De gouden koets gen VIJFTIG JAREN KONINGIN EN VADERLAND Koningin Wilhelmina als moeder werd werkelijkheid De wereld kreeg een ander gezicht Juliana werd behoed voor de armoede van het rijke kind Koningin Emma Een volk wordt mondig Zaterdag z8 Augustus 1948 IN de vijftig jaar. dat Koningin Wilhelmina regeerde, heeft de wereld een geheel ander aanzien ge kregen. Wie in 1898 van onze pl^ieet gestapt zou zijn en in 1948 was Terug gekomen, zou zich voelen als de „le vende mummie" in het bekende jon gensboek, die na duizenden jaren rust weer op aarde ging rond wan delen. De Westertoren te Amsterdam, de Dom te Utrecht en andere oude ge bouwen staan er nog precies zo als vijftig jaar geleden, tal van straten liggen er ook nog en de steden en dorpen zijn evenmin verhuisd. Maar verder is bijna alles totaal anders ge worden. Wij denken anders, wy wonen an ders, kleden ons anders, reizen an ders, kortom wij leven geheel anders dan de mensen vijftig jaar geleden deden. Er heeft zich een omwenteling voorgedaan op bijna ieder gebied, er hebben zich veranderingen voltrok ken in een tempo, zoals in vroeger eeuwen onmogelijk scheen. De fabel achtige ontwikkeling van de tech niek is daar de voornaamste oorzaak van.' Industrialisatie De techniek veroorzaakte de in dustriële revolutie, zy stampte fa brieken uit de grond en om de fa brieken groeiden de steden en die steden slurpten de bevolking weg van het platteland. De techniek bracht de motor, die zich nestelde in automobielen en schepen en vlieg tuigen, die de steden en dorpen en werelddelen naar elkaar toe trokken doordat de afstanden wertlen opge slokt. En behalve de motor bracht de techniek ook de radio, de televisie en nog zo^heel veel meer. In de fabrieken kwamen de arbei ders in veel grotere groepen bij el kaar dan voorheen. De vroegere dor pelingen werden het stadsproleta- riaat. Ze verpauverden en zagen hun kinderen verkommeren. Ze verzet ten zich. Zo groeide de arbeidersbe weging. wier geschiedenis in ons land grotendeels samenvalt met de regeringsperiode van de Koningin. En tezelfdertyd ontwikkelde zich een krachtige middenstand. De technische en industriële voor uitgang bracht noodwendig een ont wikkeling op geestelijk gebied met zich mee. De arbeiders kregen meer rechten, kiesrecht in de eerste plaats, maar ook een grotere mogelijkheid tot deelneming aan het culturele le ven. De techniek en de enorme pro ductie, die daarvan het gevolg was. maakten de materiële en geestelijke goederen toegankelijk voor een veel groter publiek, niet alleen gebruiks voorwerpen, maar ook boeken en kranten, onderwijs, beschaving. De arbeidersbeweging, die met de tech niek is opgegroeid, kwam krachtig op voor haar rechten en zo worstel den de arbeiders zich op van de pro letariërs der vorige eeuw tot de bur gers van dit ogenblik. Politieke democratie In de afgelopen vijftig jaar is zo in ons land de politieke democratie geboren, die de basis is voor de alge hele democratie. Al is het nog zo, dat men „voor een dubbeltje of voor een kwartje geboren kan worden", dit neemt niet weg, dat er in principe momenteel voor ieder in Nederland gelijke levenskansen zijn. Er bestaan nog grote sociale verschillen in ons volk, maar met die van 1898 zijn ze toch niet meer te vergelijken. Vijftig jaar geleden was de arbei der „Jan Boezeroen", dat wil zeggen, de man met de pet op en het boeze roen aan. Hij voelde zich de „verwor pene der aarde" en dikwijls ver dronk hij zijn ellende en smaad in de kroeg. Op het ogenblik gaat de arbeider buiten zijn werk juist zo ge kleed als de professor of de eerste minister, hij gebruikt hetzelfde voed sel (ook groente en fruit), hij zit langs de lijn naar dezelfde voetbal wedstrijd te kijken en luistert aan de radio naar dezelfde uitzending, hij heeft hetzelfde kiesrecht, hij kan in beginsel zyn kinderen naar de H.B.S. sturen en zelfs naar