Filmhonger bij een groot deel van Neerlands jeugd F. Kragt Hzn: schreef „Brant van Slichtenhorst" Belastingpachters van persten burgerij Amersfoort uit Eendagskuikens vliegen de wereld door Machtig schouwspel rond de Olympus Intensieve propaganda voor goede jeugdfilm noodzakelijk Nijkerker, die de historie van zijn stad bestudeert Verkiezingen Twee eewen geleden kwam bevolking in hevig verzet Diagoras de athleet maakte tot in deze tijden school Zaterdag 26 Juni 1948 Wanneer men „ambtshalve" veelvuldig een bezoek moet brengen aan de bioscoop komt men in aanraking met twee verschijnselen, die men kort als paedagogische misstanden kan kenschetsen. 1 Ondanks de keuringsvoorschriften, die verschillende films voor kinderen beneden de 14 jaar (of 18 jaar) verbieden, gaat van de kinderen zelf een drang uit om langs allerlei wegen toch in de bioscoop door te dringen. In zekere zin mag men spreken van een filmhonger bij grote groepen van kinderen beneden de 14 jaar. Opmerkelijk is hierbij, dat het niet slechts kinderen betreft, die bijna de juiste leeftijdsgrens bereikt hebben, maar men treft onder deze kinderen zeer jeugdigen aan. Het is niet zeldzaam, dat broertjes en zusjes van 6 en 7 jaar door de oudere kinderen meegenomen worden. InstituutFilmen Jeugd' reeds actief werkzaam Zo maar een plaatje uit de film ,,Bush Christmas" (Kerstviering in de wildernis). Het is een Arthur Rank-film, die speciaal voor de jeugd is vervaardigd. ZOALS algemeen bekend mag zijn, ligt de naleving van de voorschriften in handen van een plaatselijke commissie, die in sa menwerking met de bioscoop-eige naren zorg draagt, dat geen kinde ren beneden de leeftijd de biosco pen betreden. Desondanks is de trek naar de film zo groot, dat zo wel het bioscooppersoneel als de commissie vrijwel elke Woensdag en Zaterdag op het oorlogspad zou moeten zij om de ontduikers van de wet op te sporen. Hoezeer de jeugdige klanten op de hoogte ziln van de bepalingen, moge blijken uit de amusante methoden waarop zij zich van een plaats trachten meester te maken. Natuurlijk is het niet mogelijk dat een lid van het bioscooppersoneel een kaartje afgeeft voor een film-14 jaar aan een turf van 8 jaar, die nauwelijks het hoofd boven de kassa kan uit rekken. Maar dan is er wel een schoolkameraad van grotere lengte die dat karweitje even opknapt. Het risico, later toch geknipt te worden, neemt de jeugdige film liefhebber op de koop toe. Het op geven van een verkeerde leeftijd kan men binnen zekere grenzen nog als een vrij onhandige sport zien. Maar men kan toch ook niet van elke bioscoopportier verlan gen, dat hij de verdachte vraagt naar de „meester" waar hij bij zit, om langs die weg te ontdekken dat ons knaapje pas in het vierde leer jaar van de Lagere School zity Men is maar al te gauw ge neigd dit verschijnsel op reke ning van de oorlogsjaren te schuiven. Zeker is het moge lijk dat deze bioscoophonger zich in de laatste j aren ver sterkt heeft. Maar ik herinner mij een bezoek aan een Haar- lemmerdijk-bioscoopje te Am sterdam in 1934 op een verlo ren Woensdagmiddag, waar ik tijdens het afbreken van de Duitse film over de zaak- Dreyfus, begroet werd met de roep: Hei, meester, en ik te recht gekomen bleek temidden van mijn vijfde klas van de Lagere School van het Bik kerseiland. Ernstig probleem Hier zijn we dan meteen in het tweede probleem, dat het bezoek van jeugdigen aan de bioscoop ons stelt. Wanneer men dan eens toe gegeven heeft aan het verlangen van de eigen kinderen