Hier is Bernard Person
in Lake Succes
Kok van Haile Selassie wil niet
terug naar zijn oude baas
Een onderaardse dubbelganger
van de lichtstad
Het lied van de arbeid verbreekt
de stilte der catacomben
Een feestlied
Kamer, wijs dit
wetsonderwerp af
Uit de boekenmolen
Leven in Amerika
te prettig
De vogelen
Kampen
des velds kregen nabij
een eigen vliegveld
Zaterdag 18 September 1948
3
PARIJS, DAT DE TOERIST NIET KENT
PARIJS, voor millioenen toe
risten de droomstad vol
kleur en licht en leven bergt
onder zijn plaveisel een ge
heimzinnig wereldje, dat maar
zeer weinig mensen kennen,
een rijk van stilte, waar men
tevergeefs zoekt naar iets, dat
aan de lichtstad herinnert, doch
waar talrijke arbeiders bij het
schijnsel van zacht suizende
carbidlantarens hun dagelijks
brood verdienen.
De sfeer, die Victor Hugo in zijn
„De Ellcndigen" heeft opgeroepen
is inderdaad in Parijs te vinden,
maar men moet tot diep onder de
pralende boulevards afdalen om
haar te vinden; zij hangt in de on
telbare gangen en spelonken die
de buik van deze metropool yor-
men, in het labyrinth van rio
len, catacomben en steengroeven,
waar exacte wetenschap en ro
mantiek hand in hand gaan en
zonder wleke de Franse hoofd
stad een onherbergzaam oord zou
zijn.
„Halt! Hier heerst de dood!"
Iedereen die in Parijs is geweest
weet, dat de stad uit twee helften
bestaat: een boven- en een onder
gronds gedeelte,
verkeer over het asfalt voortraast
ijlen in de diepte de métro-treinen
van 's ochtends zes tot 's nachts
één uur in alle richtingen. Maar er
is meer onder de straten te vin
den dan de prachtig geconstrueer
de Métropolitain die met zijn sta
tions, couloirs, liften en roltrap
pen altijd vol licht en leven is. Als
men in het dienstgebouw van de
Generale Inspectie der Steengroe
ven op de Place DenfcrtRoche-
reau de smalle wenteltrap is afge
daald opent zich een wereld die in
niets aan het onderdeel van een
drukke stad doet denken: men
hoort er slechts het regelmatig ge
tik van neervallende druppels
grondwater in een stilte die de
rust van eeuwen draagt, want de
Carrières en La Ville Lumière
vinden beide hun oorsprong in
de achtste eeuw toen men, om
bouwmateriaal voor de stad te
verzamelen, de gangen hakte die
thans een ondergrondse doolhof
vormen waarin milliarden doods
beenderen langs de wanden liggen
opgetast.
Niet minder dan elfduizend
vierkante meter hiervan is nog
volledig intact en dit is slechts
het zevenhonderdste gedeelte
van het totaal, dat enorme ka
pitalen aan onderhoudskosten
vergt. Eindeloos winden zich de
gangen langs en door elkander
en alleen zij, die het terrein
door en door kennen, weten
er de weg in te vinden.
Niet zo lang geleden is het nog
gebeurd, dat een technicus van de
inspectiedienst, die de steengroe
ven aan enige vrienden wilde to
nen, er het spoor bijster raakte.
Vele uren doolde men rond en ten
slotte raakte het carbid van de
lampen op. In het donker langs de
muren tastend moesten de mensen
voortschuifelen om ergens by toe
val een uitgang te ontdekken en
gelukkig werd hun geroep einde
lijk gehoord door een arbeider die
hen in het daglicht terug bracht.
Dat deze mensen er levend
afkwamen, mag echter een won
der heten, want de kans, dat zij
onder vallend gesteente bedolven
•waren, is lang niet denkbeeldig:
regelmatig vinden de arbeiders der
Carrières de stoffelijke resten van
jnensen die op deze wijze de dood
vonden, want vroeger waren ver
zakkingen aan de orde van de dag
en het is zelfs gebeurd, dat een
heel blok huizen daardoor instort
te. Om deze reden werkt men
voortdurend aan het onderhoud,
dat Parijs dan ook voor een zekere
ondergang behoedt.
