DE ZWARTE KUNST LEEFT NOG
NATUURKRACHT AANBANDEN
Zuster Hoogterp en zuster Schenk
Zuigelingenzusters
van 't Groene Kruis
Ook in Engeland werkt een
atoomenergiemachine
Twee, die er
zijn mogen
Onafscheidelijke
vriendinnen
Nieuwspalet
Kolenbranders houden een oeroud
Veluws bedrijf in ere
Simpel stenen
bouwsel
Zaterdag 13 December 1947
3
Kent U
ze wel?
Hiermede vervolgen vrij ome
serie artikelen over beken
de en onbekende personen uit
ons aller omgeving
Hoe vele kinderen hebben aan haar
hun gezondheid te danken?
In de zomer ziet men ze in haar blauw katoenen jurk met wit
schort, in de winter hebben ze daar overheen een donkere
mantel aangetrokken, maar steeds dragen ze de blauwe ver-
pleegsterskap met wapperende sluier, waar men ze reeds in de
verte aan herkent.
Het zijn Zuster Hoogterp en Zuster Schenk, de twee zuige
lingenverpleegsters* van het Groene Kruis te Amersfoort. In ^e
hitte van de zomerdagen en door de sneeuwstormen van de
winter kan men ze zien fietsen door de stad, in het centrum en
in de buitenwijken, 's morgens in de vroegte en 's ?,vonds laat,
daar waar het werk hen roept.
moet onder medisch toezjcht gezond
opgroeien. Soms is er controle van
een arts. of is het gezin Katholiek
en prefereert het dus hulp van het
Wit-Gele Kruis. In de andere ge
vallen dringen de zusters er op aan
naar het consultatiebureau van Dr.
Frijlink te komen. Meestal zien de
moeders dan de grote betekenis
daarvan in-en worden ze bezoek
sters van het consultatiebureau.
Meteen blijkt de «zusters bij zo'n
bezoek, waar ze no£ 'af en toe of
waar ze voorlopig geregeld moeten
terugkomen om te helpen. Vaak
moeten ze ook moeders bezoeken
om te controleren of ze wel doen
wat de dokter zegt en soms moeten
ze moeders, die eten paar keer niet
op het bureau zijn geweest, aan
manen haar bezoeken, in het belang
van het kind. te hervatten.
1
Zuster Hoogterp met een tweeling van
anderhalf jaar. mede dank zij haar
goede zorgen tot nog toe gezond op
gegroeid.
(foto Stakenburg)
WlAT het werk is van de zuige-
v lingenzusters? Men moet dat
van dichtbij meegemaakt hebben
om het volkomen te kunnen besef
fen. Ze verlenen hulp, ze geven
practische adviezen, maar vooral
ze geven morele steun. Zuster Hoog
terp en zuster Schenk zijn allebei
schatten van vrouwen. Als haar
„Moeder, hoe gaat het er mee" dooi
de .gang schalt, dan fleurt een zor
gelijk vrouwengezicht op. dan wordt
er gauw een stoel aangeschoven,
dan komen de verhalen over de
baby los en daarbij niet zelden ook
de tranen. De zuster luistert rustig,
ze begrijpt, ze voelt mee, maar ze
is niet sentimenteel. Ze is flink.
„Kom, zo gauw niet de moed ver
liezen. Laten we maar eens gaan
kijken." En dan wordt er gehan
deld. En duchtig ook.
Als de zuster vertrekt, ligt*
het kind helder gewassen en
lekker gepoederd in het wiegje,
heeft het gedronken, valt het
tevreden in slaap. De moeder is
opgelucht. Ja, ze zal van de
week naar het consultatiebureau
van Dr. Frijlink (voor het Wit-
Zuster Schenk iveegt op het consul
tatiebureau een babi/. „In de wijk"
heeft zij daartoe een transportabele
weegschaal bij zich. Ze iveegt het
kind véór en na de voeding en kan zo
nagaan hoe veel het kind gedronken
heeft.
