Commandant van Amersioorts
Leger des Heils
ZWANEN
op het
IJselmeer
Soesterkwartier
blijvend een misdeelde
stadswijk?
S. Barteling
Dr. Horreus de Haas - prediker
en profeet
r
Vele verbeteringen nodig
en mogelijk
Waar blijft de
tunnel?
De Boodschap der eeuwen
Vaak niet begrepen, maar bijna
altijd gerespecteerd
„De bekering is
ons doel"
Z
Zaterdag 10 Januari 1948
3
Toen kortgeleden in dit blad een afbeelding werd geplaatst
van het uitbreidingsplan Soesterkwartier, zullen velen van
ons naar die simpele zwarte lijntjes hebben gestaard en zich
hebben afgevraagd wat nu eigenlijk de waarde is van zo'n
ontwerp.
Vooral de Soesterkwartier-bewoners hadden wel willen door
dringen in de bedoelingen van dat plan. Het lijkt ons goed thans
nadat we de tekeningen nog eens bestudeerd en met de bestaan
de toestand vergeleken hebben, de aandacht van onze lezers te
bepalen bij de toekomstplannen voor deze wijk.
'T' HANS maakt het Soesterkwar-
A tier, waar vijftienduizend men
sen wonen, als stadswijk maar een
matige indruk. Uit de stad komend
versperren spoorwegbomen mees
tentijds de toegang. Rommelige be
drijven hoe trots als industriën
misschien ook vormen verderop
een weinig decoratieve bebouwing
langs de toegangsweg en grauwe
woningen uit het begin onzer eeuw
nemen daarna haast ongemerkt die
taak over. Dat valt direct op. als
we deze buurt in fietsen. Er js
eigenlijk geen begin aan de wijk.
Zomin als we later een bepaald
duidelijk einde vinden bii de over
weg naar Birkhoven.
Ge zjjt er misschien gewoon aan
geraakt lezer? De sleur van de da
gelijkse gang langs deze wegen,
heeft U doen gewennen aan het
Soesterkwartier zoals het is, le
lijk of mooi. Ge hebt Uw herinne
ringen aan vrolijke of droevige
gebeurtenissen in deze straten en
huizen. Die herinneringen maken de
dingen zoals ze er zijn nu eenmaal
dierbaar. Die monsterlijkheden
langs de Soesterweg kunnen U
niets schelen, omdat de bomen mooi
zijn en van veel meer belang dan
de alles-en-nog-wat-huizen. daar
achter. En de Soesterweg ziet ge
eenvoudig niet meer, ge let op de
vertrouwde winkels en winkeltjes,
op de bioscoopaffiches en de prijs
van de appelen bij Uw vertrouwd
fruitadresje. De speeltuin is U dier
baar en of U nu straat in. straat
uit de eeuwige woningbouwerii aan
treft het doet U niets meer. Het
laat U koud omdat er nu eenmaal
niets aan te beleven valt. omdat
het hoogstens hier en daar niet
schreeuwend leliik is. bij hoge uit
zondering zelfs nog wel aardig is
in de straaties en nleintjes. waar
een woningbouwvereniging van de
vroegere uitbreidingsplannen maak
te wat er. van te maken viel.
Maar als een stiefmoederlijk be
deelde wijk voelt ieder het. En in
betere tijden, toen we nog zelf kon
den uitmaken, waar wc wonen wil
den, koos 't merendeel der Amers-
foorters het Soesterkwartier maar
liever niet. Die tijd is echter voor
bij en thans wonen nergens in onze
stad de mensen zo dicht opeen als
juist hier. Misschien is dit de oqr-
zaak dat thans zo extra goed uit
komt welk een teleurstellend ge
heel die bouwerij, al die straaties
en tuintjes opleveren.
De scholen zijn op een enkel
kerkje na zowat de enige gebouwen
die aandacht vragen tussen de
overvloed van eengezinswoningen.
