In Duivendrecht wordt weer
een film gemaakt
Jopie Koopman en Matthieu v. Eysden
in het licht der koolspitslampen
Parijs blijft de toon aangeven
Vaders en grote broers aan de slag
Twee opnamen, een met Nederlandse
en een met Engelse artisten
Boter en kaas...
Uit de boekenmolen
„De veilige weg"
Gesprek met Ben
v. Eysselsteyn
Komende wintermode bevestigt evolutie
van de „New Look"
Als de camera naar voren rijdt...
(Van een eigen verslaggever)
pANG!
Een geweldig licht spat aan In de filmstudio „Cinetone". En meteen
begint ergens binnen in de ijzeren lampenkolos iets vreselijk te spetteren
en te gillen, steeds krUsender. De lichtstraal floept razend snel aan en uit.
steeds sneller, tenslotte zó snel. dat de giltoon ophoudt en een prachtige,
blauwig witte lichtbundel bewegingloos uit de koolspitslamp blijft schij
nen. Ook de schijnwerpers met de enorme gloeilampen worden ingescha
keld en ook die werpen, hoog uit de studio, hun felle licht op. de boer
derij. die hier gebouwd is. Het is een knap vervaardigd decor: boerderij
met schuur, stal en hooizolder; tuin met bomen en struiken en. een
landweg. Duivendrecht filmt weer, het bedrijf draait op volle toeren, van
's morgens zeven tot 's avonds acht uur.
Ontroerend verhaal uit
de bezettingstijd
Men moet in dit milieu even
aan de chaos wennen. In de
grote keuken van de boerderij,
waar straks „gedraaid" zal
worden, lopen onwaarschijn
lijk veel mensen door elkaar:
acteurs en actrices, camera-
lieden, regie-assistenten en in-
spéciënten: En er is niemand,
die struikelt over de vele elec-
trische kabels of over de spij-
kerbakken der timmerlui, die
tot de laatste seconde vóór de
opname blijven hameren.
Maar als er driemaal een claxon
heeft gebruld, is het muisstil in de
grote hal. Het is of aller zenuwen
gespannen zijn. De opname kan be
ginnen. De scène speelt in oorlogs
tijd op een Nederlandse boerderij.
Men hoort het zachte snorren van
de camera.
„In het beeld" is Matthieu van
Eysden, een „Joodse onderduiker".
Hij is van onder tot boven over
dekt met meel. Hij staat gebogen
over een tafel en kneedt met zijn
handen een geweldig stuk deeg.
Hans van Ees, de boer, ziet toe.
Plotseling staren beide mannen
elkaar aan. Buiten, over het grind
pad, horen ze een wagen aanko
men. De boer loopt snel naar de
deur en opent die. Zijn dochter
(Frangoise Flore) komt binnen. Er
worden maar enkele zinnen ge
wisseld.
„Mark", vraagt het meisje, „kun
je me even helpen?"
„Waarmee?"
„Kolen van de wagen halen".
De onderduiker schudt zich het
meel uit de haren en protesteert:
„Het lijkt wel of jullie voor mij
vandaag alleen maar vieze kar
weitjes hebben". Maar hij gaat
toch.
De camera rijdt langzaam
naar voren over de houten
rails en nadert het paar, dat
in de kamer achter bleef: de
boer en zijn dochter. Die ziei}
elkaar aan met een blik van
stille verstandhouding, een
blik, die straks in een close-up
op het witte doek zal verschij
nen. Alleen zij weten, wat er
nog meer op de wagen is, dan
alleen steenkolen. Het is
Mark's vrouw, Mary, die door
de dochter van de boer op de
kolenwagen werd meegesmok
keld uit de naburige stad.
De twee luisteren glimlachend
naar de vreugdekreten, die buiten
klinken.
„Mark!"
„Mary!"
De overgelukkige, witbestoven
Mark komt binnen, zijn blanke
arm om de van vreugde huilende
Mary. Zij is de hemel weet hoe
toegetakeld met zwarte vegen en
vlekken, niet alleen over haar kle
ren, maar ook over haar armen en
gezicht. Tot in haar neus en oren
zit het kolengruis. De „make-up"
van Jopie Koopman is schitterend
geslaagd.
