C*
Sdfwonhovm - 7|L VERST
Boeiend en bloeiend bedrijf
„Luistert U naar de radio...?"
Amsterdam niet meer „Diamantstad
KLM maakte de eerste tocht
naar Batavia
Enquêtes ter verbetering
der programma's
Rijst naar Indonesië
Grootste deel der vakarbeiders
in Polen vergast
Frans Bastiaanse
overleden
Zaterdag 14 Juni 1947
3
Een leerling van de vakschool bezig
met ciseleren.
Deze jonge man oefent zich in het
z.g. opsnaren
rommelige werkplaats meer, met een
vlammende schouw, waarin bouten
gloeien; aambeeldjes, tientallen
soorten beitels en hamertjes..., niets
van dat alles. Daar staan grote ma
chines, die uit koperen platen, lepel
tjes stempelen, dozijnen per uur, die
in de electrolysebak worden verzil
verd, om daarna aan draaiende bor
stels met Parijs rood (een was-ach-
tig materiaal) gepolijst te worden.
Een andere afdeling maakt in massa
dekseltjes voor jampotten, die rond
een draaiende houten klos worden
gewrikt, het z.g.n. forceerwerk. Al
les nuchter cn zakelijk, volkomen in
strijd met de sierlijke krullen uit de
rustige oudheid, waarvan men nu de
modellen in het groot copieert: soms
zo goed, dat „de confectie" het maat
werk evenaart. Het handwerk is
overgebleven in enkele huizen; bij
de mensen die de modellen in de
stempels snyden (de wapens op de
lepeltjes b.v.); by het speciale fili-
grain-werk fyne zilverdraadjes,
die in een bepaald stramine gevloch
ten worden bij enkele opdrach
ten voor bijzondere cadeaux (ambts
ketens e.d.) en op de Vakschool voor
Goud- en Zilversmeden. Voor het
overige heeft men de oppervlakkig
heid van het publiek gevolgd en het
handwerk doen wijken voor het mas
sa-artikel. Men vraagt lepels, vulpot
loden en cigarettenkokers....! In de
fotoarchieven, in de vitrines spreken
prenten en modellen van deze ver
gane glorie: een scheepje, fijntjes
getuigd, tot het kleinste onderdeel,
Gedeelte van de Ambtsketen van
de burgemeester van Amsterdam.
Mooi staal van Schoonhovense
edelsmeedkunst.
^enfrum van edelsmeedkunst sinds vele eeuwen
Handwerk en huisindustrie thans grotendeels
verdrongen door gemechaniseerde bedrijven
T/I77E het stadje Schoonhoven noemt, denkt aan zilversmeedwerk. Niet,
dat het uir anderen hoofde onbekend zou zijn. Integendeelhet be
zit een rijk historisch verleden, wordt reeds genoemd in het tijdperk der
Hollandse Graven en Utrechtse bisschoppen en, vermoedelijk omstreeks
de tijd van Jacoba van Beieren die zich in Scoonhavenhad gevestigd,
verkreeg het als tiende plaats in Holland stadsrechten. Sinds die tijd
heeft het stadie meermalen een rol gespeeld in de roemrijke vaderlandse
geschiedenis. De opmerkzame bezoeker zal dit verleden kunnen terug
vinden in een aantal historische bouwwerken zoals het Stadhuis met zijn
weelderige raadszaal; het Waaggebouw, waar destijds de hennep werd
gewogen, de Veerpoort, de enig overgeblevene van de vier stadstoegon-
gen, het Doelenhuis. oorspronkelijk zetel van de burgerwacht en vele
mooie geveltjes aan de nauwe bochtige straatjes. Daarnaast is het bekend
om zijn Schoonhovens Plateel in zijn aparte modellen en kleuren, zijn
grote loodwit- en verf fabriek en het zuivel-condensbedrijf. Maar beroemd
werd het om zijn edelsmeedwerk: zilveren broodschalen, bekers, bokalen,
luxe en gebruiksvoorwerpen, sieraden en waardigheidsketenen.
HUISINDUSTRIE
Waarom de edel-smeedkunst juist
hier ontstond is moeilyk te zeggen.
