Alle bedrijven vragen dringend om arbeidskrachten B.P.'s volgelingen op de postzegel Het weerzien der bergen PUBLICITEIT: DE GROTE VERLEIDSTER Haagse meesters exposeren in Utrechts Centraal museum Maar ouderen dan veertig jaar blijven aan de kant staan... ten- terugblik Op de Alpentoppen, waar zomer en winter één zijn Hij liet zich verleiden Zaterda» 30 Augustus 1947 3 Veertig jaar! Te oud voor een baan? „Ik lees de laatste tijd in advertenties, waarin personeel wordt gevraagd, vrijwel uitsluitend oproepen voor jonge mannen en vrou wen tot een leeftijd van 30 35 jaar, een heel enkele maal tot 45. Ouderen schijnen niet meer in aanmerking te komen I newe, daaron der nog vele gezonde, vitale kerels zijn die naar werk snakken. Er zijn verscheidene die graag aan de slag willen gaan, die nu in geestdodend nietsdo langs do straten kuieren, zonder cent op zak, Waarom kunnen deze arbeiders niet meer aan arbeid komen, terwijl er toch een schreem nd tekort aan werkkrachten is, vooral voor de wederopbouw van ons land?" In deze geest sch of één onzer abonné's, hiermee een probleem ra kend, dat inderdaad alle aandacht verdient. „Is het inderaad zo, daf werkloze arbeiders boven de 4~> jaar moeilijk werk kunnen vinden?" Deze vraag legden wij voor aan mr. J. A. Snijders, directeur van het Gewest. Arbeidsbureau in Utrecht. En deze moest daa. »p tot zijn spijt, onomwonden met „Ja" antwoorden. Meer dan duizend arbeiders boven deze leeftijd staan momenteel als „werkzoekenden" ingeschreven, waarvan er echter velen bij de DUW zijn. „Maar ook aan deze positie komf een einde, want volgens de nieuwe bepalingen mogen in de toe komst zij, die ouder zijn dan 40 jaar maximaal een half jaar bij deze dienst arbeiden, daarna moeten zij een baan in het particuliere bedrijfs leven hebben ge\onden ofmoet er op andere wijze in hun onder houd worden voorzien, zo vertelde ons mr. Snijders. Ongewenste toestanden „Ik wil U vel verklaren dat ik het persoonlijk eon hoogst on gewenste toestand acht dat deze arbeiders zo weinig kans op werk hebben", vervolgde hij. Toen bestormden wij hem met een reeks vragen: of het loon soms te hoog is in verband met de prestatie van deze oudere arbeiders: is hun arbeidstempo inderdaad veel langza mer dan dat van jongere werklieden die dikwijls veel minder ervaring hebben: is het risico van ziekte en ongelukken soms te hoog; is een ze kere onbekendheid met moderne machines, welke zeker in grote be dreven gebruikt worden, de oor zaak van de mindere kans op plaat sing? Üit de antwoorden van mr. Snij ders bleek ons, dat geen dezer moei. lijkheden van doorslaggevend be lang is. In het algemeen hangt dat af van de aard der bedrijven. Wel speelt de factor „omscholing" een belangrijke rol: de Tvaring heeft Nog jong genoeg om te j werken, maar te oud I voor'n pensioenregeling bewezen dat boven 40-jarigen min der soepel een ander beroep of een nieuw onderdeel van hun oude vak aanleren. Waar de schoen wringt Tot onze verrassing: blijkt de schoen elders te wringen, blijkt het grootste bezwaar voort te spruiten uitde verbeterde maatschappe lijke positie der arbeiders. Vele grote bedrijven hebben nl. voor hun perso neel een ouderdoms- en weduwen en wezen-pensioenregeling getroffen, welke dikwijls bij collectief arbeids contract met vakorganisaties overeen gekomen is. Daarin oudere arbeiders onder te brengen blijkt een finan ciële onmogelijkheid! „Er is natuurlijk kans, dat als io de, hopelijk naaste, toekomst de ou- derdomsverzekering bij do wet gere geld is dit bezwaar ondervangen kan worden. En dat is han. nodig!" zei mr. Snijders. Velen van deze oudere werklozen ontvangen nu uitkeririi van Sociale ZakenZou het n*ct nv/gelijk en ge wenst zijn deze uitkeringen als pre mie op het aannemen van b^ven 45- •jarige