Inventarisuitverkoop op de Nabob Bridge-rubriek FRANKRIJK AAN DE SLAG; DE COMMUNISTEN ZINGEN NIET MEER Naar een betere verdeling der inkomens Escort-carrier kan worden verbouwd tot waardevolle koopvaarder Slopep zou zonde zijn Waarom geen romans over Nederlandse geleerden? EEN POPULAIR BOEK OVER DOKTER SEMMELWEIS Rut Hofman overleden „Ik ben de Jeugd" Dam-rubriek .Vrijdag 19 December 1947 3 HET is thans niet zo moeilijk tussen Rotterdam en Dordrecht het ter rein van de scheepsloterij der N.V. Holland te HendrikIdoAm bacht te vinden. Als een enorm kasteel, compleet met uitkijktoren en balcons, steekt de Nabob, het ex-Amerikaanse hulpvliegkampschip, dat de heer Tideman, directeur van de Holland, als een van zijn grootste sloopobjecten naar de Rietbaan haalde, boven het omliggende, vlakke polderland uit. Het is als een baken, waarop men maar af te sturen heeft. Een kijkje in de winkelvan de Nabob, de reusachtige har.garhal. waar de omvangrijke inventaris werd bijeengebracht en aan gegadigden verkocht. Dat zwartgrijze gevaarte is het doeV va^ onze tocht. Een twintig meter boven de begane grond prik ken de branders hun snorrende snij vlammen door de stalen platen van "het vliegdek en doen een wa terval van kleurige vuurspetters op de wal neerdalen: Daar ons hoedje tegen deze „regen" zeker niet bestand is, kiezen we een vei lige omweg langs de kronkelpaad jes tussen hopen ijzerafval door naar een onmogelijk lange statie trap. Zij brengt ons, na een lich telijk adembenemende klauterpartij linea recto op één na het hoogste dek van de hangar. We meenden, dat het afbreken van deze trotse „fighting lady" van de Amerikaan se Navy al een heel eind gevorderd zou zijn, maar de heer Tideman, onze gastheer en gids, vertelt ons, dat er eigenlijk voor afbreken geen lijd is geweest en dat het ook niet in de bedoeling ligt het schip al thans in zijn geheel af te breken.- Het vak van de scheepssloper heeft zich docr de omstandigheden in zoverre gewijzigd, dat niet alle voor sloop aangekochte schepen ook inderdaad gesloopt zullen worden. Daar ligger! in de Riet- baan twee enorm grote landings vaartuigen één ervan diende onlangs als bioscoopzaal! drie ex-Duitse walvisjagers, een loods boot, een sleepboot, een marine- vaartuig en het ex-Duitse vracht schip Falkenberg, alle vaartuigen, die ondanks hun roestig uiterlijk toch nog van te goede kwaliteit zijn om als voer voor de smelt ovens te dienen. Verdep is de scheepssloper ook een gewichtig mens geworden daar hij de man is geworden, die artikelen te koop heeft, die geen fabriek binnen af zienbare tijd leveren kan. Inventarisatieuitverkoop Het bericht van de aankomst van het bijna nieuwe vliegkamp schip met een nagenoeg complete inventaris is als een lopend vuur tje rondgegaan. In de eerste weken slopten per dag gemiddeld zeker twintig auto's voor het kantoor aan de smalle dijk en een stroom van adspirant-kopers beklom de hoge statietrap om in alle hoeken en gaten van de Nabob te zoeken naar wat van hun gadiug zou kun nen zijn. Met krijt schreven zij hun na men op de door hen begeerde voorwerpen en schroomden daar bij soms niet reeds geschreven na men te „verdonkeremanen". Mis schien niet zo fair, maar het was ook geen kleinigheid wat hier te gen een zacht .prijsje te koop was: zeker wel duizend stalen opberg- kastepjn diverse maten, vernufti ge bergkasten voor gereedschap, stalen schrijf bureaux bij de vleet, een uitgebreide collectie electri- sche apparaten, schakelaars, af sluiters, motoreil en lampmontu ren, electnsche wasserijmachi nes, draaibanken, - fraisbanken, boor- en schaafmachines, alles van prima Amerikaans makelij, lagen daar te kust en te keur. Die namenschrijverij dreigde na tuurlijk op een chaos uit te lopen, waarom de