Een linde, de Wilhelminaboom, i de troonbestijging in 1898 herinnert nu nog aan Renske Nieweg een onvermoeibaar strijdster voor de volkszang Honden worden afgericht voor politiediensten ln> de natuur is de LENTE begonnen rr Tct- Heel Amersfoort was een krans van bloemen en groen Drie dagen heerste er uitbundigheid en vrolijkheid De zanglijster is een onfeilbare voorjaarsbode Bezetting bracht veel moeilijkheden maar het werk ging door Zaterdag 14 Februari 1948 3 "1 ■■■■RSmS Hoe Amersfoort een halve eeuw geleden de (iCWVYlCTAAtfj be eje^ieljdc fi&nwuiitfi- y/t$'^vz£?ia c ëtè-rt/eW' ^Ma-reet fïcbeti bet<Scp\teni&z tftyB Kroningfeesten vierde vertelt onze medewerker, de heer P. S. Teeltng U in onderstaand artikel. Nu men allerwegen druk bezig is met de voorbereiding van de feesten ter gelegenheid var. het regeringsjubileum van H.M. de Koningin, leek het ons interes sant deze oude herinneringen nog eens op te halen. uJ -<?p JSyidcdv thrr /ff? .yt de 0 f f/Vrrsdrr/r /sr*/ hi \jccjtnioucv.btcjfutb tviu cVn <£tV( C-L lil(uvit"»i lOtYZ 0ckjwei t n iieabtë cftZ* cJ'. Üc)-&7<n<n f- C$cfi hmrieCp/Hrt 'vneü br. £bef cycfittëo'ïe (oecterx »i cVi' rtemvr*iiL?' cy/r'iC<-jf~&€>ïé L't■saclntïc-ri bi (Qule+t t-tit Lu lit\~r-de cftfCjtc&ntfntJ-.H£ IVCI-£\-7-I>ïiti öc fora Ó?1 C.<- &C.1J3C fiw i.iHl'i <)c $3*4.'z ""ifc Ai*:? fbSj i vi ft cV cfoff- <><~c*4siifri i/> fe^u/ué hrl ifcoccrrtib (jïchiiitc uiT be Soyrïn (9(Pj JO. föei'fevnfy, C$ G ÓcbijfOlPid' l'clrl VA'Vj'p épf&.-\>c\t 1 ch'.udl t\ i jw V? QchiimintU it-in VA'c'l Jtïi Oy? f 'rD'T 3' Vcêb VCtrl tSlLf <C* 1C £lij I'<"1 lbo flti'MzlVfiiv 1 'tfb/'fn li cl *i< btl btcfJictt t itctctt lp V l nvc\&&c u'.t boze vcfleeicfiiïa het vtvnC'ZiriOL dein bezc ritus, (S^an k d*-r\x)c en cidti- öeiv ölrtuzé foerci" - cCiJl'-in l>,- IS'JS i Otèl" Abttvftrenb' CVmiIr" Drukte in het bos van Nimmerdor Op Zondagmorgen bezoeken ad- spirant-politiehonden met hun ge leiders het bos van Nimmerdor, dicht bij hotel Oud-Leusden. De Politiehonden Dresseerclub Amersfoort en Omstreken (P.H.D. C.) is er dan aan de gang en overal in het bos liggen de honden, die wanneer ze voldoende zijn afge richt, op een keuring moeten be wijzen of ze het certificaat van bekwaamheid voor verdedigings hond waard zijn. Zoals ze daar liggen, zijn het goedaardige lobbesen. Ze blaffen een beetje of kijken schijnbaar lus teloos in het rond. Maar wee hem, die met zo'n hond in aanraking komt. En dan zijn dit nog pas hon den, die nog onnoemelijk veel moeten leren. Alleen de achtjarige Zealotte van de heer Dijkhorst is volleerd. Het is een flinke bouvier met stamboom, die is afgericht voor verdedigingshond. Zea zoekt wel, maar zij kan geen dienst doén als speurhond (dat is iets anders dan „verdedigingshond") want daarvoor zou zij moeten zijn opge leid op de Rijkspolitiehondenschool in Den Haag. Het is aardig het verschil te zien tus$en Zea en de hond, die Roland heet. Roland neemt het niet zo nauw met zijn oefeningen. Bij het zoeken naar kleine voorwerpen, die hier en daar zijn neergegooid, hup pelt hij vrolijk en blaffend en kwispelstaartend over het terrein. Zea doet het veel rustiger. Kalm wacht zij het commando af en dan begint het schrandere dier be dachtzaam en systematisch te zoe ken, tot het de lucifer, het ringetje en het doosje bij zijn baas heeft gebracht. Zo zal Roland het ook leren, maar dat duurt nog wel even. Het is geen eenvoudige taak een hond