ontmoette haar in de
Oude jaars nacht
Nieuwjaarsdag in oud Amersfoort en
de „Donderdagse processie"
NIEUWJAARS HEIL- EN ZEGENWENSCH
STADS-TORENWACHTER
Een goed sportjaar ligt
achter ons
4
DAGBLAD VOOR AMERSFOORT
Woensdag 31 December 1947
Over Heintje met de keu'
„Dolle Trui" en de
„Rooie Neger
Burgemeester, wethouders en verdere ingezetenen der stad Amersfoort
DE TELEURSTELL ING VAN VADER
TIJD
G. J. INKLAAR
door
HERMAN BESSELINK
DE goede oude gewoonte van Nieuwjaarwensen was in Amersfoort
vroeger in veel sterker mate in ere dan tegenwoordig. Rond de
eeuwwisseling, zo een jaar of vijftig zestig geleden, kon men op
Nieuwjaarsdag in oud-Amersfoort grote groepen kinderen op klompen
langs de huizen zien scharrelen om hun nieuwjaarscent. „Baos, veul heil
en zegen in et nieuwe jaor", klonk het dan uit vele kindermonden. Doch
niet alleen de lieve jeugd hield deze centenbrengende gewoonte in hoge
ere; ook volwassenen maakten hun ronde.
lantarenopsteker ,Klasie-half-acht'
AMERSFOORT kende in die tij
den „de Donderdagse proces
sie", van mensen, die vergunning
hadden, op Donderdag langs de
huizen te gaan om geld en goede
ren bij hun beter gesitueerde stad
genoten te vragen. Deze „Donder
dagse processie" (oude Amers-
foorters weten dit nog wel) liep
dan op Nieuwjaarsdag de stad
rond, en het wekte helemaal geen
verwondering, wanneer de oude
Heintje Dietendal (het goede
mens is reeds lang ter ziele) uit
het vroegere Pisstraatje bij St.
Aeghten, met d'r keu achter op
heur rug en haar snuifdoek voor
haar neus, over 't Zand kwam
schuifelen om zich naar de adres
sen te spoeden, waar haar „Zaolig
Nieuwjaor" werd verwacht.
Onze moderne tijd kent niet
meer die in de ganse stad over
bekende typen, maar omstreeks
zestig jaren geleden was Amers
foort veel rijker aan dit slag men
sen, dat niet alleen als „Donder
dagse processie" Jangs 's Heren
wegen ging, maar zeer zeker de
Nieuwjaarsdag benutte om aan de
schrale kost te komen. Niemand
buiten de naaste verwanten en
„Het Stadhuis" kende hun familie
naam, maar geen normaal den
kend Amersfoorter dacht ook maar
een ogenblik aan belediging, wan
neerhij het had over „Dolle Trui",
„ouwe Sien met d'r slaapmuts op"
of „die Rooie Neger'.' Hij maakte
Trui voor haar mooie wens, gaf
Sien d'r cent en de Neger haar bo
terham.
Lantaarnopstekers en
tonnemannen
Ook de lantarenopstekers waren
van de partij op 1 Januari. Zo
kwam een jaar of vijftig geleden
in het oude stadskwartier Bloe
mendal op Nieuwjaarsdag de gas-
(geen Bloemendaller, die hem an
ders noemde), met een mooi ge
drukte pieuwjaarsheil- en zegen
wens van dc gezamenlijke lanta
renopstekers. In ons museum Fle-
hite is nog zulk een Nieuwjaars
wens uit 1880 bewaard gebleven.
Aan de kop van dc wens stond een
tekening van de oude particuliere
gasfabriek, die in 1859 aan de
Kamperbuitenpoort was gebouwd.
Tegenwoordig staat op de plaats
van deze gasfabriek het brandstof-
fenpakhuis van de firma Van Eist.
Dan had men omstreeks 1900 de
arbeiders der stadsreinigingsdienst.
de zgn. „tonnemannen", die in het
nieuwjaarwensen ongetwijfeld een
welkome gelegenheid vonden tot
aanvulling van hun karig week
loon van zes gulden. Het verhaal
gaat, dat sommigen van hen zéér op
een nieuwjaarsfooi waren gesteld.