Men kan niet spreken van enige op
zet om de industrie in deze stad te
concentreren, zoals bijv. heden ten
dage langs het IJsselmeer bepaalde
bedrijven worden opgericht om de
vissers werk te verschaffen. Wellicht
heeft een rol gespeeld de centrale
ligging van Schoonhoven in het oude
Holland en zijn betekenis als
marktplaats voor vlas en vee. Ne
ringdoenden vestigen zich nu een
maal graag daar, waar de stuivers
rollen. Maar in de geschiedboeken
duikt in 1317 plotseling „de goud
smid van Schoonhoven" op en gaan
deweg ontmoet men dan meer be
richten over edelsmeden. Raadpleegt
men de oudste Schoonhovenaren, dan
weten ze te vertellen, dat de stad al
tijd rijk geweest is aan koper- en
later zilversmeden. Dit ambacht
ging van vader op zoon over. tcrwyl
hele huisgezinnen werden ingescha
keld bij het zagen, polysten en mo
delleren. Zo is het gebleven cigenlyk
tot op de huidige dag. Alleen de
kunst zelf is vervlakt. Vroeger had
men een plaatje zilver, waarin men
met een steekbeitel allerlei motieven
dreef, het z.g.n. ciseleren, waarna
met zaag of vijl het model werd ge
geven, dat met allerlei hamertjes
fyntjes werd beslagen. Met de sol
deerbout zette men ten slotte de on
derdelen in elkaar en zo kreeg men
de fraaiste voorwerpen, sieraden en
decoratiestukken. Het spreekt ech
ter van zelf, dat deze kunstwerken
veel geld kostten en dat er betrek
kelijk weinig werk kon worden afge
leverd.
De moderne tyd bracht hierin ver
andering. Het echte handwerk kan
niet meer betaald worden; aan de
andere kant vraagt men grotere om
zet en doelmatiger voorwerpen.
MECHANISATIE
Zo moest de mechanisatie van het
bedryf tot stand komen, waarmee
een groot deel van de romantiek van
het gilde teloor ging. Wie nu bij een
edelsmid op bezoek gaat vindt geen
als een boegspriet b.v., bewerkt;
theeserviezen, allerlei dieren en nog
vele andere afbeeldingen.
DE VAKSCHOOL
Het eigenlijke handwerk is be
waard op de Vakschool voor Goud
en zilversmeden. Daar ziet men, hoe
een broche ontstaat. Eerst het ont
werp in tekening gezet, daarna het
materiaal met vijlen, zagen en boren
op maat gebracht en saamgeklonken.
En dat gebeurt niet in een paar
dagen.
Zo probeert deze school, in haar
soort de enige in het land, het am
bacht nog te redden, al zijn het v.n.l.
juwelierszoons die hier de keerzijde
van hun vak leren kennen. En de
kamer van dc directeur heeft aan
waarde gewonnen door al de fraaie
werkstukken, die er zyn uitgestald,
waaronder het ontwerp van de
ambtsketen \oor de burgemeester
van Amsterdam, vele gedenkpennin
gen. kunsTig gedreven schalen.
Dit alles heeft Schoonhoven roem
gebracht en de naam geschonken
van Zilverstad. Het heeft slechte tij
den gekend, als de wereld onrustig
was, maar ook dagen van hoogcon
junctuur, als binnen- en buitenland
de centjes het best zagen belegd in
Schoonhovens smeedwerk. Ook nu is
er een „gouden" tijd aangebroken,
omdat er weer veel vraag is. Al kost
het soms moeite geschoold personeel
te krijgen, en grondstoffen men
doet op het ogenblik weer beste za
ken Daar gaat het om, en dan roep
je geen „ach en wee" over het feit,
dat het eigenlijke ambacht ter ziele
ging-
ALS ergens ter wereld de
telefoon letterlijk nooit
stil staat, is het bij C. E. Hoo
per in Amerika. Deze meneer
heeft er zijn gewoonte van ge
maakt dagelijks 10 a 20.000,
hem volslagen vreemde men-
öc*n te doen opbellen en aan
elk van zijn slachtoffers de
zelfde vijf vragen te doen stel
len: „Luisterde U naar de
radio, toen ik opbelde? Zo ja.
naar welk program; over
welke zender; welke adver
teerder biedt dit program aan
en met hoeveel minnen, vrou
wen of kinderen zat U te luis
teren, toen de telefoon ging?"
