Een linde, de Wilhelminaboom,
i
de troonbestijging in 1898
herinnert
nu nog aan
Renske Nieweg
een onvermoeibaar strijdster voor
de volkszang
Honden worden afgericht
voor politiediensten
ln> de natuur is de
LENTE begonnen
rr
Tct-
Heel Amersfoort was een krans
van bloemen en groen
Drie dagen heerste
er uitbundigheid
en vrolijkheid
De zanglijster is een onfeilbare voorjaarsbode
Bezetting bracht veel moeilijkheden
maar het werk ging door
Zaterdag 14 Februari 1948
3
"1
■■■■RSmS
Hoe Amersfoort een halve eeuw geleden de
(iCWVYlCTAAtfj
be
eje^ieljdc fi&nwuiitfi-
y/t$'^vz£?ia c ëtè-rt/eW' ^Ma-reet
fïcbeti bet<Scp\teni&z tftyB
Kroningfeesten vierde vertelt onze medewerker, de heer
P. S. Teeltng U in onderstaand artikel. Nu men allerwegen druk
bezig is met de voorbereiding van de feesten ter gelegenheid var.
het regeringsjubileum van H.M. de Koningin, leek het ons interes
sant deze oude herinneringen nog eens op te halen.
uJ -<?p
JSyidcdv
thrr /ff?
.yt
de
0 f
f/Vrrsdrr/r /sr*/
hi \jccjtnioucv.btcjfutb tviu cVn <£tV( C-L lil(uvit"»i lOtYZ
0ckjwei t n iieabtë cftZ* cJ'. Üc)-&7<n<n f- C$cfi hmrieCp/Hrt 'vneü
br. £bef cycfittëo'ïe (oecterx »i cVi'
rtemvr*iiL?' cy/r'iC<-jf~&€>ïé L't■saclntïc-ri bi (Qule+t t-tit Lu
lit\~r-de cftfCjtc&ntfntJ-.H£ IVCI-£\-7-I>ïiti öc fora Ó?1 C.<-
&C.1J3C fiw i.iHl'i <)c $3*4.'z ""ifc Ai*:? fbSj i vi ft cV
cfoff- <><~c*4siifri i/> fe^u/ué hrl ifcoccrrtib
(jïchiiitc uiT be Soyrïn (9(Pj JO. föei'fevnfy,
C$ G ÓcbijfOlPid' l'clrl VA'Vj'p épf&.-\>c\t 1 ch'.udl t\ i jw
V? QchiimintU it-in VA'c'l
Jtïi Oy?
f 'rD'T 3'
Vcêb VCtrl
tSlLf <C* 1C £lij I'<"1 lbo
flti'MzlVfiiv 1 'tfb/'fn
li cl *i<
btl
btcfJictt t itctctt
lp
V l nvc\&&c
u'.t boze
vcfleeicfiiïa
het vtvnC'ZiriOL dein bezc ritus,
(S^an k d*-r\x)c
en cidti- öeiv
ölrtuzé foerci" - cCiJl'-in l>,- IS'JS i
Otèl" Abttvftrenb' CVmiIr"
Drukte in het bos van
Nimmerdor
Op Zondagmorgen bezoeken ad-
spirant-politiehonden met hun ge
leiders het bos van Nimmerdor,
dicht bij hotel Oud-Leusden.
De Politiehonden Dresseerclub
Amersfoort en Omstreken (P.H.D.
C.) is er dan aan de gang en overal
in het bos liggen de honden, die
wanneer ze voldoende zijn afge
richt, op een keuring moeten be
wijzen of ze het certificaat van
bekwaamheid voor verdedigings
hond waard zijn.
Zoals ze daar liggen, zijn het
goedaardige lobbesen. Ze blaffen
een beetje of kijken schijnbaar lus
teloos in het rond. Maar wee hem,
die met zo'n hond in aanraking
komt. En dan zijn dit nog pas hon
den, die nog onnoemelijk veel
moeten leren. Alleen de achtjarige
Zealotte van de heer Dijkhorst is
volleerd. Het is een flinke bouvier
met stamboom, die is afgericht
voor verdedigingshond. Zea zoekt
wel, maar zij kan geen dienst doén
als speurhond (dat is iets anders
dan „verdedigingshond") want
daarvoor zou zij moeten zijn opge
leid op de Rijkspolitiehondenschool
in Den Haag.