„Stop!", roept de regisseur. De
scène is ten einde. Eén seconde
blijft het stil in de studio. Dan is
er weer die cacofonie van geluiden,
die men in elke filmstudio kent,
het gepraat en geschreeuw, het ge
klop en gehamer en het gillen der
flikkerende koolspitslampen.
Jack Gimberg, als de student Fred,
waarschuwt de Joodse onderduiker
(Matthieu van Eysden), dat er een
Duitse patrouille in het dorp rond
loopt.
Een opname uit de Engelse ver
sie. De Nederlandse acteur (te
vens de schrijver van het ver
haal) Ben van Eysselstein als de
Duitse wachtcommandant in ge
sprek met de Amerikaanse ac
trice Carole van Derman als het
boerenmeisje Elly. Het meisje
komt hier de Duitse comman
dant boter en kaas aanbieden in
ruil voor steenkool voor de
boerderij.
Nieuw- boek over de
Spoorwegen
„Hokus-pokus. pas", zegt de gooche
laar en uit dc hoed, waarover zijn
handen zich bezwerend uitstrekken,
springt een konijntje. Nog vele malen
klinkt het hokus-pokus-pas en evenzo
vele keren komen er allerlei dingen
uit de hoed. die de toeschouwers ver
bazen door het gemak, waarmee ze te
voorschijn worden getoverd. Maar lang
niet alles komt zo gemakkelijk tot
stand. Zo zijn er bij voorbeeld heel wat
zorgen en moeiten voorafgegaan aan de
aanleg van spoorwegen ln Nederland.
Zo begint Ceesvan dep Hoe
ven. ambtenaar bij de propaganda-af-
dcllng van dc Spoorwegen, zijn boek
De veilige weg" over dc Spoorwegen.
Hij zelf lijkt wel een goochelaar, die
..hokus-pokus-pas" dit alleraardigste
werkje uit zijn vulpen toverde Gelijk
de goochelaar houdt hU ons ln span
ning over de vraag wat, hoofdstuk
voor hoofdstuk, zijn volgende toer zal
zijn.
Cces van den Hoeven is nog jong en
al schrijvend, zag hij zich kennelijk
weer bij moeder thuis op dc grond lig
gen naast zijn cer-locomoticfjc. zijn
blikken wagentjes en de stukjes rails,
die hij ln alle mogelijke vormen in el
kaar paste. Hij is nu groot en speelt
ook zijn spel in het groot. En het heer.
lijke ls, dat hij onze zoons en ons
zelf! mee laat spelen. Wij wandelen
met hem naar het station, kopen met
hem een kaartje, passeren de contróle
en stappen ln. Dc coupée ls gelukkig
niet erg vol en we mogen dus zitten
't Gaat fijn, hè", zegt Cccs. want
we zitten ln een electrische trein,
„Wacht maar even mannetje, over een
paar Jaar rijdt iedere Nederlander elke
dag zo. Vlug en veilig!"
Hij weet alles van de Spoorwegen,
dat merken we gauw tijdens de reis.
Hij vertelt ons dan ook zo veel bijzon
derheden over de techniek van de
Spoorwegen, dat wij weer gaan verlan
gen naar het spel bij moeder thuis op
de grond. Misschien doen we het straks
wel. want onze zoon heeft op zijn
laatste verjaardag een spoortje gekre
gen. Als we samen tuffen en ln onze
verbeelding grote rookwolken uit het
pijpje zien opstijgen, dan zullen wij
zoonlief vertellen wat Cees van den
Hoeven ons zojuist heeft geleerd. En
als hij later groot is mag wat zeggen
wij: moet! hij ..De veilige weg" zelf
lezen. Want Cees van den Hoeven kan
zo gezellig vertellen.
(Uitgave: Jacob van Campen, A'dam).
NA het lawaai en de drukte in
de studio, doet boven, in de
werkkamer van Ben van Eyssel
steijn, de rust weldadig aan. Ben
van Eysselsteijn is de schepper van
het verhaal, dat hier beneden door
de Britse regisseur, Edmond T. Gré-
ville, In dubbele versie verfilmd
wordt, onder de titel „But not in
vain". („Maar niet tevergeefs").
