Alle bedrijven vragen dringend om
arbeidskrachten
B.P.'s volgelingen op
de postzegel
Het weerzien der bergen
PUBLICITEIT: DE GROTE
VERLEIDSTER
Haagse meesters exposeren in Utrechts
Centraal museum
Maar ouderen dan veertig jaar
blijven aan de kant staan...
ten-
terugblik
Op de Alpentoppen, waar
zomer en winter één zijn
Hij liet zich
verleiden
Zaterda» 30 Augustus 1947
3
Veertig jaar! Te oud voor een baan?
„Ik lees de laatste tijd in advertenties, waarin personeel wordt
gevraagd, vrijwel uitsluitend oproepen voor jonge mannen en vrou
wen tot een leeftijd van 30 35 jaar, een heel enkele maal tot 45.
Ouderen schijnen niet meer in aanmerking te komen I newe, daaron
der nog vele gezonde, vitale kerels zijn die naar werk snakken. Er
zijn verscheidene die graag aan de slag willen gaan, die nu in
geestdodend nietsdo langs do straten kuieren, zonder cent op zak,
Waarom kunnen deze arbeiders niet meer aan arbeid komen, terwijl
er toch een schreem nd tekort aan werkkrachten is, vooral voor de
wederopbouw van ons land?"
In deze geest sch of één onzer
abonné's, hiermee een probleem ra
kend, dat inderdaad alle aandacht
verdient.
„Is het inderaad zo, daf werkloze
arbeiders boven de 4~> jaar moeilijk
werk kunnen vinden?"
Deze vraag legden wij voor aan
mr. J. A. Snijders, directeur van het
Gewest. Arbeidsbureau in Utrecht.
En deze moest daa. »p tot zijn spijt,
onomwonden met „Ja" antwoorden.
Meer dan duizend arbeiders boven
deze leeftijd staan momenteel als
„werkzoekenden" ingeschreven,
waarvan er echter velen bij de DUW
zijn. „Maar ook aan deze positie
komf een einde, want volgens de
nieuwe bepalingen mogen in de toe
komst zij, die ouder zijn dan 40 jaar
maximaal een half jaar bij deze
dienst arbeiden, daarna moeten zij
een baan in het particuliere bedrijfs
leven hebben ge\onden ofmoet
er op andere wijze in hun onder
houd worden voorzien, zo vertelde
ons mr. Snijders.
Ongewenste toestanden
„Ik wil U vel verklaren dat
ik het persoonlijk eon hoogst on
gewenste toestand acht dat deze
arbeiders zo weinig kans op
werk hebben", vervolgde hij.
Toen bestormden wij hem met een
reeks vragen: of het loon soms te
hoog is in verband met de prestatie
van deze oudere arbeiders: is hun
arbeidstempo inderdaad veel langza
mer dan dat van jongere werklieden
die dikwijls veel minder ervaring
hebben: is het risico van ziekte en
ongelukken soms te hoog; is een ze
kere onbekendheid met moderne
machines, welke zeker in grote be
dreven gebruikt worden, de oor
zaak van de mindere kans op plaat
sing?
Üit de antwoorden van mr. Snij
ders bleek ons, dat geen dezer moei.
lijkheden van doorslaggevend be
lang is. In het algemeen hangt dat
af van de aard der bedrijven. Wel
speelt de factor „omscholing" een
belangrijke rol: de Tvaring heeft
Nog jong genoeg om te
j werken, maar te oud
I voor'n pensioenregeling
bewezen dat boven 40-jarigen min
der soepel een ander beroep of een
nieuw onderdeel van hun oude vak
aanleren.
Waar de schoen wringt
Tot onze verrassing: blijkt de
schoen elders te wringen, blijkt het
grootste bezwaar voort te spruiten
uitde verbeterde maatschappe
lijke positie der arbeiders. Vele grote
bedrijven hebben nl. voor hun perso
neel een ouderdoms- en weduwen en
wezen-pensioenregeling getroffen,
welke dikwijls bij collectief arbeids
contract met vakorganisaties overeen
gekomen is. Daarin oudere arbeiders
onder te brengen blijkt een finan
ciële onmogelijkheid!
„Er is natuurlijk kans, dat als io
de, hopelijk naaste, toekomst de ou-
derdomsverzekering bij do wet gere
geld is dit bezwaar ondervangen kan
worden. En dat is han. nodig!" zei
mr. Snijders.
