Beiaardier van Amersfoort M. L. van der Werfj Imkers zijn waakzaam: de bijen zwermen! Over Cartesius bestaat een Amersfoortse legende Kinderboek met vreemde passages Van Essen doceert leken in Amersfoorts proefstation Wijlen Van Kalveen was zijn vriend en leermeester Het heilig onderricht Zaterdag 12 Juni 1948 Boekbespreking By de uitgever» „De Sleutel" te Haarlem is een boek verschenen met „Ware en onware verhalen van Eduard het Schaap". Wy juichen iedere poging toe, die de kinderlec tuur uit de sfeer van ,,en toen gin gen wy een dagje naar tante" of ..freule Tineke had zo intens ïhede- lijden niet het arme meisje" willen halen. Een kinderboek moet fris en natuurlijk zijn en vooral in de taal en naar de levensopvatting van het kind zijn geschreven. Vlotte illus- straties, bcgrijpeiyk voor de jeug dige lezer, kunnen de aantrekke lijkheid van het kinderboek verho gen. Eduard het Schaap heeft met zijn verhalen nu eens iets bijzonders willen brengen. Hy is in de keuze van zijn stof niet bijster gelukkig geweest. De schrijver nam geen halve maatregelen. Wy doen een greep; „Nou", zei de %koo, „we plassen allemaal op de stoep, lek ker!" of ..Goed", sprak de aap, „ga 't uitpakken en doe het in je kwyl- mondic!' en verder. „Adrlaan (de koe) bloosde tot op haar uier...-...". Het vervelende is nu dat slechts uit plaatjes en verhalen moet blij ken dat "het product van Eduard een kinderboek is. Op de onver woestbare omslag en het titelblad wordt daarover niets gezegd. Hoe wel onderhoudend geschreven wor den in de verhalen toch teveel uit drukkingen gebezigd, die wy de kinderen juist zo graag willen af leren. In dit bock vinnen zy een aanmoediging. Wat te zeggen van de passage; „De dominee die zucht te eens en las gehoorzaam verder Aan leuterpraat was hy gewend, want hy was zielchcrdcr." Eduard is zich blijkbaar niet bewust, dat hij niet deze en soortgelyke „geestl ge" opmerkingen de levensovertui ging van een groot deel van ons volk met voeten treedt. De tekeningen in dit 'boek zijn geestig, maar helaas een enkele keer banaal. Eindconclusie: Het Schaap had ditmaal niet kunnen blaten. Voor fl 5.90 kan men zich dit boek aanschaffen. TT- x tt Hiermede vervolgen wij onze '**'111' serie artikelen over bekende en •7P wol onbekende personen uit ons aller Wel» nmaeuinn. "C*R waart nèg een Amers- foortse legende rond, waarin de „Latijnse Schole" met de naam van een groot Denker in één adem wordt ge noemd. Nu haast ik mij want ik zie onze stadsarchivaris, de heer Boogerman reeds beden kelijk de wenkbrauwen fron sen hier aan toe te voegen dat het zgn „Latijntje" met de vroegere „Latijnse Schole" in derdaad niets van doen heeft. En ook, dat deze tot middel eeuwse stadspoort prachtig omgebouwde Gevangen- Die ven- of Plompetoren (welke nooit stadspoort was) zijn fou tieve naam dankt aan het to rentje, dat onze stadstimmer- lieden er in 1861 hebben opge zet. Voordien was het gebouw letterlijk de Plompetoren, maar bij raadsbesluit van 29 October 1860 werd bevolen, dat het to rentje genaamd Het Latijntje, staande op de af te breken Doelen, moest worden geplaatst op de Gevangenistoren in de Muurhuizen. Het Latijntje nam niet alleen zijn naam mee, maar zelfs, groeide de onjuiste mening, dat in het „La tijntje" aan de Muurhuizen dc oude Latijnse school (omstreeks 1880 naar de Wc*tsingel geplaatst in het gebouw, waar heden de GG en GD huist) gevestigd was geweest. Ook nu nog verslijten vele Amersfoorters ten onrechte „het Latijntje" voor de „Latijnse schole", een vergissing, die nog niet zo heel lang geleden A LS je M** Van ze hoort blaffen, blijf* dan uit hun buurt" mompelt