Moedig Nederlander was de Duitsers te slim af Slangen op kfei en in hei Huib Fremouw: Onvermoeid propagandist voor de zwemsport Tussen Brandenburg en Amersfoort lag 'een hel Van badknecht tot bedrijfsleider van l\et Sportfondsenbad door prof. dr. G. van der Leeuw Zaterdag 15 Mei 1948 3 Overste Zegers onderscheiden Sprong in duister was dood of vrijheid OP de dag dat wij voor dc derde keer onze herwonnen vrijheid hcr~ dachten, bevatte de Staatscourant het bericht, dat het dc Koningin had be- haagd. onze stadgenoot overste L. Zegers. oud militair commandant van dc B.S., te benoemen to Officier in dc Orde van Oranje Nassau met de 'zwaarden. Toen de vijand in Mei 1943 onze officieren zo verraderlijk opriep meld de Zegers zich te Ede. Hij werd met honderden lotgenoten afacvocrd naar Langwasscr bi) Neurenberg. 'Ze wer den er ontvangen met een mitrailleur- vuur van scheldwoorden en verwen singen Jullievervloekte Hollander, jullie hebt je erewoord als officier ge broken." Zodra dc gevangenen zijn geïnstól- leerd veel comfort is er met en de voeding is beneden peil beraamt Zegers het plan om te ontvluchten. Hij wil en zal en moet weg! Waarheen1 Naar de overkant, naar Enqcland. Het is immers dc plicht van te der krijgsge vangen officier om zich zo spoedig mogelijk weer bij zijn onderdeel te voegen. Hij krijgt daar in het kf mp con tact met een Yoegoslavisch vlie ger-officier en samen zullen zij het erop wagen. Maar als de plannen vaster vorm aannemen en alle voorbereidingen zijn getroffen om een ontvluchtingspoging te wagen komt er een lelijke streep door de rekening. Het kamp wordt over geplaatst naar Stanislau. Daar werd dii-ect een „ontsnappings- club" gevormd van enthousiaste aspirant-uitbrekers. Tot drie keer toe graven de officieren met ein deloos geduld een onderaardse gang, maar drie keer wordt de gang ontdekt. Ontsnappen is on mogelijk. Een half jaar verstrijkt. Zegersjoopt zich te verbijten. Als zijn groep naar Brandenburg bij Berlijn wordt overgeplaatst, komt er eindelijk een kans. Het trans port heeft in drie groepen plaats. Zegers is ingedeeld bij de tweede ploeg. Honderden officieren zijn bezeten door de eendere vrijheids drang en uit het eerste transport wordt eenvoudig massaal gedrost. Na de grootscheepse ontsnappings poging is de bewaking van de tweede ploeg verdubbeld. Stuk voor stuk worden de mannen on derzocht op zagen, vijlen, breek ijzers en treinsleutcls. Ieder, die deze „Prüfung" doorstaan heeft, wordt „eingesperrt" in een rij school waar „das Militar" gedrild wordt. De mannen lopen wat rond in de manege en dan ontdekt haantje de voorste, dat er ergens in de wand een paar planken los zitten. Er achter is een prachtig schuilhok. Qnder de officieren zijn heel wat gegadigden voor het hok. Er kunnen er„ met wat gewring en gepas vier in. Het lot beslist en Zegers behoort tot de gelukkigen! Als*ze er achter zitten worden de planken er door de kameraden weer voorgezet. Dan gaan de deu ren open en worden de krijgsge vangenen. uit de manege gedreven. Nog een laatste gefluisterde groet „Good luck, old chaps" en het viertal is alleen. Niet lang, want spoedig komen met veel lawaai, geschreeuw^ en getier instructeurs en ruiters binnen. Eindeloos duurt dat rij-college! Eindelijk, klinkt het „Schlusz ihr Schweine. Mojen selbe Zeit" De vluchtelingen krui pen uit hun hol. Het is donker in de rijschool. De deur naar de weg is gesloten met een zware ijzeren balk. Ze slepen een springhek aan en Zegers klinkt daar boven op. De drie anderen houden het hek vast. Rukken en sjorren en trek ken. De balk begeeft het. Maar ip het zelfde ogenblik verliest Zegers zijn evenwicht. Hij valt. De balk valt ook! En smakt neer" op de voet van een van de kameraden. De man kreupelt op een verschrik kelijke