Kamperfoelie geurt in de avond Twintig jaar radio-distributie in Amersfoort Koster van de Sint Joris-kerk Een prachtig stuk oud-Lunteren met een merkwaardige historie Wat doen we tegen spit? 1928 1948 Centrale in de Bergstraat heeft 5400 luisteraars Ik beschouw mijn werk als een roeping" Me Het Wevershuisje: Jan ter Hörne, deserteerde in 1866 uit Duitsland BL °L Warmte het beste geneesmiddel Zaterdag 19 Juni 1948 Veel heeft er niet aan die knoppen te worden gedraaid, want de ge hele apparatuur is prima in orde. Maar zo nu en dan moet de beheer der van de Radio Centrale de ver sterkers toch wel te hulp komen. Op deze foto ziet U de heer Appel in actie bij de energie-versterkers. Twintig jaar geleden timmerde vader in een hoek van ome huiskamer een plankje. Bruin gebeitst zag het er keurig uit en nog netter werd het toen moeder er met punaises een ge bloemd strookje langs bevestigde, geknipt uit een lapje stof dat ze van de nieuwe gordijnen had overgehouden. Een dag of wat later stond er een luidspreker op de plank, zo n ouderwets rond geval, dat destijds door de Philipsfabrieken voor de somma van dertig gulden in de handel werd gebracht. Veel eerder al had den wij - kinderen - ons vermaakt met het kijken naar de man nen. die over de daken in onze buurt kropen om er draden te spannen. Later waren ze daarmee zelfs in ons eigen huis bezig geweest. En toen - het hele gezin stond er een beetje beverig van opwinding bij - kwam er op zeker ogenblik geluid uit onze nieuwe luidspreker. Een stem, muziek. Zo had dan de Amers- foortse Radio Centrale, die haar werk een paar maanden eerder was begonnen, gezorgd dat ook wij onze eigen radio hadden. Materiaalschaarste remt uitbreiding WIE de geschiedenis van de radio-distributie kent, weet ook hoe de idee door pioniers als de gebroeders Fris en de heer Bau- ling van de Zaanstreek uit verder in ons land werd uitgedragen. In Amersfoort waren het aanvanke lijk drie personen, die van de ge meente voor vijf jaar de rijkscon cessie tot het exploiteren van een radio-centrale overnamen. Een van hen deed echter zijn aandeel over aan de beide anderen de heren B. Nieweg en G. J. van Harten die onmiddellijk besloten samen te gaan werken aan de opbouw van een degelijk, betrouwbaar radio distributie-net over de gehele stad. De centrale werd ingericht in de Langestraat in het pand. dat later door de firma Jamin werd betrok ken. Men had toen nog geen eigen lijnverbinding met de studio's doch werkte met ontvangers en verster kers, via welke de programma's van Huizen en Hilversum door middel van een hoog over Amers- foorts daken gespannen netwerk naar de afnemers werd doorge geven. Wat een zegening bleek de radio-distributie al spoedig voor heel velen in onze stad te zijn. Een radio was toen we telden het jaar 1928 niét alleen voor de butie-netten kon worden besteed. Het jaar 1939 brak aan met een abonnementenaantal van 4000. Arm en rijk waren hierbij verte genwoordigd. Zij konden over niet minder dan ,vijf programma's drie buitenlandse beschikken. Daarbij had de Centrale haar eigen gramofoon-uurtjes, waaraan aller lei attracties waren verbonden. Sindsdien gingen negen jaren voorbij. De bezetter plaatste alle 800 Nederlandse Centrales onder het beheer van de P.T.T. ook de Amersfoortse. Het materiaal sleet, het abonnementenaantal liep snel terug tot ongeveer 2500. Maar het werk werd voortgezet. Distributie- dienst, gemeente en luchtbescher ming profiteerden van deze moge lijkheid tot snelle berichtgeving. De illegaliteit nam in stilte alle maatregelen, die nodig waren om direct na de oorlog indien de Nederlandse zenders verwoest mochten zijn van de Centrale uit via kortegolfzenders in de wijde omtrek de nodige contacten te kunnen onderhouden en berich ten te kunnen omroepen. Geluk kig bleek dit niet nodig te zijn. Kent U ze wel? Hiermede vervolgen wij onze serie artikelen over bekende en onbekende personen uit ons aller omgeving. 