Commandant van Amersioorts Leger des Heils ZWANEN op het IJselmeer Soesterkwartier blijvend een misdeelde stadswijk? S. Barteling Dr. Horreus de Haas - prediker en profeet r Vele verbeteringen nodig en mogelijk Waar blijft de tunnel? De Boodschap der eeuwen Vaak niet begrepen, maar bijna altijd gerespecteerd „De bekering is ons doel" Z Zaterdag 10 Januari 1948 3 Toen kortgeleden in dit blad een afbeelding werd geplaatst van het uitbreidingsplan Soesterkwartier, zullen velen van ons naar die simpele zwarte lijntjes hebben gestaard en zich hebben afgevraagd wat nu eigenlijk de waarde is van zo'n ontwerp. Vooral de Soesterkwartier-bewoners hadden wel willen door dringen in de bedoelingen van dat plan. Het lijkt ons goed thans nadat we de tekeningen nog eens bestudeerd en met de bestaan de toestand vergeleken hebben, de aandacht van onze lezers te bepalen bij de toekomstplannen voor deze wijk. 'T' HANS maakt het Soesterkwar- A tier, waar vijftienduizend men sen wonen, als stadswijk maar een matige indruk. Uit de stad komend versperren spoorwegbomen mees tentijds de toegang. Rommelige be drijven hoe trots als industriën misschien ook vormen verderop een weinig decoratieve bebouwing langs de toegangsweg en grauwe woningen uit het begin onzer eeuw nemen daarna haast ongemerkt die taak over. Dat valt direct op. als we deze buurt in fietsen. Er js eigenlijk geen begin aan de wijk. Zomin als we later een bepaald duidelijk einde vinden bii de over weg naar Birkhoven. Ge zjjt er misschien gewoon aan geraakt lezer? De sleur van de da gelijkse gang langs deze wegen, heeft U doen gewennen aan het Soesterkwartier zoals het is, le lijk of mooi. Ge hebt Uw herinne ringen aan vrolijke of droevige gebeurtenissen in deze straten en huizen. Die herinneringen maken de dingen zoals ze er zijn nu eenmaal dierbaar. Die monsterlijkheden langs de Soesterweg kunnen U niets schelen, omdat de bomen mooi zijn en van veel meer belang dan de alles-en-nog-wat-huizen. daar achter. En de Soesterweg ziet ge eenvoudig niet meer, ge let op de vertrouwde winkels en winkeltjes, op de bioscoopaffiches en de prijs van de appelen bij Uw vertrouwd fruitadresje. De speeltuin is U dier baar en of U nu straat in. straat uit de eeuwige woningbouwerii aan treft het doet U niets meer. Het laat U koud omdat er nu eenmaal niets aan te beleven valt. omdat het hoogstens hier en daar niet schreeuwend leliik is. bij hoge uit zondering zelfs nog wel aardig is in de straaties en nleintjes. waar een woningbouwvereniging van de vroegere uitbreidingsplannen maak te wat er. van te maken viel. Maar als een stiefmoederlijk be deelde wijk voelt ieder het. En in betere tijden, toen we nog zelf kon den uitmaken, waar wc wonen wil den, koos 't merendeel der Amers- foorters het Soesterkwartier maar liever niet. Die tijd is echter voor bij en thans wonen nergens in onze stad de mensen zo dicht opeen als juist hier. Misschien is dit de oqr- zaak dat thans zo extra goed uit komt welk een teleurstellend ge heel die bouwerij, al die straaties en tuintjes opleveren. De scholen zijn op een enkel kerkje na zowat de enige gebouwen die aandacht vragen tussen de overvloed van eengezinswoningen. Die aandacht is wat de schoon heid dezer gebouwen betreft meestal onverdiend. Het is al met al wel een zeer karig resultaat van lange jaren bouwnijverheid, deze wijk zonder begin of eind. zonder ingang, zonder hoogtepunten. Toekomstplannen Wat wil de gemeente hier nu aan verbeteren De bestaande hul zen- en stratenmassa moet helaas blijven wat het is. kan hoogstens met beplanting wat aangekleed worden. Duidelijk spreekt uit het plan van de Stedebouwkundige dat hij direct, waar dit tegen de oude bebouwing mogelijk is. het