manier. Maar ze moeten verder. Ze hebben twee adressen. Beslo ten wordt dat de gewonde met zijn vriend zullen proberen pm Stanis lau te bereiken. Zegers en zijn kameraad gaan naar de andere re latie. Tachtig kilometer hebben ze voor de boeg. Maar ze hebben nog geen kilometer afgelegd of ze lo pen bij een zijsteeg recht in de armen van een Duitse patrouille. „Hande hoch!" Boeien aan. „Los!" Terug naar het kamp. Toch gevlucht De eersten die ze daar zien zijn de twee collega's! Ze moeten nu met het derde transport mee, dat twee dagen later vertrekt. Zegers sluit zich nu aan bij een zeeoffi cier, Iesbrücker. Ze zijn van plan om even voor Berlijn uit de rij dende trein te springen en dan willen ze naar de r.veedse lega tie gaan. Daar moet een Hol lander werken die „goed" is. Ein deloos duurt de reis in de benauw de goederenwagon, waar ze met zijn veertigen in zijn gestopt. Een volle week zijn de mannen onderweg. Maar die week wordt goed besteed. Er is in de wagon een raampje, een soort van getra lied luchtgat. Een van de mannen heeft kans gezien een vijl mee te smokkelen. Het geval wordt met kennis van zaken gedemonteerd. Bij de vele maar oppervlakkige controles schijnt alles in de beste orde. Ook wordt er aan de vci- momming gewerkt. Dan komt hun kans. Dichtbij Berlijn wordt de trein langzaam tegen een helling opgetrokken. De tralies worden cr uit gerukt. Iesbrücker glijdt als een aal naar buiten. Dan volgt Zegers. Hij is wat gezetter en wringt zich. er met moeite door. Laat zich zakken op een buffer on dan.... één, twee, drie in Gods naam. Hij springtvliegt over de kop en ligt een tel later even als Iesbrücker in een droge sloot* De wachtpost ziet wat er ge beurd en werd geschreeuwd en geschoten.... nja^r de trein rijdt verder, blijkbaar zijn er in de bewakingswagen geen remmen. Ze springen over een sloot, klau teren over een hek en verstoren de idylle van een vrijend paartje. De mannen hangen een koldërver- haal op en vragen de weg naar Berlijn. Ruim een uur lang lopen zij door de schemering. De avond valt vroeg in Januari. Het wordt fris. Ze hebben geen cent op zak en bijift geen eten. ^eder één grauw brood, samen één blikje vlees en een stuk of twintig siga retten. „Heil Hitier" Als ze een uur hebben gelo pen klampen ze een vriende lijke juffrouw aan. Weer het zelfde kolderverhaal. Ze zijn Hollander, inderdaad. Vrijwil lig in Duitslandsgekomen, als arbeiders. „Wir sind Hollandi- sche National Socialisten, Fraulein". Zou Fraulein ge negen zijn voor een paar-siga retten wat klein geld te ge ven? Een ogenblik van span ningFraulein haalt haar beursje te voorschijnIs twee Mark genoeg? Dan ne men ze afscheid met veel Heil Hitiers. Vijf minuten later zit ten ze in de tram, die naar Groot Berlijn gaat. Het is Zondagavond de Zweedse legatie is gesloten. In een soort van portiek temid den van het puin duiken ze weg. Slapen .beurtelings een uur, stap pen wat rond om warm te worden, dommelen weer in, schrikken wak ker als cr een patrouille voorbij koiVit, die de bouwvallen op puin- rovers inspecteert. Eindelijk is het morgen. Een grijze, nevelige Ja- nuarimorgen. Op naar de legatie. Ze ontmoeten er inderdaad de „goede" Hollander. Het is een stu dent uit Delft, ook al als slaaf naar Duitsland gevoerd. Ze gooien hun kaarten op tafel en de student verschaft hun onderdak en voed sel. Papieren? Nee, daar weet hij niet aan te komen. Maar hij zal zien, wat hij voor ze doen kan. Twee dagen blijven de mannen op hun onderduikadres. Dan komt de student ze halen. Met dc tram gaan ze naar een voorstad en stap pen uit aan een klein station. Hier komt een half uür later een trein met Hollandse slaven aan, die la ter, leeg, door gaat naar het Ber- lijnse emplacement -en keert de volgende morgen vol Wehrmacht terug