om ook eens mee naar de bioscoop te mogen, en men kiest na rijp beraad een film, waarvan de algemene opinie nu toch wel uitgemaakt heeft, dat deze ook voor een 12-jarige geschikt is. dan blijkt toch weer dat men zich vergist! Men kan in het algemeen wel zeggen, dat ook de film met het kenmerk: voor alle leeftijden, niet geschikt is voor de kinderen. De overmatige volheid van het geluid, de snelle opeenvolging van de taferelen, de toespelingen op verhoudingen die typisch zijn voor de wereld der volwassenen, de goedl\ope moraal geven, zelfs de „goede" film het brevet van pae- dagogisch onaanvaardbaar. Hoeveel sterker geldt dan dit argument voor de tientallen cowboy- en gangsterfilms die zeker wel voldoen aan de avonturenlust van de kinde ren, maar die daarbij een be roep doen op de meest primi tieve emoties, waardoor de OUDERS, die kinderen heb ben in de hoogste school klas plegen zich in deze t\jd van het jaar af te vragen wat hun kinderen moeten worden. Ras Okoke, stamhoofd van een Afri kaans negervolk geeft met de beroepskeuze voor zijn oudste negentienjarige zoon, misschien een voorbeeld. Hij heeft hem naar Londen gestuurd om daar het kleermakersvak te leren. De koning is er, niet ten onrechte, van overtuigd, dat Britse kleer makers tot de besten ter wereld behoren. normale ontwikkeling van het gevoelsleven zeker geremd wordt. Beide problemen hebben geleid tot activiteit bij de Centrale Bios coopcommissie, bij de filmprodu centen en bij het Instituut Film en Jeugd. Het is gebleken, dat de aanwe zigheid van verschillende toela tingsleeftijden tot grote verwarring aanleiding gaf. De Centrale Com missie heeft daarom een voorstel gedaan, een algemeen verbod van bioscoopbezoek uit te vaardigen voor kinderen beneden de 14 jaar. Een uitzondering zal natuurlijk ge maakt worden voor voorstellingen met een speciaal opvoedkundig ka rakter. Men zou zich evenwel in Neder land met goed recht kunnen af vragen of er dan nog wel films overblijven, die aan de jeugd ver toond kunnen worden, wil men tenminste het vertonen van films niet beperken tot de z.g. school- films, waarin voornamelijk leerstof aangeboden wordt. Jeugdfilms Sedert 1943 heeft evenwel de Arthur-Rank-Production in Enge land zich in het bijzonder toege legd op goed verantwoorde speel films voor kinderen. Hiervoor zijn in Engeland filmclubs ontstaan, die op het ogenblik voor meer dsv een half millioen kinderen elke Zaterdagmorgen een voorstelling geven. Zolang evenwel de kinderen ook toegang zullen verkrijgen tot de gewone speelfilms, blijken de voorstellingen van de Rank-films hier geen vaste voet te kunnen krijgen. Hiervoor zal zeker nodig zijn, dat een intensieve propagan da voor het bezoek aan goede films onder de ouders en de onderwij zers de aandacht van deze films die ook in het Amersfoortse thea ter draaien, verhoogt. Een belangrijke stimulans kan ongetwijfeld uitgaan van het on langs opgerichte Instituut „Film en Jeugd" dat zich ten doel stelt de Invloed van de film op de jeugd te onderzoeken. Zij heeft uaarbij de medewerking gekregen van tal van vooraanstaande personen uit de wereld der kinderbescherming, opvoeding en van filmdeskundigen, zodat verwacht mag worden, dat 't Instituut met practische maatrege len zal komen. L. VAN GELDER. Nederlands pianist in België bekroond Bij een concours van het Konink lijk Vlaams Conservatorium be haalde Yves de Groot uit Bergen op Zoom met 48 punten (max. 50) de prijs Elsa Monet, met grote on derscheiding. Dit