Hier is Bernard Person in Lake Succes Kok van Haile Selassie wil niet terug naar zijn oude baas Een onderaardse dubbelganger van de lichtstad Het lied van de arbeid verbreekt de stilte der catacomben Een feestlied Kamer, wijs dit wetsonderwerp af Uit de boekenmolen Leven in Amerika te prettig De vogelen Kampen des velds kregen nabij een eigen vliegveld Zaterdag 18 September 1948 3 PARIJS, DAT DE TOERIST NIET KENT PARIJS, voor millioenen toe risten de droomstad vol kleur en licht en leven bergt onder zijn plaveisel een ge heimzinnig wereldje, dat maar zeer weinig mensen kennen, een rijk van stilte, waar men tevergeefs zoekt naar iets, dat aan de lichtstad herinnert, doch waar talrijke arbeiders bij het schijnsel van zacht suizende carbidlantarens hun dagelijks brood verdienen. De sfeer, die Victor Hugo in zijn „De Ellcndigen" heeft opgeroepen is inderdaad in Parijs te vinden, maar men moet tot diep onder de pralende boulevards afdalen om haar te vinden; zij hangt in de on telbare gangen en spelonken die de buik van deze metropool yor- men, in het labyrinth van rio len, catacomben en steengroeven, waar exacte wetenschap en ro mantiek hand in hand gaan en zonder wleke de Franse hoofd stad een onherbergzaam oord zou zijn. „Halt! Hier heerst de dood!" Iedereen die in Parijs is geweest weet, dat de stad uit twee helften bestaat: een boven- en een onder gronds gedeelte, verkeer over het asfalt voortraast ijlen in de diepte de métro-treinen van 's ochtends zes tot 's nachts één uur in alle richtingen. Maar er is meer onder de straten te vin den dan de prachtig geconstrueer de Métropolitain die met zijn sta tions, couloirs, liften en roltrap pen altijd vol licht en leven is. Als men in het dienstgebouw van de Generale Inspectie der Steengroe ven op de Place DenfcrtRoche- reau de smalle wenteltrap is afge daald opent zich een wereld die in niets aan het onderdeel van een drukke stad doet denken: men hoort er slechts het regelmatig ge tik van neervallende druppels grondwater in een stilte die de rust van eeuwen draagt, want de Carrières en La Ville Lumière vinden beide hun oorsprong in de achtste eeuw toen men, om bouwmateriaal voor de stad te verzamelen, de gangen hakte die thans een ondergrondse doolhof vormen waarin milliarden doods beenderen langs de wanden liggen opgetast. Niet minder dan elfduizend vierkante meter hiervan is nog volledig intact en dit is slechts het zevenhonderdste gedeelte van het totaal, dat enorme ka pitalen aan onderhoudskosten vergt. Eindeloos winden zich de gangen langs en door elkander en alleen zij, die het terrein door en door kennen, weten er de weg in te vinden. Niet zo lang geleden is het nog gebeurd, dat een technicus van de inspectiedienst, die de steengroe ven aan enige vrienden wilde to nen, er het spoor bijster raakte. Vele uren doolde men rond en ten slotte raakte het carbid van de lampen op. In het donker langs de muren tastend moesten de mensen voortschuifelen om ergens by toe val een uitgang te ontdekken en gelukkig werd hun geroep einde lijk gehoord door een arbeider die hen in het daglicht terug bracht. Dat deze mensen er levend afkwamen, mag echter een won der heten, want de kans, dat zij onder vallend gesteente bedolven •waren, is lang niet denkbeeldig: regelmatig vinden de arbeiders der Carrières de stoffelijke resten van jnensen die op deze wijze de dood vonden, want vroeger waren ver zakkingen aan de orde van de dag en het is zelfs gebeurd, dat een heel blok huizen daardoor instort te. Om deze reden werkt men voortdurend aan het onderhoud, dat Parijs dan ook voor een zekere ondergang behoedt. Zoals Amsterdam op palen is gebouwd, rust Parijs op gangen en holen, de steengroeven en de catacomben waar men