Dag in, dag uit; de een na de
ander.
Meneer Hooper heeft daar een
goede broodwinning aan, want de
antwoorden die hij op zijn vragen
ontvangt en die hij netjes classi
ficeert, vormen de voornaamste
maatstaf waarmee de Amerikaan
se radio-business bepaalt of een
zeker program zijn geld waard is
of niet. Want aangezien in A'me-
rika 85 der programma's be
kostigd wordt door adverteerders,
die van tijd tot tijd in de uitzen
ding, al dan niet discretelijk, een
loftrompet doen steken over de
soort zeep of auto's of tandpasta,
welke zij aan de man willen bren
gen, is het van het grootste be
lang, te weten, hoeveel oren voor
deze zakelijke boodschap open
staan. En dat is te zien aan de
„Hooper-Rating", het cijfer, dat
aangeeft hoeveel percent van de
telefoonabonné's in een zeker ge
bied geluisterd heeft naar een be
paalde uitzending.
Behalve Hooper houdt ook de
firma Cio&sley zich in Amerika
met dit merkwaaidig bedrijf van
opinie onderzoek bezig. Het mag
waar zijn, dat door deze nuchtere
maatstaf van het grootste gemene
\eclvoud talloze voortreffelijke
radioprogramma's uit commer
cieel oogpunt te licht bevonden
en dientengevolge de bons gegc-
\en zijn; de schuld daaraan ligt
met bij deze methode van enquê
teren doch bij het vercommercia-
liseerde radiosysteem zelf in
Amerika.
Ook de BBC
T N Engeland houdt de BBC zich
ook al jaren lang bezig met het
opinieonderzoek bij radioluiste
raars. Uiteraard gaat men daar
enigszins anders te werk, want in
de eerste plaats is het aantal te
lefoonaansluitingen relatief veel
geringer dan in Amerika, zodat
door de antwoorden van uitslui
tend telefoonabonné's slechts de
mening van de beter gesitueerden
verkregen zou worden. Om deze
reden zou de telefonische enquête
ook in Nederland geen objectief
beeld verschaffen. Maar boven
dien is de BBC geen commerciële
radio; zij richt zich niet alleen
naar de voorkeur van de grote
massa doch houdt ook rekening
met do smaak van minderheden.
Getuige het „Derde Programma".
Daarom past de BBC een ver
fijndere 'methode toe, om te weten
te komen of zij met haar pro
gramma's op de goode weg is.
Zij beschikt over een eigen leger
tje van enquêteurs, die gezamen
lijk dagelijks ongeveer S00 men
sen bezoeken en deze naar hun
mening vragen over de uitzen
dingen van de vorige dag. Daarbij
is dus ook gelegenheid, aanteke
ningen te maken over de maat
schappelijke status van de onder
vraagde, zijn beroep, de samen
stelling van zijn gezin en wat dies
meer zij. Dag in dag uit doen deze
enquêteurs hun ronden en hoe
toegewijd zij werken blijkt uit het
leit, dat de enquêteur tc Coventry
zich destijds zelfs door het zware
bombardement niet van do W.Js
liet brengen. De enige referentie
in zijn rapport aan dit gebeuren,
was de lakonieke opmerking, dit
het werk, de ochtend na het bom
bardement „a little difficult" was
Behalve van deze enquêteurs
knjgt de BBC ook regelmatig in
lichtingen van z.g. „Listening
Panels", dat zijn georganiseerde
groepen van luisteraars, met zorg
gekozen uit verschillende maat
schappelijke en geestelijke mil-
iieus. welke ieder© week een rap
port inzenden over bepaalde pro
gramma's. Er zijn vijf groepen:
voor ernstige muziek, voor ge
sproken woord, voor „features",
voor luisterspelen en voor amu-
eements-programina's. Elke groep
is 600 man sterk, behalve de laat
ste; die telt 1100 man. De rappor
ten van deze groepen worden
nauwkeurig geanalyseerd en le
veren voor ieder programma e©n
z.g. „appreciation index" op. Een
\astc stal' van medewerkers is bij
BBC met dit cultureel-statisti-
sche werk belast. Het kost geld en
moeite doch men beschouwt het
als de enig© manier om tot een
verantwoord programma-belcid te
geraken.