imker EEN zomerse Woensdagavond. Hoog uit de Onze Lieve Vrouwetoren klimmen vrolijke tonen van het carillon langs de spijlen van de gothische ramen omhoog/ Ze schijnen elkaar achterna te jagen in een heerlijke, opwindende vlucht naar de matblauwe lucht, de nevelige wolkenslierten en de zon, die lang zaam naar de westerkim zakt. Dan één trillende, heel hoge toon en het toppunt der vreugde is bereikt. En nog sneller dan ze stegen buitelen de tonen nu weer terug. Van heel ver komen ze dartelend aan en glijden naar beneden. Dieper, steeds dieper. Tot een' laatste brommende klokkeslag dit jolige krijgértjesgpel afsluit." Dat was het Oogstlied" zeggen nu beneden zij die luisterden. voor zijn speeltafel zit. De mond hoeken iets naar beneden getrok ken, de krullende haren dansen op en neer door het heen en weer bewegen van zijn lichaam. De han den grijpen de toetsen, die eigen lijk grote houten handvaten zijn. Over de pedalen glijden z'n voeten en zo ontstaat die mengeling van luchtige en zware bronzen klan ken, waarin steeds diezelfde zilve ren slag terugkeert. De beiaardier overstroomt zijn stad met wals- klanken. Sneller en sneller grijpen zijn handen naar de toetsen. Soms met een lichte aanslag, dan met een zware hl naar gelang de tonen ijl of nadrukkelijk moeten zijn. Bij dit concert stoort geen hoestende luisteraar, hier deert het schurend geluid van de draden, die de kle pels in beweging brengen, niet. Want daarbuiten is het publiek, dat tot luisteren wordt gedwongen. Daarbuiten is de massa, die je op het grote plein beneden je verza meld zou willen zien om te dan sen op de maten van dc beiaard- muziek. In die gedachte zit iets wonderlijks, iets fascinerends. En die gedachte ook heeft onze bei aardier achter zijn speeltafel ge- bracht. 4 Van vader op zoon Marius L. van der Werf werd in Amersfoort geboren, waar zijn va der ii> de Lavendelstraat een mu ziekhandel dreef. Die gaf hem ook de liefde voor muziek mee. Al heel jong leerde hij van z'n vader die tevens muziekleraar was de piano^ te -.bespelen, maar toch zou hij eerst de handelsschool moeten doorlopen, voor hfj zich geheeL aan de muziek kon gaan wijden. Dat whs in het jaar 1924. Aanvankelijk had hij privaatlessen in onze stad, later in Bqssum bij Adriaan Lief- ring. Voor een commissie van het Belgisch Muziekcollege, waarvan August de Boeck, Lodewijk Mor telmans en Emile Bousquet deel uitmaakten, legde hij in 1932 zijn examen af. Hetzelfde jaar vestigde hij zich in Amersfoort als piano leraar. Toen begon een tijd van lesgeven niet alleen, maar ook van concerten, accompagneren, en het spelen van kamermuziek. Tevens verschenen er arrangementen van zyn hand. In die jaren had hij in de beiaardier Van Kalveen een groot vriend. Vaak ging hij met deze fameuze klokkenspe ler de toren op en daar Carillon een typisch volksinstrument BOVEN in de toren vlak on der het carillon zit de stadsbeiaardier, Marius L. van der Werf, voor zijn speeltafel en legt de muziek van het „Oogstlied" naast zich neer. „Ruik je die hooi lucht", vraagt hij ons. Behaaglijk snuift hij de pittige lucht op, die door de open deur het houten hok je binnenstroomt. „Je kunt wel merken dat de wind uit de rich ting van de Eempolder komt." Hooilucht en Oogstlied! Een combinatie die karakteristiek is voor deze mens, die van kinds af gewend was de aard van zijn stem mingen in muziekklanken te laten beluisteren. Triest, weemoedig of dromerig. Soms ook klinkt 'er vast beradenheid door zijn melodieën, dan weer uitgelaten vrolijkheid. Maar altijd is het spelen een grote vreugde voor hem, zoals immers alle scheppende arbeid bevrijding