Zo kon het gebeuren, dat bij een
vreselijk-zuinige nicht van een
mijner ouwe Amersfoortse kennis
sen de tonneman geen Nieuwjaars
fooi voor zich en zijn makkers had
gekregen. Nog steeds is mijn ken
nis ervan overtuigd, dat het hele
maal geen toeval was, toen op een
zeer ongelukkig en uiterst ongele
gen ogenblik de man van de Rei
niging in de brandschone wèlbe-
klede gang van de zuinige nicht
zijn labiel evenwicht en zijn ton
netje Verloor.
De torenwachter
Dan had men in die voorbije rus
tige tijd nog de Stadstorenwachter,
die er prachtig werk van maakte,
de burgerij met goede nieuwjaars
wensen te overstrooien. De ouwe
Stol. die onze stad van» 24 April
1947 tot aan zijn dood op 22 April
1895 trouw bewaarde voor brand
rampen, stuurde op de le Januari
een schitterende want met gou
den druk uitgevoerde „Nieuw
jaars Heil- en Zegenwensch, eer
biedig opgedragen aan de Edel
Achtbare Heeren Burgemeester,
Wethouders en verdere Ingezete
nen der stad Amersfoort". Boven
aan deze jaarwens stond de St.
Joriskerk met toren afgebeeld. Op
d#» trans de torenwachter met gro
te trompet voor de mond en de
hoge franse uniformpet met lange
klep op het hoofd. (Zie onze af
beelding).
Ook de opvolger van Stol, hl.
Van Dorssen, stuurt^ dergelijke
wensen naar notabelen en burgers
en ongetwijfeld zullen er nog veel
Amersfoorters zijn, die zich herin
neren, dat de assistent-Stadstoren
wachter (Verhoef, de ballenboer;
een lange man met bakkebiezen
langs zijn wangen) op Nieuw
jaarsdag de burgerij langs ging om
de nieuwste rijmwens van Van
Dorssen aan de Burgemeester, de
Wethouders en verdere ingezete
nen (de leden van de Gemeente
raad waren in die dagen zeker niet
speciaal in tel!) aan te bieden.
Sien met d'r slaapmuts en heel
de compagnie van de Donderdag
se processie zijn sinds vele jaren
de eeuwigheid ingegaan en onze
stadstorenwachters slapen de slaap
der rechtvaardigen onder de rui
sende bomen achter het Davidshof.
De lantarenopstekers van weleer
genieten de rust van hun pensioen
en lopen op Nieuwjaarsdag niet
meer hun klanten af, de grote
tioepen van gelukwensende kinde
ren zijn de schone straten van on
ze nette stad uitgebannen. Op Sil-
vesteravond van het iaar 1911. te
middernacht, blies Van Dorssen
voor het laatst als Stadstoren
wachter met zijn trompet het oude
jaar uit, omdat op 1 Januari 1912
een moderne brandweer zijn eeu
wenoude taak overnam. Maar ik
twijfel er niet aan, of ook heden
avond zullen er Keientrekkers zijn,
die tersluiks een venster openen,
wanneer de laatste zware slag van
twaalven, uit de galmgaten van
onze Lievevrouwentoren op onze
oude veste zal vallen en in de ge
boorte van Nieuwjaar zal verklin
ken. Ongetwijfeld zullen zij dan
heel uit de verte van hun herinne
ring het trompetgeschal horen van
de verdwenen wachter, ginds op
de oude trans van de St. Joristoren.
P. S. TEELING.
eerbiedig opgedragen aan de Edelachtbare Heerén
door den
*t Oude is weer heengetogen
En het Nieuwe brak weer aan
En weer kondigde 'k van dc hooge
Hof-kerk die verwisseling aan.
Bijna ZES EN VEERTIG jaren,
Mocht ik waken, nacht op nacht,
U verwittigen van gevaren
Kon 'k U toeroepen „slaap zacht".
