Moedig Nederlander was de
Duitsers te slim af
Slangen op kfei en in hei
Huib Fremouw:
Onvermoeid propagandist voor de
zwemsport
Tussen Brandenburg en Amersfoort
lag 'een hel
Van badknecht tot bedrijfsleider
van l\et Sportfondsenbad
door prof. dr. G. van der Leeuw
Zaterdag 15 Mei 1948
3
Overste Zegers onderscheiden
Sprong in duister was
dood of vrijheid
OP de dag dat wij voor dc derde
keer onze herwonnen vrijheid hcr~
dachten, bevatte de Staatscourant het
bericht, dat het dc Koningin had be-
haagd. onze stadgenoot overste L.
Zegers. oud militair commandant van
dc B.S., te benoemen to Officier in dc
Orde van Oranje Nassau met de
'zwaarden.
Toen de vijand in Mei 1943 onze
officieren zo verraderlijk opriep meld
de Zegers zich te Ede. Hij werd met
honderden lotgenoten afacvocrd naar
Langwasscr bi) Neurenberg. 'Ze wer
den er ontvangen met een mitrailleur-
vuur van scheldwoorden en verwen
singen Jullievervloekte Hollander,
jullie hebt je erewoord als officier ge
broken."
Zodra dc gevangenen zijn geïnstól-
leerd veel comfort is er met en de
voeding is beneden peil beraamt
Zegers het plan om te ontvluchten. Hij
wil en zal en moet weg! Waarheen1
Naar de overkant, naar Enqcland. Het
is immers dc plicht van te der krijgsge
vangen officier om zich zo spoedig
mogelijk weer bij zijn onderdeel te
voegen.
Hij krijgt daar in het kf mp con
tact met een Yoegoslavisch vlie
ger-officier en samen zullen zij het
erop wagen. Maar als de plannen
vaster vorm aannemen en alle
voorbereidingen zijn getroffen om
een ontvluchtingspoging te wagen
komt er een lelijke streep door de
rekening. Het kamp wordt over
geplaatst naar Stanislau. Daar
werd dii-ect een „ontsnappings-
club" gevormd van enthousiaste
aspirant-uitbrekers. Tot drie keer
toe graven de officieren met ein
deloos geduld een onderaardse
gang, maar drie keer wordt de
gang ontdekt. Ontsnappen is on
mogelijk. Een half jaar verstrijkt.
Zegersjoopt zich te verbijten. Als
zijn groep naar Brandenburg bij
Berlijn wordt overgeplaatst, komt
er eindelijk een kans. Het trans
port heeft in drie groepen plaats.
Zegers is ingedeeld bij de tweede
ploeg. Honderden officieren zijn
bezeten door de eendere vrijheids
drang en uit het eerste transport
wordt eenvoudig massaal gedrost.
Na de grootscheepse ontsnappings
poging is de bewaking van de
tweede ploeg verdubbeld. Stuk
voor stuk worden de mannen on
derzocht op zagen, vijlen, breek
ijzers en treinsleutcls. Ieder, die
deze „Prüfung" doorstaan heeft,
wordt „eingesperrt" in een rij
school waar „das Militar" gedrild
wordt. De mannen lopen wat rond
in de manege en dan ontdekt
haantje de voorste, dat er ergens
in de wand een paar planken los
zitten. Er achter is een prachtig
schuilhok. Qnder de officieren zijn
heel wat gegadigden voor het hok.
Er kunnen er„ met wat gewring
en gepas vier in. Het lot beslist en
Zegers behoort tot de gelukkigen!
Als*ze er achter zitten worden de
planken er door de kameraden
weer voorgezet. Dan gaan de deu
ren open en worden de krijgsge
vangenen. uit de manege gedreven.
Nog een laatste gefluisterde groet
„Good luck, old chaps" en het
viertal is alleen. Niet lang, want
spoedig komen met veel lawaai,
geschreeuw^ en getier instructeurs
en ruiters binnen. Eindeloos duurt
dat rij-college! Eindelijk, klinkt
het „Schlusz ihr Schweine. Mojen
selbe Zeit" De vluchtelingen krui
pen uit hun hol. Het is donker in
de rijschool. De deur naar de weg
is gesloten met een zware ijzeren
balk. Ze slepen een springhek aan
en Zegers klinkt daar boven op.
De drie anderen houden het hek
vast. Rukken en sjorren en trek
ken. De balk begeeft het. Maar ip
het zelfde ogenblik verliest Zegers
zijn evenwicht. Hij valt. De balk
valt ook! En smakt neer" op de
voet van een van de kameraden.
