De gouden koets gen
VIJFTIG JAREN KONINGIN
EN VADERLAND
Koningin Wilhelmina als moeder
werd werkelijkheid
De wereld kreeg een
ander gezicht
Juliana werd behoed voor de
armoede van het rijke kind
Koningin Emma
Een volk wordt
mondig
Zaterdag z8 Augustus 1948
IN de vijftig jaar. dat Koningin
Wilhelmina regeerde, heeft de
wereld een geheel ander aanzien ge
kregen. Wie in 1898 van onze pl^ieet
gestapt zou zijn en in 1948 was Terug
gekomen, zou zich voelen als de „le
vende mummie" in het bekende jon
gensboek, die na duizenden jaren
rust weer op aarde ging rond wan
delen.
De Westertoren te Amsterdam, de
Dom te Utrecht en andere oude ge
bouwen staan er nog precies zo als
vijftig jaar geleden, tal van straten
liggen er ook nog en de steden en
dorpen zijn evenmin verhuisd. Maar
verder is bijna alles totaal anders ge
worden.
Wij denken anders, wy wonen an
ders, kleden ons anders, reizen an
ders, kortom wij leven geheel anders
dan de mensen vijftig jaar geleden
deden. Er heeft zich een omwenteling
voorgedaan op bijna ieder gebied, er
hebben zich veranderingen voltrok
ken in een tempo, zoals in vroeger
eeuwen onmogelijk scheen. De fabel
achtige ontwikkeling van de tech
niek is daar de voornaamste oorzaak
van.'
Industrialisatie
De techniek veroorzaakte de in
dustriële revolutie, zy stampte fa
brieken uit de grond en om de fa
brieken groeiden de steden en die
steden slurpten de bevolking weg
van het platteland. De techniek
bracht de motor, die zich nestelde in
automobielen en schepen en vlieg
tuigen, die de steden en dorpen en
werelddelen naar elkaar toe trokken
doordat de afstanden wertlen opge
slokt. En behalve de motor bracht de
techniek ook de radio, de televisie en
nog zo^heel veel meer.
In de fabrieken kwamen de arbei
ders in veel grotere groepen bij el
kaar dan voorheen. De vroegere dor
pelingen werden het stadsproleta-
riaat. Ze verpauverden en zagen hun
kinderen verkommeren. Ze verzet
ten zich. Zo groeide de arbeidersbe
weging. wier geschiedenis in ons
land grotendeels samenvalt met de
regeringsperiode van de Koningin.
En tezelfdertyd ontwikkelde zich een
krachtige middenstand.
De technische en industriële voor
uitgang bracht noodwendig een ont
wikkeling op geestelijk gebied met
zich mee. De arbeiders kregen meer
rechten, kiesrecht in de eerste plaats,
maar ook een grotere mogelijkheid
tot deelneming aan het culturele le
ven. De techniek en de enorme pro
ductie, die daarvan het gevolg was.
maakten de materiële en geestelijke
goederen toegankelijk voor een veel
groter publiek, niet alleen gebruiks
voorwerpen, maar ook boeken en
kranten, onderwijs, beschaving. De
arbeidersbeweging, die met de tech
niek is opgegroeid, kwam krachtig
op voor haar rechten en zo worstel
den de arbeiders zich op van de pro
letariërs der vorige eeuw tot de bur
gers van dit ogenblik.
Politieke democratie
In de afgelopen vijftig jaar is zo
in ons land de politieke democratie
geboren, die de basis is voor de alge
hele democratie. Al is het nog zo, dat
men „voor een dubbeltje of voor een
kwartje geboren kan worden", dit
neemt niet weg, dat er in principe
momenteel voor ieder in Nederland
gelijke levenskansen zijn. Er bestaan
nog grote sociale verschillen in ons
volk, maar met die van 1898 zijn ze
toch niet meer te vergelijken.
