Inventarisuitverkoop op de Nabob
Bridge-rubriek
FRANKRIJK AAN DE SLAG; DE COMMUNISTEN
ZINGEN NIET MEER
Naar een betere verdeling
der inkomens
Escort-carrier kan worden verbouwd
tot waardevolle koopvaarder
Slopep zou zonde
zijn
Waarom geen romans over
Nederlandse geleerden?
EEN POPULAIR BOEK OVER
DOKTER SEMMELWEIS
Rut Hofman overleden
„Ik ben de Jeugd"
Dam-rubriek
.Vrijdag 19 December 1947
3
HET is thans niet zo moeilijk tussen Rotterdam en Dordrecht het ter
rein van de scheepsloterij der N.V. Holland te HendrikIdoAm
bacht te vinden. Als een enorm kasteel, compleet met uitkijktoren en
balcons, steekt de Nabob, het ex-Amerikaanse hulpvliegkampschip, dat
de heer Tideman, directeur van de Holland, als een van zijn grootste
sloopobjecten naar de Rietbaan haalde, boven het omliggende, vlakke
polderland uit. Het is als een baken, waarop men maar af te sturen heeft.
Een kijkje in de winkelvan de
Nabob, de reusachtige har.garhal.
waar de omvangrijke inventaris werd
bijeengebracht en aan gegadigden
verkocht.
Dat zwartgrijze gevaarte is het
doeV va^ onze tocht. Een twintig
meter boven de begane grond prik
ken de branders hun snorrende
snij vlammen door de stalen platen
van "het vliegdek en doen een wa
terval van kleurige vuurspetters
op de wal neerdalen: Daar ons
hoedje tegen deze „regen" zeker
niet bestand is, kiezen we een vei
lige omweg langs de kronkelpaad
jes tussen hopen ijzerafval door
naar een onmogelijk lange statie
trap. Zij brengt ons, na een lich
telijk adembenemende klauterpartij
linea recto op één na het hoogste
dek van de hangar. We meenden,
dat het afbreken van deze trotse
„fighting lady" van de Amerikaan
se Navy al een heel eind gevorderd
zou zijn, maar de heer Tideman,
onze gastheer en gids, vertelt ons,
dat er eigenlijk voor afbreken geen
lijd is geweest en dat het ook niet
in de bedoeling ligt het schip al
thans in zijn geheel af te breken.-
Het vak van de scheepssloper
heeft zich docr de omstandigheden
in zoverre gewijzigd, dat niet alle
voor sloop aangekochte schepen
ook inderdaad gesloopt zullen
worden. Daar ligger! in de Riet-
baan twee enorm grote landings
vaartuigen één ervan diende
onlangs als bioscoopzaal! drie
ex-Duitse walvisjagers, een loods
boot, een sleepboot, een marine-
vaartuig en het ex-Duitse vracht
schip Falkenberg, alle vaartuigen,
die ondanks hun roestig uiterlijk
toch nog van te goede kwaliteit
zijn om als voer voor de smelt
ovens te dienen. Verdep is de
scheepssloper ook een gewichtig
mens geworden daar hij de man
is geworden, die artikelen te koop
heeft, die geen fabriek binnen af
zienbare tijd leveren kan.
Inventarisatieuitverkoop
Het bericht van de aankomst
van het bijna nieuwe vliegkamp
schip met een nagenoeg complete
inventaris is als een lopend vuur
tje rondgegaan. In de eerste weken
slopten per dag gemiddeld zeker
twintig auto's voor het kantoor
aan de smalle dijk en een stroom
van adspirant-kopers beklom de
hoge statietrap om in alle hoeken
en gaten van de Nabob te zoeken
naar wat van hun gadiug zou kun
nen zijn.
Met krijt schreven zij hun na
men op de door hen begeerde
voorwerpen en schroomden daar
bij soms niet reeds geschreven na
men te „verdonkeremanen". Mis
schien niet zo fair, maar het was
ook geen kleinigheid wat hier te
gen een zacht .prijsje te koop was:
zeker wel duizend stalen opberg-
kastepjn diverse maten, vernufti
ge bergkasten voor gereedschap,
stalen schrijf bureaux bij de vleet,
een uitgebreide collectie electri-
sche apparaten, schakelaars, af
sluiters, motoreil en lampmontu
ren, electnsche wasserijmachi
nes, draaibanken, - fraisbanken,
boor- en schaafmachines, alles van
prima Amerikaans makelij, lagen
daar te kust en te keur.
Die namenschrijverij dreigde na
tuurlijk op een chaos uit te lopen,
waarom de heer Tideman tenslot
te al het moois naar de reusachtige
hangar liet brengen, waar het zo
eerlijk mogelijk werd verdeeld.