de Universiteit, al vraagt dit van hem nog wel grote offers en veel doorzettingsvermogen. Emancipatie Er is een nivellering gekomen in de goede zin des woords. De tijd, dat de dagloner zijn pet afnam als hij in de verte het huis van zijn „heer" pas seerde, is pas in de laatste halve eeuw tot het verleden gaan behoren. Niemand voelt zich nog in principe minder dan de ander, niemand weet zich in principe ook meer. Als staats burger voelen allen zich gelijk. En al die burgers van dit land. werkende met de hand en met het hoofd, met de schop, het houweel, de hamer, de schrijfmachine, te teken pen. de reageerbuis, zy allen hebben, ondanks veel geschillen en veel ge krakeel, toch gezamenlijk gebouwd aan de toekomst. En zy hebben in vijftig jaren, gesteund door de tech niek en de uitvindingen der weten schap. ons volk op een welvaartspeil gebracht, dat veel hoger ligt dan dat van een halve eeuw geleden. Wie dat niet geloven wil, moet zijn vader of grootvader maar eens vragen hoe de toestanden omstreeks 1900 waren en hij zal inzien, dat hij nu in een ge heel andere Wereld leeft. Modernisering Onze landbouw en veeteelt, onze tuin- en bosbouw zijn gerationali seerd en met gebruikmaking der mo derne wetenschap (men denke b.v. aan de chemie en de kunstmest) op zeer hoog plan gebracht; Wij hebben een net van wegen en kanalen, waar het buitenland jaloers op is; onze spoorwegen en onze luchtvaart, onze scheepsbouw en scheepvaart zijn we reldberoemd; ons onderwijs, hoeveel er ook aan ontbreekt, geeft ons volk een ontwikkelingspeil, hoger dan in de meeste andere landen; ons sterfte cijfer is lager dan waar ook ter we reld; de hygiënische toestanden en medische verzorging in Nederland worden overal ten voorbeeld gesteld; onze wetenschap bloeit, met name die der natuurkunde; op muziekge bied hebben wij internationale faam en zelfs op sportgebied bij do Olympische Spelen is het weer ge bleken „spreekt Holland een woordje mee". Als wij de halve eeuw. die achter ons ligt, overzien, behoeven wij ons niet te schamen. Er is zeer veel be reikt. Een volk is mondig geworden. De gedachten, fn dit artikel neergelegd, worden elders in dit blad door meer gedetailleer de beschouwingen nader toege licht. Een volk heeft, voor het eerst in zyn geschiedenis, de basis gelegd voor een welvaart, die geldt voor dat volk als geheel. Koningin Wilhelmina zag al die veranderingen zich voltrekken. Op haar hoge post heeft zy er mede lei ding aan gegeven en zij heeft bewe zen te kunnen mee groeien met haar tyd en met haar volk. Ook zij is na der tot haar volk gekomen dan zij e enhalve eeuw geleden was. Haar dochter is in haar voetspoor getre den en de kleine prinsesjes worden temidden van het volk opgevoed. Koningin en vaderland, werkgever en werknemer, geleerde en hand werksman, stedeling en plattelander, zijn naar elkaar toe gegroeid; de vrouw heeft zich een positie verwor ven, die in principe gelijkwaardig is aan die van de man. Deze sociale ni vellering, als wij die uitdrukking mogen gebruiken, heeft zich geleide lijk voltrokken in de hal.-e eeuw, die Koningin Wilhelmina aan de rege ring was en ze is, mèt de industria lisatie en mechanisatie, van deze pe riode het voornaamste kenmerk Daardoor is ons volk onnoemelyk veel sterker geworden dan het vijftig jaar geleden was. sterk genoeg om de enorme moeilijkheden, die de mo derne tijd brengt, onbeschroomd te gemoet te gaan. Tj. de B. De prent, die Johan Braakensiek tekende bij de inhulidiging van koningin Wilhelmina. Prins Willem de Zwijger spreekt tot Koningin Wilhelmina: „lk gaf ons volk, mijn krachten, mijn fortuin, mijn leven. Geef Gij, hope des Vaderlands, het Uw hart, en Gij zult milliocnen ten zegen zijn". ANNEER een jonge moeder staat bij de \vieg van haar eerste kind, komt soms een gevoel van machteloosheid over haar bij de wetenschap dat we zo heel weinig kunnen