In Duivendrecht wordt weer een film gemaakt Jopie Koopman en Matthieu v. Eysden in het licht der koolspitslampen Parijs blijft de toon aangeven Vaders en grote broers aan de slag Twee opnamen, een met Nederlandse en een met Engelse artisten Boter en kaas... Uit de boekenmolen „De veilige weg" Gesprek met Ben v. Eysselsteyn Komende wintermode bevestigt evolutie van de „New Look" Als de camera naar voren rijdt... (Van een eigen verslaggever) pANG! Een geweldig licht spat aan In de filmstudio „Cinetone". En meteen begint ergens binnen in de ijzeren lampenkolos iets vreselijk te spetteren en te gillen, steeds krUsender. De lichtstraal floept razend snel aan en uit. steeds sneller, tenslotte zó snel. dat de giltoon ophoudt en een prachtige, blauwig witte lichtbundel bewegingloos uit de koolspitslamp blijft schij nen. Ook de schijnwerpers met de enorme gloeilampen worden ingescha keld en ook die werpen, hoog uit de studio, hun felle licht op. de boer derij. die hier gebouwd is. Het is een knap vervaardigd decor: boerderij met schuur, stal en hooizolder; tuin met bomen en struiken en. een landweg. Duivendrecht filmt weer, het bedrijf draait op volle toeren, van 's morgens zeven tot 's avonds acht uur. Ontroerend verhaal uit de bezettingstijd Men moet in dit milieu even aan de chaos wennen. In de grote keuken van de boerderij, waar straks „gedraaid" zal worden, lopen onwaarschijn lijk veel mensen door elkaar: acteurs en actrices, camera- lieden, regie-assistenten en in- spéciënten: En er is niemand, die struikelt over de vele elec- trische kabels of over de spij- kerbakken der timmerlui, die tot de laatste seconde vóór de opname blijven hameren. Maar als er driemaal een claxon heeft gebruld, is het muisstil in de grote hal. Het is of aller zenuwen gespannen zijn. De opname kan be ginnen. De scène speelt in oorlogs tijd op een Nederlandse boerderij. Men hoort het zachte snorren van de camera. „In het beeld" is Matthieu van Eysden, een „Joodse onderduiker". Hij is van onder tot boven over dekt met meel. Hij staat gebogen over een tafel en kneedt met zijn handen een geweldig stuk deeg. Hans van Ees, de boer, ziet toe. Plotseling staren beide mannen elkaar aan. Buiten, over het grind pad, horen ze een wagen aanko men. De boer loopt snel naar de deur en opent die. Zijn dochter (Frangoise Flore) komt binnen. Er worden maar enkele zinnen ge wisseld. „Mark", vraagt het meisje, „kun je me even helpen?" „Waarmee?" „Kolen van de wagen halen". De onderduiker schudt zich het meel uit de haren en protesteert: „Het lijkt wel of jullie voor mij vandaag alleen maar vieze kar weitjes hebben". Maar hij gaat toch. De camera rijdt langzaam naar voren over de houten rails en nadert het paar, dat in de kamer achter bleef: de boer en zijn dochter. Die ziei} elkaar aan met een blik van stille verstandhouding, een blik, die straks in een close-up op het witte doek zal verschij nen. Alleen zij weten, wat er nog meer op de wagen is, dan alleen steenkolen. Het is Mark's vrouw, Mary, die door de dochter van de boer op de kolenwagen werd meegesmok keld uit de naburige stad. De twee luisteren glimlachend naar de vreugdekreten, die buiten klinken. „Mark!" „Mary!" De overgelukkige, witbestoven Mark komt binnen, zijn blanke arm om de van vreugde huilende Mary. Zij is de hemel weet hoe toegetakeld met zwarte vegen en vlekken, niet alleen over haar kle ren, maar ook over haar armen en gezicht. Tot in haar neus en oren zit het kolengruis. De „make-up" van Jopie Koopman is schitterend geslaagd. „Stop!", roept de regisseur. De scène is ten einde. Eén seconde blijft het stil in de studio. Dan is er weer die cacofonie van geluiden, die men in elke filmstudio kent, het gepraat en geschreeuw, het