Elke scène wordt twee maal opge
nomen, eerst met Nederlandse,
dan met Engelse artisten.
De voorgeschiedenis van deze
film?
Het begon met de opdracht, die
de auteur Van Eysselsteijn kreeg
van de regering, om een toneelspel
te schrijven ter gelegenheid van het
regeringsjubileum van Koningin
Wilhelmina. De schrijver was hier
bij vrij in zijn onderwerp.
,,Zo begon ik met het uitwerken
van een idee," vertelt Van Eyssel
steijn, „waar ik al enkele jaren mee
had rondgelopen. Tijdens de oorlog
was ik namelijk ondergedoken op
een boerderij in Drente En in die
tijd hoorde ik daar ook het gerucht,
dat in een naburig dorp een boer
zijn eigen zoon die aan het Oost
front had gevochten, doodgeschoten
zou hebben. Deze gegevens gebruik
te ik voor mijn stuk. dat ik „Bazuin
van Jericho" noemde en waarmee
ik in Augustus van dit jaar gereed
kwam.
"Het stuk. dat nog niet is opge
voerd, speelt in hoofdzaak op een
boerderij, waar oen aantal mensen
van zeer verschillende aard en aan
leg samen leven. Onder de druk
van de bezetter, voor wie zij zich
verborgen houden, verdragen zij el
kaar in volstrekte harmonie. Zij
voelen zich één in hun angsten en
moeilijkheden. Maar op „Dolle
Dinsdag", op het moment van de
schijnbevrijding. vallen zli plotse
ling uiteen en is er van nun ver
draagzaamheid niets meer te be
merken. Pas wanneer blijkt, dat de
oorlog nog niet is afgelopen en dat
hun vrijheid nog steeds wordt be
dreigd. komen zij weer tot inzicht.
Dan beseffen zij ook, dat n de
oorlog, de mensheid deze jaren niet
zal mogen vergeten. Al dit leed mag
niet tevergeefs geleden zijn. Dit is
het slot-appél in de film.
De voornaatnste personen in het
stuk zijn een liberale Joodse finan
cier, een fel communistische arbei
der, een jonge student, een eenvou
dige. vrome boer en de dochter van
de boer, die onderwijzeres is en
een geestelijk evenwaardige partij
voor de student."
Voor de film zijn de hoofdrollen
als volgt verdeeld: de boer. Ray
mond Lovell en Hans van Ees; de
dochter van de boer. Carl van Der
man (jonge Amerikaanse actrice)
en Francoise Flore: de Joodse fi
nancier Martin Beuson en Matthieu
van Eysden: diens vrouw, Agnes
Burnell en Jopie Koopman; de ar
beider, Julian Dallas en Jan Rctèl
en de student Bruce Lester en Jac
ques Grimberg.
„Speelt U zelf ook mee?'"
Van Eysselsteyn glimlacht even,
staat op en haalt een costuum uit
een kast Het is de uniform van een
Duitse Feldwebel. De hoge S.S.-pet
staat de auteur afschuwelijk.
,,'t Is maar een klein rolletje,
vertelt hij. Ik doe 't alleen om óók
eens toneel-speler te zijn
En hoe is het toneelstuk nu tot
film geworden?
„Door een louter toeval. Van de
zomer kreeg ik op een Zondagmid
dag in Rijswijk bezoek van een
oude vriend, de film-productieleider
Guus Ostwald. die uit het buiten
land kwam en op weg was naar
Den Haag. Zelf was ik juist terug
uit Drente en zat hard te werken
aan het derde bedrijf van mijn to
neelstuk. In een egoïstisch pogen
om in de sfeer te blijven en op het
gevaar af, Ostwald stierlijk tc gaan
vervelen, begon ik hem mijn stuk
voor te lezen.
Ostwald luisterde tot ik klaar
was, zei verder niets en ging door
naar Den Haag. Later bleek mij. dat
hij diezelfde nacht nog naar Lon
den getelefoneerd had met de En
gelse regisseur Edmond T. Gréville
en Richard Llewellyn, de schrijver
van „Hoe groen was mijn dal". Een
paar dagen later stond het drietal
namelijk voor mijn neus.