concours is bestemd voor pianoleerlingen, die in een der voorgaande jaren een eerste prijs met onderscheiding behaalden. riE eerste dag van een kuiken- ■L/ leven is rijk aan gebeurtenis sen. Nauwelijks heeft het donzige ding zich moeizaam door de eier schaal naar buiten geworsteld, of er staat al iemand klaar, die met een snelle, handige beweging een genummerd metalen kuikenmerk aan de nauwelijks zichtbare vlerk bevestigt. Nog maar net bekomen van de eerste schrik, worden ze in kartonnen dozen gezet en per auto naar Schiphol gereden. Even later zitten ze met zijn allen op enkele duizenden meters hoogte in een Vliegende Hollander op weg naar een stad ergens in Europa of zelfs in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. Eigenlijk is dit voor duizenden kuikens al eerder begonnen. Want, in de vorm van broedeieren, heb ben vele toekomstige kuikens al lange luchtreizen gemaakt, zoals enkele weken geleden, toen KLM- vliegtuigen 150.000 broze eiercl naar Belgrado brachten, zonder dat er ook maar een gekneusd op de plaats van bestemming aan kwam. In de jaren, voorafgaande aan de oorlog, had de export van Ne derlandse broedeieren en ééndags- kuikens zich meer en meer uitge breid. De ontwikkeling hiervan werd van 1939 tot 1945 onderbro ken, ir/ar is nu weer sinds drie jaar met kracht ter hand genomen. Sedertdien is de belangstelling in het buitenland^ voor deze produc ten gestadig gegroeid. De koper in het buitenland is er zeker van, dat hij dieren van eerste kwaliteit ont vangt, niet alleen, omdat er strenge selectie en hygiënemaatregclen worden toegepast, maar ook omdat de regering voortdurende controle op de fokkerij en de productie van broedeieren en eensdagskuikens uitoefent. Sinds 1933 is zoals men waarschijnlijk wel weet in Nederland de pluimveefokkerij bij de wet geregeld. De kern van de Nederlandse pluimveestapel be staat uit pl.m. 150.000 dieren, ver spreid over 200 verschillende fok kerijen. Elk jaar wordt deze stapel verjongd. Het zijn de vermenigvuldigings- bedrijven die de broedeieren leve ren, welke voor de verjonging van de Nederlandse pluimveestapel vereist worden. Om broedeieren van- hoge kwaliteit te kunnen voortbrengen, heeft men bepaald, dat de dieren vrij mogen rondlo pen en dat zij een uitgebreide ruimte tot hun beschikking hebben. Het is nipt geoorloofd om de pro ductie te forceren voor en tijdens het broeden door kunstlicht of an dere hulpmiddelen te gebruiken. Nederland bezit een totaal van plm. 2800 vermenigvuldigingsbedrijven, waar bijna 850.000 kippen de eie ren voor broedmachines leveren. Op de fokkerijen en vermenigvul digingsbedrijven tezamen zijn er 1 millioen kippen, waarvan meer dan 80 uit witte leghorns be staat. Bij export naar het buiten land worden alle zendingen broed eieren voorzien van leveringsdocu. menten, die de goede kwaliteit der producten waarborgen. De één- dagskuikens worden niet alleen van documenten vergezeld, maar zijn ook herkenbaar aan het officieel contróleteken in een hunner vleu gels. Men is er in Nederland in ge slaagd om tijdens de bezetting een behoorlijke kern fokdieren te be waren, hierdoor is nu het vooroor logse peil alweer vrijwel bereikt, terwijl grote hoeveelheden van de ze dieren voor de export beschik baar zijn. En dat is het, wat men op Schip hol regelmatig kan constateren. „Vliegende Eiermijnen" zijn ook al geen ongewoon gezicht meer en de ééndagskuikens gaan bij vele do zen tegelijk naar 't steeds groeien de aantal afnemers, o.a. naar Por