Geene ramp trof onze veste
In het pas geëindigd jaar
Slechts een brandje, dat ten leste
Bleek „weinig zaaks en groot misbaar"
En kon dus de Brandklok zwijgen.
Ook de Doodsklok klept' haast niet
Zagen w'enklen grafwaarts tijgen
Hier heerschte de ziekte niet.
Voor Cholera, die zoo velen
Wegrukte van huis en haard
Die zóó dicht rondom ons waarde
Bleef toch Amersfoort gespaard.
God, d'Almachtige Hemelvader,
Spaard' ons voor dien zwaren kamp.
Danken wij hem al te gader
Voor deez' uitkomst in de ramp.
Heer der Heeren, schenk uw zegen
Zoo aan stad als burgerij
Geef uw hulpe allerwegen
Aan Magistraat en Clerezij.
Der KONINGIN, o Albehoeder,
Neem in Uw bescherming Haar
En spaar Heur Koninklijke Moeder,
De REGENTES, nog menig jaar.
De sport neemt in ons leven een steeds belangrijker plaats in. De oor
log heeft de ontwikkeling wel afgeremd en zelfs achteruitgang gebracht,
doch het afgelopen jaar heeft ons weer een grote stap in de goede rich
ting gebracht.
In Amersfoort is in het afgelopen jaar door de plaatselijke overheid
veel aandacht aan de sport besteed. Burgemeester Molendijk, ontpopte
zich als een groot voorstander van de sportbeoefening. Iedere sportge
beurtenis van enige betekenis woonde hij bij en het is te venvachten dat,
zodra de toestand zulks toelaat, het college van B. en W. de sportacco-
modatie belangrgk zal verbeteren. Hieraan ontbreekt uit de aard der
zaak nog veel doch door het in het leven roepen van een Stichting Sport-
gemeenschap is het organisatorisch verband reeds gelegd, waardoor t.z.t.
de verbetering met kracht ter hand genomen kan worden.
Successen voor de Amsvorde, de club die elf
schaatsen rijders
„Gunst, meneer, wat ben ik blij
dat ik de zaak eindelijk eens uit de
doeken kan doen. Want ziet u, ik
heb pas ruzie met de buren gehad
en die lui kletsen zo ontzettend, dat
de hele kwestie binnenkort toch
aan dc grote klok hangt. Ik heb
eerst de regeringsvoorlichtings
dienst al in de arm genomen, maar
wat die de mensen vertelt daar
worden ze ook al niet wijzer van.
Ik zal het u meteen maar heel kort
en duidelijk vertellen: eigenlijk is er
geen volgend jaar. Dit iaar hebben
we al volgend jaar gehad en vol
gend jaar is ook nog dit jaar."
Onthutst keken we Vader Tijd
aan. We vonden zijn antwoord op
onze vraag wat we in 1948 konden
verwachten wel heel kort, maar de
duidelijkheid liet naar onze mening
wel wat te wensen over. Voor we
konden vragen wat hij daarmee be
doelde ging hij al verder.
door
„Ik ben er totaal van in de war.
Ik dacht een meevallert je te hebben
en het eens een jaartje er.rustig
van te kunnen nemen en nu hebben
ze mij zo'n kool gestoofd. Als ik
morgen weer begin weet ik beslist
niet wat het eerst aan te pakken
om de boel weer in het reine te
brengen. Eerbied voor de ouderdom
schijnt er niet meer te bestaan."
Als hij zo zijn hart gelucht heeft
krijgen we eindelijk gelegenheid
Vader Tijd rustig een paar vragen
te stellen en ten slotte begint hij,
zoals hij het noemt, de zaak uit de
doeken te doen.
„Die Oudejaarsavond van 1946
zal ik nooit van mijn leven verge
ten, al word ik ook 100.000 jaar.
Ik liep die avond zoals ieder jaar
weer ongeduldig te wachten in de
gang van de kraamkliniek. Die
goede oude Moeder Aarde heeft mij
nog nooit in de steek gelaten, maar
toch ben ik altijd weer een beetje
zenuwachtig. Je kunt niet weten...
