Filmhonger bij een groot deel van
Neerlands jeugd
F. Kragt Hzn:
schreef „Brant van Slichtenhorst"
Belastingpachters van
persten burgerij
Amersfoort
uit
Eendagskuikens vliegen de
wereld door
Machtig schouwspel rond
de Olympus
Intensieve propaganda voor goede
jeugdfilm noodzakelijk
Nijkerker, die de historie van zijn
stad bestudeert
Verkiezingen
Twee eewen geleden kwam bevolking
in hevig verzet
Diagoras de athleet maakte tot
in deze tijden school
Zaterdag 26 Juni 1948
Wanneer men „ambtshalve" veelvuldig een bezoek moet
brengen aan de bioscoop komt men in aanraking met
twee verschijnselen, die men kort als paedagogische misstanden
kan kenschetsen. 1
Ondanks de keuringsvoorschriften, die verschillende films
voor kinderen beneden de 14 jaar (of 18 jaar) verbieden, gaat
van de kinderen zelf een drang uit om langs allerlei wegen toch
in de bioscoop door te dringen. In zekere zin mag men spreken
van een filmhonger bij grote groepen van kinderen beneden
de 14 jaar. Opmerkelijk is hierbij, dat het niet slechts kinderen
betreft, die bijna de juiste leeftijdsgrens bereikt hebben, maar
men treft onder deze kinderen zeer jeugdigen aan. Het is niet
zeldzaam, dat broertjes en zusjes van 6 en 7 jaar door de oudere
kinderen meegenomen worden.
InstituutFilmen Jeugd'
reeds actief werkzaam
Zo maar een plaatje uit de film
,,Bush Christmas" (Kerstviering in
de wildernis). Het is een Arthur
Rank-film, die speciaal voor de
jeugd is vervaardigd.
ZOALS algemeen bekend mag
zijn, ligt de naleving van de
voorschriften in handen van een
plaatselijke commissie, die in sa
menwerking met de bioscoop-eige
naren zorg draagt, dat geen kinde
ren beneden de leeftijd de biosco
pen betreden. Desondanks is de
trek naar de film zo groot, dat zo
wel het bioscooppersoneel als de
commissie vrijwel elke Woensdag
en Zaterdag op het oorlogspad zou
moeten zij om de ontduikers van
de wet op te sporen. Hoezeer de
jeugdige klanten op de hoogte ziln
van de bepalingen, moge blijken
uit de amusante methoden waarop
zij zich van een plaats trachten
meester te maken. Natuurlijk is
het niet mogelijk dat een lid van
het bioscooppersoneel een kaartje
afgeeft voor een film-14 jaar aan
een turf van 8 jaar, die nauwelijks
het hoofd boven de kassa kan uit
rekken. Maar dan is er wel een
schoolkameraad van grotere lengte
die dat karweitje even opknapt.
Het risico, later toch geknipt te
worden, neemt de jeugdige film
liefhebber op de koop toe. Het op
geven van een verkeerde leeftijd
kan men binnen zekere grenzen
nog als een vrij onhandige sport
zien. Maar men kan toch ook niet
van elke bioscoopportier verlan
gen, dat hij de verdachte vraagt
naar de „meester" waar hij bij zit,
om langs die weg te ontdekken dat
ons knaapje pas in het vierde leer
jaar van de Lagere School zity
Men is maar al te gauw ge
neigd dit verschijnsel op reke
ning van de oorlogsjaren te
schuiven. Zeker is het moge
lijk dat deze bioscoophonger
zich in de laatste j aren ver
sterkt heeft. Maar ik herinner
mij een bezoek aan een Haar-
lemmerdijk-bioscoopje te Am
sterdam in 1934 op een verlo
ren Woensdagmiddag, waar ik
tijdens het afbreken van de
Duitse film over de zaak-
Dreyfus, begroet werd met de
roep: Hei, meester, en ik te
recht gekomen bleek temidden
van mijn vijfde klas van de
Lagere School van het Bik
kerseiland.