Geen sloopschip
Toen de Amerikanen in oorlog
kwamen, hebben zij een groot aan
tal- liulpvliegkampschepen es
cort-carriers gebouwd, waarvan,
cm de bouw te bespoedigen, het
ontwerp van romp en voortstu-
wingsinstallatie afkomstig was van
het bekende standaard-, vracht- en
passagiersschip van het type C3.
Ook de Nabob is zo'n schip, nog
bijna nieuw, met een enkelschroef-
turbineinstallatie van 8500 p.k.,
waarmee het een snelheid van 17
knoop bereiken kan. De Amerika
nen verkochten de Nabob onder
voorwaarde, dat zij haar nooit
Weer als vliegRampschip op zee*
willen ontmoeten, wat zeggen wil,
Robert Kertész; Ignaz Pliilipp
Semmelweis, Strijder voor het
leven der jonge moeders. Ver
taling van H. Pos. Uitg.
Bjj het lezen van vertaalde wer
ken over buitenlandse geleerden
komt bij mij altijd deze vraag op:
waarom geen roman over een onzer
grote Nederlanders? Waar blijft de
populaire biographie van Boerhaave.
Van Swietcn, Swammerdam, Rei-
nier de Graaf? Wanneer wordt een
Donders, een Snellen, Eijkman eens
de eer gebracht die hun toekomt,
daar in een voor ieder toegankelijke
levensbeschrijving van hun ontdek
kingen te verhalen en uit te doen
komen welke invloed ze op hun
tijdgenoten in binnen- en buitenland
hebben gehad? Ik ben er van over
tuigd, dat boeken over Pasteur.
Koch. Curie. Semmelweis, Ross.
Manson enzovoorts niet méér reden
van bestaan hebben, dan die boven
bedoelde ongeschrev'en werken. Wel
verscheen een bock over Leeuwen
hoek in het Engels, een voortreffelijk
boek, dat echter voor de grote massa
te wetenschappelijk geschreven is
en door zijn taal minder bereikbaar
is voor velen (Clifford Dobell: An
tony van Leeuwenhoek and his
„littler Animals" uitgegeven bij N.V.
Swets en Zcitlinger in 1932). Ook
Paul de Kruyff heeft aan Leeuwen
hoek in zijn „Microbe hunters"
(Bacteriej&gers) 'n hoofdstuk gewijd,
doch over het algemeen is er een
schrale oogst van biographische ro
mans over Nederlandse onderzoe
kers.
Misschien inspireert de querulan-
te geest van Semmelweis de schrij
vers meer, dan de normale rustige
natuur der grote Nederlandse na
tuuronderzoekers. Ook is de strijd
die ze te voeren hebben gehad om
hun denkbeelden ingang te doen
vinden niet zo hevig geweest. Het
waren immers beminnelijke mensen,
die in hun eigen tijd reeds waarde
ring ondervonden en gezag hadden.
Maar hebben zij juist daardoor niet
De Joodse verzetsbeweging hgoen Zvai
Leoemi roept door middel van aanplak
biljetten de Joden op tot vechten. Een
Brits officier verwijdert onder niet al te
vriendelijke blikken van de omstanders
een der aanplakbiljetten dat in een der
straten van Jeruzalem was aangeplakt
een veel grotere invloed op hun tijd
genoten uitgeoefend?
Deze overpeinzingen werden ge
schreven naar aanlbiding van een
zojuist in Nederlandse vertaling
verschenen .boek over Semmelweis.
Ik wil niets tégen dit bock zeggen,
want Semmelweis heeft zeker zijn
verdienste gehad en de beschrijving
van zijn leven en zijn levenswerk
komt in de vertaling aardig tot zijn
recht. Het is geen brillant boek, al
kan men het vlot lezen. Het vertelt
niets nieuws als men een der andere
biographieën reeds gelezen heeft
(bijvoorbeeld het in 1933 verschenen
boek van Th. MaTade vertaald door
M. L van Hasselt en uitgegeven bij
Thieme). Slechts zou ik willen zeg
gen. dat ik het een onbelangrijk
werk vindt. De waarde van deze-
levensbeschrijving. kan niet gezocht
worden in de psychologische kijk op
Semmelweis' leven, want de schrij
ver geeft er blijk van slechts zeer
weinig van de psyché van Semmel
weis begrepen te hebben. We komen
in dit boek niet nader tot zijn geest.