tugal, Zwitserland, Scandinavië en buiten Europa in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, waar zij een be langrijke bijdrage leveren tot uit breiding en herstel van de pluim veestapel. Hierbij worden zij ge holpen door het vliegtuig, het bij uitstek geschikte middel van ver voer voor deze kwetsbare vracht, dat er voor zorg draagt, dat de af nemers, of zij zich nu in Lissabon of Rio de Janeiro bevinden, zij het dan niet altijd ééndags-, dan toch hoogstens driedagskuikens ontvan gen. 1^- i tt Hiermede vervolgen wg onze xYCni U serie artikelen over bekende en g onbekende personen uit ons aller Zc W Cl omgeving. TT TREED gestoord in rijn nog maar net begonnen middagdatje kwam VV dc heer F. Kragt Hzn., een krasse NUkerker, van de divan over eind en het hoofd schuddend zei h(J: „Nee. er zit in mU geen artikel voor de krant, ik ben geen groot man." Er nog maar half van overtuigd, dat het niet alleen grote mannen zUn. waar kopy in zit, berustte h(J tien minuten later en nodigde: „Nou kom dan maar mee naar boven." Dan ging de man, die de zeven kruisjes al achter de rug heeft, ons voor de brede donkere trap op. WU liepen een gang door, naar zijn studeerkamer, die tegelUk ook als atelier en werkkamer dient. Denkt U niet. dat deze Nijkerker altild In deze lichte, zonnige kamer toeft. Nee. h(J trekt er nog veel op uit, op zoek naar geschiedkundige gegevens voor z(jn archief, of naar fel gekleurde klap rozen langs een roggeveld, een oude poort of een molen, om te tekenen of te schilderen. DE muren van het atelier hangen vol schilderijen. Kijk, zegt de heer Kragt, deze hier is pas klaar gekomen. Dan vertelt hij over zijn liefhebberij voor schilderen. Ik heb teken 1 onderwijs gehad van D. Lako uit Amsterdam, jaren en jaren, totdat deze zei: „Ga nu maar aan dc straat zitten" en dat heb ik toen gedaan, in m'n vrije tijd tenminste. Verder gaf ik tekenonderwijs op de normaal school in Amersfoort, op de Vak- tekenschool in Ermelo en Putten. Toen ik in 1937 als onderwijzer ge- pensionneerd werd kon ik mij hele maal aan tekenen en schilderen gaan geven en ook aan m'n heral disch genealogische collectie, m'n archief over de geschiedenis van Nijkerk en het bewerken van Noord- Veluwse sagen en legenden. Vóór 1937 had ik al veel gesnuffeld in het archief van het gemeentehuis en nu raakte ik ook nog aan het ordenen van het archief van de polder ..Ar kenheem" en daaruit kwamen weer heel wat gegevens te voorschijn. U moet weten, over de geschiedenis van Nijkerk zijn niet veel papieren, want de stad is in 1540 verbrand. Daarom ben ik ook blij, dat ik veel in het archief van kasteel Oldenaller in Nijkerk kan snuffelen. Familie-wapens Door deze onderzoekingen ben ik mij gaan interesseren voor de familie-wapens van oude geslachten en nu heb ik een aardige verzame- De stad hangt weer vol, cfe brie venbussen zitten vol, de vloermat ligt schier bezaaid; het is weer zo ver: De verkiezingen staan vlak voor de deur! Wat doen we er mee? Zeggen: politiek is een vuil zaakje, daar bemoei ik me niet mee? Dat is 't gemakkelijkste en 't minst menselijke! Want het is onwaardig en gelukkig voor een groot deel onwaar. Politiek is de kunst om uit de gegevens die wc hebben de best mogelijke samenleving op te bou wen. Dat daarmee wel eens op ontstellende wijze geknoeid wordt is nog geen argu- tr ment om die po- v/RIIF litiek met geknoei 4/ gelijk te stellen. WOORDEN Wij zijn democra- door ten, we zijn trots in d cruilT op en dankbaar IK voor onze