lans,
dan geldt hij als overwonnene, die
van het paard gestooten wordt. Is
slechts helm. schild of ccn ander
deel van zijn wapenrusting ge
troffen of gebroken dan geldt hij
niet als overwonnenen en kan hij in
het strijdperk terugkeeren na zijn
wapenrusting hersteld te hebben.
Dikwijls gebeurde het. dat degeen
die het tournooi gaf. zelf ook zorg
de voor lansen, die dan niet, zooals
anders gebruik was met de wapen-
kleuren des ridders beschilderd wer
den Hij. die een groot aantal lan
sen op een dag had gebroken, noem-
IS dc 23-jarige Canadeesche oorlogsvlieger Chalmers Goodlin, die in
Februari van dit jaar niet zyn „vliegende kogel" een poging zou doen
om sneller te vliegen dan het geluid, wel of niet geslaagd? Ziedaar de
vraag, die dank z(j het geheimzinnige waas dat om zyn proefvluchten
hangt, tot nu toe niet beantwoord kan worden. De Beli-fabriekcn, waarin
het raketvliegtuig is ontworpen waarmede Goodlin zou trachten het ter
rein, dat hoven de geluidssnelheid ligt het. super sonlsehe binnen te
dringen, zyn ondoordringbaar geworden voor de Amcrikaansche journa
listen.
den loop van de volgende we
ken maakte hij nog verschillen
de van deze proefvluchten.
Nu staat do geheele wereld voor
een raadsel: wéren dit werkeiyk
slechts proefvluchten of is Goodlin
reeds in het ultra sonore doorge
drongen
Zij, die mecncn ingewijd te zijn,
houden vol, dat de groote aanval
nog komen mnet, dat Goodlin om te
wennen aan deze fantastische snel
heden boven de 1000 KM per uur
bij iedere proefvlucht iets sneller
ging, maar dat het groote moment
nog komen moet: de vier seconden
welke beslissen zullen over onster-
felijken roem of dood.
Terwijl men zich afvraagt of het
resultaat der proeven uit staatsbe
lang verzwegen wordt door Wash
ington is het opvallend, welke ac
tiviteit op dit oogenblik de Engel-
schen aan den dag leggen. Ook zij
denken dezen zomer nog een aan
val to doen op do geluidsbarrière.
En dat zal dan geschieden met oen
vliegtuig van het type „Gloster
Meteor" dat de naam kreeg „vlie
genden fluitketel". Dit toestel heeft.
II
de men een Waltswende (woudver-
nieler).
Men onderscheidde twee vormen
van tournooi. die beide ook weer
onverdeeld werden, naar gelang het
doeleinde dat men beoogde: het
tournooi, dat goeddeels ter oefening
diende of 't tournooi in vollen ernst.
Het belangrijkste tournooi in de eer
ste groep was dat om de eer, hiertoe
werden uitsluitend geoefende ridders
toegelaten. Er werden soms kleine
belooningen toegewezen, maar de
hoofdprijs was: voortaan de be
kwaamste genoemd tc worden. Een
enkele maal en dit heeft op de
volksverbeelding wel den blijvend-
sten indruk gemaakt bood een
jonkvrouw zichzelf als prbs aan den
overwinnaar aan!
of om een vcetc
het tournooi van de tweede
orde kon het soms „Spaansch"
toegaan Wanneer het er om ging
een bestaande veete uit den weg te
helpen was meermalen de dood er
mee gemoeid. Werd in dit tournooi
ook van wapenknechten gebruik
gemaakt, dan waren deze gewapend
met een knuppel, waarmee zij het
vijandelijke paard trachtten weg te
drijven
Wie een tournooi wilde geven
moest tot den hoogen adelstand be-
hooren. Het gold dan ook in 't al
gemeen als een groote eer om te
wórden uitgenoodigd. De uitnoodi-
ging werd overgebracht door een
heraut van wapenen die een tour-
nooidegen overhandigde. welken
hij bij de punt vast hield. Wie de
uitnoodiging aanvaardde, en er
moesten zeer gewichtige redenen
zijn om dit niet te doen! nam
den degen uit handen van den
heraut over.