brengt En het doet er daarbij wei nig toe met welk instrument hij de klanken maakt, piano of carillon, al is er wel een klein verschil. Want, zo vertelt hij ons tussen twee liederen door, het carillon is vooral een typisch volksinstrument en uiteraard in het bijzonder ge schikt voor het vertolken van volksliederen, die de mensen in het gehoor liggen, die ze mee-neu- riën. De carillonmuziek moet tot alle mensen spreken en aller har ten verwarmen. Daarom speel ik Vrijdags morgens, als het op de Hof krioelt van allerhande markt- bezoekers, vrolijke deuntjes en vooral bekende wijsjes. Dat hoort zo bij het opgewekte, drukke gedoe op de markt. Anders is het gesteld met de concerten die ik in de zomer elke Woensdagavond geef. Dan probeer ik met mijn klokkenspel de sfeer van de zomeravond te volmaken." Een paar minuten zijn verstre ken, de muziek van een wals van Joh. Brahms staat op de standaard en langer mogen de klepels van de 33 klokken niet met rust worden gelaten. Om meer houvast te heb ben speelt Marius van der Werf zomer en winter met dikke, scha penwollen handschoenen aan. Zie eens hoe hij daar rechtop hoog boven de stad in de beslotenheid van de kleine speelkamer, ontstond in hem de liefde voor dat begeeste rend bespelen van de Jpeiaard. „Ga jij er nu maar eens achter- zitten", zei Van Kalveen op zekere Vrijdagmorgen tegen hem. Tegen sputteren hielp niet veel. Het ging immers ook helemaal niet van harte. Sindsdien .speelden ze veel samen. Tot de oorlog kwam- Ja renlang werd behalve voor het aangeven van de tijd, het carillon niet gebruikt. Pakkende wijsjes Van Kalveen overleed en de be vrijding kwam zonder dat1 Amers foort een stadsbeiaardier had. Ma rius van der Werf solliciteerde en werd in November 1946 inderdaad aangesteld. Nu is hij het dus, die 's zomers en 's winters elke Vrij dagmorgen naar de tweede omm'e. gang van de toren klimt, die de zomeravond-concerten verzorgt, in de maand Meidliefst drie avonden per week het carillon bespeelt en tenslotte op nationale" vreugdeda gen de feestende stad met vrolijke klanken verheugt. Ook het verste ken van de speeltrommel van hei uurwerk behoort tot zijn taak. In die melodieën kan minder gevoui worden gelegd. De snelheid van de trommel toch is constant, terwijl de aanslag van de klepel vanzelf sprekend immer gelijk is. De me lodie zal daardoor altijd vlakker en minder bezield lijken, dan wanneer de beiaardier haar zelf speelt. Toch is ook het uurwerk-klokkespel een factor die kan meehelpen het ca rillon te laten zingen, zoals zijn makers het hebben gewild. Als de burgers van onze stad de tijd wordt gemeld, klepelen de klokken vooraf een liedje dat iedereen pakt: over de scheepsjongen van Vlissingen, over Hollands v]ag en het bronsgroen eikenhout in Dim- burg. Hoort, daar is het! Negen slagen worden tot ver van de binnenstad gehoord. Er spelen geen kinderen meer op het plein. De zon ls ver dwenen „Blaffende" bijen, heeft U ze wel eens gehoord? WU wel, want de wijs heid was nauwelijks gezegd of één van de gevleugelde honinghaalsters, die rond de kasten van imker Van Essen zoemen, kwam vervaarlijk op ons afzetten. Eén van de door vele dichters "bezongen lieve diertjes, kon het niet langer dulden dat een fotograaf zo maar brutaal weg zijn camera richtte. Het melodieuze gezoem ging over in een driftig blaffend geluld. Een tel later stond de man met een pijnlijk gezicht bij de imker. „Niet wrijven man", klonk het waarschuwend. De bU had het goed bekeken. Zij had, als een kwade schooljuf, de indringer stevig bij zijn oor gepakt. Van Essen peuterde omzichtig de angel uit het lelletje, dat snel