Hier nog niets
EN in Nederland? Afgezien van
enkele incidentele peilingen
is tot op heden bij onze omroep
nog niets van dien aard verricht.
Vrijwillig geschreven blieven van
luisteraars mogen enige aanwij
zingen verschaffen, zij zijn echter
uit statistisch oogpunt onbe
trouwbaar cn zeer zeker, wanneer
zij niet op deskundige wijze wor
den geanalyseerd. Het is des te
verwonderlijker dat op dit. punt
Nederland zo achter staat, omdat
wij althans bij do radio-distribu-
tiebedrijven met eenvoudige mid
delen direct kunnen meten, hoe
veel aangeslotenen op een be
paald ogenblik naar een zekere
uitzending luistert. Weliswaar le
vert dit slechts een kwantitatief
resultaat op en voor een degelijke
analyse i.s een kwalitatief onder
zoek, zoals de BBC dat doet on
ontbeerlijk, doch er zou toch in
ieder geval begonnen kunnen wor
den, de gegevens, welke de distri
butie-bedrijven kunnen leveren,
wetenschappelijk te verwerken.
Op dit ogenblik, is onze omroep
nog te vergelijken met een schip
zonder navigatie-instrumenten,
dat vaaTt op de iutuitie van zijn
(vier!) kapiteins, die van de wal
af en toe krijgen toegeroepen of
de koers meer bakboord of stuur
boord moet wezen. En dat is voor
een vaartuig, dat een slordige tien
millioen per jaar kost, niet de
methode.
Toonkunstenaars vormen
vakgroepen
In Haarlem is de 72ste jaarver
gadering gehouden van de Kon.
Ned. Toonkunstenaars-Vereniging,
waarby tot voorzitter werd geko
zen prof. dr. K. Ph. Bernet Kem-
pers.
Van de 7 vakgroepen zyn er 5 ge
constitueerd. Dc groep componisten
onder voorzitterschap van Hendrik
Andriessen; de concerterende in
strumentalisten onder Theo van der
Pas en ondervoorzitter George van
Renesse; de concerterende vocalis
ten ondr Louis van Tulder en on
dervoorzitter Hillen Ravelli; de di
rigenten onder Fred. J. Roeske en
de paedagogen onder dr. K. Ph.
Bernet Kempers. De vereniging telt
thans ongeveer 1100 gediplomeerde
en erkende toonkunstenaars.
Voor de Zondag
Een stal beeld
Dezer dagen bezocht ik een ver
gadering in Oosterbeek. In de mid
dagpauze liepen wij, jagende stads
mensen, door de stilte van het bos.
Ergens hing hoog in een boom het
vuil-gewordcn flard van een para
chute. In het zand vonden we een
lege patroon-huls. En van 't kerkje
troffen we slechts de ruïne aan. In
onze herinnering beleefden we weer
dc film „De Slag om Arnhem"
menige stuk-geschoten gevel meen
den we te herkennen. Het was alles
wonderlijk verstild, 's Middags ter
vergadering zat ik recht tegenover
een raam. Daarbuiten stond een
boom. De onderste helft volop in
blad. Daar bovenuit staken als sme
kende armen de dorre en stukge
schoten takken. Daar was het artil
lerievuur doorheen gegaan. Die
vreemde boom met zijn levens- en
zijn doods-helft was een beeld van
de verschrikking en de bevrijding.
En onwillekeurig moest ik denken
aan het oude paradijs-verhaal met
dc levensboom en de boom der ken
nis of doodsboom er in.
Daar wordt als de oorzaak van
alle kwaad aangegeven het geloof,
het wantrouwen tegen de Here God.
Zodra de mens niet meer in ver
trouwen gehoorzaamt, gaat hij de
weg naar de dood.