kwartier van groen wil voorzien. Wtf willen hopen, dat dit overtuigender zal gebeuren, dan het gebeurde bij de vooroorlogse groengordel. Bij de plantsoendienst spreekt men van een beplanting met beu ken. populieren en wilgen. Hoogop- gaand hout. dat in singels rondom de sport- en speelterreinen zal worden aangelegd. Op die manier zullen mettertijd de grasvelden enigszins te vergelijken zijn met de weiden der oude buitenplaatsen (ijsbaan Randenbroek). Het is een goed vooruitzicht, dat op deze wij ze de groene scheiding tussen fa brieken en woningen wordt her steld, nfaar het moet ons van het hart, dat het onaangeroerd laten van die gehele massa, het bestaan de Soesterkwartier, ons niet be paald vrolijk maakt. Alle openbare gebouwen, die in de bestaande wijk hadden moeten staa.n en waar nu geen ruimte meer voor is. zijn in die groenstrook geprojecteerd. Aan de Noordkant van dit lang gerekt plantsoen voert ook de nieu we grote verkeersweg, die aan vangt bij de overweg Birkhoven (later viaduct) en eindigt bij de Nijverheidstraat. Het is zeker dat deze weg op de toekomstige tunnel aan zal sluiten. Die tunnel, waar ons Soesterkwartier al zowat een mensenleven naar snakt. Wanneer de industrie zich meer en meer gaat ontwikkelen, zal over die weg een intens verkeer snor ren, niet meer door de wijk. maar er langs, zo door de tunnel naar de stad Hoe dat verder wordt op gelost is nog voor ons verborgen gehouden, maar voor een vloeiende doortocht is gezorgd evenals voor een gemakkelijke aansluiting van alle grote toegangswegen. Wanneer we deze geruststelling van officiële zijde vernemen, wordt ons de sa menhang van het plan Soester kwartier met de gehele üitbreiding van de stad duidelijker. Vroeger reeds is in een publica tie in ons blad uiteengezet, dat de toekomstige vorm van onze stad met die van een bloem overeen zal komen. Niet groter worden Het Soesterkwartier is bijvoor beeld zo'n bloemblad, terwijl de oude binnenstad het bloemliart vormt. Rondom die oude kern ko men zulke bloembladen. Daarom mag het Soesterkwartier niet veel groter meer worden. Als de ge meentelijke woningbouw (de thans in aanbouw zijnde -188 woningen) voltooid zal zijn, is hier zo heel veel uitbreiding niet meer mogelijk. Maar met die 488 woningen is dan ook een energieke poging on dernomen om de gebruikelijke bouwwijze te doorbreken. Voorlopig zullen er nog wel alleen de grotere gezinnen een kans voor vestiging krijgen, maar de tijd komt gauw genoeg dat de zeer normale volks woning in een stad als de onze op een dergelijk peil zal moeten staan. Ook de gecombineerde voortuinen wij meldden het reeds eerder die men hier in de plaats van de rommelige heggen- en tuintjes- affaire wil aanbrengen en de straatverlichting die aangelegd wordt zonder lantaarnpalen, wijzen op een nieuwe koers in onze stede lijke bouwvormen. Mogelijkheden Maar hoe gelukkig deze ver frissing ook moge zijn, het betreft slechts het laatste kwart van een overigens minder geslaagde wijk. Daarna gebeurt er niets meer. Wan neer dan elders, aan de andere kant van de stad nieuwe wijken tot stand zullen komen wijken waar in dit betere peil vanaf het begin in het oog zal worden gehouden zal dan het Soesterkwartier niet de misdeelde hoek blijven van onze stad? Rijp voor verval? Socsterkwartierders, ook in onze bestaande straten zal de beplanting SPOORWEG EMPLACEMENT J NOG zien we hem de kansel be stijgen, de forse prediker; als een leeuw zijn manen, zo schudt hij de weerbarstige la ïge haren van htt voorhoofd; da mond gaat schuil achter een zware smr en als hij begint te spreken is zijn stem gesluierd en spreekt hij wat afgemat. Maar na enkele min iten verdwijnt bij de hoorder het even- teleurgestelde