De man kreupelt op een verschrik
kelijke manier. Maar ze moeten
verder.
Ze hebben twee adressen. Beslo
ten wordt dat de gewonde met zijn
vriend zullen proberen pm Stanis
lau te bereiken. Zegers en zijn
kameraad gaan naar de andere re
latie. Tachtig kilometer hebben ze
voor de boeg. Maar ze hebben nog
geen kilometer afgelegd of ze lo
pen bij een zijsteeg recht in de
armen van een Duitse patrouille.
„Hande hoch!" Boeien aan. „Los!"
Terug naar het kamp.
Toch gevlucht
De eersten die ze daar zien zijn
de twee collega's! Ze moeten nu
met het derde transport mee, dat
twee dagen later vertrekt. Zegers
sluit zich nu aan bij een zeeoffi
cier, Iesbrücker. Ze zijn van plan
om even voor Berlijn uit de rij
dende trein te springen en dan
willen ze naar de r.veedse lega
tie gaan. Daar moet een Hol
lander werken die „goed" is. Ein
deloos duurt de reis in de benauw
de goederenwagon, waar ze met
zijn veertigen in zijn gestopt.
Een volle week zijn de mannen
onderweg. Maar die week wordt
goed besteed. Er is in de wagon
een raampje, een soort van getra
lied luchtgat. Een van de mannen
heeft kans gezien een vijl mee te
smokkelen. Het geval wordt met
kennis van zaken gedemonteerd.
Bij de vele maar oppervlakkige
controles schijnt alles in de beste
orde. Ook wordt er aan de vci-
momming gewerkt. Dan komt hun
kans. Dichtbij Berlijn wordt de
trein langzaam tegen een helling
opgetrokken. De tralies worden cr
uit gerukt. Iesbrücker glijdt als
een aal naar buiten. Dan volgt
Zegers. Hij is wat gezetter en
wringt zich. er met moeite door.
Laat zich zakken op een buffer on
dan.... één, twee, drie in Gods
naam. Hij springtvliegt over
de kop en ligt een tel later even
als Iesbrücker in een droge sloot*
De wachtpost ziet wat er ge
beurd en werd geschreeuwd
en geschoten.... nja^r de trein
rijdt verder, blijkbaar zijn er in de
bewakingswagen geen remmen.
Ze springen over een sloot, klau
teren over een hek en verstoren
de idylle van een vrijend paartje.
De mannen hangen een koldërver-
haal op en vragen de weg naar
Berlijn. Ruim een uur lang lopen
zij door de schemering. De avond
valt vroeg in Januari. Het wordt
fris. Ze hebben geen cent op zak
en bijift geen eten. ^eder één
grauw brood, samen één blikje
vlees en een stuk of twintig siga
retten.
„Heil Hitier"
Als ze een uur hebben gelo
pen klampen ze een vriende
lijke juffrouw aan. Weer het
zelfde kolderverhaal. Ze zijn
Hollander, inderdaad. Vrijwil
lig in Duitslandsgekomen, als
arbeiders. „Wir sind Hollandi-
sche National Socialisten,
Fraulein". Zou Fraulein ge
negen zijn voor een paar-siga
retten wat klein geld te ge
ven? Een ogenblik van span
ningFraulein haalt haar
beursje te voorschijnIs
twee Mark genoeg? Dan ne
men ze afscheid met veel Heil
Hitiers. Vijf minuten later zit
ten ze in de tram, die naar
Groot Berlijn gaat. Het is
Zondagavond de Zweedse
legatie is gesloten.
In een soort van portiek temid
den van het puin duiken ze weg.
Slapen .beurtelings een uur, stap
pen wat rond om warm te worden,
dommelen weer in, schrikken wak
ker als cr een patrouille voorbij
koiVit, die de bouwvallen op puin-
rovers inspecteert. Eindelijk is het
morgen. Een grijze, nevelige Ja-
nuarimorgen. Op naar de legatie.
Ze ontmoeten er inderdaad de
„goede" Hollander. Het is een stu
dent uit Delft, ook al als slaaf
naar Duitsland gevoerd. Ze gooien
hun kaarten op tafel en de student
verschaft hun onderdak en voed
sel. Papieren? Nee, daar weet hij
niet aan te komen. Maar hij zal
zien, wat hij voor ze doen kan.
Twee dagen blijven de mannen op
hun onderduikadres. Dan komt de
student ze halen. Met dc tram
gaan ze naar een voorstad en stap
pen uit aan een klein station. Hier
komt een half uür later een trein
met Hollandse slaven aan, die la
ter, leeg, door gaat naar het Ber-
lijnse emplacement -en keert de
volgende morgen vol Wehrmacht
terug naar Holland. In die trein
"zijn enkele banken, waaronder een
bergplaats is. Je kunt de zittingen
optillen en daaronder is een soort
van smalle kist De mahnen maken
een kussentje van hun jas en dan
worden zij er ingeperst.