einde van de achttiende en begin negen tiende eeuw de resten bijeenbracht Van meer dan zes millioen mensen die eens woonden en werkten in dc twintig parochies van oud-Pa rijs. Het opruimen van veel kerk hoven maakte plaats voor nieuw leven en thans kan men in de ca tacomben een voorstelling krijgen van de omvang der vroegere be volking van de Franse hoofdstad: ruim zes millioen schedels grijn zen de bezoeker aan, tot deze het speciaal voor de doden gereser veerde gedeelte verlaat en de zwa re deur achter hem wordt geslo ten. De deur, die toegang geeft tot een sinistere ruimte, boven welks ingang te lezen staat: „Halt, hier is het rijk van de Dood!" Een paar uur rondrijden in de métro geeft een beeld van wat het ondergrondse Parijs voor het le ven der stad befekent en een wan deling van een halve dag door de spelonken, gangen en holen van catacomben en steengroeven, de Carrières, overtreft deze indruk nog vele malen, maar wie dit alles heeft volbracht zag niettemin sléchts een gedeelte van de onder aardse mogelijkheden: het belang rijkste is hier echter het netwerk van kanalen welke tezamen een reusachtige fabriek vormen die uniek is voor bijna de gehele we reld. Per boot onder de stad door De wandelaar die door de stad slentert loopt over*een onnocme- want^ terwijl het ijjfc aantal ronde en vierkante ijzeren luiken in de trottoirs, die allen toegang gevqn tot de riolen, het aderstelsel van het enorme li chaam dat Parijs heet, ert elke druppel afwaswater komt daar evenzeer terecht als het vocht uit de goten der duizenden straten en pleinen. Dat deze riolen heel iets anders zijn dan grotere en kleinere buizen, daar weten echter niet veel mensen iets van af. Men kent niet de ondergrondse meren, de de Rue Royale door van dc Place de la Concorde naar de Madeleine te varen. Behalve de sensatie heeft de bezoeker weinig aan deze tocht, cmdat de werkelijk „interessante" riolen terwille van de voortgang der arbeid geen bezoek mogelijk maken. Er is namelijk heel wat te doen om de zaak van het „ader- stelsel" vlottend te houden en elke vertraging in dit werk kan méér dan noodlottige gevolgen hebben vcor de Parijse waterhuishouding die voorkomt, dat la ville lumière in haar eigen vuil ondergaat. In gewijden herinneren zich nog best hoe een stagnatie in de dienst der riolen in 1832 een cholera-epidemie tengevolge had en daarom wordt veel zorg besteed aan de „tra- vaux d'eau" die wel het grootste zijn van de gemeentewerken in de Franse hoofdstad. Van alles is daar beneden in het duister te vinden: werkplaatsen voor reparaties en uitstekend ver zorgde schaftlokalen waar douches en klerenkasten voor de arbeiders niet ontbreken, maar ook machi- nerièn en transportmiddelen die over smalsporen worden geleid. Met pompinstallaties die elk op zich een fabriekje lijken, worden kolossale hoeveelheden Seinewater aangevoerd om met het afvalwater van de stad te worden vermengd, terwijl andere pompen de „gezui verde" massa weer via allerlei ka nalen naar buiten voeren en in de Seine lozen. Grote ratton rennen bij de nadering van mensen gil lend langs de kaden en om deze dieren te bestrijden beschikt men over gespecialiseerde „jagers" die van tijd tot tijd grote opruiming houden onder de schadelijke en gevaarlijke fauna der riolen. Werk van ongekende activiteit voltrekt zich in velerlei vorm in de diepe stilte van de Parijse „onder wereld" en duizenden verdienen er hun brood zonder dat iemand daar ooit iets van bemerkt, maar wee de stad als onder deze mensen ook eens een grote staking zou uitbreken Engeland laat niets na zijn export van de meest uiteenlopende produc ten te stimulerenook die van vliegtuigen en dcrzelvcr onderdelen. Daartoe heeft het te Farnborough een