(foto Stakenburg)
Gele Kruis is het Dr. Drukker)
gaan. Of ze kan nog niet met
het kind buiten, maar morgen
of in andere gevallen vanmid
dag al, komt de zuster terug. Of
ze zal het advies van de zuster
opvolgen om de dokter te waar
schuwen.
Van wieg tot wieg
Zo fietsen zuster Schenk en Zus
ter Hoogterp van de ene moeder
naar de andere, buigen ze zich nu
over die dan over dezo wieg. Niet
overal is veel werk te doen. Vaak
kan volstaan worden met het ma
ken van een afspraak voor het con
sultatiebureau, waar de zusters bei
den assisteren. Maar dikwijls moet
er aangepakt, soms ingegrepen wor
den. Zo weten wij hoe een der zus
ters een vroeg geboren kindje, dat
niet drinken wilde, met eindeloos
geduld zó ver kreeg, dat het voedsel
aannam, toen de moeder de hoop al
bijna had verloren. Eerst ging het
langzaam, steeds ging het beter en
het kind groeide gezond op. Hoe
zou het gegaan zijn als de zuster
niet had ingegrepen?
Daarin verdiept men zich liever
niet
Niet nodig
Weet l>. dat iedere jonge moeder
in Amersfoort doof écn der beide
zusters woi^lt bezocht? Elke week
krijgen ze een opgave van de jong
geborenen, meestal ongeveer dertig
per week (er is een tijd geweest, na
de bevrijding, dat het er omstreeks
veertig waren, maar thans is het
aantal weer tot even boven het ge
wone gemiddelde gedaald)'. De zus
ters verdelen onderling de adressen
en dan trekken ze er heen. Soms
worden ze niet eens binnen gelaten,
maar met een „Wij doen aan zulke
dingen niet" afgescheept, zoals de
bakker met een „vandaag niet
nodig".
Maar meestal is de ontvangst har
telijk, want bijna iedere jonge moe
der. wil graag haar kindje laten
zien.
Wat voor controle
De eerste vraag-js altijd: „En moe
der, wat hebt U voor controle?''
Want daar gaat het om. De baby
Consultatie-
bureaux
Groene Kruis (Dr. Frijlink)
V alkestraat 11, Maandag van
3—4 uur. Woensdag» van 10'11
uur.
Soesterkwarticr (gebouw Irene)
Donderdag van 2.303.30 uur.
Leusdertveg (Nutsgcbouw nabij
de RöntgcnstraatDonderdag van
10—11 uur.
Wjt Gele. Kruis (Dr. Drukker)
Soesterkwarticr (P. Borstraat)
Dinsdag 1011 uur.
Leusdcrkwartier (hoek Verhoe-
venstraat) Donderdag 10—11 uur.
Stad (Nieuwstraat 24) Vrijdag
34 uur en een maal per maand
Zaterdag 1011 uur.
Poppenkast:
Er zijn waarachtig nog men
sen, die vragen waarvoor „die
hele poppenkast" van zuigelin
genverzorging nodig is. „Ik ben
ook zonder die heisa groot ge
worden". zei ons laatst een be
jaarde vrouw. Maar zij vroeg
zich niet af. hoeveel van haar
leeftijdgenootjes destijds vroeg
tijdig („aan stuipen" zei men
toen maar) zijn gestorven, hoe
veel t.b.c. zijn geworden, hoe
veel Engelse ziekte hebben ge
had, enz. De zuigelingensterfte
in ons land is veel minder dan.
vroeger, zelfs zó laag. dat wij in
dit opzicht in- de wereld onge
veer aan de spits staan.
De -medische verzorging in het
algemeen, de zuigelingenzorg in het
bijzonder en de opvoedende kracht,
die daarvan uitging, hebben dit be
reikt. Wie zijn kind de zuigelingen
zorg onthoudt omdat het „toch wel
goed groeit" (hoe kan een leek dit
beoordelen? Laten wij ons niets ver
beelden!) handelt onverantwoorde
lijk tegenover het. kind en het gezin.
