Kamperfoelie geurt in de avond
Twintig
jaar radio-distributie in
Amersfoort
Koster van de Sint Joris-kerk
Een prachtig stuk oud-Lunteren
met een merkwaardige historie
Wat doen we tegen spit?
1928
1948
Centrale in de Bergstraat heeft
5400 luisteraars
Ik beschouw mijn werk als
een roeping"
Me
Het Wevershuisje:
Jan ter Hörne, deserteerde in 1866
uit Duitsland
BL
°L
Warmte het beste
geneesmiddel
Zaterdag 19 Juni 1948
Veel heeft er niet aan die knoppen
te worden gedraaid, want de ge
hele apparatuur is prima in orde.
Maar zo nu en dan moet de beheer
der van de Radio Centrale de ver
sterkers toch wel te hulp komen.
Op deze foto ziet U de heer Appel
in actie bij de energie-versterkers.
Twintig jaar geleden timmerde vader in een hoek van ome
huiskamer een plankje. Bruin gebeitst zag het er keurig
uit en nog netter werd het toen moeder er met punaises een ge
bloemd strookje langs bevestigde, geknipt uit een lapje stof dat
ze van de nieuwe gordijnen had overgehouden. Een dag of wat
later stond er een luidspreker op de plank, zo n ouderwets rond
geval, dat destijds door de Philipsfabrieken voor de somma van
dertig gulden in de handel werd gebracht. Veel eerder al had
den wij - kinderen - ons vermaakt met het kijken naar de man
nen. die over de daken in onze buurt kropen om er draden te
spannen. Later waren ze daarmee zelfs in ons eigen huis bezig
geweest. En toen - het hele gezin stond er een beetje beverig
van opwinding bij - kwam er op zeker ogenblik geluid uit onze
nieuwe luidspreker. Een stem, muziek. Zo had dan de Amers-
foortse Radio Centrale, die haar werk een paar maanden eerder
was begonnen, gezorgd dat ook wij onze eigen radio hadden.
Materiaalschaarste remt
uitbreiding
WIE de geschiedenis van de
radio-distributie kent, weet
ook hoe de idee door pioniers als
de gebroeders Fris en de heer Bau-
ling van de Zaanstreek uit verder
in ons land werd uitgedragen. In
Amersfoort waren het aanvanke
lijk drie personen, die van de ge
meente voor vijf jaar de rijkscon
cessie tot het exploiteren van een
radio-centrale overnamen. Een van
hen deed echter zijn aandeel over
aan de beide anderen de heren
B. Nieweg en G. J. van Harten
die onmiddellijk besloten samen te
gaan werken aan de opbouw van
een degelijk, betrouwbaar radio
distributie-net over de gehele stad.
De centrale werd ingericht in de
Langestraat in het pand. dat later
door de firma Jamin werd betrok
ken. Men had toen nog geen eigen
lijnverbinding met de studio's doch
werkte met ontvangers en verster
kers, via welke de programma's
van Huizen en Hilversum door
middel van een hoog over Amers-
foorts daken gespannen netwerk
naar de afnemers werd doorge
geven. Wat een zegening bleek de
radio-distributie al spoedig voor
heel velen in onze stad te zijn. Een
radio was toen we telden het
jaar 1928 niét alleen voor de
butie-netten kon worden besteed.
Het jaar 1939 brak aan met een
abonnementenaantal van 4000.
Arm en rijk waren hierbij verte
genwoordigd. Zij konden over niet
minder dan ,vijf programma's
drie buitenlandse beschikken.
Daarbij had de Centrale haar eigen
gramofoon-uurtjes, waaraan aller
lei attracties waren verbonden.
Sindsdien gingen negen jaren
voorbij. De bezetter plaatste alle
800 Nederlandse Centrales onder
het beheer van de P.T.T. ook de
Amersfoortse. Het materiaal sleet,
het abonnementenaantal liep snel
terug tot ongeveer 2500. Maar het
werk werd voortgezet. Distributie-
dienst, gemeente en luchtbescher
ming profiteerden van deze moge
lijkheid tot snelle berichtgeving.
