DE ZWARTE KUNST LEEFT NOG NATUURKRACHT AANBANDEN Zuster Hoogterp en zuster Schenk Zuigelingenzusters van 't Groene Kruis Ook in Engeland werkt een atoomenergiemachine Twee, die er zijn mogen Onafscheidelijke vriendinnen Nieuwspalet Kolenbranders houden een oeroud Veluws bedrijf in ere Simpel stenen bouwsel Zaterdag 13 December 1947 3 Kent U ze wel? Hiermede vervolgen vrij ome serie artikelen over beken de en onbekende personen uit ons aller omgeving Hoe vele kinderen hebben aan haar hun gezondheid te danken? In de zomer ziet men ze in haar blauw katoenen jurk met wit schort, in de winter hebben ze daar overheen een donkere mantel aangetrokken, maar steeds dragen ze de blauwe ver- pleegsterskap met wapperende sluier, waar men ze reeds in de verte aan herkent. Het zijn Zuster Hoogterp en Zuster Schenk, de twee zuige lingenverpleegsters* van het Groene Kruis te Amersfoort. In ^e hitte van de zomerdagen en door de sneeuwstormen van de winter kan men ze zien fietsen door de stad, in het centrum en in de buitenwijken, 's morgens in de vroegte en 's ?,vonds laat, daar waar het werk hen roept. moet onder medisch toezjcht gezond opgroeien. Soms is er controle van een arts. of is het gezin Katholiek en prefereert het dus hulp van het Wit-Gele Kruis. In de andere ge vallen dringen de zusters er op aan naar het consultatiebureau van Dr. Frijlink te komen. Meestal zien de moeders dan de grote betekenis daarvan in-en worden ze bezoek sters van het consultatiebureau. Meteen blijkt de «zusters bij zo'n bezoek, waar ze no£ 'af en toe of waar ze voorlopig geregeld moeten terugkomen om te helpen. Vaak moeten ze ook moeders bezoeken om te controleren of ze wel doen wat de dokter zegt en soms moeten ze moeders, die eten paar keer niet op het bureau zijn geweest, aan manen haar bezoeken, in het belang van het kind. te hervatten. 1 Zuster Hoogterp met een tweeling van anderhalf jaar. mede dank zij haar goede zorgen tot nog toe gezond op gegroeid. (foto Stakenburg) WlAT het werk is van de zuige- v lingenzusters? Men moet dat van dichtbij meegemaakt hebben om het volkomen te kunnen besef fen. Ze verlenen hulp, ze geven practische adviezen, maar vooral ze geven morele steun. Zuster Hoog terp en zuster Schenk zijn allebei schatten van vrouwen. Als haar „Moeder, hoe gaat het er mee" dooi de .gang schalt, dan fleurt een zor gelijk vrouwengezicht op. dan wordt er gauw een stoel aangeschoven, dan komen de verhalen over de baby los en daarbij niet zelden ook de tranen. De zuster luistert rustig, ze begrijpt, ze voelt mee, maar ze is niet sentimenteel. Ze is flink. „Kom, zo gauw niet de moed ver liezen. Laten we maar eens gaan kijken." En dan wordt er gehan deld. En duchtig ook. Als de zuster vertrekt, ligt* het kind helder gewassen en lekker gepoederd in het wiegje, heeft het gedronken, valt het tevreden in slaap. De moeder is opgelucht. Ja, ze zal van de week naar het consultatiebureau van Dr. Frijlink (voor het Wit- Zuster Schenk iveegt op het consul tatiebureau een babi/. „In de wijk" heeft zij daartoe een transportabele weegschaal bij zich. Ze iveegt het kind véór en na de voeding en kan zo nagaan hoe veel het kind gedronken heeft. (foto Stakenburg) Gele Kruis is het Dr. Drukker) gaan. Of ze kan nog niet met het kind buiten, maar morgen of in andere gevallen vanmid dag al, komt de zuster terug. Of ze zal het advies van de zuster opvolgen om de dokter te waar schuwen. Van wieg tot wieg Zo fietsen zuster Schenk en Zus ter Hoogterp van de ene moeder naar de andere, buigen ze zich nu over die dan over dezo wieg. Niet overal is veel werk te doen. Vaak kan volstaan worden met het ma ken van een afspraak voor het con sultatiebureau, waar