doen voor het geluk van wie ons lief zijn. Hoeveel sterker moet dit gevoel zijn by een koninklijke moeder: zij weet bij ervaring hoe eenzaam het leven is van een vor stenkind, hoe verbijsterend het is voor een jong kind. tot de ontdek king te komen dat het een lots bestemming heeft die op zoveel punten afwijkt van die van de mees te andere mensen. En ze weet dat die eenzaamheid en die verbijste ring ook aan haar kind beschoren zijn. Over hoeveel wijsheid, over welk een onuitputtelijke liefde moet zo'n moeder beschikken! Te waken tegen de ongunstige invloeden die door de omstandig heden en door de lichtzinnigheid van vele mensen het jonge gemoed be dreigen, het kind, ondanks de uit zonderingspositie, de volle kans te geven, zich als mens te ontplooien, de bijzondere lotsbestemming te doen zien, niet als een noodlot dat men niet kan ontwijken, maar als een roeping die. mits vrijwillig aan vaard, tot een gelukkig en zegen rijk bestaan kan leitfén, dat was de taak waarvoor Koningin Wilhel mina als moedër werd gesteld en die Prinses Juliana een eenheid gege ven die bij de opvoeding van de meeste vorstenkinderen ontbreekt. I/" ONINGIN Wilhelmina heeft A Haar meisje weten te bewaren voor de armoede van het rijke kind, dat nooit de vreugde smaakt, een langgekoesterde wens in vervulling te zien gaan, omdat iedere wens on middellijk vervuld wordt. De kleine Juliana heeft meer centen en dub beltjes dan guldens in Haar spaar pot en als Sinterklaas nadert, moet er heel wat gerekend worden, zullen de financiën niet in de war raken! Het begeerde doosje kleuj-kryt, het onmisbare potje GÏuton sTaan op de verlanglijst voor verjaardag of Sint- Nicolaas. De fiets heeft lang ge wenkt als een schier onbereikbaar bezit, voordat hij bij de verjaars- tafel van de elfjarige komt te staan. En zo gaat het met verschillen de genoegens, die juist op tyd en zeker niet te vroeg, in het leven van het opgroeiend meisje verschijnen. De eerste buitenlandse reis Is een boottocht langs de Noorse kust. Prinses Juliana, twaalf jaar oud, bereidt zich voor op dit groots ge beuren door in een boekje van ..Help u zelf op reis" de Noorse taa! te bestuderen; ook aan de kamenier, die mee zal gaan, worden een paar woorden Noors bijgebracht. Hoe geniet het geestige kind, Zij op onvergelijkelijke wijze heeft vervuld. Zo haar kind op te voeden, was alleen mogelijk voor een vrouw met een sterke geloofsovertuiging. Van het begin af heeft de Konin gin de godsdienstige opvoeding van Haar dochtertje zelf in handen ge houden. Bij de benoeming van de nieuwe hofpredikant, Dr. J. H. Ger- retsen, werd in de eerste plaats ge zocht naar iemand aan wie Hare Majesteit in later jaren het gods dienstonderwijs van de Prinses zou willen toevertrouwen. Toen de Vereniging van Chris telijke onderwijzers verzocht een kinderbijbel te mogen aanbieden, werd dit graag toegestaan, maar de Koningin behield zich het recht voor, zelf de tekst te kie zen; de keus viel op de „Kaap- sche Kinderbijbel". Ook de pla ten. de beroemde serie bijbelse platen van Gustave Doré, werden met moederlijk oog geïnspecteerd en enkele platen, als wat heel bloeddorstig, achterwege gelaten. Toen de Prinses wat ouder word, vond de moeder het vanzelfspre kend, met Haar kind naar de kinderkerk te gaan, tot de tijd kwam dat Juliana de gewone godsdienstoefening kon volgen. De diepe levensernst van de moe der de overtuiging dat het „de mens niet baat of hij de hele we reld gewint, als hy schade lijdt aan de ziel", heeft aan de opvoeding van Wat er ook voor staatszorgen of drukke werkzaamheden mochten zijn, koningin Wilhelmina heeft nooit vergeten dat zij behalve vorstin ook Moeder was. Telkens weer wordt men getroffen door het gewoon menselijk accent in de ver houding van Moeder en dochter en als het maar even kon werd er in de kinderjaren heerlijk met de kleine Juliana- of met Juliaantje