arbeiders (e keren aan die fiima's welke daartoe bereid zijn?" vroegen wij, „Daar zit iets in maar ik vrees, dat dit in sommige bevallen gevoeld zou worden als een bevoordeling van bepaalde bedrijven". Bij de diamantbewerkers Wij herinnerden mr. Snijders er aan, dat voor de oorlog iets derge lijks geschiedde bij de Amsterdamse diamantbewerkers, die. voor dat deze regeling in werking trad. in massa stempelden. De Amsterdamse wethouder Douwes opperde toen het plan de uitkeringen als premie aan de patroons te betale. opdat deze de concurrentie met het buitenland konden opnemen, zo hun arbeiders aan werk en zichzelf weer aan een redelijke positie helpend en het be- Kan bedrijfsleven ze niet opnemen? Betrekkelijk jonge arbeiders zitten in het Park te zonnen, slenteren langs de straten, lopen thuis moeder de vrouw in de weg, vervelen zich Velen zijn er bij. die graag willen werkendoch ondanks het schreeuwende tekoH aan arbeidskrachten kan of wil het bedrijfsleven ze niet opnemen. Eén onzer lezers aagde hier over bij ons zijn nood, zijn drin gende brief was voor - ns aanlei ding dit probleem voor te leggen aan mr. J. .4. SNIJDERS directeur van het Gewestelijk Ar beidsbureau te Utrechtdie gaar ne bereid bleek ons een uiteen zetting te geven van de moeilijk heden bij het plaatsen van deze oudere krachten. sJ roemde Amsterdamse vak voor uit sterven behoedend. De regeling werd in grote trekken een succes. „Ik ontken dat niet", zei mr. Snijders, „maar daar ging het •slechts om ongeveer 2000 arbei ders terwijl bij een landelijke re geling voor alle boven 45-jarige werkkrachten het in de tiendui zenden gaat lopen. Maar het zou inderdaad toch de moeite waard zijn een poging in deze richting te wagon. Trouwens, dit systeem wordt voor een klein aantal min der valide arbeider. bij een Utrechtse firma toegepast. De patroon betaalt f 0.50 per uur, de dienst voor Sociale Zaken past f 0.20 bij." Misschien is het gewenst dat één of ander Tweede Kamerlid- over de mogelijkheden van een dergelijk toe slag stelsel vragen telt c.an de mi nister van Sociale Zaken?" „Het zou inderdaad te proberen zijn". Wij hieven nog enige tijd napraten over de enorme voordelen, indien deze arbeiders niet meer, in zekere zin, als uitgeworpenen langs de stra ten hoefden te zwalken. Onze weder opbouw zou er enigermate mee ge diend zijn. de thans werklozen zou den zich weer volwaardige Neder landse burgers voelen en niet meer als vrijwel armlastigen in de maat schappij staan, vaak afhankelijk van inwonende of getrouwde kinderen. Oplossing van dit vraagstuk is in derdaad van uite-mate {.root belang. Voor de Zondag Koemginiie d ag Looft dc God des hemels, want Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid. Zo eindigt de 136e psalm. In die psalm wordt ons veiteld de geschiedenis van het volk Israël. Het is een be wogen geschiedenis, vol van oor log, onderdrukking, ballingschap, machtige vijanden, grote ram pen. Maar elke zin van dit ge- schied-verhaal eindigt met het refrein: want Zijne goedertieren heid is in der eeuwigheid. Gezegend, wie zó geschiedenis vermag te schrijven; daar wordt het verhaal van strijd en leed een loflied voor de Heer. Op een andere plaats in dit nummer zal de persoon van Hare Majesteit hulde worden ge bracht. Hier willen wij, als volk van Nederland, met haar buigep voor de Koning der koningen en de geschiedenis van het huis Oranje en van Koningin Wilhel- mina, de veelbewogen geschiede nis van ons volk en land tevens, trachten ie lezen op het stramien ran psalm 136: want Zijne goe dertierenheid is in der eeuwig heid. Daar lossen zich dc wrede dissonanten van onze werkelijk heid op in het stil worden voor het geduld Gods. In het beurt gezang der sferen, in des af- gronds bange kreet ruist de lofdc lof des