de zusters bei den assisteren. Maar dikwijls moet er aangepakt, soms ingegrepen wor den. Zo weten wij hoe een der zus ters een vroeg geboren kindje, dat niet drinken wilde, met eindeloos geduld zó ver kreeg, dat het voedsel aannam, toen de moeder de hoop al bijna had verloren. Eerst ging het langzaam, steeds ging het beter en het kind groeide gezond op. Hoe zou het gegaan zijn als de zuster niet had ingegrepen? Daarin verdiept men zich liever niet Niet nodig Weet l>. dat iedere jonge moeder in Amersfoort doof écn der beide zusters woi^lt bezocht? Elke week krijgen ze een opgave van de jong geborenen, meestal ongeveer dertig per week (er is een tijd geweest, na de bevrijding, dat het er omstreeks veertig waren, maar thans is het aantal weer tot even boven het ge wone gemiddelde gedaald)'. De zus ters verdelen onderling de adressen en dan trekken ze er heen. Soms worden ze niet eens binnen gelaten, maar met een „Wij doen aan zulke dingen niet" afgescheept, zoals de bakker met een „vandaag niet nodig". Maar meestal is de ontvangst har telijk, want bijna iedere jonge moe der. wil graag haar kindje laten zien. Wat voor controle De eerste vraag-js altijd: „En moe der, wat hebt U voor controle?'' Want daar gaat het om. De baby Consultatie- bureaux Groene Kruis (Dr. Frijlink) V alkestraat 11, Maandag van 3—4 uur. Woensdag» van 10'11 uur. Soesterkwarticr (gebouw Irene) Donderdag van 2.303.30 uur. Leusdertveg (Nutsgcbouw nabij de RöntgcnstraatDonderdag van 10—11 uur. Wjt Gele. Kruis (Dr. Drukker) Soesterkwarticr (P. Borstraat) Dinsdag 1011 uur. Leusdcrkwartier (hoek Verhoe- venstraat) Donderdag 10—11 uur. Stad (Nieuwstraat 24) Vrijdag 34 uur en een maal per maand Zaterdag 1011 uur. Poppenkast: Er zijn waarachtig nog men sen, die vragen waarvoor „die hele poppenkast" van zuigelin genverzorging nodig is. „Ik ben ook zonder die heisa groot ge worden". zei ons laatst een be jaarde vrouw. Maar zij vroeg zich niet af. hoeveel van haar leeftijdgenootjes destijds vroeg tijdig („aan stuipen" zei men toen maar) zijn gestorven, hoe veel t.b.c. zijn geworden, hoe veel Engelse ziekte hebben ge had, enz. De zuigelingensterfte in ons land is veel minder dan. vroeger, zelfs zó laag. dat wij in dit opzicht in- de wereld onge veer aan de spits staan. De -medische verzorging in het algemeen, de zuigelingenzorg in het bijzonder en de opvoedende kracht, die daarvan uitging, hebben dit be reikt. Wie zijn kind de zuigelingen zorg onthoudt omdat het „toch wel goed groeit" (hoe kan een leek dit beoordelen? Laten wij ons niets ver beelden!) handelt onverantwoorde lijk tegenover het. kind en het gezin. Dit de mensen aan hft verstand te- brengen is misschien de belang rijkste taak van de zusters Hoogterp en Schenk, die behalve Krachtdadige helpsters ook lieve vriendinnen en verstandige, tactvolle opvoedsters zijn. Als U en ik Verder zijn het gewone mensen, zoals U en ik. Ze zullen ook haar fouten en gebreken hebben, als elk ander. Maar in ieder gevalu zult het wel bemerkt hebben koeste ren wij voor deze beide vrouwen een zeer grote bewondering. Zuster Hoogterp en Zuster Schenk zijn van haar jeugd af vriendinnen. Ze heb ben grotendeels samen gestudeerd (ze zijn behalve gewoon verpleeg ster. ook wijkverpleegster en kraamverpleegster) en ze hebben tenslotte in Amersfoort een geza- menluke funcfie gekregen. Zuster Hoogterp werkt hier nu veertien, Zuster Schenk acht jaar. Begrijpt U, dat ze bijna alle moeders van de stad kennen? (de vaders kennen ze ook, maar ze weten alleen niet al tijd bij welke moeders ze horen). Eenmaal hebben ze een drieling verzorgd: „Het was in de Ampère straat bij een heel, klein vrouwtje." Beide zusters wérken niet