Die aandacht is wat de schoon
heid dezer gebouwen betreft
meestal onverdiend. Het is al met
al wel een zeer karig resultaat van
lange jaren bouwnijverheid, deze
wijk zonder begin of eind. zonder
ingang, zonder hoogtepunten.
Toekomstplannen
Wat wil de gemeente hier nu
aan verbeteren De bestaande hul
zen- en stratenmassa moet helaas
blijven wat het is. kan hoogstens
met beplanting wat aangekleed
worden. Duidelijk spreekt uit het
plan van de Stedebouwkundige dat
hij direct, waar dit tegen de oude
bebouwing mogelijk is. het kwartier
van groen wil voorzien. Wtf willen
hopen, dat dit overtuigender zal
gebeuren, dan het gebeurde bij de
vooroorlogse groengordel.
Bij de plantsoendienst spreekt
men van een beplanting met beu
ken. populieren en wilgen. Hoogop-
gaand hout. dat in singels rondom
de sport- en speelterreinen zal
worden aangelegd. Op die manier
zullen mettertijd de grasvelden
enigszins te vergelijken zijn met de
weiden der oude buitenplaatsen
(ijsbaan Randenbroek). Het is een
goed vooruitzicht, dat op deze wij
ze de groene scheiding tussen fa
brieken en woningen wordt her
steld, nfaar het moet ons van het
hart, dat het onaangeroerd laten
van die gehele massa, het bestaan
de Soesterkwartier, ons niet be
paald vrolijk maakt. Alle openbare
gebouwen, die in de bestaande wijk
hadden moeten staa.n en waar nu
geen ruimte meer voor is. zijn in
die groenstrook geprojecteerd.
Aan de Noordkant van dit lang
gerekt plantsoen voert ook de nieu
we grote verkeersweg, die aan
vangt bij de overweg Birkhoven
(later viaduct) en eindigt bij de
Nijverheidstraat. Het is zeker dat
deze weg op de toekomstige tunnel
aan zal sluiten. Die tunnel, waar
ons Soesterkwartier al zowat een
mensenleven naar snakt.
Wanneer de industrie zich meer
en meer gaat ontwikkelen, zal over
die weg een intens verkeer snor
ren, niet meer door de wijk. maar
er langs, zo door de tunnel naar
de stad Hoe dat verder wordt op
gelost is nog voor ons verborgen
gehouden, maar voor een vloeiende
doortocht is gezorgd evenals voor
een gemakkelijke aansluiting van
alle grote toegangswegen. Wanneer
we deze geruststelling van officiële
zijde vernemen, wordt ons de sa
menhang van het plan Soester
kwartier met de gehele üitbreiding
van de stad duidelijker.
Vroeger reeds is in een publica
tie in ons blad uiteengezet, dat de
toekomstige vorm van onze stad
met die van een bloem overeen zal
komen.
Niet groter worden
Het Soesterkwartier is bijvoor
beeld zo'n bloemblad, terwijl de
oude binnenstad het bloemliart
vormt. Rondom die oude kern ko
men zulke bloembladen. Daarom
mag het Soesterkwartier niet veel
groter meer worden. Als de ge
meentelijke woningbouw (de thans
in aanbouw zijnde -188 woningen)
voltooid zal zijn, is hier zo heel
veel uitbreiding niet meer mogelijk.
Maar met die 488 woningen is
dan ook een energieke poging on
dernomen om de gebruikelijke
bouwwijze te doorbreken. Voorlopig
zullen er nog wel alleen de grotere
gezinnen een kans voor vestiging
krijgen, maar de tijd komt gauw
genoeg dat de zeer normale volks
woning in een stad als de onze op
een dergelijk peil zal moeten staan.
Ook de gecombineerde voortuinen
wij meldden het reeds eerder
die men hier in de plaats van de
rommelige heggen- en tuintjes-
affaire wil aanbrengen en de
straatverlichting die aangelegd
wordt zonder lantaarnpalen, wijzen
op een nieuwe koers in onze stede
lijke bouwvormen.