speciaal voor buitenlanders be stemde tentoonstelling georganiseerd, waar de Society of British Air craft Constructors haar nieuwste toestellen en vindingen op het gebied van de luchtvaart heeft bijeengebracht. Op de foto een Vickers Arm strong Seagull uitgerust met een draaiende vleugel, die gekanteld kan worden om de hoek te veranderen. Om slik en ander bezinksel uit de riolen te weren heeft men op som mige plaatsen speciale kanalen aangelegd die een soort ..rangeerter rein" voor het water vormen. Door een dezer kanalen af te sluiten wordt het water in het andere kanaal opgevangen waar het gereinigd wordt. Pneumatische baggcrbeugels. die aan in het plafond gemonteerde rail worden verplaatst, grijpen de modder uit de kanalen en stort deze in een wagentje zoals er een links op de achtergrond zichtbaar is. Rechts ziet men langs de wand de buizen voor drinkwater en industrie water, dat over enorme afstanden wordt aan- en afgevoerd. collecteurs, waar alles wordt ver zameld en gezuiverd en nog min der weet men van de pompsta tions, die water af- en aanvoeren. Duizenden werklieden zijn hier in de stilte van het onderaardse dag in dag uit bezig dc vloeistofcircu latie van de stad te regelen en af en toe Itan men hen in groepjes naar het werk zien gaan: stevige kerels met grote laarzen, die hun carbidlantarens in de hand dragen, omdat met het oog op de gevaren van het vocht in de riolen geen electrisch licht is aangebracht. Slechts bij bijzondere werkzaam heden maakt men gebruik van schijnwerpers die op accu's gemon teerd zijn. Buizen en nog eens buizen doorkruisen Parijs; enkele zo smal, dat een man er net door kan lopen, andere weer me ters hoog en meters breed en sommige, bijvoorbeeld het hoofdriool bij Asnières, zó groot, dat er een boot met twintig mensen kan varen. Dit grote riool wordt als z'oda- nig dan ook in dienst van het toe risme benut en een paar malen per week bestaat er gelegenheid onder Het baggeren is een probleem op zichzelf en voor de grotere kana len, die soms meer dan twee meter iiep zijn, gebruikt men de zoge naamde wagon- vanne, een rijden de sluisinrichting, die over rails bo ven het water rijdt. De wagon- vanne is een ma chine die het riool water hevig in be roering brengt, zodat alle bezink sel wordt opge jaagd en ver mengd met de be doeling dit alles te kunnen zeven. Op de zeef blijven de vaste stoffen ach ter en het water vloeit af. Een en ander geschiedt onder zeer hoge druk en om te be letten, dat deze schade zou toe brengen aan de machines, bedient een arbeider een soort van rem, die de druk regelt. Men ziet hier een man op de wagon bezig dit te doen, terwijl twee van zijn collega's er voor waken, dat de kracht van het wa ter de machine uit de rails werpt. De Franse tuin vroeger en nu De Franse ambassadeur te 's-Gra- venhage, Z.Exc. Jean Rivière heeft de tentoonstelling „De Franse Tuin van Middeleeuwen tot onze dagen" in het Rijksmuseum te Amsterdam geopend. De tentoonstelling is een uitvloei sel van het NederlandsFrans cul tureel accoord en is met aanwijzin gen van de Franse tuinarchitect ver bonden aan de stichting „Monuments Historiques", Charles Moreux, inge richt. Bovendien adviseerde de heer Jongsma. hoofd van het Vondelpark, bij de inrichting. De expositie bestaat uit werkteke ningen, reproducties, goblins en beelden. Voor de Zondag De pelgrims maken zich op, om naar Jeruzalem te reizen. Een moeilijke, verre, gevaarvolle reis. Maar een opgaan naar het feest! Daar zit vaart en vreugde in! En de moeilijkheden? Psalm 121 weet er ook van: ik hef mijne ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal, mijn hulp is van den Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. De tegenzang van familie en