99 T^NKELE vale strepen van de avondzon vallen door de hoge Gothlschc ramen van de Slnt-Jorlskerk over het oude Interieur, Over het monumentale orgel, en over de koperen kandelaren op de preekstoel. De zonnestralen vormen grillige figuren op de grote grijze plavuizen, waar over Iedere Zondag weer koster A. J. van den Hazel honderden mensen naar hun plaatsen leidt. „Ik doe dit al bijna acht jaar", zegt de koster en steeds Is het weer nieuw. De klokken luiden. Je ziet de mensen binnenkomen, In de banken schuiven en luisteren naar het orgel, dat be gint te spelen. Dan leidt Ik de dominee naar de preekstoel, zoals zoveel kosters In andere plaatsen op datzelfde moment doen. Het wordt stil. Een paar mensen kuchen nog en de dienst begint. En zo is het altijd weer, Zondag in, Zondag uit." n heeft mij wel eens ge vraagd, of dit werk mij nooit verveelt, vertelt de heer Van den Hazel, en steeds weer moet ik dan zeggen, dat het voor mij altijd nieuw blijft, zelfs al heb ik vier diensten achter elkaar gehad. Elk bruidspaar breng ik ook op dezelf de wijze naar binnen, omdat ik voel, dat ik hen voor het aange zicht van God breng. Ik beschouw mijn werk als een Levend bedrijf Het gebeurde in het jaar 1866. De verhouding tussen Pruissen en Oostenrijk, die reeds lang veel te wensen overliet, spitste zich hoe langer hoe meer toe. Na een levendige uitwisseling van diplomatieke nota's - dat was toen nog gebruikelijk! - kondigde Von Bismarck de algehele mobilisatie af en ging de Oostenrijkers te lijf. L'v; LIJKBAAR was de leider Soms zijn er berichten van alge meen belang om te roepen. Daar voor dient de microfoon waardoor ruim vijfduizend Amersfoortse ge zinnen kunnen worden bereikt. Natuurlijk wordt er voor gewaakt dat Amersfoorts ingezetenen er geen weggelopen poesjes en verlo ren zonnebrillen mee trachten terug te krijgen. minst bedeelden een bijna onbe taalbare luxe. Hoe aanlokkelijk was het niet. om je voor een luttel bedrag op het distributie-net te laten aansluiten, elke week twee kwartjes voor het abonnements geld opzij te leggen en voor een paar tientjes een goede luidspreker aan te schaffen? Zo snel nam het aantal abonné's toe en zo snel schreed ook de ont wikkeling van de radio-techniek voort dat in de volgende jaren tal van veranderingen plaats vonden. De apparatuur werd verbeterd, dc Centrale werd overgeplaatst naar het thans nog in gebruik zijnde pand aan de Lange Bergstraat en tenslotte verdween het netwerk van draden over de daken en wer den naar alle wijken van de stad grondkabels gelegd in totaal 18 km lang. Deze deden als voedingslij - nen dienst en van deze kabels uit werden straat na straat en wijk na wijk, tot eeh lengte van 200 km loodkabels langs de huizen gelegd, die voor de verdere verspreiding van de programma's moesten zor gen. Het was nu ook mogelijk be halve de beide Nederlandse nog een buitenlands programma in de Amersfoortse huiskamers te bren gen. Ondergronds De eigen lijnverbinding met de studio's in Hilversum maakte voor de binnenlandse programma's cte ontvangers overbodig. Ook anders zins betekende deze verandering een aanmerkelijke verbetering, daar het geluid nu geen atmosfe rische storingen meer onderging