Zes pepermuntjes
Het grote avontuur is begonnen.
Ze zijn op weg naar Holland. Dont
kerte en dodelijke eenzaamheid.
Slapen is onmogelijk. De *iren ver
strijken. Zegers heeft in zijn borst
zak zes pepermuntjes, proviand
voor de hele tocht. Het wordt
avond, het wordt nacht. Hoop en
wanhoop, angst en moed, wisselen
elkaar af. Soms een droge snik,
soms een voyig gebed. Zes keer is
er die nacht contróle in de leger
trein Tegen de morgen loopt de
coupé vol. Soldaten! Dan vertrekt
de trein.
Hoe lang duurt deze hellevaart?
Ze weten het niet, ze kunnen niet
meer denken. Soms is er even een
gezegende bewusteloosheid. Einde
lijk: dc grens. Een eindeloos opont
houd.
De hitte en dc benauwdheid zU"
ondragelijk. Zegers is aan het ein
de van zUn krachten. Dit is niet
meer vol te houden. De aderen op
zUn voorhoofd zullen dadclük bar
sten hij zal dadelijk schreeu
wen en dan is het mis. Dan
wordt hü weer opgesloten, dan be
gint dc ellende van voren af aan.
Weer staat de trein stil: Amers
foort. Zijn woonplaats! Hier staat
zijn huis. hier wonen vrouw en
kind. En juist hier moet hU capitu
leren.
Een wonder
En wat nu gebeurt is eenvoudig
een wonder. De deur van het com
partiment wordt geopend en een
conducteur verzoekt de passagiers
zo vlug mogelijk over te stappen,
het compartiment is wcermachts-
coupc geworden. Mopperend en
kankerend verlaten de reizigers de
coupé. In één seconde heeft Ze
gers zich dan uit zijn doodkist ge-
VRIJE
WOORDEN
door
IR P. SCHUT
Pinksteren
Het feest van de uitstorting van
de Heilige Geest, dat is meer dan
het ontwaken tot nieuw leven wat
elke nieuwe lente inzet. Het is
voor ons mensen de jaarlijks weer
kerende aanmaning, dat we niet
alleen moeten leven, handelen,
denken maar dat we daarnaast,
daardoorheen, voortdurend bewust
moe.ten zijn
van de taak
als mens. Mul-
tatuli zei het
al: de roeping
van de mens is
„Mens te zijn"
en dagen als
Pinksteren eisen van ons, dat we
aan die roeping volle aandacht ge
ven.
Dit jaar is die roep wel buiten
gewoon dringend. Het Joodse volk
dat in de afgelopen 15 jaar onnoe
melijk veel geleden heeft, dat het
laatste jaar de hoop voelde opleven
eindelijk weer een land te kunnen
bewonen waar het een eigen te
huis kon scheppen of liever uit
bouwen, zal juist deze Pinksterda
gen, opnieuw op onmenselijke wij
ze vervolgd en belaagd, zelf zijn lot
in handen nemen en *de vestiging
van de Joodse staat proclameren.
De geest van menselijkheid en
recht eist van ons, dat wij die roep
verstaan ,dat we niet alleen besef
fen wat hier gaandw is, maar onze
krachten inspannen om het wereld
geweten wakker te schudden, op
dat de rechtvaardige verlangens
van het Joodse volk in vervulling
kunnen gaan. P. S.
wrongen. Hij tuimelt het perron
op, half bewusteloos.
Een spoorwegman is direct bereid
te helpen. Eerst geeft hij hem een
glas water. „Drink eens, man, je
ziet eruit of je zó het hoekie om
zult gaan". Dan neemt hij hem
mee, vlak voorbij de schildwacht.
Hij praat ongedwongen tegen Ze
gers, maakt een grapje tegen Hein-
rich en loodst hem veilig langs het
bermpad naar de B W.-laan. Het
is bij middernacht als ze in de
Huygcnslaan staan. Over het weer
zien zwijg ik. „Het was het mooi
ste moment van mijn leven" zegt
Overste Zegers „Regelrecht uit de
hel in je eigen huis te belanden".
(Slot volgt).
Kpnf TT Biermede vervolgen wy oarc
l U ge/ie artikelen over bekende en
onbekende personen uit ons aller
omgeving.
■BMBgamr—r- IT-.IL IH1
ze wel?