De scheids- of kamprechters ver
vulden in het tournooi en in de
feestelijke voorbereiding een zeer
belangrijke, ceremonieele rol. Was
de plaats van het steekspel bepaald,
dan werd een feestelijke intocht in
de betrokken stad gehouden en de
strijdhengsten. prachtig opgetuigd,
werden bU deze gelegenheid door
pages bereden. Naast de ridders
maakten ook klaroenblazers, minne
zangers, trompetten en pijpers deel
uit van dezen kleurrijken stoet. De
kamprechters meestal oudere
ridders droegen een witten staf
van manslengte in de hand. dien zij
rechtop hielden.
Ceremoniën
DE feestelijkheden en voorberei
dingen die aan het tournooi
vooraf gingen, waren vrij omslachtig
en droegen een ceremonieel karak
ter.
Bij de toelating van hen, die in het
tournooi wilden optreden een dag
tevoren waren de jonkvrouwen
aanwezig. De helmen werden op een
rij gezet. Achtte een der jonkvrou
wen een ridder onwaardig, dan raak
te zij den helm aan en werd deze
tot nader onderzoek van de zaak
omgedraaid. Uitgesloten werden o.m
zij, die de kerk of het geloof had
den aangetast of die door woord of
daad de eer van con vrouw of jonk
vrouw hadden geschonden. In han
den van de kamprechters moest een
eed worden afgelegd, dat de deel
nemers zich volgens de regelen
zouden gedragen.
Het c a r r o u s s c 1 rij d e n, eigen
lijk nog ouder dan het tournooi,
werd door het steekspel verdrongen,
maar kwam later (vooral in de 18e
eeuw) weer op den voorgrond
Kop-carroussel was een verrich
ting waarbij de ruiters in vollen ren
naar een op een paal gezetten Moe
ren- of Turkenkop met de lans sta
ken of met de speer wierpen.
De Neude-rulters uit Nijkerk. met
hun prachtige, temperamentrijke
paarden, zullen in het Ridderhofspel
ook dit kop-carroussel doen her
leven!
DE BELL XS1 met zijn eigenaardige vormen is gebouwd met de bedoe
ling alle bestaande snelheidsrecords met stukken te slaan. Het zal n.l.,
indien het aan de verwachtingen voldoet, een snelheid van 2700 km., ruim
tweemaal de snelheid van het geluid, bereiken. De piloot ligt op zijn buik
in de rompneus en regelt de snelheid door het in en uit schakelen der vier
raketten, die het toestel voortdrijven.
radiografische besturing
zooals bekend, geen schroeven,
doch wordt dooi straalmotoren
voortgedreven., De Britsche kapitein
Donaldson bracht vorig jaar het
snelheidsrecord hiermede op zijn
naam door 991.5 KM per uur te
liegen. Zijn collega Cotes-Preedv
heeft thans den afstand Brussel-
Kopenhagen met een gemiddelde
snelheid van 1008 KM per uur afge
legd. De Engelschen zijn van oor
deel dat met deze „Gloster" snelhe
den tot ver boven de 1000 KM be
reikt kunnen worden.
Dezen zomer zullen de Brit
ten namelijk met de Meteor
over de Noordzee experimen
teeren, door het vliegtuig met
dus
zonder een menachelijk wezen
aan boord met een snelheid
van 1600 km. per uur door het
luchtruim te jagen, daarmee
eveneens de barrière van de ge
luidssnelheid verbrekend.
De gansche vliegerswereld, doch
ook natuurkundigen, medici, aero-
dynaraici en natuurlijk die men-
schen. die in dit experiment eeu
sensatie zoeken, zyn thans in af
wachting, wie het eerst het groote
succes za] boeken: Engeland of
Amerika. In Londen worden er
reeds weddenschappen op afgeslo
ten
De critiek is gemakkelijk, maar de
kunst is moeilijk zeiden we een
vorig maal, dat volgens velen én dc
redactie én het uitspreken van het
nieuws volstrekt onvoldoende zijn,
het zou onjuist zijn dit zonder meer
te constateeren, als de weg naar
verbetering te kostbaar of liet be.
noodigde stemmen-materiaal niet
aanwezig zouden zijn. Een voor de
hand liggende vraag is intusschen:
Hoe handelt men in het buitenland?
Ge luistert naar het nieuws van
B.B.C., of zoo ge een sterk toe
stel hebt „vangt" ge zelfs Ame
rika cn hoort de A.B.C. of C.B.S.r
Gc hoort dan dat het anders kan,
dat daar zelden versprekingen voor-
komen, de zinnen kort zijn, de adem.
pauzes op de juiste plaatsen, de stof
/.eer verzorgd. Ge vraagt u af:
Waarom zij wèl?