Zoals Amsterdam op palen is
gebouwd, rust Parijs op gangen en
holen, de steengroeven en de
catacomben waar men einde
van de achttiende en begin negen
tiende eeuw de resten bijeenbracht
Van meer dan zes millioen mensen
die eens woonden en werkten in
dc twintig parochies van oud-Pa
rijs. Het opruimen van veel kerk
hoven maakte plaats voor nieuw
leven en thans kan men in de ca
tacomben een voorstelling krijgen
van de omvang der vroegere be
volking van de Franse hoofdstad:
ruim zes millioen schedels grijn
zen de bezoeker aan, tot deze het
speciaal voor de doden gereser
veerde gedeelte verlaat en de zwa
re deur achter hem wordt geslo
ten. De deur, die toegang geeft tot
een sinistere ruimte, boven welks
ingang te lezen staat: „Halt, hier
is het rijk van de Dood!"
Een paar uur rondrijden in de
métro geeft een beeld van wat het
ondergrondse Parijs voor het le
ven der stad befekent en een wan
deling van een halve dag door de
spelonken, gangen en holen van
catacomben en steengroeven, de
Carrières, overtreft deze indruk
nog vele malen, maar wie dit alles
heeft volbracht zag niettemin
sléchts een gedeelte van de onder
aardse mogelijkheden: het belang
rijkste is hier echter het netwerk
van kanalen welke tezamen een
reusachtige fabriek vormen die
uniek is voor bijna de gehele we
reld.
Per boot onder de stad door
De wandelaar die door de stad
slentert loopt over*een onnocme-
want^ terwijl het ijjfc aantal ronde en vierkante
ijzeren luiken in de trottoirs, die
allen toegang gevqn tot de riolen,
het aderstelsel van het enorme li
chaam dat Parijs heet, ert elke
druppel afwaswater komt daar
evenzeer terecht als het vocht uit
de goten der duizenden straten en
pleinen. Dat deze riolen heel iets
anders zijn dan grotere en kleinere
buizen, daar weten echter niet
veel mensen iets van af. Men kent
niet de ondergrondse meren, de
de Rue Royale door van dc Place
de la Concorde naar de Madeleine
te varen. Behalve de sensatie heeft
de bezoeker weinig aan deze tocht,
cmdat de werkelijk „interessante"
riolen terwille van de voortgang
der arbeid geen bezoek mogelijk
maken. Er is namelijk heel wat te
doen om de zaak van het „ader-
stelsel" vlottend te houden en elke
vertraging in dit werk kan méér
dan noodlottige gevolgen hebben
vcor de Parijse waterhuishouding
die voorkomt, dat la ville lumière
in haar eigen vuil ondergaat. In
gewijden herinneren zich nog best
hoe een stagnatie in de dienst der
riolen in 1832 een cholera-epidemie
tengevolge had en daarom wordt
veel zorg besteed aan de „tra-
vaux d'eau" die wel het grootste
zijn van de gemeentewerken in de
Franse hoofdstad.
Van alles is daar beneden in het
duister te vinden: werkplaatsen
voor reparaties en uitstekend ver
zorgde schaftlokalen waar douches
en klerenkasten voor de arbeiders
niet ontbreken, maar ook machi-
nerièn en transportmiddelen die
over smalsporen worden geleid.
Met pompinstallaties die elk op
zich een fabriekje lijken, worden
kolossale hoeveelheden Seinewater
aangevoerd om met het afvalwater
van de stad te worden vermengd,
terwijl andere pompen de „gezui
verde" massa weer via allerlei ka
nalen naar buiten voeren en in de
Seine lozen. Grote ratton rennen
bij de nadering van mensen gil
lend langs de kaden en om deze
dieren te bestrijden beschikt men
over gespecialiseerde „jagers" die
van tijd tot tijd grote opruiming
houden onder de schadelijke en
gevaarlijke fauna der riolen.
Werk van ongekende activiteit
voltrekt zich in velerlei vorm in de
diepe stilte van de Parijse „onder
wereld" en duizenden verdienen
er hun brood zonder dat iemand
daar ooit iets van bemerkt, maar
wee de stad als onder deze mensen
ook eens een grote staking zou
uitbreken
Engeland laat niets na zijn export van de meest uiteenlopende produc
ten te stimulerenook die van vliegtuigen en dcrzelvcr onderdelen.
Daartoe heeft het te Farnborough een speciaal voor buitenlanders be
stemde tentoonstelling georganiseerd, waar de Society of British Air
craft Constructors haar nieuwste toestellen en vindingen op het gebied
van de luchtvaart heeft bijeengebracht. Op de foto een Vickers Arm
strong Seagull uitgerust met een draaiende vleugel, die gekanteld kan
worden om de hoek te veranderen.