Vijftig jaar geleden was de arbei
der „Jan Boezeroen", dat wil zeggen,
de man met de pet op en het boeze
roen aan. Hij voelde zich de „verwor
pene der aarde" en dikwijls ver
dronk hij zijn ellende en smaad in
de kroeg. Op het ogenblik gaat de
arbeider buiten zijn werk juist zo ge
kleed als de professor of de eerste
minister, hij gebruikt hetzelfde voed
sel (ook groente en fruit), hij zit
langs de lijn naar dezelfde voetbal
wedstrijd te kijken en luistert aan de
radio naar dezelfde uitzending, hij
heeft hetzelfde kiesrecht, hij kan in
beginsel zyn kinderen naar de H.B.S.
sturen en zelfs naar de Universiteit,
al vraagt dit van hem nog wel grote
offers en veel doorzettingsvermogen.
Emancipatie
Er is een nivellering gekomen in
de goede zin des woords. De tijd, dat
de dagloner zijn pet afnam als hij in
de verte het huis van zijn „heer" pas
seerde, is pas in de laatste halve
eeuw tot het verleden gaan behoren.
Niemand voelt zich nog in principe
minder dan de ander, niemand weet
zich in principe ook meer. Als staats
burger voelen allen zich gelijk.
En al die burgers van dit land.
werkende met de hand en met het
hoofd, met de schop, het houweel, de
hamer, de schrijfmachine, te teken
pen. de reageerbuis, zy allen hebben,
ondanks veel geschillen en veel ge
krakeel, toch gezamenlijk gebouwd
aan de toekomst. En zy hebben in
vijftig jaren, gesteund door de tech
niek en de uitvindingen der weten
schap. ons volk op een welvaartspeil
gebracht, dat veel hoger ligt dan dat
van een halve eeuw geleden. Wie dat
niet geloven wil, moet zijn vader of
grootvader maar eens vragen hoe de
toestanden omstreeks 1900 waren en
hij zal inzien, dat hij nu in een ge
heel andere Wereld leeft.
Modernisering
Onze landbouw en veeteelt, onze
tuin- en bosbouw zijn gerationali
seerd en met gebruikmaking der mo
derne wetenschap (men denke b.v.
aan de chemie en de kunstmest) op
zeer hoog plan gebracht; Wij hebben
een net van wegen en kanalen, waar
het buitenland jaloers op is; onze
spoorwegen en onze luchtvaart, onze
scheepsbouw en scheepvaart zijn we
reldberoemd; ons onderwijs, hoeveel
er ook aan ontbreekt, geeft ons volk
een ontwikkelingspeil, hoger dan in
de meeste andere landen; ons sterfte
cijfer is lager dan waar ook ter we
reld; de hygiënische toestanden en
medische verzorging in Nederland
worden overal ten voorbeeld gesteld;
onze wetenschap bloeit, met name
die der natuurkunde; op muziekge
bied hebben wij internationale faam
en zelfs op sportgebied bij do
Olympische Spelen is het weer ge
bleken „spreekt Holland een
woordje mee".
Als wij de halve eeuw. die achter
ons ligt, overzien, behoeven wij ons
niet te schamen. Er is zeer veel be
reikt. Een volk is mondig geworden.
De gedachten, fn dit artikel
neergelegd, worden elders in
dit blad door meer gedetailleer
de beschouwingen nader toege
licht.
Een volk heeft, voor het eerst in zyn
geschiedenis, de basis gelegd voor
een welvaart, die geldt voor dat volk
als geheel.
Koningin Wilhelmina zag al die
veranderingen zich voltrekken. Op
haar hoge post heeft zy er mede lei
ding aan gegeven en zij heeft bewe
zen te kunnen mee groeien met haar
tyd en met haar volk. Ook zij is na
der tot haar volk gekomen dan zij
e enhalve eeuw geleden was. Haar
dochter is in haar voetspoor getre
den en de kleine prinsesjes worden
temidden van het volk opgevoed.