Het is aardig het verschil te zien
tus$en Zea en de hond, die Roland
heet. Roland neemt het niet zo
nauw met zijn oefeningen. Bij het
zoeken naar kleine voorwerpen, die
hier en daar zijn neergegooid, hup
pelt hij vrolijk en blaffend en
kwispelstaartend over het terrein.
Zea doet het veel rustiger. Kalm
wacht zij het commando af en dan
begint het schrandere dier be
dachtzaam en systematisch te zoe
ken, tot het de lucifer, het ringetje
en het doosje bij zijn baas heeft
gebracht. Zo zal Roland het ook
leren, maar dat duurt nog wel
even.
Het is geen eenvoudige taak een
hond geschikt te maken voor poli
tiehond. Het gebeurt helaas maar
al te vaak, dat men probeert een
hond iets bfj te brengen met slaan
en schoppen. De honden, die wij
zagen, worden nooit geslagen. Al
doen zij twintig keer iets verkeerd,
hun bazen zijn geduldig en laten
het de dieren twintig maal en
vaker over doen. Baas en hond
moeten „één van zin" zijn. Dan
doen de honden hun werk met ple
zier.
Er worden nog al wat eisen ge
steld aan zó'r. hond. Zo moet de
verdedigingshond een schouder
hoogte hebben van minstens 55
cm. Voorts wordt verlangd, dat de
dieren een goed gebit hebben en
flink behaard zijn. De keurmeester
is bevoegd honden te weigeren, die
niet behoren tot de erkende rassen
Herdershond, Doberman-Pinscher,
Riesenschnauzer, Bouvier, Airedale
Terrier, Rotweiler of Boxer. Of
schoon raszuivere honden de voor
keur genieten, wordt niet gelet op
schoonheidsfouten of raszuiver
heid.
Bijten
Al deze bijzonderheden en eigen
schappen zijn echter niet voldoen
de om een politiehond te krijgen.
Een hond moet er ook „bij" zijn,
hij moet „bijten" en je willen be
grijpen. Het volgen aan de lijn bij
voorbeeld lijkt zo eenvoudig, maar
het moet voortdurend worden her
haald, want de hond moet bij elke
wending, die zijn geleider maakt,
onmiddellijk volgen.
Hij moet steeds links volgen cn
mag niet vrolijk springen en har
der of langzamer lopen. Zó'n hond
moet ook voedsel weigeren, zelfs
als het hem voor de bek wordt ge
gooid. De goede hond zal blijven
liggen en woedend blaffen al is het
nog zo'n lekker hapje....
Zo zijn er vele oefeningen, die
op de trainingsdagen regelmatig
worden gpdaan. Het zogenaamde
„stelwerk" blijft voor de dieren
een attractie. Een man in een
leren pak, dat bestand is tegen de
scherpe hondentanden, moet aan
gehouden en meegevoerd worden.
Dan moet men de dieren op de
„misdadiger" zien toeschieten! De
aanval :s zo hevig, dat de man
geen kans ziet te ontsnappen. De
hond laat hem dan los, maar hij
..Waag het eens aan die fiets
te komen"
blijft woedend blaffen, net zo lang
tot men de man inrekent.
De dressuur begint als de hond
tien maanden oud is en kan in een
jaar zijn voltooid. De meeste hon
den doen er langer over en niet
alle leden staan hun hond af aan
de politie. Daarvoor zijn ze te zeer
aan het dier gehecht.
Tegen het middaguur is de af
richting ten einde. Als we naar
huis gaan rijden we een eindje mee
met een paar leden van de dres
seerclub. De honden volgen ge
dwee aan de lijn en nemen schijn
baar nergens notitie van. Ook niet
van de nietige keffertjes, die ons
tientallen meters volgen.