Velen van deze oudere werklozen
ontvangen nu uitkeririi van Sociale
ZakenZou het n*ct nv/gelijk en ge
wenst zijn deze uitkeringen als pre
mie op het aannemen van b^ven 45-
•jarige arbeiders (e keren aan die
fiima's welke daartoe bereid zijn?"
vroegen wij,
„Daar zit iets in maar ik vrees,
dat dit in sommige bevallen gevoeld
zou worden als een bevoordeling
van bepaalde bedrijven".
Bij de diamantbewerkers
Wij herinnerden mr. Snijders er
aan, dat voor de oorlog iets derge
lijks geschiedde bij de Amsterdamse
diamantbewerkers, die. voor dat
deze regeling in werking trad. in
massa stempelden. De Amsterdamse
wethouder Douwes opperde toen het
plan de uitkeringen als premie aan
de patroons te betale. opdat deze
de concurrentie met het buitenland
konden opnemen, zo hun arbeiders
aan werk en zichzelf weer aan een
redelijke positie helpend en het be-
Kan bedrijfsleven ze
niet opnemen?
Betrekkelijk jonge arbeiders
zitten in het Park te zonnen,
slenteren langs de straten, lopen
thuis moeder de vrouw in de weg,
vervelen zich Velen zijn er
bij. die graag willen werkendoch
ondanks het schreeuwende tekoH
aan arbeidskrachten kan of wil
het bedrijfsleven ze niet opnemen.
Eén onzer lezers aagde hier
over bij ons zijn nood, zijn drin
gende brief was voor - ns aanlei
ding dit probleem voor te leggen
aan
mr. J. .4. SNIJDERS
directeur van het Gewestelijk Ar
beidsbureau te Utrechtdie gaar
ne bereid bleek ons een uiteen
zetting te geven van de moeilijk
heden bij het plaatsen van deze
oudere krachten.
sJ
roemde Amsterdamse vak voor uit
sterven behoedend. De regeling
werd in grote trekken een succes.
„Ik ontken dat niet", zei mr.
Snijders, „maar daar ging het
•slechts om ongeveer 2000 arbei
ders terwijl bij een landelijke re
geling voor alle boven 45-jarige
werkkrachten het in de tiendui
zenden gaat lopen. Maar het zou
inderdaad toch de moeite waard
zijn een poging in deze richting
te wagon. Trouwens, dit systeem
wordt voor een klein aantal min
der valide arbeider. bij een
Utrechtse firma toegepast. De
patroon betaalt f 0.50 per uur,
de dienst voor Sociale Zaken
past f 0.20 bij."
Misschien is het gewenst dat één
of ander Tweede Kamerlid- over de
mogelijkheden van een dergelijk toe
slag stelsel vragen telt c.an de mi
nister van Sociale Zaken?"
„Het zou inderdaad te proberen
zijn".
Wij hieven nog enige tijd napraten
over de enorme voordelen, indien
deze arbeiders niet meer, in zekere
zin, als uitgeworpenen langs de stra
ten hoefden te zwalken. Onze weder
opbouw zou er enigermate mee ge
diend zijn. de thans werklozen zou
den zich weer volwaardige Neder
landse burgers voelen en niet meer
als vrijwel armlastigen in de maat
schappij staan, vaak afhankelijk van
inwonende of getrouwde kinderen.
Oplossing van dit vraagstuk is in
derdaad van uite-mate {.root belang.
Voor de Zondag
Koemginiie d ag
Looft dc God des hemels,
want Zijne goedertierenheid is
in der eeuwigheid. Zo eindigt de
136e psalm. In die psalm wordt
ons veiteld de geschiedenis van
het volk Israël. Het is een be
wogen geschiedenis, vol van oor
log, onderdrukking, ballingschap,
machtige vijanden, grote ram
pen. Maar elke zin van dit ge-
schied-verhaal eindigt met het
refrein: want Zijne goedertieren
heid is in der eeuwigheid.
Gezegend, wie zó geschiedenis
vermag te schrijven; daar wordt
het verhaal van strijd en leed
een loflied voor de Heer.
Op een andere plaats in dit
nummer zal de persoon van Hare
Majesteit hulde worden ge
bracht. Hier willen wij, als volk
van Nederland, met haar buigep
voor de Koning der koningen en
de geschiedenis van het huis
Oranje en van Koningin Wilhel-
mina, de veelbewogen geschiede
nis van ons volk en land tevens,
trachten ie lezen op het stramien
ran psalm 136: want Zijne goe
dertierenheid is in der eeuwig
heid. Daar lossen zich dc wrede
dissonanten van onze werkelijk
heid op in het stil worden voor
het geduld Gods. In het beurt
gezang der sferen, in des af-
gronds bange kreet ruist de
lofdc lof des Heren, die de
zijnen niet vergeet1
Ds. C. M. van Endt.