Heren, die de zijnen niet vergeet1 Ds. C. M. van Endt. We rzicht Droogteperiode houdt voorlopig aan Het weer in West- en Midden- Europa wordt nu al weken achter een beheerst door een uitgebreid gebied van hoge luchtdruk over de Britse eilanden en Scandinavië, waarvan het centrum zich thans weer over de Noordzee bevindt. Tel kens opnieuw wordt na een tijde lijke verzwakking dit maximum ver sterkt door hogedrukgebieden, die van Canada uit de Oceaan oversteken en boven Noorwegen stationnair worden. Het merkwaardige van de zomer, Voor philatelisten DE Jamboree te Moisson. in Frankrijk, de eerste, die na Wereldoorlog II gehouden werd, was voor de Franse Posterijen aanleiding om een speciale boree.-uitgave te doen verschijnen, die, zoals zovele vorige, voorzien was van de afbeelding van de le lie, het embleem der padvinderij. De Franse Posterijen zetten hier mede een goedo gewoonte voort, want. sinds 1933, toen in Gódóllö (Hongarije) een grote Jamboree voor Padvindsters gehouden werd, waaraan 5000 meisjes, afkomstig uit 23 verschillende landen, deel namen, en ter gelegenheid waar van een serie van 5 postzegels in d« waarden van 10, 16, 20, 32 en f) filler werd uitgegeven, heeft menig land in verband met na tionale of internationale padvin dersbijeenkomsten, door middel van het uitgeven van speciale emissies, geholpen, doel en stre ven van Baden Powell's schep ping zo wijd cn zijd mogelijk be kend te maken. Ook de Nederlandse Posterijen hebben zich in dit opzicht niet onbetuigd gelaten. Vers in het ge heugen ligt nog de grote Wereld- Jamboree m Augustus 1937 te Vo gelenzang, ter gelegenheid waar van 3 speciale zegels werden uit gegeven. dia zonder toeslag ver kocht werden en die elke verza melaar, oud of jong. ongetwijfeld bezit. Ook Nederlands-Indië gaf toen twee zegcl« uit, echter wèl met toeslag, nl. ?Vj> 2Yt c. en 12/3 2l/> c. (2 padvinders). Maar, hebben we het over pad vinderszegels, dan dient wel in de eerste plaats Roemenië te worden genoemd. In 1931, 1932, 1931. 1935 en 1936 zagen tijdens de regering van koning Carol II telkens zeer illustratieve series het licht. Verscheidene malen prijkt de beeltenis van de mo narch, klaarblijkelijk zelf een en thousiast voorstander van de pad vinderij, op een of meer der ze gels, terwijl ook 's konings broe der, prins Nicolaas. in padvin dersuniform op een der zegels van de uitgave 1931 voorkomt. De huidige vorst, Michael, was toen nog te klein, zodat hij wel is af gebeeld. maar niet in welpenuni form. Het meest sprekend zijn wel de voorstellingen op de uit gave 1931, waarop naast bovenge noemde portretten, ook episoden uit het padvindersvverk zijn afge beeld, zoals op de 25 b (padvin- Wel boven de veertig, maar toch willen zij werken derskamp) 50 b (seiner). 1 L. (spoor volgen), 2 L. (potje koken). Vele philatelisten rekenen de ,.Pionier"-uitgave van Rusland van 1929 ook tot de padvinders uitgaven. In de zomer van 1929 werd in Rusland de eerste grote „pionier'-bijeenkomst gehouden, in verband waarmee twee post zegels het licht zagen, waarop een „pionier" voorkomt, die „verza melen" blaast. De pionier is ge kleed in een soort padvindersuni form. De waarden zijn 10 en li kopeken en de tanding is 12Vz of 10/a 12, voor de 10 kop. echter ook wel 10 ÏO1/^. die wij thans beleven, is wel hier in gelegen, dat het de gebieden'van hog^ luchtdruk zijn. die het weer bepalen, terwijl van invloeden door depressies niets valt waar te ne men. Dit wil niet zeggen, dat er over de Oceaan geen depressies meer voor komen. Zeer zeker zijn deze er. maar ze bewegen zich alle ongeveer van Canada via de Zuidpunt van Groenland om daarna in de richting van IJsland en Spitsbergen te ver dwijnen. Ze zijn dus te Noordelijk om bij ons het weer te kunnen be ïnvloeden. Hot laat