zoals onze aanstaande Koningin nog altijd in de volksmond heet gespeeld. dat in Moeder's boekenkast de „Overwintering op Nova-Zembla" van Tollens heeft ontdekt, van de hoogdravende beschrijvingen der Poolstreken in dit illuster dicht werk; de meest toepasselijke pas sages worden van buiten geleerd en met geestdrift geciteerd. En zo gaat het met de vele kleinere en grotere vreugden, de Moeder weet met liefdevolle wijsheid te waken tegen het „te vroeg" en tegen het ,,te veel". Zij wordt beloond door te delen in het genot van haar fel-levend kind. Het grootste geschenk, dat de Koningin Haar dochter kon ge ven. was de toestemming, een poosje in Leiden te gaan stude ren en ook iets van het onbezorgd de studentenleven mee te maken. Deze beslissing deed tal van pro- STEL je voor, dat het con ge woon kindje is", zei de ene kleuter tegen de andere. Het was in de winter van 1937 op 193S. dat wij dit kindergesprek •afluisterden. Het ging over de aanstaande ge boorte van prinses Beatrix en bo venaangehaalde uitlating van een der tivce peuters demonstreert dui delijk, welk een sprookjesachtige voorstelling die twee van ons vor stenhuis hadden. Prinses Beatrix is inderdaad een gewoon kindje" geworden ge lukkig! en wij zouden in of rondom onze koninklijke familie ook niets sprookjesachtigs kunnen bedenken. iets? blemen rijzen van practische en van protocolaire aard. Het moe derlijk vernuft wist ze alle op te lossen. Bij de opvoeding van de meeste koningskinderen in het verleden was de leidende gedachte, min of meer opzettelijk te suggereren èn aan het kind zelf èn aan de omge ving, dat dit niet een kind was als een ander: de eenzaamheid van het vorstenkind werd kunstmatig aan gekweekt ter wille van het pres tige van het koningschap. We ken nen ze uit musea en palelzen, do kleine infanten, gehoed door hoog adellijke duegna's. omstuwd door la keien; het tere lijfje stijf van vor stelijke pracht, de ogen groot van verbazing over een wereld waarin sommige kinderen niet het recht hebben, kind te zy'n. Niets van dit stelselmatig onder strepen van de positie van prinses en troonopvolgster by de kleine Ju liana van Oranje-Nassau; geen kwesties van voorrang of etiquette vertroebelen haar omgang met tijd- genootjes. Ze moet tegen haar ver lies kunnen, heeft geen enkel spe ciaal recht op de leidende functie by het gezelschapsspel of de hoofd rol bij het comedicstukle. Allemaal dingen, die voor velen vanzelfspre kend schynen, maar die het vol strekt niet zijn voor wie met de sfeer van een hof vertrouwd is. |^)E Koningin heeft ook persoon- l-/ lijk de leiding gehouden van het onderwijs der Prinses, een oplei ding die op Haar achttiende laar zo ver moest zijn gevorderd dat de dan politiek-meerderjarige troonopvolg ster eventueel het regentschap of de regering zou kunnen aanvaar den. Eerst het lagere-school-klasje, geleid in de geest van Jan Ligthart, waar vier kleine meisjes de illusie smaakten van een „echte school"; zelfs cijfers en rapporten ontbraken niet! En daarnaast het zangklasje van Catharina van Rennes, waarin ook jongens waren opgenomen, zo dat de Prinses niet alleen op vrien dinnen, maar ook op vrienden kon bogen. Praktische overwegingen maak ten het moeilük dit systeem van on derwijs in groepsverband in een la tere periode voort te zetten; de dub bele woonplaats. Het Loo en Den Haag. en ook het zeer speciale ka rakter van de opleiding, waarvoor geen bestaand schoolprogram te ge bruiken was. De Koningin volgde vol aandacht ook dit stadium van on derwijs. Haar stoel en werkmand stonden in de leerkamer en elk van de docenten kon er op rekenen, minstens enige malen per jaar Hare Majesteit onder zijn gehoor te heb ben. Van de prachtige lessen van Professor Van Eerde over de Indi sche samenleving en cultuur werd zelfs geen enkele overgeslagen. En toen na de zestiende verjaardag de lessen meer het