heer Tideman tenslot te al het moois naar de reusachtige hangar liet brengen, waar het zo eerlijk mogelijk werd verdeeld. Geen sloopschip Toen de Amerikanen in oorlog kwamen, hebben zij een groot aan tal- liulpvliegkampschepen es cort-carriers gebouwd, waarvan, cm de bouw te bespoedigen, het ontwerp van romp en voortstu- wingsinstallatie afkomstig was van het bekende standaard-, vracht- en passagiersschip van het type C3. Ook de Nabob is zo'n schip, nog bijna nieuw, met een enkelschroef- turbineinstallatie van 8500 p.k., waarmee het een snelheid van 17 knoop bereiken kan. De Amerika nen verkochten de Nabob onder voorwaarde, dat zij haar nooit Weer als vliegRampschip op zee* willen ontmoeten, wat zeggen wil, Robert Kertész; Ignaz Pliilipp Semmelweis, Strijder voor het leven der jonge moeders. Ver taling van H. Pos. Uitg. Bjj het lezen van vertaalde wer ken over buitenlandse geleerden komt bij mij altijd deze vraag op: waarom geen roman over een onzer grote Nederlanders? Waar blijft de populaire biographie van Boerhaave. Van Swietcn, Swammerdam, Rei- nier de Graaf? Wanneer wordt een Donders, een Snellen, Eijkman eens de eer gebracht die hun toekomt, daar in een voor ieder toegankelijke levensbeschrijving van hun ontdek kingen te verhalen en uit te doen komen welke invloed ze op hun tijdgenoten in binnen- en buitenland hebben gehad? Ik ben er van over tuigd, dat boeken over Pasteur. Koch. Curie. Semmelweis, Ross. Manson enzovoorts niet méér reden van bestaan hebben, dan die boven bedoelde ongeschrev'en werken. Wel verscheen een bock over Leeuwen hoek in het Engels, een voortreffelijk boek, dat echter voor de grote massa te wetenschappelijk geschreven is en door zijn taal minder bereikbaar is voor velen (Clifford Dobell: An tony van Leeuwenhoek and his „littler Animals" uitgegeven bij N.V. Swets en Zcitlinger in 1932). Ook Paul de Kruyff heeft aan Leeuwen hoek in zijn „Microbe hunters" (Bacteriej&gers) 'n hoofdstuk gewijd, doch over het algemeen is er een schrale oogst van biographische ro mans over Nederlandse onderzoe kers. Misschien inspireert de querulan- te geest van Semmelweis de schrij vers meer, dan de normale rustige natuur der grote Nederlandse na tuuronderzoekers. Ook is de strijd die ze te voeren hebben gehad om hun denkbeelden ingang te doen vinden niet zo hevig geweest. Het waren immers beminnelijke mensen, die in hun eigen tijd reeds waarde ring ondervonden en gezag hadden. Maar hebben zij juist daardoor niet De Joodse verzetsbeweging hgoen Zvai Leoemi roept door middel van aanplak biljetten de Joden op tot vechten. Een Brits officier verwijdert onder niet al te vriendelijke blikken van de omstanders een der aanplakbiljetten dat in een der straten van Jeruzalem was aangeplakt een veel grotere invloed op hun tijd genoten uitgeoefend? Deze overpeinzingen werden ge schreven naar aanlbiding van een zojuist in Nederlandse vertaling verschenen .boek over Semmelweis. Ik wil niets tégen dit bock zeggen, want Semmelweis heeft zeker zijn verdienste gehad en de beschrijving van zijn leven en zijn levenswerk komt in de vertaling aardig tot zijn recht. Het is geen brillant boek, al kan men het vlot lezen. Het vertelt niets nieuws als men een der andere biographieën reeds gelezen heeft (bijvoorbeeld het in 1933 verschenen boek van Th. MaTade vertaald door M. L van Hasselt en uitgegeven bij Thieme). Slechts zou ik willen zeg gen. dat ik het een onbelangrijk werk vindt. De waarde van deze- levensbeschrijving. kan niet gezocht worden in de psychologische kijk op Semmelweis' leven, want de schrij ver geeft er blijk van slechts zeer weinig van de psyché van Semmel weis begrepen te hebben. We komen in dit boek niet nader tot zijn geest. Het moge dan historisch volkomen