Koningin en vaderland, werkgever
en werknemer, geleerde en hand
werksman, stedeling en plattelander,
zijn naar elkaar toe gegroeid; de
vrouw heeft zich een positie verwor
ven, die in principe gelijkwaardig is
aan die van de man. Deze sociale ni
vellering, als wij die uitdrukking
mogen gebruiken, heeft zich geleide
lijk voltrokken in de hal.-e eeuw, die
Koningin Wilhelmina aan de rege
ring was en ze is, mèt de industria
lisatie en mechanisatie, van deze pe
riode het voornaamste kenmerk
Daardoor is ons volk onnoemelyk
veel sterker geworden dan het vijftig
jaar geleden was. sterk genoeg om
de enorme moeilijkheden, die de mo
derne tijd brengt, onbeschroomd te
gemoet te gaan.
Tj. de B.
De prent, die Johan Braakensiek tekende bij de inhulidiging van
koningin Wilhelmina.
Prins Willem de Zwijger spreekt tot Koningin Wilhelmina: „lk
gaf ons volk, mijn krachten, mijn fortuin, mijn leven. Geef Gij,
hope des Vaderlands, het Uw hart, en Gij zult milliocnen
ten zegen zijn".
ANNEER een jonge moeder
staat bij de \vieg van haar
eerste kind, komt soms een gevoel
van machteloosheid over haar bij de
wetenschap dat we zo heel weinig
kunnen doen voor het geluk van wie
ons lief zijn. Hoeveel sterker moet
dit gevoel zijn by een koninklijke
moeder: zij weet bij ervaring hoe
eenzaam het leven is van een vor
stenkind, hoe verbijsterend het is
voor een jong kind. tot de ontdek
king te komen dat het een lots
bestemming heeft die op zoveel
punten afwijkt van die van de mees
te andere mensen. En ze weet dat
die eenzaamheid en die verbijste
ring ook aan haar kind beschoren
zijn. Over hoeveel wijsheid, over
welk een onuitputtelijke liefde moet
zo'n moeder beschikken!
Te waken tegen de ongunstige
invloeden die door de omstandig
heden en door de lichtzinnigheid van
vele mensen het jonge gemoed be
dreigen, het kind, ondanks de uit
zonderingspositie, de volle kans te
geven, zich als mens te ontplooien,
de bijzondere lotsbestemming te
doen zien, niet als een noodlot dat
men niet kan ontwijken, maar als
een roeping die. mits vrijwillig aan
vaard, tot een gelukkig en zegen
rijk bestaan kan leitfén, dat was de
taak waarvoor Koningin Wilhel
mina als moedër werd gesteld en die
Prinses Juliana een eenheid gege
ven die bij de opvoeding van de
meeste vorstenkinderen ontbreekt.
I/" ONINGIN Wilhelmina heeft
A Haar meisje weten te bewaren
voor de armoede van het rijke kind,
dat nooit de vreugde smaakt, een
langgekoesterde wens in vervulling
te zien gaan, omdat iedere wens on
middellijk vervuld wordt. De kleine
Juliana heeft meer centen en dub
beltjes dan guldens in Haar spaar
pot en als Sinterklaas nadert, moet
er heel wat gerekend worden, zullen
de financiën niet in de war raken!
Het begeerde doosje kleuj-kryt, het
onmisbare potje GÏuton sTaan op de
verlanglijst voor verjaardag of Sint-
Nicolaas. De fiets heeft lang ge
wenkt als een schier onbereikbaar
bezit, voordat hij bij de verjaars-
tafel van de elfjarige komt te staan.
En zo gaat het met verschillen
de genoegens, die juist op tyd en
zeker niet te vroeg, in het leven van
het opgroeiend meisje verschijnen.
De eerste buitenlandse reis Is een
boottocht langs de Noorse kust.
Prinses Juliana, twaalf jaar oud,
bereidt zich voor op dit groots ge
beuren door in een boekje van
..Help u zelf op reis" de Noorse taa!
te bestuderen; ook aan de kamenier,
die mee zal gaan, worden een paar
woorden Noors bijgebracht.
Hoe geniet het geestige kind,
Zij op onvergelijkelijke wijze heeft
vervuld. Zo haar kind op te voeden,
was alleen mogelijk voor een vrouw
met een sterke geloofsovertuiging.
