'n Zomerse brief uit Londen onrust in de school Dienst der prijsbeheersing zoekt met Argus-ogen Na China de meeste vrouwen in de fabrieken Radio-programma Maar het gaat soms hard tegen hard Onderwijshervorming blijft uit Hartstocht in de Kankasns Een nieuw licht op Plato 2 Donderdag 21 Augustus 1947, Over Engelse artsen, de warmte, brieven die nog niet geschreven zijn, kapotte machines, zinde lijkheid, Sowjet-Rusland, de vrijheid van India en het huis van de gehangene Londen, Augustus Ziek geweest. Jawèl, heus beter. Eindelijk een arts gevonden, die niet En gels is, ziet U. Ik heb altijd be- .weerd, ook in hèt openbaar ik kan U de tekst aanwijzen - dat de Engelsen prima heel meesters zijn. Ze hebben im mers in de negentiende eeuw zoveel oorlogen gevoerd en dat is een uitstekende oefening voor heelmeesters. Maar artsen? De Engelsen weten, met permis sie, het verschil niet tussen genees kunde en veeartsenijkunde: op het laatste gebied zyn ze uitstekend, want voor dieren hebben ze even veel eerbied als de oude Egypte- naren (onderwerp voor een brief: op een ander keer). Ik heb gedu rende myn lange verblijf m Enge land vier goede artsen gehad: twee Nederlanders een Ier, en nu, mijn laatste ontdekking, ook alweer een vreemdeling: een Schot. Summa summarum, het gaat me weer veel beter. En ik vertelde het U alleen om U uit te leggen hoe het eigenlijk kwam dat U in zo lange tijd niets van me hebt ge hoord. En nu ik neerzit om weer eens een Londens briefje te tikken be vind ik me in een moeilijkheid die eigenlijk even groot is als die waar in ik verkeerde toen ik niet schrij ven kon. Immers, ik wil actueel zijn, niet zomaar over iets schrij ven. Ik kan me niet voorstellen dat de lezers er prijs op zouden stellen om op de hoogte te worden ge bracht van wat me nu toevallig te binnen schiet. Neen, actualiteit, het hartebloed van de journalist. Iets dat voor iedere Londenaar, beter nog voor iedere Engelsman, leeft, belangrijk is, iets waaraan hy denkt, waarover hij praat, waar mee hjj zich bezighoudt iets waarvan veel voor hem afhangt. Wat dat dan wel mag zyn, op deze hete Augustusdag, terwyl gras en bloemen in mnn tuintje staan te verzengen, de kindertjes in zwembroekjes rondlopen en de dametjes in Regent Street eigen lijk met weinig meer (ik was er gisteren nog)? In het vieze water van Vader Theems, hier in Rich mond, zwemt en plast man en hond en kind, enmaar by U is 't ook warm en ik heb U over warmte en waternood niets te vertellen. Of dit, toch (ook weer een onderwerp voor een afzonderlijke brief): de Engel sen zijn overtuigd, dat ze het rein ste en meest badkuip-genietende volk in de wereld zijn. Dat waren ze ook, zolang men nationale karaktertrekken mat en beschreef volgens wat onder de burgerij kon worden waargenomen. Dank zy de propaganda, dat krach tige middel (zie er „Mein Kampf" maar eens op na, of, Nederlandser, Multatuli's „Minnebrieven", meer dan een lang mensenleven eerder) heeft nu vrijwel iedereen een bad kuip en. men gebruikt die niet om er kolen In te bewaren (niet genoeg kolen trouwens). Maar er is niet genoeg water meer. Komt van dat egalitarisme, gelijkheid, weet U wel. Daarom is er ook zo weinig zeep. Niet de crisis DE grote romanschrijver E. M. Forster (de man van „Ho ward's End" en van „A Passage to India") heeft eens een kort novel- letje geschreven, „The Machine Bioko Down", waarin hy vertelde hoe de mensheid der toekomst al les, maar dan ook alles, voor zich liet doen door een fabelachtige, byna denkende, machine, die ook zichzelf kon reparerentot ze na een paar eeuwen zonder de ma chine niets meer konden beginnen. En toen kwam slytage er bij te pas, alles liep verkeerd eind der mensheid. Dito dito met ons be- schavinkje: dat hangt af van pro ductie en van voorraden. En als je nu gelijk gaat delen begrijpt U?Zindelijk kunnen we alleen zyn, als velen, velen van ons nooit in het bad kruipen. Waarover moet ik dan schrijven om actueel te zijn? De crisis? Maar die is immers al zo lang latent. En U krijgt uitmuntende informaties uit Engeland en weet er alles van. En dat Dick Crossman