We
rzicht
Droogteperiode houdt
voorlopig aan
Het weer in West- en Midden-
Europa wordt nu al weken achter
een beheerst door een uitgebreid
gebied van hoge luchtdruk over de
Britse eilanden en Scandinavië,
waarvan het centrum zich thans
weer over de Noordzee bevindt. Tel
kens opnieuw wordt na een tijde
lijke verzwakking dit maximum ver
sterkt door hogedrukgebieden, die
van Canada uit de Oceaan oversteken
en boven Noorwegen stationnair
worden.
Het merkwaardige van de zomer,
Voor
philatelisten
DE Jamboree te Moisson. in
Frankrijk, de eerste, die na
Wereldoorlog II gehouden werd,
was voor de Franse Posterijen
aanleiding om een speciale
boree.-uitgave te doen verschijnen,
die, zoals zovele vorige, voorzien
was van de afbeelding van de le
lie, het embleem der padvinderij.
De Franse Posterijen zetten hier
mede een goedo gewoonte voort,
want. sinds 1933, toen in Gódóllö
(Hongarije) een grote Jamboree
voor Padvindsters gehouden werd,
waaraan 5000 meisjes, afkomstig
uit 23 verschillende landen, deel
namen, en ter gelegenheid waar
van een serie van 5 postzegels in
d« waarden van 10, 16, 20, 32 en
f) filler werd uitgegeven, heeft
menig land in verband met na
tionale of internationale padvin
dersbijeenkomsten, door middel
van het uitgeven van speciale
emissies, geholpen, doel en stre
ven van Baden Powell's schep
ping zo wijd cn zijd mogelijk be
kend te maken.
Ook de Nederlandse Posterijen
hebben zich in dit opzicht niet
onbetuigd gelaten. Vers in het ge
heugen ligt nog de grote Wereld-
Jamboree m Augustus 1937 te Vo
gelenzang, ter gelegenheid waar
van 3 speciale zegels werden uit
gegeven. dia zonder toeslag ver
kocht werden en die elke verza
melaar, oud of jong. ongetwijfeld
bezit. Ook Nederlands-Indië gaf
toen twee zegcl« uit, echter wèl
met toeslag, nl. ?Vj> 2Yt c. en
12/3 2l/> c. (2 padvinders).
Maar, hebben we het over pad
vinderszegels, dan dient wel in
de eerste plaats Roemenië te
worden genoemd. In 1931, 1932,
1931. 1935 en 1936 zagen tijdens
de regering van koning Carol II
telkens zeer illustratieve series
het licht. Verscheidene malen
prijkt de beeltenis van de mo
narch, klaarblijkelijk zelf een en
thousiast voorstander van de pad
vinderij, op een of meer der ze
gels, terwijl ook 's konings broe
der, prins Nicolaas. in padvin
dersuniform op een der zegels
van de uitgave 1931 voorkomt. De
huidige vorst, Michael, was toen
nog te klein, zodat hij wel is af
gebeeld. maar niet in welpenuni
form. Het meest sprekend zijn
wel de voorstellingen op de uit
gave 1931, waarop naast bovenge
noemde portretten, ook episoden
uit het padvindersvverk zijn afge
beeld, zoals op de 25 b (padvin-
Wel boven de veertig, maar toch willen zij werken
derskamp) 50 b (seiner). 1 L.
(spoor volgen), 2 L. (potje koken).
Vele philatelisten rekenen de
,.Pionier"-uitgave van Rusland
van 1929 ook tot de padvinders
uitgaven. In de zomer van 1929
werd in Rusland de eerste grote
„pionier'-bijeenkomst gehouden,
in verband waarmee twee post
zegels het licht zagen, waarop een
„pionier" voorkomt, die „verza
melen" blaast. De pionier is ge
kleed in een soort padvindersuni
form. De waarden zijn 10 en li
kopeken en de tanding is 12Vz of
10/a 12, voor de 10 kop. echter
ook wel 10 ÏO1/^.
die wij thans beleven, is wel hier
in gelegen, dat het de gebieden'van
hog^ luchtdruk zijn. die het weer
bepalen, terwijl van invloeden door
depressies niets valt waar te ne
men.
Dit wil niet zeggen, dat er over de
Oceaan geen depressies meer voor
komen. Zeer zeker zijn deze er.
maar ze bewegen zich alle ongeveer
van Canada via de Zuidpunt van
Groenland om daarna in de richting
van IJsland en Spitsbergen te ver
dwijnen. Ze zijn dus te Noordelijk
om bij ons het weer te kunnen be
ïnvloeden.