naar Holland. In die trein "zijn enkele banken, waaronder een bergplaats is. Je kunt de zittingen optillen en daaronder is een soort van smalle kist De mahnen maken een kussentje van hun jas en dan worden zij er ingeperst. Zes pepermuntjes Het grote avontuur is begonnen. Ze zijn op weg naar Holland. Dont kerte en dodelijke eenzaamheid. Slapen is onmogelijk. De *iren ver strijken. Zegers heeft in zijn borst zak zes pepermuntjes, proviand voor de hele tocht. Het wordt avond, het wordt nacht. Hoop en wanhoop, angst en moed, wisselen elkaar af. Soms een droge snik, soms een voyig gebed. Zes keer is er die nacht contróle in de leger trein Tegen de morgen loopt de coupé vol. Soldaten! Dan vertrekt de trein. Hoe lang duurt deze hellevaart? Ze weten het niet, ze kunnen niet meer denken. Soms is er even een gezegende bewusteloosheid. Einde lijk: dc grens. Een eindeloos opont houd. De hitte en dc benauwdheid zU" ondragelijk. Zegers is aan het ein de van zUn krachten. Dit is niet meer vol te houden. De aderen op zUn voorhoofd zullen dadclük bar sten hij zal dadelijk schreeu wen en dan is het mis. Dan wordt hü weer opgesloten, dan be gint dc ellende van voren af aan. Weer staat de trein stil: Amers foort. Zijn woonplaats! Hier staat zijn huis. hier wonen vrouw en kind. En juist hier moet hU capitu leren. Een wonder En wat nu gebeurt is eenvoudig een wonder. De deur van het com partiment wordt geopend en een conducteur verzoekt de passagiers zo vlug mogelijk over te stappen, het compartiment is wcermachts- coupc geworden. Mopperend en kankerend verlaten de reizigers de coupé. In één seconde heeft Ze gers zich dan uit zijn doodkist ge- VRIJE WOORDEN door IR P. SCHUT Pinksteren Het feest van de uitstorting van de Heilige Geest, dat is meer dan het ontwaken tot nieuw leven wat elke nieuwe lente inzet. Het is voor ons mensen de jaarlijks weer kerende aanmaning, dat we niet alleen moeten leven, handelen, denken maar dat we daarnaast, daardoorheen, voortdurend bewust moe.ten zijn van de taak als mens. Mul- tatuli zei het al: de roeping van de mens is „Mens te zijn" en dagen als Pinksteren eisen van ons, dat we aan die roeping volle aandacht ge ven. Dit jaar is die roep wel buiten gewoon dringend. Het Joodse volk dat in de afgelopen 15 jaar onnoe melijk veel geleden heeft, dat het laatste jaar de hoop voelde opleven eindelijk weer een land te kunnen bewonen waar het een eigen te huis kon scheppen of liever uit bouwen, zal juist deze Pinksterda gen, opnieuw op onmenselijke wij ze vervolgd en belaagd, zelf zijn lot in handen nemen en *de vestiging van de Joodse staat proclameren. De geest van menselijkheid en recht eist van ons, dat wij die roep verstaan ,dat we niet alleen besef fen wat hier gaandw is, maar onze krachten inspannen om het wereld geweten wakker te schudden, op dat de rechtvaardige verlangens van het Joodse volk in vervulling kunnen gaan. P. S. wrongen. Hij tuimelt het perron op, half bewusteloos. Een spoorwegman is direct bereid te helpen. Eerst geeft hij hem een glas water. „Drink eens, man, je ziet eruit of je zó het hoekie om zult gaan". Dan neemt hij hem mee, vlak voorbij de schildwacht. Hij praat ongedwongen tegen Ze gers, maakt een grapje tegen Hein- rich en loodst hem veilig langs het bermpad naar de B W.