zich aanzien, dat het Scan dinavische maximum voorlopig nog stand zal houden, waardoor in ons land het weertype slechts geringe veranderingen zal ondergaan. Het is niet. uitgesloten, dat de bewolking over het algemeen wat zal toene men. Des nachts cn in de vroege och tend zal tengevolge van dc uitstra ling dikwijls mist of lage bewolking ontstaan, die meestal snel oplost, waarna rn de middag tengevolge van de dageliikse verwarming opnieuw de bewolking toeneemt. Het vrij zonnige karakter van het weer blijft evenwel behouden en de z.o zeer verlangde regen zal niet val len. Er kan wel eens hier en daar een enkel regenbuitje vallen, maai de neerslaghoeveelheden zullen daarbij van zo weinig betekenis zijn, dat van een einde van de droogteperiode geen sprake is De aanwijzingen, waarover het in stituut op dit ogenblik beschikt, zijn van zodanige aard, dat naar alle waarschijnlijkheid het droge weer nog wel tot het midden van de vol gende week zal voortduren. Ezeltje rijden langs het strand van Israels NA het uitstapje naar de „buite nissigheden" van de Leie, die menig eerzaam Utrechter kippevel van schrik hebben bezorgd, zijn wij ln het Centraal Museum weer te rug In ons oude, vertrouwde huis: dat van de Haagse School en haar onmiddellijke omgeving. Het pu bliek dat zich er veilig voelt, niet geschokt in z'n evenwicht, en dus een rustig vacantie-genoegcn smaakt bjj het doorwandelen van deze galerjj, vergeet waarschijnlijk weer één ding: dat dezelfde schil ders, die nu zo goedmoedig inge lijfd schijnen en ons geen vreemde hiëroglypen opdringen, indertijd ook voor revolutionnairen werden uitgekreten. Men leze er dat aardi ge boekje van Gerard Brom over Schrijvers en Schilders maar eens op na. De oude Alberdingk Thijm zond z'n banvloeken in de richting van hen. die het heldhaftige histo rieschilderij verlieten, de anecdote versmaadden en de romantiek over boord gooiden. Weg met die nieuw lichters. zo luidde het devies. Ary Scheffer wie kont zijn tranenrij ke helden en heldinnen nog: zi|n roemruchte Europese reputatie heeft niet meer dan een rimpel van respect nagelaten Kruseman cn later Alma Tadema, dat waren de favoriete voorbeelden, die helaas door éen jonger geslacht van bar. baren totaal werden veronacht zaamd. Potgieter, die dc eigenlijke schil ders der Haagse School alleen in hun opkomst gekend heeft hij stierf in 1870 en de geboorte van de H.S. wordt gewoonlijk ln 1872 gedateerd heeft toch niet onder stoelen of banken gestoken, dat hij, die zo graag de 17e eeuw tot voor beeld stelde, van de directe navol gers der oude, genrekunst niets moest hebben, voor Schotel's zeeën en Sehelfhout's landschappen eer bied had, maar pas waarlijk ont gloeien kon voor ..tooneelcn, der va- derlandschc geschiedenis ontleend." En hij noemde maar terstond een paar gevallen, die hem hoog zaten: „Fabnéiüs door Oldenbarncvelt met een beker vereerd P. C. Hooft aan de dochter van Roemer Visscher verzen voorlezende." Zelfs Jozef Israels, die aanvanke lijk nog wel dc gunst genoot van Nicolaas Beets en anderen, kon al neel gauw, toen hij in het vaarwa ter der impressiomiisten raakte, geen goed meer doen. Slechts enke le geavanceerde figuren als cis P. Weering cn dc Genestet maakten op deze houding een uitzondering. De militante Thijm vooral bleef zijn afwijzende houding tot het eind toe trouw. Israëls kreeg het ver wijt, dat zijn donkere partijen on doordacht waren .volgeschommeld.' ..Men verleert ons., lijnen in de na tuur te «ien"; er blijft louter ..wol ligheid" en ..flodderen, groezelig heid'. De tegenwoordige schilders behoeven geen hand meer te kun nen teekenen. Men neemt maar een weinig vleeskleur.dat dopt men met een borsteltje op het doek, en dan heeft men een hand of een voet, desnoods ook een gezicht". XJ EBBEN