verantwoord zijn. de mens Semmel weis leert men niet kennen, en daar om valt hpt ook moeilijk te begrij pen waarom hij door zijn agressieve natuur en zijn ontactisch optreden de wereld tegen zichzelf en daar door ook tegen zijn theorieën in het harnas heeft gejaagd. Men zou kun nen zeggen, dat hij 'zijn eigen leer in de weg heeft gestaan. De psycho loog zou in het feit, dat zijn over tuiging pas na zijn dood gemeen goed geworden is. een bewijs kun nen vinden voor zijn abnormale geestesgesteldheid. Als de schrijver ons meer gewezen had op de oorzaak van de ontelbare conflicten, die vo$>r het grootste ge deelte uit het karakter van Sem melweis voortkwamen, dan had zijn boek een boodschap kunnen inhou den. Semmelweis is zeker een groot man geweest. De boodschap, die hij te brengen had heeft hij echter niet vervuld. Ook heeft hij' de vasthou dendheid gemist om op andere me thoden dan »de door hem gebruikte statistische, de door hem gepropa geerde stelling te bewijzen. Zijn enige poging door experimenten op dieren zijn theorie te bewijzen, dat de kraamvrouwenkoorts door arts, verpleger, vroedvrouw enz. overge bracht wordt van patiënt op patient en eventueel van lijk op ki-aam- vrouw, mislukte jammerlijk. Hij had er immers geen interesse voor, om dat hij reeds overtuigd was! De schrijver tracht hem alleen als grote geest,voor te stellen en verdoezelt daarom de grove tekortkomingen die deze mens gehad heeft. Ik wil daar mede niet zeggen, dat hij de geschie denis heeft verdraaid, hij heeft haar slechts tekort gedaan. Voor de vertaling heb ik niets dan lof, ook al staan er enige medische fouten in. Het blijft echter een mid delmatig boek: ontspanningslectuur H. L. W. Onder auspiciën van de Vereni ging van Intellectuelen en de SpaanSe Universitaire groep in Frankrijk, werd in de Sorbonne te Parijs een Cervantes-herdenking gehouden naar aanleiding van de 400ste geboortedag van dc schrij ver van „Don Quichotte". De pre sident van de „Vrije Spaanse Re publiek", Martinez Barrio, presi deerde de bijeenkomst, die werd bijgewoond door vele Franse en Spaanse intellectuelen.' dat tegen het verbouwen tot vreed zaam koopvaardijschip geen enkel bezwaar bestaat. Daar de romp ondanks een torpedotreffer nog in een uit stekende ^taat verkeert en aan de kostbare turbine-installatie slechts enkele onderdelen ont breken, zal de Nabob voorlo pig niet verder dan tot het shelterdek, d.w.z. tot en met de hangar worden afgebroken, s. Het resterend deel kan dan voor belangrijk minder dan een nieuw C3-schip zou kosten tot een waardevolle Neder landse koopvaarder worden verbouwd. Een moeilijkheid is natuurlijk een \yerf te vinden, die deze omvangrijke verbou wing binnen een redelijke ter mijn kan uitvoeren. Ofschoon het afbreken van het vliegdek waarmee intussen is begonnen en de hanger met bij behorende verblijven en bordessen een behoorlijke hoeveelheid bruik baar materiaal zal opleveren, is toch de Nabob evenmin een echt sloopschip. De Holland-slopers zullen dus naar andere objecten moeten omzien vooral in jiet bui tenland, wat met het oog op de deviezenschaarste heel wat bezwa ren oplevert. Onder deze omstan digheden is het bevreemdend]' dat voor kort twee voor sloop bestem de Nederlandse schepen, t.w. de Drechtdijk en de Tjimaooek, naar het buitenland zijn verkocht; had men die schepen niet beter in .eigen huis kunnen houden? Het Groningse toneelleven bidt een moeilijk te schatten verlies door het overlijden van Rut Hof man, de man die het amateurisme en het streektoneel in Groningen, In stad en provincie, op een buiten gewone wijze -heeft gestimuleerd. Hij was toneelkapper van beroep, en met hart en ziel voelde hij zich aan de toneelkunst verknocht. Aan vankelijk speelden hij en zijn