Ernstig probleem
Hier zijn we dan meteen in het
tweede probleem, dat het bezoek
van jeugdigen aan de bioscoop ons
stelt. Wanneer men dan eens toe
gegeven heeft aan het verlangen
van de eigen kinderen om ook eens
mee naar de bioscoop te mogen, en
men kiest na rijp beraad een film,
waarvan de algemene opinie nu
toch wel uitgemaakt heeft, dat deze
ook voor een 12-jarige geschikt is.
dan blijkt toch weer dat men zich
vergist! Men kan in het algemeen
wel zeggen, dat ook de film met
het kenmerk: voor alle leeftijden,
niet geschikt is voor de kinderen.
De overmatige volheid van het
geluid, de snelle opeenvolging van
de taferelen, de toespelingen op
verhoudingen die typisch zijn voor
de wereld der volwassenen, de
goedl\ope moraal geven, zelfs de
„goede" film het brevet van pae-
dagogisch onaanvaardbaar.
Hoeveel sterker geldt dan dit
argument voor de tientallen
cowboy- en gangsterfilms die
zeker wel voldoen aan de
avonturenlust van de kinde
ren, maar die daarbij een be
roep doen op de meest primi
tieve emoties, waardoor de
OUDERS, die kinderen heb
ben in de hoogste school
klas plegen zich in deze t\jd van
het jaar af te vragen wat hun
kinderen moeten worden. Ras
Okoke, stamhoofd van een Afri
kaans negervolk geeft met de
beroepskeuze voor zijn oudste
negentienjarige zoon, misschien
een voorbeeld. Hij heeft hem
naar Londen gestuurd om daar
het kleermakersvak te leren. De
koning is er, niet ten onrechte,
van overtuigd, dat Britse kleer
makers tot de besten ter wereld
behoren.
normale ontwikkeling van het
gevoelsleven zeker geremd
wordt.
Beide problemen hebben geleid
tot activiteit bij de Centrale Bios
coopcommissie, bij de filmprodu
centen en bij het Instituut Film en
Jeugd.
Het is gebleken, dat de aanwe
zigheid van verschillende toela
tingsleeftijden tot grote verwarring
aanleiding gaf. De Centrale Com
missie heeft daarom een voorstel
gedaan, een algemeen verbod van
bioscoopbezoek uit te vaardigen
voor kinderen beneden de 14 jaar.
Een uitzondering zal natuurlijk ge
maakt worden voor voorstellingen
met een speciaal opvoedkundig ka
rakter.
Men zou zich evenwel in Neder
land met goed recht kunnen af
vragen of er dan nog wel films
overblijven, die aan de jeugd ver
toond kunnen worden, wil men
tenminste het vertonen van films
niet beperken tot de z.g. school-
films, waarin voornamelijk leerstof
aangeboden wordt.
Jeugdfilms
Sedert 1943 heeft evenwel de
Arthur-Rank-Production in Enge
land zich in het bijzonder toege
legd op goed verantwoorde speel
films voor kinderen. Hiervoor zijn
in Engeland filmclubs ontstaan,
die op het ogenblik voor meer dsv
een half millioen kinderen elke
Zaterdagmorgen een voorstelling
geven. Zolang evenwel de kinderen
ook toegang zullen verkrijgen tot
de gewone speelfilms, blijken de
voorstellingen van de Rank-films
hier geen vaste voet te kunnen
krijgen. Hiervoor zal zeker nodig
zijn, dat een intensieve propagan
da voor het bezoek aan goede films
onder de ouders en de onderwij
zers de aandacht van deze films
die ook in het Amersfoortse thea
ter draaien, verhoogt.
Een belangrijke stimulans kan
ongetwijfeld uitgaan van het on
langs opgerichte Instituut „Film en
Jeugd" dat zich ten doel stelt de
Invloed van de film op de jeugd te
onderzoeken. Zij heeft uaarbij de
medewerking gekregen van tal
van vooraanstaande personen uit
de wereld der kinderbescherming,
opvoeding en van filmdeskundigen,
zodat verwacht mag worden, dat 't
Instituut met practische maatrege
len zal komen.
L. VAN GELDER.
Nederlands pianist in
België bekroond
Bij een concours van het Konink
lijk Vlaams Conservatorium be
haalde Yves de Groot uit Bergen
op Zoom met 48 punten (max. 50)
de prijs Elsa Monet, met grote on
derscheiding.