vrijheid, maar we moeten haar ook waard zijn! En we zijn haar niet waard, als we niet naar beste weten en kunnen die vrijheid gebruiken om mee te bouwen aan een betere we reld. Hoe, dat moet ieder voor zich uitmaken maar in ieder geval ver antwoord. De situatie in ons land, in Indonesië, in de wereld is zó ernstig dat we geen spijbelaars kunnen hebben. Alleen hij is wel vaart, recht en vrijheid waard die bereid is ze anderen toe te staan, van ganser harte. Laat dat het criterium zijn bij onze keuze. P. S. Pachter Henneboo moest het ontgelden Het ging in 1748 helemaal niet goed meer in Amers foort. De gulden dagen der Republiek, die later de Gouden Eeuw zouden worden genoemd en die zich kenmerkten door een ongekende voorspoed op nage noeg elk terrein, waren reeds lang voorbij. Sinds vele vele jaren al, deelde onze oude stad mede in de algemene misère der achteruitgang van het econo misch leven in ons land. Ook aan Amersfoort was de lang zame verandering (sedert het einde van de 17e eeuw) van het Europese aspect op het gebied van de goederenvoorziening niet ongemerkt voorbijgegaan. Ook Amersfoort dat in vroe ger eeuwen bekend was om zijn textiel, hetwelk aan honderden wevers werk en brood ver schafte ondervond aan den lijve de concurrentie van de snel-opkomende wollenstoffen- industrie in Engeland* en in Silezië. TWEE HONDERD jaren geleden was het met ,,'t aan de kost komen" in de Republiek heel slecht gesteld. De toestand in de landbouw was b.v. in Friesland ca tastrofaal en in de scheepvaart zat de hond in de pot; het klein-bin- nenvaardersgild klaagde steen en been over het verval der negotie en minstens even luid als eentonig was de treurzang van het Amster damse smedengilde over de vol strekte neringloosheid. In een adres van het Amersfoortse grut- tersgilde aan de Stadsregering uit het jaar 1733 wordt met vertwijfeling gewag gemaakt van de moordende onderligne concur rentie der plaatselijke boekweijt- meelverkopers, waarbij verschil lende grutters werden geruïneerd en meerderen „uit hun neringe hebben moeten scheiden en ban kroetieren". In een pamflet uit die tijd (het regende schotschriften te gen de corrupte regentencamaril la) kon men lezen, dat verschil lende steden hun behoeftige inge zetenen zelfs met geweld „in schuijten en anderzints" naar Am sterdam trachtten te lozen. En dat dit getal behoeftigen soms afschu welijk en huiveringwekkend groot was, leert ons een Amersfoortse brief uit 1748, aan de Staten van Utrecht gestuurd. Duizend bedelaars Amersfoort telde in dat jaar om streeks 7800 inwoners en blijkens een toentertijd samengesteld Volks tellingkohier waren er „boven en „behalve de hier en daar genoteer- „de huijsgesinnen, nog wel duy- „send sielen, die van aalmoessen, „soo binnen als buyten deze stad „versamelt," moesten rondkomen. Een achtste deel van de bevol king bestaande uit bedelaars; een grote groep van nijveren die zich in deze tijd van achteruitgang nau welijks staande kan houden- hon derden wevers getroffen door de crisis. En allen terneergedrukt door loodzware Indirecte belastingen, „toppunt van democratie, omdrt een bedelaar egaal met een Prins betaalde". En boven deze onder laag troonde in Amersfoort ge lijk elders in de Lage Landen een regentenkliek, die zichzelf de vetste brokken van de magere dis toebedeelde en corrupteerde op een geweldige manier. De belastingen werden vóór de Napoleontische tijd niet ge-ind rechtstreeks door de Overheid, ge lijk zulks thans het geval is, doch gebeurde