alleen gezamenlijk (dat>wil zeggen dat ze onder toezicht van het bestuur on derling het werk verdelen) maar ook wónen ze samen. Ze gaan graag met z'n tweeën naar een goed to neelstuk of een lezing, of verdiepen zich in een goed boek als het werk dat toestaat. &e houden van haar werk, maar ze houden ook van el kaar Als men zuster Hoogterp spreekt, zegt ze in alle ernst: „Ach. aan mii ontbreekt veel. maar zus ter Schenk is een schatHetzelfde vertelt u enkele dagen later in Zuster Hoogterp (rechts) en Zuster Schenk. Zó, op de flets, kent leder in Amersfoort ze. (foto Stakenburg) even grote ernst zuster Schenk over zuster Hoogterp. Kan men zich een beter samen gaan van twee vrouwen met een belangrijke sociale taak denken? Amersfoort mag zich gelukkig prij zen. dat een groot deel van zijn allerjongste burgers aan de zorgen van dit tweetal is toevertrouwd. Bijstand bij ziekte Nog niet iedereen £en( de ar beid van het GROENE KRUIS (en van het- WIT-GELE KRUIS, dat ongeveer hetzelfde in katho lieke kringen doet). De Kruisver enigingen verlenen bijstand in ge zinnen, waar ziekte heerst, stellen hulpmiddelen ter beschikking, die de verzorging van de zieke th^/s mogelijk maken of vergemakkelij ken. Behalve de twee zuigelingen- zusters zijn aan het Groene Kruis te Amersfoort twee wijk-kraamver zorgsters verbonden, vier wijk- ziekenverpleegsters en zeven ge zinsverzorgsters. dames, die de huishoudingen regelen, waar moe der ziek is: Voorts is er nog een9 opleiding tot kraamverzorgster aan het Groene Kruis verbonden. Bleekemolen. de Amsterdam- sche N.S.B.-begrafenisondernëmer. die gefusilleerde Nederlanders zon der piëteit in de duinen bij Over- veen „ter aarde bestelde" is tot 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De eis luidde 15 jaar. Het telegraafverkeer mét ge heel Duitschland is voor het pu bliek weer opengesteld. «f» Op Schiphol arriveerde het ze ventiende en tevens laatste toestel van de serie „"Lockheed Constella tion", die de K.L.M. heeft besteld. Dank z\i deze aanwinst is de K.L.M. thans de grootste maatschappij van Europa. Voor een bokking mag in het vervolg ten hoogste negen cent worden gerekend; voor een gebak ken haring echter 11 cent per stuk. De verkoopprijs uitgesneden bok king is vastgesteld-op 35 cent per 100 gram. Op een open plek tussen de bossen van de Stakenberg by Elspeet, daar vond lk de Schuurkamps, de laatste houtskoolbranders van de Veluwe. Ze zaten neer ln hun eenvoudige \an planken opgetrokken hut. De ene helft was ingericht als woonruimte, de andere diende voor slaapplaats. Een kacheltje stond gloeiend rood, er bovenop een grote pan met gestampte aardappelen en zuurkool. Een der gast heren nam een grote lepel, roerde wat in de vette stamppot, nam een paar borden en. kwakte er een portie op. Er waren juist borden ge noeg voor dc houtskoolbranders; dan voor de gast het deksel van de pan maar. Onder het naar binnenwerken van „het prakje" spraken we over koetjes en kalfjes, en al pratende keek ik door do nauwe deuropening naar het mooie schouwspel, dat zich op dc uitgestrekte heidevlakte, omzoomd door dennenbos, afspeelde. dat in de omgeving gevonden wordt, 't Is meestal hout, dat onge schikt is voor z.g. mynhout. Krom me en rechte stukken en ook wel stobben worden gebruikt. Wat een vakmanschap is hiervoor nodig om de ongeveer 30 m* hout met een gewicht van circa 21.000 kg. zo op te stapelen, dat het niet in elkaar valt. En dat tot een-hoogte van on geveer drie meter, met een schacht in 't midden. Dan worden plaggen aangevoerd en de meiier wordt hiermee bedekt. Ten slotte wordt alleg afgedekt met een laag zand van ruim 50 cm. Bovenop de „hoop" wordt over de ingang van de schacht