Mogelijkheden
Maar hoe gelukkig deze ver
frissing ook moge zijn, het betreft
slechts het laatste kwart van een
overigens minder geslaagde wijk.
Daarna gebeurt er niets meer. Wan
neer dan elders, aan de andere kant
van de stad nieuwe wijken tot
stand zullen komen wijken waar
in dit betere peil vanaf het begin
in het oog zal worden gehouden
zal dan het Soesterkwartier niet
de misdeelde hoek blijven van onze
stad? Rijp voor verval?
Socsterkwartierders, ook in onze
bestaande straten zal de beplanting
SPOORWEG EMPLACEMENT
J
NOG zien we hem de kansel be
stijgen, de forse prediker; als
een leeuw zijn manen, zo schudt
hij de weerbarstige la ïge haren
van htt voorhoofd; da mond gaat
schuil achter een zware smr en
als hij begint te spreken is zijn
stem gesluierd en spreekt hij wat
afgemat. Maar na enkele min iten
verdwijnt bij de hoorder het even-
teleurgestelde gevoel; want hij
voelt: daar staat iemand, die meer
doet dan spreken; z(jn spreken en
zijn preken is scheppen. En nog
een eindweegs verder in de toe
spraak is het spreken, zelfs geen
scheppen meer: het is profeteren
geworden. Met een enkel breed
gebaar omvat hij Lijn gehele audi
torium en de wat omfloerste stem
is bezield van een intens leven. De
toon is bezield geworden, achter
de eenvoudige woorden weet men
een grote eruditie, door het pre
tentie-loze spreken heen hoort ge
een mens leven en zwoegen, een
diep-levend, een felbewogen mens.
En als hij met een paar simpele
zinnen aan een verstard dorma
nieuw leven geeft en het in een
ongeweten licht plaatst, dan weet
moeten worden verbeterd! Zowel de
gemeentelijke plantsoentjes en
boombeplanting, als de tuintjes der
woningen zullen danig moeten wor
den aangepakt. Deskundig advies
zal moeten worden ingeroepen. On
derling zullen b.v. wedstrijden in
tuinaanleg door buurtverenigingen
zeer veel goed kunnen doen. Afsto
telijke gevels moeten begroeid en
het kostbare verfwerk van opge
knapte woningen moet gespaard
worden. De bewoners zelf moeten
als de kosten al gering dienen
te blijven in leder geval geen
moeite sparen, om hun eigen straat,
hun eigen tuin. ordelijk en proper
te maken. Het zich bewust worden
van deze noodzaken, zal voor de
Soesterkwartierbewoners een zaak
van het grootste belang worden.
Maar ook van overheidswege
zullen no®' zeer noodzakelijke voor
zieningen moeten worden getrof
fen. De behoefte aan vergaderzalen
is ook in het Soesterku artier groot.
Naar een badhuis wordt waarlijk
al te lang gevraagd. De scholen
puilen uit. We weten wel dat men
de ogen er allerminst voor sluit.
Financiën en bouwmaterialen zijn
thans al to grote hinderpalen.
Vroeger was er geld en materialen.
Toen werd de kans niet waargeno
men. Thans ls het moeilijker dan
ooit en het Soesterkwartier kan
wachten. Het is de wrange waar
heid, die een handicap ls voor de
ontwikkeling van deze misdeelde
stadswijk. "Nfaar wat "oer gevaarlil-
ker Is. ook een handicap is voor
de ontwikkeling van de zo nodige
groei van onze Industrie: Wan
neer zullen we door de
tunnel rijden?
Jubilea kard. De Jong
Zoals wij reeds eerder meldden
zal het op 15 Augustus 1948, veer
tig jaar geleden zijn, dat Z. Em.
Joh. Kard. de Jong het H. Priester
schap ontving.