Het moge dan historisch volkomen
verantwoord zijn. de mens Semmel
weis leert men niet kennen, en daar
om valt hpt ook moeilijk te begrij
pen waarom hij door zijn agressieve
natuur en zijn ontactisch optreden
de wereld tegen zichzelf en daar
door ook tegen zijn theorieën in het
harnas heeft gejaagd. Men zou kun
nen zeggen, dat hij 'zijn eigen leer
in de weg heeft gestaan. De psycho
loog zou in het feit, dat zijn over
tuiging pas na zijn dood gemeen
goed geworden is. een bewijs kun
nen vinden voor zijn abnormale
geestesgesteldheid.
Als de schrijver ons meer gewezen
had op de oorzaak van de ontelbare
conflicten, die vo$>r het grootste ge
deelte uit het karakter van Sem
melweis voortkwamen, dan had zijn
boek een boodschap kunnen inhou
den. Semmelweis is zeker een groot
man geweest. De boodschap, die hij
te brengen had heeft hij echter niet
vervuld. Ook heeft hij' de vasthou
dendheid gemist om op andere me
thoden dan »de door hem gebruikte
statistische, de door hem gepropa
geerde stelling te bewijzen. Zijn
enige poging door experimenten op
dieren zijn theorie te bewijzen, dat
de kraamvrouwenkoorts door arts,
verpleger, vroedvrouw enz. overge
bracht wordt van patiënt op patient
en eventueel van lijk op ki-aam-
vrouw, mislukte jammerlijk. Hij had
er immers geen interesse voor, om
dat hij reeds overtuigd was! De
schrijver tracht hem alleen als grote
geest,voor te stellen en verdoezelt
daarom de grove tekortkomingen die
deze mens gehad heeft. Ik wil daar
mede niet zeggen, dat hij de geschie
denis heeft verdraaid, hij heeft haar
slechts tekort gedaan.
Voor de vertaling heb ik niets dan
lof, ook al staan er enige medische
fouten in. Het blijft echter een mid
delmatig boek: ontspanningslectuur
H. L. W.
Onder auspiciën van de Vereni
ging van Intellectuelen en de
SpaanSe Universitaire groep in
Frankrijk, werd in de Sorbonne te
Parijs een Cervantes-herdenking
gehouden naar aanleiding van de
400ste geboortedag van dc schrij
ver van „Don Quichotte". De pre
sident van de „Vrije Spaanse Re
publiek", Martinez Barrio, presi
deerde de bijeenkomst, die werd
bijgewoond door vele Franse en
Spaanse intellectuelen.'
dat tegen het verbouwen tot vreed
zaam koopvaardijschip geen enkel
bezwaar bestaat.
Daar de romp ondanks een
torpedotreffer nog in een uit
stekende ^taat verkeert en aan
de kostbare turbine-installatie
slechts enkele onderdelen ont
breken, zal de Nabob voorlo
pig niet verder dan tot het
shelterdek, d.w.z. tot en met
de hangar worden afgebroken,
s. Het resterend deel kan dan
voor belangrijk minder dan
een nieuw C3-schip zou kosten
tot een waardevolle Neder
landse koopvaarder worden
verbouwd. Een moeilijkheid is
natuurlijk een \yerf te vinden,
die deze omvangrijke verbou
wing binnen een redelijke ter
mijn kan uitvoeren.
Ofschoon het afbreken van het
vliegdek waarmee intussen is
begonnen en de hanger met bij
behorende verblijven en bordessen
een behoorlijke hoeveelheid bruik
baar materiaal zal opleveren, is
toch de Nabob evenmin een echt
sloopschip. De Holland-slopers
zullen dus naar andere objecten
moeten omzien vooral in jiet bui
tenland, wat met het oog op de
deviezenschaarste heel wat bezwa
ren oplevert. Onder deze omstan
digheden is het bevreemdend]' dat
voor kort twee voor sloop bestem
de Nederlandse schepen, t.w. de
Drechtdijk en de Tjimaooek, naar
het buitenland zijn verkocht; had
men die schepen niet beter in .eigen
huis kunnen houden?
Het Groningse toneelleven bidt
een moeilijk te schatten verlies
door het overlijden van Rut Hof
man, de man die het amateurisme
en het streektoneel in Groningen,
In stad en provincie, op een buiten
gewone wijze -heeft gestimuleerd.
Hij was toneelkapper van beroep,
en met hart en ziel voelde hij zich
aan de toneelkunst verknocht. Aan
vankelijk speelden hij en zijn
vrouw, die enkele jaren geleden
overleed een grote slag voor
hem in een Rederijkerskamer:
later sloeg hh zijn wieken steeds
verder uit. Hij regisseerde allerlei
toneelvoorstellingen, ook van de
middelbare schooljeugd, zelfs van
de studenten. Hij was ook jaar in
jaar uit de Thomasvaêr. Utrecht
heeft onlangs nog van zijn regie
talenten kunnen genieten,' toen
,,'t Slaopstee" hier werd gespeeld
van onze stadgenoot Riddering.