deze opmei-kingen L A thans weer een schijn van mo derniteit, de bewonderaars van de Haagse School zullen vreemd opkij ken bij het volgende: „Men is. uit 'n verzameling impressionnistische schilderijen naar buiten tredend, blij in Gods vrije, heldere natuur weer eens frisch te kunnen adem halen en wenscht zich geluk, bil de gedachte aan zelfmoord niet verder stil te staan." Dit laatste werd geschreven in 1883. Toen was Intussen een reeks van schrijvers aan het groeien, die de zaken heel anders zou zien; Van Deyssel, Frans Erens, Jan Veth, v. Eeden, Ary Prins en Couperus, kortom de hele vechtlustige bent van de Nieuwe Gids. Terecht ziet Brom de beweging van '80 al vóór '80 beginnen, wijl de schrijvers zich bij de schilders aansloten. Het feit snreekt voor zich, dat Jacob Marls tot de eersten behoorde, die inte kenden op de Nieuwe Gids. De Ha genaars vonden het niet nodig, hun landschap met handelende fjjuren te stofferen, de N. Gidsers verzet ten zich stelselmatig tegen elke strekking waardoor de zuivere toon in hun werk vervalst zou wor den. Voordat Van Deyssel. de zoon van Thijm, hier de leus van l'art pour l'art verkondigde, hadden dc schilders die feitelijk al vervuld. Oscar Wilde heeft eens geschre ven, dat Turner de natuur, het lanschap in Engeland had veran derd. Natuuiyk bedoelde hij. dat de Engelse schilder zijn landgenoten totaal anders had leren zien. Een dergelijke taak in ook de Haagse Meesters ten deel gevallen. Het was niet helemaal toeval, dat zij in Den Haag hun centrum vonden. Het feit dat de drie Marlssen hier ge boren werden, heeft daarop natuur lijk invloed gehad, maar het karak ter van de stad zelf deed de rest. De mooie landelijke omgeving sprak hier nog een belangrijk woord mee en dan was er een kunsthan delaar, die oog had voor hun werk Werken voor de Amerikaanse markt Toen de roem ook voor de nieuw lichters gekomen was, had men de hulp van die kunsthandel nauwe lijks meer nodig. De landschappen en de binnenhuizen kwamen zo in trek, dat dc schilders het niet meet bjj konden benen. Amerika kreeg honger naar „kunst" en de Haagse School heeft hard moeten produce ren om het vacuum in dc Nieuwe Wereld te vullen. Werken van de Haagse School waren gewoon als handelsartikelen door een blinde verzamelsport en een nog blinder groothandel in magazijnen opgesta peld, om over alle mogelijke salons verspreid te worden. „Schaap jes zo veel als de besteller maar vorderde, desnoods ter elfder ure nog zo'n diertje in een hoek er bij geflsnst tot voldoening van een liefhebber, binnenhuizen trouw ln dc trant van beroemde en dus hoog geprijsde stukken: dc export van deze kost bare koopwaar bleef altijd beneden de aanvraag." Daarorrv zo wordt verteld, had hot onverzadelijko Amerika geen geduld meer de scheepsladingen af te wachten en stuurde het zijn handige landslui zelf naar Holland, om er echte „Dutch pictures" te fabriceren bij dozijnen. Men zou in deze dcvlezen- arme tijd haast wensen, dat onze schilders van nu bjj dc harde valu- talanden even hard in trek kwamen als toentertijd de vertegenwoordi gers van de Haagse School. Wij zouden het dan misschien zelfs zon der Marshall kunnen doen... Tot welke commerciële overwe. gingen men al niet komt bii het be zichtigen van de tentoonstelling in het Centraal Museum. Laat ik, om na dit inleidend stuk een goede overgang te vinden voor een be schouwing over de expositie zelf, nog met een citaat mogen komen van Plasschaert: „Na do zeventien de eeuw Is er zeker in Holland geen tijdperk geweest waarin een kunst ons land. onze luchten, ons wezen natuurlijk, weer zo algemeen wlerd en van groot belang voor onze geestelijke macht en uitdrukking, als wat de Haagsche School ge noemd wordt, met na haar dc Am- sterdamsrhe." In minder precieuse