vrouw, die enkele jaren geleden overleed een grote slag voor hem in een Rederijkerskamer: later sloeg hh zijn wieken steeds verder uit. Hij regisseerde allerlei toneelvoorstellingen, ook van de middelbare schooljeugd, zelfs van de studenten. Hij was ook jaar in jaar uit de Thomasvaêr. Utrecht heeft onlangs nog van zijn regie talenten kunnen genieten,' toen ,,'t Slaopstee" hier werd gespeeld van onze stadgenoot Riddering. Hofman zelf vervulde er. als ver vanger, een kleine rol in. Hij bleek I zich toen al niet meer de oude te gevoelen Ondanks hun verschrikking of wellicht mee daardoor! zijn ook de Japanse kampen in Indonesië oorden geweest, waar de literatuur vruchten heeft gedragen. Wm, S. A. Klooster, de bekende journalist uit Medan heeft alle el lende van een kamp aan den lijve ondergaan. Maar zijn tweede ik, Willem Brandt, inspireerde zich op het merkwaardig aforisme van Os car Wilde, „Youth is the 'Lord of^ Life, Youth has a Kingdom waiting for it" en schreef een lang gedicht „Ik ben de Jeugd" van meer dan 45 zesregelige strofen. Opgedragen aan zijn zoon en aan allen die jong zijn verschijnt de plaquette in een blank bandje bij W. P. van Stockum en Zn. (Den Daag). Veel van wat de jeugd van heden bekoort en meesleept, wordt in een lange reeks flitsende beelden onvermoeid beschreven. In tegen stelling tot Brandt's lyrische verzen draagt dit gedicht geen enkel spoor van de misère, waarin de schrijver zich bevond. Het is één onverholen dithyrambische verrukking om de 'schoonheid en heerlijkheid van het leven en de kosmos. De schrijver toont zich een on vervaard versificator, onuitputte lijk in beeld en rijm, hoewel, wat begrijpelijk is. lang niet altijd die eenvoud en directheid van taal openbloeien, die als een wonder aandoen. Maar ook als het vers rhelorisch blijft wordt het nog geen maakwerk. Het enthousiasme van de schrijver is daar borg voor. Niettemin kan men zich aan een gevoel van vaagheid; soms ook van opgeschroefdheid in dit optimisme niet onttrekken, en vooral nu zo langzamerhand helaas is gebleken, dat de wereld er tegen alle ver wachtingen tijdens de oorlogsjaren in, niet bepaald zinrijker en schoner op is geworden, ook voor de jeugd. Met het slopen van het vliegdek. met name het verwijderen van dc 8 c.m. dikke dckplankcn is een begin maakt Onder leiding van mr. E. C. GOUDSMIT TIJDIG SNIJDEN Heden een spel, dat als men eenmaal op het probleem opmerk zaam -is gemaakt niet zo moei lijk meer is, maar dat toch in de practijk -nog niet zo eenvou dig blijkt te zijn. Naar waarheid kan ik namelijk rapporteren, dat toen dit spel voorkwam, de hoofd klasse-speler, die dit probleem te verwerken kreeg, faalde. NOORD Schoppen: a, x, x. Harten: a, v, x. Ruiten: h, v, b, x, x. Klaveren: x, x. WEST OOST ZUID Schoppen: x, x. Harten: b, x, x, x. Ruiten: a, x, x. Klaveren: a, v, x, x. Onder constant passen van WO bereikten ZN het eindcontract van 3SA. te spelen door Z. W kwam met een kleine Sch. uit. Z nam niet met het a. O kwam aan slag en speelde Sch. na. O bleef aan slag en O speelde voor de der de maal. Sch. waardoor N met Sch.a. aan slag kwam. Z speelde toch een kleine R. van tafel naar R.a en vervolgde met R. Hij incas seerde al zijn R. zodat hij met Sch.a. mee, in totaal zes slagen had Hij moest nog drie slagen ma ken. Hij kon op Kl.h snijden, maar zou down gaan als Kl.h verkeerd zat en W 5 Sch. had. Hij kon ook een KI. van tafel spelen en KI.a in de hand nemen en op H.h snijden, maar hij zou dan dotvn gaan, als O H.h had en nog een Sch. of als O H.h had en W Kl.h omdat W—O dan aldus 3 of 4 Sch. konden ma ken, benevens H.h en Kl.h. Z be sloot dus, om de minst onzekere weg te bewandelen: hij speelde H.a van tafel en toen H.h niet viel, een kleine H. na. Op zich zelf ^as dit niet slecht bekeken, want zo won hij zijn spel: le als H.h sec zat, 2e als O H.h. had (de kans dat O 5 Sch. had was practisch uitgeslo ten), 3e als W I.h. had, mits W niet meer dan 4 Sch. had. Maar helaas, W had 5 Sch. en H.h zodat opze arme Z 4 Scl^. slagen en H.h verloor en daardoor 1 down ging. Tóch was de klacht van Z dat het bij hem altijd slecht -zit, niet geheel gegrond. Door beter spel had Z het spel namelijk kunnen winnen. Natuurlijk is het goed, om Sch.a jn slag I en II niet te nemen. Z moet inderdaad de Sch. van O uit putten. Maar toen hij, na Sch.a ge nomen te hebben met R.a in eigen hand aan slag was gekomen, had hij niet klakkeloos de R. verder moeten afspelen. Hij had moeten bedenken dat hij na het afspelen van de R. in het bovenbedoelde moeilijke parket zou komen. Hij had de gelegenheid dat hij aan slag was, moeten gebruiken om H. uit de hand te spelen- en op H.h. te snijden. Dit kon hij practisch zon der risico doen. Het verschil is, dat bij het slecht zitten van H.h. niet W maar O aan slag komt, en O kan geen kwaad. Want O kan nog wel 1 Sch. maar geen 2 Sch. meer heb ben. Heeft O tegen elke redelijke verwachting in, 2 Sch, dan komt hij ook met H.h' aan slag als Z zo speelt als hij gedaan heeft, dus" dan baat hem zijn speelwijze niet. (De uiterst kleine kans. dat O nog 2 Sch. en H.h sec heeft, kunnen wij gerust buiten beschouwing laten)! Komt O met H.h aan slag, dan kunnen WO op zijn hoogst nog 1 Sch. slag maken maar door aldus te spelen maakt Z toch op zijn minst 9 slagen. (Nadruk verboden). Het geluk dat schujlt in de mogelijkheid tot opklimming De halveringsfactor UT EN beroemd Italiaans wiskun- dig economist, PARETO ge heten (1848—1923). heeft ontdekt, dat de verdeling der inkomens in de vrjje maatschappij aan een zekere wetmatigheid gehoorzaamt Naar hem werd die wet de „Wet van PARETO" genoemd Zij geldt niet alleen voor de verdeling der inko mens, maar voor vele met de inko mens- of vermogensverdeling sa menhangende economische ver- schijnselen. kiest, die alle op hun 'aanvangsinko- Op de inkomens-verdeling toege- men staan, dan zullen er by voor- past zegt deie wet, populair uit- beeld 7 van hen waard zijn om na sen, met 'ruim een millioen laagste inkomens van f 2375,ruim 100.000 van f 4750,— en zo vervol gens, telkens het tiende deel van het vorige aantal, maar met het dubbele inkomen, tot het hoogste inkomen, dat van het staatshoofd, van f 152.000.toe Dit lykt prachtig, maar het is heus niet zo aanlokkelijk, omdat er te weinig gelegenheid voor opklim ming is De halveringsfactor is 1 0 en dat is -veel te groot. Wanneer men uit de Maatsbhap- pij willekeurig 10 jonge mensen gedrukt, dat een a x zó groot inko men steeds door een b x zo groot aantal personen wordt genotem Om een voorbeeld te geven: in 1920 wa ren er in Nederland op 1 inkomen van -f 32000. rond 3 van f 16000, op 1 van f 10 000. rond 3 van f 5000, enz., enz Hier was dus a 0.5 en b 3. Omdat het laatste getal dc vergroting van het aantal inkomen trekkers bij een halvering van de grootte van het inkomen aangeeft, noem ik dit de h a 1 v e r i n g s f a c- t o r. Deze factor had dus in Ne derland in 1920 de waarde 3, nauw keuriger 2.S. De halvorlngsfactor De halveringsfactor heeft tussen de tv.e? wereldoorlo^n geschoni- ■mekl tussen 2 3 en 3.7 en was het kleinst in de tijden van hoog- con junctuur. Betekent dit nu. dat het bij de verdeling der inkomens goed is een minimale halveringsfnctor te heb ben? Naar mijn mening is de klei ne halveringsfactor in korte tijden van hoogconjunctuur meer het ge volg hiervan, dat de winsten ze ker in het begin van zulk een perio de grotendeels aan slechts enke le personen toevloeien. Hierdoor wordt de scala der inkomens uitge breid komen