Toen begon het balletje te rollen.
Met Gréville ben ik aan het werk
gegaan en in enkele dagen hebben
we het draaiboek geschreven voor
de film. Aan het slot zal men in de
film enkele korte zinnen horen, die
Koningin Wilhelmina tijdens de
oorlog voor de radio sprak. Onder
meer de woorden: ..Moge al dit leed
en deze tranen niet tevergeefs ge
weest zijn". Naar aanleiding van
deze woorden kwamen we ook tot
de titel ..Maar niet tevergeefs", in
het Engels „But not in vain".
Zoals u gemerkt hebt, wordt de
film in een tweeledige versie ge
maakt. met een groep Nederlandse
en een groep Engelse acteurs.
Elke scène wordt dus tweemaal
opgenomen Ik geloof, dat dit sy
steem van samenwerken met het
buitenland goede kansen schept
voor een eigen Nederlandse filmin
dustrie. Want men kan hierdoor van
beide kanten goedkoper produceren
Wanneer de buitenlandse versie een
succes wordt, levert deze ons land
niet alleen deviezen, maar boven
dien zal dc reeds relatief goedkopere
Nederlandse film in het binnenland
gemakkelijker zijn geld opbrengen.
Hopen we. dat Nederland zijn
eigen. regelmatige filmindustrie
spoedig zal kTijgcn. Dan zal ook de
Nederlandse cinéast daarin onge
twijfeld zijn plaats vinden.
„Het zevende kruis"
Van Anna Seghers prachtige ro
man is thans bij de uitgeverij „Vrij
Nederland" onder de titel „Het ze
vende Kruis" een Hollandse verta
ling verschenen. Het is wel zeer
verheugend dat - dit boek nu ook
toegankelijk is voor hen. die het
Duits onvoldoende machtig zijn
om het in de oorspronkelijke taal
te lezen.
De schrijfster verplaatst ons naar
het vooroorlogse Duitsland van 1934.
Dc nazi-terreur richt zich met volle
kracht op het van zijn broze demo
cratische wortels gerukte volk. Wil
het regiem zich handhaven, dan
moet iedere kiem van iedere ge
dachte aan geestelijke en maat-
schappelnke vrijheid worden ver
nietigd. Hetgeen de SS. en S.A.-
benden met, deutschgriindliche he
vigheid doen.
Zeven politieke gevangenen ont
snappen uit een concentratiekamp.
De kampcommandant laat zeven
bomen tot kruisstompen verhak
ken. aan ieder kruis moet een uit
breker komen te staan. Dan begint
de jacht. In schier ademloze span
ning leven wii mee met het lijden
der zeven vluchtelingen. Slechts één
van hen weet de veilige Nederland
se grens te bereiken, de andere zes
„gaan er aan". Dit boek schildert,
irr dikwijls schrille kleuren, de
waanzin, de angst, het verraad en
het sadisme, waaraan Duitsland te
gronde ging. Het toont ons echter
ook de kleine, heldhaftige kern van
hen. die stand hielden, tegen alle
druk.
Ieder, die iets wil begrijpen of
voelen van de tragiek onzer Ooster
buren. hij leze „Het zevende kruis",
dat Nico Rost in uitstekend Neder
lands vertaalde.
PARIJS was altijd de ..hoofdstad der mode
en dank zij de vastberadenheid waarmee de
Parijse mode-ontwerpers na dc oorlog weer aan
de slag gingen behoeft er bijna geen twijfel aan
te bestaan of dc Franse hoofdstad zal op mode
gebied de toon blijven aangeven.
De collecties voor de komende winter, die zo
juist aan een steeds groter wordend aantal Euro
pese en Amerikaanse inkopers werden getoond,
spreidden een weelderigheid aan bont. stoffen,
kostelijke borduursels en nieuwe kleuren ten toon
als zelden te voren.
7")E evolutie van dc „New Look"
LJ in de Newer Look" kwam
duidelijk naar voren door het niet
aanwezig zijn van
buitengewoon
wijde rokken bij dc
middagjurken en de
vijf tot zeven centi
meter hoger han
gende zoom.