Om slik en ander bezinksel uit de riolen te weren heeft men op som
mige plaatsen speciale kanalen aangelegd die een soort ..rangeerter
rein" voor het water vormen. Door een dezer kanalen af te sluiten wordt
het water in het andere kanaal opgevangen waar het gereinigd wordt.
Pneumatische baggcrbeugels. die aan in het plafond gemonteerde rail
worden verplaatst, grijpen de modder uit de kanalen en stort deze in
een wagentje zoals er een links op de achtergrond zichtbaar is. Rechts
ziet men langs de wand de buizen voor drinkwater en industrie water,
dat over enorme afstanden wordt aan- en afgevoerd.
collecteurs, waar alles wordt ver
zameld en gezuiverd en nog min
der weet men van de pompsta
tions, die water af- en aanvoeren.
Duizenden werklieden zijn hier in
de stilte van het onderaardse dag
in dag uit bezig dc vloeistofcircu
latie van de stad te regelen en af
en toe Itan men hen in groepjes
naar het werk zien gaan: stevige
kerels met grote laarzen, die hun
carbidlantarens in de hand dragen,
omdat met het oog op de gevaren
van het vocht in de riolen geen
electrisch licht is aangebracht.
Slechts bij bijzondere werkzaam
heden maakt men gebruik van
schijnwerpers die op accu's gemon
teerd zijn.
Buizen en nog eens buizen
doorkruisen Parijs; enkele zo
smal, dat een man er net door
kan lopen, andere weer me
ters hoog en meters breed en
sommige, bijvoorbeeld het
hoofdriool bij Asnières, zó
groot, dat er een boot met
twintig mensen kan varen.
Dit grote riool wordt als z'oda-
nig dan ook in dienst van het toe
risme benut en een paar malen per
week bestaat er gelegenheid onder
Het baggeren is
een probleem op
zichzelf en voor
de grotere kana
len, die soms meer
dan twee meter
iiep zijn, gebruikt
men de zoge
naamde wagon-
vanne, een rijden
de sluisinrichting,
die over rails bo
ven het water
rijdt. De wagon-
vanne is een ma
chine die het riool
water hevig in be
roering brengt,
zodat alle bezink
sel wordt opge
jaagd en ver
mengd met de be
doeling dit alles te
kunnen zeven. Op
de zeef blijven de
vaste stoffen ach
ter en het water
vloeit af. Een en
ander geschiedt
onder zeer hoge
druk en om te be
letten, dat deze
schade zou toe
brengen aan de
machines, bedient
een arbeider een
soort van rem, die
de druk regelt. Men ziet hier een man op de wagon bezig dit te doen,
terwijl twee van zijn collega's er voor waken, dat de kracht van het wa
ter de machine uit de rails werpt.
De Franse tuin vroeger
en nu
De Franse ambassadeur te 's-Gra-
venhage, Z.Exc. Jean Rivière heeft
de tentoonstelling „De Franse Tuin
van Middeleeuwen tot onze dagen"
in het Rijksmuseum te Amsterdam
geopend.
De tentoonstelling is een uitvloei
sel van het NederlandsFrans cul
tureel accoord en is met aanwijzin
gen van de Franse tuinarchitect ver
bonden aan de stichting „Monuments
Historiques", Charles Moreux, inge
richt. Bovendien adviseerde de heer
Jongsma. hoofd van het Vondelpark,
bij de inrichting.
De expositie bestaat uit werkteke
ningen, reproducties, goblins en
beelden.
Voor de Zondag
De pelgrims maken zich op, om
naar Jeruzalem te reizen. Een
moeilijke, verre, gevaarvolle reis.
Maar een opgaan naar het feest!
Daar zit vaart en vreugde in!
En de moeilijkheden?
Psalm 121 weet er ook van: ik
hef mijne ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal,
mijn hulp is van den Heer, die
hemel en aarde gemaakt heeft. De
tegenzang van familie en vrienden,
die de pelgrims uitgeleide doen,
klinkt: uw Bewaarder zal niet slui
meren, de Bewaarder Israëls zal
niet sluimeren noch slapen.
De Here zal U bewaren!