Van het begin af heeft de Konin
gin de godsdienstige opvoeding van
Haar dochtertje zelf in handen ge
houden. Bij de benoeming van de
nieuwe hofpredikant, Dr. J. H. Ger-
retsen, werd in de eerste plaats ge
zocht naar iemand aan wie Hare
Majesteit in later jaren het gods
dienstonderwijs van de Prinses zou
willen toevertrouwen.
Toen de Vereniging van Chris
telijke onderwijzers verzocht een
kinderbijbel te mogen aanbieden,
werd dit graag toegestaan, maar
de Koningin behield zich het
recht voor, zelf de tekst te kie
zen; de keus viel op de „Kaap-
sche Kinderbijbel". Ook de pla
ten. de beroemde serie bijbelse
platen van Gustave Doré, werden
met moederlijk oog geïnspecteerd
en enkele platen, als wat heel
bloeddorstig, achterwege gelaten.
Toen de Prinses wat ouder word,
vond de moeder het vanzelfspre
kend, met Haar kind naar de
kinderkerk te gaan, tot de tijd
kwam dat Juliana de gewone
godsdienstoefening kon volgen.
De diepe levensernst van de moe
der de overtuiging dat het „de
mens niet baat of hij de hele we
reld gewint, als hy schade lijdt aan
de ziel", heeft aan de opvoeding van
Wat er ook voor staatszorgen of
drukke werkzaamheden mochten
zijn, koningin Wilhelmina heeft
nooit vergeten dat zij behalve
vorstin ook Moeder was. Telkens
weer wordt men getroffen door het
gewoon menselijk accent in de ver
houding van Moeder en dochter en
als het maar even kon werd er in
de kinderjaren heerlijk met de
kleine Juliana- of met Juliaantje
zoals onze aanstaande Koningin
nog altijd in de volksmond heet
gespeeld.
dat in Moeder's boekenkast de
„Overwintering op Nova-Zembla"
van Tollens heeft ontdekt, van de
hoogdravende beschrijvingen der
Poolstreken in dit illuster dicht
werk; de meest toepasselijke pas
sages worden van buiten geleerd en
met geestdrift geciteerd.
En zo gaat het met de vele
kleinere en grotere vreugden,
de Moeder weet met liefdevolle
wijsheid te waken tegen het „te
vroeg" en tegen het ,,te veel". Zij
wordt beloond door te delen in het
genot van haar fel-levend kind.
Het grootste geschenk, dat de
Koningin Haar dochter kon ge
ven. was de toestemming, een
poosje in Leiden te gaan stude
ren en ook iets van het onbezorgd
de studentenleven mee te maken.
Deze beslissing deed tal van pro-
STEL je voor, dat het con ge
woon kindje is", zei de ene
kleuter tegen de andere. Het was
in de winter van 1937 op 193S. dat
wij dit kindergesprek •afluisterden.
Het ging over de aanstaande ge
boorte van prinses Beatrix en bo
venaangehaalde uitlating van een
der tivce peuters demonstreert dui
delijk, welk een sprookjesachtige
voorstelling die twee van ons vor
stenhuis hadden.
Prinses Beatrix is inderdaad een
gewoon kindje" geworden ge
lukkig! en wij zouden in of
rondom onze koninklijke familie
ook niets sprookjesachtigs kunnen
bedenken.
iets?
blemen rijzen van practische en
van protocolaire aard. Het moe
derlijk vernuft wist ze alle op te
lossen.
Bij de opvoeding van de meeste
koningskinderen in het verleden
was de leidende gedachte, min of
meer opzettelijk te suggereren èn
aan het kind zelf èn aan de omge
ving, dat dit niet een kind was als
een ander: de eenzaamheid van het
vorstenkind werd kunstmatig aan
gekweekt ter wille van het pres
tige van het koningschap. We ken
nen ze uit musea en palelzen, do
kleine infanten, gehoed door hoog
adellijke duegna's. omstuwd door la
keien; het tere lijfje stijf van vor
stelijke pracht, de ogen groot van
verbazing over een wereld waarin
sommige kinderen niet het recht
hebben, kind te zy'n.