karakter van col leges gingen krijgen, waarbij een grote plaats werd ingeruimd aan volkenrecht, staatsrecht en geschie denis, werden de koninklijke bezoe ken aan de leerkamer nog veelvul- figer. Men voelde dat het hier niet lleen gold belangstelling in de vor deringen van de leerling of een vriendelijkheid jegens de docenten, maar dat ook de materie van dit onderwijs Hare Majesteit in de hoogste mate interesseerde. De begaafde Moeder met haar scherp en helder verstand ontdek te met begrijpelijke trots de ga ven van het zo anders-geaarde kind. Ook hier een schrandere geest, maar daarnaast vooral muzikaliteit, fantasie, zin voor humor, een bijzondere gave tot vormgeving die zich uitte op al lerlei manieren: in het schrijven van een gedichtje of toneelstuk, in het bedenken van een St. Nico- laassurprise, in het ontwerpen van een handwerk. Ook op dit punt mist de konink lijke moeder zoveel dat anderen als vanzelfsprekend ervaren. Het ko ningskind vindt voor zijn minste praestaties een soort van gemakke lijke. haast werktuiglijke bewonde ring, die weinig met echte waarde ring te maken heeft, maar krijgt byna nooit de kans, zijn talenten rustig en onpartijdig met die van anderen vergeleken te zien. ENMAAL ten minste heeft -1—Koningin Wilhelmina de voldoe ning gesmaakt, objectief te zien vastgesteld dat Haar dochtertje de vergelijking met tijdgenoten glans rijk kon doorstaan. Prinses Juliana, als noviet van de vereniging van meisjes-studenten te Leiden, moest met alle jaargenoten deelnemen aan de wedstrijd van het „jaarlied": op een bestaande, zelfgekozen melodie een lied dichten dat bij officiële ge legenheden gezongen kon worden en zo de herinnering vastleggen Een uitzondering moeten wij ma ken voor de gouden koets. Smeden en hout werkers, handwerkende weesmeisjes cn bordurende oude dames, schilders cn decorateurs, glasblazers en leerlooiers, vergul- ders en lakenwevers, ivoorsnijders en bronsbewerkers, allen de kun- stigste vaklieden die onze hoofd stad in 1898 rijk was, zij hebben tezamen een statiekaros gewrocht, die wij, hadden ontelbare Neder landers haar niet met eigen ogen aanschouwd, beslist naar het rijk der sprookjes zouden venvijzen. Overal sj/mboliek Hebt U de koets wel eens zien rijden? Dan zal het U wellicht door het wentelen der wielen zijn ont gaan, dat deze wielen op de naven geschilderde zonnen dragen, het mild schijnend koningschap voor stellend, waarvan de stralen (de spaken) naar alle richtingen schie ten, opgevangen door het firma ment (de velgen, waarop de tekens van de dierenriem staan afgebeeld.) Zo is er allerlei symboliek aan dit unieke rijtuig te vinden. In -de scharnieren en deursloten staan hond- en uil-emblemen, trouw en waakzaamheid tot uiting brengend. Juichende kinderfiguurtjes staan op het voorstel der karos grim mige leeuwen sluiten als krachti ge bewakers het achtergedeelte van de koets met een ketting af. Zinnebeeldig zijn ook de voorstel lingen aan voor- cn achterzijde en aan de zijkanten. Voorop „de Toe komst", zoals men zich die in 1898 voorstelde- een beeld van „onder wijs aan het volk" en „recht, dat het hulpbehoevende deel van het volk beschermt" wij zien een gekwetste arbeider, een blinde grijsaard, een weduwe en wezen, en wij denken aan de sociale maat regelen, waarop men in die tijd hoopt De „Historie", afgebeeld op de achterkant van de koets, toont een achtergrond van Amsterdam, de trotse schenkster van het rijtuig aan de rechterzijde ziet men de „Hulde van Nederland", links de „Hulde der Koloniën", de kroon lijst draagt de wapens der elf pro vinciën. een onder de ramen lo pend fries toont de symbolische voorstellingen van godsdienst, le ger, recht, kunst, wetenschap en arbeid Harmonisch geheel Ï-J ET is duidelijk, dat bil zo'n 1 1 veelheid van voorstellingen het bewaren van de harmonie in de uitbeelding uiterst moeilijk is Elk onderdeel