gevoel; want hij voelt: daar staat iemand, die meer doet dan spreken; z(jn spreken en zijn preken is scheppen. En nog een eindweegs verder in de toe spraak is het spreken, zelfs geen scheppen meer: het is profeteren geworden. Met een enkel breed gebaar omvat hij Lijn gehele audi torium en de wat omfloerste stem is bezield van een intens leven. De toon is bezield geworden, achter de eenvoudige woorden weet men een grote eruditie, door het pre tentie-loze spreken heen hoort ge een mens leven en zwoegen, een diep-levend, een felbewogen mens. En als hij met een paar simpele zinnen aan een verstard dorma nieuw leven geeft en het in een ongeweten licht plaatst, dan weet moeten worden verbeterd! Zowel de gemeentelijke plantsoentjes en boombeplanting, als de tuintjes der woningen zullen danig moeten wor den aangepakt. Deskundig advies zal moeten worden ingeroepen. On derling zullen b.v. wedstrijden in tuinaanleg door buurtverenigingen zeer veel goed kunnen doen. Afsto telijke gevels moeten begroeid en het kostbare verfwerk van opge knapte woningen moet gespaard worden. De bewoners zelf moeten als de kosten al gering dienen te blijven in leder geval geen moeite sparen, om hun eigen straat, hun eigen tuin. ordelijk en proper te maken. Het zich bewust worden van deze noodzaken, zal voor de Soesterkwartierbewoners een zaak van het grootste belang worden. Maar ook van overheidswege zullen no®' zeer noodzakelijke voor zieningen moeten worden getrof fen. De behoefte aan vergaderzalen is ook in het Soesterku artier groot. Naar een badhuis wordt waarlijk al te lang gevraagd. De scholen puilen uit. We weten wel dat men de ogen er allerminst voor sluit. Financiën en bouwmaterialen zijn thans al to grote hinderpalen. Vroeger was er geld en materialen. Toen werd de kans niet waargeno men. Thans ls het moeilijker dan ooit en het Soesterkwartier kan wachten. Het is de wrange waar heid, die een handicap ls voor de ontwikkeling van deze misdeelde stadswijk. "Nfaar wat "oer gevaarlil- ker Is. ook een handicap is voor de ontwikkeling van de zo nodige groei van onze Industrie: Wan neer zullen we door de tunnel rijden? Jubilea kard. De Jong Zoals wij reeds eerder meldden zal het op 15 Augustus 1948, veer tig jaar geleden zijn, dat Z. Em. Joh. Kard. de Jong het H. Priester schap ontving. Daags tevoren, dus op 14 Aug. zal het 12^-jaar geleden zijn dat de Kardinaal bezit nam van de Aartsbisschoppelijke zetel te Utrecht, als opvolger van Z.D.H. Mgr. J. H. G. Jansen. Verder herdenken wij nog op 12 Maart a.s. dat de Kardinaal 12\A- ISO kinderen werden enkele dagen jaar geleden door Z.D.H. Mgr. P. voor Kerstmis door de jongens van Hopmans tot bisschop werd ge- de Legers des Heils-padvinderij op wijd in de Kathedraal te Utrecht. een Kerstmaaltijd onthaald. BREI®T r. i'c 'JL l.-xri v Hiermede vervolgen wij onze serie artikelen over beken- Z0 WCl^ en onbefir.nde personen uit Kent U out aIIei omgeving ~9MH ,,Ons doel is de mensen tot God te brengen. Wij willen hen het grootste gebod leren, het gebod der liefde: ..Hebt U naaste lief gelijk U zelve". Wij gaan tot de mensen met onze prediking maar ook met ons practische werk, onze verzorging van behoef- tigen, ons opnemen van daklozen, ons opbeuren van verdoolden. Dat doen wij de hele wereld door en vragen daarbij niet naar ras of geloof. Wij trachten te helpen waar wij kunnen WANNEER ik U, terwijl U de laatste worteltje is opgegeten, smaak van de kersthaas, de Maar daar is voorlopig nog geen oudejaarsoliebollen en de drieko- kijk op. ningentaart nog in de mond hebt, We zijn er wel eens erg bang ga vertellen dat er een lekkernij voor geweest. Dat was in de tijd bestaat lekkerder dan wat ook ter dat de afsluitdijk werd voltooid, wereld