Onze ouders en grootouders, die de Kroningsfeesten van een
halve eeuw geleden in onze stad hebben meegemaakt, waren
in verschillende opzichten bevoordeeld boven de huidige gene
ratie van Amersfoorters. In T898 kende het Feestconyté v^cfr de
Kroningsfeesten - onder leiding van het driemanschap Celosse-
van de Poll-Croockewit - niet die problemen welke gelegen zijn
in de poliepachtige uitgroei van onze stad en de afwezigheid, in
het centrum, van een groot plein. Vijftig jaren geleden had Amers
foort de beschikking over het ruime Kalfsveld, prachtig gelegen
tussen Snouckaertlaan, Smallepad en Beek. Helaas: geen vijftien
jaren later verdween dit Kalfsveld (dat omstreeks 1870 was ge
reserveerd voor een aan te leggen kerkhof), en waar eens dc
„Hope van Amersfoort" zijn vrolijk volksspel speelde, staan nu
statig de huizen van Persijn- en Wijerstraat.
herschapen in een betoverde stad.
De straten waren als donker
groene sparrenlanen geworden,
waarover een goede fee duizenden
en nog eens duizenden bloemen
had uitgestrooid. Tientallen erebo-
gen overwulfden de nogal nauwe
straten
Was Amersfoort overdag een be
toverd woud van sparregroen,
bloemen en vlaggen, 's avonds was
het langs *de Korte en Lange
Gracht en het onvolprezen Havik,
als dansten duizenden vuurvlin
ders boven het toen nog heldere
water, en het geleek als wrong zich
een sprookjesslang van geheimzin
nig licht door de grijze veste. Een
halve eeuw geleden kende men
nog wel niet de mogelijkheden
v/elke het koude, starre electrische
licht ons thans biedt, maar de gym
nastiekleraar Dumoulin van het
Havik en Ds. Graswinckel van de
Kortegracht met hun helpers ver
stonden op voortreffelijke manier
de kunst, profut te trekken van de
schoonheid van het levende licht
van ontelbare vetpotjes.
Allegorische optocht
Er wordt wel eens smalend neer
gezien op die 19e eeuwers, doch die
bestonden het in Amersfoort toch
maar, geheel uit eigen middelen
een schitterende allegorische op-
lochj te houden, welke twee malen
op één dag trok door de straten
van onze stad. De herinnering
aan deze optocht ligt velen nog
diep in het geheugen gegrift
Vooral de grote optocht bij fak
kellicht in een bladstille en maan
loze zomernacht was er een om
nooit te vergeten en ongetwijfeld
één der hoogtepunten van het
Kroningsfeest.
Een ander hoogtepunt was het
planten van een koninginne-
linde, de Wilhelminaboom, op
de Varkensmarkt. Tot op de
daken der omliggende huizen
zaten de mensen en op de be
gane grond verdrong zich een
menigte rond de plantplaats,
waar de leden van de acht
Amersfoortse zangverenigin
gen en het Stafmuziekcorps
van het vijfde Regiment In
fanterie en honderden school
kinderen zich hadden opge
steld. De boomplanting ge
schiedde met een sierschop,
speciaal voor deze gelegenheid
vervaardigd door de meester-
smid W. Brouwer van de Arn
hemsestraat. Onder de linde
Intussen was het omstreeks de
Kroningsfeesten zó gesteld, dat er
van een Amersfoort buiten de
stadswallen nog nauwelijks spra
ke was. Wél waren Watersteeg en
Beukenlaantje reeds bebouwd en
stonden langs en in de buurt van
de Leusderweg (een modderige
zandweg in die dagen) en de Bis-
schopsweg hier en daar wat groep
jes huizen als b.v. het Kozakken-
nest. en wèl had men van die pluk
jes woningen als de Twaalf Apos
telen en het Sasje aan de Noord
kant van de stad. maar verder
woonde Amersfoort gezellig sa
mengeperst binnen de groene gor
del van dé Plantsoenen. Zo als men
dus ziet: heel de Keistad woonde
derhalve dicht bij het Kalfsveld,
bij de Varkensmarkt en den Hof en
kon dus gemakkelijk van de ene
festiviteit in de andere vallen.
En er is dan ook feest gevierd
in 1898...!
Een Kroningsfeest op een ma
nier, zó uitbundig als nadien
nooit weer is gebeurd. Praat
er met een ouwe Amersfoorter
over: tien tegen één dat hij
lyrisch wordt en dat hij tijdens
het ophalen dezer jeugdherin
neringen nog last krijgt van
watertanden. Drie dagen van
een uitbundigheid en kinder
lijke vrolijkheid, zoals die in
onze tijd nog slechts op Car
navalsdagen in het sappige ge
moedelijke Zuiden te beleven
vallen. Iedereen feestte; er was
geen straat of slop, die niet
was versierd.