Hot laat zich aanzien, dat het Scan
dinavische maximum voorlopig nog
stand zal houden, waardoor in ons
land het weertype slechts geringe
veranderingen zal ondergaan. Het is
niet. uitgesloten, dat de bewolking
over het algemeen wat zal toene
men.
Des nachts cn in de vroege och
tend zal tengevolge van dc uitstra
ling dikwijls mist of lage bewolking
ontstaan, die meestal snel oplost,
waarna rn de middag tengevolge van
de dageliikse verwarming opnieuw
de bewolking toeneemt.
Het vrij zonnige karakter van het
weer blijft evenwel behouden en de
z.o zeer verlangde regen zal niet val
len. Er kan wel eens hier en daar
een enkel regenbuitje vallen, maai
de neerslaghoeveelheden zullen
daarbij van zo weinig betekenis
zijn, dat van een einde van de
droogteperiode geen sprake is
De aanwijzingen, waarover het in
stituut op dit ogenblik beschikt, zijn
van zodanige aard, dat naar alle
waarschijnlijkheid het droge weer
nog wel tot het midden van de vol
gende week zal voortduren.
Ezeltje rijden langs het strand
van Israels
NA het uitstapje naar de „buite
nissigheden" van de Leie, die
menig eerzaam Utrechter kippevel
van schrik hebben bezorgd, zijn wij
ln het Centraal Museum weer te
rug In ons oude, vertrouwde huis:
dat van de Haagse School en haar
onmiddellijke omgeving. Het pu
bliek dat zich er veilig voelt, niet
geschokt in z'n evenwicht, en dus
een rustig vacantie-genoegcn
smaakt bjj het doorwandelen van
deze galerjj, vergeet waarschijnlijk
weer één ding: dat dezelfde schil
ders, die nu zo goedmoedig inge
lijfd schijnen en ons geen vreemde
hiëroglypen opdringen, indertijd
ook voor revolutionnairen werden
uitgekreten. Men leze er dat aardi
ge boekje van Gerard Brom over
Schrijvers en Schilders maar eens
op na. De oude Alberdingk Thijm
zond z'n banvloeken in de richting
van hen. die het heldhaftige histo
rieschilderij verlieten, de anecdote
versmaadden en de romantiek over
boord gooiden. Weg met die nieuw
lichters. zo luidde het devies. Ary
Scheffer wie kont zijn tranenrij
ke helden en heldinnen nog: zi|n
roemruchte Europese reputatie
heeft niet meer dan een rimpel van
respect nagelaten Kruseman cn
later Alma Tadema, dat waren de
favoriete voorbeelden, die helaas
door éen jonger geslacht van bar.
baren totaal werden veronacht
zaamd.
Potgieter, die dc eigenlijke schil
ders der Haagse School alleen in
hun opkomst gekend heeft hij
stierf in 1870 en de geboorte van
de H.S. wordt gewoonlijk ln 1872
gedateerd heeft toch niet onder
stoelen of banken gestoken, dat hij,
die zo graag de 17e eeuw tot voor
beeld stelde, van de directe navol
gers der oude, genrekunst niets
moest hebben, voor Schotel's zeeën
en Sehelfhout's landschappen eer
bied had, maar pas waarlijk ont
gloeien kon voor ..tooneelcn, der va-
derlandschc geschiedenis ontleend."
En hij noemde maar terstond een
paar gevallen, die hem hoog zaten:
„Fabnéiüs door Oldenbarncvelt
met een beker vereerd P. C.
Hooft aan de dochter van Roemer
Visscher verzen voorlezende."
Zelfs Jozef Israels, die aanvanke
lijk nog wel dc gunst genoot van
Nicolaas Beets en anderen, kon al
neel gauw, toen hij in het vaarwa
ter der impressiomiisten raakte,
geen goed meer doen. Slechts enke
le geavanceerde figuren als cis P.
Weering cn dc Genestet maakten
op deze houding een uitzondering.
De militante Thijm vooral bleef
zijn afwijzende houding tot het eind
toe trouw. Israëls kreeg het ver
wijt, dat zijn donkere partijen on
doordacht waren .volgeschommeld.'
..Men verleert ons., lijnen in de na
tuur te «ien"; er blijft louter ..wol
ligheid" en ..flodderen, groezelig
heid'. De tegenwoordige schilders
behoeven geen hand meer te kun
nen teekenen. Men neemt maar een
weinig vleeskleur.dat dopt men
met een borsteltje op het doek, en
dan heeft men een hand of een
voet, desnoods ook een gezicht".