-laan. Het is bij middernacht als ze in de Huygcnslaan staan. Over het weer zien zwijg ik. „Het was het mooi ste moment van mijn leven" zegt Overste Zegers „Regelrecht uit de hel in je eigen huis te belanden". (Slot volgt). Kpnf TT Biermede vervolgen wy oarc l U ge/ie artikelen over bekende en onbekende personen uit ons aller omgeving. ■BMBgamr—r- IT-.IL IH1 ze wel? TOEN Huib Fremouw. nu bedrijfsleider van het Sportfond senbad te Amersfoort, in de dertiger jaren naar zijn vader land terugkeerde, stond één ding bij hem vast: dc zwemsport in Amersfoort moest op een hoger plan komen. Hij had voor zichzelf al dikwijls overwogen welke sport hem nu het naast aan het hart lag. Voor dc voetbal- en paardensport was hij enthou siast, maar het zwemmen Och je springt niet zonder doel te water om kilometers te zwemmen tijdens militaire zwemfeesten in Afrika. Bij het zwemmen moet ik mij maar houden, dacht Fremouw. En, hij heeft goed gedacht. Schoolzwemmen van grote betekenis TOCH is hij de weg gegaan die alle zweminstructeurs moeten gaan om de knepen van het vak te leren verstaan. Hij begon in Pesic's bad als badknecht zijn loopbaan. Daar moedigde zijn forse stem de gegadigden voor een zwemdi ploma aan. Daar klonk het „voor, zijwaarts, spreiden, sluit" en wat er meer nodig is om de adspirant-zw;emmer voor ^rdrinking te behoeden. In verscheidene andere open- luchtbaden, o.a. Nijkerk, heeft deze ijverige propagandist voor de zwemsport gewerkt. Maar hij bleef met de anderen overtuigend strij den voor de vestiging van een overdekt zwembad te Amersfoort. Intussen liet Huib geen gelegen- \\l ANNEER we op van die broeie rige voorzomerdagen door de natuur zwerven, komen we ze vaak tegen, de slangen. Vooral wanneer het zo warm is dat een fatsoenlijk mens er bij dreigt te smelten, ziin ze in hen element: dan koesteren ze hun kille lichamen in de stralen van de zon, en zijn levendig en be- wcegclijk. Maar wanneer het koud worat zoeken we ze vergeefs, dan zitten ze weggedoken in hun schuil plaatsen onder een boomstronk, een heipol of in een hol in de grond. Er gaat iets onuitsprekelijk grie zeligs uit van slangen, het snelle kronkelen, het koude glibberige van hun lichamen, het maakt dat de slang in een slecht blaadje staat, en het symbool 'werd van gluipeng- h<fid. Toch is dit niet eerlijk want behalve dat één soort in ons land als gifslang een gevaar kan zijn voor de mens, is er eigenlijk niets dan goed te vertellen. Ze verdelgen mui zen. slakken en Insecten, en dat is toch een goed werk Het is dan ook kortzichtig van veel mensen om iedere slang die hun pad kruist dood te slaan. De angst vindt zijn oor zaak voornamelijk in dc giftigheid van die ene slangensoort. En ik ge loof eigenlijk dat die angst een res tant uit de oertijd is. toen de mens nog vele vijanden had, en zich daar voor in acht moest nemen. De laat ste natuurlijke vijand van de mens. de adder, is overigens niet eens erg gevaarlijk. Alleen in woeste heistreken kunnen we hem treffen, en die/landschappen zijn et in Ne. derland niet veel. Alleen in Drente is de adder nog algemeen. T-TET is dus al een 'zeldzaamheid x x wanneer we een adder ontmoe. ten. Nog zeldzamer wordt die kans omdat het nachtdieren zijn, die al leen bij heel warm weer ook over dag op pad zijn. Maar dan is het ook werkelijk uitkijken. Wel is waar zullen ze niet makkelijk door uw schoen heen bijten, maar een kous of sok is geen bezwaar He* is dus het beste om met warm weer maar niet met blote voeten door de hei te lopen, en niet te gaan zitten zon. der vooraf goed te hebben gekeken of er een adder ligt. Wanneer iemand gebeten wordt, en de hele inhoud van de gifklieren in de wond loopt, dan moet er vlug worden ingegrepen, om erge dingen te voorkomen. De wond moet met een mes groter gemaakt, en iemand die geen wondjes-in de mond heeft moet de wond uitzuigen, en het gif snel uitspuwen Eigenlijk moet de wond dan nog uitgebrand ook. maar dat kan beter aan een dokter wor den overgelaten. Zon adderbect is geen pretje, en de eerste en geluk kig enige keer dat ik het meemaak te, dat een van mijn tochtgenoten in een Drents veen een adderbcet kreeg, heb ik het dan ook danig benauwd gehad, vooral ook al omdat we uren van een dokter verwijderd waren. Het was nog al wel zo'n