zwol en rood aanliep. phe. De zon klimt, de dagen wor den langer. De bijen worden on rustig en trossen aan de korf. Het is Juni. Een heerlijke dag. U duwt de tuindeuren open en stapt argeloos uw lusthof in waar dikke hommels aan bloemen bengelen. Dan breekt eensklaps een tumult los. Het ls alsof een vliegtuig laag overkomt. U kijkt in de lucht en ziet dan tot uw ont steltenis duizenden bijen in een draaikolk-beweging om hoog vliegen. Éven later klonten de diertjes in een boomtak bijeen. Een zwerm! Van dit moment af zal moeten blij ken wat U bij Uw vrienden-im kers aan kennis heeft opgestoken. De tros moet worden geschept. Het, hele huis in rep en roer. „De bijen zwermen, de bijen zwermen!" schreeuwt Jantje. Vader laat zich niet van zijn stuk brengen. Onrust Bijen houden is geen kinderspel Zou dit ook het lot zijn van de bijenhouder? Misschien van de be ginneling, die nog wat onhandig met de bijen omspringt. Anders is het gesteld met een veteraan als Van Essen, die al vijftien jaar het leven van clcze insecten van nabij bestudeert. Er gaat een grote rust van deze imker uit. Het is wonder-* lijk maar dc bijen begrijpen, dat zij van deze man geen kwaad te duchten hebben. De bijenkap komt bij deze imker niet dikwijls uit haar vouwen. Rustig, haast eerbie dig beweegt de man zich rond de kasten. Een prachtige bijenstand heeft Van Essen. Modern zou men kunnen zeggen. De korven, die een romantisch tintje aan de imkerij geven, zijn in deze bijenstand niet te vinden. Dat is misschien ook wel beter in deze observatie-post. Van Essen, die aan de Randenbroe- kervveg zo heerlijk buiten woont, telt namelijk onder zijn volken ook een viertal van de Amersfoortse afdeling der Vereniging voor Bijenteelt. Van tijd tot tijd komen op dit proefstation de Amersfoort se imkers kijken of er nog iets valt op te steken. Het is wel gebleken, dat ook voor de imker het gezegde geldtr „men is nooit te oud om te leren". Steeds kofrit de bijenhou der voor verrassingen te staan. Observeren Hoe dikwijls zult U zelf niet zo'n bijtje hebben geobserveerd. U volg de haar in haar vlucht van bloem tot bloem. U hebt met bewondering voor de korven gestaan waar de bijen geel van de stuifmeel af en aan vliegen. Maar verder ging uw belangstelling niet. Totdat u zich plotseling onweerstaanbaar tot deze insecten voelde aangetrokken. u moest en zou ook een bijenkorf hebben. Gelukkig met uw bezit haast u zich van de bijenmarkt naar huis. Ziezo daar staat mijn korfje. Kijk die lieve diertjes toch eens vliegen. De kinderen jengelen om honig. u likt bij voorbaat al uw lippen. Dan komt de catastro- zelfs de topoloog dr. Le(jden en wijlen onze stadgenoot dr. Regelink parten heeft gespeeld. Juist door die foutieve mening lijkt de overlevering, „dat Herman Gorter woonde nabij het Latijntje, nabij de oude Latijnse School" merkwaardig veel op een andere, veel oudere, Amersfoortse legende, Namelijk op die, welke sedert drie eeuwen van geslacht op geslacht naar de huidige generatie is over geleverd en welke ons voorhoudt, dat dc grote Franse wijsgeer Car tesius in Amersfoort heeft gewoond jin het huisje vlak naast de Latijn se School". Maar dan in het huisje naast de èchle Latijnse school, d i. die in het vroegere AgnictenklooS' ter aan de Herenstraat. Hoe onze grootouders er aan kwamen wee: 'ik niet, doch ze wisten in elk geval de woning van Cartesius precies aan te wijzen: naast de Latijnse School op dc plek waar in 1646. „In 't Hoff van Clecf" werd ge bouwd. Of dat nu allemaal wéar is, kun nen we natuurlijk niet meer achter halen. Het oude Agnictenkloostcr is de weg gegaan van zo vele an dere lieve