Daags tevoren, dus op 14 Aug.
zal het 12^-jaar geleden zijn dat
de Kardinaal bezit nam van de
Aartsbisschoppelijke zetel te
Utrecht, als opvolger van Z.D.H.
Mgr. J. H. G. Jansen.
Verder herdenken wij nog op 12
Maart a.s. dat de Kardinaal 12\A- ISO kinderen werden enkele dagen
jaar geleden door Z.D.H. Mgr. P. voor Kerstmis door de jongens van
Hopmans tot bisschop werd ge- de Legers des Heils-padvinderij op
wijd in de Kathedraal te Utrecht. een Kerstmaaltijd onthaald.
BREI®T r. i'c 'JL l.-xri v
Hiermede vervolgen wij onze
serie artikelen over beken-
Z0 WCl^ en onbefir.nde personen uit
Kent U
out aIIei
omgeving
~9MH
,,Ons doel is de mensen tot God te brengen. Wij willen hen
het grootste gebod leren, het gebod der liefde: ..Hebt U naaste
lief gelijk U zelve". Wij gaan tot de mensen met onze prediking
maar ook met ons practische werk, onze verzorging van behoef-
tigen, ons opnemen van daklozen, ons opbeuren van verdoolden.
Dat doen wij de hele wereld door en vragen daarbij niet naar
ras of geloof. Wij trachten te helpen waar wij kunnen
WANNEER ik U, terwijl U de laatste worteltje is opgegeten,
smaak van de kersthaas, de Maar daar is voorlopig nog geen
oudejaarsoliebollen en de drieko- kijk op.
ningentaart nog in de mond hebt, We zijn er wel eens erg bang
ga vertellen dat er een lekkernij voor geweest. Dat was in de tijd
bestaat lekkerder dan wat ook ter dat de afsluitdijk werd voltooid,
wereld en dat deze lekkernij be- en het water van het zo ontstane
staat uit de witte worteltjes van IJselmeer langzaam aanzoet werd.
het fonteinkruid, dan heb ik alle Vóór de droogmaking bestond het
kans dat U uit de grond van uw voedsel van de zwanen voorname
neer we tenminste een beetje rus
tig aan doen.
Ze grazen, (een beter woord
weet ik er niet voor) de hele bo
dem onder water af. Zelden zien
wo ze duiken, maar dat is ook niet
nodig, want hals en poten zijn lang
genoeg om er mee op de grond te
kunnen komen. Het water is hier
overal ondiep, kilometers uit de
hart „bah" zegt.
Maar stel U gerust, die lekker
nij is er niet een van ons mensen,
de meesten van ons kennen er niet
eens het bestaan van. Het zijn de
wilde zwanen, die zo in de winter
tijd de Veluwse oever van het
IJselmeer bij honderdtallen bevol
ken, die zich als de ware liefheb
bers ervan ontpoppen, 't Is zelfs zo
sterk dat we de mooie zwanenbe-
volking aan het IJselmeer niet
meer zullen zien op de dag dat het
In het Soesterkwartier worden
zij het dan nog in een langzaam
tempo Nieuwe huizen gebouwd.
Een gedeelte van de huizen aan
de Zonnebloemstraat.
lijk uit de wortels van het zeegras,
maar met het zoeter worden van
het water verdween dit meer en
meer. en het grote wonder ge
schiedde inplaats van het zeegras
ging in het ondiepe zoete water,
fonteinkruid, vederkruid, krans-
wier, waterpest e.d. groeien. In
hoeveelheden zeker tweemaal zo
groot als voor de verzoeting het
zeegras. Nu blijft nog weer de
vraag hoe het zal gaan wanneer
de Zuidoostpolder eens klaar zal
zijn. Maar zo ver zullen we maar
niet vooruit denken, er moet per
slot nog aan die polder begonnen
worden. De grote wouden van
fonteinkruid en al die andere wa
terplanten leveren het hele jaar
een bron van genot voor de na
tuurliefhebber. Het blijkt bijvoor
beeld dat iedere soort 'n bepaalde
diepte van de langzame glooiende
kust bev/oont, en dat is aardig om
uit te zoeken. In de nazomer en in
de herfst komen grote troepen een
den de kust bevolken om er zich te
kust is het nog maar een meter
diep. en zo diep kunnen de zwa
nen bij het voedsel zoeken nog net
komen. Wanneer al grazend niet
genoeg wordt bemachtigd, dan zien
we de zwanen op een bepaalde
plaats in het water trappelen. Ze
graven dan onder water met hun
zwempoten grote kuilen, waarin de
wortels bloot komen te liggen.