een ring ge legd en over het gat in deze ring een yzeren plaat. Hierop komt een deksel, dat dc schacht geheel afsluit. Brandhout wordt nu aangevoerd en de schacht er mee gevuld. Van boven wordt de brand er ingestoken, nadat eerst onder in de meiier luchtgaten ge maakt zijn. Van boven naar beneden De luchtgaten bevinden zich eerst boven in de meiier. Maar met de Voortgang van het verkolingsproces de houts koolbrander kan dit proces van uur tot uur volgen worden ook de gaten naar beneden ver plaatst. De brander moet hier- Rook stijgt op uit .kunstig gebouwde meiiers Tien tot twaalf kunstig opge bouwde en met plaggen en zand be dekte houthopen, stootten rook- massa's uit. Een geur van teer ver spreidde zich in het rond. Het rode avondlicht verbond zich met de op stijgende rookwolken en even fan taseerde ik dat een kafferdorp er byna net zo uit moet zien. Het „oerwoud" vormde een machtig décor. Kafferkralen*Ja hier mede konden de kunstig opge bouwde houthopen het beste verge leken worden. Het op de juiste manier bou wen van deze houthopen, de' meiiers is het grote geheim van de kólenbranders. Een ge heim dat een familiegeheim - werd. Het ging van vader op zoon over. En ze halen er geen vreemden by. Het aantal van deze „kolenbrandende families" is zeer klein geworden. Eigen lijk bestaat er maar één fami lie meer. Dat zijn de Schuur kamps en hun verwanten, by wie we op bezoek waren; ze wonen in Hiérden. Van hieruit' trekken ze de hele Veluwe over en^elfs naar Limburg. Heel primitief Men kan de houtmeilers van tijd tot tyd vinden in de bossen bij de Stakenberg, in de Leuvenumse bos sen, op de Hoge Veluwe en elders. En by deze „kolenhopen" wonen en 'leven de Schuurkamps. Heel primi tief. Gerrit Schuurkamp, die enige jaren geleden stierf, was de „baas". Thans heeft een ander de leiding overgenomen. Geboren houtskool branders als ze zyn weten ze alle geheimen van dit voor de buiten staander romantische beroep. Ze „ruiken" of het goed gaat.met het verbrandingsproces. Men begint met de omtrek van een te vormen hoop af te bakenen. Een cirkpl met een doorsnee van 5 tot 6 meter wordt getrokken. In het midden, waar een soort schoor steen geboüwd wordt, worden vier paaltjes in de grond geslagen, on geveer een halve meter van elkaar. Dan wordt het hout aangevoerd, bij rekening met de wind hou den. Immers de wind mag nooit in de gaten blazen, want dan zou het hout niet verkolen, maar verbranden. Aan de kleur van de rook kan do brander precies zien hoe het met de vorkoling staat. In het begin komt er een dichte gele rook uit de mei- Iers, loopt de verkoling ten eindo dan wordt de rook llcht-blauw van kleur. Ongeveer drlo weken duurt h^t proces. Dan is het vyur op de bodem gekomen en is de meller „gaar". Met zand wordt het vuur gesmoord en ongeveer veertien, da gen later zyn de meestal ingevallen meiiers „koud" en kan het tot kool geworden hout zonder gevaar, dat de vlam er uit slaat en dus alle moeite tevergeefs zou zjjn geweest, leeggehaald worden. Het in practyk brengen van deze simpele theorie is niet zo eenvoudig als ze werd neergeschreven. Ze eist van de kolenbrander zeer veel zorg en dag en nacht is hy in de weer ,om het verkolen zo goed mogelyk te regelen. Daarom slaapt hij ook bij zijn meiiers, op stro in de-een voudige planken hut. Waarvoor gebruikt? Voor de oorlog kon dc brander n)et de houtskoolberciding geen droog brood verdienen. In de oor log en na de oorlog werd de ver dienste aanmerkelijk beter. Maar het mag wel goed betaald worden ook, gezien het vele werk, dat er aan verbonden is. Houtskool wordt gebruikt by het vervaardigen van zwavelvry jjzer ln de hoogovens. Ook by het har den van metalen is het