via de pachters der be lastingen. Dc bom barst Tegen deze belastingpachters die onder hoge goedkeuring der Regenten de bevolking tot op en in het gebeente uitmergelden richt te zich vandaag twee hondeid ja ren geleden de plotseling oplaaien de woede van de brede Amers foortse volksmassa. Gelijk in 1789 in Frankrijk en in 1830 in de Zui delijke Nederlanden het geval zou worden beet ook hier het pro letariaat de spits af. In de namiddag van Dinsdag 25 Juny 1748 rotte „het ver achte gepeupel en gemeente" (aldus de brief aan Erfstad houder Willem Karei Hendrik Friso, de latere Willem IV) te- samen en veroorzaakte „op- schuddinge en tumult." Grote groepen van „dat graauw" trokken naar de onderscheiden belastingpachters en eisten daar hun waren te geven zon der excys en zonder impost. Vooral de pachter Henneboo, verkoper en pagter van de ta bak, was het mikpunt van de woedende menigte en 's avonds „syn sy in syn huys ingedron- „gen en alles wat sy daer in „dat huys hebben gevonden, „hebben sy gerooft, wegge bracht en op straat aan stuk- ben gesmeten." Ook de vol gende dag duurde het tumult voort, en preste „het gemeen Volck" de „pagters, grutters, bouwers, etc." hun waren zon der impost te leveren, „stej- lende daar prijs op, selfs be- „needen de waarde, naar haar „eygen goeddunken Dan buigt (niet: breekt) de wil der Regeerders der Stad Amers foort voor die van het volk en doet de Magistraat door de stadsom roepers op alle hoeken der straten verkondigen „dat van nu af aan „geene impositien en excysen bin- „nen dese stad en vryheid meer „sullen worden gevordert of be- „taald, ter tijd en wijle toe dat „haar Edel Achtbaren sullen sijn „gedient van de Resolutien van „haar Ed. Mog. Heeren State deser „Provintie Machtsvertoon Intussen golft het oproer tegen de belastingpachters en tegen de regentenregering verder het land door en ook in Amersfoort blijft het nog zeer lang onrustig. 1 July 1748 wordt een leuitcnant der Bor- gerye met 30 man op 't Stadhuijs aan de Koornmarkt op wacht ge zet, om op het eerste alarm de trom te roeren en brandende lan tarens voor elk huls te hangen. 5 July werden goede burgeren van een geweer voorzien, van snapha nen die door de Staten van Utrecht naar Amersfoort waren gezonden. En zo slecht voelden zich een maand later nog de Regenten op hun gemak, dat zij bij monde van Myn Heere Temmink aan de Ge deputeerden lieten vragen, engie compagnieën soldaten in Amers foort te doen leggen. 5 Augustus van dat jaar neemt dan de opge richte Burgerwacht de taak over, „alle goede Borgercn en Ingesete- „nen te helpen beschermen tegen „alle geweld, oproer, en moetwil- „len van binnen en van buijten..." PETER VAN DE BIRKT. ling. Tijdens de bezetting heb ik nog last gehad met de vereniging voor Sibbekunde. Ze wisten nu een maal. dat ik die „rommel" bezit en ze hebben olie mogelijke moeite ge daan om mij er bij te slepen 't Was natuurlijk om m'n collectie te doen. maar 't is hun niet gelukt. Dan laat de heer Kragt ons door hem gereconstrueerde familie-wa pens zien. Kleurige tekeningen met de meest uiteenlopende figuren. Als hij een kast opendoet zien wc een uitgebreid kaartsysteem In deze kast ligt ongeveer twintig jaar werk opgeborgen zegt de heer Kragt. Heraldiek is dus wel een weten schap op zichzelf. Onze gastheer haalt uit een andere kast een stapel cahiers, volgeschre ven met sagen en oude verhalen. Hij zoekt nog meer en zucht: ..Soms raakt een mens verdwaald in z'n eigen paperassen". Dan komt een formidabele