Vrouw van Nimwegen met de
bewoners van de Grote en Kleine
Haag hadden hun drie erepoorten
(„Hier kan je vinden Do beste
Oranjevrinden") evengoed als de
Teut, die onder aanvoering van
barbier De Gans prachtig was ver
sierd. De Kampstraat had alle eer
van het werk van Van Duinen c.s.
wier schitterende poortboog met
ere in de kranten van die dagen
wordt genoemd. W. C. Kroes had
de artistieke leiding en uitvoering
der versiering van het Zuidsingel,
de Langestraat en de Kamperbin
nenpoort op zich genomen. Amers
foort was als met kwistige hand
werd een herinneringsoorkon
de begraven, opgborgen in een
loden koker.
Een pikante bijzonderheid is
wellicht, dat op dezelfde dag door
dc bewoners van de Varkensmarkt
aan de Gemeenteraad een adres
werd gezonden, waarin werd ver
zocht, nu op dit plein een Wilhel
minaboom werd geplant, het de
naam van Wilhelminaplein te ge
ven. De gemeenteraad ging niet in
op het vriendelijk verzoek en dat
was misschien wel goed ook. Want
de Wilhelminaboom heeft zich niet
lang kunnen handhaven, daar in
het midden van de Varkensmarkt.
Reeds op 2 November, 1908 moest
hij zij voor het drukker wordende
verkeer wijken en vervoerd wor
den naar stiller oorden.
Veertig jaren staat de mooie
linde nu al op de stille driesprong
van het pleintje der Frederik van
Blankenheimstraat: behalve de her
innering aan de uitbundige viering
het enige levende overblijfsel der
requisieten van het Kroningsfeest
van 1898. En ergens tussen de wor
tels van deze Wilhelminaboom ge
kneld, bevindt zich de loden koker
met de perkamenten oorkonde
waarvan wij een copie op deze
pagina afdrukken.
DE AMERSFOORTSE WILHELMINABOOM op zijn oorspronkelijke
plaats op de Varkensmarkt. Dit is dc enige foto. ons bekend, waarop de
boom op zijn oude plaats voorkomt. Hij werd hier in 1898 geplantmaar
reeds in 1908 werd hij over geplant naar de Frederik van Blankenheimstraat.
Deze foto zal ongeveer dateren van het jaar 1905.
Kent U
/e wel?
Hmrniptlu vervotyuri wij ome
serie artikelen over beken
de en onbekende personen uit
ons iiHvi omgeving
,ki
Waarom
is en in
het
zulk
elzenhout zo bloedrood
een slechte reuk
staat
1—T EEL bescheiden nog maar,
A A en toch als een juichkreet
klonk in de laatste dagen van
Januari het eerste fluiten van de
zanglijster, die als een onfeil
bare lentebode het uitbotten van
de natuur aankondigde.
TT IGENLTJK zou het me dit jaar
Jniet verbaasd hebben wanneer
hij veel eerder met zingen begon
nen was, door het zachte winterweer
in de war gebracht, maar hij hield
zich precies aan de kalender en liet
zich op de gewone tijd, op de grens
van de eerste twee maanden, het
eerst horen. 1 Hetzelfde gebeurde er
met de hazelaar, die precies als
andere jaren half Januari in bloei
kwam, en nu dan ook al weer haast
is uitgebloeid.
Op de hazelaar volgt de els, en
het zal wel niet lang meer duren
of overal staan de elzen in bloei.
Een enkele voorlijke struik heeft
nu al stuivende katjes, maar bij de
meesten zijn dc katjes nog kleine
rolletjes, paarsrood van kleur, alsof
ze het erg koud hebben. Willen we
volop van het prille voorjaar genie
ten, dan doen we goed altijd uitbot
tende takjes in de kamen te hebben.
Er is zo veel, hazelaarkatjes, kam
perfoelie die in blad komt, en nu
natuurlijk een paar elzetakjes.