en de on deugende groep opponenten binnen de Arbeiderspartij niet zoveel meer van Sowjet-Rusland houden als eertijds, heeft prof. dr. C. D. J. Brandt haarfijn uiteengeplozen en uitgelegd in het Juli-nummer van „Socialisme en Democratie", in een mecsterlyk artikel met de titel „Wat doet het Kremlin?". Ook al weer geen nieuws dus voor de ver lichte Nederlandse lezer. Of Is het feit dat ik, Uw vrij zwijgzame briefschrijver, de zwenking, niet mèt Crossman, voor wie ik overi gens bijzonder veel achting heb, maar evenals Crossman, heb door gemaakt en nu eindelijk ook, net als de brave, fatsoenlijke mensen,, geloof dat er met de Russen niets, maar dan ook niets, is aan te van gen belangrijk genoeg om het U mee te delen? De mededeling heeft althans dit nut, dat ze mij op één gebied de aanspraak laat behouden óp de naam van „meneer". Want anders! Ik weet heus niet of ik an ders nog ooit het recht zal hebben om bij gelegenheid een wit, stijf boord aan te doen. Lees maar voort! B.B.C. was trots WANT nu komt eindelijk de aap uit de mouw. Ik weet name lijk van één door en door actueel onderwerp, waarover ik, nu ik mijn machineschrijvende toon weer heb hervonden, mij beslist zou moeten uitlaten. Actueler dan de crisis na melijk, is de bevrijding van India. Trots heeft de B.B.C. haar hoorders in de gelegenheid gesteld, om de feestelijkheden in het Voor-Indisch Vasteland mee te leven. Zy heeft verteld en ook de bladen van alle richtingen deden dit, hoe twee Do minions. India en Pakistan, zijn ge boren. Hoe de donkerkleurige be volking haar bevrijding gevierd heeft. Hoe te Delhi de ook in Engeland populaire burggraaf nu graaf Mountbatten door de bevolking op de handen werd gedragen, toen hy naar het regeringsgebouw reed om van onderkoning Gouverneur- Generaal te worden, vrij verkozen, ten teken van warm© waardering door prof. dr. G. J. Renier en vriendschap voor het Britse volk, door de Constituerende Ver gadering. Hoe de Britten een oogst van goede wil aan 't vergaderen zijn - met de zegen van Gandhi cn van de Muslims een oogst, in plaats van de roestzieke en verdor de aren. die onder het Brits bewind groeiden. Ook wilde ik U opmerkzaam ma ken op het feit, dat het hier niet om een rekbare, zich tot constitu tioneel gegoochel lenende formule gaat. Een paar Dominions onder de Kroon!, ja, maar toch vrjjc, ge heel souvereine landen. Want se dert het Statuut van Westminster, in 1927, staat het vast dat een Do minion, of hoe een zelfbcsturend gewest in het Britse Rijk zich ook mag noemen, het recht heeft om de band met het Verenigd Koninkrijk geheel zegge GEHEEL en onvoorwaardelijk te verbreken. Ier land heeft het de moeite niet eens waard gevonden om dat officieel ook te doen. Maar het bleef gedu rende Wereldoorlog II neutraal, en liet in Dublin de Duitse Ambassa deur (niet dat ik dat nu zo netjes vind van de Ieren) rustig op z(jn standplaats blijven. Constitutioneel en onherroepelijk is de Dominion- status onafhankelijkheid. Ze hebben ongelijk Maar hoe kan ik nu over zo'n geweldige gebeurtenis aan een Ne derlands blad gaan achryven? „Dans la maison d'un pendu on ne parle pas de corde", zegt de Frans man. WH doen dat zo anders, niet waar? WIJ staan op onze rechten. Terwijl de Britten Raleigh in de geschiedenisboeken opsluiten, bren gen wjj Jan Pieterszoon Coen in onze pamfletten en in onze prac- tyk. En nu kan het best zyn dat de Republikeinen helemaal ongelijk hebben. Dat wil ik trouwens gaar ne geloven, want in het boekje van MIJN levenswijsheid staat een re gel: als twee ruzie hebben, hebben ze beiden ongeluk. En we moeten dus wel iets doe». En de totaliteit van m(jn landgenoten (met uitzon dering van de communisten en dat zijn, vind ik, toch maar akelige mensen, die altijd op orders uit het Kremlin zitten te wachten) kan toch geen ongelyk hebben Wie ben IK, in mijn Engelse hoekje, cm Ik vind het alleen maar jammer, dat mijn- vriendjes onder de gene raals en onder de professoren het al zo lang van te voren wisten, dat de bruintjes op een keer ongelijk zouden hebben en dat we „d'r dus maar op los moesten slaan". Enkel