er hogere doch veel al ook lagere inkomens bij. Het ty pische is namelijk, dat deze scala bij kleiner worden der halveringsfnc- tor uitdijt en bij groter worden der halveringsfactor inkrimpt. Een voorbeeld Bij de halverings factor 3 (eigenlijk*2,8) in 1920 lag de grote groen der laagste inko mensom en bij de f 800 k f 900. Bij een halveringsfactor 5 echter zou deze groep der laagste inkomens tussen f 1450 en f 1(^0 hebben ge legen. Ook de hoogst™inkomens be wegen zich bij groter wordende halveringsfnctor meer en m^er naar het gemiddelde inkomen toe. (In 1920 was het aantal inkomens om streeks 1.4 millioen en het totale volksinkomen omstreeks 3,6 mil liard gulden, zodat bij eengelijk op" gaande verdeling de inkomens alle 2660.geweest zouden zijn). Wil men dus bereiken dat in de tal rijkste groep der laagste inkomens deze wat hoger worden en ook dat de exhorbitant hoge inkomens wat afnemen, dan moet de h a 1- verings factor toenemen en dus bjj voorbeeld 4 of 5 worden. En nu de tegenpool! En mi de tegenpool! De werkkring in de volksgemeen schap, welke daarin belangrijk is. méér capaciteiten of wel een dure vooropleiding vordert, dient met een hoger inkomen te worden geho noreerd dan de meer eenvoudige functies. Doch ook moet elk be hoorlijk lid van die gemeenschap tijdens zyn loopbaan en overeen komstig de groeiende kosten van zyn gezin, tot een veelvoud van zijn aanvangssalaris kunnen opklim men. En nu is het een feit, dat hoe groter de halveringsfactor is, des te kleiner die kans op opklimming wordt. Laten wij voor een ogenblik voor het aantal 'inkomentrekkers en het volksinkomen in Nederland in 1920 eens een Utopia-gemeenschap op trekken. Daartoe vormen wij uit al die inkoificntrekkers groepen van 10 personen, elke groep onder één chef; 10 van (he chefs ond^r één hoofd. 10 van die hoofden onder één directeur, enz. Elk lid van een hogere groep ge ven wij het dubbele inkomen van diens naaste ondergeschikten. Men komt aldus tot zeven inkomensklas- (Vön een onzer redacteuren) PARIJS, December. Amerikaanse senator die een klassiek woord wilde spreken en na de aanslag op de trein At rechtParijs zei: „Dit is revolutie," was ongetwijfeld vergeten hoe een revolutie er pleegt uit te zien. Een Franse revolutie wordt# in Parijs ge maakt, en bij voorkeur niet door ontspoorde treinen, tijd bommen onder de havenkranen en zelfs dé bezetting van pro vincie-steden dit alles is al leen maar bevorderlijk voor een contra-revolutie en ook daartoe is het niet gekomen. In Parijs, bij alle ongeregeld heden, hebben de zaken er geen ogenblik zo ernstig uitgezien als men uit de verte vermoedde. Dat er op sommige dagen geen elec- triciteit was (men was er aan ge wend, want mede in verband met de bezuiniging op het kolengebruik, was ook voordien al elke wijk op haar beurt een dag van de stroomlevering uitgesloten) dat er soms geen water was of geen gas, of de metro weer eens niet reed dit waren van die inconveniënten die de Parijzenaar met een benij denswaardige goedmoedigheid ac cepteert. Geen spoor meer En op het ogenblik is er niets dat de argeloze bezoeker, dfe op een terras een ondrinkbaar kopje al of niet echte koffie drinkt (zón der melk en naar smaak mèj zoet stof uit'het flesje dat steevast op het tafeltje staat) er aan herinnert dat Frankrijk een goede week ge leden nog het toneel was van aan slagen en gevechten tussen stakers en militairen. Hij ziet de arbeiders van de reiniging de laatste vuilnis hopen opruimen die tijdens de staking overal-zijn ontstaan, hij kan, als hij goed kijkt nog ergens een aanplakbiljet zien hangen met de tekst: „Achtduizend francs per maand is ons loon. Daarom staakt de Reiniging" (het is inderdaad heel weinig als men bedenkt dat een kilo vlees