Dit de mensen aan hft verstand te-
brengen is misschien de belang
rijkste taak van de zusters Hoogterp
en Schenk, die behalve Krachtdadige
helpsters ook lieve vriendinnen en
verstandige, tactvolle opvoedsters
zijn.
Als U en ik
Verder zijn het gewone mensen,
zoals U en ik. Ze zullen ook haar
fouten en gebreken hebben, als elk
ander. Maar in ieder gevalu zult
het wel bemerkt hebben koeste
ren wij voor deze beide vrouwen
een zeer grote bewondering. Zuster
Hoogterp en Zuster Schenk zijn van
haar jeugd af vriendinnen. Ze heb
ben grotendeels samen gestudeerd
(ze zijn behalve gewoon verpleeg
ster. ook wijkverpleegster en
kraamverpleegster) en ze hebben
tenslotte in Amersfoort een geza-
menluke funcfie gekregen. Zuster
Hoogterp werkt hier nu veertien,
Zuster Schenk acht jaar. Begrijpt
U, dat ze bijna alle moeders van de
stad kennen? (de vaders kennen ze
ook, maar ze weten alleen niet al
tijd bij welke moeders ze horen).
Eenmaal hebben ze een drieling
verzorgd: „Het was in de Ampère
straat bij een heel, klein vrouwtje."
Beide zusters wérken niet alleen
gezamenlijk (dat>wil zeggen dat ze
onder toezicht van het bestuur on
derling het werk verdelen) maar
ook wónen ze samen. Ze gaan graag
met z'n tweeën naar een goed to
neelstuk of een lezing, of verdiepen
zich in een goed boek als het werk
dat toestaat. &e houden van haar
werk, maar ze houden ook van el
kaar Als men zuster Hoogterp
spreekt, zegt ze in alle ernst: „Ach.
aan mii ontbreekt veel. maar zus
ter Schenk is een schatHetzelfde
vertelt u enkele dagen later in
Zuster Hoogterp (rechts) en Zuster
Schenk. Zó, op de flets, kent leder in
Amersfoort ze.
(foto Stakenburg)
even grote ernst zuster Schenk over
zuster Hoogterp.
Kan men zich een beter samen
gaan van twee vrouwen met een
belangrijke sociale taak denken?
Amersfoort mag zich gelukkig prij
zen. dat een groot deel van zijn
allerjongste burgers aan de zorgen
van dit tweetal is toevertrouwd.
Bijstand bij
ziekte
Nog niet iedereen £en( de ar
beid van het GROENE KRUIS
(en van het- WIT-GELE KRUIS,
dat ongeveer hetzelfde in katho
lieke kringen doet). De Kruisver
enigingen verlenen bijstand in ge
zinnen, waar ziekte heerst, stellen
hulpmiddelen ter beschikking, die
de verzorging van de zieke th^/s
mogelijk maken of vergemakkelij
ken. Behalve de twee zuigelingen-
zusters zijn aan het Groene Kruis
te Amersfoort twee wijk-kraamver
zorgsters verbonden, vier wijk-
ziekenverpleegsters en zeven ge
zinsverzorgsters. dames, die de
huishoudingen regelen, waar moe
der ziek is: Voorts is er nog een9
opleiding tot kraamverzorgster aan
het Groene Kruis verbonden.
Bleekemolen. de Amsterdam-
sche N.S.B.-begrafenisondernëmer.
die gefusilleerde Nederlanders zon
der piëteit in de duinen bij Over-
veen „ter aarde bestelde" is tot 10
jaar gevangenisstraf veroordeeld.
De eis luidde 15 jaar.
Het telegraafverkeer mét ge
heel Duitschland is voor het pu
bliek weer opengesteld.
«f» Op Schiphol arriveerde het ze
ventiende en tevens laatste toestel
van de serie „"Lockheed Constella
tion", die de K.L.M. heeft besteld.