Voor me uit op straat loopt een
ontmoedigd mens. Die laat het
hoofd hangen, en willoos slentert
hij voort. In m'n binnenzak zit een
brief van iemand, die er geen gat
meer in ziet, en nu probeert, langs
slinkse wegen zijn doel te bereiken.
En elke morgen gaan er honderden
op weg naar hun kantoor of hun
zaak, die niet meer weten het
waarom en het hoe van hun eigen
leven. De vermakelijkheidsindu
strie vangt hen 's avonds weer op
en tracht het hen te doen vergeten,
dat ze op reis zijn. Maar ze moeten
het weten, opdat het leven weer
kleur en klank krijge, opdat de
vrolijke vaart er weer mag zijn. De
wereld is oud en de mensen zijn
moe. Maar de bijbel is jong en wie
den Heer verwachten zullen de
kracht vernieuwen. Het leven is
een afscheid nemen, een moeite
volle reis ondernemen, en het is:
kijken naar de bergen, vanwaar de
hulp komt, en daarom het feest
lied zingen.
v. E.
Bedrijfsleven vraagt:
Tegen publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie
De hoofdgroepen handel, ver
keer, banken en verzekering heb
ben in een adres aan de Tweede
Kamer als hun mening te kennen
gegeven, dat het bedrijfsleven on
volledig vertegenwoordigd is ge
weest bij de voorbereidende arbeid
van de commissie-Van der Ven. De
adressanten verzoeken de Tweede
Kamerleden, het ingediende wets
ontwerp af te wijzen.
De overheid heeft zich volgens
dit adres rechtstreeks of via de so
ciaal-economische raad een zo
overwegende invloed in de pu
bliekrechtelijke bedrij fsorganisatie
voorbehouden, dat de term „be
drijfsorganisatie" niet meer met
het begrip zelf te rijmen valt, aldus
het adres, dat verder meent, dat de
overheid zich er toe moet bepalen
te waken voor het algemeen be
lang en deze taak niet op de schou
ders moet leggen van hen, die
daartoe niet geroepen zijn.
De geest van Benelux!
Naar „Het Laatste Nieuws" bericht
heeft de Belgische regering aan de
Nederlandse dirigent mr. Joh. den
Hertog, die het komend seizoen de
leiding zou hebben van het orkest
van de Kon. Vlaamse Opera te Ant
werpen. een arbeidsvergunning ge
weigerd. Als reden voor deze weige
ring wordt opgegeven, dat het aantal
Belgische dirigenten voldoende is en
het niet nodig is deze betrekking aan
een vreemdeling te geven.
Het gerucht doet de ronde, dat de
directeur van de Vlaamse Opera, Ka-
rel Bogaers, hierin gesteund door
het gemeentebestuur, de opera ge
sloten wil houden, indien het minis
terie niet op zijn beslissing terug
komt.
Radio-verslag gever (tijdelijk in ons land)
vertelt van zijn werk
BERNARD PERSON is sedert enkele dagen in Nederland. De man,
die u vrijwel dagelijks via de radio op de hoogte houdt van het
nieuws van de UNO te Lake Success, troffen wij op de Amsterdamse
Voorburgwal De laatste drie jaar had hij practisch geen vrije dag ge
had, vertelde hij. Maar nu voelde hy zich echt met vacantie, nu hij
niet interviewde, maar geïnterviewd werd! Daar moest hij eens op zijn
gemak voor gaan zitten op dat gezellige terrasje, waar hij zeker in geen
tien jaar een kop koffie h.-ul gedronken. Eind 1938 was hij naar Amerika
vertrokken als correspondent van drie Nederlandse dagbladen. In het
begin van de oorlog kwam hij bij de radio, C.B S. en Radio Boston. Toen
de vrede weerkeerde kreeg hij een plaats in de vergaderzaal der Ver
enigde Naties, als verslaggever en commentator voor dc Nederlandse
Radio Nieuwsdienst.
Hoe dit werk hem bevalt?
„Uitstekend", zegt Person. „Ik
geef zes maal per week een
verslag zonder meer en Zon
dags mijn commentaar, liever
gezegd een beredeneerd verslag.
Belangrijk hierbij is, objectief
te zijn, wat niet altijd ge
makkelijk is, omdat ik nu een
maal mijn eigen sympathieën
en meningen heb, Verder stel
ik mij bewust tot taak, dc din
gen zó te verklaren, dat zelfs
de minst geschoolde luisteraar
de procedures kan volgen. Ook
dit is niet steeds eenvoudig. Ik
moet wel eens in herhalingen
vervallen, ook al omdat ik niet
mag verwachten, dat iedereen
altijd luistert".