vrienden, die de pelgrims uitgeleide doen, klinkt: uw Bewaarder zal niet slui meren, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren noch slapen. De Here zal U bewaren! Voor me uit op straat loopt een ontmoedigd mens. Die laat het hoofd hangen, en willoos slentert hij voort. In m'n binnenzak zit een brief van iemand, die er geen gat meer in ziet, en nu probeert, langs slinkse wegen zijn doel te bereiken. En elke morgen gaan er honderden op weg naar hun kantoor of hun zaak, die niet meer weten het waarom en het hoe van hun eigen leven. De vermakelijkheidsindu strie vangt hen 's avonds weer op en tracht het hen te doen vergeten, dat ze op reis zijn. Maar ze moeten het weten, opdat het leven weer kleur en klank krijge, opdat de vrolijke vaart er weer mag zijn. De wereld is oud en de mensen zijn moe. Maar de bijbel is jong en wie den Heer verwachten zullen de kracht vernieuwen. Het leven is een afscheid nemen, een moeite volle reis ondernemen, en het is: kijken naar de bergen, vanwaar de hulp komt, en daarom het feest lied zingen. v. E. Bedrijfsleven vraagt: Tegen publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie De hoofdgroepen handel, ver keer, banken en verzekering heb ben in een adres aan de Tweede Kamer als hun mening te kennen gegeven, dat het bedrijfsleven on volledig vertegenwoordigd is ge weest bij de voorbereidende arbeid van de commissie-Van der Ven. De adressanten verzoeken de Tweede Kamerleden, het ingediende wets ontwerp af te wijzen. De overheid heeft zich volgens dit adres rechtstreeks of via de so ciaal-economische raad een zo overwegende invloed in de pu bliekrechtelijke bedrij fsorganisatie voorbehouden, dat de term „be drijfsorganisatie" niet meer met het begrip zelf te rijmen valt, aldus het adres, dat verder meent, dat de overheid zich er toe moet bepalen te waken voor het algemeen be lang en deze taak niet op de schou ders moet leggen van hen, die daartoe niet geroepen zijn. De geest van Benelux! Naar „Het Laatste Nieuws" bericht heeft de Belgische regering aan de Nederlandse dirigent mr. Joh. den Hertog, die het komend seizoen de leiding zou hebben van het orkest van de Kon. Vlaamse Opera te Ant werpen. een arbeidsvergunning ge weigerd. Als reden voor deze weige ring wordt opgegeven, dat het aantal Belgische dirigenten voldoende is en het niet nodig is deze betrekking aan een vreemdeling te geven. Het gerucht doet de ronde, dat de directeur van de Vlaamse Opera, Ka- rel Bogaers, hierin gesteund door het gemeentebestuur, de opera ge sloten wil houden, indien het minis terie niet op zijn beslissing terug komt. Radio-verslag gever (tijdelijk in ons land) vertelt van zijn werk BERNARD PERSON is sedert enkele dagen in Nederland. De man, die u vrijwel dagelijks via de radio op de hoogte houdt van het nieuws van de UNO te Lake Success, troffen wij op de Amsterdamse Voorburgwal De laatste drie jaar had hij practisch geen vrije dag ge had, vertelde hij. Maar nu voelde hy zich echt met vacantie, nu hij niet interviewde, maar geïnterviewd werd! Daar moest hij eens op zijn gemak voor gaan zitten op dat gezellige terrasje, waar hij zeker in geen tien jaar een kop koffie h.-ul gedronken. Eind 1938 was hij naar Amerika vertrokken als correspondent van drie Nederlandse dagbladen. In het begin van de oorlog kwam hij bij de radio, C.B S. en Radio Boston. Toen de vrede weerkeerde kreeg hij een plaats in de vergaderzaal der Ver enigde Naties, als verslaggever en commentator voor dc Nederlandse Radio Nieuwsdienst. Hoe dit werk hem bevalt? „Uitstekend", zegt Person. „Ik geef zes maal per week een verslag zonder meer en Zon dags mijn commentaar, liever gezegd een beredeneerd verslag. Belangrijk hierbij is, objectief te zijn, wat