Dan gaat de kop wee. naar bene-
goed te doen aan de waterplanten, den, en het opengelegde gedeelte
Het is dan een grappig gezicht die wordt grondig afgezocht,
schrokkerige eenden hele slierten We kunnen wel uren blijven kij-
te zien oppeuzelen. ken naar de bezigheid van de
Maar dat is nu allemaal al weer mooie vogels, naar het voedsel-
lang voorbij, de waterplanten zijn zoeken, waarvan we nu alle bewe-
afgestorven, door het woelige wa- gingen kennen, maar ook naar het
ter losgerukt en in dikke gordels verdedigen van het „eigen" ge-
langs de oever neergelegd. bied.
Toen het eenmaal zover was Hele zeeslagen leveren ze vlak
kwamen de zwanen. Die zijn niet voor onze ogen, waarbij ze met
zoals de eenden ingesteld op de hun sterke vleugels vervaarlijke
groene slierten, maar voor hen klappen uitdelen. Het is werkelijk
zijn er de witte worteltjes, die na jammer dat zo weinig mensen het
het losslaan van de groene delen machtige schouwspel kunnen ge-
rustig in de klei bleven zitten. nieten van de spierwitte vogels op
We zien de witte vogels vlak bij het grijsgrauwe water,
ons bezig aan hun maaltijd wan- HAN ALTA.
f o spreekt tot ons de heer S. Bar-
teling, commandant van het
Leger des Heils te Amersfoort, die
wij opzochten in zijn woning boven
het zaaltje van het Leger aan het
Havik, Eenvoudig gemeubeld is de
kamer, een paar schilderijtjes aan
de wand, een portret van de vier
kinderen die het gezin rijk is. bij
belse prenten en een kalender. Hier
en daar, verspreid op tafel en dres
soir. enige gezangboeken en num
mers van „De Strijdkreet". Mevrouw
Barteling. evenals haar man adju
dant in het Leger cn zijn eerste as
sistente. schenkt koffie. Wij praten
over gewone dingen en dan ineens
weer over een godsdienstig onder
werp.
Er komt even verwondering over
ons. dat een Leger-des-Heilsofficier,
die men zich niet anders dan a4s
prediker kan voorstellen, zo ter
zake kundig, zo heel gewoon over
alledaagse dingen kan spreken en
daar tussendoor, zonder overgang,
over de heiligste begrippen. Maar
men verwondert zich niet meer als
men gaat beseffen dat de godsdienst
het hele leven van deze mensen
vult.
Zo komen wij weer tot een ern
stig onderwerp. „Wij prediken be
kering", zegt de commandant, „ver
lossing en vrijheid. Zonder bekering
zal niemand God zien". Dat is ons
uitgangspunt en daarom geven wij
de mensen die bij ons komen, gele
genheid in het openbaar te knielen
en tot God te komen. Aan onze zon-
daarsbank en aan de heiligingstafel
zijn vele duizenden bekeerd. Velen
maken daarbij een ontzettende in
nerlijke worsteling door en soms
moet een van ons daarbij wel gees
telijke bijstand verlenen.
Bijeenkomsten
„Die bekering is natuurlijk ons
doel", gaat de commandant verder.