De twee 't meest
op dc voorgrond
tredende lijnen zijn
geïnspireerd op de
mode in het laatst
der achttiende eeuw
onmiddellijk na de
grote Franse revo
lutie. en op die van
de twintiger jaren.''
De basis van alle i
silhouetten wordt
gevormd door een
als het ware kron
kelende nauwe co-
con, die. niet opge
vulde maar thans
alleen afgeronde,
schouders en heu
pen en een slanke
taille strak omlijst
en waarin meestal
op kniehoogte ruimte i
is gebracht. Voorts I
waren er moderne J
versies van de 1
hemdsroken ook
spiraal- en „lampe- I
kaprokken.
Bij de avondja
ponnen werden de
zelfde lijnen ge
volgd of zij ver
toonden golvende
rokken, die bij bei
de stijlen vergezeld
gingen van zo kort
mogelijke boven
stukken, welke zeer
gedurfde decolletce's
toonden.
ZWIERIGE jasjes vormen de bovenste helft
van de deux pièccs die Sciaparclli schiep
voor het winterseizoen. Links een mosgroen
Duvetyne jasje met decoratieve knopen op
een rok volgens de „Snuffer '-lijn. Dc pantcr-
boordjes aan dc bronzen laarsjes, dc pantcr-
„mask"-toque en de wandelstok is wel iets
voor dc dames die eens wat anders" willen.
Rood apenbont dient als afzetting voor het
rode wollen jasje, de klokhoed en dc mof,
die de rechtse dame draagt op een negerbrui-
ne rok. Wij vinden het effect nogal vreemd,
maar over smaken valt nu eenmaal niet te
twisten.
Kosten
'1000
dollar
Nieuw Amerikaans vlieg
kampschip
De Amerikaanse marine zal binnen
vier maanden aan dc bouw van een
vliegkampschip beginnen dat start-
gelegenheid zal bieden aan de B-29
superforten. Het schip zal 65.000 ton
meten. Met de bouw. die 24 millioen
dollar zal kosten, zullen vier jaren
gemoeid zijn.
J~\ EZE prachtige avondjapon
J-J van Jean Desscs spreidt 'n
toppunt aan luxe ten toon. Wit
en zilver brocaat werden er zo
kwistig voor gebruikt als maar
enigszins mogelijk was. Het ef
fect wordt nog verhoogd door
borduursel van diamantjes, aan
gebracht op het lijfje, aan dc
draperie op de heup en hier en
daar verspreid over de rok.
Kosten bijna 1000 dollar. Erbij
hoort een dubbele luxueuze her
melijnen cape, afgezet met her
melijnstaarten en gevoerd met
zwart fluweel.
Eert vlot hoedje
771EN eenvoudig, sportief hoedje
L-s van stevige, gestreepte wollen
stof. Het ls afgewerkt met een bij
kleurende viltband, die in een
zwierige krul gelegd het geheel een
zeer vlot effect geeft.
.Limburg' '-woning
wordt in vier weken
gebouwd
Bij het stelnerbos onder Stein (L)
is het eerste exemplaar van een
nieuw woningtype gereed gekomen.
Het werd in de tijd van precies vier
weken gebouwd De muren worden
opgetrokken van lccmblokken en
de bouw geschiedt volgens een ont.
werp van de beheerder der staats
mijnen, dr ir Groothoff. De wonin
gen van dit type zullen de naam
dragen van „Limburg"-woning. Ze
bevatten een grote woonkamer
keuken, drie slaapkamers, een was-
en berghok en een kelder. Er zul
len van dit type nog dertig wonin
gen in serie gebouwd worden.
Afgevaardigden van het bestuur
der staatsmijnen zijn Woensdag
morgen de nieuwe woning aan het
Steinerbos gaan bezichtigen. De he-
doeling is om later dc mijnwerkers
deskundig voor te lichten, hoe ze
zelf zo'n woning kunnen bouwen.
PAQUIN is altijd bekend ge
weest om zijn bont. De wijze
waarop platina vos is gebruikt op
deze conventionele mantel van
zachte kastanjebruine wol, vraagt
wel om een meesterhand om te
voorkomen dat het effect lomp
wordt. De gedrapeerde shawlkraag
loopt spits toe naar de taille, van
waar uit ze doorloopt en tenslotte
schijnbaar zonder onderbreking
over te gaan ln een dubbele strook,
die een buitengewoon luxueus ca
chet geeft. Een eenvoudige kapvor-
mige hoed van grijs satijn, geslui
erd met ragfijn zijdenct harmo
nieert volkomen met het bont.