De illegaliteit nam in stilte alle
maatregelen, die nodig waren om
direct na de oorlog indien de
Nederlandse zenders verwoest
mochten zijn van de Centrale
uit via kortegolfzenders in de
wijde omtrek de nodige contacten
te kunnen onderhouden en berich
ten te kunnen omroepen. Geluk
kig bleek dit niet nodig te zijn.
Kent U
ze wel?
Hiermede vervolgen wij onze
serie artikelen over bekende en
onbekende personen uit ons aller
omgeving.
99
T^NKELE vale strepen van de avondzon vallen door de hoge Gothlschc
ramen van de Slnt-Jorlskerk over het oude Interieur, Over het
monumentale orgel, en over de koperen kandelaren op de preekstoel. De
zonnestralen vormen grillige figuren op de grote grijze plavuizen, waar
over Iedere Zondag weer koster A. J. van den Hazel honderden mensen
naar hun plaatsen leidt. „Ik doe dit al bijna acht jaar", zegt de koster
en steeds Is het weer nieuw. De klokken luiden. Je ziet de mensen
binnenkomen, In de banken schuiven en luisteren naar het orgel, dat be
gint te spelen. Dan leidt Ik de dominee naar de preekstoel, zoals zoveel
kosters In andere plaatsen op datzelfde moment doen. Het wordt stil.
Een paar mensen kuchen nog en de dienst begint. En zo is het altijd
weer, Zondag in, Zondag uit."
n heeft mij wel eens ge
vraagd, of dit werk mij
nooit verveelt, vertelt de heer Van
den Hazel, en steeds weer moet ik
dan zeggen, dat het voor mij altijd
nieuw blijft, zelfs al heb ik vier
diensten achter elkaar gehad. Elk
bruidspaar breng ik ook op dezelf
de wijze naar binnen, omdat ik
voel, dat ik hen voor het aange
zicht van God breng.
Ik beschouw mijn werk als een
Levend bedrijf
Het gebeurde in het jaar 1866.
De verhouding tussen Pruissen en Oostenrijk, die reeds
lang veel te wensen overliet, spitste zich hoe langer hoe meer
toe. Na een levendige uitwisseling van diplomatieke nota's - dat
was toen nog gebruikelijk! - kondigde Von Bismarck de algehele
mobilisatie af en ging de Oostenrijkers te lijf.
L'v;
LIJKBAAR was de leider
Soms zijn er berichten van alge
meen belang om te roepen. Daar
voor dient de microfoon waardoor
ruim vijfduizend Amersfoortse ge
zinnen kunnen worden bereikt.
Natuurlijk wordt er voor gewaakt
dat Amersfoorts ingezetenen er
geen weggelopen poesjes en verlo
ren zonnebrillen mee trachten terug
te krijgen.
minst bedeelden een bijna onbe
taalbare luxe. Hoe aanlokkelijk
was het niet. om je voor een luttel
bedrag op het distributie-net te
laten aansluiten, elke week twee
kwartjes voor het abonnements
geld opzij te leggen en voor een
paar tientjes een goede luidspreker
aan te schaffen?
Zo snel nam het aantal abonné's
toe en zo snel schreed ook de ont
wikkeling van de radio-techniek
voort dat in de volgende jaren tal
van veranderingen plaats vonden.
De apparatuur werd verbeterd, dc
Centrale werd overgeplaatst naar
het thans nog in gebruik zijnde
pand aan de Lange Bergstraat en
tenslotte verdween het netwerk
van draden over de daken en wer
den naar alle wijken van de stad
grondkabels gelegd in totaal 18 km
lang. Deze deden als voedingslij -
nen dienst en van deze kabels uit
werden straat na straat en wijk
na wijk, tot eeh lengte van 200 km
loodkabels langs de huizen gelegd,
die voor de verdere verspreiding
van de programma's moesten zor
gen. Het was nu ook mogelijk be
halve de beide Nederlandse nog
een buitenlands programma in de
Amersfoortse huiskamers te bren
gen.