Dit concours is bestemd voor
pianoleerlingen, die in een der
voorgaande jaren een eerste prijs
met onderscheiding behaalden.
riE eerste dag van een kuiken-
■L/ leven is rijk aan gebeurtenis
sen. Nauwelijks heeft het donzige
ding zich moeizaam door de eier
schaal naar buiten geworsteld, of
er staat al iemand klaar, die met
een snelle, handige beweging een
genummerd metalen kuikenmerk
aan de nauwelijks zichtbare vlerk
bevestigt. Nog maar net bekomen
van de eerste schrik, worden ze in
kartonnen dozen gezet en per auto
naar Schiphol gereden. Even later
zitten ze met zijn allen op enkele
duizenden meters hoogte in een
Vliegende Hollander op weg naar
een stad ergens in Europa of zelfs
in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.
Eigenlijk is dit voor duizenden
kuikens al eerder begonnen. Want,
in de vorm van broedeieren, heb
ben vele toekomstige kuikens al
lange luchtreizen gemaakt, zoals
enkele weken geleden, toen KLM-
vliegtuigen 150.000 broze eiercl
naar Belgrado brachten, zonder
dat er ook maar een gekneusd op
de plaats van bestemming aan
kwam.
In de jaren, voorafgaande aan
de oorlog, had de export van Ne
derlandse broedeieren en ééndags-
kuikens zich meer en meer uitge
breid. De ontwikkeling hiervan
werd van 1939 tot 1945 onderbro
ken, ir/ar is nu weer sinds drie
jaar met kracht ter hand genomen.
Sedertdien is de belangstelling in
het buitenland^ voor deze produc
ten gestadig gegroeid. De koper in
het buitenland is er zeker van, dat
hij dieren van eerste kwaliteit ont
vangt, niet alleen, omdat er strenge
selectie en hygiënemaatregclen
worden toegepast, maar ook omdat
de regering voortdurende controle
op de fokkerij en de productie van
broedeieren en eensdagskuikens
uitoefent. Sinds 1933 is zoals
men waarschijnlijk wel weet in
Nederland de pluimveefokkerij bij
de wet geregeld. De kern van de
Nederlandse pluimveestapel be
staat uit pl.m. 150.000 dieren, ver
spreid over 200 verschillende fok
kerijen. Elk jaar wordt deze stapel
verjongd.
Het zijn de vermenigvuldigings-
bedrijven die de broedeieren leve
ren, welke voor de verjonging van
de Nederlandse pluimveestapel
vereist worden. Om broedeieren
van- hoge kwaliteit te kunnen
voortbrengen, heeft men bepaald,
dat de dieren vrij mogen rondlo
pen en dat zij een uitgebreide
ruimte tot hun beschikking hebben.
Het is nipt geoorloofd om de pro
ductie te forceren voor en tijdens
het broeden door kunstlicht of an
dere hulpmiddelen te gebruiken.
Nederland bezit een totaal van plm.
2800 vermenigvuldigingsbedrijven,
waar bijna 850.000 kippen de eie
ren voor broedmachines leveren.
Op de fokkerijen en vermenigvul
digingsbedrijven tezamen zijn er 1
millioen kippen, waarvan meer
dan 80 uit witte leghorns be
staat. Bij export naar het buiten
land worden alle zendingen broed
eieren voorzien van leveringsdocu.
menten, die de goede kwaliteit der
producten waarborgen. De één-
dagskuikens worden niet alleen van
documenten vergezeld, maar zijn
ook herkenbaar aan het officieel
contróleteken in een hunner vleu
gels. Men is er in Nederland in ge
slaagd om tijdens de bezetting een
behoorlijke kern fokdieren te be
waren, hierdoor is nu het vooroor
logse peil alweer vrijwel bereikt,
terwijl grote hoeveelheden van de
ze dieren voor de export beschik
baar zijn.
En dat is het, wat men op Schip
hol regelmatig kan constateren.