geschikt te maken voor poli tiehond. Het gebeurt helaas maar al te vaak, dat men probeert een hond iets bfj te brengen met slaan en schoppen. De honden, die wij zagen, worden nooit geslagen. Al doen zij twintig keer iets verkeerd, hun bazen zijn geduldig en laten het de dieren twintig maal en vaker over doen. Baas en hond moeten „één van zin" zijn. Dan doen de honden hun werk met ple zier. Er worden nog al wat eisen ge steld aan zó'r. hond. Zo moet de verdedigingshond een schouder hoogte hebben van minstens 55 cm. Voorts wordt verlangd, dat de dieren een goed gebit hebben en flink behaard zijn. De keurmeester is bevoegd honden te weigeren, die niet behoren tot de erkende rassen Herdershond, Doberman-Pinscher, Riesenschnauzer, Bouvier, Airedale Terrier, Rotweiler of Boxer. Of schoon raszuivere honden de voor keur genieten, wordt niet gelet op schoonheidsfouten of raszuiver heid. Bijten Al deze bijzonderheden en eigen schappen zijn echter niet voldoen de om een politiehond te krijgen. Een hond moet er ook „bij" zijn, hij moet „bijten" en je willen be grijpen. Het volgen aan de lijn bij voorbeeld lijkt zo eenvoudig, maar het moet voortdurend worden her haald, want de hond moet bij elke wending, die zijn geleider maakt, onmiddellijk volgen. Hij moet steeds links volgen cn mag niet vrolijk springen en har der of langzamer lopen. Zó'n hond moet ook voedsel weigeren, zelfs als het hem voor de bek wordt ge gooid. De goede hond zal blijven liggen en woedend blaffen al is het nog zo'n lekker hapje.... Zo zijn er vele oefeningen, die op de trainingsdagen regelmatig worden gpdaan. Het zogenaamde „stelwerk" blijft voor de dieren een attractie. Een man in een leren pak, dat bestand is tegen de scherpe hondentanden, moet aan gehouden en meegevoerd worden. Dan moet men de dieren op de „misdadiger" zien toeschieten! De aanval :s zo hevig, dat de man geen kans ziet te ontsnappen. De hond laat hem dan los, maar hij ..Waag het eens aan die fiets te komen" blijft woedend blaffen, net zo lang tot men de man inrekent. De dressuur begint als de hond tien maanden oud is en kan in een jaar zijn voltooid. De meeste hon den doen er langer over en niet alle leden staan hun hond af aan de politie. Daarvoor zijn ze te zeer aan het dier gehecht. Tegen het middaguur is de af richting ten einde. Als we naar huis gaan rijden we een eindje mee met een paar leden van de dres seerclub. De honden volgen ge dwee aan de lijn en nemen schijn baar nergens notitie van. Ook niet van de nietige keffertjes, die ons tientallen meters volgen. Onze ouders en grootouders, die de Kroningsfeesten van een halve eeuw geleden in onze stad hebben meegemaakt, waren in verschillende opzichten bevoordeeld boven de huidige gene ratie van Amersfoorters. In T898 kende het Feestconyté v^cfr de Kroningsfeesten - onder leiding van het driemanschap Celosse- van de Poll-Croockewit - niet die problemen welke gelegen zijn in de poliepachtige uitgroei van onze stad en de afwezigheid, in het centrum, van een groot plein. Vijftig jaren geleden had Amers foort de beschikking over het ruime Kalfsveld, prachtig gelegen tussen Snouckaertlaan, Smallepad en Beek. Helaas: geen vijftien jaren later verdween dit Kalfsveld (dat omstreeks 1870 was ge reserveerd voor een aan te leggen kerkhof), en waar eens dc „Hope van Amersfoort" zijn vrolijk volksspel speelde, staan nu statig de huizen van Persijn- en Wijerstraat. herschapen in