maar een coïncidentie, weet U. Maar U begrijpt ook wel, dat ik als tactvol mens rnaar niet te veel over India moet gaan schrijven. Weer een staaltje van de ouderwet- se nieuwe mode! De stof is bruin- beige gestreept. Let op de lange rok en de grote mof Als de controleurs komen (1) PRIJSBEHEERSING en Prijs- controle. Twee venijnige woor den 'met betekenissen die aan het begrip nachtmerrie doen denken, bezorgen de middenstanders een vaak ongelimiteerde papieren rompslomp en dompelen d$ ont duiker der voorschriften in een voortdurende angst die hem het zaken-doen tot een obsessie maakt. Is bet wonder dat het op de grens van ambtenaren- en zakenwereld soms hard tegen hard gaat, bij de pogingen om elkaar tot alle prijs te overtroe ven? Geen middel wordt dan on beproefd gelaten om de contro leur zand in de ogen te strooien. De ambtenaar echter, door erva ring wijs geworden, weet welk vlees hij in de kuip heeft en wel ke winkelier een dubbele bodem in zijn ziel heeft aangebracht. Schermutselingen kunnen niet uitblijven en soms worden er gevechten geleverd, waarbij har de slagen vallen. Toch zijn er heel wat winkeliers die het met de pnncipen van de geleide eco nomie eens zouden kunnen zijnals de bemoeiingen van de overheid maar niet verder leidden, dan tot de stoep van zijn winkel. Aangezien dat niet het geval is, verzint hij slinksigheden die hem somtijds in de handen doen wrijven als een goedgelovige ambtelijke burger de pen droog houdt. Aan de andere kant zijn het de> CCD-ers en Prijsbeheer- sers die rond de haard verhalen van hun omzwervingen op het economische jachtveld waar soms groot wild te schieten viel. Boekenwijsheid En als ze dan aan de praat ra ken, hoort men alras dat het voor deze minnen der gerechtigheid niet gemakkelijk is. Zij hadden mid '46 een handleiding van veer tien edities, tezamen driehonderd bladzijden met voorschriften, prijs regelingen en tabellen. Dat is het geestelijk wapen, waarmee de strijd wordt aangebonden. En da gelijks men leze er de staats bladen maar op na wordt dit wapen vernieuwd en uitgebreid. In de oorlogsjaren gebeurde het nog wel eens, dat er een Duitse Verwalter door de „Nederlanders" naar voren werd geschoven die de woorden „einsperren" en „Amers foort" zo vooraan in de mond had, Gat de controleur moest afdruipen terwijl de knoeiende „Nederlan der" met zijn Mof over de goede afloop een borrel dronk. Maar die tijd is voorbij en de controleurs konden en kunnen thans met meer autoriteit optreden, ook al werd er meermalen met handge meen gedreigd en kwam men in Erie als bij de Hoekse en Ka beljauwse grenscorrecties met grepen, zeisen en schoppen aan dragen om de gezagsmannen het onderzoek bitter te maken. Het onderzoek is verdeeld over twee groepen van ambtenaren. Do ene groep „behandelt" de fa brikanten, grossiers en impor teurs; de andere gaat op visite bij de kleinhandel, controleert de markten en straathandelaren. Uiteraard grijpen heide dien sten in elkaar, omdat een prijs- overtreding dikwijls voortkomt uit een te hoge inkoopsprijs voor de detaillist. Het onderzoek dat bij de winkeliers begon wordt dan teruggeleid naar grossier en fabri kant. Het is overigens een ont stellend feit hoe weinig winke liers op de hoogte zijn van de voorgeschreven groothandelsprij- (Ingezonden mededeling) zen, waaTdoor zij het goed veel te duur inkopen en bij controle in ds knoei raken. Dit bleek onlangs uit een ingesteld onderzoek naar borstelwerk, waarbii alle bezoch ten in overtreding bleken te zijn. Het zou te ver voeren de opzet der diensten uitvoerig te bespre ken. Beter is het te luisteren naar de heer H. v. Duyn, een van de rechterhanden vajj Prof. Brou wers wel eens hatelijk de Prij- zen-dictator genoemd —oppraat stoel gezeten, vertellend over het wel en wee van de economische diensten. De muis met de staart Typisch is, dat de ene zaak vrij wel altijd een andere na zich sleept. Zo vestigde een onderzoek in een schoenenwinkel de aan dacht op een zwarte auto en ver volgens _op de daarbij behorende zwarte Peter, die veel in het grensgebied verkeerde. Men kwam op die manier achter een uitge breide smokkelhandel. Een ande re handel in zwarte auto's leidde tot de ontdekking van handel in \alse rijvergunningen. Klachten en tips De ambtenaren komen derge lijke zaken op het spoor door het ontvangen van „tips" van gedu peerden. Maandelijks komen er duizenden klachten binnen. In de meeste gevallen worden die klach ten niet uitsluitend individueel bekeken, immers dan zou de dienst handen te kort schieten maar alleen in grote gevallen of in zaken die leiden naar een al gemeen verschijnsel. Het is overi gens typisch dat van de klachten der inzenders op niets uitloopt.