Het verschrikkelijk gebeuren van
de oorlog is uitgeraasd voor het
ogenblik De film is ons al weer ge
passeerd en haast vergeten. Maar
die vreemde boom met zijn stukge
schoten helft blijft het verstilde
doch diep-sprekende beeld van de
ellende. Hij is als vele mensen. Het
leven is druk en vol. Maar de top
is stuk-geschoten. En hoven alles,
wat als levens-vulling dient, steken
luguber de naakte takken als sme
kende armen omhoog. Een gebed
zonder antwoord.
Zonder antwoordEén is er, die
door het leven gegaan is tot in de
laatste ontluistering toe. Jezus
Christus strekte zijn vastgespij
kerde handen uit langs het dorre
hout van het kruis. Temidden van
leed cn ellende, dood en schuld,
zegt Hij: zie. Ik ben met ulieden al
de dagen! Wie het hoort, heft het
hoofd op. Wie luistert, is gered.
Ds. C. M. van Endt.
Reeds in de eerste weck van Juli
zal een volle scheepslading rijst,
deel van de Nederlands-Indische
rijsttoewijzing voor het tweede
halfjaar van 1947, van Birma wor
den afgezonden.
B
IJ diamant denkt men aan Amsterdam de „diamantstad"
zoals de grote Herman Heijermans haar noemde en beschreef
in zijn gelijknamig boek. Daar tussen IJ en Amstel stonden her
en der in de hoofdstad verspreid dc grote en kleine diamant
slijperijen, aan het Weesperplein de diamantbeurs; in de buurt
daarvan zetelden de grote makelaars. Amsterdam was ook in dit
opzicht een wereldcentrum en de diamantindustrie droeg in
hoge mate bij tot haar glorie en tot de welvaart en crediet-
waardigheid van het land.
Regering wakkert
herleving aan
Diamant men denkt aan een
andere grote Nederlander, Henri
Polak, van oorsprong zo'n eenvou
dige diamantsnijder, die de dia-
mantbewerkersbond tot stand bracht
en daarmede een voorbeeld schiep
voor alle andere moderne -vakorga
nisaties; hij, de man die in zijn
werkzaamheid niet
alleen z(jn mede
arbeiders maar ook
z(jn stad en zijn
land omvatte. Als
vakverenigingsbe
stuurder, parle
mentslid, journalist,
schrijver en strijder
voor het behoud van
Neerlands land-
schapschoon, ver
wierf hij zulke gro
te verdiensten, dat
de Amsterdams©
universiteit hem een
ere-doctoraat ver
leende.
Onze gedachten
gaan terug naar de
jaren van bezetting.
Onder de duizenden
Joodse Nederlan
ders die werden
weggevoerd bevon
den zich meer dan
tweeduizend dia
mantbewerkers
naar Polen gesleurd
en vergast
Nu staan daar de
grote bedrijven, nog
steeds voorzien van
de beste appara
tuur, en toen ver
bloedDe plaatsen van dc voor
treffelijke vaklieden blijven voor
lopig ledig voorlopig althans.
Aan het vakonderwijs wordt op
het ogenblik alles gedaan wat men
kan. Het is een levensbelang voor
Amsterdam en het land.
De diamantindustrie moet weer wor
den opgestuwd, niettegenstaande het
tekort aan geschoold personeel en
de beperkingen welke de diamant
handel zijn opgelegd. Meer dan ooit
gaat het om crediet dusom de
viezen cn onze diamantindustrie kan
daar in belangrijke mate toe bij
dragen.
Men koestert dan ook plannen, de
regering voor te stellen tien a vijf
tien procent van dc bewerkte dia
mant voer de handel vrü tc geven
en inniMéels wordt getracht door
het invoeren van een uitgebreid
leerlingstelsel goede vaklieden aan
tc kweken.
Het diamantbeicerken geschiedt gedeeltelijk gemechaniseerdOnze foto
toont een „snijder", die de ruwe diamant de ronde briljant vorm geeft.
In een tweede artikel zullen wij meer bijzonderheden over het bewerken
van deze kostbare delfstof vertellen.
TWINTIG JAAR GELEDEN:
Hef 's al weer zo gewoon.
Het vertrek van de Skymaster
naar Indonesië is nu niet °P~
merkelijker dan een afvaart
van de „Oranie". Twintig jaar
geleden stond ieder verbaasd
over de passagiers, die op het
kantoor van de KLM meedeel
de, dat hij zijn passage naar
Batavia daar wilde bespreken.