een betoverde stad. De straten waren als donker groene sparrenlanen geworden, waarover een goede fee duizenden en nog eens duizenden bloemen had uitgestrooid. Tientallen erebo- gen overwulfden de nogal nauwe straten Was Amersfoort overdag een be toverd woud van sparregroen, bloemen en vlaggen, 's avonds was het langs *de Korte en Lange Gracht en het onvolprezen Havik, als dansten duizenden vuurvlin ders boven het toen nog heldere water, en het geleek als wrong zich een sprookjesslang van geheimzin nig licht door de grijze veste. Een halve eeuw geleden kende men nog wel niet de mogelijkheden v/elke het koude, starre electrische licht ons thans biedt, maar de gym nastiekleraar Dumoulin van het Havik en Ds. Graswinckel van de Kortegracht met hun helpers ver stonden op voortreffelijke manier de kunst, profut te trekken van de schoonheid van het levende licht van ontelbare vetpotjes. Allegorische optocht Er wordt wel eens smalend neer gezien op die 19e eeuwers, doch die bestonden het in Amersfoort toch maar, geheel uit eigen middelen een schitterende allegorische op- lochj te houden, welke twee malen op één dag trok door de straten van onze stad. De herinnering aan deze optocht ligt velen nog diep in het geheugen gegrift Vooral de grote optocht bij fak kellicht in een bladstille en maan loze zomernacht was er een om nooit te vergeten en ongetwijfeld één der hoogtepunten van het Kroningsfeest. Een ander hoogtepunt was het planten van een koninginne- linde, de Wilhelminaboom, op de Varkensmarkt. Tot op de daken der omliggende huizen zaten de mensen en op de be gane grond verdrong zich een menigte rond de plantplaats, waar de leden van de acht Amersfoortse zangverenigin gen en het Stafmuziekcorps van het vijfde Regiment In fanterie en honderden school kinderen zich hadden opge steld. De boomplanting ge schiedde met een sierschop, speciaal voor deze gelegenheid vervaardigd door de meester- smid W. Brouwer van de Arn hemsestraat. Onder de linde Intussen was het omstreeks de Kroningsfeesten zó gesteld, dat er van een Amersfoort buiten de stadswallen nog nauwelijks spra ke was. Wél waren Watersteeg en Beukenlaantje reeds bebouwd en stonden langs en in de buurt van de Leusderweg (een modderige zandweg in die dagen) en de Bis- schopsweg hier en daar wat groep jes huizen als b.v. het Kozakken- nest. en wèl had men van die pluk jes woningen als de Twaalf Apos telen en het Sasje aan de Noord kant van de stad. maar verder woonde Amersfoort gezellig sa mengeperst binnen de groene gor del van dé Plantsoenen. Zo als men dus ziet: heel de Keistad woonde derhalve dicht bij het Kalfsveld, bij de Varkensmarkt en den Hof en kon dus gemakkelijk van de ene festiviteit in de andere vallen. En er is dan ook feest gevierd in 1898...! Een Kroningsfeest op een ma nier, zó uitbundig als nadien nooit weer is gebeurd. Praat er met een ouwe Amersfoorter over: tien tegen één dat hij lyrisch wordt en dat hij tijdens het ophalen dezer jeugdherin neringen nog last krijgt van watertanden. Drie dagen van een uitbundigheid en kinder lijke vrolijkheid, zoals die in onze tijd nog slechts op Car navalsdagen in het sappige ge moedelijke Zuiden te beleven vallen. Iedereen feestte; er was geen straat of slop, die niet was versierd. Vrouw van Nimwegen met de bewoners van de Grote en Kleine Haag hadden hun drie erepoorten („Hier kan je vinden Do beste Oranjevrinden") evengoed als de Teut, die