Daar gaat men uit van een axio.
ma, dat U vreemd lijkt, namelijk dat
niemand van nature vlekkeloos leest
en dat het uiterst moeilijk is de juis
te toon te treffen. Men gaat bij 't
zoeken naar - cn goede kracht als
volgt te w zrk: Men onderwerpt de
velen die zich geroepen voelen aan
een kort examen en kiest er slechts
enkelen uit. Die enkelen leidt men
dan gedurende een half jaar tot een
jaar op en Iaat hen dan pas los op
dc luisteraars. Hoort zoo'n luisteraar
dus een nieuwslezer, dan weet hij
dat daar al een lange tijd van studie
aan is vooraf gegaan. Ook dan nog
blijft echter de nieuws-lezer steeds
onder controle, voortdurend blijft
men hem wijzen op fouten, schrijft
hem dc uitspraak voor van moeilijke
woorden. Maar het belangrijkste is
wel, dat het beslist uitgesloten is,
dat ooit een nieuwslezer voor de mi
crofoon zal komen, indien de vooi
te lezen stof niet zorgvuldig is door.
gewerkt en voorzien van de onont.
heerlijke teekens, zonder welke het
een onmogelijkheid is de klemtoon
te leggen op de plaatsen waar ze
van noode zijn.
Dit kan hier ook
HiT is verre van ons te veronder
stellen, dat wij dat óók niet zou
den kunnen. Het stemmen-materiaal
dat ons ter beschikking staat is pre.
cies het zelfde als het buitenlandsche
en de algemeene ontwikkeling van
FEUILLETON
[DOOR CRAIG RlCE*VERTAUNC- AQA KAMPERS j
56
„Is er heelemaal niet opgebeld of
zooiets?" zei April. „Geen nieuws
van de politie en zoo?"
„Geen telefoontjes," zei Archie
opgewekt. „En geen smerissen,
geen moorden, peen huizen afge
brand, geen.... niks. Hé, wat heb
ben jullie nou voor Moederdag ge
kocht, hé?"
„We zullen het je dan maar zeg
gen, kinderachtig joggie," zei April
vermoeid. „We hebben een bock
voor haar gekocht."
Archie keek hen stomverbaasd
aan „Een boek! Gossie! En ze
schrijft zelf boeken!"
„Maar ze leest ze ook," zei April.
„En dit is een heel byzonder
boek," voegde Dinah er aan toe.
„We hebben de heele stad doorgc-
sjouwd om het op den kop te tik
ken."
„La's kyken," vroeg Archie drin
gend.
Dinah haalde een pakje in mooi
gekleurd papier uit haar tasch „Je
kunt er niet in kijken. Dc juffrouw
in den boekwinkel heeft het spe
ciaal voor ons mooi ingepakt. En
we hebben een heel chic kaartje
gekregen om er by te doen."
„Nee, nou wordt-ie goed," zei
Archie. „Ik moet maar thuisblyven
en op de telefoon letten en jullie
gaan maar de stad in en zoeken een
of ander snertboek uit. Best hoor!
Maar ik heb een apart cadeautje
voor Moederdag en ik laat het lek
ker voor morgen aan geen mensch
zien. Aan jullie ook niet."
„Da's prachtig," zei April. „Wat
is het dan?"
„Dat zeg ik niet."
„Het is een bouquet bloemen,"
raadde Dinah.
„Nee hoor. dat is het niet."
„Iets, dat je zelf gemaakt hebt,"
zei April. „Misschien een vogel
huisje of een kalendertje voor op
haar bureautje.
„Lekker mis." zei Archie met een
stralend gezicht.
„Ach ga weg," zei April. „Je
zwamt maar wat."
„O ja?" zei Archie verontwaar
digd. „Ga dan maar 's mee. dan zal
ik je laten zien. Juist op tijd hield
hy zyn mond. „O nee. Je krygt me
niet zoo gek, dat ik myn cadeau
voor Moederdag vóór den tijd laat
zien."
„Ook goed," zei Dinah koeltjes.
„We zyn er niet eens nieuwsgierig
naar. Maar als het nog een schild
pad is, dan zal Henderson dat wel
niet zoo leuk vinden."
„Als het weer een terrarium is,"
zei April, „dan loop ik van huis
weg."