doch ondergronds van Hilversum naar de Centrale en vandaar via voorversterkers en energieverster kers door de voedingskabels naar de luidsprekers kon worden ge voerd. Het was ook in die jaren dat de heer Nieweg Amersfoort verliet en de leiding van de Apel- doornse Centrale, tot dusverre door beide Amersfoortse directeu ren beheerd, op zich nam. Onze stad bleef groeien en daarmee de Amersfoortse Radio Centrale. Ge lukkig leende de compacte wijze van bouwen zich uitstekend voor het aanleggen van een rendabel distributiesysteem zodat een flink deel van de opbrengst voor de vol making van de technische installa tie in de Centrale en van de distri- Deze week hebben we met de heer S. Appel, beheerder van de Centrale en sinds 1928 aan het be drijf verbonden, langs de enorme versterkers één van 1000 watt langs de meetpanclen en'de voorversterkers gewandeld. En al kunnen er dan vandaag de dag nog maar drie programma's worden verzorgd, toch kwamen we onwil lekeurig onder de indruk van de glanzende grijs-stalen kasten, waarin de lampen blauwwit flik keren en waarop ontelbare knop pen en schakelaars zijn aange bracht die het mogelijk maken het geluid zo zuiver mogelijk ln de huiskamer te brengen. Dit bedrijf leeft! Van 's morgens kwart voor ze ven tot een kwartier na midder nacht is er een juffrouw in de grote zaal aanwezig om er voor te waken dat „The Ramblers" overal in Amersfoort niet te zacht en niet te hard worden gehoord en dat Jan Boots niet plotseling een kraakstem krijgt. Soms gaat er' één achter de luidspreker bij de in lange tijd niet gebi-uikte gramo- foontafei zitten om Amersfoort een mededeling van algemeen belang te doen. Jammer genoeg kunnen er aan het aantal abonné's 5400 nog niet veel worden toegevoegd. Het materiaal is schaars en luid sprekers kunnen door de Centrale nog niet worden verschaft Maar toch vormt de Radio Centrale ook onder het beheer van de PTT nu weer een belangrijk element in het Amersfoortse culturele leven. Rijk bij de bepaling van de leeftijdsgrens der gemoblliseer- den evenmin kieskeurig als de Fuhrer van het Derde Rijk in de achter ons liggende oorlogs jaren. want ook een 44-jarige inwoner van het plaatsje Vree- de. Jan ter Hörne geheten, werd onder de wapenen geroepen. Ter Hörne voelde er echter weinig voor om zijn leven in te zetten voor de Pruisische expansie- zucht en besloot daarom te wei geren aan von Bismarcks oproep gevolg te geven. Ter Hörne stak dus de grens over en probeerde in het Neutrale Hol land een nieuw bestaan te vinden. Hij had in Vreede het beroep van wever uitge oefend en dit hand werk trachtte hij nu ook in zijn nieuwe vaderland weer op te vat ten. Eerst in Nunspeet Na enige tijd te hebben rond gezworven kwam hij in Nun speet terecht waar hij er inder daad ln slaagde om werk te vin den. Of het hem daar niet erg is bevallen, of dat hij bevreesd was. dat men zijn spoor zou vin den. is niet meer na te gaan. In ieder geval is zijn verblijf te Nunspeet slechts van korte duur geweest. Hij trok spoedig weer verder in zuidelijke richting, totdat hij op zekere dag in Lun- teren aankwam. Nu woonde er te Lunteren aan de Roskammersteeg een handwever, die tot in d« verre omtrek bekend was. Hij was gehuwd, doch had geen kin deren. Bovendien was hij reeds op gevorderde leeftijd, zodat hij best iemand kon gebruiken om hem te assisteren en later eventueel zijn bedrijf over te nemen. De Duitse vluchteling werd ln het Wevershuisje met open ar men ontvangen en schijnt in zijn nieuwe woonplaats zich al spoedig thuis gevoeld te heb ben. De exotische naam ter