„Maar U moet zich niet voorstellen,
dat wij aan niets anders denken. Het
practische werk in de wereld vraagt
veel van onze tijd Wij trekken er
niet alleen op uit om gezinnen te hel
pen. Wij halen vooral ook de mensen
naai- ons toe. In ons zaaltje beneden
heben wij de hele week door bijeen
komsten. 's Zondags onze Heils-
dienst én onze Verlossingssamen
komst. 's Maandagsmiddags onze
Gezinsbond, een vrouwenbijeen
komst onder leiding van mevrouw
Uylings, 's avonds gevolgd door
onze Liefdebond van meisjes onder
leiding van zuster Buvtendijk. Dins
dags is er zangrepetitie, geleid door
broeder Bouwman, Woensdags
avonds het liefdewerk voor de jon
gens onder leiding van broeder
Timmerman. Donderdags hebben
wij een bijeenkomst voor soldaten,
recruten en bekeerlingen die door
broeder Van Beek wordt geleid en
gehier staat een profeet, een
apostel, die de evangelische predi
king op een zo hoog niveau brengt,
en die haar zo diep heeft door
schouwd, dat zijn prediking een
ervaring is geworden.
En we herinneren ons hem als
spreker op vergaderingen; een man
in een fluwelen jas met hoge
kraag, het gewaad van de idealist
uit de eerste tijden van de religi
eus-socialistische beweging. Als hij
spreekt gaat er een trilling van
ontroerd afwachten door het audi
torium; men voelt: dit is een spre
ker van ander gehalte dan de an
deren.
Onaantastbaar
We kennen ze allemaal. De heil'
soldaten in hun zwart-met-rode uni
form. de vrouwen met hun Karakte
ristieke hoed, de mannen met hun
platte pet. We hebben ze zingend
met hun groepje op straat zien
staan, soms op of nabij een feest
terrein. wc weten zc verbonden met
de kerstpot van de winterdag en
met het leed der sloppen en stegen.
Altijd zijn zc vriendelijk, minzaam
cn beleefd, nooit behoeft men een
kwaad woord van zc te verwachten.
Velen van ons hebben wel over zc
gespot, tallozen hebben zc niet be
grepen, maar in zijn hart heeft ieder
respect voor zc, ook al kan hij licn
niet begrijpen, zelfs niet waarderen.
En de heilsoldaat gaat zijn weg.
dwars door alles heen. Hij kent zijn
doel, zijn taak, zijn roeping. En bij
al zijn werken, dat dikwijls offeren
cn opofferen is, heeft hij maar cén
steun nodig. Dat is zijn geloof. Een
geloof, op de praktijk gericht, maar
toch zó innig, zó kinderlijk vroom,
dat het velen onzer onwezenlijk
lijkt. Maar het is onaantastbaar.
Vrijdags is er de muziekrepetitie
met broeder Schrijver. Dan krijgen
we tenslotte onze zang. onze muziek
en onze prediking op straat en is cr
ook nog het padvinderswerk van
het Leger, dat in Amersfoort een
jongens- en een meisjesgroep om
vat cn onder leiding staat van broe
der Buijtendijk en zuster Heijgc-
mer. In dit verband kan ik L nog
vertellen, dat los van het padvin
derswerk. getracht zal worden een
jeugdcentrum van het Leger des
Heils in Amersfoort te stichten met
een eigen gebouw. Zo willen wij
ook in Harderwijk en Nijkerk iets
meer gaan doen dan tot nu toe. Wij
willen daar spoedig ons Evangeli
satiewerk beginnen, maar we zoe
ken nog steeds tc'vergeefs naar een
zaal"
Commandant Barteling vertelt
ons nog over de inrichting van hot
Leger des Heils. dat geheel op mi
litaire leest is geschoeid In Enge
land beslaat het reeds negentig jaar.
het Nederlands territorium vierde
verleden jaar zijn zestigjarig be
staan. De stichter van het Leger,
William Booth was de eerste gene
raal. later bekleedde zijn dochter
Eveline dezelfde functie en thans is
Albert W Orsborn de
nale commandant
O denken we terug aan dr. G.
