„Thuis", dat was hun gedachten-kern Hugo de Groot zat te componeren op...een aardstraal Amersfoorts wielrenner was eens kampioen van Nederland 01 *1 Nu zullen zij moeilijkheden in eigen land moeten overwinnen Wij belden aan bij een-en-veertig huizen... Best Van het Concertgebouw via de bioscoop naar de studio Plastic-zomer J. D. Rolandus Hagedoorn leverde in 1889 slag op de hoge tweewieler Zaterdag 3 Juli 1948 3 Mannen keren terug Kent u ze wel. die 41 Amersfoortse jongens, die vandaag terug zijn gekomen uit het verre warme land. waarover ze hun vaders en moeders, hun broers en hun zusters, hun vrouwen en meisjes, hun vrienden en bekenden zullen vertellen, totdat ze te oud zijn om het zich te herinneren? Als u ze niet mocht kennen, kijk dan naar hun foto's en zie. hoe blij ze zijn geweest, toen de beeltenissen werden gemaakt, daar bij de sawah of ginds in de kampong. Ja. blij waren ze. die 41 kerels, omdat die foto naar huis zou gaan. naar allen, die hun dierbaar waren en zijn. ALS je een paar jaar van huls bent geweest en meer dan eens het grillige gevaar van heel, heel dichtbij hebt gezien, dan is „thuis" iets heel anders dan zo maar een doods begrip, waarover ze voor de roido praten en in boeken schrij ven. „Thuis", dat is dan iets le vends, iets dat alles inhoudt, wat je al die tijd hebt gemist. „Thuis", dat is de kern van hetgeen je dacht, als je 's avonds niet kon slapen, cmdat de nacht warm was en je klamboe kapot. „Thuis", dat hamer de in je hoofd, als je marcheerde over smalle, modderige wegen met om je heen niets dan bossen en in die bossen de dood. „Thuis", daar dacht je aan, als je met je ziel on der je arm liep te dwalen in een of andere stad. Het groeide uit tot oen alles overheersende gedachte, die altijd bij je was, die je nooit verliet, ook niet, toen de kogels floten en de granaten barstten. „Thuis", je las het in de ogen van je kameraad, als je de helft van zijn laatste High- Way sigaret oprookte. „Thuis", dat is waar de brieven en de pakjes en de telefoongesprek ken vandaan kwamen, waar de foto's hingen op je slaapka mer, en waar de schemerlamp brandde in je eigen hoekje, waar misschien je moeder aan je zat te denken. En toen de dag naderde, dat ze „thuis" zouden komen, werd het nog iets heel anders. Het beteken de toen ook het einde van een periode van gevaar en narigheid en ellende, maar ook van schoon heid en onvergetelijke pracht. Vandaag, 3 Juli 1948, zijn ze „thuis", die 41 kerels. Vandaag begint reeds het vergeten van alle ellende en narigheid en het behou den van al het mooie. En zo wordt er in de geestesgesteldheid van deze 41 mensen een evenwicht ge schapen, die hen zal helpen om na de moeilijkheden in Indonesië thans ook de moeilijkheden in eigen land te begrijpen en te overwinnen. jD IJ een-en-veertig Amersfoortse J-J gezinnen zijn wij geweest. Een-en-veertig huizen, gewoon als elk ander. Toch krijgt men bij deze huizen de indruk, dat er iets aan de hand is. Er komt een vader thuis na twee en een half jaar, een zoon, een broer, een verloofde. De vrouw, die de deur open doet, krijgt bij het horen waar wij voor komen, die glinsterend-blije gloed in haar ogen. Ja, eindelijk is het zover. Het is nog maar een paar dagen, maar juist deze tijd van spanning duurt zo onnoemlijk lang. De kinderen hebben het huis al versierd, er hangen slingers, er zijn bloemen. In de gang staat de vlag al klaar. De stok is schoon ge boend, het dundoek gestreken. In al die huizen is de blijdschap dezelfde. In de kleine en in de grote huizen. Overal is er een vrouw die haar man wacht, zijn er kinderen, die trots op de foto van Pappie wijzen. „Pappie komt nu heus terug, en dan mag hij mij naar bed brengen. Hij komt met wel zoooo'n grote boot. Nou heb ik ook weer een Pappie". Er zijn hummeltjes die hun vader nog nooit hebben gezien. Zij kennen hem alleen van de foto. R is ook de zachte verlangende ■L-s stem van een moeder. De zoon die terug komt, is haar enig bezit. Er klinkt zo'n hunkering in haar