-Ook lokt het mensdom vaak zwarte handel uit, door be delend te vragen „alsjeblieft maar zwarte fournituren bij een jas te doen" om daarna met opgestre ken zeil op de opsporingsambtena ren af te stevenen. Een andere bron van inlichtin gen verschaffen de prijzencom- missies, politie enkranten berichten, vooral de advertenties. Overigens zijn er vaak tenden tieuze klachten of onvolledige ge gevens. Zo kwam er b.v. eens een anoniem briefje „gaat U eens kij ken op nummer 20 bij mij in de straat. Daar zitten weer zwarte varkens. Ik kan er niet aanko men Uit het bedrijfsleven zelf komen klachten, terwijl het niet tot de zeldzaamheden behoort, als een ondernemer eens gaat praten met de Prijsbeheersing, om te vertel len dat hij zijn handel geschaad voelt door niet bona-fide branche genoten. De opsporingsdienst heeft ech ter ook een eigen observatie-appa raat, waarmee hij dagelijks op zwarte schimmen loert. Dan nog zijn er de prijzcncom'missies. die zich gaandeweg in een grote populariteit verheugen, en die indien hun eigen adviezen niet worden opgevolgd de grote broer uit Den Haag wel eens te liulp roepen. Zo kan er op succesvolle wijze worden gejaagd op de prijsover- t reders. Het vak van leraar of onderwijzer niet aantrekkelijk meer WANNEER gesproken wordt over rust en orde In de school of over het tegendeel, dan gaan als vanzelfsprekend de gedachten uit naar het gedrag van de leerlingen, hun ordelüke handelswijze, hun rustige arbeid, of wel hun wanordelijk optreden, lawaai en misdragingen. Rust en onrust in de school, dat is voor velen alleen het probleem van de orde, inderdaad bet, moeilijke probleem voor menige onderwijzer cn leraar, maar ook voor zo menig kind. liet is echter de vraag en een vraag die ik hlerbU stel of thans nog de rust en de onrust van de school In de eerste plaats te maken hebben met het gedrag van de kinderen. stel van hogerhand zoveel medewer king zou hebben gekregen als het van de leerlingen heeft ontvangen. Want in dezelfde tijd, dat zij het vermogen bleek tc bezitten zich meer en meer te voegen in het normale schoolleven, bleken de volwassenen daarvan verstoken te zijn. De on rust in de school komt thans van ho gerhand. De onderwijsbegroting staat op het staatsbudget lager genoteerd dan ooit eerder Is voorgekomen. Zo blijven de allernoodzakelijkste voor zieningen achter. De onderwijshervorming blijft uit, het vak van onderwijzer en leraar Is mede daardoor! niet lan ger voor velen aantrekkelijk. Terwijl dc onderwijzers, slinkend in aantal, de schade van een schriele salariëring enigszins inhaalden, bleef voor de leraren een achterstelling bij de rest van het overheidspersoneel i.gcwijzigd zodat er grote ontevre denheid heerst en, vooral in het, den van ons land, er zelfs over sta ken gedacht en gesproken wordt- Voeg daarbij do algemene materiële nood, waarin de school natuurlijk deelt, cn U hebt, het beeld voor U van een onzekerheid, een desorgani satie, een hulpeloosheid, die, zo er gens, zeker hier funest is, waar het gaat om de opvoeding en opleiding van de jonge generatie. Dagelijks wordi het bewijs gele verd. dat deze generatie mits goed geleid, tot prestaties in staat is, die hoop geven voor de toekomst. Dage lijks wordt, helaas, ook bewezen, dat de volwassenen niet in staat zijn de jeugd daarbij de aller noozakelijkste steun te versehatfen. De onrust, die thans door de scholen waart is niet van de moeilijkste en lastige leerlin gen. maar het is de onrust der onop houdelijk