Dank z\i deze aanwinst is de K.L.M.
thans de grootste maatschappij van
Europa.
Voor een bokking mag in het
vervolg ten hoogste negen cent
worden gerekend; voor een gebak
ken haring echter 11 cent per stuk.
De verkoopprijs uitgesneden bok
king is vastgesteld-op 35 cent per
100 gram.
Op een open plek tussen de bossen van de Stakenberg by Elspeet,
daar vond lk de Schuurkamps, de laatste houtskoolbranders van de
Veluwe. Ze zaten neer ln hun eenvoudige \an planken opgetrokken
hut. De ene helft was ingericht als woonruimte, de andere diende
voor slaapplaats. Een kacheltje stond gloeiend rood, er bovenop een
grote pan met gestampte aardappelen en zuurkool. Een der gast
heren nam een grote lepel, roerde wat in de vette stamppot, nam een
paar borden en. kwakte er een portie op. Er waren juist borden ge
noeg voor dc houtskoolbranders; dan voor de gast het deksel van de
pan maar. Onder het naar binnenwerken van „het prakje" spraken
we over koetjes en kalfjes, en al pratende keek ik door do nauwe
deuropening naar het mooie schouwspel, dat zich op dc uitgestrekte
heidevlakte, omzoomd door dennenbos, afspeelde.
dat in de omgeving gevonden
wordt, 't Is meestal hout, dat onge
schikt is voor z.g. mynhout. Krom
me en rechte stukken en ook wel
stobben worden gebruikt. Wat een
vakmanschap is hiervoor nodig om
de ongeveer 30 m* hout met een
gewicht van circa 21.000 kg. zo op
te stapelen, dat het niet in elkaar
valt. En dat tot een-hoogte van on
geveer drie meter, met een schacht
in 't midden. Dan worden plaggen
aangevoerd en de meiier wordt
hiermee bedekt. Ten slotte wordt
alleg afgedekt met een laag zand
van ruim 50 cm.
Bovenop de „hoop" wordt over de
ingang van de schacht een ring ge
legd en over het gat in deze ring
een yzeren plaat.
Hierop komt een deksel, dat dc
schacht geheel afsluit. Brandhout
wordt nu aangevoerd en de schacht
er mee gevuld. Van boven wordt de
brand er ingestoken, nadat eerst
onder in de meiier luchtgaten ge
maakt zijn.
Van boven naar beneden
De luchtgaten bevinden zich
eerst boven in de meiier. Maar
met de Voortgang van het
verkolingsproces de houts
koolbrander kan dit proces van
uur tot uur volgen worden
ook de gaten naar beneden ver
plaatst. De brander moet hier-
Rook stijgt op uit
.kunstig gebouwde
meiiers
Tien tot twaalf kunstig opge
bouwde en met plaggen en zand be
dekte houthopen, stootten rook-
massa's uit. Een geur van teer ver
spreidde zich in het rond. Het rode
avondlicht verbond zich met de op
stijgende rookwolken en even fan
taseerde ik dat een kafferdorp er
byna net zo uit moet zien. Het
„oerwoud" vormde een machtig
décor. Kafferkralen*Ja hier
mede konden de kunstig opge
bouwde houthopen het beste verge
leken worden.
Het op de juiste manier bou
wen van deze houthopen, de'
meiiers is het grote geheim
van de kólenbranders. Een ge
heim dat een familiegeheim
- werd. Het ging van vader op
zoon over. En ze halen er geen
vreemden by. Het aantal van
deze „kolenbrandende families"
is zeer klein geworden. Eigen
lijk bestaat er maar één fami
lie meer. Dat zijn de Schuur
kamps en hun verwanten, by
wie we op bezoek waren; ze
wonen in Hiérden. Van hieruit'
trekken ze de hele Veluwe
over en^elfs naar Limburg.