stem. Dankbaarheid ook om het volledig herstel na een ernstige verwonding. Haar jongen komt teruggezond en wel. In een ander huis is het de vader die ons open doet. Trots, vol verhalen om die jongen van 'm. Een knaap is het hoor' Kijk hier ziet U hem toen ie pas naar de kleuterschool ging. Nou is ie al drie en twintig. Blij dat ik ben....!" De teleurstelling van de dag uit stel is in elk gezin even groot. Nu volgt er weer zo'n lange dag van wachten. De vrouwen zijn wat ze nuwachtig en weten niet wat het eerste of laatste te doen. Ze vegen weer een haast onzichtbaar stofje weg. Nog eens leggen ze het nieu we ondergoed, de kleine geschenk jes, ordelijk bij elkaar. Ze schikken weer de bloemen, die overal staan. Er is dat ondefinieerbare gevoel van blijdschap gemengd met een lichte vrees. Zal alles zo zijn als vroeger? Ben ik niet veranderd? Deze vrouwen zijn al die tijd al leen geweest met hun kinderen. Hebben alleen voor de moeilijke taak van hun opvoeding gestaan en zijn het ontwend de huiselijke zorgen te delen. Even zal het ook wel vreemd ei in. Dit zal het ziin voor elk lid van het gezin. Ook voor de man zelf. die alle huiselijkheid ontwend is. Die zich volledig zal moeten aanpassen Maar samen zullen ze er wel komen. Daar zijn wij va ons bezoek helemaal niet bang voor. DE komst van de „Kota Baroe" naar Nederland met een-en-veertig Amers- i foortse thuisvarenden. grijpen wij aan om een welkom toe te roepen aan deze mannen en fc ook aan hen. die reeds eerder druppelsgewijze in hun oude b stad terugkeerden. Dit is niet zo maar een groet. In dit welkom ligt de zekerheid besloten, dat de Amersfoortse burgerij zich er voor wil spannen om de man- - nen spontaan in hun stadsge meenschap op te nemen. Zij hebben een hartelijk f.' toegestoken hand meer dan verdiend. i -v_ J Deze mensen, die jaren de hui selijke kring ontbeerden, worden er nu weer in opgenomen. Ze zul len er aan moeten wennen, omdat een heleboel dingen die daar ge woon waren hier ongewoon zijn. Omdat het leven in Indonesië nu eenmaal anders is dan in Neder land. Wij hopen van ganser harte, dat het doorzettingsvermogen en de kracht, die deze mensen ginds heb- ben getoond, hen mogen helpen, ook hier in Nederland. H. J. Los Z. J. v. Barlingcn G. J. Arbon H. ten Hove G. R. Timmer G. Brouwer R. de Goede Rühl W. van Ginkel W. van Essen J. Smit J. Brouwer C. J. M. Croese J. L. Lovcrcn J. van Heyst J. B. M. Verbergt J. J. Bijlsma H. Gcrrits G. v. Hocijen L. Hoevers H. Ribbcrs D. J. Smit (Van onze verslaggever) ALS wij door de achtertuin van het perceel Laarderweg 216 in Hil versum de weg gevonden hebben naar de „hut" van Hugo de Groot, is de dirigent juist bezig zijn piano te vertillen. Hugo de Groot houdt niet van visite als hij aan het werk is, vandaar dat hij al vóór de oorlog een houten tuinhuis liet bouwen, waarin hij zich van de buitenwereld kon afscheiden. Maar wij treffen het, want wij kunnen met de jas nog aan een handje helpen, het zware instrument een nieuwe plaats te geven. En U weet 't, het gaat haar goed af. Het stroomt opdrachten voor film- en hoorspelmuziek. Voor een groot openluchtspel in Nijmegen moet ze ook de muziek schrijven." ,.U maakte zelf ook vesl illustra tieve muziek? „Ja. heel veel, ook voor films en hoorspelen. Maar het dirigeren van concerten bleef hoofdzaak voor me." „Wat is Uw mening over de mu zikale smaak van het grote pu bliek?" Als opa kan men het ook druk hebben „Ik zat daar net op een aard straal", vertelt de gastheer, terwijl hij zich het voorhoofd afwist. „Ik heb er v/el nóóit iets van gemerkt, maar van middag is hier een wichelroe deloper geweest. Die zei, dat mijn pianokruk midden in een kwade bundel stond. „Nee, van de grote Hugo de Groot uit de boekenkist ben ik geen familie, voor zover ik weet. We hebben wel eens geprobeerd het uit te zoeken, maar we kwa men niet verder dan 1750. We stuitten op een naamgenoot, die driehonderd gulden schuldig bleek te zijn aan een of andere magis traat. Onder aan het briefje van de