bijzondere dag geweest, want 's morgens hadden we jonge adders gevonden, die nog maar zo kort uit het ei waren, dat de leerachtige doppen nog niet eens verdroogd waren. De adder legt de eieren even voor de jongen eruit zullen kruipen. pT EN adder is makkelijk te" her- kennen aan zijn driehoekige kop waarop een figuur is getekend in de vorm van een X en aan dc donkere zigzaglijn over de hele rug. Een andere slang die we evenals de adder zeldzaam aantreffen, is de gladde alapg, dj.e in tegenstelling tot de adder een dagdier is. Ook dit is een bijterige sinjeur, maar zijn beet is niet giftig Hij mist dc zig- zagtckenine en heeft daarvoor in de plaats een lijn.van stippén over de hele rug, en een onduidelijke kop- tekening. Heel algemeen in het land is de ringslang, die we direct van de ad der en de gladde slang herkennen aan een gele ring vlak onder de kop. Die ringslang woont overal waar maar kikkers en hagedissen te vin den zijn We kunnen hem aantreffen in heipoeltjes op de Veluwe en in kleistreken, en eenmaal ontmoette ik er een bij het zwemmen in de Rijn. Ook de ringslang ziet er griezelig genoeg uit en evenals de andere slangen maakt hij die angstaanja gende beweging met dt gespleten tong, waarvan veel mensen al den. ken dat hij bijten wil. Dit is niet zo,, eigenlijk is die tong niet anders dan een tastorgaan. doet goed op Uw wandeltochten de slangen m de gaten t,e houden. Wees er vooral niet overdreven bang voor, maar let op hete dagen op de adders. Han Alta heid voorbijgaan om zich in zijn vak te bekwamen, 's WinteA was hij te vinden in de grote baden te Amsterdam en Utrecht &n trainde daar de in clubs georganiseerde zwemmers én zwemsters. Toen kwam voor Amersfoort de" grote gebeurtenis. Aan do Bis- schopsweg verrees het overdekte Sportfondsenbad." Groei Fremouw begon zijn werkzaam heden in dit bad als tweede in structeur en hij kon zich volledig ontplooien. Van een overweldigen de belangstelling voor dit nieuwe zwembad was beslist geen sprake. Toch tj:ok de bevolking en vooral de jeugd van Amersfoort meer cn meer naar het „Sport". Van 1200 bezoekers per week kwam men nu op 5000. Het kan nog altijd beter, verzekerde Fremouw ons. Eén ge beurtenis in onze strijd voor de verbreiding van de zwemsport schonk ons grote voldoening; de definitieve invoering na de bevrij ding van hét schoolzwemmen. Tien jaar lang is er geijverd voor het schoolzwemmen. In deze actie had vooral de heer J. A. C. Spoel een belangrijk aandeel. Nu verwerven jaarlijks ongeveer vierhonderd schoolkinderen een zwemdiploma. Het onderwijzend personeel is even enthousiast als de schooljeugd. Ook zij volgen een» zwemcursus waar door het mogelijk is, dat de leiders van "schoolreisjes, indien zich een ongeval te water zou voordoen, handelend kunnen optreden. Als U Huib Fremouw wilt spreken, wel, ga dan naar het Sportfondsenbad. Thuis zult u deze werkzame mens weinig treffen. Hij leeft voor zijn bad» en het is evenzo gesteld met het overige personeel. Dankbaar werk Op een schoolzwemuur* zijn wij in het bad. Van het kantoortje uit kijken wij op het spiegelgladde water. Uit de kleedhokjes klinken vrolijke kinderstemmen. Ditmaal zijn de .meisjes aan de beurt. De eerste hokjes gaan open en «ven later verdringen y.ij zich onder de douche. Dan brengt Huib de me gafoon naar zijn mond en boven al het geroezemoes en geschetter van de kinderen klinkt zijn stem uit. Een groepje meisjes werkt al aan het B-diploma. Met een sier lijke boog duiken de meisjes het water in. Frenufüw verzamelt zijn leerlingen, geeft aanwijzingen die wonderlijk snel worden opgevolgd. Oh, zij willen zo graag de zwem kunst machtig worden. En niet al leen de kinderen die volkomen ge zond zijn. Ook de lichamelijk mis- deelden worden in het zwemonder- richt