bewoordln- gen heeft mej. G. H Marius het zelfde bedoeld, toen zij aan het slot van haar studie over de Hollandse schilderkunst in do 19e eeuw be toogde, dat Joh. Bosboom, dat Jo zef Israels, dat Jacob. Matthlis en Willem Maris, dat ook Anton Mau ve en Mesdag in de taak van hun tijd luisterrijk uitgezegd hebben datgene, wat in aaneengcslotener tijden Rembrandt, De Hoogh. Ver meer en Ruysdael zoo onovertrof. fen tot aanschouwing brachten- de grootheid, do rust en het kleurrijke van hun land en van hun volk" C. A S. HENRI FORD: „Publiciteit, de enige a/deling waarmee ik me werkelijk gere geld bemoeide." VA CANTIEBELE VENISSEN (II) 5 - - Hoe vaak heb ik, toen wij in Ne derland in de benauwenis ver keerden, en onze dierbare vrijheid kwijt waren, teruggedacht aan vreedzamer tijden, toen het inter nationale verkeer nog niet door de ellendige deviezenkwestie aan al lerlei bepalingen en beperkingen gebonden was en men zonder veel oponthoud van het éne land in het andere kon binnenrijden. Dat is he laas alles anders geworden, maar toen het zover was, dat de bergen weer in zicht kwamen, op een stra lende zonnedag en de besneeuwde toppen in hun smetteloos wit blonken tegen de diep-blauwe lucht, leek een ogenblik alles onwerkelijk en op de blijde vervulling van een wensdroom En daar was dan weer het goede en trouwe houten huis van onze vrienden op de heuvel, het naar Zwitserse trant gebouwde chalet op het hoogëte punt van het dorp. Als met vereende krachten de schotten zijn weggenomen, welke de ven sters beschut hebben, toen het huis leeg stond, de ramen wijd geopend zyn en de luiken opengeslagen, dan is het alsof wij niet weg geweest zijn, al die lange en wrede jaren van oorlog en ongerechtigheid. Daar is dan weer het wijde uit zicht over de groene vallei met de wit gekalkte huizen, met spanen gedekt, met hoog daarboven uit de vorstelijke groep van de Mont Blanc en zyn scherp getande satel lieten; zomer en winter in één hand, zoals dat in het bergland is... Zoek 't „hoger-op" Vacantie!Het ;s een woord. dat charme heeft maar men moet van zyn vrije dagen iets we ten te maken, dat van blijvende waarde is. Wie in het bergland toeft en het klimmen in de benen heeft, zal daar geen moeite mee hebben. Elke dag is een feest en elke dag brengt nieuwe belevenis sen met zich. De lucht is puur en verkwikkend, de hoogtezon kan on genadig branden, maar in de scha duw is het koel. Wie over een nor maal hart beschikt en over goede longen, wie recht van lijf en leden is, zal het onwillekeurig „hoger-op" zoeken. Men zal goed doen met de lich tere tochten te beginnen. Er zijn enthousiasten, die te hard van wal steken, tot eigen schade, maar de verstandige beginners doen het langzaam aan. Het is dan al een hele ondervinding de Flégère op te gaan. Men heeft er een prachtig uitzicht en de melk is er romig en zoet. Het kan zijn, dat de muilezel, die er vrij rondloopt, brutaal om een klontje komt bedelen, maar deze zyn jammer genoeg, schaars geworden en over dc prijs zullen wij maar niet spreken! Ik voel niets voor de tandrad- of draadzwecfbanen, waarmede men zich naar boven laat hijsen. Zy tas ten het natuurschoon aan en zijn mij té mechanisch. Het is natuurlijk waar, dat wie de Mont Blanc op gaat héél wat tyd en moeite wint als hij van dc téléférique gebruik maakt. Van 1050 M. brengt deze de alpinist tot op 2500 M. hoogte, zo dat men nog slechts een 2300 M. te klimmen heeft! Het is geen moeilijke, wèl een lange tocht, maar het uitzicht, bij helder weer, loont de moeite. Op de Mont Blanc Ik laat het woord aan F. Lom bard. die in de „Echo des Alpes" schreef ,,Het grote moment is aangebro ken. het is geen plateau, maar een ezelsrug met een opgaande lijn, een beetje gebogen, lopende van West naar Oost. die naar ae top leidt. En