gemeente-secretaris, die het had uitgevorst stond: ..De kosten dezes voor tien uren onderzoek bedragen zeventien gulden vijftig." Ik heb die onkosten betaald en mijn nieuwsgierigheid verder be dwongen. Stel je voor, dat ze me nog voor die driehonderd pop had den laten opdraaien ook. En wie weet, wat er nog meer uit de bus was gekomen. Nog een sigaret? Ja, ik heb het nog al druk. Diri geren, componeren, mijn plichten als grootvader nakomen. Zeker, ik ben al opa. Kijk eens, wat een schat van een baby!" Er komen foto's voor de dag. die de persfotograaf Hugo de Groot Jr. van Huug. de kleinzoon, maakte. „En mijn dochter mag ik ook niet verwaarlozen." Terecht vindt grootvader Hugo zijn dochter, de 28-jarige Else van Epen-De Groot, die een paar hui zen verderop woont, een bijzonder knappe meid. „Chemisch analyste was ze", ver telt hij met vadertrots. „Op zekere dag legt ze de reageerbuizen op zij en slaat aan het componeren. Smaken verschillen DIE is natuurlijk erg uit eenlopend. Al aan het begin van mijn radio-loopbaan was het mijn ideaal, de luiste raars goede muziek te leren beluisteren en ze de schoon heid er van te leren genieten. In mijn jeugdig enthousiasme liep ik echter te hard van sta pel. Ik bracht nl. iedere week een half uur eerste uitvoerin gen van hedendaagse werken. De reactie bleef niet uit. Ik had in mijn ijver vergeten, dat ik te genover een enorm groot publiek was komen te staan, waarvan een groot deel voor het eerst met or kestwerken kennis maakte. Wel kreeg ik veel bijval van muziek- vrienden, maar duizenden geest driftige brieven (de radio was toen nog een nieuwtje) kwamen er pas als ik een populair, voor iedereen begrijpelijk programma had ge speeld. Daarbij kwam de concur rentiestrijd van omroepverenigin gen, die allen hun best deden om het de luisteraar zo veel mogelijk HIER IS HILVERSUM! „U luistert naar een concert, dat gegeven wordt door het omroep-orkest on der leiding van Hugo de Groot". Men ziet op de foto slechts een deel vm het zeventig man sterke orkest, JU P Ijl 1 naar de zin te maken. Zo lang cr nog leden te winnen waren, was er geen tijd voor zulke dirigentcn- idealen. Wat je doet, doet het goed! Zo kreeg ik, onder de druk van deze omstandigheden, mijn eerste les: Geef het publiek eerst, wat het van je verwacht. Dan zal het daar na ook willen luisteren als je zelf Iets te zeggen hebt. Ik remde dus mijn tempo en geestdrift, maar verloor het Ideaal niet uit het oog. Ongemerkt wer den de luisteraars naar een beter niveau in de muziekprogramma's gebracht. En bij alle concessies bleef ik strijden voor deze gedach te: Als je het publiek eenvoudige muziek geeft die het begrijpt, doe het dan In zo volmaakt mogelijke uitvoering! Het zou mijn grootste belo ning zijn, als ik later, wan neer ik er eens mee zou op houden, de zekerheid zou mo gen hebben dat ook ik er iets toe heb bijgedragen, dat een groot deel van de radio-luis teraars muziek heeft leren ge nieten. Nu al constateer ik vaak uit hartelijke en dankba re brieven, dat mijn moeite niet helemaal tevergeefs is ge weest! Bijna drie uur duurt ons bezoek aan deze radio-man, die een bij zonder onderhoudend causeur blijkt te zijn. Hij spreekt veel over mu ziek, politiek, zijn kinderen, zijn verregende vacantie aan zee, de bomen in de tuin, maar over zich zelf heel weinig. Als het tijd wordt om op te stappen, weten wij eigen lijk nog niets van zijn loopbaan als dirigent. „Wat doet het er toe", vindt Hugo de Groot, „Het was toch ge zellig zo? En als U nog iets weten wilt, hier is een boekje over mu ziek en muzikanten. Zoek maar bij de G., daar is wel wat te vinden." Allround musicus NDER de letter G vinden we in- derdaad de naam De Groot, Hugo: „Werd 1897 te 's-Hertogenbosch geboren, studeerde aan de stedelijke muziekschool viool, trompet en piano en componeerde reeds jong voor het Bossche stedelijke orkest, waarvan hij enige jaren deel uitmaakte Slaag de op 18-jarige leeftijd met loffelijke vermelding voor het examen viool- onderwijzer van de