ge klop en gehamer en het gillen der flikkerende koolspitslampen. Jack Gimberg, als de student Fred, waarschuwt de Joodse onderduiker (Matthieu van Eysden), dat er een Duitse patrouille in het dorp rond loopt. Een opname uit de Engelse ver sie. De Nederlandse acteur (te vens de schrijver van het ver haal) Ben van Eysselstein als de Duitse wachtcommandant in ge sprek met de Amerikaanse ac trice Carole van Derman als het boerenmeisje Elly. Het meisje komt hier de Duitse comman dant boter en kaas aanbieden in ruil voor steenkool voor de boerderij. Nieuw- boek over de Spoorwegen „Hokus-pokus. pas", zegt de gooche laar en uit dc hoed, waarover zijn handen zich bezwerend uitstrekken, springt een konijntje. Nog vele malen klinkt het hokus-pokus-pas en evenzo vele keren komen er allerlei dingen uit de hoed. die de toeschouwers ver bazen door het gemak, waarmee ze te voorschijn worden getoverd. Maar lang niet alles komt zo gemakkelijk tot stand. Zo zijn er bij voorbeeld heel wat zorgen en moeiten voorafgegaan aan de aanleg van spoorwegen ln Nederland. Zo begint Ceesvan dep Hoe ven. ambtenaar bij de propaganda-af- dcllng van dc Spoorwegen, zijn boek De veilige weg" over dc Spoorwegen. Hij zelf lijkt wel een goochelaar, die ..hokus-pokus-pas" dit alleraardigste werkje uit zijn vulpen toverde Gelijk de goochelaar houdt hU ons ln span ning over de vraag wat, hoofdstuk voor hoofdstuk, zijn volgende toer zal zijn. Cces van den Hoeven is nog jong en al schrijvend, zag hij zich kennelijk weer bij moeder thuis op dc grond lig gen naast zijn cer-locomoticfjc. zijn blikken wagentjes en de stukjes rails, die hij ln alle mogelijke vormen in el kaar paste. Hij is nu groot en speelt ook zijn spel in het groot. En het heer. lijke ls, dat hij onze zoons en ons zelf! mee laat spelen. Wij wandelen met hem naar het station, kopen met hem een kaartje, passeren de contróle en stappen ln. Dc coupée ls gelukkig niet erg vol en we mogen dus zitten 't Gaat fijn, hè", zegt Cccs. want we zitten ln een electrische trein, „Wacht maar even mannetje, over een paar Jaar rijdt iedere Nederlander elke dag zo. Vlug en veilig!" Hij weet alles van de Spoorwegen, dat merken we gauw tijdens de reis. Hij vertelt ons dan ook zo veel bijzon derheden over de techniek van de Spoorwegen, dat wij weer gaan verlan gen naar het spel bij moeder thuis op de grond. Misschien doen we het straks wel. want onze zoon heeft op zijn laatste verjaardag een spoortje gekre gen. Als we samen tuffen en ln onze verbeelding grote rookwolken uit het pijpje zien opstijgen, dan zullen wij zoonlief vertellen wat Cees van den Hoeven ons zojuist heeft geleerd. En als hij later groot is mag wat zeggen wij: moet! hij ..De veilige weg" zelf lezen. Want Cees van den Hoeven kan zo gezellig vertellen. (Uitgave: Jacob van Campen, A'dam). NA het lawaai en de drukte in de studio, doet boven, in de werkkamer van Ben van Eyssel steijn, de rust weldadig aan. Ben van Eysselsteijn is de schepper van het verhaal, dat hier beneden door de Britse regisseur, Edmond T. Gré- ville, In dubbele versie verfilmd wordt, onder de titel „But not in vain". („Maar niet tevergeefs"). Elke scène wordt twee maal opge nomen, eerst met Nederlandse, dan met Engelse artisten. De voorgeschiedenis van deze film? Het begon met de opdracht, die de auteur Van Eysselsteijn kreeg van de regering, om een toneelspel te schrijven ter gelegenheid van het regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. De schrijver was hier bij vrij in zijn onderwerp. ,,Zo begon ik met het uitwerken van een idee," vertelt Van Eyssel steijn, „waar ik al enkele jaren mee had rondgelopen. Tijdens de oorlog was ik namelijk ondergedoken op een boerderij in Drente En in die