en dat deze lekkernij be- en het water van het zo ontstane staat uit de witte worteltjes van IJselmeer langzaam aanzoet werd. het fonteinkruid, dan heb ik alle Vóór de droogmaking bestond het kans dat U uit de grond van uw voedsel van de zwanen voorname neer we tenminste een beetje rus tig aan doen. Ze grazen, (een beter woord weet ik er niet voor) de hele bo dem onder water af. Zelden zien wo ze duiken, maar dat is ook niet nodig, want hals en poten zijn lang genoeg om er mee op de grond te kunnen komen. Het water is hier overal ondiep, kilometers uit de hart „bah" zegt. Maar stel U gerust, die lekker nij is er niet een van ons mensen, de meesten van ons kennen er niet eens het bestaan van. Het zijn de wilde zwanen, die zo in de winter tijd de Veluwse oever van het IJselmeer bij honderdtallen bevol ken, die zich als de ware liefheb bers ervan ontpoppen, 't Is zelfs zo sterk dat we de mooie zwanenbe- volking aan het IJselmeer niet meer zullen zien op de dag dat het In het Soesterkwartier worden zij het dan nog in een langzaam tempo Nieuwe huizen gebouwd. Een gedeelte van de huizen aan de Zonnebloemstraat. lijk uit de wortels van het zeegras, maar met het zoeter worden van het water verdween dit meer en meer. en het grote wonder ge schiedde inplaats van het zeegras ging in het ondiepe zoete water, fonteinkruid, vederkruid, krans- wier, waterpest e.d. groeien. In hoeveelheden zeker tweemaal zo groot als voor de verzoeting het zeegras. Nu blijft nog weer de vraag hoe het zal gaan wanneer de Zuidoostpolder eens klaar zal zijn. Maar zo ver zullen we maar niet vooruit denken, er moet per slot nog aan die polder begonnen worden. De grote wouden van fonteinkruid en al die andere wa terplanten leveren het hele jaar een bron van genot voor de na tuurliefhebber. Het blijkt bijvoor beeld dat iedere soort 'n bepaalde diepte van de langzame glooiende kust bev/oont, en dat is aardig om uit te zoeken. In de nazomer en in de herfst komen grote troepen een den de kust bevolken om er zich te kust is het nog maar een meter diep. en zo diep kunnen de zwa nen bij het voedsel zoeken nog net komen. Wanneer al grazend niet genoeg wordt bemachtigd, dan zien we de zwanen op een bepaalde plaats in het water trappelen. Ze graven dan onder water met hun zwempoten grote kuilen, waarin de wortels bloot komen te liggen. Dan gaat de kop wee. naar bene- goed te doen aan de waterplanten, den, en het opengelegde gedeelte Het is dan een grappig gezicht die wordt grondig afgezocht, schrokkerige eenden hele slierten We kunnen wel uren blijven kij- te zien oppeuzelen. ken naar de bezigheid van de Maar dat is nu allemaal al weer mooie vogels, naar het voedsel- lang voorbij, de waterplanten zijn zoeken, waarvan we nu alle bewe- afgestorven, door het woelige wa- gingen kennen, maar ook naar het ter losgerukt en in dikke gordels verdedigen van het „eigen" ge- langs de oever neergelegd. bied. Toen het eenmaal zover was Hele zeeslagen leveren ze vlak kwamen de zwanen. Die zijn niet voor onze ogen, waarbij ze met zoals de eenden ingesteld op de hun sterke vleugels vervaarlijke groene slierten, maar voor hen klappen uitdelen. Het is werkelijk zijn er de witte worteltjes, die na jammer dat zo weinig mensen het het losslaan van de groene delen machtige schouwspel kunnen ge- rustig in de klei bleven zitten. nieten van de spierwitte vogels op We zien de witte vogels vlak bij het grijsgrauwe water, ons bezig aan hun maaltijd wan- HAN ALTA. f o spreekt tot ons de heer S. Bar- teling, commandant van het Leger des Heils te Amersfoort, die wij opzochten in zijn woning boven het zaaltje van het Leger aan het Havik, Eenvoudig gemeubeld is de kamer, een paar schilderijtjes aan de