Heel primitief
Men kan de houtmeilers van tijd
tot tyd vinden in de bossen bij de
Stakenberg, in de Leuvenumse bos
sen, op de Hoge Veluwe en elders.
En by deze „kolenhopen" wonen en
'leven de Schuurkamps. Heel primi
tief. Gerrit Schuurkamp, die enige
jaren geleden stierf, was de „baas".
Thans heeft een ander de leiding
overgenomen. Geboren houtskool
branders als ze zyn weten ze alle
geheimen van dit voor de buiten
staander romantische beroep. Ze
„ruiken" of het goed gaat.met het
verbrandingsproces.
Men begint met de omtrek van
een te vormen hoop af te bakenen.
Een cirkpl met een doorsnee van 5
tot 6 meter wordt getrokken. In
het midden, waar een soort schoor
steen geboüwd wordt, worden vier
paaltjes in de grond geslagen, on
geveer een halve meter van elkaar.
Dan wordt het hout aangevoerd,
bij rekening met de wind hou
den. Immers de wind mag nooit
in de gaten blazen, want dan
zou het hout niet verkolen,
maar verbranden.
Aan de kleur van de rook kan do
brander precies zien hoe het met de
vorkoling staat. In het begin komt
er een dichte gele rook uit de mei-
Iers, loopt de verkoling ten eindo
dan wordt de rook llcht-blauw van
kleur. Ongeveer drlo weken duurt
h^t proces. Dan is het vyur op de
bodem gekomen en is de meller
„gaar". Met zand wordt het vuur
gesmoord en ongeveer veertien, da
gen later zyn de meestal ingevallen
meiiers „koud" en kan het tot kool
geworden hout zonder gevaar, dat
de vlam er uit slaat en dus alle
moeite tevergeefs zou zjjn geweest,
leeggehaald worden.
Het in practyk brengen van deze
simpele theorie is niet zo eenvoudig
als ze werd neergeschreven. Ze eist
van de kolenbrander zeer veel zorg
en dag en nacht is hy in de weer
,om het verkolen zo goed mogelyk
te regelen. Daarom slaapt hij ook
bij zijn meiiers, op stro in de-een
voudige planken hut.
Waarvoor gebruikt?
Voor de oorlog kon dc brander
n)et de houtskoolberciding geen
droog brood verdienen. In de oor
log en na de oorlog werd de ver
dienste aanmerkelijk beter. Maar
het mag wel goed betaald worden
ook, gezien het vele werk, dat er
aan verbonden is.
Houtskool wordt gebruikt by het
vervaardigen van zwavelvry jjzer
ln de hoogovens. Ook by het har
den van metalen is het onmisbaar.
Een hoedanigheid van houtskool
is, dat het vergiftige dampen en
gassen absorbeert (norit). Men ge
bruikt het daarom ln gasmaskers.
Ook ln de chemische industrie heeft
men het nodig als desinfectiemid-
del en als öntkleuringsmaterlaal.
Voor verwarming wordt het
eveneens gekocht en loodgieters Oen
soldeerders kunnen er niet buiten.
De kleermaker verhit er zyn stryk-
Pas opgeworpen houtskoolmeilcrs
in het Leuvenumse bos. Op de
voorgrond het hout dat gebruikt
wordt
(Foto H. v. d. Duim)
AMERIKA heeft nieuwe atoomwapens. Zy worden bewaard ln
de laboratoria in Los Alamos in Nieuw Me^co, waar de eers
de laboratoria in Los Alamos in Nieuw Mexico, waar de eerste
atoombom ls vervaardigd. Dit nieuws, dat David E. Lilienthal, de
voorzitter van de commissie voor atoomenergie een dezer dagen
bekend maakte, en een reeks van voorafgaande berichten, die ge
wag maken van verbeterde of nieuwe atoomwapens, wekken de
schijn, alsof men slechts doendo ls zich \oor to bereiden op ccn
atoomoorlog, dié onvermydeiyk komen moet.
de muur van anderhalve meter dik
te (bouwtijd één jaar!), waarin ga
ten werden uitgespaard voor het
doorlaten van stuurorganen en lei
dingen van meetinstrumenten. De
muur dient ter afscherming van ra
dioactieve uitstralingen, die levens
gevaarlijk zijn voo* de mens.