tijd hoorde ik daar ook het gerucht, dat in een naburig dorp een boer zijn eigen zoon die aan het Oost front had gevochten, doodgeschoten zou hebben. Deze gegevens gebruik te ik voor mijn stuk. dat ik „Bazuin van Jericho" noemde en waarmee ik in Augustus van dit jaar gereed kwam. "Het stuk. dat nog niet is opge voerd, speelt in hoofdzaak op een boerderij, waar oen aantal mensen van zeer verschillende aard en aan leg samen leven. Onder de druk van de bezetter, voor wie zij zich verborgen houden, verdragen zij el kaar in volstrekte harmonie. Zij voelen zich één in hun angsten en moeilijkheden. Maar op „Dolle Dinsdag", op het moment van de schijnbevrijding. vallen zli plotse ling uiteen en is er van nun ver draagzaamheid niets meer te be merken. Pas wanneer blijkt, dat de oorlog nog niet is afgelopen en dat hun vrijheid nog steeds wordt be dreigd. komen zij weer tot inzicht. Dan beseffen zij ook, dat n de oorlog, de mensheid deze jaren niet zal mogen vergeten. Al dit leed mag niet tevergeefs geleden zijn. Dit is het slot-appél in de film. De voornaatnste personen in het stuk zijn een liberale Joodse finan cier, een fel communistische arbei der, een jonge student, een eenvou dige. vrome boer en de dochter van de boer, die onderwijzeres is en een geestelijk evenwaardige partij voor de student." Voor de film zijn de hoofdrollen als volgt verdeeld: de boer. Ray mond Lovell en Hans van Ees; de dochter van de boer. Carl van Der man (jonge Amerikaanse actrice) en Francoise Flore: de Joodse fi nancier Martin Beuson en Matthieu van Eysden: diens vrouw, Agnes Burnell en Jopie Koopman; de ar beider, Julian Dallas en Jan Rctèl en de student Bruce Lester en Jac ques Grimberg. „Speelt U zelf ook mee?'" Van Eysselsteyn glimlacht even, staat op en haalt een costuum uit een kast Het is de uniform van een Duitse Feldwebel. De hoge S.S.-pet staat de auteur afschuwelijk. ,,'t Is maar een klein rolletje, vertelt hij. Ik doe 't alleen om óók eens toneel-speler te zijn En hoe is het toneelstuk nu tot film geworden? „Door een louter toeval. Van de zomer kreeg ik op een Zondagmid dag in Rijswijk bezoek van een oude vriend, de film-productieleider Guus Ostwald. die uit het buiten land kwam en op weg was naar Den Haag. Zelf was ik juist terug uit Drente en zat hard te werken aan het derde bedrijf van mijn to neelstuk. In een egoïstisch pogen om in de sfeer te blijven en op het gevaar af, Ostwald stierlijk tc gaan vervelen, begon ik hem mijn stuk voor te lezen. Ostwald luisterde tot ik klaar was, zei verder niets en ging door naar Den Haag. Later bleek mij. dat hij diezelfde nacht nog naar Lon den getelefoneerd had met de En gelse regisseur Edmond T. Gréville en Richard Llewellyn, de schrijver van „Hoe groen was mijn dal". Een paar dagen later stond het drietal namelijk voor mijn neus. Toen begon het balletje te rollen. Met Gréville ben ik aan het werk gegaan en in enkele dagen hebben we het draaiboek geschreven voor de film. Aan het slot zal men in de film enkele korte zinnen horen, die Koningin Wilhelmina tijdens de oorlog voor de radio sprak. Onder meer de woorden: ..Moge al dit leed en deze tranen niet tevergeefs ge weest zijn". Naar aanleiding van deze woorden kwamen we ook tot de titel ..Maar niet tevergeefs", in het Engels „But not in vain". Zoals u gemerkt hebt, wordt de film in een tweeledige versie ge maakt. met een groep Nederlandse en een groep Engelse acteurs. Elke scène wordt dus tweemaal opgenomen Ik geloof, dat dit sy steem van samenwerken met het buitenland goede kansen schept voor een eigen Nederlandse filmin dustrie. Want men kan hierdoor van beide kanten goedkoper produceren Wanneer de buitenlandse versie een succes wordt, levert deze ons land niet alleen