„Vliegende Eiermijnen" zijn ook al
geen ongewoon gezicht meer en de
ééndagskuikens gaan bij vele do
zen tegelijk naar 't steeds groeien
de aantal afnemers, o.a. naar Por
tugal, Zwitserland, Scandinavië en
buiten Europa in Zuid-Afrika en
Zuid-Amerika, waar zij een be
langrijke bijdrage leveren tot uit
breiding en herstel van de pluim
veestapel. Hierbij worden zij ge
holpen door het vliegtuig, het bij
uitstek geschikte middel van ver
voer voor deze kwetsbare vracht,
dat er voor zorg draagt, dat de af
nemers, of zij zich nu in Lissabon
of Rio de Janeiro bevinden, zij het
dan niet altijd ééndags-, dan toch
hoogstens driedagskuikens ontvan
gen.
1^- i tt Hiermede vervolgen wg onze
xYCni U serie artikelen over bekende en
g onbekende personen uit ons aller
Zc W Cl omgeving.
TT TREED gestoord in rijn nog maar net begonnen middagdatje kwam
VV dc heer F. Kragt Hzn., een krasse NUkerker, van de divan over
eind en het hoofd schuddend zei h(J: „Nee. er zit in mU geen artikel
voor de krant, ik ben geen groot man."
Er nog maar half van overtuigd, dat het niet alleen grote mannen zUn.
waar kopy in zit, berustte h(J tien minuten later en nodigde: „Nou kom
dan maar mee naar boven." Dan ging de man, die de zeven kruisjes
al achter de rug heeft, ons voor de brede donkere trap op. WU liepen
een gang door, naar zijn studeerkamer, die tegelUk ook als atelier en
werkkamer dient. Denkt U niet. dat deze Nijkerker altild In deze lichte,
zonnige kamer toeft. Nee. h(J trekt er nog veel op uit, op zoek naar
geschiedkundige gegevens voor z(jn archief, of naar fel gekleurde klap
rozen langs een roggeveld, een oude poort of een molen, om te tekenen
of te schilderen.
DE muren van het atelier hangen
vol schilderijen.
Kijk, zegt de heer Kragt,
deze hier is pas klaar gekomen.
Dan vertelt hij over zijn liefhebberij
voor schilderen. Ik heb teken 1
onderwijs gehad van D. Lako uit
Amsterdam, jaren en jaren, totdat
deze zei: „Ga nu maar aan dc straat
zitten" en dat heb ik toen gedaan, in
m'n vrije tijd tenminste. Verder gaf
ik tekenonderwijs op de normaal
school in Amersfoort, op de Vak-
tekenschool in Ermelo en Putten.
Toen ik in 1937 als onderwijzer ge-
pensionneerd werd kon ik mij hele
maal aan tekenen en schilderen
gaan geven en ook aan m'n heral
disch genealogische collectie, m'n
archief over de geschiedenis van
Nijkerk en het bewerken van Noord-
Veluwse sagen en legenden. Vóór
1937 had ik al veel gesnuffeld in het
archief van het gemeentehuis en nu
raakte ik ook nog aan het ordenen
van het archief van de polder ..Ar
kenheem" en daaruit kwamen weer
heel wat gegevens te voorschijn. U
moet weten, over de geschiedenis
van Nijkerk zijn niet veel papieren,
want de stad is in 1540 verbrand.
Daarom ben ik ook blij, dat ik veel
in het archief van kasteel Oldenaller
in Nijkerk kan snuffelen.
Familie-wapens
Door deze onderzoekingen ben
ik mij gaan interesseren voor de
familie-wapens van oude geslachten
en nu heb ik een aardige verzame-
De stad hangt weer vol, cfe brie
venbussen zitten vol, de vloermat
ligt schier bezaaid; het is weer zo
ver: De verkiezingen staan vlak
voor de deur! Wat doen we er mee?