betrokken. Er is geen tweede sport, die zo geschikt is voor kin deren met een lichaamsgebrek. Met grote liefde wijden Fremouw en de andere instructeurs zich in het bijzonder aan deze taak. Wat moet het meisje, die door verlam ming haar beide armen niet kan DE TOEKOMST is nog steeds aan dc jeugd cn dc jeugd zal steeds vertrouw der geraken mot dc auto. Op dc ten toonstelling ..British Industries Fair" te Londen werd Peter Wood gelukkig ge maakt met deze gestroomlijnde kinder auto van Lines BrosLtd; de prijs be draagt S Engelse ponden, d.w.z. plus minus f 50,—t HET Pinksterfeest is niet bizon der populair. Zeker, als De Bilt meewerkt, is het een heerlijke gelegenheid om naar buiten te gaan en' te genieten van de eerste volle zomer samen met de frisheid en de jeugd van een nog niet voorbije lente. Maar de Pinkster gedachte is daar maar weinig bij betrokken. Zeker,- het is met het Pinksterfeest niet zo miserabel ge steld als met de Hemelvaartsdag, die ook voor bjede scharen van het kerkvolk zijn geestelijke bete kenis verloor. Op Pinksteren gaan de kerkmensen nog naar de kerk. Maar juist datgene ontbreekt wat Kerstmis en in mindere mate Pasen, hoezeer ook beide verwe reldlijkt. toch nog een enigszins geestelijke plaats geeft in het openbare leven v Zeker, het Kerstgroen in de eta lages, de kerstbomen in de café's, de Paaseieren en de half heidense, maar zeer ten dele serieuze sym boliek van het herrijzend natuur leven betekenen bitter weinig ver geleken met de ontzaglijke ernst van de bijbelse oorsprong van die feesten. Toch moeten wij het feit niet onderschatten, dat op Pasen velen en met Kerstmis vrijwel iedereen toch nog een begrip heeft, hoe flauw ook, dat het bij deze feesten om iets geestelijks gaat. Op Kerstmis mompelt ook de meest verharde wéreldling nog iets van vrede, al is het alleen maar om bitter te constateren, dat er nog niet veel van terechtkomt. En op Pasen herinneren velen zich nog wel die Goede Vrijdagfiguur van den Lijder, al was het alleen maar om er een symbool in te zien ,van het lijden van de mensheid. MET Pinksteren is er eigenlijk niets tastbaars en de dominees klagen, dat het dan zo- moeilijk preken is. De Heilige Geest is een vreemde gast, die niemand ooit gezien heeft en van wiens wer king wij in deze wereld bedroefd weinig merken. Er was eens een oude predikant, die op Pinksteren klaagde, dat er van de Heilige Geest onder ons weinig of niets te bespeuren was. Hij eindigde: als een echte dominee zou ik nu ten slotte moeten zeggen, dat he* toch allemaal zo erg niet is en op de gebruikelijke wijze met Halleluja! Amen moet sluiten. Maar het is wèl erg, en daarom sluit ik met Helaas! Dat is een gezonde basis voor een poging om het Pinkster feest zijn plaats in het openbare leven terug te geven: beginnen te erkennen, dpt het die niet heeft. Maar <fan zien wij verder. En wij vinden dan toch maar het Pinksterwonder. U weet wel, dat is die merkwaardige geschiedenis, dat Joden van zeer verschillende herkomst en taal elkander eens klaps verstonden en begrepen. Ieder hoorde de apostelen spreken in zijn eigen taal. Ik wil niet trachten'dit wonder te verklaren. Ik wil alleen maar vragen of het óns ook iets te zeggen heeft. En mij dunkt, dat is zeker het geval. DE veeltalligheid is sedert de torenbouw van Babel een van de allergrootste rampen van de mensheid. Ik bedoel niet het feit, aat de een Nederlands spreekt en de ander Engels of Frans. Dat kan lastig zijn, maar het is ook een grote rijkdom. Want elke taal staat voor een eigen beschaving, een eigen type van menselijkheid. De fatale veeltaligheid ligt ergens an ders. Ook al spreken wij dezelfde taal, al te vaak kunnen wij elkan der in de verste verte niet be grijpen. Het is heel prettig discus sieren in eigen kring, onder men