Hör ne Was natuurlijk weinig ge schikt om door Lunterse tongen te worden uitgesproken en daar om stond de nieuwe wevers knecht dan ook al spoedig be kend onder de echt-Hollandse naam Jan de Wever. In het Lunterse weversgezin heeft Jan de Wever na al zijn omzwer vingen de nodige rust gevonden. Hij was er letterlijk als kind ln huis en toen zijn pleegouders stierven, bleek, dat zij hem als enig erfge naam hadden aangewezen. Jan de Wever bleef dus alleen achter en is tot zijn dood toe alleen gebleven. Zo leefde hij dus als een kluize naar voort. Hij kookte zijn eigen potje en slechts tweemaal per week kwam een werkvrouw uit de buurt zijn-boeltje schoon maken. Tot omstreeks 1900 heeft hij het weefgetouw bediend. Ge deeltelijk door zijn reeds gevor derde leeftijd hij was inmid dels 76 jaar oud geworden maar meer nog .door de achter uitgang van het bedrijf moest hij toen het bijltje er bij neer leggen. Jan de Wever had steeds buiten gewoon sober geleefd en zodoende had hij voldoende overgespaard om de rest van zijn leven zonder fi-. nanciële zorgen te kunnen door brengen. Welverdiende ruat Ongeveer 15 jaar heeft hij van een LANGS de bosweg en hier en gloednieuwe honingvoorraad daar in tuinen en parken men snoepen. ko- de lamp aan en meestal blijft de vlinder in de sterke lichtbundel bloeit nu de kamperfoelie,' en op Terwijl we daar zo bezig zijn bij gevangen, stille warme avonden wanneer de de kamperfoeliebloemen, merken Njet dat we cfe vlinders vangen nevel tussen de struiken blijft han- we op dat de geur steeds sterker overigens, dat laten we over aan wordt. In de middag toen we naar hen dle een grondige studie maken geschikte bloemen aan het zoeken van de nachtvlinders of aan een waren, was er haast geen geur aan en nu wordt die met de minuut sterker. Alles is nu in gereedheid om de gen, geurt het overal naar de zoete reuk van deze wonderlijke bloem. Wat weten we eigenlijk van het intieme leven van zo'n kamper foeliebloem? Hebt U wel eens een paar uur stil gezeten bij een geurende kam- bezoekers te lokken en te ontvan- perfoeliestruik, wachtend op de dingen die komen gaan. We doen het dan eens tezamen. Al in de middag treffen we onze voorbe reidingen. We zoeken 'n paar bloe men uit die nog niet zijn open ge gaan. maar waarvan we vermoe den dat het ieder ogenblik kan ge beuren. En tegen een uur of zes betrekken we onze post, gewapend met niets anders dan een vulpen en een stérke electrische lantaren. Het eerste wat we te zien krij gen is het open gaan van een aan tal bloemen. Boven- en onderlip die als de wanden van een koker tje aan elkaar zitten laten stukje voor stukje los, en langzaam aan komen de meeldraden naar bene den. De stamper blijft heel vaak nog een hele tijd in de bovenlip han gen, maar wanneer deze zich ver der gaat uitspreiden zakt- ook de stamper omlaag. vr» op rl-t de knoppen al opengaand va& siami viundeicn. 1^.51 oiuuden <.e in verticale richting, langzaam gaan ze over in een horizontale stand. Al in de middag heeft zich in de bloem veel afgespeeld, er is 'n be gin gemaakt met de honingafschei- ding, de helgele helmhokjes van de meeldraden zijn open gegaan, en de stamper is gereed om stuifmeel te ontvangen, gen. De bloemen verspreiden sterke doordringende geur, en in de duisternis vallen ze door hun helwitte, haast fosforiserende kleur, goed op. En dc bezoekers komen, pijl staartvlinders van verschillend^ soort, populieren-, liguster-, lindi- pljlstaart prachtig van kleur en vorm, zo mooi dat het haast niet te.geloven is dat het werkelijk Ne derlandse vlinders zijn. We zien er ook grauwe en enke le mooi gekleurde nachtullvlinders op, die we wel kennen, omdat ze Toch komt'er zelis ln dat nauwe >ve> e.cn? k?