„En denk er aan. wat er gebeurd
is met de witte muizen, die je Moe
der met Sinterklaas hebt gegeven
toen Jenkins ze in de gaten Kreeg,"
voegde Dinah er aan toe.
„Poeh!" zei Archie Hy snoof cn
zei: „Het is geen schildpad en het
is geen terrarium en het zijn ook
geen witte muizen! Niemand weet
het, behalve ik, en ik zeg het lek
ker niet!"
Hy zag er klein, verhit, vuil en
bepaald agressief uit. Dinah stak
een hand uit en maakte zyn haar
nog meer in de war dan het al was.
„Wat het ook Is." zei ze harteiyk,
„Moeder zal het vast mooi vinden."
„O zoo!" zei April even harteiyk
en gaf hem een zoen op zyn neus.
„Hé, laat dat", zei Archie, ter
wijl hij tevergeefs probeerde te
doen, alsof hij kwaad was.
Dinah verstopte het pakje met
het mooie papier onder een kussen
van de sofa. Toen kondigde ze aan:
„Ik heb honger. En we moeten
over iets praten".
Na het woord honger klonk een
tweestemmig „ik ook!" Achter el
kaar renden ze naar de keuken. Di
nah pakte brood en pindakaas. Ar
chie naaide de melk en ren pot jam
uit dc yskast en April dook achter
de blocmbus om een zak petat-frite
te pakken, die ze had bewaard voor
geval van nood. Er waren smeer
kaas, ren restje ham, drie bananen,
een schaal olijven, en wonder boven
wonder, een dik stuk cake.
„Denk er aan, dat is maar een
hapje", zei Dinah terwyi ze pinda
kaas, smeerkaas cn Jam op een bo
terham smeerde. „Over een poosje
gaan we al eten. Zeg April, snijd
ijj die cake oens in drie geiyke stuk
ken".
„Ik kryg het grootste stuk", kon
digde Arcnic aan, terwyl hij een
banaan afschilde en een handvol
ólyven greep. „Want ik ben de
kleinste en ik moet er nog van
groeien".
„Archie", zei April streng, terwyi
ze. het glazuur van haar vingers
likte, „je bent een beestachtige
veelvraat".
„Dat kan niet", zei Archie. HH
smeerde boter op zyn brood, deea
er dik smeerkaas en jam op, legde
daar bovenop nog een plakje ham
en voltooide het geheel met een
schijfje banaan. „Want een veel
vraat is geen beest". Hy voegde nog
een oiyf aan zyn meesterstuk toe by
wyze van garneering en beet er
toen een royaal vierde part van af.
„Een veelvraat kan ook een beest
zyn", zei April, „en haal je lepeltje
uit den jampot".
Archie likte het lepeltje af en zei:
„Dat kén niet".
„Dat kan wèl", zei April.
„Lieve hemel", zei Dinah ver
moeid", ziek het dan op in het
woordenboek".
Archie ging het woordenboek ha
len terwyl April naar de yskast
ging om nog meer melk en ontdek
te, dat zc twee fleschjes coca-cola
over het hoofd hadden gezien die
tusschen de melkflesschen stonden.
Ze was net bezig de coca-cola in
drie geiyke porties te verdeelen,
toen Archie, weinig onder den in
druk. terugkwam om toe te geven
dat April geiyk had gehad en om
ruzie te maken over het inschenken
van de coca-cola.
„Maar ik ben toch maar een klein
vcelvraatje", bekende hy. „Kyk es!
Je doet ïiieer coca-cola in Dinah
d'r glas dan in het myne".
Dinah zei: „Gunst nog toe!" Toen
pakte ze een stukje overgebleven
glazuur van de cake-schaal af en
stopte het in Archie's mond. „Hou
toen ie mond!"
Vyf minuten later lag er geen
kruimeltje meer op de keukentafel
en zat Archie in de groentemand te
rommelen om appels. Dinah bracht
de borden naar het aanrecht en be
gon de melkflesch uit te spoelen.
„April", zei ze langzaam. „Er ls
nog iets, dat we moeten doen. Dat
jij moet doen". (Wordt vervolgd).
breede lagen van ons volk toch min
stens gelijkwaardig. Onze iadio-in
stanties hebben zich slechts de moei-
te te geven dit materiaal te ont.
wikkelen. Men moet breken met de
idéé dat bijna ieder voorlezen kan.
want niets is minder waar. Het goed
uitspreken van nieuws is zeer moei
lijk en vereischt een uiterste precisie,
die veel studie en training vraagt.