gewijzigde roosters, de ge combineerde klassen, de onrust van her voddige materiaal, de vervuilde lokalen, de onzekerheid, bet uitstel. Deze onrust knaagt aan ons onder wijs en is bezig een blijvende schade aan te richten. Dr. J. C. BRANDT CORSTIUS- De gangbare vooretelling van za ken is, dat de eventuele onrust in de school veroorzaakt wordt door leerlingen; het wordt tijd te consta teren, dat hij teweeg gebracht wordt, en steeds veelvuldiger, door dege nen, die de 6chool beheren. Wanneer ik dat zo zeg, bedoel ik niet, dat de leerlingen meer dan vroeger beantwoorden aan het, ge lukkig onbereikbare, ideaal van me nige onderwijzer en menig leraar, noch minder, da» deze laatsten zou den tekort schieten. De kinderen ge dragen zich natuurlijk niet beter dan voorheen. Dat zou, anno 1947, een dubbel wonder zijn. Twee jaren na een periode van desorganisatie op elk gebied! Geen wonder, dat nog lang na de bevrijding het ongeoor loofde schoolverzuim zo groot was, dat men zonder meer ervan kon spreken een halve eeuw te zijn te ruggevallen. Geen wonder, dat het vermogen, zich op het werk te con centreren buitengewoon gering bleek, de netheid minimaal evenals de zorg voor de leermiddelen en de voorwerpen van de klas. Veeleer mag het daarom een won der heten, dat in twee jaren tijds zo veel ten goede is gekeerd. Er blijft vooral in de grote steden na tuurlijk veel te wensen over en men bespeurt nog altijd de ongunstige nawerking van de oorlog. Maar hoe veel is er verbeterd! Zowel ouders als kinderen hebben ten aanzien van de school aan verantwoordelijkheids besef gewonnen. Er wordf reeds minder vernield, minder gespijbeld, zij zijn minder gauw afgeleid, beter in staat in zich op te nemen, het werk wordt netter, het denken orde lijker. Nu dc leerkrachten Maar dan komt tegelijkertijd het teleurstellende besef op, hoeveel meer er met onze kinderen te berei ken zou zijn geweest, indien het her- Ruslands sociale structuur (II) T N 1936 kreeg de Sovjet-Unie een -*■ enigermate liberale grondwet, waarin o.a. de bevoorrechting van de industrie-arbeiders ten opzichte van de boeren werd opgeheven. Hoe sterk in diezelfde tijd de vaderlands liefde aangewakkerd werd, blijkt uit deze twee versregel? uit «en dood gewone amusementsfilm: Als een bruid hebben wy ons vaderland lief. Als onze moeder verdedigen wij het- Deze laatste regel herinnerde er tevens aan, dat bij de grondwet ook het gezinsleven weer hersteld was. Voordien stonden gezinsleven en hu. welijk op een bedroevend laag peil; ter illustratie mogen de volgende cijfers dienen. In 1935 kwamen in de stad Moscou 70.000 geboorten voor, maar 135.000 onderbrekingen van zwangerschap. In Groot-Rusland werden in het jaar 1934 bijna 200 000 (in liet jaar daarvoor 142.000) aan klachten aanhanging gemaakt we gens het niet nakomen van onder houdsplichten; in 80 van deze ge vallen konden de bij een vroegere gelegenheid toegewezen kosten niet worden afgedwongen wegens verre gaande onverschilligheid der betrok ken instanties! Op de gevolgen van deze zeden verwildering behoeft hier niet verder te worden ingegaaD; wij stellen al leen vast, dat de Sowjet-Unie ten- door M. C. TIDEMAN gevolge \an de aanzienlijke daling van het geboortecijfer tot 1936 thans over minder arbeidskrachten kan beschikken dan waarvoor de van nature geweldige bevolkingsaanwas anders zou hebben gezorgd. Daaren boven sneuvelden in de laatste oor log 8 millioen man, stierven er 5 h 6 millioen door honger, tyrannie en ontbering. Is het wonder, dat op het einde van de oorlog de helft der fa brieksarbeiders bestond uit kinderen van 15 en 16 jaar, naast een zeer groot aantal oudere vrouwen? Nu dien^ hierbij niet uit het oog te worden verloren, dat de Sowjet- Unie steeds vele vrouwen heeft te 1914 werk gesteld, zoals uit de volgende cijfers blijkt: werkers 1913 1939 volwassen mannen 62 20 25 vrouwen 27 40 jongeren (onder de 23 jaar) 11 35 k 40 Lagere levensstandaard TIJDENS de oorlog steeg volgens de officiële cijfers het percenta ge vrouwelijke fabrieksarbeiders tot over de 70. Vanzelfsprekend is dit cijfer thans