Zeggen: politiek is een vuil zaakje,
daar bemoei ik me niet mee? Dat
is 't gemakkelijkste en 't minst
menselijke! Want het is onwaardig
en gelukkig voor een groot deel
onwaar. Politiek is de kunst om uit
de gegevens die wc hebben de best
mogelijke samenleving op te bou
wen. Dat daarmee wel eens op
ontstellende wijze geknoeid wordt
is nog geen argu- tr
ment om die po- v/RIIF
litiek met geknoei 4/
gelijk te stellen. WOORDEN
Wij zijn democra- door
ten, we zijn trots in d cruilT
op en dankbaar IK
voor onze vrijheid,
maar we moeten haar ook waard
zijn! En we zijn haar niet waard,
als we niet naar beste weten en
kunnen die vrijheid gebruiken om
mee te bouwen aan een betere we
reld. Hoe, dat moet ieder voor zich
uitmaken maar in ieder geval ver
antwoord. De situatie in ons land,
in Indonesië, in de wereld is zó
ernstig dat we geen spijbelaars
kunnen hebben. Alleen hij is wel
vaart, recht en vrijheid waard die
bereid is ze anderen toe te staan,
van ganser harte. Laat dat het
criterium zijn bij onze keuze.
P. S.
Pachter Henneboo moest
het ontgelden
Het ging in 1748 helemaal
niet goed meer in Amers
foort. De gulden dagen der
Republiek, die later de Gouden
Eeuw zouden worden genoemd
en die zich kenmerkten door een
ongekende voorspoed op nage
noeg elk terrein, waren reeds
lang voorbij. Sinds vele vele
jaren al, deelde onze oude stad
mede in de algemene misère der
achteruitgang van het econo
misch leven in ons land. Ook
aan Amersfoort was de lang
zame verandering (sedert het
einde van de 17e eeuw) van het
Europese aspect op het gebied
van de goederenvoorziening
niet ongemerkt voorbijgegaan.
Ook Amersfoort dat in vroe
ger eeuwen bekend was om zijn
textiel, hetwelk aan honderden
wevers werk en brood ver
schafte ondervond aan den
lijve de concurrentie van de
snel-opkomende wollenstoffen-
industrie in Engeland* en in
Silezië.
TWEE HONDERD jaren geleden
was het met ,,'t aan de kost
komen" in de Republiek heel
slecht gesteld. De toestand in de
landbouw was b.v. in Friesland ca
tastrofaal en in de scheepvaart zat
de hond in de pot; het klein-bin-
nenvaardersgild klaagde steen en
been over het verval der negotie
en minstens even luid als eentonig
was de treurzang van het Amster
damse smedengilde over de vol
strekte neringloosheid. In een
adres van het Amersfoortse grut-
tersgilde aan de Stadsregering
uit het jaar 1733 wordt met
vertwijfeling gewag gemaakt van
de moordende onderligne concur
rentie der plaatselijke boekweijt-
meelverkopers, waarbij verschil
lende grutters werden geruïneerd
en meerderen „uit hun neringe
hebben moeten scheiden en ban
kroetieren". In een pamflet uit die
tijd (het regende schotschriften te
gen de corrupte regentencamaril
la) kon men lezen, dat verschil
lende steden hun behoeftige inge
zetenen zelfs met geweld „in
schuijten en anderzints" naar Am
sterdam trachtten te lozen. En dat
dit getal behoeftigen soms afschu
welijk en huiveringwekkend groot
was, leert ons een Amersfoortse
brief uit 1748, aan de Staten van
Utrecht gestuurd.
Duizend bedelaars
Amersfoort telde in dat jaar om
streeks 7800 inwoners en blijkens
een toentertijd samengesteld Volks
tellingkohier waren er „boven en
„behalve de hier en daar genoteer-
„de huijsgesinnen, nog wel duy-
„send sielen, die van aalmoessen,
„soo binnen als buyten deze stad
„versamelt," moesten rondkomen.
Een achtste deel van de bevol
king bestaande uit bedelaars; een
grote groep van nijveren die zich
in deze tijd van achteruitgang nau
welijks staande kan houden- hon
derden wevers getroffen door de
crisis. En allen terneergedrukt door
loodzware Indirecte belastingen,
„toppunt van democratie, omdrt
een bedelaar egaal met een Prins
betaalde". En boven deze onder
laag troonde in Amersfoort ge
lijk elders in de Lage Landen
een regentenkliek, die zichzelf de
vetste brokken van de magere dis
toebedeelde en corrupteerde op een
geweldige manier.
De belastingen werden vóór de
Napoleontische tijd niet ge-ind
rechtstreeks door de Overheid, ge
lijk zulks thans het geval is, doch
gebeurde via de pachters der be
lastingen.