vierhonderd kost, maar deze arbeiders hebben nog andere bronnen van inkomsten) en dat is alles. MAAR men moet de gebeurte nissen niet onderschatten.Want v/ie meer wil weten dan onze ar geloze reiziger, krijgt \e horen dat het hier wel degelijk gespannen heeft. Vraag een willekeurig Parijze naar: „Hebben de communisten het op een omwenteling aangestuurd?" en hü zal het onmiddellijk be vestigen. Een andere verklaring is ook moeilijk denkbaar, want hoe zou men anders het plaq-Marshall kunnen verijdelen? Het was een poging om te zien hoever men gaan kon. Bij een uit gebreide stakingsbeweging begin nen, en de actie - zich laten uit breiden tot ja tot waar eigen lijk? Want het was niet de vraag of de communisten het zouden winnen of de regering; het was de vraag of de communisten door het Centrum zouden worden verslagen of door de Gaullisten, als het er op aankwam. En dit was het merk_ waardige van deze hele actie: de zichtbare hopeloosheid. Zij had geen enkele kans op succes, en moest toch worden voortgezet, op last van Moskou natuurlijk. Geen tactiek Het is de kortzichtigheid van de Russische politici, die maar éen tactiek kennen, die geen tac tiek is: aanvallen met alle midde len, onverschillig wat er van ko men kan. Zo heeft men Mussolini en Hitier aan de macht geholpen zo zou men hier ook De Gaulle aan de macht helpen en wel De Gaulle op zijn allerslechtst. Want de generaal mag weinig van de gevaarlijke eigenschappen hebben die de communisten hem toedich ten, óls hij aan de macht komt hangt alles er van af h o e hij er komt. Zijn beweging heeft geen program en eén zeer veelkleurig gevolg, dat ontveinzen zich ook de kiezers niet die op de R.P.F. heb ben gestemd, en de omstandighe den zullen waarschijnlijk van de beweging een partij maken. MAAR De Gaulle is een hoofd stuk *op zichzelf, en een hoofdstuk dat nog niet aan de or de is. Het Centrum heeft de slag overleefd en krijgt opnieuw een kans om zich te handhaven. Een kans die, naar het zich laat aan zien, terdege gebruikt gaat wor den. De regering Schuman heeft de steun van rechts, omdat zij de staking bedwongen heeft, en pro fiteert daaWan om er een aantal ingrijpende maatregelen door te krijgen. René Mayer, het grote vraagteken op de sleutelpositie, blijkt een doortastend man, die de belangen van de bezitters niet spaart als het anders moet. „Het belooft wel wat", zegt de Parijze- ROBERT SCHUMAN ...steun van rechts... naar cn verder wacht men maar af. Want dat de slag gewonnen is, betekent alleen maar dat de rege ring nu weer kan gaan regeren. Dat is in eerste instantie: de prij zen tegen té houden, waarvan de nog steeds voortdurende stijging (ondank^ de 5 -verlagingen van Blum indertijd, waarvan de aan kondigingen nog in sommige win kels ep café's hangen) de burger met bezorgdheid vervult. Maar iedereen is in elk gefal weer aan het werk, Mayer onder handelt met de vakbonden en in ae Nationale Vergadering denkt niemand meer aan het gezang waarmee zo kort geleden de par lementaire traditie werd verrijkt. Gelukkig voor de mannen van. Thorez, want de dichter van de fameuze hymne op het dappere-, cngëhoorzame 17de regiment, Mon- téhus, heeft zo juist gezegd dat hij liever De Gaulle aan het bewind zag dan de communisten. De hym1» ne dateert van de staking der druivenplukkers in 1907. In veer tig jaar is er veel veranderd! een 10 k 20-jarige loopbaan hun in komen te hebben verdubbeld en 5 van deze laatste om dat daarna nóg eens te doen. Dit zou echter een on bestaanbare halveringsfactor, klei ner dan 2, impliceren. Wij zien hierbij evenwel iets over het hoofd. In de eerste plaats vallen er van onze tien jongelui in 10 k 20 laren enige af door huwelijk (de vrouwelijke, emigratie, invaliditeit of overlijden. In de tweede