Bescheiden
Het spreekt vanzelf dat we buiten
bescheiden aan doen, cn niet de
struik waarvan we de takjes afne
men als een geplukte kip achter
laten. Wanneer we de takjes zo
dicht bij hebben, is er meteen een
goede gelegenheid ze goed te bekij
ken. We vinden vier levensuitingen
aan ons takje. Om te beginnen de
mannelijke, de stuifmeelkatjes, die
in alle stadia van ontwikkeling aan
wezig zijn. Ze bestaan uit een lang
steeltje waaraan rondom schubjes
zitten, die als een afdakje over de
meeldraden heen staan. Die moel-
draden strooien hun ongelofelijke
hoeveelheden stuifmeel uit, dat door
de wind weggeblazen, voor een heel
klein deel op de vrouwelijke katjes
terecht komt.
Ook de vrouwelijke katjes zijn
aan ons takje aanwezig. Het zijn de
kleine ruige knopjes, die in groep
jes .van drie of vier bij elkaar aan
een zij-takje zitten Om goed aan
het gestelde doel te beantwoorden,
groeien er, wanneer het stuiven be
gint, kleine kleverige tongetjes uit.
Die vrouwelijke katjes groeien in
de loop van de hele zomer uit tot
de zaadvruchten van de els. Ieder
kent ze wel, de elzeproppen, die
door de volksmond „jodenpruimen"
cn „tabakjes" genoemd worden, en
die overgebleven van het vorige
jaar, en leeggegeten door sijsjes en
groenlingen, overal nog aan de tak
ken zitten. Als laatste levensuiting
vonden we de bladknoppen. Hierin
liggen, omsloten door twee taaie
schutblaadjes, de jonge bladeren
keurig opgevouwen, klaar om zich
zo te ontplooien. De blaadjes zijn,
om ze tegen de winterkou te be
schermen, vóórzien van een gom-
laagje, en in de latijnse naam glu-
tinosa, vinden we, denk maar even
aan gluton, die kleefstof genoemd.
Gestoeld
Onwillekeurig schrikken we altijd
even, wanneer er, in ons aan bossen
en natuurschoon toch al niet te rijke
land, wordt gekapt, maar deze keer
valt het nog al mee, het zijn alleen
maar de elzen die vakkundig „ge
stoeld" worden.
Dat is een bewerking die aan het
kappen van de knotwilgen doet
denken, maar er blijft hier van de
stam niet veel anders over dan een
zielige stomp, een elzenstoel, zoals
dat heet. Uit deze stoel komen al
dit voorjaar nieuwe loten, en over
enkele jaren is de els wéép zover
dat hij gestoeld kan worden.
Nu ligt het rijshout netjes naar
dikte gesorteerd cn tot bossen ge
bonden, te wachten om bij de bak
ker in de oven te worden opge
stookt.
De kaalgehakte stompen blijven
eenzaam achter, en in de grauwe
winternatuur steken de vers gesla
gen wonden fel af. Helgeel tot diep-
chromaat met schakeringen naar
warm oranje en vermiljoen zijn ze
gekleurd, en het is heel makkelijk
de gedachtegang van eenvoudige
mensen te volgen, die vroeger eeu
wen in de felle kleuren bloed, en
wel speciaal duivelsbloed zagen.
Eens, zo vertelde men toen, maakte
de duivel ruzie met zijn grootmoe
der; hij greep een elzenknuppel en
sloeg haar zo erg dat ze hevig bloed
de, en alle elzen rondom met haar
bloed bespat werden
Sindsdien is het elzehout bloed
rood gekleurd gebleven, en het
staat niet bepaald in een goede
reuk. HAN ALTA.
Viva, viva la musica! De zestiende eeuwse componist Michaël
Praetorius heeft beslist niet kunnen bevroeden, dat zijn óde
aan de muziek, in de zo met „hot en swing" qverladen twintigste
eeuw, de wekroep zou worden van de Nederlandse propagan
disten der volkszang. Er zijn duizenden landgenoten, die,, als dit
lied door de aether gaat, de radio zuiver afstemmen om met open
oor en hart te luisteren naar de oude en toch altijd nieuwe volks
liederen. Anderen draaien met een nijdig gebaat de radio af en
verzuchten: „geef mij maar jazz".