Ik slaakte dan ook werkelijk een
zucht van verlichting toen klokslag
twaalf uur voor de 1947ste maal
van achter de gesloten deur een
klaaglijk babygehuil tot mü door
drong. Ik kon mijn ongeduld niet
langer bedwingen en stapte naar
binnen. Het meest was ik benieuwd
of er nu eindelijk weer eens een be
hoorlijk jaar geboren was. de laat
ste waren maar schraaltjes ge
weest. Ik stap naar de wiegen
laat ik daar nou een tweeling in
zien liggen. Ik keek nog eens.
dacht eens na. maar nee ik had
toch geen dropje gehad, wreef mijn
ogen eens uit: het bleef een twee
ling. Zoiets was mc nog nooit over
komen.
Toen ik een beetje over de eer
ste schrik heen was zag ik ook een
lichtpuntje: dit was nu de gelegen
heid waar ik al zo lang op gewacht
had, eindelijk kon ik ook eens met
vacantic. Zonder het te weten had
ik een jaar in het voren gewerkt.
Nu moeten mijn spruiten meteen
de eerste dag van hun leven al op
hun eigen benen staan, dus ik zei
hun dat ze er maar om moesten
knobbelen wie het eerst aan de
beurt was Laten die twee knapen
toen ik goed en wel mijn rug ge
keerd had afspreken de zaak twee
jaar lang samen op te knappen. Dc
hele boel hebben ze in het honderd
gejaagd. De zuivering die heel 1948
nog had moeten voortduren is nu
al achter de rug. we hebben van het
jaar al barmhartigheid gekregen,
die ook nog tot volgend laar in
petto had moeten blijven, met dc
wederopbouw zijn we al voor op
het programma van 1948. De ta
bak had van het jaar al vrii moe
ten zgn. maar dat wordt nou weer
volgend iaar. Indonesië had in 1947
in kannen en kruiken moeten zijn...
We zitten hopeloos in de knoop.
Mijn twee spruiten, die inmiddels
oud en wijs zijn geworden, zien dat
nu zelf ook wel in. Ze hebben nog
geprobeerd zoveel te redden als
maar mogelijk was en dat is hun
niet in hun koude kleren gaan zit
ten. Konden we anders fris met
een nieuw iaar beginnen, nu zitten
we met twee oude jaren. Wat daar
van komen moet
Dus lezer u weet nu wat u te
wachten staat.
Veel heil en zegen in het Nieuwe
Jaar.
We zullen het nodig hebben!
Onze stad heeft het afgelopen
jaar, meer dan anders, belangrijke
wedstrijden gehad, waarbij natio
nale- of provinciale kampioen
schappen op het spel stonden. De
sportuitwisselingen met steden uit
binnen- en buitenland hebben
Amersfoort ook buiten onze stads
muren een goede naam bezorgd.
Een eervolle vermelding in de
rijen der organisatoren verdient
zeer zeker de Amersfoortse IJsver
eniging.
De zwemverenigingen A.Z. en
P.C. en „Neptunus" zorgden vooral
voor een internationaal contact.
Engelsen, Denen en zelfs Egypte-
naren kwamen.
Het voetbal heeft ons dit jaar
twee kampioenen opgeleverd. Tot
grote vreugde van de A.P.W.C.
supporters werden hun favorieten,
na een uitstekend seizoen, kam
pioen van de vierde klasse, waarna
met vlag en wimpel de promotie
naar de derde klasse volgde.
De tweede kampioen is het voet
balelftal van de Eerste Amers
foortse Politie Vereniging,
De Amersfoortse Boys zetten dit
seizoen zeer goed in en spelen nog
steeds een goede rol in de vierde
klasse.
Interessant is het optreden van
jaren
lang in de onderste regionen van
de vierde klasse streed. Zonder op
de grote trom te slaan ontpopt zij
zich thans als grote favoriet voor
het kampioenschap.
De grote verdienste van H.V.C.
is altijd geweest dat het de voet
bal enthousiasten tot de laatste
wedstrijden van het seizoen volop
spanning bezorgde in de strijd om
de hoogste eer in de tweede klasse.
Na de kampioenskansen die K.