Ondergronds
De eigen lijnverbinding met de
studio's in Hilversum maakte voor
de binnenlandse programma's cte
ontvangers overbodig. Ook anders
zins betekende deze verandering
een aanmerkelijke verbetering,
daar het geluid nu geen atmosfe
rische storingen meer onderging
doch ondergronds van Hilversum
naar de Centrale en vandaar via
voorversterkers en energieverster
kers door de voedingskabels naar
de luidsprekers kon worden ge
voerd. Het was ook in die jaren
dat de heer Nieweg Amersfoort
verliet en de leiding van de Apel-
doornse Centrale, tot dusverre
door beide Amersfoortse directeu
ren beheerd, op zich nam. Onze
stad bleef groeien en daarmee de
Amersfoortse Radio Centrale. Ge
lukkig leende de compacte wijze
van bouwen zich uitstekend voor
het aanleggen van een rendabel
distributiesysteem zodat een flink
deel van de opbrengst voor de vol
making van de technische installa
tie in de Centrale en van de distri-
Deze week hebben we met de
heer S. Appel, beheerder van de
Centrale en sinds 1928 aan het be
drijf verbonden, langs de enorme
versterkers één van 1000 watt
langs de meetpanclen en'de
voorversterkers gewandeld. En al
kunnen er dan vandaag de dag nog
maar drie programma's worden
verzorgd, toch kwamen we onwil
lekeurig onder de indruk van de
glanzende grijs-stalen kasten,
waarin de lampen blauwwit flik
keren en waarop ontelbare knop
pen en schakelaars zijn aange
bracht die het mogelijk maken het
geluid zo zuiver mogelijk ln de
huiskamer te brengen. Dit bedrijf
leeft!
Van 's morgens kwart voor ze
ven tot een kwartier na midder
nacht is er een juffrouw in de
grote zaal aanwezig om er voor
te waken dat „The Ramblers"
overal in Amersfoort niet te zacht
en niet te hard worden gehoord en
dat Jan Boots niet plotseling een
kraakstem krijgt. Soms gaat er' één
achter de luidspreker bij de in
lange tijd niet gebi-uikte gramo-
foontafei zitten om Amersfoort een
mededeling van algemeen belang
te doen. Jammer genoeg kunnen er
aan het aantal abonné's 5400
nog niet veel worden toegevoegd.
Het materiaal is schaars en luid
sprekers kunnen door de Centrale
nog niet worden verschaft Maar
toch vormt de Radio Centrale ook
onder het beheer van de PTT nu
weer een belangrijk element in het
Amersfoortse culturele leven.
Rijk bij de bepaling van de
leeftijdsgrens der gemoblliseer-
den evenmin kieskeurig als de
Fuhrer van het Derde Rijk in
de achter ons liggende oorlogs
jaren. want ook een 44-jarige
inwoner van het plaatsje Vree-
de. Jan ter Hörne geheten, werd
onder de wapenen geroepen. Ter
Hörne voelde er echter weinig
voor om zijn leven in te zetten
voor de Pruisische expansie-
zucht en besloot daarom te wei
geren aan von Bismarcks oproep
gevolg te geven.
Ter Hörne stak dus de grens over
en probeerde in het Neutrale Hol
land een nieuw bestaan te vinden.
Hij had in Vreede het beroep van
wever uitge oefend en dit hand
werk trachtte hij nu ook in zijn
nieuwe vaderland weer op te vat
ten.
Eerst in Nunspeet
Na enige tijd te hebben rond
gezworven kwam hij in Nun
speet terecht waar hij er inder
daad ln slaagde om werk te vin
den. Of het hem daar niet erg is
bevallen, of dat hij bevreesd
was. dat men zijn spoor zou vin
den. is niet meer na te gaan. In
ieder geval is zijn verblijf te
Nunspeet slechts van korte duur
geweest. Hij trok spoedig weer
verder in zuidelijke richting,
totdat hij op zekere dag in Lun-
teren aankwam.
Nu woonde er te Lunteren aan de
Roskammersteeg een handwever, die
tot in d« verre omtrek bekend was.
Hij was gehuwd, doch had geen kin
deren. Bovendien was hij reeds op
gevorderde leeftijd, zodat hij best
iemand kon gebruiken om hem te
assisteren en later eventueel zijn
bedrijf over te nemen.
De Duitse vluchteling werd ln
het Wevershuisje met open ar
men ontvangen en schijnt in
zijn nieuwe woonplaats zich al
spoedig thuis gevoeld te heb
ben. De exotische naam ter Hör
ne Was natuurlijk weinig ge
schikt om door Lunterse tongen
te worden uitgesproken en daar
om stond de nieuwe wevers
knecht dan ook al spoedig be
kend onder de echt-Hollandse
naam Jan de Wever.