MISSCHIEN kennen de kinderen
wel het aardig rijmpje, dat Rie
Cramer schreef en publiceerde in
een rijkelijk van illustraties voor
zien boekje. We diepten het op uit
de stoffige boekenkast van onze
kinderjaren. O, het is al heel oud.
Misschien herinneren voorlezende
moeders of zussen het zich nog goed.
De huisvaders en grote broers
schudden natuurlijk beslist van
neen, wanneer wij er hen naar vra
gen. En toch, juist deze mensen
moeten wij straks hebben.
Hier volgt het gedichtje:
Allemaal beukenootjes in het rond,
je kunt haast niet tellen hoeveel.
Als ik ze allemaal at die ik vond,
kreeg ik vast pijn in mijn keel.
Maar ik bewaar er een massa van.
Eén plant ik en dat wordt een
boompje,
de and're, daar rijg ik een ketting
van,
of een klein paar dentoompje.
Nu is het weer zo ver. De beu
kenootjes liggen bij honderdtallen
onder de bomen en talloz»-kinderen
vergaren ze in trommeltjes en zak
jes. Pijn in de keel zal men zeker
krijgen, wanneer alles wordt ge
peld en opgegeten. Daarom is het
maar goed, dat er nog andere din
gen mee gedaan kunnen worden.
Paardcntoompjes of kettingen ma
ken is al heel oud. Welke groot
moeder heeft dat in haar jeugd niet
gedaan'' Maar er zijn tal van nieu
we mogelijkheden, vooral wanneer
er ook eikels, kastanjes, „apenta
bak" van de elzenboom en esdoorn-
vlindertjes worden bijgehaald.
Voor welke aardige dingen de
voortbrengselen der herfst zich zo
al lenen, heeft een 13-jarig meisje
uit Voorburg ons getoond. Wij za
gen niet alleen een hele menagerie
van eikel- en kastanjedloren op haar
Er zijn weer kastanjes,
eikels en beukenootjes
kamertje, maar ook een voltallig
huisgezin, een keur van soldaatjes,
een hele vloot ranke scheepjes, een
prachtige collectie corsages en nog
veel meer. We stonden verbaasd
over haar vindingrijkheid op dit ge
bied, en eigenlijk deed zij een vol
wassen man blozen van schaamte.
Immers deze is de vader of grote
broer in het huisgezin, die dient te
knutselen voor de kinderen.
Welnu, het is nog niet te laat. We
kunnen gaan beginnen met een pijp.
Een uitgeholde kastanje of eikel en
een limonaderietje doen een hoop.
Maar indien dit te onpaedagogisch
blijkt en de sensatie van het roken
zelf ook een plaatsje gaat innemen
in het kinderhart, dan zijn er nog
wel andere leuke dingen. Bijvoor
beeld een paard-en-wagen. Hoe dat
gaat? Doodeenvoudig.
Een holle kastanje wordt de sjees,
vier plakjes van eikels vormen de
wielen, die met spelden worden be
vestigd. Lucifers dienen als bomen
Nu de voerman! Een hoofd van een
klein eikeltje, een romp van een
grotere en hals z.owel als ledematen
van lucifershoutjes. Natuurlijk moet
hij een pijp roken: welke voerman
doet dit niet? Een klein eikeidopje
met een steeltje is voldoende. Met
de punt van een mesje of schaar kan
de mond worden gevormd Ogen.
neus en oren tekenen we met inkt.
Ziedaar, een pracht van een man!
Ziezo, het paard is aan de beurt.
Dat is wat moeilijker Een flinke
langwerpige kastanje zal wel een
stevige body zijn. een eikel fungeert
als kop en een klein elzenkatje als
staart. En. zijn er betere poten denk-
baar dan twee paar stevige lucifers,
v.-aarvan de gele koppen als hoeven
dienst kunnen doen0 Paard-cn-wa-
een zijn nu gereed en kunnen gaan
rijden.