Niets van dit stelselmatig onder
strepen van de positie van prinses
en troonopvolgster by de kleine Ju
liana van Oranje-Nassau; geen
kwesties van voorrang of etiquette
vertroebelen haar omgang met tijd-
genootjes. Ze moet tegen haar ver
lies kunnen, heeft geen enkel spe
ciaal recht op de leidende functie
by het gezelschapsspel of de hoofd
rol bij het comedicstukle. Allemaal
dingen, die voor velen vanzelfspre
kend schynen, maar die het vol
strekt niet zijn voor wie met de
sfeer van een hof vertrouwd is.
|^)E Koningin heeft ook persoon-
l-/ lijk de leiding gehouden van
het onderwijs der Prinses, een oplei
ding die op Haar achttiende laar zo
ver moest zijn gevorderd dat de dan
politiek-meerderjarige troonopvolg
ster eventueel het regentschap of
de regering zou kunnen aanvaar
den.
Eerst het lagere-school-klasje,
geleid in de geest van Jan Ligthart,
waar vier kleine meisjes de illusie
smaakten van een „echte school";
zelfs cijfers en rapporten ontbraken
niet! En daarnaast het zangklasje
van Catharina van Rennes, waarin
ook jongens waren opgenomen, zo
dat de Prinses niet alleen op vrien
dinnen, maar ook op vrienden kon
bogen.
Praktische overwegingen maak
ten het moeilük dit systeem van on
derwijs in groepsverband in een la
tere periode voort te zetten; de dub
bele woonplaats. Het Loo en Den
Haag. en ook het zeer speciale ka
rakter van de opleiding, waarvoor
geen bestaand schoolprogram te ge
bruiken was. De Koningin volgde vol
aandacht ook dit stadium van on
derwijs. Haar stoel en werkmand
stonden in de leerkamer en elk van
de docenten kon er op rekenen,
minstens enige malen per jaar Hare
Majesteit onder zijn gehoor te heb
ben. Van de prachtige lessen van
Professor Van Eerde over de Indi
sche samenleving en cultuur werd
zelfs geen enkele overgeslagen. En
toen na de zestiende verjaardag de
lessen meer het karakter van col
leges gingen krijgen, waarbij een
grote plaats werd ingeruimd aan
volkenrecht, staatsrecht en geschie
denis, werden de koninklijke bezoe
ken aan de leerkamer nog veelvul-
figer. Men voelde dat het hier niet
lleen gold belangstelling in de vor
deringen van de leerling of een
vriendelijkheid jegens de docenten,
maar dat ook de materie van dit
onderwijs Hare Majesteit in de
hoogste mate interesseerde.
De begaafde Moeder met haar
scherp en helder verstand ontdek
te met begrijpelijke trots de ga
ven van het zo anders-geaarde
kind. Ook hier een schrandere
geest, maar daarnaast vooral
muzikaliteit, fantasie, zin voor
humor, een bijzondere gave tot
vormgeving die zich uitte op al
lerlei manieren: in het schrijven
van een gedichtje of toneelstuk,
in het bedenken van een St. Nico-
laassurprise, in het ontwerpen
van een handwerk.
Ook op dit punt mist de konink
lijke moeder zoveel dat anderen als
vanzelfsprekend ervaren. Het ko
ningskind vindt voor zijn minste
praestaties een soort van gemakke
lijke. haast werktuiglijke bewonde
ring, die weinig met echte waarde
ring te maken heeft, maar krijgt
byna nooit de kans, zijn talenten
rustig en onpartijdig met die van
anderen vergeleken te zien.