De tocht van Van der Hoop en
Van Weerden Poelman was een ex
periment geweest. De vlucht, die
Oeijssendorfer en Scholte op initia
tief van do Amerikaanse milliardair
Van Lear Black hij zelf en zijn
bedienden zouden de eerste passa
giers zijn gingen ondernemen
zou het begin worden van een ge
regeld vervoer van reizigers van
Schiphol naar Batavia.
Vandaag twintig jaar geleden
stond voor de eerste maal op het
bord van luchfroutes aan de Am
sterdamse luchthaven het vertrek
van de FVII—HNAPP met bestem
ming naar Indonesië Tenoteerd en
nieuwsgierig vroegen de enige hon
derden belangstellenden bij het ver
trek van het vliegtuig zich af hoe
deze vlucht zou verlopen. De dege
lijke voorbereidingen schonken de
beste verwachtingen en inderdaad
was de reis zeer fortuinlijk.
Natuurlijk had men nog met tal
van moeilijkheden to kampen. In
Konstantinopel kregen de bestuur
ders oponthoud omdat het weer
slechts was en het starten op Zon
dag in Turkije niet werd toege
staan. Tussen Bagdad en Basra
kwam een zware zandstorm opzet
ten nadat tevoren een landing
noodzakelijk was geworden omdat
de olietoevoer een motordefect ver
oorzaakte.
Maar ondanks al deze tegen
slag duurde 4° vlucht ruim
veertig vlieguren minder dan
die van Van der Hoon en werd
Java in dertien vliegdagen be
reikt.
Een nieuwe phase voor de Neder
landse luchtvaart met perspectieven
die zich nu nog doen gelden, was
ingeluid.
De documentaire film
Op initiatief van een groep cineas
ten. waarvan Joris Ivens voorzitter
was. is te Brussel, dat tijdelijke
Mekka van de film. een internat,
vereniging van filmdocumentaristen
gevormd. Naam: ..Union mondiale
du film documentaire". Dc Unie wil
door haar werk o.a. strijden tegen
de vijanden van vrede en demo
cratie en wil bevorderen: onafhan
kelijkheid van onderdrukte volke
ren. vrije culturele en intellectuele
ontwikkeling.
Ivens, die een film gaat maken
over de economische en sociale ver
houdingen in de Balkanstaten. Po
len en Tsjecho-Slowakije, heeft ook
aan de pers meegedeeld, de produc
tie in Nederland weer op te nemen,
daar zijn nationaal gevoel hem
bindt en hij voor Nederland een
grote taak op 't gebied der docu
mentaire film ziet weggelegd. De
achteruitgang, hier door de oorlog
ontstaan, zal volgens hem in korte
tijd weer kunnen worden ingehaald.
Diamantzager aan het werk. De ruwe diamant
wordt met een papierdun fosforbronzen
schijfje, waarop boortpoeder vermengd met
olie, wordt aangebracht, doorgezaagd.
|~")e handel in diamant, waarvan
het „Syndicaat" ofwel The Dia
mant Trade Company in Londen het
wereldmonopolie bezit, wordt ten
onzent gedreven op de Amsterdamse
diamantbeurs, waar wel een bevre
digend kwantum wordt omgezet,
doch lang niet zo veel als voor de
oorlog, toen diamanthandel en in
dustrie hoofdzakelijk in Joodse han
den waren. Wel heeft een zware
slag de „diamantairs" getroffen:
ruim twee duizend diamantbewer
kers zijn tijdens de bezetting wegge
voerd naar Polen en niet weerge
keerd. Thans ziet men zich voor de
moeilijkheid geplaatst om met ge
ringe middelen de goede naam in
het buitenland op te houden terwille
van de export, die volop floreert,
want van de uit Londen ingevoerde
ruwe stenen wordt na bewerking
slechts een zeer klein gedeelte aan
de juweliers toegewezen om in
eigen land te verhandelen.