wand, een portret van de vier kinderen die het gezin rijk is. bij belse prenten en een kalender. Hier en daar, verspreid op tafel en dres soir. enige gezangboeken en num mers van „De Strijdkreet". Mevrouw Barteling. evenals haar man adju dant in het Leger cn zijn eerste as sistente. schenkt koffie. Wij praten over gewone dingen en dan ineens weer over een godsdienstig onder werp. Er komt even verwondering over ons. dat een Leger-des-Heilsofficier, die men zich niet anders dan a4s prediker kan voorstellen, zo ter zake kundig, zo heel gewoon over alledaagse dingen kan spreken en daar tussendoor, zonder overgang, over de heiligste begrippen. Maar men verwondert zich niet meer als men gaat beseffen dat de godsdienst het hele leven van deze mensen vult. Zo komen wij weer tot een ern stig onderwerp. „Wij prediken be kering", zegt de commandant, „ver lossing en vrijheid. Zonder bekering zal niemand God zien". Dat is ons uitgangspunt en daarom geven wij de mensen die bij ons komen, gele genheid in het openbaar te knielen en tot God te komen. Aan onze zon- daarsbank en aan de heiligingstafel zijn vele duizenden bekeerd. Velen maken daarbij een ontzettende in nerlijke worsteling door en soms moet een van ons daarbij wel gees telijke bijstand verlenen. Bijeenkomsten „Die bekering is natuurlijk ons doel", gaat de commandant verder. „Maar U moet zich niet voorstellen, dat wij aan niets anders denken. Het practische werk in de wereld vraagt veel van onze tijd Wij trekken er niet alleen op uit om gezinnen te hel pen. Wij halen vooral ook de mensen naai- ons toe. In ons zaaltje beneden heben wij de hele week door bijeen komsten. 's Zondags onze Heils- dienst én onze Verlossingssamen komst. 's Maandagsmiddags onze Gezinsbond, een vrouwenbijeen komst onder leiding van mevrouw Uylings, 's avonds gevolgd door onze Liefdebond van meisjes onder leiding van zuster Buvtendijk. Dins dags is er zangrepetitie, geleid door broeder Bouwman, Woensdags avonds het liefdewerk voor de jon gens onder leiding van broeder Timmerman. Donderdags hebben wij een bijeenkomst voor soldaten, recruten en bekeerlingen die door broeder Van Beek wordt geleid en gehier staat een profeet, een apostel, die de evangelische predi king op een zo hoog niveau brengt, en die haar zo diep heeft door schouwd, dat zijn prediking een ervaring is geworden. En we herinneren ons hem als spreker op vergaderingen; een man in een fluwelen jas met hoge kraag, het gewaad van de idealist uit de eerste tijden van de religi eus-socialistische beweging. Als hij spreekt gaat er een trilling van ontroerd afwachten door het audi torium; men voelt: dit is een spre ker van ander gehalte dan de an deren. Onaantastbaar We kennen ze allemaal. De heil' soldaten in hun zwart-met-rode uni form. de vrouwen met hun Karakte ristieke hoed, de mannen met hun platte pet. We hebben ze zingend met hun groepje op straat zien staan, soms op of nabij een feest terrein. wc weten zc verbonden met de kerstpot van de winterdag en met het leed der sloppen en stegen. Altijd zijn zc vriendelijk, minzaam cn beleefd, nooit behoeft men een kwaad woord van zc te verwachten. Velen van ons hebben wel over zc gespot, tallozen hebben zc niet be grepen, maar in zijn hart heeft ieder respect voor zc, ook al kan hij licn niet begrijpen, zelfs niet waarderen. En de heilsoldaat gaat zijn weg. dwars door alles heen. Hij kent zijn doel, zijn taak, zijn roeping. En bij al zijn werken, dat dikwijls offeren cn opofferen is, heeft hij maar cén steun nodig. Dat is zijn geloof. Een geloof, op de praktijk gericht, maar toch zó innig, zó kinderlijk vroom, dat het velen onzer onwezenlijk lijkt. Maar het is onaantastbaar. Vrijdags is er de muziekrepetitie