plaats dijt door de bevolkingsaanwas ook dé inkomenspyramide en het to tale volksinkomen uit en wordt daardoor het aantal vacante dubbe le inkomens in 10 k 20 jaren met een 20 vergroot. De met het oog op een gunstige kans op opklimming ideale halve ringsfactor zal dus slechts omstreeks de waarde 2.2 k 2,5 komen te liggen. Er bestaat dus een tegenstelling, welke moeilyk te overbruggen valt. Voor stimulering van wilskracht en werklust, voor het vooruitzicht bjj ouder worden en uitbreiding der gezinskosten tot hoger inkomen te kunnen opklimmen, ls een kleine halveringsfactor gewenst; voor het vermijden van te lage en te exhor bitant hoge inkomens-is een grote halveringsfactor nodig De oplossing zal dus een compro mis moeten zijn. Wel is er een aanwijzing te ge ven die. wanneer zij wordt opge volgd, de kool en de geit spaart Men moet aanvangsinkomens, die ver boven de inkomens der laagste inkomensgroep liggen, vermijden. Het is niet goed, dat jonge mensen in te grote luxe hun loopbaan be ginnen. Het geluk, voor zover dit van stoffelijke waarden afhangt, schuilt juist in de mogelijkheid tot opklimming. Onder leiding van B. SPRINGER HET NUT VAN STUDIE Nog altijd zijn er spelers die twijfelen aan het nut van studie of in elk geval studie toch slechts van betrekkelijke waarde vinden. Juist de practijk bewijst echter dat niets minder waar is. Een spre kend voorbeeld van de waarde van studie volgt hieronder (Wit aan zet):v Zwart: 9, 13. 14, 16/19, 21, 23, 24 Wit: 25, 27, 28, 30. 32/35, 37, 38 Deze stelling werd jaren gele den door deFransman Molinard samengesteld. Ogenschijnlijk staat Wit verloren, want op 1.3429, volgt 1.—, 23x34; 2. 30x39, 24—29; 3, 33x24, 19x30; 4.35x24, 18—22; 5. 27x18, 13x31; en Zwart wint. Wit heeft echter de volgende fraaie verrassing in petto voor Zwart: n.l. 1. 27—22!! 18x27; 2. 34—29, 23x34; 3. 30x39. Zwart moet nu terug offeren. Het enige is: 3.2731; 4. 37x26. Nu kan 4.1318 niet wegens 5. 2823; C. 3832, enz. En zo is Zwart ge dwongen tot 4.1722; 5. 3f>xl7, 22x11; 6. 32—27. Weqr wordt 6. 1318; belet wegens 7. 2823, 18x29; 8. 35—30, 24x35; 9. 33x4, en weer is het uit. Gedwongen is dus nu weer 6.1117; 7. 2722 en nu moet Zwart een stuk verliezen, daar hij geen tempo meercheeft. Een aantal jaren na het ver schijnen van deze studie kwam in het kampioenschap van Frankrijk tussen Garsute (zwart) en Ricou de volgende stelling voor. Zwart: 3, 12/14, 16/19, 23, 24. Wit: 27, 28, 30, 32/35, 37/39. Wit is aan zet. Ricou had, als ijverig studiemens kennis geno men van de publicatie van Moli nard. Garoute, een echte practijk- man, echter niet. Het spel ging als volgt: 1. 30—25, 17—21; 2. 34—30, 1217; 3. 3934 en nu liep zwart in de val door 3. 39?? Zie verder boven. Enige jaren later kwam het in de strijd om het kampioenschap van Z.O. Frankrijk, tussen Bon- nard (Zwart) en Ricou tot de vol gende stand, (zwart aan zet): Zwart: 4, 12/14, 16, 18, 19, 21, 23, 24. Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 37/39. Wit hoopte weer op dezelfde gang van zaken als tegen Garoute, n.l. 1.—, 1217; 2. 39—34, 4—9 enz. Bonnard, een soort wandelende encyclopaedic, was van een en an der op de hoogte en düs tracteer- de hij zijn tegenstander op de vol gende, minder aangename verras sing: 2. 39—34, 10—15; 3. 34—29, 22x34, 4. 30x39, 18—23; 5. 39—34, 13—18!! 6. 25—20 (of?) 14x25; 7. 28—22, 23—28'! 8. 32x14.'31x43; 9. 22x13, 24—30! 10. 35x24, 12—18" 11. 13x22, 43—48!' 12. 24—20 (de enige) 48x45; 13. 33—28 15x24; 14. 28—22, (gedw.) 45—1; 15. 14—10, 24—29; 1. 10—5, 29—33; 17. 5—32, 33—39; 18. 32—49, 1—12 en wit gaf op. Een prachtig spet- fragment. Wie trekt na dit alles nog het nut van studie in twijfel? (Nadruk verboden)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3