Ondanks de scherpe contróle
bloeit echter de zwarte handel in
diamanten, welke om hun grote
waarde een gewild beleggings
object vormen voor niet te ver
antwoorden kapitaal. Het is be
grijpelijk, dat deze zwarte
markt grote schade doet. De
enige manier om daaraan paal cn
perk te stellen is. naar insiders
ons verzekeren, het vrijgeven
van een deel van de diamant
handel, die momenteel streng
gereglementeerd is en dus niet
tot de voor gezonde transac
ties noodzakelijke levendigheid
kan komen.
Alle diamant, die het land binnen
komt. moet er ook weer uit, doch de
handel is niet vrij aan ieder te ver
kopen. De regering, die deviezen
geeft voor aankoop in Londen, stelt
de restrictie, dat alleen wordt ge
ëxporteerd naar de landen van het
Sterlingblok opdat men ponden .en
dollars kan ontvangen.
VOOR de bewerkiftg van diamant
is een ontzaglijke vakkennis no
dig: om het briljantslij pen in alle
détails te leren is een leertijd van
rond vier jaar vereist Het is dui
delijk. dat men in dit beroep niets
uitricht met ongeschoolde of -ge
oefende arbeiders, maar uitsluitend
volkomen geschoolde vaklieden kan
gebruiken en daaraan is momenteel
een groot gebrek.
De export dreigt door dit tekort
in het gedrang te raken ten nadele
onzer deviezen. De D.T.C. in Londen,
die de prijs van het ruwe diamant
bepaalt, schat ook het gewicht aan
bewerkte diamant en het is dus de
taak der vaklieden het expertise
kwantum ..er uit tc halen." Diamant
verliest bij bewerking ongeveer de
helft van zijn gewicht. Hoeveel er
precies verloren gaat is nooit vast
te stellen. Met het gewicht kan dus
worden geknoeid en daarvan profi
teert natuurlijk cle zwarte handel.
Het arbeidsloon, dat thans tame
lijk hoog is. wordt bij export in
rekening gebracht en in dollars
uitbetaald! Om nu de voor het
werk geschikte mensen te vormen,
kweekt men in snel tempo jonge
mensen op. Met het gevolgde systeem
zijn reeds aanzienlijke resultaten
behaald, doch waarmede men niet
het peil van vroeger zal bereiken,
aangezien de inopleiding zijnde
krachten slechts een bepaald onder
deel cn niet het totale vak leren. Er
zal daarom door de Amsterdamse
diamantindustrie extra hard moe
ten worden aangepakt om de goede
Waarom veel Joden
het vak?"
in
„Hoe komt het, dat het juist j
Joden waren die het diamantvak
dit bij uitstek Amsterdamse be-
roep beheersten", zal menigeen
vragen. Het antwoord is ccnvou-
dig: hel overgrote deel der „nor- j
male" beroepen was eeuwenlang
voor Joden geslotenHet is niet
zo, gelijk men wel eens beweertj
dat de Joden „te lui" uaren om j
handenarbeid tc verrichten, maar j
zij kregen daartoe niet dc gele s
genheid. Zii waren daardoor ge-
dwongen zich toe te leggen op
beroepen, die niet door de „an~
deren" beheerst werden: de han-
del, de z.g. vrije beroepen (Spi- 1
noza was lemenslij per, toen een
zuiver „vrij" beroen), artistieke
beroepen en het diamantvak.
faam te handhaven.
Hoe groot deze altijd is ge
weest blijkt o.a. hieruit, dat een
der zeldzaamste stenen ter we
reld. de „Cullinan" een dia
mant van ruim 3000 karaat (1
kg 5000 karaat) waarvan
dc belangrijkste delen thans tot
dc Engelse kroonjuwelen beho
ren, hier tc lande, in de fabriek
van de fa. Asscher te Amster
dam is bewerkt.
Een gesprek met deskundigen ln
diamantairskringen leerde ons. dat
er juist voor ons land grote moge
lijkheden bestaan, vooral nu de
malaise in deze speciale handel, die
vorig jaar plotseling en door onbe
kend gebleven oorzaak intrad, lang
zaam maar zeker aan het afnemen is.
Vandaar, dat men hoopt met hulp
der regering cn door breder over
heidsbegrip onze diamantindustrie
de kansen te kunnen bicden, die
reeds momenteel aanwezig zijn.