met broeder Schrijver. Dan krijgen we tenslotte onze zang. onze muziek en onze prediking op straat en is cr ook nog het padvinderswerk van het Leger, dat in Amersfoort een jongens- en een meisjesgroep om vat cn onder leiding staat van broe der Buijtendijk en zuster Heijgc- mer. In dit verband kan ik L nog vertellen, dat los van het padvin derswerk. getracht zal worden een jeugdcentrum van het Leger des Heils in Amersfoort te stichten met een eigen gebouw. Zo willen wij ook in Harderwijk en Nijkerk iets meer gaan doen dan tot nu toe. Wij willen daar spoedig ons Evangeli satiewerk beginnen, maar we zoe ken nog steeds tc'vergeefs naar een zaal" Commandant Barteling vertelt ons nog over de inrichting van hot Leger des Heils. dat geheel op mi litaire leest is geschoeid In Enge land beslaat het reeds negentig jaar. het Nederlands territorium vierde verleden jaar zijn zestigjarig be staan. De stichter van het Leger, William Booth was de eerste gene raal. later bekleedde zijn dochter Eveline dezelfde functie en thans is Albert W Orsborn de nale commandant O denken we terug aan dr. G. Horreus de Haas, in leven predikant bij de Ned. Hervormde gemeente te Zwolle en zo zien we hem weer in De Boodschap der eeuwen, de vijf en twintig spreken, die de Arbeiderspers van hem heeft uitgegeven. Ze waren be doeld als een bundel ter gelegen heid van zijn 40-jarig ambtsjubi leum; dit viel evenwel midden in de oorlog en toen konden deze preken, deze zuivere en innige, deze anti-nationaal socialistische, deze oproerige en stichtende pre ken niet uitgegeven worden. Se dertdien is Horreus de Haas ge storven en nu de bundel een pië teitvolle herinnering geworden aan de rode Zwolse vrijzinnige dominee die van de schouders en opwaarts hoger is geweest dan al het rode en vrijzinnige domineesvolk in ons land. In deze preken herleeft hij, voor zijn vele bewonderaars en volgelingen, voor de velen, die hem niet volgden, maar die toch een diep en groot respect voor hem hebben gekoesterd. In deze preken staat hij weer voor ons: de profeet van de gena de, de liefde, de gerechtigheid bo venal. Als de polemist; er is bijna geen preek in deze bundel, waarin hij niet polemiseert tegen z i. ver ouderde voorstellingen op het stuk van geloof en bijbel en dogma. Als de wijsgeer, als de literator, als de religieuze mens bij uitnemendheid, als de eerlijke en onwrikbare strij der voor een vrije volkskerk, wier dienaar hij wilde zijn. Hij weet, dat het getij tegen hem is, in de bezettingstijd al, dat ook vele van zijn mede-vrijzinnigen mee-gaan met de nieuwe stromin gen; maar hij blijft staan, bijna eenzaam en vecht door. En laat geen gelegenheid voorbij gaan om te zeggen, dat hij doorgaat met strijden, ook al zou de consequen tie zijn, dat hij de kerk uit moet. Hij blijft profeteren, ook al heerst tijdelijk het nationaalsocialisme en een dag na zijn vrijlating uit ge vangenschap heeft hij de moed de Duitse „geloofsbelijdenis" uiteen te rafelen en er de Christelijke naast, dus boven te stellen. In de dagen van Jodenvervolging is er geen preek of hij geselt de onmenselijke houding der Duitsers en op Pinksteren 1942, die herdenkings dag van de Mei-dagen vernietigt hi; de Duitse begrippen van ras, volksgemeenschap en bloedsbroe derschap om dan te gaan spreken over „de stralende stad, waarheen wij op Pinksteren schouwen, dat is de wereldorde en levensorde van vrije volkeren en bewuste mensen." In Nederland voert de Engelsman Charles H. Durman als opvolger van de Nederlander Eouwe Vlas thans het bevel. In Amersfoort zijn nu in totaal 132 heilsoldaten, waarbij 20 onder officieren Adjudant Barteling voert sinds September het commando, nadat hier vóór hem o a. door com mandant Van der Klashorst en door zuster maj Hensbergen uitstekend werk is gedaan Adjudant Barteling is eerst kortgeleden uit Indonesië teruggekeerd, waar hij gedurende de Japanse bezetting in tal van kampen heeft gezeten Voordien had hij gedurende ongeveer tien jaar op vele plaatsen in de Archipel practisch en evangelisatiewerk ge daan. In Japanse kampen Ook in de Japanse kampen deden de heilsoldaten veel geestelijk werk. Na 3!