lager, doch gelet op bo vengenoemde factoren, zal he^ wel tussen de 45 en 50 blijven liggen. Hieronder moeten zich dan zeer vele ongetwijfeld meer dan de helft gehuwde rouwen en moeders be vinden. Het percentage vrouwelijke arbeiders in de Sowjet-Unie is na dat van China vermoedelijk het hoogste ter wereld. Ofschoon niet geheel bevredigend, is het *°ch leerzaam deze diagram men uit Dallin's boek naast elkaar te zetten. FEUILLETON PffllHTUiliiLiimuuii|iiimBfffi'ilillllllll.iiaiJliiruiiiir.iiir,ir^>ffwT-n door i een Kaukasische vertelling I M. J. LÊRMONTOF I Vertaling J. A. Ages f oorspronkelijke titel: „Bèla' filiroiaOlimimWnilliHUI«;innilinillimiTli:m;ieiiin:mnimiM 8 „Een ding zal ik mjj nimmer ver geten; de duivel moet me het inge fluisterd hebben om mjj toen wij in het fort waren aangekomen tegenover Gregory Alexandrowitsj te doen herhalen, wat ik gehoord had, toen ik achter de heining had zitten luisteren. Hy lachte en aan de slimme uitdrukking op zjjn ge zicht zag ik, dat hij meteen een plan smeedde". „En wat was dat? U moet het me vertellen!" „Ja, ik geloof, dat daar niets an ders op zit. Ik ben het verhaal zelf begonnen en dan zal ik het moeten beëindigen ook". Ongeveer vier dagen kwam Aza- mat naar het fort gereden. Zjjn ge woonte getrouw ging hy naar Gre gory Alexandrowitsj, die hem alttjd verwende met fraaiigheden. Ik was erbtj. Het gesprek ging over paar den en Petsjorin begon Kazoitsj' draver te loven; hoe nerveus en in telligent hy was en zo schoon als een gems wel. wanneer je hem hoorde was er geen mooier paard op de wereld. De ogen van de jonge Tartaar begonnen te glinsteren. doch Petsjorin deed alsof hy niets merkte; ik trachtte het gesprek af te leiden, maar tenslotte kwam het toch weer op Kazbitsj' paard te recht. En dit proces werd telken male herhaald, wanneer Azamat bij ons kwam. Drie weken later begon ik te merken, dat de knaap bleek was geworden en vermagerd, phy- sieke veranderingen, die men in ro mannetjes met liefde in verband gebracht krijgt. En was het won der?, Eerst veel later vernam ik de op zet van het plan: Gregory Alexan drowitsj had hem zo bewerkt, dat hij in staat was om in het water te springen en tenslotte leiddo Petsjorin het noodlottige gesprek in: „Ik merk, Azamat, dat je ver schrikkelijk verrukt van dat paard bent; maar j(j ziet niet verder, dan je neus lang is. Zeg eens op, wat zou je er voor over hebben, wan neer iemand je het paard bezorg de „Wat hy ook maar zou wensen", antwoordde Azamat. „In dat geval zal ik zorgen, dat je Karagoz krijgt, evenwel, op één voorwaardezweer, dat je die zult nakomen!" „Ik zweer hetmaar gij moet het ook plechtig beloven!" „Goed, ik zweer, dat jij het paard zult bezitten; maar jij moet my er voor je zuster Bëla geven. Karagoz zal haar huweiyksprijs zyn. Ik hoop, dat je voelt voor deze koop". Azamat zweeg. „Staat het je niet aan? Zoals je wilt. Ik dacht, dat je een man was, maar je bent nog een kind; het is nog wel erg vroeg voor jou om een paard te rijden Azamat barstte uit: „Ja, maar mijn vader „Gaat die nooit eens op reis?" „Dat is zo..." „Dus, accoord?" „Accoord", fluisterde Azamat, verbleekt als de dood. „Maar wan neer?" „De eerste keer, wanneer Kaz bitsj hieiheen komt; hij heeft mij beloofd tien schapen te brengen; do rest is mijn zaak. Onthoud het goed Azamat!" En zo kwamen zjj het overeen; waarachtig, het was een vervloek te zaak. Ik zei dat later ook tot Petsjorin, maar hij antwoordde, dat een wild Circassisch meisje zich maar al te gelukkig mocht prijzen een zo aardige echtgenoot te krij gen, als hy was want, in over eenstemming met de zeden van dat land zou hy in elk geval moreel en wettelijk haar man zjjn en daar bij beschouwde hij Kazbitsj als een rover, die vroeg of laat toch ge straft zou moeten worden. Zegt U zelf, wat kon ik daartegen in bren gen. Gregory Alexandrowitsj heeft toen Azamat verteld, dat de vol gende dag Karagoz in zijn handen zou zijn en hy dreigde, dat als hii nu direct, dezelfde avond Bela niet zou hebben, de transactie niet zou doorgaan. Toen Azamat dat hoorde ging hy in galop terug naar zijn