Dc bom barst
Tegen deze belastingpachters
die onder hoge goedkeuring der
Regenten de bevolking tot op en in
het gebeente uitmergelden richt
te zich vandaag twee hondeid ja
ren geleden de plotseling oplaaien
de woede van de brede Amers
foortse volksmassa. Gelijk in 1789
in Frankrijk en in 1830 in de Zui
delijke Nederlanden het geval zou
worden beet ook hier het pro
letariaat de spits af.
In de namiddag van Dinsdag
25 Juny 1748 rotte „het ver
achte gepeupel en gemeente"
(aldus de brief aan Erfstad
houder Willem Karei Hendrik
Friso, de latere Willem IV) te-
samen en veroorzaakte „op-
schuddinge en tumult." Grote
groepen van „dat graauw"
trokken naar de onderscheiden
belastingpachters en eisten
daar hun waren te geven zon
der excys en zonder impost.
Vooral de pachter Henneboo,
verkoper en pagter van de ta
bak, was het mikpunt van de
woedende menigte en 's avonds
„syn sy in syn huys ingedron-
„gen en alles wat sy daer in
„dat huys hebben gevonden,
„hebben sy gerooft, wegge
bracht en op straat aan stuk-
ben gesmeten." Ook de vol
gende dag duurde het tumult
voort, en preste „het gemeen
Volck" de „pagters, grutters,
bouwers, etc." hun waren zon
der impost te leveren, „stej-
lende daar prijs op, selfs be-
„needen de waarde, naar haar
„eygen goeddunken
Dan buigt (niet: breekt) de wil
der Regeerders der Stad Amers
foort voor die van het volk en doet
de Magistraat door de stadsom
roepers op alle hoeken der straten
verkondigen „dat van nu af aan
„geene impositien en excysen bin-
„nen dese stad en vryheid meer
„sullen worden gevordert of be-
„taald, ter tijd en wijle toe dat
„haar Edel Achtbaren sullen sijn
„gedient van de Resolutien van
„haar Ed. Mog. Heeren State deser
„Provintie
Machtsvertoon
Intussen golft het oproer tegen
de belastingpachters en tegen de
regentenregering verder het land
door en ook in Amersfoort blijft
het nog zeer lang onrustig. 1 July
1748 wordt een leuitcnant der Bor-
gerye met 30 man op 't Stadhuijs
aan de Koornmarkt op wacht ge
zet, om op het eerste alarm de
trom te roeren en brandende lan
tarens voor elk huls te hangen.
5 July werden goede burgeren van
een geweer voorzien, van snapha
nen die door de Staten van Utrecht
naar Amersfoort waren gezonden.
En zo slecht voelden zich een
maand later nog de Regenten op
hun gemak, dat zij bij monde van
Myn Heere Temmink aan de Ge
deputeerden lieten vragen, engie
compagnieën soldaten in Amers
foort te doen leggen. 5 Augustus
van dat jaar neemt dan de opge
richte Burgerwacht de taak over,
„alle goede Borgercn en Ingesete-
„nen te helpen beschermen tegen
„alle geweld, oproer, en moetwil-
„len van binnen en van buijten..."
PETER VAN DE BIRKT.
ling. Tijdens de bezetting heb ik
nog last gehad met de vereniging
voor Sibbekunde. Ze wisten nu een
maal. dat ik die „rommel" bezit en
ze hebben olie mogelijke moeite ge
daan om mij er bij te slepen 't Was
natuurlijk om m'n collectie te doen.
maar 't is hun niet gelukt.
Dan laat de heer Kragt ons door
hem gereconstrueerde familie-wa
pens zien. Kleurige tekeningen met
de meest uiteenlopende figuren. Als
hij een kast opendoet zien wc een
uitgebreid kaartsysteem In deze
kast ligt ongeveer twintig jaar werk
opgeborgen zegt de heer Kragt.
Heraldiek is dus wel een weten
schap op zichzelf.