ENMAAL ten minste heeft
-1—Koningin Wilhelmina de voldoe
ning gesmaakt, objectief te zien
vastgesteld dat Haar dochtertje de
vergelijking met tijdgenoten glans
rijk kon doorstaan. Prinses Juliana,
als noviet van de vereniging van
meisjes-studenten te Leiden, moest
met alle jaargenoten deelnemen aan
de wedstrijd van het „jaarlied": op
een bestaande, zelfgekozen melodie
een lied dichten dat bij officiële ge
legenheden gezongen kon worden
en zo de herinnering vastleggen
Een uitzondering moeten wij ma
ken voor de gouden koets. Smeden
en hout werkers, handwerkende
weesmeisjes cn bordurende oude
dames, schilders cn decorateurs,
glasblazers en leerlooiers, vergul-
ders en lakenwevers, ivoorsnijders
en bronsbewerkers, allen de kun-
stigste vaklieden die onze hoofd
stad in 1898 rijk was, zij hebben
tezamen een statiekaros gewrocht,
die wij, hadden ontelbare Neder
landers haar niet met eigen ogen
aanschouwd, beslist naar het rijk
der sprookjes zouden venvijzen.
Overal sj/mboliek
Hebt U de koets wel eens zien
rijden? Dan zal het U wellicht door
het wentelen der wielen zijn ont
gaan, dat deze wielen op de naven
geschilderde zonnen dragen, het
mild schijnend koningschap voor
stellend, waarvan de stralen (de
spaken) naar alle richtingen schie
ten, opgevangen door het firma
ment (de velgen, waarop de tekens
van de dierenriem staan afgebeeld.)
Zo is er allerlei symboliek aan dit
unieke rijtuig te vinden. In -de
scharnieren en deursloten staan
hond- en uil-emblemen, trouw en
waakzaamheid tot uiting brengend.
Juichende kinderfiguurtjes staan
op het voorstel der karos grim
mige leeuwen sluiten als krachti
ge bewakers het achtergedeelte
van de koets met een ketting af.
Zinnebeeldig zijn ook de voorstel
lingen aan voor- cn achterzijde en
aan de zijkanten. Voorop „de Toe
komst", zoals men zich die in 1898
voorstelde- een beeld van „onder
wijs aan het volk" en „recht, dat
het hulpbehoevende deel van het
volk beschermt" wij zien een
gekwetste arbeider, een blinde
grijsaard, een weduwe en wezen,
en wij denken aan de sociale maat
regelen, waarop men in die tijd
hoopt De „Historie", afgebeeld op
de achterkant van de koets, toont
een achtergrond van Amsterdam,
de trotse schenkster van het rijtuig
aan de rechterzijde ziet men de
„Hulde van Nederland", links de
„Hulde der Koloniën", de kroon
lijst draagt de wapens der elf pro
vinciën. een onder de ramen lo
pend fries toont de symbolische
voorstellingen van godsdienst, le
ger, recht, kunst, wetenschap en
arbeid
Harmonisch geheel
Ï-J ET is duidelijk, dat bil zo'n
1 1 veelheid van voorstellingen
het bewaren van de harmonie in
de uitbeelding uiterst moeilijk is
Elk onderdeel moest passen bij de
rest cn toch zijn eigen boodschap
brengen, zyn eigen taal spreken.
Want de koets moest duidelijk ma
ken. wat het Nederlandse volk zijn
koningin toedacht aan goede wen
sen en zegebeden. En zo werd dan
tenslotte er zal heel wat gecon
fereerd, besproken, afgekeurd cn
opnieuw ontworpen zijn voordat
men het eens was de koets in
aan de laarklasse 1927; Inzending
onder motto; jurv ernstig cn inte
ger. Wie Juliana kende cn wist, hoe
vlot het fleurig liedje haar bij alle
gelegenheden uit de pen vloeide,
was niet verbaasd te horen dat van
de circa honderdvijftig inzendingen
de Hare was uitverkoren, wel te
verstaan zonder dat één jury-lid
kon vermoeden, wie de dichteres
was van het stralend-gee9tdriftige
versje op de wijze van het Kro
ningslied:
Waar sinds ongetelde jaren
De Oude Rijn door Leiden vloeit
En een eeuwig-jonge schare
Zich met wetenschap bemoeit,
Zijn wy de novieten-schaar
Van het wonder-heeriyk jaar
Negentien twintig en zeven!