Ons dunkt, dat het,voor de hand
ligt een spoedig begin te maken met
het opleiden van sprekers die, be
houdens de npodige „flair", de al
gemeene ontwikkeling bezitten, die
hen hoedt voor „róópij" inplaats van
„roepie", cn wat dies meer zij
Daar waar er alge' :en erkende
methoden zijn om zelfs kleine toon
hoogte-verschillen onfeilbaar aan te
duiden en voorschriften inzake stern-
vorming, ter regeling der adem en
ter opvoering van de spanning al
sinds zoo langen tijd elders worden
toegepast, waarom dan niet meteen
die regels aangewend voor liet nu
nog ver verwijderd doel eener vlek-
kelooze Nederlandsche nieuwsvoor
ziening? A. R.
WOENSDAG 30 APRIL
A\ on d programma
HILVERSUM I: 19.00 Lezing;
19.15 Disco-nieuws; 19.30 Cursus;
19 45 Lezen in den Bnbcl: 20.00
Nieuws: 20.05 Marinierskapel; 20.35
Radioprijsvraag; 21.00 Schoonste
feestdag: 21.20 De kroon in het
volk; 21.35 Radio Pilharm. Orkest;
22.20 Roportagc; 22.35 Fecstbou-
quet; 23.00 Nieuws; 23.15 Grarn.-
HILVERSUM II: 19.00 Nieuws:
19.15 Nieuws uit Indonesië; 19.30
Eng. les: 20.00 Zie Hilversum I.
DONDERDAG 1 MEI
Ochtend- cn middagprogramma
HILVERSUM I: T02 Nieuws;
7.17 Gram.muz. en Reportage: 8.00
Nieuws; 8.17 Geschiedenis v. d. 1
Mei-dag; 8.30 Gram.muz., 8.50 Voor
de huisvrouw; 9.00 Brahms-concert;
10 20 Voordracht; 10.35 Voor zie
ken; 11.00 Gram.muz.; 11.20 Kon.
Mil. Kapel, onderbroken door Fami
lieberichten; 12.35 Zang; 13 00
Nieuws; 13.17 Internat. Meigroe-
ten; 14.00 Grnm.muz.; 14.30 Voor
de vrouw; 15.00 Miller-Sextet; 15.30
Gram.muz.: 15.45 Voordracht: 16.00
Tango-rumba-orkest; 16.30 Voor de
jeugd; 17.00 Gram.muz.; 17.30 Pia
no; 18.00 Nieuws; 18.20 Mei- en
Strijdliederen.
HILVERSUM II: 7.00 Nieuws;
7.30 Morgengebed; 7.45 Gram.muz.;
8 00 Nieuws; 8.15 Gram.muz.; 9.50
Gram.muz.; 10 00 Leger des Heils;
10.15 Morgendienst: 10.45 Orgel;
11 00 De Zonnebloem; 11.45 Zang;
12.03 Chopin; 12.30 Lunchconcert;
13.00 Nieuws: 13.20 Lunchconcert;
13.45 Weekblad; 14.00 Quintet;
14.40 Causerie; 15.00 Kamermuz.;
16 00 Bybellezing; 16.45 Symphonle-
orkest: 17 20 Zangrecital. 17.50
Voor de jeugd; 1800 Orgel; 18.30
Vrij en blij; 18.45 Lezing.
WOENSDAG 30 APRIL. - In
iederen goeden tuingrond, die in dc
volle zon ligt, kunnen ook tomaten
worden geteeld. Op een beschutte
plek worden deze het beste rijp. In
de tweede helft van Mei kunnen de
tomatenplanten buiten worden ui'-
geplant. Deze zijn dan in den tuin-
bouwhandel verkrijgbaar. Op de rij
zet men de planten op een afstand
van 43 a 30 centimeter. De rijen
komen minstens 00 centimeter Wt
elkaar. Bij iedere plant wordt na
dien een stevige stok gestoken,
waaraan ze naderhand wordt opge
bonden. De zijscheuten, die. zich in
de blad oksels ontwikkelen, worden
steeds verwijderd. Nadat zich phm-
4 bloemtrossen hebben gevormd,
wordt de top uit de plant verwij
derd. In Augustus neemt de pluk
een aanvana. S- E.