niet altijd ge makkelijk is, omdat ik nu een maal mijn eigen sympathieën en meningen heb, Verder stel ik mij bewust tot taak, dc din gen zó te verklaren, dat zelfs de minst geschoolde luisteraar de procedures kan volgen. Ook dit is niet steeds eenvoudig. Ik moet wel eens in herhalingen vervallen, ook al omdat ik niet mag verwachten, dat iedereen altijd luistert". En of het Nederlandse publiek wel eens rèageert op zijn uitzen dingen? „Ik krijg in Amerika heel veel brieven Er is in Nederland meer belangstelling voor dc NUO dan ik in het begin had durven hopen. Enige tijd geleden kondigde ik in een uitzending aan, dat luisteraars, die een exemplaar van het Hand vest der Verenigde Volken wilden DIT IS BERNARD PERSON, wiens stem U binnenkort niet uit Lake Success, maar uit Parijs zult horen. Sociale psychiatrie De thans 80-jarige, nog zeer ac tieve begaafde psychiater Dr. Mey ers schreef een uitstekend boek over de sociale psychiatrie, een nog nieuw vak in de medische we tenschap. („Inleiding tot de sociale psychiatrie" door Dr. F. S. Meijers. Uitgever W. L. en J. Brusse N.V. Rotterdam). Geen medicus kent als hij de so ciale noden en de daarmede sa menhangende psychische moeilijk- beden van de bevolking. Zijn groot arbeidsveld in de hoofdstad verschafte hem een schat van gegeven. Het is ongelooflijk, wat er allemaal in dit werk te vin den is. Slechts een greep uit de rijke inhoud: psychologie van de samenleving, sociologie der neuro sen, psychosen en psychopaten, so ciale psycho-pathologie bij alcoho lisme, criminaliteit, landloperij, il- legitimiteit, pauperisme, prostitutie' zelfmoord, sociale paedagogie enz. Dit boek is niet alleen bestemd vcor artsen, psychiaters en studen ten, maar ook voor maatschappe lijke werksters en werkers, geeste lijken, juristen enz. Alles bijeen een boek dat warm aan te bevelen is. Vorstelijke baan versmaad voor positie van chef in een cafetaria Ooit gehoord van een man, die een baantje afsloeg met een prima salaris, zes maanden betaalde vacantie, vorstelijke fooien, twee auto's, een zomerhuis, tijger jachten, volop amusement en tal van andere klei nere voordelen? Die man bestaat en het baantje ookj het werd hem aangeboden door een keizer. Kunt u zich voorstellen, dat de man. die dit alles afsloeg, genoegen heeft genomen met de functie van chef in een cafétaria? Het is in Washington gebeurd. De keizer in kwestie is Haile Selassie van Ethiopië en de man die het baantje afsloeg is Erwin H. Faller, voormalig hofmeester van Zijne Keizerlijke Majesteit. waarby niet minder dan vyf vlees gerechten op tafel kwamen. Een hoogtepunt in zyn loopbaan als keizerlijk hofmeester was de 3e November 1935, toen hy van wat kliekjes een diner in elkaar zette voor 1200 gasten van de ne gus, onder wie kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden. Alle bezoekers toonden zich zo in hun schik met het maal, dat Haile Selassie zijn opperkeukenmeester vriendelijk op de schouder klopte en hem een fooi tje van 800 dollar toestopte. Maar dit prachtige begin bracht Faller grote zorgen voor de rest van het bezoek van de kroonprins, want de keizer beval hem nu, voor 14 dagen lang menu's voor het ontbijt, de lunch en het diner samen te stellen zonder een enkele schotel te her halen. Dat heeft me heel wat hoofd breken gekost, zei Faller, maar ik heb het klaargespeeld. Toen Haile Selassie hem zijn oude baantje weer aanbood schreef deze Faller zijn vroegere baas terug: Het spijt me, maar er is zo een en ander veranderd sinds de Italianen ons beiden uit Afrika hebben gejaagd. De 39-jarige Faller is Zwitser van geboorte. Thans ls hij Amerikaans burger door naturalisatie en in het gelukkig bezit van een Ameri kaanse vrouw en- een dito schoon