In het Lunterse weversgezin heeft
Jan de Wever na al zijn omzwer
vingen de nodige rust gevonden. Hij
was er letterlijk als kind ln huis en
toen zijn pleegouders stierven,
bleek, dat zij hem als enig erfge
naam hadden aangewezen.
Jan de Wever bleef dus alleen
achter en is tot zijn dood toe alleen
gebleven.
Zo leefde hij dus als een kluize
naar voort. Hij kookte zijn eigen
potje en slechts tweemaal per week
kwam een werkvrouw uit de buurt
zijn-boeltje schoon maken.
Tot omstreeks 1900 heeft hij
het weefgetouw bediend. Ge
deeltelijk door zijn reeds gevor
derde leeftijd hij was inmid
dels 76 jaar oud geworden
maar meer nog .door de achter
uitgang van het bedrijf moest
hij toen het bijltje er bij neer
leggen.
Jan de Wever had steeds buiten
gewoon sober geleefd en zodoende
had hij voldoende overgespaard om
de rest van zijn leven zonder fi-.
nanciële zorgen te kunnen door
brengen.
Welverdiende ruat
Ongeveer 15 jaar heeft hij van een
LANGS de bosweg en hier en gloednieuwe honingvoorraad
daar in tuinen en parken men snoepen.
ko- de lamp aan en meestal blijft de
vlinder in de sterke lichtbundel
bloeit nu de kamperfoelie,' en op Terwijl we daar zo bezig zijn bij gevangen,
stille warme avonden wanneer de de kamperfoeliebloemen, merken Njet dat we cfe vlinders vangen
nevel tussen de struiken blijft han- we op dat de geur steeds sterker overigens, dat laten we over aan
wordt. In de middag toen we naar hen dle een grondige studie maken
geschikte bloemen aan het zoeken van de nachtvlinders of aan een
waren, was er haast geen geur aan
en nu wordt die met de minuut
sterker.
Alles is nu in gereedheid om de
gen, geurt het overal naar de zoete
reuk van deze wonderlijke bloem.
Wat weten we eigenlijk van het
intieme leven van zo'n kamper
foeliebloem?
Hebt U wel eens een paar uur
stil gezeten bij een geurende kam- bezoekers te lokken en te ontvan-
perfoeliestruik, wachtend op de
dingen die komen gaan. We doen
het dan eens tezamen. Al in de
middag treffen we onze voorbe
reidingen. We zoeken 'n paar bloe
men uit die nog niet zijn open ge
gaan. maar waarvan we vermoe
den dat het ieder ogenblik kan ge
beuren. En tegen een uur of zes
betrekken we onze post, gewapend
met niets anders dan een vulpen
en een stérke electrische lantaren.
Het eerste wat we te zien krij
gen is het open gaan van een aan
tal bloemen. Boven- en onderlip
die als de wanden van een koker
tje aan elkaar zitten laten stukje
voor stukje los, en langzaam aan
komen de meeldraden naar bene
den.
De stamper blijft heel vaak nog
een hele tijd in de bovenlip han
gen, maar wanneer deze zich ver
der gaat uitspreiden zakt- ook de
stamper omlaag.
vr» op rl-t
de knoppen al opengaand va&
siami viundeicn. 1^.51 oiuuden <.e
in verticale richting, langzaam gaan
ze over in een horizontale stand.
Al in de middag heeft zich in de
bloem veel afgespeeld, er is 'n be
gin gemaakt met de honingafschei-
ding, de helgele helmhokjes van de
meeldraden zijn open gegaan, en
de stamper is gereed om stuifmeel
te ontvangen,
gen. De bloemen verspreiden
sterke doordringende geur, en in
de duisternis vallen ze door hun
helwitte, haast fosforiserende
kleur, goed op.
En dc bezoekers komen, pijl
staartvlinders van verschillend^
soort, populieren-, liguster-, lindi-
pljlstaart prachtig van kleur en
vorm, zo mooi dat het haast niet
te.geloven is dat het werkelijk Ne
derlandse vlinders zijn.