Onze gastheer haalt uit een andere
kast een stapel cahiers, volgeschre
ven met sagen en oude verhalen. Hij
zoekt nog meer en zucht: ..Soms
raakt een mens verdwaald in z'n
eigen paperassen". Dan komt een
formidabele stapel schetsboeken te
voorschijn. Het is wel verleidelijk,
maar onbegonnen werk. ze alleman!
te bekijken Bovendien ligt er al
dadelijk weer een ordner voor ons.
met volgeschreven vellen papier
over de geschiedenis van Nijkerk.
Openluchtspel
Stellig had het bestuur van de
Oranje-vereniging Nijkerk niemand
beter kunnen vragen een openlucht
spel. gebaseerd op gegevens uit Nlj-
kerks geschiedenis, te schrijven, dan
haar cre-lid, de heer Kragt, want
wie zou meer van Nijkerks verleden
weten?
De schrijver heeft zijn werk
genoemd naar de held van het
spel. n.l. „Brant van Slichten
horst". Omstreeks 1600 deelden
de ambtsjonkers de lakens uit
en dikwijls mankten zij misbruik
van hun macht. De belastingen stel
den zij zo hoog mogelijk vast.
De ambtsjonker Carel Bentinck
ten Bercneamp stuitte hierbij op
verzet, ontstaan onder invloed
van de afstammeling van een
zeer oud boerengeslacht. Brant
van Slichtenhorst.
Over de strijd tussen Bentinck en
Slichtenhorst nu handelt het open
luchtspel.
Je kunt veel beter een boek
schrijven. zucht de heer Kragt,
—het hangt er nu helemaal van af,
hoe het gespeeld wordt. Stel voor,
dat het slecht is. dan zeggen de men
sen „Hoe kan die kerel nou zo'n on
ding schrijven". Maar. meteen
stelt onze gastheer zichzelf weer ge
rust, het zal wel wat meevallen,
zegt htf en vertelt nog een en
ander over „Zbnnedag 1948". di©
Donderdag voor de Nljkerkse oudjes
gehouden werd, wanj al heeft de
heer Kragt door zijn liefhebberijen
nooit veel gelegenheid gehad zich in
het verenigingsleven te bewegen, hU
heeft toch zitting in het comitó, dat
zorg draagt voor zonnige dagen in
het leven van ouden van dagen
Al vele malen heeft het carillon
van Nijkers zingende toren gespeeld,
als wij de kamer van dc heer Kragt
met de schilderijen, de stapels
schetsboeken, de cahiers met sagen
en legenden en het archief geschied
kundige gegevens verlaten.
Bij de deur zegt onze gastheer
stil voor zich heen „Maak het nou
niet te erg, want ik ben hier heul
niet zo'n belangrijk man"
ZOALS iedereen juist in de^e dagen zo goed weet, zijn de tegenwoor
dige Olympische Spelen een gemoderniseerde voortzetting van
vroegere Griekse wedstrijden. Het is naar aanleiding van de aanstaande
Olympische krachtmeting der sportnaties aardig en leerzaam om iets t©
vertellen over het ontstaan en de groei van de „Olympiade", zoals deze
gebeurtenis thans door welhaast iedereen abusievelijk wordt genoemd.
Veel is er veranderd sinds de dagen, toen de Griekse athletcn elkan
der bevochten rond de Olympus. Maar door al de eeuwen heen is er toch
ook veel behouden gebleven. Evenals duizenden jaren geleden zijn er
ook nu nog de plechtige kerkdiensten en feesten, die de opening der
Spelen voorafgaan.
Voor vrouwen was de
sport taboe totdat
^[OG wordt iedere vier jaar de
bekende ceremonie met de
Olympische fakkel herhaald en
leeft de eeuwenoude traditie van
de Olympische eed voort, hoewel
deze sinds 1928 is vervangen door
een schriftelijke verklaring. Even
als vroeger zijn de Olympische
Spelen alleen toegankelijk voor
amateurs, maar eveneens als vroe
ger wijkt het amateurisme helaas
in sommige gevallen af naar het
semi-amateurisme.
In het oude Griekenland was
het zo, dat alleen zij, die in licha
melijke en geestelijke ontwikkeling
ver boven het normale uitstaken
aan de Spelen mochten deelnemen.