™n binn?n vliegen op bloembuisje geen stuifmeel van de he!j, ste^ke licht van de lamp af. eigen meeldraden op de stamper, omdat deze een paar millimeter buiten de meeldraden uitsteekt. WANNEER we nu bij die open gaande bloemen een beetje geluk hebben kunnen we waarne men, hoe de hommels van de Ja, dat moet ik U vertellen, want ik hoor al vragen hoe ik die vlinders in het halfdonker kan zien. Natuurlijk wennen de ogen aan de duisternis, en wel zo goed, dat foelie een paar het best te zien is of er een vlin- beleefd, der op de bloera komt. Dan gaat museum. Wü hebben genoeg aan het zien alleen. De pijlstaartvlinders zijn blik semsnel in hun bewegingen, en ze steken al vliegend hun lange zuig- tong in de kamperfoeliebloem, ter wijl ze door de meeldraden rijke lijk bepoederd worden. DAT gebeurde er allemaal de eerste avond. Wanneer we de volgende avond onze bloemen vJeer opzoeken, we herkennen ze aan een inktstip, zijn ze helemaal ver anderd. De meeldraden die de vo rige dag helgeel en dik waren zijn nu leeggestovcn en verdroogd tot kleine bruine houweeltjes. Ook het uiterlijk van de bloem is veran derd, de kleur is helgeel en de slippen zijn tot rolletjes opgerold. De bloem is een tweederangs bloem geworden. Wat we nu gaan zien is dat de stamper zich langzaam op richt, en de. meeldraden naar be neden zakken. De vlinders zullen wanneer ze de kamperfoelie bezoeken eerst de nieuw uitgekomen helwitte bloe men met de grote slippen en dan pas de tweede rangsbloem met de gele kleur en de opgerolde slippen in de gaten krijgen. Eerst doen ze dus in een pas open bloem stuifmeel op en later strijken ze dat op de opgerichte stamper van de tweederangs bloem weer af. Ook de derde avond gaan we nog even bij de kamperfoelie kijken. Weer is het toneel veran derd, de gele bloemen van de vo rige dag zijn nu bruinachtig ge worden, maar de stamper is nog steeds rijp, zodat er, waneer dit nog niet gebéurd is, nog bestuiving kan plaats vinden. In de loop van de volgende dag vallen de bloemen af. maar we hebben bij de geurende kamper- prettige avonden HAN ALTA. Het oude Wevershuisje te Lunte ren... een prachtige harmonie van kleur en lijn welverdiende rust kunnen genieten. De laatste jaren begon hij wat ge brekkig te worden. Zo gebeurde het een paar jaar voor zijn dood, dat de buren, die hem enkele dagen niet gezien hadden, zich ongerust maak ten en op onderzoek uittogen. Zij forceerden een deur en vonden de oude wever languit in het varkens hok liggen. Hij was. zoals later bleek, gevallen en, daar hij niet bij machte was geweest om weer op te staan, had hij twee dagen en twee nachten in het varkenshok gelègcn. De verschrikte buren brachten hem naar bed en ontboden in allerijl een dokter. Het medisch onderzoek wees uit, da.t de patiënt nog kerngezond was en nadat zij hem vlug wat te eten en te drinken gegeven hadden knapte hij dan ook spoedig weer op. Toch ging hij na die tijd langza merhand achteruit. Op een Zondag morgen in Maart 1915 zagen de bu ren toen zij uit de kerk kwamen dat de vensters van het Wevèrs- huisjp nog gesloten waren. Toen zij naar binnen gingen n*a zijn val in he* varkenshok liet de Wever altijd »en raam open waardoor zij naar binnen konden klauteren vonder zij de oude Wever dood op zijn bed. Hij had de hoge leeftijd van 92 jaar bereikt. Op het Ka tholieke kerkhof te Vcenendaal werd bil begraven. Enkele maanden later werden zijn bezittingen publiek ver