moeder, welke combinatie sterk ge noeg ls om hem thuis te houden. Toch denkt Faller nog wel eens en niet zonder genoegen aan die dagen tussen 1933 en 1936, toen hij de keizerlijke familie van Abos- sinië in goede luim hield met diners, Soms kon het er wel eens raar toegaan. Zo gebeurde het eens dat tijdens een banket van buiten een oorverdovend lawaai in de eetzaal binnendrong. Toen de gasten naar buiten keken, zagen zy drie leeuwen zo maar los lopen. De dieren hadden honger en ze vraten prompt twee inboorlingen op. Terwijl ze daarmee bezig waren, niet zonder elkander de beste brokken te betwisten, werd nagegaan hoe ze uit de keizerlijke kool waren gekomen. Het onderzoek leverde de volgende feiten op: een van de drie bewakers zat in de ge vangenis omdat hij een collega had vermoord; de tweede was zonder verlof afwezig en de derde was dronken en had vergeten de dieren te voederen. Aangezien de leeuwen het sym bool waren van Haile Selassie de Leeuw van Juda zelf, mochten zij niet worden gedood. Toen dacht iemand aan de bewaker in de ge vangenis. De man werd onmiddel lijk uit de plaatselijke Bastille ge haald en naar de leeuwen gebracht. Zonder wapen of vlees dreef hij ze kalm by elkaar. De moord vergat men toen maar en hy mocht op nieuw des keizers leeuwen bewaken. Behalve vrouw en schoonmoeder zy'n er twee andere redenen, waar om Faller zijn baan in Afrika niet terug wil hebben: Hij vindt het le ven in de Verenigde Staten prettig en hy wil een boek over zy'n erva ringen in Ethiopië afmaken. Hy is bang, dat het laatste hem te Addts Abeba niet zo gemakkelijk zou ge lukken. hebben, zich tot mij konden wen den. Ik zou de verzoeken dan door geven aan de UNO. Er kwamen in één maand 1450 brieven binnen! De UNO was verrukt. „Geef mij maar politiek HET gevolg was, dat men In Lake Success over Nederland ging spreken als „ons reclame- paardje". Eén van de brieven kwam van een vijftienjarige jon gen. „Ik luister iedere avond naar U", schreef hij. En: „Geef mij de politiek maar. Daar zit tenminste spanning in". Helaas lijkt het er maar al te vaak op, dat diezelfde knaap de waarheid sprak. Jammer genoeg hebben de United Nations echter alle spanningen ten spijt, op poli tiek terrein nog niet heel veel be reikt, hoewel er op economisch en humanitair gebied al veel belang rijk werk is gedaan. Wat de poli tiek betreft, Warren Austin, de Amerikaanse hoofdgedelegecrde, heeft kort geleden gezegd: „Juist omdat er geen overeenstemming tussen West en Oost is bereikt moet dc UNO-machineric in stand worden gehouden". „De meeste zittingen van dc V.N. woon ik zelf bij. Ben ik er eens een keer niet, dan kan ik toch, enkele uren nn afloop het „verbatim re port", een volledig verslag van de UNO-persdienst, ter inzage krij gen. Dat verslag is pijnlijk neutraal. Zeshonderd pcrsplaatscn De vergaderzaal in Lake Success ziet er uit als een grote schouw burgzaal, als die van het Amster damse Concertgebouw bijvoor beeld. Behalve voor dc gedelegeer den, zijn er zevenhonderd plaatsen voor het publiek en zeshonderd voor dc pers, hoofdzakelijk de Amerikaanse, die 1700 dagbladen omvat. Vooral als de zaal vol is, maakt het geheel een zeer plechtige indruk. Op ccn zeven meter hoge „troon" zit de president, als een „Symbool van het hoogste gericht." Er zijn ook tien radio-spreckcellen ultzich gevend op de zaal, die om beurten door de reporters kunnen worden gebruikt. Enkele buitenge woon begaafde Engelse „Broadcas ters" geven, wat wij zouden noe men, een ooggetuigevcrslag. Dat wil zeggen: zonder dat zij enige no titie hebben gemaakt, vertellen zij in mooie, vloeiende zinnen, wat zij vóór zich zien en horen gebeuren. Persoonlijk geef ik mijn verslagen meestal kort na afloop van de ver