De winnaars werden met de aller
grootste onderscheiding door hun
landgenoten behandeld. Zo is voor
ons de geschiedenis bewaard ge
bleven de sympathieke geste van
de stad Athene, welke iedere stad
genoot-prijswinnaar een bedrag
van honderd drachmen uit de
stadskas ter beschikking stelde.
Sterk geslacht
Een der grootste helden van de
oude Grieken is ongetwijfeld Dia
goras geweest, niet omdat hij roem
en eer won op het sportveld, maar
omdat hij vader was van een aan
tal kinderen, die stuk voor stuk
kampioenen werden.
Zijn drie zonen Acuslaus,
Dorieus en Damagetus blonken uit
op de 79ste Olympiade in het jaar
464 voor Christus. Zijn beide
dochters, die gehuwd waren met
andere Olympische kampioenen,
brachten weer zoons voort, die bij
een latere krachtmeting lauweren
oogstten bij het worstelen en het
boksen.
Vrouwen mochten in die dagen
niet aan dc spelen mee doen. Om
te verhinderen, dat ze er clandes
tien aan deel zouden nemen, moes
ten de deelnemers naakt op het
wedstrijdterrein verschijnen.
De allereerste Olympische Spelen
bestonden alleen uit een hardloop
wedstrijd over een afstand van
192 meter.
Bij de vijftiende Olympiade werd
het programma uitgebreid tot een
duurloop, worstelen en een vijf-
kamp, bestaande uit springen,
lopen, discus- en speerwerpen en
worstelen. In 688 voor Christus
werd vuistvechten en acht jaar
later het populaire wagenrennen
in het programma opgenomen.
Kan men zich nu, 2500 jaar
later, de sfeer voorstellen, waarin
deze spelen werden gehouden? Kan
men zich verplaatsen naar de vlak
ten rond de Olympus, waar duizen- 1
Olympische Spelen,
vroeger en nu!
(I)
den van heuveltoppen af neerzagen
op de strijd der matadoren, waar
herauten met trompetgeschal de
winnaars bekend maakten cn waar
de sterke bruine lichamen van de
athlcten zich boven voor de offer
plaats aan de voet van het stand
beeld van Zeus
Training
De verzorging van de athleten
was ook in die dagen uitstekend.
Gedurende enige weken voor de
aanvang der wedstrijd kwamen
alle deelnemers bijeen in een
trainingskamp, waar zij zich on
derwierpen aan allerlei strenge
regels. Ze konden er gebruik
maken van warme en koude
baden en er waren speciaal opge
leide masseurs, die tot hun be
schikking stonden.
De worstelaars maakten toen
reeds veel gebruik van olie cn
massage om de spieren soepel te
maken. Ze wreven zich zelfs zo
kwistig in met olie, dat het voor
hun tegenstanders heel erg moei
lijk was om hen vast te pakken.
Daarom werd hen de verplichting
opgelegd zich voor de aanvang der
wedstrijd met fijn zand te laten
bestrooien. De worstelaars mochten
met hun tegenstanders alles doen,
behalve schoppen en slaan met de
platte hand. Ze braken zelfs vaak
elkanders vingers, verhaalt een
kroniekschrijver
Het boksen, ofwel het vuistvech
ten, was zo mogelijk nog ruwer.
Een der regels was, dat het opzet
telijk doodslaan van een tegen
stander verboden was.
De wagenrennen werden gehou
den in het Hippodrome, dat nog
groter was dan het Stadion. De
geschiedenis verhaalt, dat de be
langstelling voor deze tak van sport
toen reeds enorm groot is geweest.
Liefde overwon
Het is te danken geweest aan
Hippodamia, een schone jonkvrouw
en Myrtilus, een wagenmenner, dat
tenslotte ook een Olympische Spe
len voor vrouwen werd gehouden,
maar omdat zij na veel belevenis
sen man en vrouw werden, stelde
Hippodamia de voorwaarde, dat
alleen gehuwde vrouwen mochten
deelnemen.
Nu, in het jaar 1948, is dat toch
wel anders geworden. De heden
daagse vrouw doet niets voor de
m?n onder en demand zal Nel van
Vliet of mevrouw Blankers-Koen
er van beschuldigen clandestien
aan de spelen deel te willen nemen!