onmisbaar. Een hoedanigheid van houtskool is, dat het vergiftige dampen en gassen absorbeert (norit). Men ge bruikt het daarom ln gasmaskers. Ook ln de chemische industrie heeft men het nodig als desinfectiemid- del en als öntkleuringsmaterlaal. Voor verwarming wordt het eveneens gekocht en loodgieters Oen soldeerders kunnen er niet buiten. De kleermaker verhit er zyn stryk- Pas opgeworpen houtskoolmeilcrs in het Leuvenumse bos. Op de voorgrond het hout dat gebruikt wordt (Foto H. v. d. Duim) AMERIKA heeft nieuwe atoomwapens. Zy worden bewaard ln de laboratoria in Los Alamos in Nieuw Me^co, waar de eers de laboratoria in Los Alamos in Nieuw Mexico, waar de eerste atoombom ls vervaardigd. Dit nieuws, dat David E. Lilienthal, de voorzitter van de commissie voor atoomenergie een dezer dagen bekend maakte, en een reeks van voorafgaande berichten, die ge wag maken van verbeterde of nieuwe atoomwapens, wekken de schijn, alsof men slechts doendo ls zich \oor to bereiden op ccn atoomoorlog, dié onvermydeiyk komen moet. de muur van anderhalve meter dik te (bouwtijd één jaar!), waarin ga ten werden uitgespaard voor het doorlaten van stuurorganen en lei dingen van meetinstrumenten. De muur dient ter afscherming van ra dioactieve uitstralingen, die levens gevaarlijk zijn voo* de mens. In werking Op 5 Augustus van dit iaar was men met de bouw van de eerste atoomenergiemachine zover gevor- uerd, dat begonnen kon worden, met het inschuiven van de uranium staven. Twee dagen later, toen op De vrijmaking van de ongebrei delde natuurkrachten, besloten in het kleinste deeltje van de stof, heeft voor de wetenschappelijke' mens de ontsluiting betekent van een exploratieterrein met mogelijk heden zo groot, dat de thans leven de generaties zich maar een uiterst vage voorstelling kunnen maken van de toekomstige wereld, die on getwijfeld de periode van de atoom energie zal zijn» Dat de atoomge leerden slechts dat deel van hun nieuwe arbeidsterrein navorsen, dal gericht is op de totale vernietigng van mens en goed, is een veronder stelling. die goddank niet met de waarheid strookt. Onmiddellijk na dat het gelukt was de atoomenergie vrij te maken, zon rnen op middelen die wilde natuurkracht te breidelen en te ontwikkelen tot een goedkope en onuitputtelijke energiebron ten dienste van het vredeswerk der mensheid. De weg, dle^naar de oplos sing van dit probleem moet leiden, is schier onbegaanbaar door technische hindernissen zonder tal. Zij worden echter genomen, de een na de ancTer, hetgeen o.m. moge blijken uit het bericht, dat na Amerika ook Engeland thans zijn eerste atoomenergiemachine met goed gevolg in bedrijf heeft gesteld. J. O. Cockroft, leider van de Atomic Research Establishment (een zuivere staatsinstelling) heeft over deze belangrijke stap voorwaarts in de ontwik keling van de atoomenergie byzonderheden bekend ge maakt. Proefinstallatie De eerste Engelse atoomenergie- machine betreft een zeer kleine proefinstallatie, die in precies de zelfde vorm werd' opgebouwd als de uraniumgrafietoven, welke eer der in Chicago werd vervaardigd. De installatie zal. in de eerste plaats dienen om via een experi menteel onderzoek gegevens te ver krijgen nodig voor het ontwerp van een veel groter installatie. In de tweede plaats zal zij de leverancier zijn van een aantal kunstmatigo radioactieve stoffen ten dienste van het onderzoek op biologisch, ge neeskundig en chemisch gebied en tenslotte zal zy, als zijnde een krachtige bron van langzame neu- Model van een nieuw ^ontworpen synchroton van^OO millioen volt en met een energie gelijk aan die van dc deeltjes der kosmische stralen. Amerikaanse ge leerden willen ftnet deze machine de sub-kern