Hofman zelf vervulde er. als ver
vanger, een kleine rol in. Hij bleek
I zich toen al niet meer de oude te
gevoelen
Ondanks hun verschrikking of
wellicht mee daardoor! zijn ook
de Japanse kampen in Indonesië
oorden geweest, waar de literatuur
vruchten heeft gedragen.
Wm, S. A. Klooster, de bekende
journalist uit Medan heeft alle el
lende van een kamp aan den lijve
ondergaan. Maar zijn tweede ik,
Willem Brandt, inspireerde zich op
het merkwaardig aforisme van Os
car Wilde, „Youth is the 'Lord of^
Life, Youth has a Kingdom waiting
for it" en schreef een lang gedicht
„Ik ben de Jeugd" van meer dan
45 zesregelige strofen.
Opgedragen aan zijn zoon en aan
allen die jong zijn verschijnt de
plaquette in een blank bandje bij
W. P. van Stockum en Zn. (Den
Daag). Veel van wat de jeugd van
heden bekoort en meesleept, wordt
in een lange reeks flitsende beelden
onvermoeid beschreven. In tegen
stelling tot Brandt's lyrische verzen
draagt dit gedicht geen enkel spoor
van de misère, waarin de schrijver
zich bevond. Het is één onverholen
dithyrambische verrukking om de
'schoonheid en heerlijkheid van het
leven en de kosmos.
De schrijver toont zich een on
vervaard versificator, onuitputte
lijk in beeld en rijm, hoewel, wat
begrijpelijk is. lang niet altijd die
eenvoud en directheid van taal
openbloeien, die als een wonder
aandoen. Maar ook als het vers
rhelorisch blijft wordt het nog geen
maakwerk. Het enthousiasme van
de schrijver is daar borg voor.
Niettemin kan men zich aan een
gevoel van vaagheid; soms ook van
opgeschroefdheid in dit optimisme
niet onttrekken, en vooral nu zo
langzamerhand helaas is gebleken,
dat de wereld er tegen alle ver
wachtingen tijdens de oorlogsjaren
in, niet bepaald zinrijker en
schoner op is geworden, ook voor
de jeugd.
Met het slopen van het vliegdek. met
name het verwijderen van dc 8 c.m.
dikke dckplankcn is een begin
maakt
Onder leiding van
mr. E. C. GOUDSMIT
TIJDIG SNIJDEN
Heden een spel, dat als men
eenmaal op het probleem opmerk
zaam -is gemaakt niet zo moei
lijk meer is, maar dat toch in
de practijk -nog niet zo eenvou
dig blijkt te zijn. Naar waarheid
kan ik namelijk rapporteren, dat
toen dit spel voorkwam, de hoofd
klasse-speler, die dit probleem te
verwerken kreeg, faalde.
NOORD
Schoppen: a, x, x.
Harten: a, v, x.
Ruiten: h, v, b, x, x.
Klaveren: x, x.
WEST OOST
ZUID
Schoppen: x, x.
Harten: b, x, x, x.
Ruiten: a, x, x.
Klaveren: a, v, x, x.
Onder constant passen van WO
bereikten ZN het eindcontract
van 3SA. te spelen door Z.
W kwam met een kleine Sch.
uit. Z nam niet met het a. O kwam
aan slag en speelde Sch. na. O bleef
aan slag en O speelde voor de der
de maal. Sch. waardoor N met
Sch.a. aan slag kwam. Z speelde
toch een kleine R. van tafel naar
R.a en vervolgde met R. Hij incas
seerde al zijn R. zodat hij met
Sch.a. mee, in totaal zes slagen
had Hij moest nog drie slagen ma
ken. Hij kon op Kl.h snijden, maar
zou down gaan als Kl.h verkeerd
zat en W 5 Sch. had. Hij kon ook
een KI. van tafel spelen en KI.a in
de hand nemen en op H.h snijden,
maar hij zou dan dotvn gaan, als O
H.h had en nog een Sch. of als O
H.h had en W Kl.h omdat W—O
dan aldus 3 of 4 Sch. konden ma
ken, benevens H.h en Kl.h. Z be
sloot dus, om de minst onzekere
weg te bewandelen: hij speelde H.a
van tafel en toen H.h niet viel, een
kleine H. na. Op zich zelf ^as dit
niet slecht bekeken, want zo won
hij zijn spel: le als H.h sec zat, 2e
als O H.h. had (de kans dat O 5
Sch. had was practisch uitgeslo
ten), 3e als W I.h. had, mits W
niet meer dan 4 Sch. had. Maar
helaas, W had 5 Sch. en H.h zodat
opze arme Z 4 Scl^. slagen en H.h
verloor en daardoor 1 down ging.