stapel schetsboeken te voorschijn. Het is wel verleidelijk, maar onbegonnen werk. ze alleman! te bekijken Bovendien ligt er al dadelijk weer een ordner voor ons. met volgeschreven vellen papier over de geschiedenis van Nijkerk. Openluchtspel Stellig had het bestuur van de Oranje-vereniging Nijkerk niemand beter kunnen vragen een openlucht spel. gebaseerd op gegevens uit Nlj- kerks geschiedenis, te schrijven, dan haar cre-lid, de heer Kragt, want wie zou meer van Nijkerks verleden weten? De schrijver heeft zijn werk genoemd naar de held van het spel. n.l. „Brant van Slichten horst". Omstreeks 1600 deelden de ambtsjonkers de lakens uit en dikwijls mankten zij misbruik van hun macht. De belastingen stel den zij zo hoog mogelijk vast. De ambtsjonker Carel Bentinck ten Bercneamp stuitte hierbij op verzet, ontstaan onder invloed van de afstammeling van een zeer oud boerengeslacht. Brant van Slichtenhorst. Over de strijd tussen Bentinck en Slichtenhorst nu handelt het open luchtspel. Je kunt veel beter een boek schrijven. zucht de heer Kragt, —het hangt er nu helemaal van af, hoe het gespeeld wordt. Stel voor, dat het slecht is. dan zeggen de men sen „Hoe kan die kerel nou zo'n on ding schrijven". Maar. meteen stelt onze gastheer zichzelf weer ge rust, het zal wel wat meevallen, zegt htf en vertelt nog een en ander over „Zbnnedag 1948". di© Donderdag voor de Nljkerkse oudjes gehouden werd, wanj al heeft de heer Kragt door zijn liefhebberijen nooit veel gelegenheid gehad zich in het verenigingsleven te bewegen, hU heeft toch zitting in het comitó, dat zorg draagt voor zonnige dagen in het leven van ouden van dagen Al vele malen heeft het carillon van Nijkers zingende toren gespeeld, als wij de kamer van dc heer Kragt met de schilderijen, de stapels schetsboeken, de cahiers met sagen en legenden en het archief geschied kundige gegevens verlaten. Bij de deur zegt onze gastheer stil voor zich heen „Maak het nou niet te erg, want ik ben hier heul niet zo'n belangrijk man" ZOALS iedereen juist in de^e dagen zo goed weet, zijn de tegenwoor dige Olympische Spelen een gemoderniseerde voortzetting van vroegere Griekse wedstrijden. Het is naar aanleiding van de aanstaande Olympische krachtmeting der sportnaties aardig en leerzaam om iets t© vertellen over het ontstaan en de groei van de „Olympiade", zoals deze gebeurtenis thans door welhaast iedereen abusievelijk wordt genoemd. Veel is er veranderd sinds de dagen, toen de Griekse athletcn elkan der bevochten rond de Olympus. Maar door al de eeuwen heen is er toch ook veel behouden gebleven. Evenals duizenden jaren geleden zijn er ook nu nog de plechtige kerkdiensten en feesten, die de opening der Spelen voorafgaan. Voor vrouwen was de sport taboe totdat ^[OG wordt iedere vier jaar de bekende ceremonie met de Olympische fakkel herhaald en leeft de eeuwenoude traditie van de Olympische eed voort, hoewel deze sinds 1928 is vervangen door een schriftelijke verklaring. Even als vroeger zijn de Olympische Spelen alleen toegankelijk voor amateurs, maar eveneens als vroe ger wijkt het amateurisme helaas in sommige gevallen af naar het semi-amateurisme. In het oude Griekenland was het zo, dat alleen zij, die in licha melijke en geestelijke ontwikkeling ver boven het normale uitstaken aan de Spelen mochten deelnemen. De winnaars werden met de aller grootste onderscheiding door hun landgenoten behandeld. Zo is voor ons de geschiedenis bewaard ge bleven de sympathieke geste van de stad