XJ EBBEN deze opmei-kingen
L A thans weer een schijn van mo
derniteit, de bewonderaars van de
Haagse School zullen vreemd opkij
ken bij het volgende: „Men is. uit
'n verzameling impressionnistische
schilderijen naar buiten tredend,
blij in Gods vrije, heldere natuur
weer eens frisch te kunnen adem
halen en wenscht zich geluk, bil de
gedachte aan zelfmoord niet verder
stil te staan."
Dit laatste werd geschreven in
1883. Toen was Intussen een reeks
van schrijvers aan het groeien, die
de zaken heel anders zou zien; Van
Deyssel, Frans Erens, Jan Veth, v.
Eeden, Ary Prins en Couperus,
kortom de hele vechtlustige bent
van de Nieuwe Gids. Terecht ziet
Brom de beweging van '80 al vóór
'80 beginnen, wijl de schrijvers zich
bij de schilders aansloten. Het feit
snreekt voor zich, dat Jacob Marls
tot de eersten behoorde, die inte
kenden op de Nieuwe Gids. De Ha
genaars vonden het niet nodig, hun
landschap met handelende fjjuren
te stofferen, de N. Gidsers verzet
ten zich stelselmatig tegen elke
strekking waardoor de zuivere toon
in hun werk vervalst zou wor
den. Voordat Van Deyssel. de zoon
van Thijm, hier de leus van l'art
pour l'art verkondigde, hadden dc
schilders die feitelijk al vervuld.
Oscar Wilde heeft eens geschre
ven, dat Turner de natuur, het
lanschap in Engeland had veran
derd. Natuuiyk bedoelde hij. dat de
Engelse schilder zijn landgenoten
totaal anders had leren zien. Een
dergelijke taak in ook de Haagse
Meesters ten deel gevallen. Het was
niet helemaal toeval, dat zij in Den
Haag hun centrum vonden. Het
feit dat de drie Marlssen hier ge
boren werden, heeft daarop natuur
lijk invloed gehad, maar het karak
ter van de stad zelf deed de rest.
De mooie landelijke omgeving
sprak hier nog een belangrijk woord
mee en dan was er een kunsthan
delaar, die oog had voor hun werk
Werken voor de
Amerikaanse markt
Toen de roem ook voor de nieuw
lichters gekomen was, had men de
hulp van die kunsthandel nauwe
lijks meer nodig. De landschappen
en de binnenhuizen kwamen zo in
trek, dat dc schilders het niet meet
bjj konden benen. Amerika kreeg
honger naar „kunst" en de Haagse
School heeft hard moeten produce
ren om het vacuum in dc Nieuwe
Wereld te vullen. Werken van de
Haagse School waren gewoon als
handelsartikelen door een blinde
verzamelsport en een nog blinder
groothandel in magazijnen opgesta
peld, om over alle mogelijke salons
verspreid te worden. „Schaap jes zo
veel als de besteller maar vorderde,
desnoods ter elfder ure nog zo'n
diertje in een hoek er bij geflsnst
tot voldoening van een liefhebber,
binnenhuizen trouw ln dc trant van
beroemde en dus hoog geprijsde
stukken: dc export van deze kost
bare koopwaar bleef altijd beneden
de aanvraag." Daarorrv zo wordt
verteld, had hot onverzadelijko
Amerika geen geduld meer de
scheepsladingen af te wachten en
stuurde het zijn handige landslui
zelf naar Holland, om er echte
„Dutch pictures" te fabriceren bij
dozijnen. Men zou in deze dcvlezen-
arme tijd haast wensen, dat onze
schilders van nu bjj dc harde valu-
talanden even hard in trek kwamen
als toentertijd de vertegenwoordi
gers van de Haagse School. Wij
zouden het dan misschien zelfs zon
der Marshall kunnen doen...
Tot welke commerciële overwe.
gingen men al niet komt bii het be
zichtigen van de tentoonstelling in
het Centraal Museum. Laat ik, om
na dit inleidend stuk een goede
overgang te vinden voor een be
schouwing over de expositie zelf,
nog met een citaat mogen komen
van Plasschaert: „Na do zeventien
de eeuw Is er zeker in Holland geen
tijdperk geweest waarin een kunst
ons land. onze luchten, ons wezen
natuurlijk, weer zo algemeen wlerd
en van groot belang voor onze
geestelijke macht en uitdrukking,
als wat de Haagsche School ge
noemd wordt, met na haar dc Am-
sterdamsrhe."