Tóch was de klacht van Z dat
het bij hem altijd slecht -zit, niet
geheel gegrond. Door beter spel
had Z het spel namelijk kunnen
winnen.
Natuurlijk is het goed, om Sch.a
jn slag I en II niet te nemen. Z
moet inderdaad de Sch. van O uit
putten. Maar toen hij, na Sch.a ge
nomen te hebben met R.a in eigen
hand aan slag was gekomen, had
hij niet klakkeloos de R. verder
moeten afspelen. Hij had moeten
bedenken dat hij na het afspelen
van de R. in het bovenbedoelde
moeilijke parket zou komen. Hij
had de gelegenheid dat hij aan slag
was, moeten gebruiken om H. uit
de hand te spelen- en op H.h. te
snijden. Dit kon hij practisch zon
der risico doen. Het verschil is, dat
bij het slecht zitten van H.h. niet
W maar O aan slag komt, en O kan
geen kwaad. Want O kan nog wel
1 Sch. maar geen 2 Sch. meer heb
ben. Heeft O tegen elke redelijke
verwachting in, 2 Sch, dan komt
hij ook met H.h' aan slag als Z zo
speelt als hij gedaan heeft, dus" dan
baat hem zijn speelwijze niet. (De
uiterst kleine kans. dat O nog 2
Sch. en H.h sec heeft, kunnen wij
gerust buiten beschouwing laten)!
Komt O met H.h aan slag, dan
kunnen WO op zijn hoogst nog
1 Sch. slag maken maar door aldus
te spelen maakt Z toch op zijn
minst 9 slagen.
(Nadruk verboden).
Het geluk dat schujlt in de mogelijkheid
tot opklimming
De halveringsfactor
UT EN beroemd Italiaans wiskun-
dig economist, PARETO ge
heten (1848—1923). heeft ontdekt,
dat de verdeling der inkomens in de
vrjje maatschappij aan een zekere
wetmatigheid gehoorzaamt Naar
hem werd die wet de „Wet van
PARETO" genoemd Zij geldt niet
alleen voor de verdeling der inko
mens, maar voor vele met de inko
mens- of vermogensverdeling sa
menhangende economische ver-
schijnselen. kiest, die alle op hun 'aanvangsinko-
Op de inkomens-verdeling toege- men staan, dan zullen er by voor-
past zegt deie wet, populair uit- beeld 7 van hen waard zijn om na
sen, met 'ruim een millioen laagste
inkomens van f 2375,ruim
100.000 van f 4750,— en zo vervol
gens, telkens het tiende deel van
het vorige aantal, maar met het
dubbele inkomen, tot het hoogste
inkomen, dat van het staatshoofd,
van f 152.000.toe
Dit lykt prachtig, maar het is
heus niet zo aanlokkelijk, omdat er
te weinig gelegenheid voor opklim
ming is De halveringsfactor is 1 0
en dat is -veel te groot.
Wanneer men uit de Maatsbhap-
pij willekeurig 10 jonge mensen
gedrukt, dat een a x zó groot inko
men steeds door een b x zo groot
aantal personen wordt genotem Om
een voorbeeld te geven: in 1920 wa
ren er in Nederland op 1 inkomen
van -f 32000. rond 3 van f 16000, op
1 van f 10 000. rond 3 van f 5000,
enz., enz Hier was dus a 0.5 en
b 3. Omdat het laatste getal dc
vergroting van het aantal inkomen
trekkers bij een halvering van de
grootte van het inkomen aangeeft,
noem ik dit de h a 1 v e r i n g s f a c-
t o r. Deze factor had dus in Ne
derland in 1920 de waarde 3, nauw
keuriger 2.S.
De halvorlngsfactor
De halveringsfactor heeft tussen
de tv.e? wereldoorlo^n geschoni-
■mekl tussen 2 3 en 3.7 en was het
kleinst in de tijden van hoog- con
junctuur.
Betekent dit nu. dat het bij de
verdeling der inkomens goed is een
minimale halveringsfnctor te heb
ben? Naar mijn mening is de klei
ne halveringsfactor in korte tijden
van hoogconjunctuur meer het ge
volg hiervan, dat de winsten ze
ker in het begin van zulk een perio
de grotendeels aan slechts enke
le personen toevloeien. Hierdoor
wordt de scala der inkomens uitge
breid komen er hogere doch veel
al ook lagere inkomens bij. Het ty
pische is namelijk, dat deze scala bij
kleiner worden der halveringsfnc-
tor uitdijt en bij groter worden der
halveringsfactor inkrimpt.