moest passen bij de rest cn toch zijn eigen boodschap brengen, zyn eigen taal spreken. Want de koets moest duidelijk ma ken. wat het Nederlandse volk zijn koningin toedacht aan goede wen sen en zegebeden. En zo werd dan tenslotte er zal heel wat gecon fereerd, besproken, afgekeurd cn opnieuw ontworpen zijn voordat men het eens was de koets in aan de laarklasse 1927; Inzending onder motto; jurv ernstig cn inte ger. Wie Juliana kende cn wist, hoe vlot het fleurig liedje haar bij alle gelegenheden uit de pen vloeide, was niet verbaasd te horen dat van de circa honderdvijftig inzendingen de Hare was uitverkoren, wel te verstaan zonder dat één jury-lid kon vermoeden, wie de dichteres was van het stralend-gee9tdriftige versje op de wijze van het Kro ningslied: Waar sinds ongetelde jaren De Oude Rijn door Leiden vloeit En een eeuwig-jonge schare Zich met wetenschap bemoeit, Zijn wy de novieten-schaar Van het wonder-heeriyk jaar Negentien twintig en zeven! Een voorval, op zichzelf niet heel belangryk, dat winnen van een prijsvraag, maar dat toch aan de moeder een ogenblik van grote vol doening schonk In dit Jubileum-nummer worden verschillende aspecten van Konin gin Wilhelmlna's persoonlijkheid waarderend en bewonderend toege licht. Een galery van portretten waarin ook het beeld niet mag ont breken van de Moeder die, ondanks een zware en veelomvattende taak heeft bereikt dat het Haar kind nooit één ogenblik aan liefdevolle aandacht heeft ontbroken. A. E. O. De Gouden koets krijgt nog een grondige beurt voor zij op zes Sep tember gaat dienst doen. Hollandse Renaissancestijl uitge voerd, de stijl van onze bloeitijd. Technische problemen T-TN ook de moeilijkheden op J-'technisch terrein waren niet gering. De koets moest zo hoog worden, dat de koningin er recht op in kon staan. Zij mocht echter weer niet te hoog worden, want ze moest nog door het poortje van het Haagse Binnenhof kunnen rijden! Verder moest de constructie waar bij het rijtuig hangt op een dubbel stel veren met hangriemen, en die de inzittenden het gevoel van zee ziekte geeft, vermeden worden. Hiervoor moest een nieuwe con structie worden uitgedacht, maar wanneer men het probleem oploste door middel van de lange stang, die achter- en vooras van andere rijtuigen pleegt te verbinden, dan zou het gevolg geweest zyn, dat de wendbaarheid van het rijtuig ver minderde, waardoor alleen brede, rechte wegen zouden kunnen wor den bereden. En dat was de bedoe ling niet. „Wij willen onze koningin in onze koets in onze stad door onze Het is welhaast onmogelijk om ter gelegenheid van de troonswis seling en het regeringsjubileum een nummer uit te geven zonder daar in nog eens afzonderlijk te herin neren aan wijlen koningin Emma, die in een periode v/aarin de dood zware slagen aan ons Oranjehuis had toegebracht, nieuw geluk kwam brengen. Koningin Emma werd spoedig populair en die was sende populariteit bleek wel bij zonder duidelijk in de dagen, waar in 's konings ziekte het naderend einde van deze vorst deed ver wachten. In die dagen werd zij „in het belang van het Vaderland en Lang geleden: Koningin Emma als een gelukkige moeder met haar dochter, die thans zelf grootmoeder is van vrolijke kleinkinderen. naar den wensch van een getrouw volk" door de Staten-Generaal „met eenparigen, vertrouwen wek- kenden, aandrang" tot het regent schap geroepen. Het Nederlandse volk werd in zijn verwachtingen niet teleurge steld en zij vervulde haar taak op een wijze die de bewondering van het gehele volk heeft afgedwongen. Met een zeldzame tact en toewij ding en op strict constitutionele wijze heeft Koningin Emma haar dochter opgevoed en opgeleid tot de taak, die deze wachtte. Groot was de liefde, welke zij terug ontving. Zij uitte zich in h'et nationale huldeblijk dat aan de Koningin-Moeder werd aangeboden en dat door deze werd bestemd voor de Stichting