In werking
Op 5 Augustus van dit iaar was
men met de bouw van de eerste
atoomenergiemachine zover gevor-
uerd, dat begonnen kon worden,
met het inschuiven van de uranium
staven. Twee dagen later, toen op
De vrijmaking van de ongebrei
delde natuurkrachten, besloten in
het kleinste deeltje van de stof,
heeft voor de wetenschappelijke'
mens de ontsluiting betekent van
een exploratieterrein met mogelijk
heden zo groot, dat de thans leven
de generaties zich maar een uiterst
vage voorstelling kunnen maken
van de toekomstige wereld, die on
getwijfeld de periode van de atoom
energie zal zijn» Dat de atoomge
leerden slechts dat deel van hun
nieuwe arbeidsterrein navorsen, dal
gericht is op de totale vernietigng
van mens en goed, is een veronder
stelling. die goddank niet met de
waarheid strookt. Onmiddellijk na
dat het gelukt was de atoomenergie
vrij te maken, zon rnen op middelen
die wilde natuurkracht te breidelen
en te ontwikkelen tot een goedkope
en onuitputtelijke energiebron ten
dienste van het vredeswerk der
mensheid.
De weg, dle^naar de oplos
sing van dit probleem moet
leiden, is schier onbegaanbaar
door technische hindernissen
zonder tal. Zij worden echter
genomen, de een na de ancTer,
hetgeen o.m. moge blijken uit
het bericht, dat na Amerika
ook Engeland thans zijn eerste
atoomenergiemachine met goed
gevolg in bedrijf heeft gesteld.
J. O. Cockroft, leider van de
Atomic Research Establishment
(een zuivere staatsinstelling)
heeft over deze belangrijke
stap voorwaarts in de ontwik
keling van de atoomenergie
byzonderheden bekend ge
maakt.
Proefinstallatie
De eerste Engelse atoomenergie-
machine betreft een zeer kleine
proefinstallatie, die in precies de
zelfde vorm werd' opgebouwd als
de uraniumgrafietoven, welke eer
der in Chicago werd vervaardigd.
De installatie zal. in de eerste
plaats dienen om via een experi
menteel onderzoek gegevens te ver
krijgen nodig voor het ontwerp van
een veel groter installatie. In de
tweede plaats zal zij de leverancier
zijn van een aantal kunstmatigo
radioactieve stoffen ten dienste van
het onderzoek op biologisch, ge
neeskundig en chemisch gebied en
tenslotte zal zy, als zijnde een
krachtige bron van langzame neu-
Model van een nieuw ^ontworpen synchroton van^OO millioen volt en met een
energie gelijk aan die van dc deeltjes der kosmische stralen. Amerikaanse ge
leerden willen ftnet deze machine de sub-kern der atomen bestuderen.
tronen, dienen -als studie-object bij
het voor de toejeomst uiterst be
langrijke atoomkernonderzoek.
Het eerste doel, het verkrijgen
van ge'gevens, is reeds bereikt, zo
dat rrlfen 'n begin heeft kunnen ma
ken mot de bouw van een grote
atoomenergiemachine in Harwell
(Berkshire).
Wie zich de atoome'nergiemachl-
ne voorstelt als een ingewikkeld
mechanisme met veel assen, vlieg
wielen, tandraderen, zuigers en an
dere bewegende delen, heeft het
volkomen mis. De atoomenergie-
machine is een lomp en omvangrijk
stenen bouwsel met weinig bewe
gende delen, daarbinnen voltrekt
zich het arbeidsproces in absolute
stilte.