Ned. Toonkunst ver. Op zijn 20ste werd hij na proef spel gekozen als violist in het con certgebouw-orkest. Zoekend naar zelfstandig werken, verliet hij dit na' drie jaar om als dirigent een enga gement te aanvaarden in Cinéma Royal te Amsterdam. Hlor vierde hij gedurende zeven jaren in de tijd van de stomme film-triomfen als film-illustrator. Werd in 1928 mu zikaal adviseur van de VARA en trad een jaar later in dienst van deze omroepvereniging. De Groot dirigeerde alle typen van radio-orkesten in alle genres van het repertoire. Componeerde muziek bij talloze hoorspelen en radto-re- vues. Was ook op filmgebied zeer actief als componist. In totaal hon derd filmcomposities dirigeerde hij o.a in de studio's te Wenen (Tobls), Londen (Mctro-Goldwin). Amster dam (Cinétone), Den Haag (Film- stad en Profilti) cn Haarlem (Multi- film). De Groot werd in de oorlog uit de omroep ontslagen wegens principiële weigering; na de bevrij ding v/as hij muzikaal leider van de Wereldomroep, doch hij verliet deze functie om zich geheel aan orkest- directie en compositie te kunnen wijden. Hij is thans gastdlrigcnt bij de omroepverenigingen en muzikaal directeur ener muziek-uitgeverij." De feiten vindt men in het boekje. Maar de mens Hugo de Groot leert men eerst kennen in een gesprek in zijn „hut" cn uit zijn weergave van de muziek. HET moet me van het hart dat die doorschijnende plastic re genjassen en capes het stadsbeeld in deze vochtige dagen in hoge mate versieren. Glimmend van zich zelf en extra glanzend van het nat, zijn zij als een intens kleurend ver nis over dc vrolijke zomertoiletjes, die nu in de heftigste stortbuien droog en hcl-fonkelend fris en aan trekkelijk blijven. De jonge, jeug dige en zelfs vele niet meer zo prille cn dartele dames, schijnen al schrijdend bewegende bloemen. Dank zij plastic maken zij do natte, koude dagen hoewel niet droog tcch warmer en lichter. Wie zou er niet pro-plastic worden? Pro was ik, totdat een dezer vele als bloem kelken rondwandelende feeën zich naast mij neerliet op de bank in de coupó en het water van haar plas tic afdroop in mijn schoen en de aanraking met haar groen-flu- orcscerende linker mouw waaron der een blote, welgevormde arm geheimzinnig lokte, mij tot in mijn merg verkilde. Brrr! Het warme wezen bestierf onder de schone schijnMaar niettemin. Het oog wil ook wat en krijgt zijn deel. Eysink en Nefkens leverden de fietsen nze wielren-enthousiasten uilen dus Zaterdagmid dag 10 Juli a.s. genieten van „De Ronde van Amersfoort". En het is aan geen twijfel onderhevig, dat de belangstelling zich zal concentreren op de strijd tussen de vechtlustige Zaankanters en dc taaie, razend-snelle Limbur gers. Er is een paar jaar geweest - alweer zo'n jaar of zestig terug dat geen Zaankanters of Limburgers maar Amers foortse renners in het brand punt stonden van de aandacht der Nederlandse wielcrsportlief- hebbers. Deze wielersport is in ons land nu alweer bijna tachtig jaren oud. Schrijver dezer kreeg eens de in houd van een brief onder ogen. die de eerste wielrijder van Nederland de heer Timmer uit Amsterdam had geschreven aan de ouwe heer Slothouwer, de boekhande laar op de Langestraat in Amers foort. Een brief uit het jaar 1896. waarin de heer Timmer het een en ander vertelde over het prille be gin van onze wielersport. Artikelen in Franse dagbladen van Januari en Februari 1869 meldden, dat in Parijs een nieuw pas uitgevonden „rijtuig" grote, opgang maakte en reeds druk gebruikt werd. Dat was niet zo'n oude loop fiets van hout, zoals die welke de heer Slootman u in het stedelijk museum Flehite kan tonen, doch een metalen velo, waarvan het voorwiel 110 cen timeter - en het achterwiel een meter hoog was, met een ijze ren stang waarop een leren zitkussen in het midden. De trappers zaten aan een as die door het voorwiel ging. Reeds in Februari 1869 fabri ceerde de smid J. F. Scholte in zijn metaalwarenfabriekje aan de Plantage te Amsterdam op aanwij zing en voor rekening van H. H. Timmer en