dorp. In de avond nam Gregory Alexandro witsj z\Jn wapens en reed het fort uit; hoe zij het voor elkaar ge bracht hebben weet ik niet, maar des nachts kwamen beiden terug en de schildwacht merkte op, dat over Azamats zadel een vrouw lag, ge boeid aan handen en voeten en het hoofd gewikkeld in een Tartaarse doek. „Maar het paard?", vroeg ik de kapitein. „Geduld, geduld, mijn waarde. De volgende dag kwam Kazbitsj vroeg in de ochtend om zijn tien schapen te verkopen. Hy bond zijn paard aan de afrastering vast en-zocht my op. Ik nodigde hem op de thee. want bandiet als hy was bleef hy toch mijn vriend. Wy begonnen over het een en an der te praten, maar plotseling vloog Kazbitsj overeind met ver trokken gezicht. Hy stoof nfcar het venster, doch dat raam zag uit op de binnenplaats. „Wat mankeert je?," vroeg ik hem. „Mijn paard! Mijn paard!" stamelde hij en jc kon zien, dat hy beefde. (Wordt vervolgd). In de eerste plaats valt op. dat de tweede pyramide lager is: nimmer kende het Sowjet-bewind inkomens als in de Tsaren-tijd. Er zijn geen millionnaire van het oude type (deze laatste vier woorden zijn belang rijk!), er is geen Hof. Zelfs de hoog- sten in de Sowjet-maatschappij le ven op een peil lager dan dat van de voormalige kapitalisten uit de mid denklasse in de eerste pyramide. Onderaan valt op dat 7 tot 12 mil lioen hoofd- en handdwangarheiders een beslist lagere levensstandaard „genoten" dan onder het oude re gime ooit voorkwam. Ten derde is de omvang van de ambtenaren-groep in 1940 opmer kenswaard: zij is groter dan die van de vier bovenste groepen in 1914 tezamen. Buiten beschouwing zijn hier gelaten de militairen en de gepensionneerden, waarvan de bete kenis voor de sociale structuur van het Russische volk van minder be lang is. Bunt heeft de leiding Van de vyfde ronde van dc bonds wedstrijden van de K.N.S.B. lulden de uitslagen In de hoofdgroep: Kok-Stumpers 0—1: Wolthuls-Vlnken 0—1; Henneberke-van Mtndeno 'b—',6; Brouwer-Bunt 0—1: afgebroken partijen uit de vierde ronde: Hcnneberke-Stum- pers ij_ 14: van Mlndeno-Wolthuis ij Na de vijfde ronde luidt de stand ln deze groep: 1. Bunt 5 p.; 2. Brouwer 3 p.: 3. Henneberke 2\k plus een afgebr partij: 4. Kok 2M, p.; 6 cn 7 Vinken, van Mtndeno en Stumpers 2 p.; 8. Wolthuis 1 p. plus een afgebr In het intergeallleerde lawntcn- nistournooi dat deze week te Ostende gehouden wordt, hebben van Swol en van Meegeren zich in de tweede ronde geplaatst. Van Swol sloeg Ratllff (Ver Staten) met 6—3, 7—5; van Meegeren sloeg Thibaut (Belglö) met 6—0. 6—1. Plato, zijn betekenis voor onze tyd, door Dr. H. Groot J. M. Meulenhoff, Amster dam 1947. Doordat men tot voor een halve eeuw geleden in Plato vooral de verstandsmens zag, bleef menige passage in zijn werk onduidelijk. Ér werd echter een nieuw licht op deze onverklaarbare plaatsen geworpen door het inzicht, dat de persoon lijkheid van Plato vele tot nu toe onbekende kanten bleek te hebben en dat hy naast zyn rationalisti sche aanleg een sterk eraotioneel- artistieke inslag en een religieus- mystiek gevoel moet bezeten heb ben. Het ligt voor de hand, dat een geest als dr. Groot, natuurphilosoof door studie en zeer gevoelig voor het mystieke, bij uitstek in staat is deze nieuwe opvatting over Pla to te benaderen. Hy laat ons zien welk een levende persoonlijkheid Plato nog is. die ook, of liever ge zegd juist, ons iets te zeggen heeft, omdat door het op het verstande lijke toegespitste denken van onze teehnokratische maatschappy de waarden van bezinning en zelfver dieping nauwelijks meer erkend worden. Daarom richt de schrijver zich tot het grote publiek, waarmee niet gezegd is, dat zyn werk voor Iedere leek zonder meer begrijpelijk is. Enige wy.sgerige scholing is voor de lezer noodzakelijk, ondanks de zeer nuttige en duidelijke phlloso- phische woordenlijst, 'die aan het boek Is toegevoegd. Al is het werk niet In de eerste plaats voor vak- philosophen en klassieke litterato ren bedoeld, toch zullen ook zij deze studie met veel genoegen en gewin lezen, omdat de schrijver toont met deze Plato-interpretatie op de goe