En of het Nederlandse publiek
wel eens rèageert op zijn uitzen
dingen?
„Ik krijg in Amerika heel veel
brieven Er is in Nederland meer
belangstelling voor dc NUO dan ik
in het begin had durven hopen.
Enige tijd geleden kondigde ik in
een uitzending aan, dat luisteraars,
die een exemplaar van het Hand
vest der Verenigde Volken wilden
DIT IS BERNARD PERSON, wiens
stem U binnenkort niet uit Lake
Success, maar uit Parijs zult horen.
Sociale psychiatrie
De thans 80-jarige, nog zeer ac
tieve begaafde psychiater Dr. Mey
ers schreef een uitstekend boek
over de sociale psychiatrie, een
nog nieuw vak in de medische we
tenschap. („Inleiding tot de sociale
psychiatrie" door Dr. F. S. Meijers.
Uitgever W. L. en J. Brusse N.V.
Rotterdam).
Geen medicus kent als hij de so
ciale noden en de daarmede sa
menhangende psychische moeilijk-
beden van de bevolking.
Zijn groot arbeidsveld in de
hoofdstad verschafte hem een schat
van gegeven. Het is ongelooflijk,
wat er allemaal in dit werk te vin
den is. Slechts een greep uit de
rijke inhoud: psychologie van de
samenleving, sociologie der neuro
sen, psychosen en psychopaten, so
ciale psycho-pathologie bij alcoho
lisme, criminaliteit, landloperij, il-
legitimiteit, pauperisme, prostitutie'
zelfmoord, sociale paedagogie enz.
Dit boek is niet alleen bestemd
vcor artsen, psychiaters en studen
ten, maar ook voor maatschappe
lijke werksters en werkers, geeste
lijken, juristen enz.
Alles bijeen een boek dat warm
aan te bevelen is.
Vorstelijke baan versmaad voor positie van
chef in een cafetaria
Ooit gehoord van een man, die een baantje afsloeg met een prima
salaris, zes maanden betaalde vacantie, vorstelijke fooien, twee auto's,
een zomerhuis, tijger jachten, volop amusement en tal van andere klei
nere voordelen?
Die man bestaat en het baantje ookj het werd hem aangeboden door
een keizer.
Kunt u zich voorstellen, dat de man. die dit alles afsloeg, genoegen
heeft genomen met de functie van chef in een cafétaria?
Het is in Washington gebeurd.
De keizer in kwestie is Haile Selassie van Ethiopië en de man die het
baantje afsloeg is Erwin H. Faller, voormalig hofmeester van Zijne
Keizerlijke Majesteit.
waarby niet minder dan vyf vlees
gerechten op tafel kwamen.
Een hoogtepunt in zyn loopbaan
als keizerlijk hofmeester was de
3e November 1935, toen hy van
wat kliekjes een diner in elkaar
zette voor 1200 gasten van de ne
gus, onder wie kroonprins Gustaaf
Adolf van Zweden. Alle bezoekers
toonden zich zo in hun schik met
het maal, dat Haile Selassie zijn
opperkeukenmeester vriendelijk op
de schouder klopte en hem een fooi
tje van 800 dollar toestopte. Maar
dit prachtige begin bracht Faller
grote zorgen voor de rest van het
bezoek van de kroonprins, want de
keizer beval hem nu, voor 14 dagen
lang menu's voor het ontbijt, de
lunch en het diner samen te stellen
zonder een enkele schotel te her
halen.
Dat heeft me heel wat hoofd
breken gekost, zei Faller, maar ik
heb het klaargespeeld.
Toen Haile Selassie hem zijn oude
baantje weer aanbood schreef deze
Faller zijn vroegere baas terug: Het
spijt me, maar er is zo een en ander
veranderd sinds de Italianen ons
beiden uit Afrika hebben gejaagd.
De 39-jarige Faller is Zwitser van
geboorte. Thans ls hij Amerikaans
burger door naturalisatie en in het
gelukkig bezit van een Ameri
kaanse vrouw en- een dito schoon
moeder, welke combinatie sterk ge
noeg ls om hem thuis te houden.