onder aanvoering van barbier De Gans prachtig was ver sierd. De Kampstraat had alle eer van het werk van Van Duinen c.s. wier schitterende poortboog met ere in de kranten van die dagen wordt genoemd. W. C. Kroes had de artistieke leiding en uitvoering der versiering van het Zuidsingel, de Langestraat en de Kamperbin nenpoort op zich genomen. Amers foort was als met kwistige hand werd een herinneringsoorkon de begraven, opgborgen in een loden koker. Een pikante bijzonderheid is wellicht, dat op dezelfde dag door dc bewoners van de Varkensmarkt aan de Gemeenteraad een adres werd gezonden, waarin werd ver zocht, nu op dit plein een Wilhel minaboom werd geplant, het de naam van Wilhelminaplein te ge ven. De gemeenteraad ging niet in op het vriendelijk verzoek en dat was misschien wel goed ook. Want de Wilhelminaboom heeft zich niet lang kunnen handhaven, daar in het midden van de Varkensmarkt. Reeds op 2 November, 1908 moest hij zij voor het drukker wordende verkeer wijken en vervoerd wor den naar stiller oorden. Veertig jaren staat de mooie linde nu al op de stille driesprong van het pleintje der Frederik van Blankenheimstraat: behalve de her innering aan de uitbundige viering het enige levende overblijfsel der requisieten van het Kroningsfeest van 1898. En ergens tussen de wor tels van deze Wilhelminaboom ge kneld, bevindt zich de loden koker met de perkamenten oorkonde waarvan wij een copie op deze pagina afdrukken. DE AMERSFOORTSE WILHELMINABOOM op zijn oorspronkelijke plaats op de Varkensmarkt. Dit is dc enige foto. ons bekend, waarop de boom op zijn oude plaats voorkomt. Hij werd hier in 1898 geplantmaar reeds in 1908 werd hij over geplant naar de Frederik van Blankenheimstraat. Deze foto zal ongeveer dateren van het jaar 1905. Kent U /e wel? Hmrniptlu vervotyuri wij ome serie artikelen over beken de en onbekende personen uit ons iiHvi omgeving ,ki Waarom is en in het zulk elzenhout zo bloedrood een slechte reuk staat 1—T EEL bescheiden nog maar, A A en toch als een juichkreet klonk in de laatste dagen van Januari het eerste fluiten van de zanglijster, die als een onfeil bare lentebode het uitbotten van de natuur aankondigde. TT IGENLTJK zou het me dit jaar Jniet verbaasd hebben wanneer hij veel eerder met zingen begon nen was, door het zachte winterweer in de war gebracht, maar hij hield zich precies aan de kalender en liet zich op de gewone tijd, op de grens van de eerste twee maanden, het eerst horen. 1 Hetzelfde gebeurde er met de hazelaar, die precies als andere jaren half Januari in bloei kwam, en nu dan ook al weer haast is uitgebloeid. Op de hazelaar volgt de els, en het zal wel niet lang meer duren of overal staan de elzen in bloei. Een enkele voorlijke struik heeft nu al stuivende katjes, maar bij de meesten zijn dc katjes nog kleine rolletjes, paarsrood van kleur, alsof ze het erg koud hebben. Willen we volop van het prille voorjaar genie ten, dan doen we goed altijd uitbot tende takjes in de kamen te hebben. Er is zo veel, hazelaarkatjes, kam perfoelie die in blad komt, en nu natuurlijk een paar elzetakjes. Bescheiden Het spreekt vanzelf dat we buiten bescheiden aan doen, cn niet de struik waarvan we de takjes afne men als een geplukte kip achter laten. Wanneer we de takjes zo dicht bij hebben, is er meteen een goede gelegenheid ze goed te bekij ken. We vinden vier levensuitingen aan ons takje. Om te beginnen de mannelijke, de