= jaar, na zijn bevrijding in Tjimahi, vond de heer Barteling in de gevangenis Struiswijk tc Bata via zijn vrouw en kinderen terug. Wij vragen de adjudant nog hoe hij tot het Leger des Heils geko men is. „Dat is vreemd gegaan", zegt hij. „Ik was 18 jaar en ik liep met een paar kameraden in de Ferdinand Bolstraat te Amsterdam waar ik woonde. We waren op zoek naar een dansgelegenheid en toen hoorden we ergens muziek. We dachten dat het een dancing was en gingen naar binnen. En daar stonden we ineens midden in een bijeenkomst van het Leger des Heils We maakten wat grapjes maar bleven zitten. Toen we weggingen zei een oudere zus ter. die aan de deur stond tegen ons: „En heren, komt U nog eens terug?" „Als ik een keer met je uit mag, kom ik nog eens kijken", riep ik toen. „U weet wel hoe een jongen van 18 jaar dat zeggen kan". De zus ter lachte en zei: „U bent altijd welkom". En ik ben teruggekomen. De volgende keer al. En ik werd ge grepen door het Leger Ik ging naar de kweekschool voor officieren en ik heb in vele plaatsen van ons land gewerkt voor ik naar Indië werd uitgezonden". PROFEET was hij ook in deze zin, dat hij al voor de oorlog en in het begin van de bezetting zeide: er komen erger dingen. Maar hij achtte het geen dwaasheid om temidden van ruines en verwoes tingen te blijven getuigen van de Stad van het eeuwige licht, waar in geen gruwel en geen leugen mag zijn, geen zonde en verderf, waar vreugde en vrede woont en waar mensen en volkeren brengen internatio- zullen hun aanbidding, eer en heerlijkheid. „Deze stad is een he melse stad, omdat zij boven al het aardse en zinnelijke uitglanst als eeti onuitsprekelijk doel, een hei lig ideaal, een eeuwige harmonie- maar deze hemelse stad is ook een aardse stad, die uit de hemel ne derdalen moet op de aarde, die nederdaalt in ons, zo vaak wij van heilige waarheid weten en trouw aan onze roeping zijn, die nederdalen wil als het rijk van ge rechtigheid en vrede in een lijden- ce cn strijdende volkerenwereld." Is dit geluid, is deze prediking, is dit profeteren verouderd kawor- den in deze tijd, nu de vrije volks kerk een belijdende kerk gaat wor den? Is het leven barmhartig ge weest voor Morreus de Haas, dat het hem het stilzwijgen oplegde, alvorens zijn kerk het zou gaan doen? Is hem het lot bespaard van de dappere, die het eenzaam zou gaan krijgen? Als men deze preken leest kan men niet geloven, dat dit geluid verstommen kan. Wel zal men het betreuren, dat de vrijzinnigheid niet meer beschikt over zulk een geharnast, geleerd, profetisch, po lemisch schrijver en spreker, over zulk een innig religieus mens, over zulk een bewogen strijder voor ge rechtigheid. Na het heengaan van dr. de Graaf, dr. Roessing en dr. Horreus de Haas moeten de voor- sianders van een vrije volkskerk zich wel eenzaam voelen. Reden te meer om de figuur van de laatste te blijven gedenken en zyn ge- loofstestament in hoge ere te hou den. (SP) De drie-en-twintigjarige echtge note van een Parijse politie-agent, die per rijwiel surveilleert, heeft te recht gestaan wegens het-ontvreem den van een rijwiel. Mijn man gaat des Zondags voor zijn plezier uit fietsen, aldus verweerde zij zich, en daarom heb ik ook een fiets nodig. om te zien wat hij gaat uitvoeren.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3