J. J. Stalie de eerste twaalf Nederlandse fietsen. En nadat Timmer had leren fietsrij- den, (datt ging in die dagen niet zo vlot), was spoedig in Mokum op de Schans bij de Raampoort waar later de H.B.S. kwam te staan een grote houten loods gehuurd met een ruim erf erbij, welke op 17 Maart 1869 als Velo- cipède-manege en Leerschool werd geopend. In het Handelsblad van 18, 19 en 20 Maart 1869 kan men de advertenties hierover aantref fen. Het zaakje ging gesmeerd, spoedig waren er 28 fietsen in ge bruik en in de zomer van 1869 had de eerste Nederlandse wed strijd op rijwielen plaats, in de Beemster nabij Purmerend. De eerste prijs een zilveren beker werd gewonnen door H. H. Timmer. In de loop der volgende vijftien jaren ontwikkelde zich de ijzeren velocipede tot het model fiets, dat wij heden ten dage kennen (tussen model 1388 en 1943 ligt geen prin cipieel verschil meer). Een reuzen stap op de weg naar popularise ring volbracht de uitvinding in 1884 door Dunlop van de luchtgc- vulde rubber fietsband. Eysink begon Twee jaar later, in 1836, begon D. H. Eysink op bescheiden wijze een rijwielfabriek in Amersfoort, terwijl in 1894 de bij ons in de stad zo bekende Nefkens aan de Leusder weg een rijwielhandel met reparatie-inrichting opzette, ge volgd door een fietsenwinkel in de Adler-rijwiel, model 1895, zoals Nefkens ze 50 jaar geleden ver kocht Langestraat die op 24 Juli 1897 werd geopend ook door J Nef kens. Beide fietsenmakers hadden in navolging van de hiervóór reeds genoemde heer Timmer een eigen wielerbaan aangelegd, waar de liefhebbers naar hartelust konden oefenen en welke banen tot de grootste van ons land behoorden. Dat was in 1896, toen de glorietijd van de Amersfoortse renners al weer was getaand. Glorietijd Deze glorietijd lag achter in de tachtiger jaren. Op 2 Mei 1888 werd de eerste Amersfoortse Wielrijdersclub opge richt „De Zwaluw". President werd G Prins en secretaris G. van Dam. Een maand later behaalde een lid van de bekende Amersfoortse dok tersfamilie Rolandus Hagedoorn (een durfal in zijn jonge jaren, die voor niets stond op rijwielgebied) in een wielerwedstrijd tc Amster dam dc 2e prijs in het nummer 10 k.m. op 1 pcrsoonstweewiclers. Zijn tijd was 20 min. 33% sec. 11 Juli 1888 startte dc Amers- foorter W. H. Mcursing in dc na tionale wielerwedstrijd tc Scheve, ningen en won cr glansrijk dc eer ste prijs, door dc halve Engelse mijlrace af tc leggen in 1 min. 20 1/3 sec. (d.i. met een uursncl- heid van36 k.m.! Een maand later sleepte J. C. Rolandus Hagedoorn tijdens de wielerwedstrijd achter het Rijks museum te Amsterdam een eerste prijs uit het vuur, door met zijn driewieler de 2000 meter te rijden in 4 min. 2t,5 sec. Zondag 19 Augustus 1888, een dag na de wedstrijd in Amsterdam, werd Ro landus Hagedoorn eerste op het wegparcours AmersfoortDoorn vice versa en legde de afstand van 30 km. (over 'n soms barbaars slechte mulle weg) af In 1 uur en 55 seconde. Zijn stadgenoot Eysink op zijn nieuwe Safetyracer had niet pech te kampen en deed cr 1 uur 45 min. 40 sec. over. Op Zon dag 29 Augustus 1888 sloegen de gebroeders Eysink hun slag in een door „de Zwaluw" uitgeschreven wegwedstrijd Amersfoort-Hamers- veld Woudenberg Viersprong LeusdenAmersfoort. Zij verover den de le (M. Eysink) en 3e prijs (A. Eysink). Nog een club Aan één wielrcnnersclub had Amersfoort blijkbaar niet geneog. In 1839 werd de Amersfoortse Ve- locipèdeclub „De Postduif" gebo ren en het was een lid van deze rennersvereniging, die de hoogste eer behaalde, welke ooit een Amersfoorter wedstrijdfietser is te beurt gevallen Bij de te Nijmegen gehouden bondswedstrijden eindig de op Zondag 13 Augustus 1889 de razend snelle J. D. Rolandus Ha gedoorn" als vierde in de interna tionale wedstrijd voor driewielers over 2 k.m., won en-passant de zil veren beker in de aanmoedigings- wedstrijd en werd tenslotte num mer één en Nederlands kampioen 1889 op de hoge tweewieler. PETER VAN DE BIRKT.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3