dingen in Amersfoort. Het klooster werd gesloopt en in zijn plaats kwam ccn bakbeest van een schoolgebouw en de Remon strantse kerk te staan en wat er met het vermeende huisje van Cartesius is gebeurd is me niet bekend. Kun nen de stenen dus niet meer spre ken, de schriftelijke bronnen kun nen het nog wél. Zij geven echter maar een bedroevend klein beetje houvast bij het naspeuren van dc Amersfoortse tijd van de rusteloos zwervende wijsgeer Descartes. Ze vertellen ons van de 24 keren, die Cartesius door dertien verschillen de plaatsen verhuisde tijdens zijn verblijf in Holland, doch bij mijn weten is het van de Nederlandse geschiedschrijvers slechts Busken Huet, die in ccn voetnoot aan stipt dat Cartesius in Amersfoort „zou hebben gewoond." (Het Land van Rembrandt Ila pag. 113). Engelse bron er een bron, meer Amers foorts nieuws over Cartesius op borrelt on dan ook een zéér-be*- trouwbare bron; ji.1. een oudere uitgave van de Cyclopaedia Brit- tannica, waarin gelezen kan wor den dat omstreeks het jaar 1640 on ze oude stad deze grote Europeaan onder haar inwoners heeft geteld. Aldus op dit punt dc Amersfoort se overlevering bevestigend Gelukkig is waaruit wat Amersfoort, where lie (Cartesius) Imker Van Essen neemt uit één en kijkt hoe het Hij was eenmaal tijdens het zwermen bij de rustige Van Essen, nu moet hij zelf dit zaakje op knappen. Maar de keeps was niet te vinden. „Waar is de keeps" schreeuwt vader. Jantje blijkt er meer van te weten. Hij rent de tuin in en uit de zandbak diept hij het korfje op waarin de tros moet worden geschud. „Deksels, wat zit die tros hoog", zucht vader en bromt* tegen de „turf-hoog" die met het korfje komt aanrennen. Ten slotte belandt de tros toch in de keeps. De adsplrant-imker is door deze gebeurtenis een ervaring rijker geworden en een stap dich ter tot het leven van zijn bijen ge komen. Voor de verdere afwikkeling zal hij maar een deskundige raadple gen. De zwerm mag niet verloren gaan! Zo gaat het bij de adspirant- bijenhouder! Kom bij Van Essen en U zult bemerken dat dit alles, met wat minder rumoer geschiedt. Aan de grote proefkast van de vereniging trossen de bijen. De hand van dc oude imkei schuift zacht tussen de diertjes. Zij blijven kalm en als Van Essen zijn hand heft, hangt een dikke tros bijen tussen zijn vingers. Voor geen geld van de wereld zouden wij het de man na willen doen. Misschien zijn wij wat te lomp. Als de fotograaf een beetje vreemd met zijn hoed staat te ma noeuvreren is het met de rust ge daan. „Blaffend" vliegen .de bijen op en zelfs de oude imker ontkomt ditmaal niet aan een venijnige steek in zijn lip. Niet de honig Wij hebben het nu wel door. Bijenhouden is niet eenvoudig. Er zijn jaren voor nodig voor men de knepen van het vak kent. Het is als met 2oveel liefhebberijen. Men begint er aan in de roes om ook zo iets te bezitten. Later komen de moeilijkheden om de hoek kijken. Hij die het bijenhouden om de ho nig begonnen is zal vrij zeker niet van de werd^mdat hif de^atuur'liefhw^t volk er voor staat en bovenal bewondering koestert -r/-' voor het leven der bijen, zal zich ,,/\rcni[oto een gelukkig mens voelen. Het zogenaamde „Latijntje" heeft met de Latijnse schole" niets van doen. also lived, seems to be connected with a love affair the only one In his live; at least It was there that his daughter Francinc died in 1640, at the age of five."