Amersfoortse liedgroep
tweemaal in de maand
voor de radio
TV/TeT Renske Nieweg, die twee-
iV1 maal in de maand met haar
wakkere Amersfoortse Liedgroep
het ..Viva, viva" de aether inzendt,
wisselden wij over haar werk en de
volkszang van gedachten.
De klim naar het hiiis op de berg.
waar de sfeer onmiddellijk verraadt,
dat men bij de kunstenaar dj?. Nie
weg in huis is, loont de moeite. Als
de bel nog nagalmt, zitten wij al in
de gezellige studeerkamer van de
zang-paedagoge Renske Nieweg.
Tekeningen en schilderijen van
haar vader sieren de wanden. Ver
der vullen vleugel en piano een
groot gedeelte van het smaakvol in
gerichte vertrek.
Mej. Nieweg begon in deze werk
kamer. onder invloed van de oud-
Amer8foorter Piet Tiggers haar mu
ziekstudie. Zij zat toen in de derde
klas van het Baarnse Lyceum, waar
zij in 1929 eindexamen deed. Renske
vatte haar taak niet eenvoudig op.
Zij ontving haar pianolessen van
Hendrik Andriesscn. Nelly Wage
naar en Jan Odé In 1934 zette zij,
na jaren van ingespannen studie,
de kroon op haar werk en verwierf
het piano-diploma. Hoewel zij aan
vankelijk veel lessen gaf, meende woog zich de belangstelling voor de
zij toch. dat zij met geven van dit j volkszang cn muziek in opwaartse
individuele muziekonderwijs de ge- lijn. Vooral de jeugdbewegingen in
van een instrument van grote op
voedkundige waarde is Dc blokfluit
kwam in de jeugdbeweging in
zwang. Het is mede de verdienste
van Renske Nieweg, dat vele jeugd-
bewegers zich beijverden om op dit
betrekkelijk eenvoudige instrument
te leren spelen. Haar blokfluit-groep
genoot spoedig vermaardheid in de
jeugdbeweging en daarbuiten.
Volhouden
Tot dc inval van de Duitsers be
meenschan maar in geringe mate
diende. Piet Tiggers had haar, met
zijn pioniersarbeid op volkszangge-
bied, de weg gewezen. Renske is die
weg met vreugde en overtuiging ge
gaan.
Jeugdbeweging
Haar contact met de jeugdbewe
ging. de Arbeiders Jeugd Centrale,
dateert uit 1930.
..Het was niet eenvoudig," zegt ze
..om tot de harten van deze jongeren
door te dringen. Toch groeide er ge
leidelijk een wederzijds vertrou
wen."
Het werk in dc zanggroep „De
Wielewaal" en het Rode Muzikan
ten Gilde schonk Renske, die naar
een onverzwakt dienen van de ge
meenschap streefde, grote voldoe
ning. Spoedig werd zij geroepen om
in de afdelingen als zangleidster het
volkslied bij de jeugd te propage
ren. Zij begreep, dat. om de beleve
nis van het lied bij de jongeren nog
intenser te doen zijn, het bespelen
het land voerden propaganda voor
de oude volksliederen, die jaren
lang ongebruikt bleven. De A.JC.
deed op dit gebied veel werk. In de
bezettingstijd viel deze organisatie
voor de buitenstaander schijnbaar
uiteen, maar de krachten, die haar
tot stand hadden gebracht, bleven,
ook Renske Nieweg. die juist in die
moeilijke dagen zag, dat het cultu
rele werk onder de jeugd niet ver
loren mocht gaan.
„Als het werk ons ernst is ge
weest, dan moeten v/ij dat voortzet
ten", meende zij. Zo ontstond er een
samenwerking met de landelijke or
ganisatie „Het Nederlandse Lied".
In 1940 blies dr. Job Pollman de
volkszang-organisatie nieuw leven
in. Er werden muziekkampen gcor-
Een opcnluchtlcs tijdens het vierde
Nederlandse Lied kamp in dc zon
nige zomer van 1947. gehouden op
dc boerderij van dc heer Lagcr-
maat te Leusden.
ganiseerd en eerst nu bleek, dat
uit de nood der tijden een eenheid
was geboren, die veel goeds beloof
de voor de toekomst.
„Wat gaf het een intense vreug
de en bemoediging, in die kampen
samen te zijn met jongeren van
uiteenlopende geloofsovertuiging.