stuifmeelkatjes, die in alle stadia van ontwikkeling aan wezig zijn. Ze bestaan uit een lang steeltje waaraan rondom schubjes zitten, die als een afdakje over de meeldraden heen staan. Die moel- draden strooien hun ongelofelijke hoeveelheden stuifmeel uit, dat door de wind weggeblazen, voor een heel klein deel op de vrouwelijke katjes terecht komt. Ook de vrouwelijke katjes zijn aan ons takje aanwezig. Het zijn de kleine ruige knopjes, die in groep jes .van drie of vier bij elkaar aan een zij-takje zitten Om goed aan het gestelde doel te beantwoorden, groeien er, wanneer het stuiven be gint, kleine kleverige tongetjes uit. Die vrouwelijke katjes groeien in de loop van de hele zomer uit tot de zaadvruchten van de els. Ieder kent ze wel, de elzeproppen, die door de volksmond „jodenpruimen" cn „tabakjes" genoemd worden, en die overgebleven van het vorige jaar, en leeggegeten door sijsjes en groenlingen, overal nog aan de tak ken zitten. Als laatste levensuiting vonden we de bladknoppen. Hierin liggen, omsloten door twee taaie schutblaadjes, de jonge bladeren keurig opgevouwen, klaar om zich zo te ontplooien. De blaadjes zijn, om ze tegen de winterkou te be schermen, vóórzien van een gom- laagje, en in de latijnse naam glu- tinosa, vinden we, denk maar even aan gluton, die kleefstof genoemd. Gestoeld Onwillekeurig schrikken we altijd even, wanneer er, in ons aan bossen en natuurschoon toch al niet te rijke land, wordt gekapt, maar deze keer valt het nog al mee, het zijn alleen maar de elzen die vakkundig „ge stoeld" worden. Dat is een bewerking die aan het kappen van de knotwilgen doet denken, maar er blijft hier van de stam niet veel anders over dan een zielige stomp, een elzenstoel, zoals dat heet. Uit deze stoel komen al dit voorjaar nieuwe loten, en over enkele jaren is de els wéép zover dat hij gestoeld kan worden. Nu ligt het rijshout netjes naar dikte gesorteerd cn tot bossen ge bonden, te wachten om bij de bak ker in de oven te worden opge stookt. De kaalgehakte stompen blijven eenzaam achter, en in de grauwe winternatuur steken de vers gesla gen wonden fel af. Helgeel tot diep- chromaat met schakeringen naar warm oranje en vermiljoen zijn ze gekleurd, en het is heel makkelijk de gedachtegang van eenvoudige mensen te volgen, die vroeger eeu wen in de felle kleuren bloed, en wel speciaal duivelsbloed zagen. Eens, zo vertelde men toen, maakte de duivel ruzie met zijn grootmoe der; hij greep een elzenknuppel en sloeg haar zo erg dat ze hevig bloed de, en alle elzen rondom met haar bloed bespat werden Sindsdien is het elzehout bloed rood gekleurd gebleven, en het staat niet bepaald in een goede reuk. HAN ALTA. Viva, viva la musica! De zestiende eeuwse componist Michaël Praetorius heeft beslist niet kunnen bevroeden, dat zijn óde aan de muziek, in de zo met „hot en swing" qverladen twintigste eeuw, de wekroep zou worden van de Nederlandse propagan disten der volkszang. Er zijn duizenden landgenoten, die,, als dit lied door de aether gaat, de radio zuiver afstemmen om met open oor en hart te luisteren naar de oude en toch altijd nieuwe volks liederen. Anderen draaien met een nijdig gebaat de radio af en verzuchten: „geef mij maar jazz". Amersfoortse liedgroep tweemaal in de maand voor de radio TV/TeT Renske Nieweg, die twee- iV1 maal in de maand met haar wakkere Amersfoortse Liedgroep het ..Viva, viva" de aether inzendt, wisselden wij over haar werk en