TOEN Huib Fremouw. nu bedrijfsleider van het Sportfond
senbad te Amersfoort, in de dertiger jaren naar zijn vader
land terugkeerde, stond één ding bij hem vast: dc zwemsport
in Amersfoort moest op een hoger plan komen. Hij had voor
zichzelf al dikwijls overwogen welke sport hem nu het naast aan
het hart lag. Voor dc voetbal- en paardensport was hij enthou
siast, maar het zwemmen Och je springt niet zonder doel te
water om kilometers te zwemmen tijdens militaire zwemfeesten
in Afrika. Bij het zwemmen moet ik mij maar houden, dacht
Fremouw. En, hij heeft goed gedacht.
Schoolzwemmen van
grote betekenis
TOCH is hij de weg gegaan
die alle zweminstructeurs
moeten gaan om de knepen
van het vak te leren verstaan.
Hij begon in Pesic's bad als
badknecht zijn loopbaan. Daar
moedigde zijn forse stem de
gegadigden voor een zwemdi
ploma aan. Daar klonk het
„voor, zijwaarts, spreiden,
sluit" en wat er meer nodig is
om de adspirant-zw;emmer voor
^rdrinking te behoeden.
In verscheidene andere open-
luchtbaden, o.a. Nijkerk, heeft
deze ijverige propagandist voor de
zwemsport gewerkt. Maar hij bleef
met de anderen overtuigend strij
den voor de vestiging van een
overdekt zwembad te Amersfoort.
Intussen liet Huib geen gelegen-
\\l ANNEER we op van die broeie
rige voorzomerdagen door de
natuur zwerven, komen we ze vaak
tegen, de slangen. Vooral wanneer
het zo warm is dat een fatsoenlijk
mens er bij dreigt te smelten, ziin
ze in hen element: dan koesteren ze
hun kille lichamen in de stralen
van de zon, en zijn levendig en be-
wcegclijk. Maar wanneer het koud
worat zoeken we ze vergeefs, dan
zitten ze weggedoken in hun schuil
plaatsen onder een boomstronk, een
heipol of in een hol in de grond.
Er gaat iets onuitsprekelijk grie
zeligs uit van slangen, het snelle
kronkelen, het koude glibberige van
hun lichamen, het maakt dat de
slang in een slecht blaadje staat, en
het symbool 'werd van gluipeng-
h<fid. Toch is dit niet eerlijk want
behalve dat één soort in ons land
als gifslang een gevaar kan zijn voor
de mens, is er eigenlijk niets dan
goed te vertellen. Ze verdelgen mui
zen. slakken en Insecten, en dat is
toch een goed werk Het is dan ook
kortzichtig van veel mensen om
iedere slang die hun pad kruist dood
te slaan. De angst vindt zijn oor
zaak voornamelijk in dc giftigheid
van die ene slangensoort. En ik ge
loof eigenlijk dat die angst een res
tant uit de oertijd is. toen de mens
nog vele vijanden had, en zich daar
voor in acht moest nemen. De laat
ste natuurlijke vijand van de mens.
de adder, is overigens niet eens
erg gevaarlijk. Alleen in woeste
heistreken kunnen we hem treffen,
en die/landschappen zijn et in Ne.
derland niet veel. Alleen in Drente
is de adder nog algemeen.
T-TET is dus al een 'zeldzaamheid
x x wanneer we een adder ontmoe.
ten. Nog zeldzamer wordt die kans
omdat het nachtdieren zijn, die al
leen bij heel warm weer ook over
dag op pad zijn. Maar dan is het
ook werkelijk uitkijken. Wel is waar
zullen ze niet makkelijk door uw
schoen heen bijten, maar een kous
of sok is geen bezwaar He* is dus
het beste om met warm weer maar
niet met blote voeten door de hei
te lopen, en niet te gaan zitten zon.
der vooraf goed te hebben gekeken
of er een adder ligt.
Wanneer iemand gebeten wordt,
en de hele inhoud van de gifklieren
in de wond loopt, dan moet er vlug
worden ingegrepen, om erge dingen
te voorkomen. De wond moet met
een mes groter gemaakt, en iemand
die geen wondjes-in de mond heeft
moet de wond uitzuigen, en het gif
snel uitspuwen Eigenlijk moet de
wond dan nog uitgebrand ook. maar
dat kan beter aan een dokter wor
den overgelaten. Zon adderbect is
geen pretje, en de eerste en geluk
kig enige keer dat ik het meemaak
te, dat een van mijn tochtgenoten
in een Drents veen een adderbcet
kreeg, heb ik het dan ook danig
benauwd gehad, vooral ook al omdat
we uren van een dokter verwijderd
waren.