Horreus de Haas, in leven
predikant bij de Ned. Hervormde
gemeente te Zwolle en zo zien we
hem weer in De Boodschap der
eeuwen, de vijf en twintig spreken,
die de Arbeiderspers van hem
heeft uitgegeven. Ze waren be
doeld als een bundel ter gelegen
heid van zijn 40-jarig ambtsjubi
leum; dit viel evenwel midden in
de oorlog en toen konden deze
preken, deze zuivere en innige,
deze anti-nationaal socialistische,
deze oproerige en stichtende pre
ken niet uitgegeven worden. Se
dertdien is Horreus de Haas ge
storven en nu de bundel een pië
teitvolle herinnering geworden aan
de rode Zwolse vrijzinnige dominee
die van de schouders en opwaarts
hoger is geweest dan al het rode
en vrijzinnige domineesvolk in ons
land.
In deze preken herleeft hij,
voor zijn vele bewonderaars en
volgelingen, voor de velen, die hem
niet volgden, maar die toch een
diep en groot respect voor hem
hebben gekoesterd.
In deze preken staat hij weer
voor ons: de profeet van de gena
de, de liefde, de gerechtigheid bo
venal. Als de polemist; er is bijna
geen preek in deze bundel, waarin
hij niet polemiseert tegen z i. ver
ouderde voorstellingen op het stuk
van geloof en bijbel en dogma. Als
de wijsgeer, als de literator, als de
religieuze mens bij uitnemendheid,
als de eerlijke en onwrikbare strij
der voor een vrije volkskerk, wier
dienaar hij wilde zijn.
Hij weet, dat het getij tegen hem
is, in de bezettingstijd al, dat ook
vele van zijn mede-vrijzinnigen
mee-gaan met de nieuwe stromin
gen; maar hij blijft staan, bijna
eenzaam en vecht door. En laat
geen gelegenheid voorbij gaan om
te zeggen, dat hij doorgaat met
strijden, ook al zou de consequen
tie zijn, dat hij de kerk uit moet.
Hij blijft profeteren, ook al heerst
tijdelijk het nationaalsocialisme en
een dag na zijn vrijlating uit ge
vangenschap heeft hij de moed de
Duitse „geloofsbelijdenis" uiteen te
rafelen en er de Christelijke naast,
dus boven te stellen. In de dagen
van Jodenvervolging is er geen
preek of hij geselt de onmenselijke
houding der Duitsers en op
Pinksteren 1942, die herdenkings
dag van de Mei-dagen vernietigt
hi; de Duitse begrippen van ras,
volksgemeenschap en bloedsbroe
derschap om dan te gaan spreken
over „de stralende stad, waarheen
wij op Pinksteren schouwen, dat
is de wereldorde en levensorde
van vrije volkeren en bewuste
mensen."
In Nederland voert de Engelsman
Charles H. Durman als opvolger
van de Nederlander Eouwe Vlas
thans het bevel.
In Amersfoort zijn nu in totaal
132 heilsoldaten, waarbij 20 onder
officieren Adjudant Barteling voert
sinds September het commando,
nadat hier vóór hem o a. door com
mandant Van der Klashorst en door
zuster maj Hensbergen uitstekend
werk is gedaan Adjudant Barteling
is eerst kortgeleden uit Indonesië
teruggekeerd, waar hij gedurende
de Japanse bezetting in tal van
kampen heeft gezeten Voordien
had hij gedurende ongeveer tien
jaar op vele plaatsen in de Archipel
practisch en evangelisatiewerk ge
daan.
In Japanse kampen
Ook in de Japanse kampen deden
de heilsoldaten veel geestelijk werk.