Een voorbeeld Bij de halverings
factor 3 (eigenlijk*2,8) in 1920 lag
de grote groen der laagste inko
mensom en bij de f 800 k f 900. Bij
een halveringsfactor 5 echter zou
deze groep der laagste inkomens
tussen f 1450 en f 1(^0 hebben ge
legen. Ook de hoogst™inkomens be
wegen zich bij groter wordende
halveringsfnctor meer en m^er naar
het gemiddelde inkomen toe. (In
1920 was het aantal inkomens om
streeks 1.4 millioen en het totale
volksinkomen omstreeks 3,6 mil
liard gulden, zodat bij eengelijk
op" gaande verdeling de inkomens
alle 2660.geweest zouden zijn).
Wil men dus bereiken dat in de tal
rijkste groep der laagste inkomens
deze wat hoger worden en ook dat
de exhorbitant hoge inkomens wat
afnemen, dan moet de h a 1-
verings factor toenemen
en dus bjj voorbeeld 4 of 5 worden.
En nu de tegenpool!
En mi de tegenpool!
De werkkring in de volksgemeen
schap, welke daarin belangrijk is.
méér capaciteiten of wel een dure
vooropleiding vordert, dient met
een hoger inkomen te worden geho
noreerd dan de meer eenvoudige
functies. Doch ook moet elk be
hoorlijk lid van die gemeenschap
tijdens zyn loopbaan en overeen
komstig de groeiende kosten van
zyn gezin, tot een veelvoud van zijn
aanvangssalaris kunnen opklim
men. En nu is het een feit, dat hoe
groter de halveringsfactor is, des te
kleiner die kans op opklimming
wordt.
Laten wij voor een ogenblik voor
het aantal 'inkomentrekkers en het
volksinkomen in Nederland in 1920
eens een Utopia-gemeenschap op
trekken. Daartoe vormen wij uit al
die inkoificntrekkers groepen van
10 personen, elke groep onder één
chef; 10 van (he chefs ond^r één
hoofd. 10 van die hoofden onder één
directeur, enz.
Elk lid van een hogere groep ge
ven wij het dubbele inkomen van
diens naaste ondergeschikten. Men
komt aldus tot zeven inkomensklas-
(Vön een onzer redacteuren)
PARIJS, December.
Amerikaanse senator die
een klassiek woord wilde
spreken en na de aanslag op de
trein At rechtParijs zei: „Dit is
revolutie," was ongetwijfeld
vergeten hoe een revolutie er
pleegt uit te zien. Een Franse
revolutie wordt# in Parijs ge
maakt, en bij voorkeur niet
door ontspoorde treinen, tijd
bommen onder de havenkranen
en zelfs dé bezetting van pro
vincie-steden dit alles is al
leen maar bevorderlijk voor een
contra-revolutie en ook daartoe
is het niet gekomen.
In Parijs, bij alle ongeregeld
heden, hebben de zaken er geen
ogenblik zo ernstig uitgezien als
men uit de verte vermoedde. Dat
er op sommige dagen geen elec-
triciteit was (men was er aan ge
wend, want mede in verband met
de bezuiniging op het kolengebruik,
was ook voordien al elke wijk
op haar beurt een dag van de
stroomlevering uitgesloten) dat er
soms geen water was of geen gas,
of de metro weer eens niet reed
dit waren van die inconveniënten
die de Parijzenaar met een benij
denswaardige goedmoedigheid ac
cepteert.
Geen spoor meer
En op het ogenblik is er niets
dat de argeloze bezoeker, dfe op
een terras een ondrinkbaar kopje
al of niet echte koffie drinkt (zón
der melk en naar smaak mèj zoet
stof uit'het flesje dat steevast op
het tafeltje staat) er aan herinnert
dat Frankrijk een goede week ge
leden nog het toneel was van aan
slagen en gevechten tussen stakers
en militairen. Hij ziet de arbeiders
van de reiniging de laatste vuilnis
hopen opruimen die tijdens de
staking overal-zijn ontstaan, hij
kan, als hij goed kijkt nog ergens
een aanplakbiljet zien hangen met
de tekst: „Achtduizend francs per
maand is ons loon. Daarom staakt
de Reiniging" (het is inderdaad
heel weinig als men bedenkt dat
een kilo vlees vierhonderd kost,
maar deze arbeiders hebben nog
andere bronnen van inkomsten) en
dat is alles.