kocht Het weefgetouw met toe behoren was geheel verwaar loosd en is dan ook vermoede lijk als brandhout van de hand gegaan. Gelukkig kwam het huls in handen van notaris Dinger. Daaraan is het ongetwijfeld to danken, dat het in ongerepte toestand bewaard bleef. Het Wevershuisje is geen museum, waarin ge vrij kunt binnengaan. Toch moet ge. als ge in deze om geving komt, eens een kleine wan deling maken vanaf de Dorpsstraat door de Roskammersteeg en ver volgens via het „Donkere Steegje" naar de Klomperweg. Ge krijgt dan een stuk oud-Lunteren te zien met een merkwaardige historie. roeping. Mijn vader was koster en als jongen heb ik dat ook altijd al willen worden. Ik weet niet wat het is, maar het lijkt, of wij door het horen verkondigen van het Evangelie een drang krijgen zelf direct of indirect mee te werken aan de verbreiding daarvan. Het geeft mij een voldaan gevoel, wanneer de kerk vol is. Dit had myn vader ook. Hij was altijd in de kerk en zijn ideaal was om in- plaats van koster van de Lutherse gemeente, het kosterschap van de St. Joriskerk te bekleden. Hij heeft dit nooit kunnen bereiken, maar de Joriskerk was nooit uit zijn gedachten, 'k Wilde, dat hij nu eens even kon zien, maar dat is eenmaal onmogelijk en bij zulke gedachten kunnen we niet lang stil blijven staan, want het leven gaat verder. Omvangrijke faak Het is niet alleen de taak van de koster om des Zondags mensen naar hun plaatsen te leiden, 0 nee, stelt U zich eens voor, iedereen zou proberen koster te worden. Dc ad ministratie van aanvragen voor Huwelijksinzegening moet worden bijgehouden. Kindertjes moeten in geschreven worden voor de doop, en daarmee is het nog niet klaar, want als er ongeveer 15 of meer kinderen ten doop worden gehou den, moet de koster er voor zor gen, dat Jantje niet voor Pietje wordt aangezien. Zo zijn er tal van andere dingen, die door hem moe ten worden opgeknapt. Tijdens'de bezetting ging de heer Van den Hazel net als zijn voorgangers in lang vervlogen jaren, van bank tot bank, om stoven met gloeiende houtskool neer te zetten. Dat was 'n heel karwei, maar dat deerde de koster niet, het hoorde immers bij zijn kosterschap. Bovendien ziet hij niet tegen wat werk op. Hij is gaan studeren en enkele maanden geleden haal de hij de acte Godsdienston derwijs. Nu loopt de koster van de Joriskerk rond met plan nen om in de toekomst bijbel lezingen in de randgemeenten te gaan houden. ?8S>, De heer Van den Hazel is meer dan alleen koster en Godsdienst onderwijzer. Hij is een vraagbaak voor velen. Men komt bij hem in formeren naar de gang van zaken bij doop en huwelijksinzegening. Eens kwam iemand hem vragen welke melkboer hij nemen moest. Het is begrijpelijk dat de koster hierdoor een sterke band met de Gemeente voelt. Soms als hij de eerste Zondag na zijn vacantie zijn taak weer vervult, pakt een oudje hem bij zijn arm, en fluistert: „Iky ben blij, dat U weer terug bent."* Dikwijls gaat de koster op een doordeweekse dag uit zijn woning boven de consistoriekamer, naar beneden de kerk binnen en loopt dan denkend over de grijze plavuizen, waaronder honderden mensen begraven liggen. Hij gaat onder de oude gewelven door langs de preekstoel, en die verlaten ban ken, langs de schildering van St. Joris met de draak en de klokken- man, die met het hamertje in zijn hand staat om de tijd af te tikken. Dan staat hij stil om rond te zien, en te luisteren naar de stilte, met zijn rug naar de deuren, waardoor 's Zondags de kerkgangers binnen- schuifelen. Is het een wonder, dat de koster van de Joriskerk spreekt over