Het was nog al wel zo'n bijzondere
dag geweest, want 's morgens hadden
we jonge adders gevonden, die nog
maar zo kort uit het ei waren, dat
de leerachtige doppen nog niet eens
verdroogd waren. De adder legt de
eieren even voor de jongen eruit
zullen kruipen.
pT EN adder is makkelijk te" her-
kennen aan zijn driehoekige kop
waarop een figuur is getekend in de
vorm van een X en aan dc donkere
zigzaglijn over de hele rug.
Een andere slang die we evenals
de adder zeldzaam aantreffen, is de
gladde alapg, dj.e in tegenstelling
tot de adder een dagdier is. Ook dit
is een bijterige sinjeur, maar zijn
beet is niet giftig Hij mist dc zig-
zagtckenine en heeft daarvoor in de
plaats een lijn.van stippén over de
hele rug, en een onduidelijke kop-
tekening.
Heel algemeen in het land is de
ringslang, die we direct van de ad
der en de gladde slang herkennen
aan een gele ring vlak onder de kop.
Die ringslang woont overal waar
maar kikkers en hagedissen te vin
den zijn We kunnen hem aantreffen
in heipoeltjes op de Veluwe en in
kleistreken, en eenmaal ontmoette
ik er een bij het zwemmen in de
Rijn.
Ook de ringslang ziet er griezelig
genoeg uit en evenals de andere
slangen maakt hij die angstaanja
gende beweging met dt gespleten
tong, waarvan veel mensen al den.
ken dat hij bijten wil. Dit is niet zo,,
eigenlijk is die tong niet anders dan
een tastorgaan.
doet goed op Uw wandeltochten
de slangen m de gaten t,e houden.
Wees er vooral niet overdreven bang
voor, maar let op hete dagen op de
adders.
Han Alta
heid voorbijgaan om zich in zijn
vak te bekwamen, 's WinteA was
hij te vinden in de grote baden te
Amsterdam en Utrecht &n trainde
daar de in clubs georganiseerde
zwemmers én zwemsters.
Toen kwam voor Amersfoort de"
grote gebeurtenis. Aan do Bis-
schopsweg verrees het overdekte
Sportfondsenbad."
Groei
Fremouw begon zijn werkzaam
heden in dit bad als tweede in
structeur en hij kon zich volledig
ontplooien. Van een overweldigen
de belangstelling voor dit nieuwe
zwembad was beslist geen sprake.
Toch tj:ok de bevolking en vooral
de jeugd van Amersfoort meer cn
meer naar het „Sport". Van 1200
bezoekers per week kwam men nu
op 5000. Het kan nog altijd beter,
verzekerde Fremouw ons. Eén ge
beurtenis in onze strijd voor de
verbreiding van de zwemsport
schonk ons grote voldoening; de
definitieve invoering na de bevrij
ding van hét schoolzwemmen. Tien
jaar lang is er geijverd voor het
schoolzwemmen. In deze actie had
vooral de heer J. A. C. Spoel een
belangrijk aandeel. Nu verwerven
jaarlijks ongeveer vierhonderd
schoolkinderen een zwemdiploma.
Het onderwijzend personeel is even
enthousiast als de schooljeugd. Ook
zij volgen een» zwemcursus waar
door het mogelijk is, dat de leiders
van "schoolreisjes, indien zich een
ongeval te water zou voordoen,
handelend kunnen optreden.
Als U Huib Fremouw wilt
spreken, wel, ga dan naar het
Sportfondsenbad. Thuis zult u
deze werkzame mens weinig
treffen. Hij leeft voor zijn bad»
en het is evenzo gesteld met
het overige personeel.
Dankbaar werk
Op een schoolzwemuur* zijn wij
in het bad. Van het kantoortje uit
kijken wij op het spiegelgladde
water. Uit de kleedhokjes klinken
vrolijke kinderstemmen. Ditmaal
zijn de .meisjes aan de beurt. De
eerste hokjes gaan open en «ven
later verdringen y.ij zich onder de
douche. Dan brengt Huib de me
gafoon naar zijn mond en boven
al het geroezemoes en geschetter
van de kinderen klinkt zijn stem
uit. Een groepje meisjes werkt al
aan het B-diploma. Met een sier
lijke boog duiken de meisjes het
water in. Frenufüw verzamelt zijn
leerlingen, geeft aanwijzingen die
wonderlijk snel worden opgevolgd.