sen, die van dezelfde vooronder stellingen uitgaan. Maar komen wij daar even buiten, dan is het hopeloos mis en hebben wij soms de indruk, dat wij met mensen van een andere planeet praten, en zij zullen ongetwijfeld .een soortgelijke indurk hebben. Wat is het niet moeilijk bijvoorbeeld voor een B-mens om een A-mens ie verstaan, ^n omgekeerd. Een chemicus, met wie men over phi losophic begint, zit met grote ver wonderde, zelfs achterdochtige ogen te kijken. Wat komt er te recht van een discussie tussen een man van weentschap en 'n kunste- De veeltaligheid is sedert de torenbouw van Babel een van de allergrootste rampen van de mensheid. Een van de allermoeilijkste taalproblemen is het religieuze. Het Pink sterwonder betekent de op heffing van de taaimoeilijk heid. geleken met de ontzaglijke moei lijkheden van een vertaling van academisch in huis-, tuin- of keu ken-Nederlands. Een zeer smartelijk geval van spraakverwarring is ook het ver schil in uitdrukkingswijze tussen jong eh oud. Een gedachtewisse ling in begrippen, die ongeveer dertig jaar uit elkaar liggen, loopt 'maar al te vaak uit op wederzijds schouderophalen. Ze willen me niet begrijpen, denkt de jongere, bitter. Die aap van een jongen kan mij nog niet begrijpen, denkt de r.aar? En hier gaat het 'dan'nög '°ude'If mismoedig en.hoogmoe- dig. En beiden trekken zich in om mensen van min of meer gelijk levenspeil en van een min of meer gelijkwaardige schoolopleiding. Veel erger wordt het zodra men probeert te spreken met mensen van andere geestelijke herkomst. Wij weten allen hoe ontzettend moeilijk 't is te praten met iemand, die weinig ontwikkeling bezit, moeilijker nog dan met iemand, die er helemaal geen heeft. En wanneer wij zo iemand niet met stadhuiswoorden en machtspreu ken willen doodslaan en voor goed van ons vervreemdep, is eindeloos geduld aan belde zijden noodzake lijk en een hardnekkige poging' om alles zo goed mogelijk te ver hun ivoren toren*terug. EEN van de allermoeilijkste taalproblemen is het religieuze. In de kerk wordt een taal gespro ken, die de buitenkerkelijken in het geheel niet, de kerkdijken goeddeels maar drie kwart of half verstaan. Is men er eenmaal aan gewend, dan kan men het natuur- ritus, die nieuw leven schept en lijk ook zonder verstaan doen. Het mensenzielen zo openbreekt, dat is altijd prettig Jpekende klanken zij doorzichtig liggen in Gods zon- te horen. De buitenkerkelijke wel- neschijn, dat de- misverstanden op- iswaar heeft daar niet veel aan. houden en ieder in eigen taal de Er wordt In de kerk te weinig aan grotet daend Gods hoort en de gedacht, dat ieder iri zijn eigen ander kan verkondigen? Zo gezien taal de grote werken Gods behoort is het Pinksterfeest het feest van vele van de kerkelijke termen zijn volstrekt onvervangbaar. Maar el ke preek, elk gesprek moet een worsteling zijn om te vertalen, om de eeuwige dingen zó te zeggen, dat ze in de tijd kunnen worden verstaan. Evangelieverkondiging is vertolking, talen spreken. Zo is er nog velerlei terrein, waarop wij het gemis aan een evi dent Pinksterwonder kunnen be treuren. De wereld is in twee kampen verdeeld Wanneer wij de taal van het andere kamp lezen, ergeren wij ons en begrijpen niet hoe mensen zo iets zeggen kunnen. En wij schreeuwen £n.ze veront waardiging uit. In het andere kam? doet men precies hetzelfde. En wij zijn als twee doven, die el kander uitschelden, maar niet ver staan. Nederlanders en Indone siërs winden zich aan weerskanten op over wat de andere partij doet en zegt. Die Indonesiërs spreken en verstaan in de regel voortref felijk Nederlands. Maar van weers kanten verstaat men elkander niet cn hoort men elkander soms nau welijks. Pinksterwonder betekent opheffing van de taalmoei- l'.jkheid. Onze eigen geestdrift is