V. V. A. ongetwijfeld het vorig sei
zoen had ging het ook met deze
vereniging niet zo best meer. De
goede kern waarborgt echter de
zekerheid van spoedig herstel.
Quick staat op het ogenblik in
de volle belangstelling van de
Amersfoortse sportsmen. The Reds
doen het dit seizoen reeds goed
doch,als de tekenen niet bedriegen
dan komen zij het volgend seizoen
met een sterker elftal in het veld.
Ook de handballers kwamen in
het afgelopen jaar met een kam
pioen op de proppen, nl. de hand-
balgroep van de Amersfoortse Ath-
letiek Vereniging. De dames van
de handbalvereniging „Amers
foort" hebben het vorig seizoen een
prachtige strijd geleverd om het
kampioenschap doch in de aller
laatste wedstrijden moesten zij het
onderspit delven.
De korfbalsport telt in Amers
foort slechts één vereniging doch
APWC. dat dit jaar naar de 3e klasse promoveerde.
Anno 1893
STOL, die bijna vijftig jaren
't Telkenmale heeft gedaan
Biedt, bij 't wisselen der jaren,
Ook nu weer zijn wensch U aan.
Ued. Dw. Dienaar
DE STADS-TORENWACHTER.
IK weet niet meer precies hoe ik
er toe was gekomen om op de
avond van die Oudejaarsdag de
warmte en gezelligheid van mijn
kamer te verwisselen voor de kou
en de donkerte van de besneeuw
de hei. De negen jaren, die sinds
dien zijn verlopen, waren zo vol
van gebeurtenissen, dat alles wat
vóór mijn ontmoeting met de grijs
aard plaats vond, vage herinnering
is geworden.
Ja, veel. heel veel is er gebeurd.
Eline en ik trouwden, en nog geen
jaar later werd onze Peter gebo
ren. In de daaropvolgende lente
vielen de Duitsers ons land bin
nen. Ik was toen juist in Engeland
en ruim vijf jaren moesten voorbij
gaan, voor ik mijn kleine jongen
terug zag. Eline was gestorven.
Het Rode Kruis had mij reeds twee
jaren na die vreselijke Meidag
haar dood bericht. Vandaag, op
Peters achtste verjaardag, gaan
mijn gedachten als vanzelf terug
naar die sombere oudejaarsavond
vari het jaar 1938, toen ik de stad
verliet omdat ik het nieuwe jaar
in eenzaamheid wilde begroeten.
T LREN had ik al gedwaald door
UJ de storm over de besneeuwde
hei. Laag over het aangrenzende
bos kwamen dikke sneeuwwolken
aanjagen. Reeds begon ik spijt te
voelen over mijn onbesuisd besluit,
toen er plotseling een man naast
mij stond. Hij droeg een grote
hoed met brede rand en over zijn
zwarte cape hing in brede golvin
gen een grijze baard, die heen en
weer woei in de storm.
„Kom", zei hij, „Ga even mee
naar binnen. Dadelijk gaat het
sneeuwen. Ga alsjeblieft mee".
Meteen draaide hij zich om en ik
zag een smal. schoongeveegd paad
je. Zonder één woord te zeggen
volgde ik de man naar een land
huisje, dat tussen dennen en kale
zilverberken op een lage heuvel
stond. Een wit-émaille fornuis ver
spreidde in de keuken een welda
dige warmte en het rook er heer
lijk naar gebraad en chocola. In de
hall hingen wij onze overkleding
op een hertengewei en daarna
volgde ik mijn zonderlinge gast
heer in een groot vertrek. De
vlammen van een open haard ga
ven de kamer een diepe, oranje
gloed.
„Het kan me niet schelen wie of
wat je bent", zei hij, toen ik bij
het vuur zat en hijzelf met de rug
tegen de deur was gaan staan.
„Het doet er niet toe."
En dan fluisterend: „Het kind
mag het niet horen. Ze zou maar
zeggen dat ik niet zo gek moet
doen. Ze houdt niet meer van mvl"
De oude kwam vlak voor mij
staan. Zijn ogen waren groot,
glanzend en helderblauw.