hier, vóór ons. liggen de Alpes M&- ritimes, de bergen van Piemont. van de Tarentaise. van de kleine Sint Bernard, dc Iséran en lager zien wij de vlakten van Lombardije, de Combin, de Monte Rosa, de Mat- terhorn (Cervin), de Rhetische Al pen, de Bernina en meer naar het Noorden de Bcrner Alpen en naar het Westen strekken zich de reek sen toppen uit van de Haute Savoie tot aan de Jura en het meer van Genève, om naar de vlakte vaag te vervloeien. Maar wat vooral de aandacht trekt zyn de naalden vlakbij en de schittering der glet- schers en sneeuwpartijen rondom de rotsachtige toppen, die zich scherp tegen de hemel aftekenen: de Monts Maudits, de grote en kleine Jorasses, de Aiguilles Blanches, du Tacul de Aiguille Verte en de Dru, de Grepon, Blaitière, Grand Char- moz in een oceaan van blankheid. Wy zijn hier boven de Bosses du Dromédaire uit en dc Refuge en Observatoire Vallot met verder op de ronde Dóme en de scherpe Ai guille du Goüter! Als een minia tuurwereld liggen heel in de diepte onder ons de dalen van Chamonix aan de Franse, van Courmayeur aan de Italiaanse zijde te dromen in 't zonlicht N de grote Amerikaanse steden schuifelen de 4- wandelaars in de straten tussen hemelhoge muren vol lichtreclame», beschilderd papier, auto maten en levende beelden. Weldra zal de wondere iverehl van morgen beginnen, schreeuwt men U van alle kanten roe: dan gaat alles nog sneller, eenvoudiger en goedkoper. De man-in-de-straat heeft nog wat geld ln z(jn portémonnale en h(j zoekt een voordelige beleg ging. Maar op de achtergrond loert de fabriek die juist het geld van de man-in-de-straat nodig heeft om aan het werk te blijven, om met nieuwe wonderen te kunnen komen cn om do wereld van morgen op te bouwen. Hoe men telkens en telkens weer het (js van de koude onverschilligheid breekt? Heel een voudig: publiciteit, het toverwoord van het kapitalistische bedrijf met zijn eeuwige behoefte aan geld, geld en nog eeno geld. De fabriek pro duceert. de publiciteit prijst aan en dringt op. Het js een kcttlngproccs. waarin het geloei van de sirenes, die do arbeiders naar het werk roept, de eerste, dc reclame de laat- sto schakel Is! RECLAME is hier in de U.S.A. de koningin van het indu striële leven. Publiciteit is een me dicijn voor de massa om haar te ge nezen van de vrees voor al wat nieuw is en van haar vrees geld uit te geven voor dingen, die men vol strekt niet nodig heeft. Psycho analyse en psychologie spelen er een grote rol in. De reclame-manager klaroent z'n profitieën naar alle windstreken, zo als destijds de herauten deden als hun vorst in aantocht was. Geen enkele fabriek k a n zonder publi citeit. Geniale vondsten dienen tot niets als m e n er niet zo van rept dat de ganse wereld het hoort. Publiciteit spreekt duizenden ta len. treft steeds de juiste toon. spie gelt U toekomstbeelden en mogelijk heden voor, die een mens in verruk king brengen. Zij is een dame, d e grote verleidster. De oude Henry Ford zei eens: „Het enige waarmee ik me werke lijk geregeld bemoei is de publici teitsafdeling" In 1919 gaf de Amerikaanse indu strie 202 milliocn dollar uit aan re clame in de pers, tv/in tig jaar later het viervoudige! In 1935 werd er in totaal aan alle vormen van publici teit een bedrag van 1 milliard 700 millioen dollar besteed De reclame volgt hier de arme en de rijke mens op de voet, lokt hem naar de tovertuinen van het leven van morgen. Er bestaat een aparte strategie, er zyn hele generale sta ven aan het werk om de arbeider zowel als de millipnnair het geld uit de zak te kloppen. Weken lang bewonderde ik, in dagbladen en tijdschriften, de zo prachtig glad geschoren wangen van dozijnen glimlachende Ame rikanen: electrisch onthaard En telkens gleed m'n hand langs mijn wangen en kin, en ik voel de iets