Oh, zij willen zo graag de zwem
kunst machtig worden. En niet al
leen de kinderen die volkomen ge
zond zijn. Ook de lichamelijk mis-
deelden worden in het zwemonder-
richt betrokken. Er is geen tweede
sport, die zo geschikt is voor kin
deren met een lichaamsgebrek.
Met grote liefde wijden Fremouw
en de andere instructeurs zich in
het bijzonder aan deze taak. Wat
moet het meisje, die door verlam
ming haar beide armen niet kan
DE TOEKOMST is nog steeds aan dc
jeugd cn dc jeugd zal steeds vertrouw
der geraken mot dc auto. Op dc ten
toonstelling ..British Industries Fair" te
Londen werd Peter Wood gelukkig ge
maakt met deze gestroomlijnde kinder
auto van Lines BrosLtd; de prijs be
draagt S Engelse ponden, d.w.z. plus
minus f 50,—t
HET Pinksterfeest is niet bizon
der populair. Zeker, als De
Bilt meewerkt, is het een heerlijke
gelegenheid om naar buiten te
gaan en' te genieten van de eerste
volle zomer samen met de frisheid
en de jeugd van een nog niet
voorbije lente. Maar de Pinkster
gedachte is daar maar weinig bij
betrokken. Zeker,- het is met het
Pinksterfeest niet zo miserabel ge
steld als met de Hemelvaartsdag,
die ook voor bjede scharen van
het kerkvolk zijn geestelijke bete
kenis verloor. Op Pinksteren gaan
de kerkmensen nog naar de kerk.
Maar juist datgene ontbreekt wat
Kerstmis en in mindere mate
Pasen, hoezeer ook beide verwe
reldlijkt. toch nog een enigszins
geestelijke plaats geeft in het
openbare leven v
Zeker, het Kerstgroen in de eta
lages, de kerstbomen in de café's,
de Paaseieren en de half heidense,
maar zeer ten dele serieuze sym
boliek van het herrijzend natuur
leven betekenen bitter weinig ver
geleken met de ontzaglijke ernst
van de bijbelse oorsprong van die
feesten. Toch moeten wij het feit
niet onderschatten, dat op Pasen
velen en met Kerstmis vrijwel
iedereen toch nog een begrip heeft,
hoe flauw ook, dat het bij deze
feesten om iets geestelijks gaat.
Op Kerstmis mompelt ook de meest
verharde wéreldling nog iets van
vrede, al is het alleen maar om
bitter te constateren, dat er nog
niet veel van terechtkomt. En op
Pasen herinneren velen zich nog
wel die Goede Vrijdagfiguur van
den Lijder, al was het alleen maar
om er een symbool in te zien ,van
het lijden van de mensheid.
MET Pinksteren is er eigenlijk
niets tastbaars en de dominees
klagen, dat het dan zo- moeilijk
preken is. De Heilige Geest is een
vreemde gast, die niemand ooit
gezien heeft en van wiens wer
king wij in deze wereld bedroefd
weinig merken. Er was eens een
oude predikant, die op Pinksteren
klaagde, dat er van de Heilige
Geest onder ons weinig of niets te
bespeuren was. Hij eindigde: als
een echte dominee zou ik nu ten
slotte moeten zeggen, dat he* toch
allemaal zo erg niet is en op de
gebruikelijke wijze met Halleluja!
Amen moet sluiten. Maar het is
wèl erg, en daarom sluit ik met
Helaas! Dat is een gezonde basis
voor een poging om het Pinkster
feest zijn plaats in het openbare
leven terug te geven: beginnen te
erkennen, dpt het die niet heeft.
Maar <fan zien wij verder. En
wij vinden dan toch maar het
Pinksterwonder. U weet wel, dat
is die merkwaardige geschiedenis,
dat Joden van zeer verschillende
herkomst en taal elkander eens
klaps verstonden en begrepen.
Ieder hoorde de apostelen spreken
in zijn eigen taal. Ik wil niet
trachten'dit wonder te verklaren.
Ik wil alleen maar vragen of het
óns ook iets te zeggen heeft. En
mij dunkt, dat is zeker het geval.
DE veeltalligheid is sedert de
torenbouw van Babel een van
de allergrootste rampen van de
mensheid. Ik bedoel niet het feit,
aat de een Nederlands spreekt en
de ander Engels of Frans. Dat kan
lastig zijn, maar het is ook een
grote rijkdom. Want elke taal staat
voor een eigen beschaving, een
eigen type van menselijkheid. De
fatale veeltaligheid ligt ergens an
ders.