de volkszang van gedachten. De klim naar het hiiis op de berg. waar de sfeer onmiddellijk verraadt, dat men bij de kunstenaar dj?. Nie weg in huis is, loont de moeite. Als de bel nog nagalmt, zitten wij al in de gezellige studeerkamer van de zang-paedagoge Renske Nieweg. Tekeningen en schilderijen van haar vader sieren de wanden. Ver der vullen vleugel en piano een groot gedeelte van het smaakvol in gerichte vertrek. Mej. Nieweg begon in deze werk kamer. onder invloed van de oud- Amer8foorter Piet Tiggers haar mu ziekstudie. Zij zat toen in de derde klas van het Baarnse Lyceum, waar zij in 1929 eindexamen deed. Renske vatte haar taak niet eenvoudig op. Zij ontving haar pianolessen van Hendrik Andriesscn. Nelly Wage naar en Jan Odé In 1934 zette zij, na jaren van ingespannen studie, de kroon op haar werk en verwierf het piano-diploma. Hoewel zij aan vankelijk veel lessen gaf, meende woog zich de belangstelling voor de zij toch. dat zij met geven van dit j volkszang cn muziek in opwaartse individuele muziekonderwijs de ge- lijn. Vooral de jeugdbewegingen in van een instrument van grote op voedkundige waarde is Dc blokfluit kwam in de jeugdbeweging in zwang. Het is mede de verdienste van Renske Nieweg, dat vele jeugd- bewegers zich beijverden om op dit betrekkelijk eenvoudige instrument te leren spelen. Haar blokfluit-groep genoot spoedig vermaardheid in de jeugdbeweging en daarbuiten. Volhouden Tot dc inval van de Duitsers be meenschan maar in geringe mate diende. Piet Tiggers had haar, met zijn pioniersarbeid op volkszangge- bied, de weg gewezen. Renske is die weg met vreugde en overtuiging ge gaan. Jeugdbeweging Haar contact met de jeugdbewe ging. de Arbeiders Jeugd Centrale, dateert uit 1930. ..Het was niet eenvoudig," zegt ze ..om tot de harten van deze jongeren door te dringen. Toch groeide er ge leidelijk een wederzijds vertrou wen." Het werk in dc zanggroep „De Wielewaal" en het Rode Muzikan ten Gilde schonk Renske, die naar een onverzwakt dienen van de ge meenschap streefde, grote voldoe ning. Spoedig werd zij geroepen om in de afdelingen als zangleidster het volkslied bij de jeugd te propage ren. Zij begreep, dat. om de beleve nis van het lied bij de jongeren nog intenser te doen zijn, het bespelen het land voerden propaganda voor de oude volksliederen, die jaren lang ongebruikt bleven. De A.JC. deed op dit gebied veel werk. In de bezettingstijd viel deze organisatie voor de buitenstaander schijnbaar uiteen, maar de krachten, die haar tot stand hadden gebracht, bleven, ook Renske Nieweg. die juist in die moeilijke dagen zag, dat het cultu rele werk onder de jeugd niet ver loren mocht gaan. „Als het werk ons ernst is ge weest, dan moeten v/ij dat voortzet ten", meende zij. Zo ontstond er een samenwerking met de landelijke or ganisatie „Het Nederlandse Lied". In 1940 blies dr. Job Pollman de volkszang-organisatie nieuw leven in. Er werden muziekkampen gcor- Een opcnluchtlcs tijdens het vierde Nederlandse Lied kamp in dc zon nige zomer van 1947. gehouden op dc boerderij van dc heer Lagcr- maat te Leusden. ganiseerd en eerst nu bleek, dat uit de nood der tijden een eenheid was geboren, die veel goeds beloof de voor de toekomst. „Wat gaf het een intense vreug de en bemoediging, in die kampen samen te zijn met jongeren van uiteenlopende geloofsovertuiging. De oude scheidsmuren vielen weg," vertelt Renske ons. Twaalf jongeren In October 1940 kwamen