Na 3!= jaar, na zijn bevrijding in
Tjimahi, vond de heer Barteling in
de gevangenis Struiswijk tc Bata
via zijn vrouw en kinderen terug.
Wij vragen de adjudant nog hoe
hij tot het Leger des Heils geko
men is.
„Dat is vreemd gegaan", zegt hij.
„Ik was 18 jaar en ik liep met een
paar kameraden in de Ferdinand
Bolstraat te Amsterdam waar ik
woonde. We waren op zoek naar een
dansgelegenheid en toen hoorden
we ergens muziek. We dachten dat
het een dancing was en gingen naar
binnen. En daar stonden we ineens
midden in een bijeenkomst van het
Leger des Heils We maakten wat
grapjes maar bleven zitten. Toen
we weggingen zei een oudere zus
ter. die aan de deur stond tegen
ons: „En heren, komt U nog eens
terug?"
„Als ik een keer met je uit mag,
kom ik nog eens kijken", riep ik
toen. „U weet wel hoe een jongen
van 18 jaar dat zeggen kan". De zus
ter lachte en zei: „U bent altijd
welkom". En ik ben teruggekomen.
De volgende keer al. En ik werd ge
grepen door het Leger Ik ging naar
de kweekschool voor officieren en
ik heb in vele plaatsen van ons
land gewerkt voor ik naar Indië
werd uitgezonden".
PROFEET was hij ook in deze
zin, dat hij al voor de oorlog
en in het begin van de bezetting
zeide: er komen erger dingen. Maar
hij achtte het geen dwaasheid om
temidden van ruines en verwoes
tingen te blijven getuigen van de
Stad van het eeuwige licht, waar
in geen gruwel en geen leugen
mag zijn, geen zonde en verderf,
waar vreugde en vrede woont en
waar mensen en volkeren brengen
internatio- zullen hun aanbidding, eer en
heerlijkheid. „Deze stad is een he
melse stad, omdat zij boven al het
aardse en zinnelijke uitglanst als
eeti onuitsprekelijk doel, een hei
lig ideaal, een eeuwige harmonie-
maar deze hemelse stad is ook een
aardse stad, die uit de hemel ne
derdalen moet op de aarde, die
nederdaalt in ons, zo vaak wij
van heilige waarheid weten en
trouw aan onze roeping zijn, die
nederdalen wil als het rijk van ge
rechtigheid en vrede in een lijden-
ce cn strijdende volkerenwereld."
Is dit geluid, is deze prediking,
is dit profeteren verouderd kawor-
den in deze tijd, nu de vrije volks
kerk een belijdende kerk gaat wor
den? Is het leven barmhartig ge
weest voor Morreus de Haas, dat
het hem het stilzwijgen oplegde,
alvorens zijn kerk het zou gaan
doen? Is hem het lot bespaard van
de dappere, die het eenzaam zou
gaan krijgen?
Als men deze preken leest kan
men niet geloven, dat dit geluid
verstommen kan. Wel zal men het
betreuren, dat de vrijzinnigheid
niet meer beschikt over zulk een
geharnast, geleerd, profetisch, po
lemisch schrijver en spreker, over
zulk een innig religieus mens, over
zulk een bewogen strijder voor ge
rechtigheid. Na het heengaan van
dr. de Graaf, dr. Roessing en dr.
Horreus de Haas moeten de voor-
sianders van een vrije volkskerk
zich wel eenzaam voelen. Reden te
meer om de figuur van de laatste
te blijven gedenken en zyn ge-
loofstestament in hoge ere te hou
den. (SP)
De drie-en-twintigjarige echtge
note van een Parijse politie-agent,
die per rijwiel surveilleert, heeft te
recht gestaan wegens het-ontvreem
den van een rijwiel. Mijn man gaat
des Zondags voor zijn plezier uit
fietsen, aldus verweerde zij zich, en
daarom heb ik ook een fiets nodig.
om te zien wat hij gaat uitvoeren.