MAAR men moet de gebeurte
nissen niet onderschatten.Want
v/ie meer wil weten dan onze ar
geloze reiziger, krijgt \e horen dat
het hier wel degelijk gespannen
heeft.
Vraag een willekeurig Parijze
naar: „Hebben de communisten het
op een omwenteling aangestuurd?"
en hü zal het onmiddellijk be
vestigen. Een andere verklaring
is ook moeilijk denkbaar, want hoe
zou men anders het plaq-Marshall
kunnen verijdelen?
Het was een poging om te zien
hoever men gaan kon. Bij een uit
gebreide stakingsbeweging begin
nen, en de actie - zich laten uit
breiden tot ja tot waar eigen
lijk? Want het was niet de vraag
of de communisten het zouden
winnen of de regering; het was de
vraag of de communisten door het
Centrum zouden worden verslagen
of door de Gaullisten, als het er
op aankwam. En dit was het merk_
waardige van deze hele actie: de
zichtbare hopeloosheid. Zij had
geen enkele kans op succes, en
moest toch worden voortgezet, op
last van Moskou natuurlijk.
Geen tactiek
Het is de kortzichtigheid van
de Russische politici, die maar
éen tactiek kennen, die geen tac
tiek is: aanvallen met alle midde
len, onverschillig wat er van ko
men kan. Zo heeft men Mussolini
en Hitier aan de macht geholpen
zo zou men hier ook De Gaulle
aan de macht helpen en wel De
Gaulle op zijn allerslechtst. Want
de generaal mag weinig van de
gevaarlijke eigenschappen hebben
die de communisten hem toedich
ten, óls hij aan de macht komt
hangt alles er van af h o e hij er
komt. Zijn beweging heeft geen
program en eén zeer veelkleurig
gevolg, dat ontveinzen zich ook de
kiezers niet die op de R.P.F. heb
ben gestemd, en de omstandighe
den zullen waarschijnlijk van de
beweging een partij maken.
MAAR De Gaulle is een hoofd
stuk *op zichzelf, en een
hoofdstuk dat nog niet aan de or
de is. Het Centrum heeft de slag
overleefd en krijgt opnieuw een
kans om zich te handhaven. Een
kans die, naar het zich laat aan
zien, terdege gebruikt gaat wor
den. De regering Schuman heeft
de steun van rechts, omdat zij de
staking bedwongen heeft, en pro
fiteert daaWan om er een aantal
ingrijpende maatregelen door te
krijgen. René Mayer, het grote
vraagteken op de sleutelpositie,
blijkt een doortastend man, die de
belangen van de bezitters niet
spaart als het anders moet. „Het
belooft wel wat", zegt de Parijze-
ROBERT SCHUMAN
...steun van rechts...
naar cn verder wacht men maar
af. Want dat de slag gewonnen is,
betekent alleen maar dat de rege
ring nu weer kan gaan regeren.
Dat is in eerste instantie: de prij
zen tegen té houden, waarvan de
nog steeds voortdurende stijging
(ondank^ de 5 -verlagingen van
Blum indertijd, waarvan de aan
kondigingen nog in sommige win
kels ep café's hangen) de burger
met bezorgdheid vervult.
Maar iedereen is in elk gefal
weer aan het werk, Mayer onder
handelt met de vakbonden en in
ae Nationale Vergadering denkt
niemand meer aan het gezang
waarmee zo kort geleden de par
lementaire traditie werd verrijkt.
Gelukkig voor de mannen van.
Thorez, want de dichter van de
fameuze hymne op het dappere-,
cngëhoorzame 17de regiment, Mon-
téhus, heeft zo juist gezegd dat hij
liever De Gaulle aan het bewind
zag dan de communisten. De hym1»
ne dateert van de staking der
druivenplukkers in 1907. In veer
tig jaar is er veel veranderd!
een 10 k 20-jarige loopbaan hun in
komen te hebben verdubbeld en 5
van deze laatste om dat daarna nóg
eens te doen. Dit zou echter een on
bestaanbare halveringsfactor, klei
ner dan 2, impliceren.
Wij zien hierbij evenwel iets over
het hoofd. In de eerste plaats vallen
er van onze tien jongelui in 10 k 20
laren enige af door huwelijk (de
vrouwelijke, emigratie, invaliditeit
of overlijden. In de tweede plaats
dijt door de bevolkingsaanwas ook
dé inkomenspyramide en het to
tale volksinkomen uit en wordt
daardoor het aantal vacante dubbe
le inkomens in 10 k 20 jaren met
een 20 vergroot.
De met het oog op een gunstige
kans op opklimming ideale halve
ringsfactor zal dus slechts
omstreeks de waarde 2.2
k 2,5 komen te liggen.