*) („Amersfoort, waar hij (Cartesius) ook woonde, schijnt verband te houden met een liefdesgeschiedenis de enige in zijn leven; daar stierf ten slotte zijn dochter Francine in 1640, in de leeftijd van vijf jaar). Peter van de Birkt. Zou dit in de begraafboeken van 1640 nog kunnen worden nage gaan? P. v. d B. Voor de Zondag Op dc hcirweg van Jeruzalem naar Gaza reisde ccn aanzienlijk vreemdeling, ambassadeur van het Ethiopisch hof. Zijn 'reislectuur is 'n deel van dc Bijbel. Maar hij be grijpt niet, wat hij leest. Die rei ziger op z'n prachtige reiswagen trekkend langs een oosterse hcir weg aan het begin van onze jaar telling, dat is alles ver weg. Maar dat laatste is vlak bij. Of hebt u de Bijbel door? Dc tweede figuur, die ten tonele komt in Handelingen 8, is die van Filippus. Dc evangelist. Het frap peert me, dat die man zo iveintg stichtelijk is, met z'n korte zake lijke vraag cr ineens midden.in zit. En dat alles, wat hij verder doet, niet anders is, dan uitlegging van de profetie. Nee, meer dan dat, hij verkondigt hem Jezus, zegt hem Jezus aan. Wanneer dat gebeurt is, volgt er eenvoudig en vanzelfsprekend de doop. Daarmede heeft Filippus zijn taak volbracht. Het is het slot van deze geschiedenis, het begin van ccn blijde levensreis. Wc ho ren de afloopniet. Hoe of de kamerling ginds in Ethiopië het wel met dit zcér summiere christelijke gploof gemaakt mag hebben? En of zijn familie ook bekeerd is. Neen, hier wordt alleen de methode ge geven, om zo te zeggen het werk schema Gods in deze wereld. Daar is Zijn Woord primair Daar is een gewoon mens intermediair. Daar ls uiteindelijk de blijdschap verze kerd. Jaren geleden kwamen cr twee studenten bij me aan de deur. Ze waren volkomen buitenkerkelijk. Ze vroegen,' of ik ook les in de godsdienst gaf. en wat dat kostte per uur. Ze misten Godc zij dank niets van een catechisatie, waar je heen „moest" en die niets kostte en dan ook niet gewaardeerd werd. Ze waren stom verbaasd over de service van dc Kerk. Dat cr velen met de Bijbel en de levensvragen niet uit de weg ko men, vind ik niet zo verwonderlijk. Maar dat zulke vreemde vragers zo weinig komen opduiken Dr Kerk zal de wacht moeten houden aan de grote weg en de passanten nauwkeurig moeten gadeslaan. Want de methode is sedert dien niet gewijzigd. v. E. TT-racers niet op eigen benzine Het fabrieksteam van Gilera in Assen zal in de TT-races uitkomen met tv/ee of drie van de nieuwe viercylinder fabrieksmachines. die de stryd tegen de teams van Nor ton. AJS en Triumph zullen opne men. Doordat Gilera nu officieel uitkomt, bestaat er nog ccn goede kans. dat ook Guzzi acte dc pré- sencc zal geven. Teneinde de stryd zo sportief mo gelijk te. doen verlopen, zyn ver schillende maatregelen genomen. Zo mogen dc ryders niet op eigen benzine ryden. maar is bepaald, dat zij een uur voor de start aanwezig moeten zijn met een lege tank. waarna deze door officials met brandstof van vastgesteld gehalte wordt gevuld en vervolgens verze geld. Deze zegels worden eerst vlak voor dc start verwijderd. Zo wordt de strijd benerkt tot machine en ry- der alleen, hetgeen ongetwijfeld de sportieve waarde van de races ten goede zal komen. Russische chirurgie De chirurg Sergei Yudin, speci alist op het gebied van maagkan ker heeft voor de tweede maal de Stalinprijs gekregen. In de loop van dit jaar kreeg de chirurg deze onderscheiding voor zijn nieuwe methode bij het aan leggen van een kunstmatige slok darm. Professor Yudin behandel de op deze wijze meer dan 200 pa tiënten. De General Motors heeft Donderdag bekend gemaakt, dat tengevolge van het staaltekort 200.000 arbeiders ontslagen zullen worden voor een periode van tien dagen. Van deze oude imker gaat een grote rust uit. Ook zonder bijenkap kén hij zich tussen de zoemende bijen begeven k ,.Archi[otom

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3