We zien er ook grauwe en enke
le mooi gekleurde nachtullvlinders
op, die we wel kennen, omdat ze
Toch komt'er zelis ln dat nauwe >ve> e.cn? k?™n binn?n vliegen op
bloembuisje geen stuifmeel van de he!j, ste^ke licht van de lamp af.
eigen meeldraden op de stamper,
omdat deze een paar millimeter
buiten de meeldraden uitsteekt.
WANNEER we nu bij die open
gaande bloemen een beetje
geluk hebben kunnen we waarne
men, hoe de hommels van de
Ja, dat moet ik U vertellen,
want ik hoor al vragen hoe ik die
vlinders in het halfdonker kan
zien.
Natuurlijk wennen de ogen aan
de duisternis, en wel zo goed, dat foelie een paar
het best te zien is of er een vlin- beleefd,
der op de bloera komt. Dan gaat
museum. Wü hebben genoeg aan
het zien alleen.
De pijlstaartvlinders zijn blik
semsnel in hun bewegingen, en ze
steken al vliegend hun lange zuig-
tong in de kamperfoeliebloem, ter
wijl ze door de meeldraden rijke
lijk bepoederd worden.
DAT gebeurde er allemaal de
eerste avond. Wanneer we de
volgende avond onze bloemen vJeer
opzoeken, we herkennen ze aan
een inktstip, zijn ze helemaal ver
anderd. De meeldraden die de vo
rige dag helgeel en dik waren zijn
nu leeggestovcn en verdroogd tot
kleine bruine houweeltjes. Ook het
uiterlijk van de bloem is veran
derd, de kleur is helgeel en de
slippen zijn tot rolletjes opgerold.
De bloem is een tweederangs bloem
geworden. Wat we nu gaan zien is
dat de stamper zich langzaam op
richt, en de. meeldraden naar be
neden zakken.
De vlinders zullen wanneer ze
de kamperfoelie bezoeken eerst de
nieuw uitgekomen helwitte bloe
men met de grote slippen en dan
pas de tweede rangsbloem met de
gele kleur en de opgerolde slippen
in de gaten krijgen.
Eerst doen ze dus in een pas
open bloem stuifmeel op en later
strijken ze dat op de opgerichte
stamper van de tweederangs bloem
weer af. Ook de derde avond gaan
we nog even bij de kamperfoelie
kijken. Weer is het toneel veran
derd, de gele bloemen van de vo
rige dag zijn nu bruinachtig ge
worden, maar de stamper is nog
steeds rijp, zodat er, waneer dit
nog niet gebéurd is, nog bestuiving
kan plaats vinden.
In de loop van de volgende dag
vallen de bloemen af. maar we
hebben bij de geurende kamper-
prettige avonden
HAN ALTA.
Het oude Wevershuisje te Lunte
ren... een prachtige harmonie van
kleur en lijn
welverdiende rust kunnen genieten.
De laatste jaren begon hij wat ge
brekkig te worden. Zo gebeurde het
een paar jaar voor zijn dood, dat de
buren, die hem enkele dagen niet
gezien hadden, zich ongerust maak
ten en op onderzoek uittogen. Zij
forceerden een deur en vonden de
oude wever languit in het varkens
hok liggen. Hij was. zoals later
bleek, gevallen en, daar hij niet bij
machte was geweest om weer op te
staan, had hij twee dagen en twee
nachten in het varkenshok gelègcn.
De verschrikte buren brachten hem
naar bed en ontboden in allerijl een
dokter. Het medisch onderzoek wees
uit, da.t de patiënt nog kerngezond
was en nadat zij hem vlug wat te
eten en te drinken gegeven hadden
knapte hij dan ook spoedig weer op.
Toch ging hij na die tijd langza
merhand achteruit. Op een Zondag
morgen in Maart 1915 zagen de bu
ren toen zij uit de kerk kwamen
dat de vensters van het Wevèrs-
huisjp nog gesloten waren. Toen zij
naar binnen gingen n*a zijn val
in he* varkenshok liet de Wever
altijd »en raam open waardoor zij
naar binnen konden klauteren
vonder zij de oude Wever dood op
zijn bed. Hij had de hoge leeftijd
van 92 jaar bereikt. Op het Ka
tholieke kerkhof te Vcenendaal
werd bil begraven.