Athene, welke iedere stad genoot-prijswinnaar een bedrag van honderd drachmen uit de stadskas ter beschikking stelde. Sterk geslacht Een der grootste helden van de oude Grieken is ongetwijfeld Dia goras geweest, niet omdat hij roem en eer won op het sportveld, maar omdat hij vader was van een aan tal kinderen, die stuk voor stuk kampioenen werden. Zijn drie zonen Acuslaus, Dorieus en Damagetus blonken uit op de 79ste Olympiade in het jaar 464 voor Christus. Zijn beide dochters, die gehuwd waren met andere Olympische kampioenen, brachten weer zoons voort, die bij een latere krachtmeting lauweren oogstten bij het worstelen en het boksen. Vrouwen mochten in die dagen niet aan dc spelen mee doen. Om te verhinderen, dat ze er clandes tien aan deel zouden nemen, moes ten de deelnemers naakt op het wedstrijdterrein verschijnen. De allereerste Olympische Spelen bestonden alleen uit een hardloop wedstrijd over een afstand van 192 meter. Bij de vijftiende Olympiade werd het programma uitgebreid tot een duurloop, worstelen en een vijf- kamp, bestaande uit springen, lopen, discus- en speerwerpen en worstelen. In 688 voor Christus werd vuistvechten en acht jaar later het populaire wagenrennen in het programma opgenomen. Kan men zich nu, 2500 jaar later, de sfeer voorstellen, waarin deze spelen werden gehouden? Kan men zich verplaatsen naar de vlak ten rond de Olympus, waar duizen- 1 Olympische Spelen, vroeger en nu! (I) den van heuveltoppen af neerzagen op de strijd der matadoren, waar herauten met trompetgeschal de winnaars bekend maakten cn waar de sterke bruine lichamen van de athlcten zich boven voor de offer plaats aan de voet van het stand beeld van Zeus Training De verzorging van de athleten was ook in die dagen uitstekend. Gedurende enige weken voor de aanvang der wedstrijd kwamen alle deelnemers bijeen in een trainingskamp, waar zij zich on derwierpen aan allerlei strenge regels. Ze konden er gebruik maken van warme en koude baden en er waren speciaal opge leide masseurs, die tot hun be schikking stonden. De worstelaars maakten toen reeds veel gebruik van olie cn massage om de spieren soepel te maken. Ze wreven zich zelfs zo kwistig in met olie, dat het voor hun tegenstanders heel erg moei lijk was om hen vast te pakken. Daarom werd hen de verplichting opgelegd zich voor de aanvang der wedstrijd met fijn zand te laten bestrooien. De worstelaars mochten met hun tegenstanders alles doen, behalve schoppen en slaan met de platte hand. Ze braken zelfs vaak elkanders vingers, verhaalt een kroniekschrijver Het boksen, ofwel het vuistvech ten, was zo mogelijk nog ruwer. Een der regels was, dat het opzet telijk doodslaan van een tegen stander verboden was. De wagenrennen werden gehou den in het Hippodrome, dat nog groter was dan het Stadion. De geschiedenis verhaalt, dat de be langstelling voor deze tak van sport toen reeds enorm groot is geweest. Liefde overwon Het is te danken geweest aan Hippodamia, een schone jonkvrouw en Myrtilus, een wagenmenner, dat tenslotte ook een Olympische Spe len voor vrouwen werd gehouden, maar omdat zij na veel belevenis sen man en vrouw werden, stelde Hippodamia de voorwaarde, dat alleen gehuwde vrouwen mochten deelnemen. Nu, in het jaar 1948, is dat toch wel anders geworden. De heden daagse vrouw doet niets voor de m?n onder en demand zal Nel van Vliet of mevrouw Blankers-Koen er van beschuldigen clandestien aan de spelen deel te willen nemen!

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3