de weg te zijn. Misschien zullen zfj wèl enige reserve ln acht nemen tegenover de ver doorgetrokken pa rallellen tussen Plato's denkbeelden en de Indische Yoga-leer. Het is een verheugend verschyn- sel, dat een Nederlander (immers de verdiensten van ons volk op het gebied van de philosophie zyn niet bijzonder groot) met deze studie over een der grootste Europese denkers ls voor den dag gekomen. Dr. v. d. V. Routine domineert in Scheveningen SCHEVENINGEN. Van de acht ge plaatste spelers ln het dames-enkelspel hebben zeven zich tegen de winnaressen van de tweede ronde kunnen handha ven wel een bewJjs dat er nog geen „doorbreken" van de zijde van de Jeugd ls. De enige die het niet kon bolwer ken was mej. Eggersman die een drive duel ln drie sets aflegde tegen mej. Grosveld uit Brabant. In de kwartfinale bleek mej. Cou- querque nog Immer een niet te over winnen tactiek te hebben, dank zij haar afwisseling ln tempa, dank ztf haar variatie in alles. Zij sloeg mevr. Scholten en plaatste zich daardoor ln de halve eindstrijd. In het heren-enkelspel had Krijt de grootste moeite om zijn onzekere spel te doen zegevieren tegen de ovcrmoei- bare en tactisch spelende Toenjes. De verrassing was de overwinning van Lljsen op de geplaatste Dehnert. Met Krijt en Lljsen kwamen Karaten Rinkel en A. Borrcn in de laatste acht. Voornaamste uitslagen: Herenijenkelspel tweede ronde: Ada- ma van Scheltema sl. Dry ver 64. 62; Taminau sl. Marls 62. 75. Derde ronde- Adema v. Scheltema sl. Linck 6—3 64; lH. Beernink sl. Fablus o7, 62. 61: Toentjes sl. Knottenbelt 63, 61: Lysen sl Keuls 63, 62; Taml- nlau sl. Lissauer 62, 63; Ketjes sl. de Roy van Zuidewijn 36. 64. 64; Bosschaart sl. stas 64, 16. 64. Geplaatste spelers tegen winnaar» derde ronde: A. Borren sl. F. Beernink 36. 64; Rinkel sl. Ketjen 6—1. 7—5; Karsten sl. Bosschaart 62. 6—4; Krijt sl. Toen jes 57, 61, 61; LUsen sl. Dehnert 6_3, 6—0. Dames-enkelspel geplaatste speelster» tegen winnaressen tweede ronde: Mej. Grosveld sl. mej. Eggersman 61, 36, 62; mevr. Koopmans sl. mej. Kiek 86, 62; mevr. Lubbers sl. mevr. v. Berkel 26, 63, 63; mej. Hermsen sl. mevr. v. Haagen 6—1, 6—1; mevr. Schmier sl. mej. Broese v. Groenou 7-5. 6—4. Kwart eindstrijd: Mej. Rollln Cou- querque sl. mevr. Scholten 6I, 63. DONDERDAG 21 AUG. Avondprogramma HILVERSUM I: 19.00 Nieuws, 19.15 Amusementsmuz. 19.30 Ac* tueel geluld. 19.45 R.V.D. ant woordt. 20.00 Nieuws. 20.15 Zomer* avondconcert (Mariniers). 21.00 Orgelspel. 21.30 Lezing dr. Schol ten. 21.50 Gram.platen. 22.30 Nieuws. 22.45 Avondoverdenkhig, 23.00 Symph. Avondconcert. HILVERSUM II: 19.00 NevV! Yorkse correspondent. 19.10 Re* portage. 19.35 The Romancers, 20.00 Nieuws. 20.15 Radio Philh. ork. 21.15 Luisterspel: 'n Glas melk 21.55 Orgel. 22.00 „Hy en Zy". 22.30 Metropole ork. 23.00 Nieuws. 23.15» Glen Miller en Frank Sinatra. VRIJDAG 22 AUG. Ochtend- en middagprogramma HILVERSUM I: 8.00 Nieuws, 30.15 Uit het boek der boeken. 10.40 Scalakoor uit Milaan. 11.00 Voor de zieken. 11.35 Als de ziele luistert 11.45 Pop. orgelspel. 12.00 Angelus. 12.03 Boedapest-strijkork. 12.30 Weeroverzicht. 12.33 Harmonie- ork. 12.55 Zonnewyzer. 13.00 Nieuws. 13.15 Welk boek? 13.20 Gram.muz. 13.50 Van man tot man, 14.00 Lichte muz. 14.20 Voor de kin* deren. 15.07 Symph. middagcon cert. 16.30 Solistenparade. 17.15 Mannenkoor. 17.45 Wat het buiten land leest. 18 00 Dinermuziek. 18.3Q Pogr. v. d. Ned. Strijdkrachten. HILVERSUM II: 8.00 Nieuws. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Grain, muz. 9.30 Waterstanden. 9.35 Gram. muz. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de zieken. 10.45 Zangrecital. 11.00 Hawaiian muz. 11.15 Voor* dracht. 11.30 Lichte ork. muziek» 12.00 Spaanse en Zuid-Amerikaan se klanken. 12.30 Sport. 12.35 Sky- masters. 13.00 Nieuws. 13.15 Zigeu ner ork. 13.45 Zwitserse koren. 14.00 Kookkunst. 14.20 Kerkorgel- concert. 15.00 Boekenschouw. 15.20 Debussy. 16.00 Bekende marsen en walsen. 16.30 Voor de jeugd. 17.00 Orgelspel. 17.30 Boyd Bachman. 18.00 Nieuws. 18.30 Amateurs.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2