Het voornaamste deel van de ma
chine bestaat uit een opeenstape
ling van blokken grafiet met een
gezamenlijk- gewicht van enige hon
derden tonnen. In de grafietblokken
zijn gaten geboord en wel zodanig,
dat later door de gehele „pijler" sta.
ven van uranium en uranium-oxyde
kunnen worden geschoven. De pij
ler. die de vorm heeft van een lig
gend achthoekig prisma werd be
kleed met een zorgvuldig gemetsel-
die wyze reeds 7000 k.g. uranium
binnen de machine was gebracht,
kon men met behulp van neutro-
neptellers aflezen, dat de atoom
splitsing als kettingreactie was be
gonnen. Men constateerde een af
gifte van 17 neutronch per vierkan
te centimeter per minuut. Op 11
Augustus steeg dit aantal tot 55.
in de morgen van 15 Augustus was
het 2400 om 's middags, nadat het
laden met uraniumstaven was vol
tooid, tot 6600 te stijgen. Het ver
mogen van de machine was daarbij
tot het minimum beperkt door het
volledig ingeschoven houden der
stuurstaven, waarmee de neutro
nen worden'opgevangen en de ket
tingreactie getemperd.
Evenals een stoomketel heeft
ook de atoomenergiemachine
een „veiligheidsklep" om te
voorkomen, dat zich ln de ma
chine, als ln een atoombom,
een niet meer te stuiten ket
tingreactie zou ontketenen. Bü
een proefneming werden alle
stuurstaven geheel uitgetrok
ken en binnen een minuut steeg
de afgifte van neutronen tot
Reuzen-cyclotrone
t'Voor de nieuwe reusachtige cy-
clotrone van de Columbia Univer
siteit te Irvington in de staat New
York, die bestemd is voor onder
zoekingen naar sommige der diep
ste geheimen van de structuur der
atomen, is een geweldige magneet
gereedgekomen, die meer 'weegt
dan het staal van een Amerikaan
se onder zeëer. Deze cyclotronc zal
de machtigste ter wereld zijn. Zij
'zal ..atoomkogels" afvuren met
een energie van niet minder dan
400 millioen electron volt, ccn
energie die voldoende is om zelfs
de kernen van zware atomen, zo
als die van lood, te splitsen in 10
tot 50 samenstellende delen. De
„kogels" zullen protonen zijn. die
een van de fundamentele bouwstof
fen van alle atomen vormen.
Het is mogelijk, dat nieuwe soor
ten materie zullen worden gescha
pen en dat men nieuwe gegevens
zal verkrijgen omtrent het geheim
zinnige „bindmiddel", dat alle
atoomkernen bijeen houdt
De grote maf/neet weegt onge
veer 2300 ton. Zij is het hart van
de atoomsplitscr en heeft uitslui
tend tot taak, een magnetisch veld
te scheppen om de protonenkogels
in een cirkel te doen rondvliegen.
De cyclotrone zal. als zij geheel
gereed is. 2500 ton wegen. Zij zal
de protonen tot hoger snelheid
kunnen brengen dan de cyclotrone
van de universiteit van Californië.
het duizendvoudige! Onmiddel
lijk trad de „veiligheidsklep",
zoals berekend was, automa
tisch in werking, waardoor Ge
stuurstaven werden terugge
schoven en de kettingreactie
uitgeschakeld. Met de con
structie van deze machine is
men er dus ln geslaagd, de
atoomenergie die men eertijds
wel opwekken doch niet be-
heeiPen kon, volkomen aan
banden te leggen!
De beschreven kleine proefinstal
latie heeft een, vermogen van on
geveer 70 Kw„ de grote machine
echter, die volgend jaar gereed
komt, krijgt een vermogen van 1000
K.w. en zal in staat zijn zoveel
radioactieve isotopen te leveren als
Engeland nodig heeft.