In minder precieuse bewoordln-
gen heeft mej. G. H Marius het
zelfde bedoeld, toen zij aan het slot
van haar studie over de Hollandse
schilderkunst in do 19e eeuw be
toogde, dat Joh. Bosboom, dat Jo
zef Israels, dat Jacob. Matthlis en
Willem Maris, dat ook Anton Mau
ve en Mesdag in de taak van hun
tijd luisterrijk uitgezegd hebben
datgene, wat in aaneengcslotener
tijden Rembrandt, De Hoogh. Ver
meer en Ruysdael zoo onovertrof.
fen tot aanschouwing brachten- de
grootheid, do rust en het kleurrijke
van hun land en van hun volk"
C. A S.
HENRI FORD:
„Publiciteit, de enige
a/deling waarmee ik
me werkelijk gere
geld bemoeide."
VA CANTIEBELE VENISSEN (II)
5 - -
Hoe vaak heb ik, toen wij in Ne
derland in de benauwenis ver
keerden, en onze dierbare vrijheid
kwijt waren, teruggedacht aan
vreedzamer tijden, toen het inter
nationale verkeer nog niet door de
ellendige deviezenkwestie aan al
lerlei bepalingen en beperkingen
gebonden was en men zonder veel
oponthoud van het éne land in het
andere kon binnenrijden. Dat is he
laas alles anders geworden, maar
toen het zover was, dat de bergen
weer in zicht kwamen, op een stra
lende zonnedag en de besneeuwde
toppen in hun smetteloos wit
blonken tegen de diep-blauwe lucht,
leek een ogenblik alles onwerkelijk
en op de blijde vervulling van een
wensdroom
En daar was dan weer het goede
en trouwe houten huis van onze
vrienden op de heuvel, het naar
Zwitserse trant gebouwde chalet op
het hoogëte punt van het dorp. Als
met vereende krachten de schotten
zijn weggenomen, welke de ven
sters beschut hebben, toen het huis
leeg stond, de ramen wijd geopend
zyn en de luiken opengeslagen, dan
is het alsof wij niet weg geweest
zijn, al die lange en wrede jaren
van oorlog en ongerechtigheid.
Daar is dan weer het wijde uit
zicht over de groene vallei met de
wit gekalkte huizen, met spanen
gedekt, met hoog daarboven uit de
vorstelijke groep van de Mont
Blanc en zyn scherp getande satel
lieten; zomer en winter in één
hand, zoals dat in het bergland is...
Zoek 't „hoger-op"
Vacantie!Het ;s een woord.
dat charme heeft maar men
moet van zyn vrije dagen iets we
ten te maken, dat van blijvende
waarde is. Wie in het bergland
toeft en het klimmen in de benen
heeft, zal daar geen moeite mee
hebben. Elke dag is een feest en
elke dag brengt nieuwe belevenis
sen met zich. De lucht is puur en
verkwikkend, de hoogtezon kan on
genadig branden, maar in de scha
duw is het koel. Wie over een nor
maal hart beschikt en over goede
longen, wie recht van lijf en leden
is, zal het onwillekeurig „hoger-op"
zoeken.
Men zal goed doen met de lich
tere tochten te beginnen. Er zijn
enthousiasten, die te hard van wal
steken, tot eigen schade, maar de
verstandige beginners doen het
langzaam aan. Het is dan al een
hele ondervinding de Flégère op te
gaan. Men heeft er een prachtig
uitzicht en de melk is er romig en
zoet. Het kan zijn, dat de muilezel,
die er vrij rondloopt, brutaal om
een klontje komt bedelen, maar
deze zyn jammer genoeg, schaars
geworden en over dc prijs zullen wij
maar niet spreken!
Ik voel niets voor de tandrad- of
draadzwecfbanen, waarmede men
zich naar boven laat hijsen. Zy tas
ten het natuurschoon aan en zijn
mij té mechanisch. Het is natuurlijk
waar, dat wie de Mont Blanc op
gaat héél wat tyd en moeite wint
als hij van dc téléférique gebruik
maakt. Van 1050 M. brengt deze de
alpinist tot op 2500 M. hoogte, zo
dat men nog slechts een 2300 M. te
klimmen heeft!
Het is geen moeilijke, wèl een
lange tocht, maar het uitzicht, bij
helder weer, loont de moeite.