van het Oranje Nassau Oord bij Renkum. Ook daarin kwam haar medegevoel tot uiting met. de lijdende mensheid. Vele ziekeninrichtingen zijn naar haar genoemd en talloos vele zijn in haar tegenwoordigheid geopend. Toen zij haar 70ste verjaardag her dacht, verzocht zij de huldiging welke men haar ten deel wilde doen vallen te verschuiven naar de 7 Januari 1929. de datum waarop het 50 jaren geleden was, dat zij I door haar huwelijk Nederlandse was geworden. Maar talrijk waren toen dan ook de bewijzen van aan hankelijkheid die haar ten deel %vielen. In soberder vorm de tijdsomstandigheden waren benar der herhaalde dit zich bij de viering van haar 75ste verjaardag in 1933. Het Nederlandse volk heeft in diepe verslagenheid in 1934 haar verscheiden vernomen en in de droeve dagen meegeleefd met het vorstelijk gezin. En in deze dagen van dankbaarheid en blijdschap zal menige Nederlander enige ogen blikken terugdenken aan haar, die Nederlandse geworden, haar volk heeft gediend op een wijze die een voorbeeld was voor elk van haar onderdanen. straten zien rijden," zo formuleerde de aanbicdingscommissie het. Troutö Amsterdam heeft de koets geschonken. De offervaardig heid van de Amsterdammers en de krachtsinspanning van het Neder landse volk hebben dit geschenk gemaakt tot een onvergetelijk blijk van aanhankelijkheid. Javaans djatihout, Sumatraans ivoor, goud en zilver uit het Verre Oosten, vlas uit Zeeland, leer uit Brabant, Ne derlandse kunst, Nederlandse we tenschap en Nederlandse arbeid hebben dit door acht paarden ge trokken, met gouden passementen afgezette koninklijke voertuig ge maakt tot een pronkjuweel, dat de trouw van het Nederlandse volk aan zijn vorstenhuis op ondubbel zinnige wijze tot uitdrukking brengt Het zal de Amsterdammers goed doen, als onze Koningin mocht besluiten, haar laatste officiële tocht als regerend vorstin door de hoofdstad in dit staticrijtuig te ma ken. In de halve eeuw, die verstreek sinds Koningin Wilhelmina de troon besteeg, is het Nederlandse volk politiek mondig geworden. Er is vele jaren in cn buiten het par lement een hevige strijd gevoerd vóór bij stukjes cn beetjes het al gemeen kiesrecht en daarmee de parlementaire democratie veroverd kon worden. Parallel daaraan liep de schoolstrijd, die ging om de fi nanciële gelijkstelling van open baar en bijzonder onderwijs. „Wij kunnen niet medewerken aan de door ieder begeerde grondwetsher ziening wat betreft het kiesrecht, wanneer niet tevens het onderwijs artikel wordt gewijzigd," is een be kende uitspraak van de grote anti- revolutionnaire leider Dr. Abra ham Kuyper, kort nadat hij in 1870 Groen van Prinsterer was opge volgd. Aanvankelijk konden alleen zij kiezen, die een zekere maatschap pelijke welstand en een zekere in tellectuele ontwikkeling hadden. In 1880 werden nog slechts 13.1 van de mannen boven de 25 jaar tot de stembus voor de Tweede Ka mer toegelaten, in 1890 echter reeds 28,6 Als gevolg van de Kieswet-Van Houten steeg hel per centage in 1900 tot 49. De grond wetswijziging van 1917 bracht, be halve financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs ook het algemeen kiesrecht voor mannen Tevens maakte deze wijzi ging verkiesbaarheid voor vrouwen mogelijk en opende zij de moge lijkheid van algemeen kiesrecht voor vrouwen. De zgn. evenredige vertegenwoordiging kwam in de plaats van het vaak zo onbillijk werkende districtenstelsel. In 1920 werd het algemeen kiesrecht voor vrouwen een feit, zodat voor de Kamerverkiezingen in 1922 voor het eerst alle volwassen Neder landse mannen en vrouwen naar de stembus werden geroepen. Drie staatslieden Drie Staatslieden, die tijdens een groot deel van Koningin Wilhel- mina's regeringsperiode het politie ke leven van ons land hebben be heerst: DR. H. SCHAEPMAN, DR. A. KUIJPER MR. p. J. TROELSTRA

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3