Harwell is bezig uit te groeien
tot het grote centrum van Enge-
lands bedrijvigheid op het gebied
van het atoomonderzoek. Behalve
de reeds genoemde grote atoom
energiemachine komt in het ko
mend jaar ook een cyclotron van
150 millioen volt gereed. In deze-
machine worden atomen gesplitst
door middel van,een neutronenbom-
bardement. Mén is voorts bezig
aan de ontwikkeling van synchro-
tronen van 30, 40 en 300 millioen
volt»
Engeland, dat, ongunstig als het
lag ten opzichte van de fronten, in
de oorlogsjaren genoodzaakt was
zyn atoomgeleerden naar Amerika
te zenden, bouwt thans met vol
élan aan een eigen atoomkracht
industrie en met succes!
yzer mee. Verder is het een aan-
maakmiddel, een toeslag by pluim
veevoeder en niet te vergeten dien
de en dient het nog als brandstof
van gasgeneratoren. In 1941 werd
90 van de opbrengst van 400
meiiers verkoold hout voor gasge
neratoren gebruikt.
Oeroud bedrijf
Houtekool was al ln oeroude 1
tijden bekend. Vooral gebruikte
men het als brandstof om uit
erts yzer te krijgen. Waar
schijnlijk maakte men in het
eerste stadium de houtskool in
kolen, later kwamen de mei-
Jers in zwang. Men begrypt dat
in oude tijden veel houtskool
nodig was en dat dit bedrijf
goed floreerde. Het werd dan
ook druk uitgeoefend.
De Griekse wijsgeer en natuur
onderzoeker Theophrast (4e eeuw
voor Christus) geeft reeds uitvoe
rige mededelingen over het houts
koolbrander Ook Plinlus (le eeuw
na Christus) vertelt er iets van in
zijn „Historia Naturalis". Het
merkwaardige is, dat het huidige
houtskoolbranden weinig verschilt
van dat ii? oeroude tijden. Als by
product van het houtskool werd
toentertyd houtteer opgevangen.
De Egyptenaren gebruikten vol
gens Plinius deze dunne vloeibare
teer voor het balsemen van lyken,
de dikke teer diende voor het dich
ten van naden enz. Ook in de tyden
voor Christus werd houtskool als
brandstof en bij metaalbereiding
gebruikt.
Door cokes verdrongen
Doordat in de hoogoven^ steeds
meer cokes gebruikt werd nam de
vraag naar houtskool af en toen in
de 19e eeuw een ander proces uit
gevonden werd om aan houtskool
te komen, raakte de houtskool-
branderjj steeds meer op de achter
grond.
Bij deze nieuwe methode wordt
hout zonder luchttoevoer verhit in
retorten, öe byproducten zoals
azynzuur, methanol en aceton gaan
daarbij niet verloren. *De winning
daarvan is hoofddoel geworden.
Het houtskool werd byproduct.
Een nadeel is, dat by dit proces
het houtskool slechts 80 koolstof
bevat, en het meilerhout meer dan
90 Het laatste is voor sommige
doeleinden beter geschikt en om
deze reden zal het oeroude bedrijf
wel in stand blijven. En dat is maar
gelukkig ook, want het kölenbran-
den. hoort by de Veluwe.
Echt Veluws
Het is een specifiek Veluws be-
dryf en geeft aan de Veluwe een
romantische sfeer. Wie op een
mooie avond de rokende meiiers ge»
zien heeft, wie de aromatische rook
opgesnoven heeft, wie met de als
nomadenstammen levende houts
koolbranders meegegeten heeft, die
zou dagen lang met hen willen
„kamperen", die zo% 's avonds bij
een oliepitje met hen willen scha
ken. (één der Schuurkamps is een
verwoed en goed schaker), die zou
hun verhalen willen horen van het
romantische natuurleven, van hun
strijd om het bestaan en hun bele
venissen in de moeilijke oorlogsda
gen. Maar wy moeten afscheid ne
men van de houtskoolbranders, dia
nog altyd de „zwarte kunst" te-
oefenen. daarmee een oeroud Ve
luws bedrijf in ere houdend.
H. v. d. DUIM