Op de Mont Blanc
Ik laat het woord aan F. Lom
bard. die in de „Echo des Alpes"
schreef
,,Het grote moment is aangebro
ken. het is geen plateau, maar een
ezelsrug met een opgaande lijn, een
beetje gebogen, lopende van West
naar Oost. die naar ae top leidt. En
hier, vóór ons. liggen de Alpes M&-
ritimes, de bergen van Piemont.
van de Tarentaise. van de kleine
Sint Bernard, dc Iséran en lager
zien wij de vlakten van Lombardije,
de Combin, de Monte Rosa, de Mat-
terhorn (Cervin), de Rhetische Al
pen, de Bernina en meer naar het
Noorden de Bcrner Alpen en naar
het Westen strekken zich de reek
sen toppen uit van de Haute Savoie
tot aan de Jura en het meer van
Genève, om naar de vlakte vaag te
vervloeien. Maar wat vooral de
aandacht trekt zyn de naalden
vlakbij en de schittering der glet-
schers en sneeuwpartijen rondom de
rotsachtige toppen, die zich scherp
tegen de hemel aftekenen: de
Monts Maudits, de grote en kleine
Jorasses, de Aiguilles Blanches, du
Tacul de Aiguille Verte en de Dru,
de Grepon, Blaitière, Grand Char-
moz in een oceaan van blankheid.
Wy zijn hier boven de Bosses du
Dromédaire uit en dc Refuge en
Observatoire Vallot met verder op
de ronde Dóme en de scherpe Ai
guille du Goüter! Als een minia
tuurwereld liggen heel in de diepte
onder ons de dalen van Chamonix
aan de Franse, van Courmayeur
aan de Italiaanse
zijde te dromen
in 't zonlicht
N de grote Amerikaanse steden schuifelen de
4- wandelaars in de straten tussen hemelhoge
muren vol lichtreclame», beschilderd papier, auto
maten en levende beelden. Weldra zal de wondere
iverehl van morgen beginnen, schreeuwt men U
van alle kanten roe: dan gaat alles nog sneller,
eenvoudiger en goedkoper.
De man-in-de-straat heeft nog wat geld ln z(jn
portémonnale en h(j zoekt een voordelige beleg
ging. Maar op de achtergrond loert de fabriek
die juist het geld van de man-in-de-straat nodig
heeft om aan het werk te blijven, om met nieuwe
wonderen te kunnen komen cn om do wereld van
morgen op te bouwen.
Hoe men telkens en telkens weer het (js
van de koude onverschilligheid breekt? Heel een
voudig: publiciteit, het toverwoord van het
kapitalistische bedrijf met zijn eeuwige behoefte
aan geld, geld en nog eeno geld. De fabriek pro
duceert. de publiciteit prijst aan en
dringt op. Het js een kcttlngproccs.
waarin het geloei van de sirenes,
die do arbeiders naar het werk
roept, de eerste, dc reclame de laat-
sto schakel Is!
RECLAME is hier in de U.S.A.
de koningin van het indu
striële leven. Publiciteit is een me
dicijn voor de massa om haar te ge
nezen van de vrees voor al wat
nieuw is en van haar vrees geld uit
te geven voor dingen, die men vol
strekt niet nodig heeft. Psycho
analyse en psychologie spelen er een
grote rol in.
De reclame-manager klaroent z'n
profitieën naar alle windstreken, zo
als destijds de herauten deden als
hun vorst in aantocht was. Geen
enkele fabriek k a n zonder publi
citeit. Geniale vondsten dienen tot
niets als m e n er niet zo van rept
dat de ganse wereld het hoort.
Publiciteit spreekt duizenden ta
len. treft steeds de juiste toon. spie
gelt U toekomstbeelden en mogelijk
heden voor, die een mens in verruk
king brengen. Zij is een dame, d e
grote verleidster.
De oude Henry Ford zei eens:
„Het enige waarmee ik me werke
lijk geregeld bemoei is de publici
teitsafdeling"
In 1919 gaf de Amerikaanse indu
strie 202 milliocn dollar uit aan re
clame in de pers, tv/in tig jaar later
het viervoudige! In 1935 werd er in
totaal aan alle vormen van publici
teit een bedrag van 1 milliard 700
millioen dollar besteed
De reclame volgt hier de arme en
de rijke mens op de voet, lokt hem
naar de tovertuinen van het leven
van morgen. Er bestaat een aparte
strategie, er zyn hele generale sta
ven aan het werk om de arbeider
zowel als de millipnnair het geld uit
de zak te kloppen.
Weken lang bewonderde ik, in
dagbladen en tijdschriften, de zo
prachtig glad geschoren wangen
van dozijnen glimlachende Ame
rikanen: electrisch onthaard En
telkens gleed m'n hand langs
mijn wangen en kin, en ik voel
de iets raspen.