Toch denkt Faller nog wel eens
en niet zonder genoegen aan
die dagen tussen 1933 en 1936, toen
hij de keizerlijke familie van Abos-
sinië in goede luim hield met diners,
Soms kon het er wel eens raar
toegaan. Zo gebeurde het eens dat
tijdens een banket van buiten een
oorverdovend lawaai in de eetzaal
binnendrong. Toen de gasten naar
buiten keken, zagen zy drie leeuwen
zo maar los lopen. De dieren hadden
honger en ze vraten prompt twee
inboorlingen op. Terwijl ze daarmee
bezig waren, niet zonder elkander
de beste brokken te betwisten, werd
nagegaan hoe ze uit de keizerlijke
kool waren gekomen. Het onderzoek
leverde de volgende feiten op: een
van de drie bewakers zat in de ge
vangenis omdat hij een collega had
vermoord; de tweede was zonder
verlof afwezig en de derde was
dronken en had vergeten de dieren
te voederen.
Aangezien de leeuwen het sym
bool waren van Haile Selassie de
Leeuw van Juda zelf, mochten
zij niet worden gedood. Toen dacht
iemand aan de bewaker in de ge
vangenis. De man werd onmiddel
lijk uit de plaatselijke Bastille ge
haald en naar de leeuwen gebracht.
Zonder wapen of vlees dreef hij ze
kalm by elkaar. De moord vergat
men toen maar en hy mocht op
nieuw des keizers leeuwen bewaken.
Behalve vrouw en schoonmoeder
zy'n er twee andere redenen, waar
om Faller zijn baan in Afrika niet
terug wil hebben: Hij vindt het le
ven in de Verenigde Staten prettig
en hy wil een boek over zy'n erva
ringen in Ethiopië afmaken. Hy is
bang, dat het laatste hem te Addts
Abeba niet zo gemakkelijk zou ge
lukken.
hebben, zich tot mij konden wen
den. Ik zou de verzoeken dan door
geven aan de UNO. Er kwamen in
één maand 1450 brieven binnen!
De UNO was verrukt.
„Geef mij maar politiek
HET gevolg was, dat men In
Lake Success over Nederland
ging spreken als „ons reclame-
paardje". Eén van de brieven
kwam van een vijftienjarige jon
gen. „Ik luister iedere avond naar
U", schreef hij. En: „Geef mij de
politiek maar. Daar zit tenminste
spanning in".
Helaas lijkt het er maar al te
vaak op, dat diezelfde knaap de
waarheid sprak. Jammer genoeg
hebben de United Nations echter
alle spanningen ten spijt, op poli
tiek terrein nog niet heel veel be
reikt, hoewel er op economisch en
humanitair gebied al veel belang
rijk werk is gedaan. Wat de poli
tiek betreft, Warren Austin, de
Amerikaanse hoofdgedelegecrde,
heeft kort geleden gezegd: „Juist
omdat er geen overeenstemming
tussen West en Oost is bereikt
moet dc UNO-machineric in stand
worden gehouden".
„De meeste zittingen van dc V.N.
woon ik zelf bij. Ben ik er eens een
keer niet, dan kan ik toch, enkele
uren nn afloop het „verbatim re
port", een volledig verslag van de
UNO-persdienst, ter inzage krij
gen.
Dat verslag is pijnlijk neutraal.
Zeshonderd pcrsplaatscn
De vergaderzaal in Lake Success
ziet er uit als een grote schouw
burgzaal, als die van het Amster
damse Concertgebouw bijvoor
beeld. Behalve voor dc gedelegeer
den, zijn er zevenhonderd plaatsen
voor het publiek en zeshonderd
voor dc pers, hoofdzakelijk de
Amerikaanse, die 1700 dagbladen
omvat. Vooral als de zaal vol is,
maakt het geheel een zeer plechtige
indruk. Op ccn zeven meter hoge
„troon" zit de president, als een
„Symbool van het hoogste gericht."
Er zijn ook tien radio-spreckcellen
ultzich gevend op de zaal, die om
beurten door de reporters kunnen
worden gebruikt. Enkele buitenge
woon begaafde Engelse „Broadcas
ters" geven, wat wij zouden noe
men, een ooggetuigevcrslag. Dat
wil zeggen: zonder dat zij enige no
titie hebben gemaakt, vertellen zij
in mooie, vloeiende zinnen, wat zij
vóór zich zien en horen gebeuren.