In een tweede artikel zullen wij
iets vertellen over de bewerking,
welke het ruwe diamant moet onder
gaan voordat het, als flonkerende
briljant, de dames lokt naar de vi
trines der juweliers.
„OME JAN" .VAN ZUTPHEN
D© dichter FrAns Bastiaanse, die
Donderdag is overleden, begon niet
to vroeg met publiceren on heeft
geen machtig oeuvre nagelaten,
maar vroeg regelmatig de aandacht
en heeft door alle wisselende stro
mingen heen een vaak fijn persoon
lijk geluid laten horen.
Toen ln 1900 zijn eerste bundel
typische natuur-lyriek verscheen,
met hier en daar een mystieke toon,
wijdde Lodewyk van Deysael een
breedvoerige studio aan dit werk,
waarin hij het zijn eigen plaats aan
wees in Imt geheel der Nederlandse
letteren. Hoewel hij niet verheelde,
dat Bastiaan&o do invloeden van de
hartstochtelijke Kloos en do naïeve
Gorter op een bedaarde zelfs mak
ke wijze parafraseerde, noemde Van
Deyssel hem toch een „echte dichter
zoals ik mij die graaf»" voorstel."
In 1909 verscheen de bundel ge
dichten, waarvan een deel, Jeugd
geheten in het Duits vertaald werd
in metrische verzen. In 1916 zag do
bundel Zomerdroom het licht, en
ook later verschenen nog enkelo
bundels. Tussen de jaren '30 en '40
kwam, waarschijnlijk onder invloed
van de Forumgroep een wijziging
in zijn toon, die sterker realistisch
werd nmt een lichtelijk cynische in
slag. Ook do humor was hem niet
vreemd. Daarvan getuigden spot
verzen in de Nieuwe Groene, wat
Charivarius dc gepatenteerde spot
ter, aanleiding gaf tot een aardige
boutade, wijl een vertegenwoordiger
van de Olympus zich mengde in
profaan gezelschap.
Bastiaanse schreef een zeer lees
baar overzicht der Ned. Letterkun
de. in vier dolen, waarin ^j z'n per
soonlijk oordeel, schoon niet al te
opdringerig, niet onder stoelen of
banken steekt. Hij wijdde studies
aan de techniek dor poëzie en was
jarenlang secretaris van de ,Ver.
van Letterkundigen.
S. H. de Roos 70 jaar
Op 14 Sept. a s. wordt een der
pioniers van het goedverzorgde, mo
derne boek, S. H. de Roos. zeventig
jaar. Zijn nieuwe letters als dc Holl.
Mediaeval, de Egmont etc. werden
over de hele wereld bekend. Hij
ontwierp ook banden en had een
eigen handpers, waarop fraaie druk
ken zijn verschenen. Een huldigings
comité. waarvan onze stadgenoot,
Jhr. dr. Radermacher Schorer voor
zitter is, wil de zeventigjarige een
geschenk aanbieden en een tentoon
stelling arrangeren.
René Clair krijgt
ovatie's
Woensdag zijn in Brussel drie
films van zeer verschillend karakter
op het Festival vertoond. Dc eerste
„Song of the South" een kleuren
film van Walt Disney, verschilt
van <lc traditionele tekenfilms door
dat cle tekeningen thans gecombi
neerd zijn met levende personen.
De tweede film, een Belgische,f
„De troeven van de heer Wens"'
met in de hoofdrol de Franse film-
spelers Jean Salou en Marie Dea,
omringd door Belgische kunstenaars,
is een politie-fllm.
Des avonds werd voor een stamp
volle zaal de Franse film: „La
Silence est d'or" onder regie van
Rcnó Clair gedraaid.
Het is een film die zich afspeelf
in de begintijd van dc Cinematogra
fie cn dc Franse regisseur, die zelf
in dc zaal was tezamen met de ver
tolkster van dc hoofdrol Marcello
Dcrricn, gaf een beeld van de moei
lijkheden waarmede men in dezo
periode tc kampen had en van do
primitieve middelen waarmede meq
werkte. Aan het eind van de verto
ning moesten regisseur cn actrice
een minutenlange ovatie van het
enthousiaste publiek in ontvangst
nemen.