deviezen, maar boven dien zal dc reeds relatief goedkopere Nederlandse film in het binnenland gemakkelijker zijn geld opbrengen. Hopen we. dat Nederland zijn eigen. regelmatige filmindustrie spoedig zal kTijgcn. Dan zal ook de Nederlandse cinéast daarin onge twijfeld zijn plaats vinden. „Het zevende kruis" Van Anna Seghers prachtige ro man is thans bij de uitgeverij „Vrij Nederland" onder de titel „Het ze vende Kruis" een Hollandse verta ling verschenen. Het is wel zeer verheugend dat - dit boek nu ook toegankelijk is voor hen. die het Duits onvoldoende machtig zijn om het in de oorspronkelijke taal te lezen. De schrijfster verplaatst ons naar het vooroorlogse Duitsland van 1934. Dc nazi-terreur richt zich met volle kracht op het van zijn broze demo cratische wortels gerukte volk. Wil het regiem zich handhaven, dan moet iedere kiem van iedere ge dachte aan geestelijke en maat- schappelnke vrijheid worden ver nietigd. Hetgeen de SS. en S.A.- benden met, deutschgriindliche he vigheid doen. Zeven politieke gevangenen ont snappen uit een concentratiekamp. De kampcommandant laat zeven bomen tot kruisstompen verhak ken. aan ieder kruis moet een uit breker komen te staan. Dan begint de jacht. In schier ademloze span ning leven wii mee met het lijden der zeven vluchtelingen. Slechts één van hen weet de veilige Nederland se grens te bereiken, de andere zes „gaan er aan". Dit boek schildert, irr dikwijls schrille kleuren, de waanzin, de angst, het verraad en het sadisme, waaraan Duitsland te gronde ging. Het toont ons echter ook de kleine, heldhaftige kern van hen. die stand hielden, tegen alle druk. Ieder, die iets wil begrijpen of voelen van de tragiek onzer Ooster buren. hij leze „Het zevende kruis", dat Nico Rost in uitstekend Neder lands vertaalde. PARIJS was altijd de ..hoofdstad der mode en dank zij de vastberadenheid waarmee de Parijse mode-ontwerpers na dc oorlog weer aan de slag gingen behoeft er bijna geen twijfel aan te bestaan of dc Franse hoofdstad zal op mode gebied de toon blijven aangeven. De collecties voor de komende winter, die zo juist aan een steeds groter wordend aantal Euro pese en Amerikaanse inkopers werden getoond, spreidden een weelderigheid aan bont. stoffen, kostelijke borduursels en nieuwe kleuren ten toon als zelden te voren. 7")E evolutie van dc „New Look" LJ in de Newer Look" kwam duidelijk naar voren door het niet aanwezig zijn van buitengewoon wijde rokken bij dc middagjurken en de vijf tot zeven centi meter hoger han gende zoom. De twee 't meest op dc voorgrond tredende lijnen zijn geïnspireerd op de mode in het laatst der achttiende eeuw onmiddellijk na de grote Franse revo lutie. en op die van de twintiger jaren.'' De basis van alle i silhouetten wordt gevormd door een als het ware kron kelende nauwe co- con, die. niet opge vulde maar thans alleen afgeronde, schouders en heu pen en een slanke taille strak omlijst en waarin meestal op kniehoogte ruimte i is gebracht. Voorts I waren er moderne J versies van de 1 hemdsroken ook spiraal- en „lampe- I kaprokken. Bij de avondja ponnen werden de zelfde lijnen ge volgd of zij ver toonden golvende rokken, die bij bei de stijlen vergezeld gingen van zo kort mogelijke boven stukken, welke zeer gedurfde decolletce's toonden. ZWIERIGE jasjes vormen de bovenste helft van de deux pièccs die Sciaparclli schiep voor het winterseizoen. Links een mosgroen Duvetyne jasje met decoratieve knopen op een rok volgens de „Snuffer '-lijn. Dc pantcr- boordjes aan dc bronzen laarsjes, dc pantcr- „mask"-toque en de wandelstok is wel iets voor dc dames die eens wat anders" willen. Rood apenbont dient als afzetting voor het rode wollen jasje, de klokhoed en dc mof, die de rechtse dame draagt op