De oude scheidsmuren vielen weg,"
vertelt Renske ons.
Twaalf jongeren
In October 1940 kwamen twaalf
Amersfoortse jongeren bijeen. Een
symbolisch getal! Het was niet zo
maar toevallig, dat deze jonge men
sen elkaar opzochten Ook Renske
was onder hen. Er moest iets ge
daan worden. Het resultaat van ja
ren arbeid dreigde verloren te gaan.
Op de eerste bijeenkomsten was
het stil. Men sprak in die dagen
niet veel en luid. In het najaar van
1941 kwamen wij in een week-end-
kamp eerst dichter tot elkaar. De
beklemming viel weg."
Zo breidde de groep zich meer en
meer uit. Tijdens de bezetting bleef
zij actief. Een vaste pjaats was er
voor de bijeenkomsten niet. De
groep werd dan hieri dan daar ver
jaagd en .zong tenslotte op een zol
dertje van een der leden.
„Wij vroegen ons wel eens af
vervolgt Renske of het zin
had in een wereld, waarin op
iedere minuut van de dag mensen
aan een krankzinnige ideologie
van enkele machtswellustelingen
ten offer vielen, te zingen. Wij
hebben toch doorgezet, want deze
uren waren als een oase in een
woestijn van barbaarsheid".
Velen bewaren uit die dagen
nog kostbare herinneringen aan de
clandestiene kerst- en paasvieringen,
Muziekkamp
Renske organiseerde met haar
Liedgroep. die steeds groter aan-
hane kreeg, in 1944 het eerste mu
ziekkamp. Het ging allemaal „zon
der vergunning", maar juist deze
omstandigheid schiep een krachtige
saamhorigheid.
„In de oorlog is mij wel duidelijk
de sociale betekenis van dit werk
voor ogen gekomen," zegt Renske
ons. ..Wij mqesten tot een' bredere
opvatting van het werk komen. Wel
geeft de Liedgroep een stoot in de
goede richting, maar er valt nog
meer te doen",
„In 1944 begon ik mijn arbeid aan
de Rijkskweekschool te Amersfoort.
Eerst darr is het mogeliik de vi
cieuze cirkel van-het-altijd-zclfde-
8choolliedje te doorbreken. De on
derwijzers hebben eigenlijk de hele
culturele ontwikkeling van ons volk
in handen. Daarom bleef mijn on
derricht in de volkszang niet be
perkt tot de kweekschool. Ook de
onderwijzers, die dagelijks voor de
klas staan, worden in het werk be
trokken.
Radio-werk
Na dc bevrijding begon In Decem
ber 1946 voor mej. BJicweg ook het
radio-werk. De leden van de Lied
groep weten wat de bedoeling is.
Het gaat om de propaganda van het
volkslied. Om de luisteraar te pak
ken. kan echter voor de radio niet
worden volstaan met het echte een
stemmige lied. Daarom legt de Lied
groep zich ook toe op de meerstem
mige liederen. De uitzendingen vin
den veel weerklank in ons land.
Vooral uit de kleinere steden, dor
pen cn gehuchten, waar de jeugd
leiders met grote moeilijkheden
worstelen, komen enthousiaste brie
ven. Het radiowerk van de Lied
groep vergt veel voorstudie.maar
het is als met het zaad dat wordt
uitgestrooid. Het ontkiemt niet alle
maal, maar waar het wortel schiet,
is goed werk gedaan.
Tenslotte vertelt Renske ons nog
van haar werk voor „Kerk en We
reld" op „De Horst" in Driebergen.
Ook hier doceert zij volkszang aan
toekomstige jeugdleiders. Het zijn
de Wika's, de werkers in kerkelijke
arbeid, voor wie Jezus Christus het
beslissende is in hun leven.
Renske acht deze arbeid belang
rijk en die op het 'gymnasium te
Amersfoort niet minder. Sedert kor
te tijd beoefenen de leerlingen als
weeksluiting onder haar leiding ge
zamenlijk de volkszang.
Dan nemen wij afscheid van deza
onvermoeide strijdster voor dc
volkszang, die niet alleen in Amers
foort maar ook ver daarbuiten
steeds waardering vindt voor haar
arbeid.