Enkele maanden later werden
zijn bezittingen publiek ver
kocht Het weefgetouw met toe
behoren was geheel verwaar
loosd en is dan ook vermoede
lijk als brandhout van de hand
gegaan.
Gelukkig kwam het huls in
handen van notaris Dinger.
Daaraan is het ongetwijfeld to
danken, dat het in ongerepte
toestand bewaard bleef.
Het Wevershuisje is geen museum,
waarin ge vrij kunt binnengaan.
Toch moet ge. als ge in deze om
geving komt, eens een kleine wan
deling maken vanaf de Dorpsstraat
door de Roskammersteeg en ver
volgens via het „Donkere Steegje"
naar de Klomperweg. Ge krijgt dan
een stuk oud-Lunteren te zien met
een merkwaardige historie.
roeping. Mijn vader was koster en
als jongen heb ik dat ook altijd al
willen worden. Ik weet niet wat
het is, maar het lijkt, of wij door
het horen verkondigen van het
Evangelie een drang krijgen zelf
direct of indirect mee te werken
aan de verbreiding daarvan.
Het geeft mij een voldaan gevoel,
wanneer de kerk vol is. Dit had
myn vader ook. Hij was altijd in
de kerk en zijn ideaal was om in-
plaats van koster van de Lutherse
gemeente, het kosterschap van de
St. Joriskerk te bekleden. Hij
heeft dit nooit kunnen bereiken,
maar de Joriskerk was nooit uit
zijn gedachten, 'k Wilde, dat hij nu
eens even kon zien, maar dat is
eenmaal onmogelijk en bij zulke
gedachten kunnen we niet lang
stil blijven staan, want het leven
gaat verder.
Omvangrijke faak
Het is niet alleen de taak van de
koster om des Zondags mensen
naar hun plaatsen te leiden, 0 nee,
stelt U zich eens voor, iedereen zou
proberen koster te worden. Dc ad
ministratie van aanvragen voor
Huwelijksinzegening moet worden
bijgehouden. Kindertjes moeten in
geschreven worden voor de doop,
en daarmee is het nog niet klaar,
want als er ongeveer 15 of meer
kinderen ten doop worden gehou
den, moet de koster er voor zor
gen, dat Jantje niet voor Pietje
wordt aangezien. Zo zijn er tal van
andere dingen, die door hem moe
ten worden opgeknapt. Tijdens'de
bezetting ging de heer Van den
Hazel net als zijn voorgangers in
lang vervlogen jaren, van bank tot
bank, om stoven met gloeiende
houtskool neer te zetten. Dat was 'n
heel karwei, maar dat deerde de
koster niet, het hoorde immers bij
zijn kosterschap. Bovendien ziet
hij niet tegen wat werk op.
Hij is gaan studeren en
enkele maanden geleden haal
de hij de acte Godsdienston
derwijs. Nu loopt de koster van
de Joriskerk rond met plan
nen om in de toekomst bijbel
lezingen in de randgemeenten
te gaan houden.
?8S>,
De heer Van den Hazel is meer
dan alleen koster en Godsdienst
onderwijzer. Hij is een vraagbaak
voor velen. Men komt bij hem in
formeren naar de gang van zaken
bij doop en huwelijksinzegening.
Eens kwam iemand hem vragen
welke melkboer hij nemen moest.
Het is begrijpelijk dat de koster
hierdoor een sterke band met de
Gemeente voelt. Soms als hij de
eerste Zondag na zijn vacantie zijn
taak weer vervult, pakt een oudje
hem bij zijn arm, en fluistert: „Iky
ben blij, dat U weer terug bent."*
Dikwijls gaat de koster op een
doordeweekse dag uit zijn woning
boven de consistoriekamer, naar
beneden de kerk binnen en
loopt dan denkend over de grijze
plavuizen, waaronder honderden
mensen begraven liggen. Hij gaat
onder de oude gewelven door langs
de preekstoel, en die verlaten ban
ken, langs de schildering van St.
Joris met de draak en de klokken-
man, die met het hamertje in zijn
hand staat om de tijd af te tikken.
Dan staat hij stil om rond te zien,
en te luisteren naar de stilte, met
zijn rug naar de deuren, waardoor
's Zondags de kerkgangers binnen-
schuifelen. Is het een wonder, dat
de koster van de Joriskerk spreekt
over mijn kerk en mijn toren?