mijn kerk en mijn toren? Zelfs mensen, die „nooit iets mankeren", overkomt het, dat zij 's morgens uit bed willen stappen en met een gil van pijn weer te rugvallen. Spit! Spit is de beruchte kwaal, die jaarlijks duizenden men sen plaagt en niet alleen de men sen, maar ook hun werkgevers, die dan arbeidsverzuim moeten note ren. De lendespit, medisch lumbago genoemd, is een vorm van rheuma- tisme en de oorzaak er van is he laas nog niet geheel opgehelderd. Een plotselinge afkoeling, maar ook infectie kan er de oorzaak van zijn. Spit ontstaat ook, wanneer men zich vertilt. Heel veel komt het ver schijnsel voor bij grondwerkers en tuinders, als zij wat ouder worden en hier wordt de spit beschouwd als een soort slijtageziekte. Spit komt meestal als een don derslag bij heldere hemel. Plotse ling kan de patiënt niet meer buk ken en zelfs nauwelijks lopen. Enige studenten verklaarden zich bereid een paar kleine stukjes spierweefsel uit te laten snijden, toen zij last hadden van spit en er kon een microscopisch onderzoek worden verricht. Bij die gelegen heid bleek, dat in dat spierweefsel verdikkingen, de zogenaamde myo- gelosen voorkwamen. Dr. Schade schreef deze verdikkingen toe aan scheikundige veranderingen van het spiereiwit. De myogelosen spe len bij verscheidene vormen van spierrheumatiek een rol. Zij komen vaker bij vermoeide, dan in goed uitgeruste spieren voor, waaruit ge concludeerd zou kunnen worden, dat landarbeiders het meest van lendespit té lijden hebben. Er zijn mensen, die meermalen per jaar spit hebben, een dag of drie heel erg, later minder doch nog altijd pijnlijk. Lendespit wordt op verschillende manieren behandeld. Hoofdzaak is verwarming van de lendenen. Men gebruikt warmwaterkruiken: ook wel electrische kacheltjes, doch ik moet met grote klem op voorzichtig gebruik daarvan aandringen. Een kacheltje kan men eigenlijk alleen maar veilig gebruiken, als men er speciaal bij gaat zitten voor de be handeling. De vele bestralingsappa raten, die men aanprijst, hebben naar mijn ervaring in het alge meen weinig succes. Ik wil hierbij vooral de opmer king maken, dat men er niet alleen is met verwarming, doch dat men na de „kuur" het pijnlijke lichaams deel goed bedekt en afkoeling voor komt. Ook massage wordt met succes toegepast. Dit dient te geschieden door een vakkundig masseur. Saly- cylzuurprcparaten en in hardnekki ge gevallen de physische therapie worden gebezigd. Genoemde physische therapie kan alleen in speciaal daar voor ingerichte instituten plaats hebben. Bij lendespit nemen wij lichtbaden in kasten, waarin een zeker aantal gloeilampen, de zoge naamde kooldraadlampen, is aan gebracht. Deze lampen geven veel warmte cn als men de patiënt in zo'n kast plaatst, worden zijn spie ren goed doorwarmd. Ook behande ling met hete lucht kan aanbeveling verdienen. Verder hebben wij dan nog de diathernue. verwarming door middel van electrische stroom. Men heeft daarvoor twee platen op het lichaam, welke platen aan het clcctrisch nel. door middel van een speciaal toestel zijn aangebracht. Een veel minder toegepaste me thode is die met warme modder- compressen. Natuurlijk geen gewo ne modder, maar modder, die uit vulcanische hete bronnen afkomstig is. Zeer beroemd in dit opzicht is de modder van Pistyan in Tsjecho- slowakije. Deze heeft een zekere radioactieve werking en houdt de warmte urenlang vast. Tot het volgende spreekuur! De St. Joriskerk waar koster Vanden Hazel een groot deel van zijn leven doorbrengt (Zie: kent U ze wel)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 4