Een voorval, op zichzelf niet heel
belangryk, dat winnen van een
prijsvraag, maar dat toch aan de
moeder een ogenblik van grote vol
doening schonk
In dit Jubileum-nummer worden
verschillende aspecten van Konin
gin Wilhelmlna's persoonlijkheid
waarderend en bewonderend toege
licht. Een galery van portretten
waarin ook het beeld niet mag ont
breken van de Moeder die, ondanks
een zware en veelomvattende taak
heeft bereikt dat het Haar kind
nooit één ogenblik aan liefdevolle
aandacht heeft ontbroken.
A. E. O.
De Gouden koets krijgt nog een
grondige beurt voor zij op zes Sep
tember gaat dienst doen.
Hollandse Renaissancestijl uitge
voerd, de stijl van onze bloeitijd.
Technische problemen
T-TN ook de moeilijkheden op
J-'technisch terrein waren niet
gering. De koets moest zo hoog
worden, dat de koningin er recht
op in kon staan. Zij mocht echter
weer niet te hoog worden, want ze
moest nog door het poortje van het
Haagse Binnenhof kunnen rijden!
Verder moest de constructie waar
bij het rijtuig hangt op een dubbel
stel veren met hangriemen, en die
de inzittenden het gevoel van zee
ziekte geeft, vermeden worden.
Hiervoor moest een nieuwe con
structie worden uitgedacht, maar
wanneer men het probleem oploste
door middel van de lange stang,
die achter- en vooras van andere
rijtuigen pleegt te verbinden, dan
zou het gevolg geweest zyn, dat de
wendbaarheid van het rijtuig ver
minderde, waardoor alleen brede,
rechte wegen zouden kunnen wor
den bereden. En dat was de bedoe
ling niet.
„Wij willen onze koningin in
onze koets in onze stad door onze
Het is welhaast onmogelijk om
ter gelegenheid van de troonswis
seling en het regeringsjubileum een
nummer uit te geven zonder daar
in nog eens afzonderlijk te herin
neren aan wijlen koningin Emma,
die in een periode v/aarin de dood
zware slagen aan ons Oranjehuis
had toegebracht, nieuw geluk
kwam brengen. Koningin Emma
werd spoedig populair en die was
sende populariteit bleek wel bij
zonder duidelijk in de dagen, waar
in 's konings ziekte het naderend
einde van deze vorst deed ver
wachten. In die dagen werd zij „in
het belang van het Vaderland en
Lang geleden: Koningin Emma als
een gelukkige moeder met haar
dochter, die thans zelf grootmoeder
is van vrolijke kleinkinderen.
naar den wensch van een getrouw
volk" door de Staten-Generaal
„met eenparigen, vertrouwen wek-
kenden, aandrang" tot het regent
schap geroepen.
Het Nederlandse volk werd in
zijn verwachtingen niet teleurge
steld en zij vervulde haar taak op
een wijze die de bewondering van
het gehele volk heeft afgedwongen.
Met een zeldzame tact en toewij
ding en op strict constitutionele
wijze heeft Koningin Emma haar
dochter opgevoed en opgeleid tot
de taak, die deze wachtte.
Groot was de liefde, welke zij
terug ontving. Zij uitte zich in h'et
nationale huldeblijk dat aan de
Koningin-Moeder werd aangeboden
en dat door deze werd bestemd
voor de Stichting van het Oranje
Nassau Oord bij Renkum. Ook
daarin kwam haar medegevoel tot
uiting met. de lijdende mensheid.
Vele ziekeninrichtingen zijn naar
haar genoemd en talloos vele zijn
in haar tegenwoordigheid geopend.
Toen zij haar 70ste verjaardag her
dacht, verzocht zij de huldiging
welke men haar ten deel wilde
doen vallen te verschuiven naar de
7 Januari 1929. de datum waarop
het 50 jaren geleden was, dat zij I
door haar huwelijk Nederlandse
was geworden. Maar talrijk waren
toen dan ook de bewijzen van aan
hankelijkheid die haar ten deel
%vielen. In soberder vorm de
tijdsomstandigheden waren benar
der herhaalde dit zich bij de
viering van haar 75ste verjaardag
in 1933.