Hebt u al eens aan een telraam
gedacht? Een paar oudg breinaalden,
wat houten takjes, een aantal kas
tanjes als tientallen en enige eikels
als eenheden: de rest is dood-ecn-
voudig en behoeft geen nadere uit
leg.
Van aaneengeregen gelijke nootjes,
eikels of kastanje is voorts een
pracht van een slang te fabrieken
Natuurlijk moeten de laatste seg
menten wat kleiner zijn, want het
andere speld heengedraaid Wanneer
lekeurige speld een der uiteinden
van het touwtje vast cn dan gaan
we de spin tot leven wekken. Het
touwtje dat reeds aan écn speld
we uit. dat staat indrukwekkend cn
uit de mond komt een -gespleten
tong gestoken, die we van papier of
van een ingeknipt esdoornvlindertje
maken. Wat zal mocdcr-de-vrouw
griezelen, wanneer hot reptiel in de
keuken wordt neergelegd*
Wist u, dat eikcis cn kastanjes
ook bij uitstek geschikt zijn om er
poppenserviezen van te maken'' Dat
is een geduldwerkje, want alles
dient zorgvuldig te worden uitge
hold en daarbij schiet het mesje wel
eens uit Een flinke kastanje wordt
theepot de eikels kopjes: de tuit kan
een stuk van een limonadcrlctje
ziln. als oren kunnen we beuken-
nootjes gebruiken. Pietepeuterig,
nietwaar? Maar het succes is over
weldigend; wat zullen de kinderen
er een plezier van hebben.
Het allermooiste is toch de leven
de spin, die met een minimum aan
middelen in een oogwenk gereed is.
Een behoorlijke kastanje, een dosis
spelden en een draadje van onge
veer een meter lang zijn al genoeg
om een kind een tijd lang uitbundig
plezier te verschaffen. Het is dit
keer niet bepaald een kunststuk,
maar het aardige effect ervan is
daarom niet minder.
We prikken op alle mogelijke
plaatsjes in de kastanje spelden,
maar vooral niet te diep. Ongeveer
van de speld mag in de bruine
V.ln.r.: HAASJE, gemaakt
van csdoornvlindertje, twee
eikels„apentabak" van de el-
zenboóm cn lucifertjes; BLOE-
MENVAAS, bestaande uit kas
tanjes met eikel- en beukendop
jes; MOLEN MET MULDER
van csdoornvlindcrtjcs, 2 kas
tanjes, beukenootjes en lucifer
houtjes; VIERVOETER MET
PIJP, vervaardigd van eikels,
lucifers en knopje van eik;
PADDESTOELEN, van kastan
jes, eikels cn eikeldopjes;
KRUISSPIN, gevormd van kas
tanje. cikcldopje cn lucifers; LI
BEL. van esdoornvlindertjes, el
zenkatjes cn eikels; SCHILD
PAD, van kastanjebolster, beu
kendopje en -nootjes.
eigen foto)
beest moet een puntige staart heb- bast verdwijnen. Wanneer de kas-
ben. Van een knots van een kastanje
maken we de kop. De ogen hollen
vastzit, wordt hu een keer om elke
tanje er nu uitziet als een soort ste
kelvarken. dan is ons beestje al
half gereed. We binden aan een wil-
alle uitsteeksels een beurt hebben
gehad beginnen we van voren af
aan te wikkelen, liefst in dezelfde
volgorde en net zo lang. totdat wc
nog maar enkele centimeters touw
over hebben. Dit eindje blijven we
stevig vasthouden terwijl we de
kastanje laten vallen U zult zien.
dat het beestje nu gaat spartelen en
zonderlinge buitelingen maakt.
Vooruit, vaders en grote broers,
dit weekend gauw aan de slag voor
het jonge volkje! Geef vooral uw
fantasie flink de vrlie teugel U zult
zien hoe de kinderen gnuiven wan
neer er weer een nieuw wrochtsel
uit uw handen komt Kastanjes,
eikels en beukenootjes vormen thans
een van de weinige kindervreugden,
nu de winter nadert en' het buiten
spelen moeilijker wordt.
Laten wii het daarom maar eens
extra uitbuiten.