een negerbrui- ne rok. Wij vinden het effect nogal vreemd, maar over smaken valt nu eenmaal niet te twisten. Kosten '1000 dollar Nieuw Amerikaans vlieg kampschip De Amerikaanse marine zal binnen vier maanden aan dc bouw van een vliegkampschip beginnen dat start- gelegenheid zal bieden aan de B-29 superforten. Het schip zal 65.000 ton meten. Met de bouw. die 24 millioen dollar zal kosten, zullen vier jaren gemoeid zijn. J~\ EZE prachtige avondjapon J-J van Jean Desscs spreidt 'n toppunt aan luxe ten toon. Wit en zilver brocaat werden er zo kwistig voor gebruikt als maar enigszins mogelijk was. Het ef fect wordt nog verhoogd door borduursel van diamantjes, aan gebracht op het lijfje, aan dc draperie op de heup en hier en daar verspreid over de rok. Kosten bijna 1000 dollar. Erbij hoort een dubbele luxueuze her melijnen cape, afgezet met her melijnstaarten en gevoerd met zwart fluweel. Eert vlot hoedje 771EN eenvoudig, sportief hoedje L-s van stevige, gestreepte wollen stof. Het ls afgewerkt met een bij kleurende viltband, die in een zwierige krul gelegd het geheel een zeer vlot effect geeft. .Limburg' '-woning wordt in vier weken gebouwd Bij het stelnerbos onder Stein (L) is het eerste exemplaar van een nieuw woningtype gereed gekomen. Het werd in de tijd van precies vier weken gebouwd De muren worden opgetrokken van lccmblokken en de bouw geschiedt volgens een ont. werp van de beheerder der staats mijnen, dr ir Groothoff. De wonin gen van dit type zullen de naam dragen van „Limburg"-woning. Ze bevatten een grote woonkamer keuken, drie slaapkamers, een was- en berghok en een kelder. Er zul len van dit type nog dertig wonin gen in serie gebouwd worden. Afgevaardigden van het bestuur der staatsmijnen zijn Woensdag morgen de nieuwe woning aan het Steinerbos gaan bezichtigen. De he- doeling is om later dc mijnwerkers deskundig voor te lichten, hoe ze zelf zo'n woning kunnen bouwen. PAQUIN is altijd bekend ge weest om zijn bont. De wijze waarop platina vos is gebruikt op deze conventionele mantel van zachte kastanjebruine wol, vraagt wel om een meesterhand om te voorkomen dat het effect lomp wordt. De gedrapeerde shawlkraag loopt spits toe naar de taille, van waar uit ze doorloopt en tenslotte schijnbaar zonder onderbreking over te gaan ln een dubbele strook, die een buitengewoon luxueus ca chet geeft. Een eenvoudige kapvor- mige hoed van grijs satijn, geslui erd met ragfijn zijdenct harmo nieert volkomen met het bont. MISSCHIEN kennen de kinderen wel het aardig rijmpje, dat Rie Cramer schreef en publiceerde in een rijkelijk van illustraties voor zien boekje. We diepten het op uit de stoffige boekenkast van onze kinderjaren. O, het is al heel oud. Misschien herinneren voorlezende moeders of zussen het zich nog goed. De huisvaders en grote broers schudden natuurlijk beslist van neen, wanneer wij er hen naar vra gen. En toch, juist deze mensen moeten wij straks hebben. Hier volgt het gedichtje: Allemaal beukenootjes in het rond, je kunt haast niet tellen hoeveel. Als ik ze allemaal at die ik vond, kreeg ik vast pijn in mijn keel. Maar ik bewaar er een massa van. Eén plant ik en dat wordt een boompje, de and're, daar rijg ik een ketting van, of een klein paar dentoompje. Nu is het weer zo ver. De beu kenootjes liggen bij honderdtallen onder de bomen en talloz»-kinderen vergaren ze in trommeltjes en zak jes. Pijn in de keel zal men zeker krijgen, wanneer alles wordt ge peld en opgegeten. Daarom is het maar goed, dat er nog andere din gen mee gedaan kunnen worden. Paardcntoompjes of kettingen ma ken is al heel oud. Welke groot moeder heeft dat in haar jeugd niet gedaan'' Maar er zijn tal van nieu we mogelijkheden, vooral wanneer er ook eikels, kastanjes, „apenta