Ik hield het niet langer uit;
vijftien dollar wipten uit mijn
zak ('t was een bevrijding) cn
een electrisch scheermes rijker
holde ik naar m'n hotel om het
te proberen.
Drie dagen later begaf ik mij
mistroostig, met wangen als
rauwe biefstukken, naar dc ver
koper. Opnieuw legde deze mij
geduldig alles uit, daarbij dc ver
zekering gevende dal ik hei heus
wel leren zouO schrale
troost, ik heb het nooit geleerd
en ik blijf mij een achterlijk
wezen voelen temidden van een
zee van vrienden, die me om het
hardst verzekeren dat er niets
boven het electrisch ontharen
van de gelaatshuid gaat,...
Waar een wil is....
Bij gunsige weersgesteldheid heb
ben de gidsen het druk. De Karava
nen gaan dagelijks de Mont Blanc
op. Het is goed. dat op een waar
dige plaats te Chamonix 'n monu
ment aan het feit herinnert, dat
Jacques Balmat degene was, die
voor het eerst de top bereikte. Na
herhaalde, hardnekkige pogingen
gelukte het hem maar in rijn zak
boekje, dat bewaard bleef, las ik
het volgende: De nacht is geval
len, teleurstelling is opnieuw mijn
deel. Een diepe stilte, als van net
graf, omvangt my met een soort
van schrik. Om mijn duistere ge
dachten te verjaren, ben ik gaan
zingen. Myn stem roept geen echo
op. Ik voel mij zó vreemd, zó zwak,
dat zij een mistroostige indruk op
mij maakt. Ik ben bang
Toch heeft hij doorgezet, deze
moedige en hij overwon! Hij is het,
die aan Saussure en Paccard de
juiste weg wees.
Er zijn nu tientallen manieren
om de top te bereiken. Men gaat nu
ook wel zonder gids. Maar menig
maal als ik, voor mijn chalet geze
ten, myn sterke kijker richt op de
hoogste bergtop van Europa, en ik
zie tegen de sneeuw de kleine don
kere figuren der klimmers bewegen
bij de Grands Muiets en op het
Grand Plateau, dan denk ik onwil
lekeurig aan het onbekend gebleven
oud-franso lied, dat door een een
zaam mens (die gedwongen was te
overnachten onder de fonkelende
sterrenhemel en in een bijtende
koude) gezongen werd en zo ooit
een bekend woord bewaarheid
werd. dan is het wel in dit bizon-
dere geval: „Waar een wil is, is een
weg!'7
Otto van Tussenbroek
Er is een zilver
tintelend lijntje:
de Arve en de
Doire. dat zich
kronkelt heel in
de verte
Waarom men koopt
PUBLICITEIT heeft de mensen
zeep en vitaminen leren gebrui
ken, heeft hun de waarde van hy
giëne bijgebracht, speculerend op al
onze emoties, waarbij mogen we
Gallup geloven ydelheid en uiter
lijk vertoon, schijnrykdom, mondain
succes, artistieke faam, ambitie, ro
mantiek, verlangen naar gezond
heid. reinheid, bevrediging van de
romantiek, comfort en veiligheid
een rol spelen.
Waarom men koopt? 28 vindt
het product zo geriefelijk, 36% prijst
de kwaliteit, voor 17 is de duur
zaamheid de voornaamste factor en
19% beroept zich op de economische
waarde.
Duizenden producten, thans in ie
ders hand, bestonden een eeuw ge
leden nog niet. Zy zouden normaal
gegroeid zijn in de normale evolu
tie van de techniek, had de publica
tie niet de periode van de verkoop
offensieven ingeluid. Zij speelt in
Amerika de hoofdrol, verovert de
markt, ja de wereld zelf. Haar grilp-
armen tasten de aardbol af zodanig,
dat Coca-Cola de revanche op Chris-
toffel Columbus is geworden. De
publiciteit effent het terrein voor
filialen in het buitenland en ondcr-
wcrot de mens aan de technische
vorderingen die gemaakt worden:
nuttige zowel als minder nuttige.
ANDRe LABARTHE.
Willy van Hemert, die nog niet
lang geleden met zijn Regenboog
cabaret uit Indië terugkeerde, be
gint op 1 September in het Thea
ter de La Mar te Amsterdam een
serie cabaretvoorstellingen onder
de titel „Huis tuin of keuken", in
„Huis. tuin of keuken", in si-
samen werking met Fien de la Mar,
die hiermede terugkeert tot het
Nederlandse cabaret.