twaalf Amersfoortse jongeren bijeen. Een symbolisch getal! Het was niet zo maar toevallig, dat deze jonge men sen elkaar opzochten Ook Renske was onder hen. Er moest iets ge daan worden. Het resultaat van ja ren arbeid dreigde verloren te gaan. Op de eerste bijeenkomsten was het stil. Men sprak in die dagen niet veel en luid. In het najaar van 1941 kwamen wij in een week-end- kamp eerst dichter tot elkaar. De beklemming viel weg." Zo breidde de groep zich meer en meer uit. Tijdens de bezetting bleef zij actief. Een vaste pjaats was er voor de bijeenkomsten niet. De groep werd dan hieri dan daar ver jaagd en .zong tenslotte op een zol dertje van een der leden. „Wij vroegen ons wel eens af vervolgt Renske of het zin had in een wereld, waarin op iedere minuut van de dag mensen aan een krankzinnige ideologie van enkele machtswellustelingen ten offer vielen, te zingen. Wij hebben toch doorgezet, want deze uren waren als een oase in een woestijn van barbaarsheid". Velen bewaren uit die dagen nog kostbare herinneringen aan de clandestiene kerst- en paasvieringen, Muziekkamp Renske organiseerde met haar Liedgroep. die steeds groter aan- hane kreeg, in 1944 het eerste mu ziekkamp. Het ging allemaal „zon der vergunning", maar juist deze omstandigheid schiep een krachtige saamhorigheid. „In de oorlog is mij wel duidelijk de sociale betekenis van dit werk voor ogen gekomen," zegt Renske ons. ..Wij mqesten tot een' bredere opvatting van het werk komen. Wel geeft de Liedgroep een stoot in de goede richting, maar er valt nog meer te doen", „In 1944 begon ik mijn arbeid aan de Rijkskweekschool te Amersfoort. Eerst darr is het mogeliik de vi cieuze cirkel van-het-altijd-zclfde- 8choolliedje te doorbreken. De on derwijzers hebben eigenlijk de hele culturele ontwikkeling van ons volk in handen. Daarom bleef mijn on derricht in de volkszang niet be perkt tot de kweekschool. Ook de onderwijzers, die dagelijks voor de klas staan, worden in het werk be trokken. Radio-werk Na dc bevrijding begon In Decem ber 1946 voor mej. BJicweg ook het radio-werk. De leden van de Lied groep weten wat de bedoeling is. Het gaat om de propaganda van het volkslied. Om de luisteraar te pak ken. kan echter voor de radio niet worden volstaan met het echte een stemmige lied. Daarom legt de Lied groep zich ook toe op de meerstem mige liederen. De uitzendingen vin den veel weerklank in ons land. Vooral uit de kleinere steden, dor pen cn gehuchten, waar de jeugd leiders met grote moeilijkheden worstelen, komen enthousiaste brie ven. Het radiowerk van de Lied groep vergt veel voorstudie.maar het is als met het zaad dat wordt uitgestrooid. Het ontkiemt niet alle maal, maar waar het wortel schiet, is goed werk gedaan. Tenslotte vertelt Renske ons nog van haar werk voor „Kerk en We reld" op „De Horst" in Driebergen. Ook hier doceert zij volkszang aan toekomstige jeugdleiders. Het zijn de Wika's, de werkers in kerkelijke arbeid, voor wie Jezus Christus het beslissende is in hun leven. Renske acht deze arbeid belang rijk en die op het 'gymnasium te Amersfoort niet minder. Sedert kor te tijd beoefenen de leerlingen als weeksluiting onder haar leiding ge zamenlijk de volkszang. Dan nemen wij afscheid van deza onvermoeide strijdster voor dc volkszang, die niet alleen in Amers foort maar ook ver daarbuiten steeds waardering vindt voor haar arbeid.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3