Ook al spreken wij dezelfde
taal, al te vaak kunnen wij elkan
der in de verste verte niet be
grijpen. Het is heel prettig discus
sieren in eigen kring, onder men
sen, die van dezelfde vooronder
stellingen uitgaan. Maar komen
wij daar even buiten, dan is het
hopeloos mis en hebben wij soms
de indruk, dat wij met mensen
van een andere planeet praten,
en zij zullen ongetwijfeld .een
soortgelijke indurk hebben. Wat
is het niet moeilijk bijvoorbeeld
voor een B-mens om een A-mens
ie verstaan, ^n omgekeerd. Een
chemicus, met wie men over phi
losophic begint, zit met grote ver
wonderde, zelfs achterdochtige
ogen te kijken. Wat komt er te
recht van een discussie tussen een
man van weentschap en 'n kunste-
De veeltaligheid is sedert de
torenbouw van Babel een van
de allergrootste rampen van
de mensheid. Een van de
allermoeilijkste taalproblemen
is het religieuze. Het Pink
sterwonder betekent de op
heffing van de taaimoeilijk
heid.
geleken met de ontzaglijke moei
lijkheden van een vertaling van
academisch in huis-, tuin- of keu
ken-Nederlands.
Een zeer smartelijk geval van
spraakverwarring is ook het ver
schil in uitdrukkingswijze tussen
jong eh oud. Een gedachtewisse
ling in begrippen, die ongeveer
dertig jaar uit elkaar liggen, loopt
'maar al te vaak uit op wederzijds
schouderophalen. Ze willen me
niet begrijpen, denkt de jongere,
bitter. Die aap van een jongen kan
mij nog niet begrijpen, denkt de
r.aar? En hier gaat het 'dan'nög '°ude'If mismoedig en.hoogmoe-
dig. En beiden trekken zich in
om mensen van min of meer gelijk
levenspeil en van een min of meer
gelijkwaardige schoolopleiding.
Veel erger wordt het zodra men
probeert te spreken met mensen
van andere geestelijke herkomst.
Wij weten allen hoe ontzettend
moeilijk 't is te praten met iemand,
die weinig ontwikkeling bezit,
moeilijker nog dan met iemand,
die er helemaal geen heeft. En
wanneer wij zo iemand niet met
stadhuiswoorden en machtspreu
ken willen doodslaan en voor goed
van ons vervreemdep, is eindeloos
geduld aan belde zijden noodzake
lijk en een hardnekkige poging'
om alles zo goed mogelijk te ver
hun ivoren toren*terug.
EEN van de allermoeilijkste
taalproblemen is het religieuze.
In de kerk wordt een taal gespro
ken, die de buitenkerkelijken in
het geheel niet, de kerkdijken
goeddeels maar drie kwart of half
verstaan. Is men er eenmaal aan
gewend, dan kan men het natuur- ritus, die nieuw leven schept en
lijk ook zonder verstaan doen. Het mensenzielen zo openbreekt, dat
is altijd prettig Jpekende klanken zij doorzichtig liggen in Gods zon-
te horen. De buitenkerkelijke wel- neschijn, dat de- misverstanden op-
iswaar heeft daar niet veel aan. houden en ieder in eigen taal de
Er wordt In de kerk te weinig aan grotet daend Gods hoort en de
gedacht, dat ieder iri zijn eigen ander kan verkondigen? Zo gezien
taal de grote werken Gods behoort is het Pinksterfeest het feest van
vele van de kerkelijke termen zijn
volstrekt onvervangbaar. Maar el
ke preek, elk gesprek moet een
worsteling zijn om te vertalen, om
de eeuwige dingen zó te zeggen,
dat ze in de tijd kunnen worden
verstaan. Evangelieverkondiging is
vertolking, talen spreken.
Zo is er nog velerlei terrein,
waarop wij het gemis aan een evi
dent Pinksterwonder kunnen be
treuren. De wereld is in twee
kampen verdeeld Wanneer wij de
taal van het andere kamp lezen,
ergeren wij ons en begrijpen niet
hoe mensen zo iets zeggen kunnen.
En wij schreeuwen £n.ze veront
waardiging uit. In het andere
kam? doet men precies hetzelfde.
En wij zijn als twee doven, die el
kander uitschelden, maar niet ver
staan. Nederlanders en Indone
siërs winden zich aan weerskanten
op over wat de andere partij doet
en zegt. Die Indonesiërs spreken
en verstaan in de regel voortref
felijk Nederlands. Maar van weers
kanten verstaat men elkander niet
cn hoort men elkander soms nau
welijks.