raspen. Ik hield het niet langer uit; vijftien dollar wipten uit mijn zak ('t was een bevrijding) cn een electrisch scheermes rijker holde ik naar m'n hotel om het te proberen. Drie dagen later begaf ik mij mistroostig, met wangen als rauwe biefstukken, naar dc ver koper. Opnieuw legde deze mij geduldig alles uit, daarbij dc ver zekering gevende dal ik hei heus wel leren zouO schrale troost, ik heb het nooit geleerd en ik blijf mij een achterlijk wezen voelen temidden van een zee van vrienden, die me om het hardst verzekeren dat er niets boven het electrisch ontharen van de gelaatshuid gaat,... Waar een wil is.... Bij gunsige weersgesteldheid heb ben de gidsen het druk. De Karava nen gaan dagelijks de Mont Blanc op. Het is goed. dat op een waar dige plaats te Chamonix 'n monu ment aan het feit herinnert, dat Jacques Balmat degene was, die voor het eerst de top bereikte. Na herhaalde, hardnekkige pogingen gelukte het hem maar in rijn zak boekje, dat bewaard bleef, las ik het volgende: De nacht is geval len, teleurstelling is opnieuw mijn deel. Een diepe stilte, als van net graf, omvangt my met een soort van schrik. Om mijn duistere ge dachten te verjaren, ben ik gaan zingen. Myn stem roept geen echo op. Ik voel mij zó vreemd, zó zwak, dat zij een mistroostige indruk op mij maakt. Ik ben bang Toch heeft hij doorgezet, deze moedige en hij overwon! Hij is het, die aan Saussure en Paccard de juiste weg wees. Er zijn nu tientallen manieren om de top te bereiken. Men gaat nu ook wel zonder gids. Maar menig maal als ik, voor mijn chalet geze ten, myn sterke kijker richt op de hoogste bergtop van Europa, en ik zie tegen de sneeuw de kleine don kere figuren der klimmers bewegen bij de Grands Muiets en op het Grand Plateau, dan denk ik onwil lekeurig aan het onbekend gebleven oud-franso lied, dat door een een zaam mens (die gedwongen was te overnachten onder de fonkelende sterrenhemel en in een bijtende koude) gezongen werd en zo ooit een bekend woord bewaarheid werd. dan is het wel in dit bizon- dere geval: „Waar een wil is, is een weg!'7 Otto van Tussenbroek Er is een zilver tintelend lijntje: de Arve en de Doire. dat zich kronkelt heel in de verte Waarom men koopt PUBLICITEIT heeft de mensen zeep en vitaminen leren gebrui ken, heeft hun de waarde van hy giëne bijgebracht, speculerend op al onze emoties, waarbij mogen we Gallup geloven ydelheid en uiter lijk vertoon, schijnrykdom, mondain succes, artistieke faam, ambitie, ro mantiek, verlangen naar gezond heid. reinheid, bevrediging van de romantiek, comfort en veiligheid een rol spelen. Waarom men koopt? 28 vindt het product zo geriefelijk, 36% prijst de kwaliteit, voor 17 is de duur zaamheid de voornaamste factor en 19% beroept zich op de economische waarde. Duizenden producten, thans in ie ders hand, bestonden een eeuw ge leden nog niet. Zy zouden normaal gegroeid zijn in de normale evolu tie van de techniek, had de publica tie niet de periode van de verkoop offensieven ingeluid. Zij speelt in Amerika de hoofdrol, verovert de markt, ja de wereld zelf. Haar grilp- armen tasten de aardbol af zodanig, dat Coca-Cola de revanche op Chris- toffel Columbus is geworden. De publiciteit effent het terrein voor filialen in het buitenland en ondcr- wcrot de mens aan de technische vorderingen die gemaakt worden: nuttige zowel als minder nuttige. ANDRe LABARTHE. Willy van Hemert, die nog niet lang geleden met zijn Regenboog cabaret uit Indië terugkeerde, be gint op 1 September in het Thea ter de La Mar te Amsterdam een serie cabaretvoorstellingen onder de titel „Huis tuin of keuken", in „Huis. tuin of keuken", in si- samen werking met Fien de la Mar, die hiermede terugkeert tot het Nederlandse cabaret.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3