der atomen bestuderen. tronen, dienen -als studie-object bij het voor de toejeomst uiterst be langrijke atoomkernonderzoek. Het eerste doel, het verkrijgen van ge'gevens, is reeds bereikt, zo dat rrlfen 'n begin heeft kunnen ma ken mot de bouw van een grote atoomenergiemachine in Harwell (Berkshire). Wie zich de atoome'nergiemachl- ne voorstelt als een ingewikkeld mechanisme met veel assen, vlieg wielen, tandraderen, zuigers en an dere bewegende delen, heeft het volkomen mis. De atoomenergie- machine is een lomp en omvangrijk stenen bouwsel met weinig bewe gende delen, daarbinnen voltrekt zich het arbeidsproces in absolute stilte. Het voornaamste deel van de ma chine bestaat uit een opeenstape ling van blokken grafiet met een gezamenlijk- gewicht van enige hon derden tonnen. In de grafietblokken zijn gaten geboord en wel zodanig, dat later door de gehele „pijler" sta. ven van uranium en uranium-oxyde kunnen worden geschoven. De pij ler. die de vorm heeft van een lig gend achthoekig prisma werd be kleed met een zorgvuldig gemetsel- die wyze reeds 7000 k.g. uranium binnen de machine was gebracht, kon men met behulp van neutro- neptellers aflezen, dat de atoom splitsing als kettingreactie was be gonnen. Men constateerde een af gifte van 17 neutronch per vierkan te centimeter per minuut. Op 11 Augustus steeg dit aantal tot 55. in de morgen van 15 Augustus was het 2400 om 's middags, nadat het laden met uraniumstaven was vol tooid, tot 6600 te stijgen. Het ver mogen van de machine was daarbij tot het minimum beperkt door het volledig ingeschoven houden der stuurstaven, waarmee de neutro nen worden'opgevangen en de ket tingreactie getemperd. Evenals een stoomketel heeft ook de atoomenergiemachine een „veiligheidsklep" om te voorkomen, dat zich ln de ma chine, als ln een atoombom, een niet meer te stuiten ket tingreactie zou ontketenen. Bü een proefneming werden alle stuurstaven geheel uitgetrok ken en binnen een minuut steeg de afgifte van neutronen tot Reuzen-cyclotrone t'Voor de nieuwe reusachtige cy- clotrone van de Columbia Univer siteit te Irvington in de staat New York, die bestemd is voor onder zoekingen naar sommige der diep ste geheimen van de structuur der atomen, is een geweldige magneet gereedgekomen, die meer 'weegt dan het staal van een Amerikaan se onder zeëer. Deze cyclotronc zal de machtigste ter wereld zijn. Zij 'zal ..atoomkogels" afvuren met een energie van niet minder dan 400 millioen electron volt, ccn energie die voldoende is om zelfs de kernen van zware atomen, zo als die van lood, te splitsen in 10 tot 50 samenstellende delen. De „kogels" zullen protonen zijn. die een van de fundamentele bouwstof fen van alle atomen vormen. Het is mogelijk, dat nieuwe soor ten materie zullen worden gescha pen en dat men nieuwe gegevens zal verkrijgen omtrent het geheim zinnige „bindmiddel", dat alle atoomkernen bijeen houdt De grote maf/neet weegt onge veer 2300 ton. Zij is het hart van de atoomsplitscr en heeft uitslui tend tot taak, een magnetisch veld te scheppen om de protonenkogels in een cirkel te doen rondvliegen. De cyclotrone zal. als zij geheel gereed is. 2500 ton wegen. Zij zal de protonen tot hoger snelheid kunnen brengen dan de cyclotrone van de universiteit van Californië. het duizendvoudige! Onmiddel lijk trad de „veiligheidsklep", zoals berekend was, automa tisch in werking, waardoor Ge stuurstaven werden terugge schoven en de kettingreactie uitgeschakeld. Met de con structie van deze machine is men er dus ln geslaagd, de atoomenergie die men eertijds wel opwekken doch niet be- heeiPen kon, volkomen aan banden te leggen! De beschreven kleine proefinstal latie heeft een, vermogen van