be^t, maar zij kan niet dqor de muren dringen. Zij zet de harten een ogenblik in vlam, maar dooft snel weer uit. Zouden wij kunnen geloven, dat het in deze wereld om Gods Geest gaat, de Creator Spi- H2T de te horen verkondigen. Niet, dat de het wonder bij uitnemendheid, van talen. Vertalen in het Frans of fcerk haar eigen taal moet afschaf- goddelijk leven in een menselijke, Engels is heus niet moeilijk ver- fen. Die is een kostbaar bezit en al te menselijke wereld. Huib in tenue. gebruiken, een grote vreugde bele ven, als ze, op-haar-rug-zwem- mend, door het water schiet. De vreugde blijft niet tot, haar be perkt. Ook de leraren voelen zich gelukkig dit haast wonderlijke re sultaat te kunngn bereiken. Het vergt van de leraar groot uithou dingsvermogen, maar het resul taat is er dan ook naar. Voor iedereen De zwemsport, het is in de ruim tien jaren Sportfondsenbad wel ge bleken, kan door iedereen worden beoefend. Doófstommen eri blinden leerden zwemmen en het is geen uitzondering als een „opa" van 68 jaar zijn diploma behaalt. Even voor twaalf uur gaat do bel. De meisjes duiken nog gauw even onder, maar onverbiddelijk wijst de badmeester naar dé kleed- hokjes. De golfslag in het bad ebt weg. Het werk is nq£ niet gedaan. Reeds haast één van Amersfoorts beste zwemsters zich naar haar kleedhokje. Het is Ina de Gans. Zij slaat geen middag over om te trai nen. Het is Huib Fremouw, die haar tempo opvoert en aanwijzin gen geeft, maar zo zegt hij ons „ik blijf mijn devies getrouw: „het gaat niet om records maar om dc spQrt." Pinksterfeest JTi E kinderen, die kunnen het begrijpen Die vinden het heet gewoon, dat er machtige dingen gebeuren. Die begrijpen, dat In deze wereld, waar verkil ling en verstijving het leven naar de dood toe drukken, dot leven van dc Schepper zich door alles heenbreekt Die kunnen het begrijpen, dat waar dc men. sen neerzitten en treuren, de Redder der mensen eerst de Trooster zendt. Maar wij grote mensen begrij pen dat zo moeilijk. We hebben zoveel surrogaat geslikt, dat we aan het echte niet meer wennen kunnen. We hebben zoveel gees telijke dingen en bewegingen ge zien, dat het elementaire, dat op Pinksteren laait en stormtons niet geestelijk genoeg meer Is. We hebben zo vaak het bedrog ook het vrome bedrog, moeten doorzien, dat we cynischen sceptisch zijn tegenover al, waL over ons wil komen, cn in een laatste kramp trachten, ons vast te klemmen aan wat'uit onszelf. Zó gaaf een drenkeling te gronde, die de dunne redjings- lijn zoveel onbetrouwbaarder vindt dan het dikke stuk hout, dat hijzelf heeft weten te be: machtigen. Maar dc grote mensen ten spijt, die hun wijze hoofden schudden, gaat Gods Geest door de wereld waaien. Krijgen Gods geplaagde en verloren kinderen de blijdschap weer in hun oog en het leven weer voorde borst. Daar komt heel dit vcrzondlgde zijn in het klare licht te staan van het oordcel Gods. Daar komt Godj verwinnende liefde oplaaien in levend-dode harten. Daar begint de triumfantc loop van het Evangelie van Jezus Christus door dc wereld heen, onder vromen en vreemden. De kipderen kunnen het be grijpen En o God, als we niets meer begrijpen van ons eigen wilde leven en dc vreemde kille dood, van ons eigen donkere willen Cn dc doem van onver zoende schuld, geef, dat we oh kinderen mo gen komen cn kijken naar de storm van Uw -onstuimige liefde, en doorglocid worden met dc vlam van Uw ll9lliec Geest, Ja geef, dat de vreemde verwarring, waardoor we elkaar niet meer verstaan, wegvallc, cn we allen de boodschap beluisteren in de eigen taal Geef in dc eenzaam- heid Uw Kerk, in de duisternis Uw Evangelie, in de zinneloze gelatenheid Uw machtige Wil. Venl Creator Spiritus. Kom, Schepper Geest C. M. v. ENDT.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3