Zelfs mensen, die „nooit iets
mankeren", overkomt het, dat zij
's morgens uit bed willen stappen
en met een gil van pijn weer te
rugvallen. Spit! Spit is de beruchte
kwaal, die jaarlijks duizenden men
sen plaagt en niet alleen de men
sen, maar ook hun werkgevers, die
dan arbeidsverzuim moeten note
ren.
De lendespit, medisch lumbago
genoemd, is een vorm van rheuma-
tisme en de oorzaak er van is he
laas nog niet geheel opgehelderd.
Een plotselinge afkoeling, maar ook
infectie kan er de oorzaak van zijn.
Spit ontstaat ook, wanneer men zich
vertilt. Heel veel komt het ver
schijnsel voor bij grondwerkers en
tuinders, als zij wat ouder worden
en hier wordt de spit beschouwd als
een soort slijtageziekte.
Spit komt meestal als een don
derslag bij heldere hemel. Plotse
ling kan de patiënt niet meer buk
ken en zelfs nauwelijks lopen.
Enige studenten verklaarden zich
bereid een paar kleine stukjes
spierweefsel uit te laten snijden,
toen zij last hadden van spit en er
kon een microscopisch onderzoek
worden verricht. Bij die gelegen
heid bleek, dat in dat spierweefsel
verdikkingen, de zogenaamde myo-
gelosen voorkwamen. Dr. Schade
schreef deze verdikkingen toe aan
scheikundige veranderingen van
het spiereiwit. De myogelosen spe
len bij verscheidene vormen van
spierrheumatiek een rol. Zij komen
vaker bij vermoeide, dan in goed
uitgeruste spieren voor, waaruit ge
concludeerd zou kunnen worden,
dat landarbeiders het meest van
lendespit té lijden hebben. Er zijn
mensen, die meermalen per jaar
spit hebben, een dag of drie heel
erg, later minder doch nog altijd
pijnlijk.
Lendespit wordt op verschillende
manieren behandeld. Hoofdzaak is
verwarming van de lendenen. Men
gebruikt warmwaterkruiken: ook
wel electrische kacheltjes, doch ik
moet met grote klem op voorzichtig
gebruik daarvan aandringen. Een
kacheltje kan men eigenlijk alleen
maar veilig gebruiken, als men er
speciaal bij gaat zitten voor de be
handeling. De vele bestralingsappa
raten, die men aanprijst, hebben
naar mijn ervaring in het alge
meen weinig succes.
Ik wil hierbij vooral de opmer
king maken, dat men er niet alleen
is met verwarming, doch dat men
na de „kuur" het pijnlijke lichaams
deel goed bedekt en afkoeling voor
komt.
Ook massage wordt met succes
toegepast. Dit dient te geschieden
door een vakkundig masseur. Saly-
cylzuurprcparaten en in hardnekki
ge gevallen de physische therapie
worden gebezigd.
Genoemde physische therapie
kan alleen in speciaal daar
voor ingerichte instituten plaats
hebben. Bij lendespit nemen wij
lichtbaden in kasten, waarin een
zeker aantal gloeilampen, de zoge
naamde kooldraadlampen, is aan
gebracht. Deze lampen geven veel
warmte cn als men de patiënt in
zo'n kast plaatst, worden zijn spie
ren goed doorwarmd. Ook behande
ling met hete lucht kan aanbeveling
verdienen. Verder hebben wij dan
nog de diathernue. verwarming
door middel van electrische stroom.
Men heeft daarvoor twee platen op
het lichaam, welke platen aan het
clcctrisch nel. door middel van een
speciaal toestel zijn aangebracht.
Een veel minder toegepaste me
thode is die met warme modder-
compressen. Natuurlijk geen gewo
ne modder, maar modder, die uit
vulcanische hete bronnen afkomstig
is. Zeer beroemd in dit opzicht is
de modder van Pistyan in Tsjecho-
slowakije. Deze heeft een zekere
radioactieve werking en houdt de
warmte urenlang vast.
Tot het volgende spreekuur!
De St. Joriskerk waar koster Vanden Hazel een groot deel van zijn
leven doorbrengt (Zie: kent U ze wel)