Er bestaat dus een tegenstelling,
welke moeilyk te overbruggen valt.
Voor stimulering van wilskracht
en werklust, voor het vooruitzicht
bjj ouder worden en uitbreiding der
gezinskosten tot hoger inkomen te
kunnen opklimmen, ls een kleine
halveringsfactor gewenst; voor het
vermijden van te lage en te exhor
bitant hoge inkomens-is een grote
halveringsfactor nodig
De oplossing zal dus een compro
mis moeten zijn.
Wel is er een aanwijzing te ge
ven die. wanneer zij wordt opge
volgd, de kool en de geit spaart
Men moet aanvangsinkomens, die
ver boven de inkomens der laagste
inkomensgroep liggen, vermijden.
Het is niet goed, dat jonge mensen
in te grote luxe hun loopbaan be
ginnen. Het geluk, voor zover dit
van stoffelijke waarden afhangt,
schuilt juist in de mogelijkheid tot
opklimming.
Onder leiding van
B. SPRINGER
HET NUT VAN STUDIE
Nog altijd zijn er spelers die
twijfelen aan het nut van studie
of in elk geval studie toch slechts
van betrekkelijke waarde vinden.
Juist de practijk bewijst echter dat
niets minder waar is. Een spre
kend voorbeeld van de waarde
van studie volgt hieronder (Wit
aan zet):v
Zwart: 9, 13. 14, 16/19, 21, 23, 24
Wit: 25, 27, 28, 30. 32/35, 37, 38
Deze stelling werd jaren gele
den door deFransman Molinard
samengesteld. Ogenschijnlijk staat
Wit verloren, want op 1.3429,
volgt 1.—, 23x34; 2. 30x39, 24—29;
3, 33x24, 19x30; 4.35x24, 18—22;
5. 27x18, 13x31; en Zwart wint.
Wit heeft echter de volgende
fraaie verrassing in petto voor
Zwart: n.l. 1. 27—22!! 18x27; 2.
34—29, 23x34; 3. 30x39. Zwart
moet nu terug offeren. Het enige
is: 3.2731; 4. 37x26. Nu kan
4.1318 niet wegens 5. 2823;
C. 3832, enz. En zo is Zwart ge
dwongen tot 4.1722; 5. 3f>xl7,
22x11; 6. 32—27. Weqr wordt 6.
1318; belet wegens 7. 2823,
18x29; 8. 35—30, 24x35; 9. 33x4, en
weer is het uit. Gedwongen is dus
nu weer 6.1117; 7. 2722 en
nu moet Zwart een stuk verliezen,
daar hij geen tempo meercheeft.
Een aantal jaren na het ver
schijnen van deze studie kwam in
het kampioenschap van Frankrijk
tussen Garsute (zwart) en Ricou
de volgende stelling voor.
Zwart: 3, 12/14, 16/19, 23, 24.
Wit: 27, 28, 30, 32/35, 37/39.
Wit is aan zet. Ricou had, als
ijverig studiemens kennis geno
men van de publicatie van Moli
nard. Garoute, een echte practijk-
man, echter niet. Het spel ging als
volgt: 1. 30—25, 17—21; 2. 34—30,
1217; 3. 3934 en nu liep zwart
in de val door 3. 39?? Zie
verder boven.
Enige jaren later kwam het in
de strijd om het kampioenschap
van Z.O. Frankrijk, tussen Bon-
nard (Zwart) en Ricou tot de vol
gende stand, (zwart aan zet):
Zwart: 4, 12/14, 16, 18, 19, 21,
23, 24.
Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 33, 35,
37/39.
Wit hoopte weer op dezelfde
gang van zaken als tegen Garoute,
n.l. 1.—, 1217; 2. 39—34, 4—9
enz.
Bonnard, een soort wandelende
encyclopaedic, was van een en an
der op de hoogte en düs tracteer-
de hij zijn tegenstander op de vol
gende, minder aangename verras
sing:
2. 39—34, 10—15; 3. 34—29,
22x34, 4. 30x39, 18—23; 5. 39—34,
13—18!! 6. 25—20 (of?) 14x25;
7. 28—22, 23—28'! 8. 32x14.'31x43;
9. 22x13, 24—30! 10. 35x24,
12—18" 11. 13x22, 43—48!' 12.
24—20 (de enige) 48x45; 13. 33—28
15x24; 14. 28—22, (gedw.) 45—1;
15. 14—10, 24—29; 1. 10—5, 29—33;
17. 5—32, 33—39; 18. 32—49, 1—12
en wit gaf op. Een prachtig spet-
fragment.
Wie trekt na dit alles nog het
nut van studie in twijfel?
(Nadruk verboden)