Persoonlijk geef ik mijn verslagen
meestal kort na afloop van de ver
gaderingen. Ze worden uitgezonden
via een Amerikaanse kortegolfzen-
der. De radio-nieuwsdienst in Hil
versum vangt het gesprokene op,
maakt er een opname van en zendt
deze later na dc nieuwsberichten
weer uit. Het geluid is niet al
tijd even prachtig, maar vervallen
hoeft een uitzending, om redenen
van geluidskwaliteit, bijna nooit."
Naar Parijs
EN nu gaat de UNO dan voor
korte tijd naar Parijs. Bernard
Person gaat mee. Er komen ook
500 van de 2900 UNO-employé's
over uit Lake Success hoofdzakelijk
organisatoren, stenografen, tolken,
kranten- en radioverslaggevers.
Eén millioen driehonderdduizend
dollar heeft de UNO er voor uitge
trokken om dc Assemblee (de alge
mene vergadering) deze keer in
Europa te doen houden, in het Pa
lais Chaillot, aan de voet van de
Eifeltoren. De bedoeling daarvan
is o.m. dat de landen van Europa
van meer nabij bekend zullen
worden met de UNO en de UNO
van haar kant met dc problemen
van Europa.
Of men te Parijs klaar zal komen
binnen de geprojecteerde tien tot
twaalf weken? Behalve zeventig
minder belangrijke punten, die op
de agenda staan, zullen ook nog
eens dc Berlijnse kwestie die van
de Italiaanse koloniën en Palestina
ter sprake komen.
Over het Parijse program van de
UNO vertelt Bernard Person Zon
dagmiddag voor dc Hilversumse
radio.
HET open water tus
sen de Zuidelijke
dijk van de Noordoost-
polder en de Overijs
selse kust vanaf de
Ramspol noemt men
het Zwarte Meer. Zo
langzamerhand heeft
dit niet alleen bij bin
nenlandse maar ook bij
buitenlandse vogelken
ners bekendheid gekre
gen als een broedplaats
van zeldzame vogel
soorten en als pleister
plaats van waterwild.
Reeds tijdens de oorlog
werd dit vooral orni
thologisch zo belangrij
ke terrein in bescher
ming genomen. Men
heeft echter niet willen
volstaan met het in
bescherming nemen van
het bestaande. men
heeft zijn bemoeienis
sen uitgestrekt naar
iets dat in wording is.
Ten Noorden van de
mond van het Zwarte
Water, dat in het zwar
te Meer uitkomt, werd
aamelijk een eiland ge
vormd door het opspui
ten van zand en slik.
r.bosheheer ver
klaarde zich bereid, te
zorgen voor het aan
brengen van een be
planting op dit eiland.
Dit geschiedde onder
leiding van een hout
vester, die ook belast
is met de beplantingen
in dc Noordoostpolder.
De beplanting bestaat
voornamelijk uit wil
genhout.
De vorming en de
ontwikkeling van dit
eiland passen in het ge
hele idee van het re
serveren van dit ruime
gebied van dit rand
meer van de Noord
oostpolder. Het terrein
bewees al spoedig zijn
betekenis, toen meer
malen in najaar en
winter vele tienduizen
den eenden van veler-
lei soort er rust en
voedsel vonden. Dit is
temeer van bclane nu
het Kampereiland a's
gevolg van de inpolde
ring grotendeels zijn
betekenis als water-
servaat heeft ver
loren
Vooral ook in het
buitenland heeft de
stichting van dit nieu
we waterwildreservaat
grote belangstelling.
Door steeds intensiever
jacht en verminderde
verblijfplaatsen als ge
volg van de steeds
voortschrijdende ont
ginningen kwam het
waterwild de laatste ja
ren in het gedrang. Ons
land ligt precies in de
trekroute van het
Noord-Europese water
wild en krijgt daardoor
elk winterseizoen mil
lioenen vogels te her
bergen Men heeft in
Noord-Europa ingezien,
dat het nodig was. op
deze trekroute vrij
plaatsen voor het wa
terwild te stichten. Het
eiland in het Zwarte
Meer is daar een van.
In verband met de gro
te betekenis van dit
nieuwe reservaat wordt
het geregeld bewaakt
door staatsbosbeheer,
die daarvoor een com
missie van toezicht
heeft gevormd, waarin
zitting hebben verte
genwoordigers van de
grote natuurbescher
mingsorganisaties. van
de Noordoostpolder en
van de gemeenten
Kampen en Gencmui-
den.