Het Nederlandse volk heeft in
diepe verslagenheid in 1934 haar
verscheiden vernomen en in de
droeve dagen meegeleefd met het
vorstelijk gezin. En in deze dagen
van dankbaarheid en blijdschap zal
menige Nederlander enige ogen
blikken terugdenken aan haar, die
Nederlandse geworden, haar volk
heeft gediend op een wijze die een
voorbeeld was voor elk van haar
onderdanen.
straten zien rijden," zo formuleerde
de aanbicdingscommissie het.
Troutö
Amsterdam heeft de koets
geschonken. De offervaardig
heid van de Amsterdammers en de
krachtsinspanning van het Neder
landse volk hebben dit geschenk
gemaakt tot een onvergetelijk blijk
van aanhankelijkheid. Javaans
djatihout, Sumatraans ivoor, goud
en zilver uit het Verre Oosten, vlas
uit Zeeland, leer uit Brabant, Ne
derlandse kunst, Nederlandse we
tenschap en Nederlandse arbeid
hebben dit door acht paarden ge
trokken, met gouden passementen
afgezette koninklijke voertuig ge
maakt tot een pronkjuweel, dat de
trouw van het Nederlandse volk
aan zijn vorstenhuis op ondubbel
zinnige wijze tot uitdrukking
brengt Het zal de Amsterdammers
goed doen, als onze Koningin mocht
besluiten, haar laatste officiële
tocht als regerend vorstin door de
hoofdstad in dit staticrijtuig te ma
ken.
In de halve eeuw, die verstreek
sinds Koningin Wilhelmina de
troon besteeg, is het Nederlandse
volk politiek mondig geworden. Er
is vele jaren in cn buiten het par
lement een hevige strijd gevoerd
vóór bij stukjes cn beetjes het al
gemeen kiesrecht en daarmee de
parlementaire democratie veroverd
kon worden. Parallel daaraan liep
de schoolstrijd, die ging om de fi
nanciële gelijkstelling van open
baar en bijzonder onderwijs. „Wij
kunnen niet medewerken aan de
door ieder begeerde grondwetsher
ziening wat betreft het kiesrecht,
wanneer niet tevens het onderwijs
artikel wordt gewijzigd," is een be
kende uitspraak van de grote anti-
revolutionnaire leider Dr. Abra
ham Kuyper, kort nadat hij in 1870
Groen van Prinsterer was opge
volgd.
Aanvankelijk konden alleen zij
kiezen, die een zekere maatschap
pelijke welstand en een zekere in
tellectuele ontwikkeling hadden. In
1880 werden nog slechts 13.1
van de mannen boven de 25 jaar
tot de stembus voor de Tweede Ka
mer toegelaten, in 1890 echter
reeds 28,6 Als gevolg van de
Kieswet-Van Houten steeg hel per
centage in 1900 tot 49. De grond
wetswijziging van 1917 bracht, be
halve financiële gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs
ook het algemeen kiesrecht voor
mannen Tevens maakte deze wijzi
ging verkiesbaarheid voor vrouwen
mogelijk en opende zij de moge
lijkheid van algemeen kiesrecht
voor vrouwen. De zgn. evenredige
vertegenwoordiging kwam in de
plaats van het vaak zo onbillijk
werkende districtenstelsel. In 1920
werd het algemeen kiesrecht voor
vrouwen een feit, zodat voor de
Kamerverkiezingen in 1922 voor
het eerst alle volwassen Neder
landse mannen en vrouwen naar de
stembus werden geroepen.
Drie staatslieden
Drie Staatslieden, die tijdens een
groot deel van Koningin Wilhel-
mina's regeringsperiode het politie
ke leven van ons land hebben be
heerst:
DR. H. SCHAEPMAN,
DR. A. KUIJPER
MR. p. J. TROELSTRA