Pinksterwonder betekent
opheffing van de taalmoei-
l'.jkheid. Onze eigen geestdrift is
be^t, maar zij kan niet dqor de
muren dringen. Zij zet de harten
een ogenblik in vlam, maar dooft
snel weer uit. Zouden wij kunnen
geloven, dat het in deze wereld om
Gods Geest gaat, de Creator Spi-
H2T
de
te horen verkondigen. Niet, dat de het wonder bij uitnemendheid, van
talen. Vertalen in het Frans of fcerk haar eigen taal moet afschaf- goddelijk leven in een menselijke,
Engels is heus niet moeilijk ver- fen. Die is een kostbaar bezit en al te menselijke wereld.
Huib in tenue.
gebruiken, een grote vreugde bele
ven, als ze, op-haar-rug-zwem-
mend, door het water schiet. De
vreugde blijft niet tot, haar be
perkt. Ook de leraren voelen zich
gelukkig dit haast wonderlijke re
sultaat te kunngn bereiken. Het
vergt van de leraar groot uithou
dingsvermogen, maar het resul
taat is er dan ook naar.
Voor iedereen
De zwemsport, het is in de ruim
tien jaren Sportfondsenbad wel ge
bleken, kan door iedereen worden
beoefend. Doófstommen eri blinden
leerden zwemmen en het is geen
uitzondering als een „opa" van 68
jaar zijn diploma behaalt.
Even voor twaalf uur gaat do
bel. De meisjes duiken nog gauw
even onder, maar onverbiddelijk
wijst de badmeester naar dé kleed-
hokjes. De golfslag in het bad ebt
weg. Het werk is nq£ niet gedaan.
Reeds haast één van Amersfoorts
beste zwemsters zich naar haar
kleedhokje. Het is Ina de Gans. Zij
slaat geen middag over om te trai
nen. Het is Huib Fremouw, die
haar tempo opvoert en aanwijzin
gen geeft, maar zo zegt hij ons
„ik blijf mijn devies getrouw:
„het gaat niet om records maar
om dc spQrt."
Pinksterfeest
JTi E kinderen, die kunnen het
begrijpen Die vinden het
heet gewoon, dat er machtige
dingen gebeuren. Die begrijpen,
dat In deze wereld, waar verkil
ling en verstijving het leven
naar de dood toe drukken, dot
leven van dc Schepper zich door
alles heenbreekt Die kunnen
het begrijpen, dat waar dc men.
sen neerzitten en treuren, de
Redder der mensen eerst de
Trooster zendt.
Maar wij grote mensen begrij
pen dat zo moeilijk. We hebben
zoveel surrogaat geslikt, dat we
aan het echte niet meer wennen
kunnen. We hebben zoveel gees
telijke dingen en bewegingen ge
zien, dat het elementaire, dat op
Pinksteren laait en stormtons
niet geestelijk genoeg meer Is.
We hebben zo vaak het bedrog
ook het vrome bedrog, moeten
doorzien, dat we cynischen
sceptisch zijn tegenover al, waL
over ons wil komen, cn in een
laatste kramp trachten, ons vast
te klemmen aan wat'uit onszelf.
Zó gaaf een drenkeling te
gronde, die de dunne redjings-
lijn zoveel onbetrouwbaarder
vindt dan het dikke stuk hout,
dat hijzelf heeft weten te be:
machtigen.
Maar dc grote mensen ten
spijt, die hun wijze hoofden
schudden, gaat Gods Geest door
de wereld waaien. Krijgen Gods
geplaagde en verloren kinderen
de blijdschap weer in hun oog
en het leven weer voorde borst.
Daar komt heel dit vcrzondlgde
zijn in het klare licht te staan
van het oordcel Gods. Daar
komt Godj verwinnende liefde
oplaaien in levend-dode harten.
Daar begint de triumfantc loop
van het Evangelie van Jezus
Christus door dc wereld heen,
onder vromen en vreemden.
De kipderen kunnen het be
grijpen En o God, als we niets
meer begrijpen van ons eigen
wilde leven en dc vreemde kille
dood, van ons eigen donkere
willen Cn dc doem van onver
zoende schuld,
geef, dat we oh kinderen mo
gen komen cn kijken naar de
storm van Uw -onstuimige liefde,
en doorglocid worden met dc
vlam van Uw ll9lliec Geest, Ja
geef, dat de vreemde verwarring,
waardoor we elkaar niet meer
verstaan, wegvallc, cn we allen
de boodschap beluisteren in de
eigen taal Geef in dc eenzaam-
heid Uw Kerk, in de duisternis
Uw Evangelie, in de zinneloze
gelatenheid Uw machtige Wil.
Venl Creator Spiritus. Kom,
Schepper Geest
C. M. v. ENDT.