„Wat denkt U", fluisterde hij en
ik voelde zijn adem langs mijn
wang strijken. „Wat denkt U? Zou
ze niets meer om me geven?"
Toen was hij met twee grote
stappen weer bij de deur, waar hij
hijgend op mijn antwoord wachtte.
Mijn hersens werkten razend
snel. Wat was dit? Wat moest ik
zeggen? Waarom had deze man me
naar binnen getroond?
„Ik weet het niet", zei ik stotte
rend. „Ik ken U niet. ik ken haar
niet. Hoe zou ik het U kunnen zeg
gen?"
ER werd aan de deurknop ge
rammeld. Aan de andere zijde
trachtte iemand tevergeefs binnen
te komen. Maar de oude man bleef
zwaar tegen de deur leunen, ter
wijl hij heftig naar mij gebaarde
om mij van spreken te weerhou
den.
Even verstomde het geluid. Ik
hoorde dat in de hall iets op de
grond werd gezet, waarna er luid
werd geklopt.
„Grootvader, grootvader", riep
een meisjesstem zacht, grootvader
tje, doe eens open. Toe, je hebt
toch ook honger? Ik heb gebraden
haas en chocoladepudding, expres
voor jou gemaakt."
De grijsaard hield zich doodstil
en boog zich naar het sleutelgat
om beter te verstaan. Ik wilde op
staan, iets doen, hem wegtrekken,
slaan, trappenMaar toen de
man mij overeind hoorde komen,
stond hij met een ruk rechtop en
keek zo onheilspellend naar mij,
dat ik mij weer in mijn stoel liet
terugvallen.
In de hall was het inmiddels stil
geworden. Maar plotseling werden
de gordijnen, waarachter ik reeds
een andere kamer had vermoed,
open geschoven en kwam een
meisje de kamer binnen. Ze droeg
in haar handen een blad met dam
pende schaaltjes en merkte blijk
baar niet de vreemdeling, die in
een duistere hoek van de kamer
zat.
Klein en blond was ze. Over het
feestelijk blauwe jurkje droeg ze
een gebloemd schort. Kalm zette
ze het blaadje op tafel. Een helde
re slag van de klok trilde door het
vertrek.
„Kwart voor twaalf, grootvader
tje", zei het meisje en ik hoorde
hoe ze een vergeefse poging deed
haar stem onbezorgd en vrolijk te
doen klinken.
Een gevoel vgn diepe bewonde
ring kwam in mij op toen ik zag,
dat zij de waanzinnige onbevreesd
bij de arm nam en hem naar de
armstoel aan het hoofd van de ta
fel voerde.
„Kwart voor twaalf", herhaalde
zij. „Over een kwartier is het
nieuwjaar. Zullen we dat eens
smakelijk vieren, zoals we dat nu
al vijf jaar hebben gedaan?"
Maar toen hc' witte laken was
gespreid en kaarslicht over de ge
dekte tafel straalde, duwde de ou
de man met een heftige beweging
zijn bord terug.
„Houd je vlees", gilde hij. „Ik
wil je vlees niet. Ik wil geen nieuw
jaar vieren. Allemaal onzin. Mor
gen is hetzelfde als vandaag en
vandaag is gelijk aan gisteren en
gisteren
Hij scheen in zijn woorden te
zullen stikken en het schorre
schreeuwen ging over in lange
gierende uithalen als van een drif
tig huilend kind. Zijn schokkend
hoofd zakte achterover en lang
zaam stierf het geluid weg.
Het meisje was opgesprongen en
naar de erker gevlucht. Met de
rug tegen het raam, de handen om
de vensterbank geklemd, keek zy
angstig naar de grote figuur aan
de tafel. Nu pas kon ik haar ge
zicht goed onderscheiden. De huid
leek matblank, waardoor haar
ogen sterker schenen te schitteren.
De ogen van haar grootvader
dacht ik, maar zachter, meedogen
der en vroeg wijs. Haar wenk
brauwen liepen van schuin boven
de rechte neus met een nauw zicht
bare welving naar de slapen. Ou
der dan twintig was zij beslist niet.