gaderingen. Ze worden uitgezonden via een Amerikaanse kortegolfzen- der. De radio-nieuwsdienst in Hil versum vangt het gesprokene op, maakt er een opname van en zendt deze later na dc nieuwsberichten weer uit. Het geluid is niet al tijd even prachtig, maar vervallen hoeft een uitzending, om redenen van geluidskwaliteit, bijna nooit." Naar Parijs EN nu gaat de UNO dan voor korte tijd naar Parijs. Bernard Person gaat mee. Er komen ook 500 van de 2900 UNO-employé's over uit Lake Success hoofdzakelijk organisatoren, stenografen, tolken, kranten- en radioverslaggevers. Eén millioen driehonderdduizend dollar heeft de UNO er voor uitge trokken om dc Assemblee (de alge mene vergadering) deze keer in Europa te doen houden, in het Pa lais Chaillot, aan de voet van de Eifeltoren. De bedoeling daarvan is o.m. dat de landen van Europa van meer nabij bekend zullen worden met de UNO en de UNO van haar kant met dc problemen van Europa. Of men te Parijs klaar zal komen binnen de geprojecteerde tien tot twaalf weken? Behalve zeventig minder belangrijke punten, die op de agenda staan, zullen ook nog eens dc Berlijnse kwestie die van de Italiaanse koloniën en Palestina ter sprake komen. Over het Parijse program van de UNO vertelt Bernard Person Zon dagmiddag voor dc Hilversumse radio. HET open water tus sen de Zuidelijke dijk van de Noordoost- polder en de Overijs selse kust vanaf de Ramspol noemt men het Zwarte Meer. Zo langzamerhand heeft dit niet alleen bij bin nenlandse maar ook bij buitenlandse vogelken ners bekendheid gekre gen als een broedplaats van zeldzame vogel soorten en als pleister plaats van waterwild. Reeds tijdens de oorlog werd dit vooral orni thologisch zo belangrij ke terrein in bescher ming genomen. Men heeft echter niet willen volstaan met het in bescherming nemen van het bestaande. men heeft zijn bemoeienis sen uitgestrekt naar iets dat in wording is. Ten Noorden van de mond van het Zwarte Water, dat in het zwar te Meer uitkomt, werd aamelijk een eiland ge vormd door het opspui ten van zand en slik. r.bosheheer ver klaarde zich bereid, te zorgen voor het aan brengen van een be planting op dit eiland. Dit geschiedde onder leiding van een hout vester, die ook belast is met de beplantingen in dc Noordoostpolder. De beplanting bestaat voornamelijk uit wil genhout. De vorming en de ontwikkeling van dit eiland passen in het ge hele idee van het re serveren van dit ruime gebied van dit rand meer van de Noord oostpolder. Het terrein bewees al spoedig zijn betekenis, toen meer malen in najaar en winter vele tienduizen den eenden van veler- lei soort er rust en voedsel vonden. Dit is temeer van bclane nu het Kampereiland a's gevolg van de inpolde ring grotendeels zijn betekenis als water- servaat heeft ver loren Vooral ook in het buitenland heeft de stichting van dit nieu we waterwildreservaat grote belangstelling. Door steeds intensiever jacht en verminderde verblijfplaatsen als ge volg van de steeds voortschrijdende ont ginningen kwam het waterwild de laatste ja ren in het gedrang. Ons land ligt precies in de trekroute van het Noord-Europese water wild en krijgt daardoor elk winterseizoen mil lioenen vogels te her bergen Men heeft in Noord-Europa ingezien, dat het nodig was. op deze trekroute vrij plaatsen voor het wa terwild te stichten. Het eiland in het Zwarte Meer is daar een van. In verband met de gro te betekenis van dit nieuwe reservaat wordt het geregeld bewaakt door staatsbosbeheer, die daarvoor een com missie van toezicht heeft gevormd, waarin zitting hebben verte genwoordigers van de grote natuurbescher mingsorganisaties. van de Noordoostpolder en van de gemeenten Kampen en Gencmui- den.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3