on geveer 70 Kw„ de grote machine echter, die volgend jaar gereed komt, krijgt een vermogen van 1000 K.w. en zal in staat zijn zoveel radioactieve isotopen te leveren als Engeland nodig heeft. Harwell is bezig uit te groeien tot het grote centrum van Enge- lands bedrijvigheid op het gebied van het atoomonderzoek. Behalve de reeds genoemde grote atoom energiemachine komt in het ko mend jaar ook een cyclotron van 150 millioen volt gereed. In deze- machine worden atomen gesplitst door middel van,een neutronenbom- bardement. Mén is voorts bezig aan de ontwikkeling van synchro- tronen van 30, 40 en 300 millioen volt» Engeland, dat, ongunstig als het lag ten opzichte van de fronten, in de oorlogsjaren genoodzaakt was zyn atoomgeleerden naar Amerika te zenden, bouwt thans met vol élan aan een eigen atoomkracht industrie en met succes! yzer mee. Verder is het een aan- maakmiddel, een toeslag by pluim veevoeder en niet te vergeten dien de en dient het nog als brandstof van gasgeneratoren. In 1941 werd 90 van de opbrengst van 400 meiiers verkoold hout voor gasge neratoren gebruikt. Oeroud bedrijf Houtekool was al ln oeroude 1 tijden bekend. Vooral gebruikte men het als brandstof om uit erts yzer te krijgen. Waar schijnlijk maakte men in het eerste stadium de houtskool in kolen, later kwamen de mei- Jers in zwang. Men begrypt dat in oude tijden veel houtskool nodig was en dat dit bedrijf goed floreerde. Het werd dan ook druk uitgeoefend. De Griekse wijsgeer en natuur onderzoeker Theophrast (4e eeuw voor Christus) geeft reeds uitvoe rige mededelingen over het houts koolbrander Ook Plinlus (le eeuw na Christus) vertelt er iets van in zijn „Historia Naturalis". Het merkwaardige is, dat het huidige houtskoolbranden weinig verschilt van dat ii? oeroude tijden. Als by product van het houtskool werd toentertyd houtteer opgevangen. De Egyptenaren gebruikten vol gens Plinius deze dunne vloeibare teer voor het balsemen van lyken, de dikke teer diende voor het dich ten van naden enz. Ook in de tyden voor Christus werd houtskool als brandstof en bij metaalbereiding gebruikt. Door cokes verdrongen Doordat in de hoogoven^ steeds meer cokes gebruikt werd nam de vraag naar houtskool af en toen in de 19e eeuw een ander proces uit gevonden werd om aan houtskool te komen, raakte de houtskool- branderjj steeds meer op de achter grond. Bij deze nieuwe methode wordt hout zonder luchttoevoer verhit in retorten, öe byproducten zoals azynzuur, methanol en aceton gaan daarbij niet verloren. *De winning daarvan is hoofddoel geworden. Het houtskool werd byproduct. Een nadeel is, dat by dit proces het houtskool slechts 80 koolstof bevat, en het meilerhout meer dan 90 Het laatste is voor sommige doeleinden beter geschikt en om deze reden zal het oeroude bedrijf wel in stand blijven. En dat is maar gelukkig ook, want het kölenbran- den. hoort by de Veluwe. Echt Veluws Het is een specifiek Veluws be- dryf en geeft aan de Veluwe een romantische sfeer. Wie op een mooie avond de rokende meiiers ge» zien heeft, wie de aromatische rook opgesnoven heeft, wie met de als nomadenstammen levende houts koolbranders meegegeten heeft, die zou dagen lang met hen willen „kamperen", die zo% 's avonds bij een oliepitje met hen willen scha ken. (één der Schuurkamps is een verwoed en goed schaker), die zou hun verhalen willen horen van het romantische natuurleven, van hun strijd om het bestaan en hun bele venissen in de moeilijke oorlogsda gen. Maar wy moeten afscheid ne men van de houtskoolbranders, dia nog altyd de „zwarte kunst" te- oefenen. daarmee een oeroud Ve luws bedrijf in ere houdend. H. v. d. DUIM

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3