IK moet een kreet van bewonde
ring hebben geslaakt, want op
eens zag zij mij. Vlug stond ik op en
liep op haar toe. Zij scheen niet in
het minst bang te zijn of zelfs
maar verwonderd.
„Ik denk dat hij dood is", zei ze
rustig, terwijl ze naar de man
wees, die nu roerloos achterover
lag. „Bijna een jaar was hij al zo.
Maar daarvóór was hij vier jaar
lang een engel voor mij."
Het moest een verontschuldiging
zijn maar in haar stem klonk iets
van een bevrijding.
„Hoor", zei ze, „daar komt het
nieuwe jaar".
Het mechanisme in de klok be
gon zich reutelend voor te berei
den op zijn laatste karwei in het
oude jaar. Ik trok de gordijnen
voor het raam open. Het sneeuw
de dikke vlokken, waarvan er vele
op het raam bleven plakken. Toen
trilde twaalf malen weer die hel
dere klokkeslag. „Een nieuw be
gin", fluisterde ik en ik legde mijn
hand op haar arm. „Hoe heet je?"
„Eline," zei ze. „En jij?"
deze deed het in het seizoen 1946/7
uitstekend.
In de hockey wereld heeft Amers
foort aan A.M.H.C. een waardige
vertegenwoordiger. Zowel het da
mes- als herenteam hebben goede
resultaten geboekt.
De tennissport heeft in 1947 be
langrijk aan populariteit gewon
nen. Grote tournooien werden ge
houden en leverden ons drie plaat
selijke kampioenen op.
Ook aan de popularisering van
dc Athletieksport werd hard ge
werkt. Wij denken hierbij aan de
door de A. B. v. L. O. georgani-
seeide kampioenschappen van
Amersfoort en het door de Amers
foortse Athletiek Vereniging geor
ganiseerde Athletiekfestijn op
Birkhoven.
Onze plaatselijke wandelsport-
verenigingen verwierven ooveral
in ons land grote vermaardheid.
Vele bekers en andere tropheeën
werden mee naar Amersfoort ge
nomen.
Onze plaatselijke motorcracks
hebben weer bewezen tot de aller-
besten van ons land te behoren.
Drie kampioenstitels kwamen naar
onze stad. Hiervoor zorgden Jo
Bovee, Dick Renooy en Mobi Vier
dag. Anderen promoveerden of le
verden steeds weer met wisselende
kansen slag.
De „Pedaalridders" organiseer
den weer de bekende en gewaar
deerde wielerronde van Amers
foort, ditmaal nog voor Amateurs.
Ook voor de home-sporten is dit
jaar veel propagandistisch werk
gedaan. De damverenigingen, die
met vele moeilijkheden te kampen
hebben gehad, beginnen weer op
te bloeien.
Ook de schaakverenigingen zijn
zeer actief.
De toenemende populariteit van
de biljartsport blijkt wel uit de
animo voor de competities van het
district Eemland. Het aantal ver
enigingen en leden van de N.B.B.
neemt nog steeds toe.
Ook voor de bokssport werd
grote propaganda gemaakt doch de
belangstelling voor zelfs zeer goe
de wedstrijden blijft beneden het
normale. De jiu-jitsu'ers en wor
stelaars verdienen eveneens meer
belangstelling.
Vrijwel alle Amersfoortse Gym
nastiekverenigingen gaven het af
gelopen jaar huh uitvoeringen.
De Amersfoortse Schermvereni-
ging kreeg in de Hongaar Béla een
bekwaam instructeur.
De tafeltennissport maakt ook
weer betere tijden door. Het aan
tal deelnemers wordt steeds groter.
Tenslotte verdient vermelding
de Bedrijfssportweek van de Fede
ratie van Personeelsverenigingen.
Een der hoogtepunten in 1947
was de stedenontmoeting Middel
burgAmersfoort, een massale de
monstratie.
Het bezoek der Engelse gasten
uit Rotherham in het kader der
sportuitwisseling mogen wij ver
melden in de hoop dat de interna
tionale contacten in het komende
jaar nog veelvuldiger gelegd zullen
worden.