bak" van de elzenboom en esdoorn- vlindertjes worden bijgehaald. Voor welke aardige dingen de voortbrengselen der herfst zich zo al lenen, heeft een 13-jarig meisje uit Voorburg ons getoond. Wij za gen niet alleen een hele menagerie van eikel- en kastanjedloren op haar Er zijn weer kastanjes, eikels en beukenootjes kamertje, maar ook een voltallig huisgezin, een keur van soldaatjes, een hele vloot ranke scheepjes, een prachtige collectie corsages en nog veel meer. We stonden verbaasd over haar vindingrijkheid op dit ge bied, en eigenlijk deed zij een vol wassen man blozen van schaamte. Immers deze is de vader of grote broer in het huisgezin, die dient te knutselen voor de kinderen. Welnu, het is nog niet te laat. We kunnen gaan beginnen met een pijp. Een uitgeholde kastanje of eikel en een limonaderietje doen een hoop. Maar indien dit te onpaedagogisch blijkt en de sensatie van het roken zelf ook een plaatsje gaat innemen in het kinderhart, dan zijn er nog wel andere leuke dingen. Bijvoor beeld een paard-en-wagen. Hoe dat gaat? Doodeenvoudig. Een holle kastanje wordt de sjees, vier plakjes van eikels vormen de wielen, die met spelden worden be vestigd. Lucifers dienen als bomen Nu de voerman! Een hoofd van een klein eikeltje, een romp van een grotere en hals z.owel als ledematen van lucifershoutjes. Natuurlijk moet hij een pijp roken: welke voerman doet dit niet? Een klein eikeidopje met een steeltje is voldoende. Met de punt van een mesje of schaar kan de mond worden gevormd Ogen. neus en oren tekenen we met inkt. Ziedaar, een pracht van een man! Ziezo, het paard is aan de beurt. Dat is wat moeilijker Een flinke langwerpige kastanje zal wel een stevige body zijn. een eikel fungeert als kop en een klein elzenkatje als staart. En. zijn er betere poten denk- baar dan twee paar stevige lucifers, v.-aarvan de gele koppen als hoeven dienst kunnen doen0 Paard-cn-wa- een zijn nu gereed en kunnen gaan rijden. Hebt u al eens aan een telraam gedacht? Een paar oudg breinaalden, wat houten takjes, een aantal kas tanjes als tientallen en enige eikels als eenheden: de rest is dood-ecn- voudig en behoeft geen nadere uit leg. Van aaneengeregen gelijke nootjes, eikels of kastanje is voorts een pracht van een slang te fabrieken Natuurlijk moeten de laatste seg menten wat kleiner zijn, want het andere speld heengedraaid Wanneer lekeurige speld een der uiteinden van het touwtje vast cn dan gaan we de spin tot leven wekken. Het touwtje dat reeds aan écn speld we uit. dat staat indrukwekkend cn uit de mond komt een -gespleten tong gestoken, die we van papier of van een ingeknipt esdoornvlindertje maken. Wat zal mocdcr-de-vrouw griezelen, wanneer hot reptiel in de keuken wordt neergelegd* Wist u, dat eikcis cn kastanjes ook bij uitstek geschikt zijn om er poppenserviezen van te maken'' Dat is een geduldwerkje, want alles dient zorgvuldig te worden uitge hold en daarbij schiet het mesje wel eens uit Een flinke kastanje wordt theepot de eikels kopjes: de tuit kan een stuk van een limonadcrlctje ziln. als oren kunnen we beuken- nootjes gebruiken. Pietepeuterig, nietwaar? Maar het succes is over weldigend; wat zullen de kinderen er een plezier van hebben. Het allermooiste is toch de leven de spin, die met een minimum aan middelen in een oogwenk gereed is. Een behoorlijke kastanje, een dosis spelden en een draadje van onge veer een meter lang zijn al genoeg om een kind een tijd lang uitbundig plezier te verschaffen. Het is dit keer niet bepaald een kunststuk, maar het aardige effect ervan is daarom niet minder. We prikken op alle mogelijke plaatsjes in de kastanje spelden, maar vooral niet te diep. Ongeveer van de speld mag in de bruine V.ln.r.: HAASJE, gemaakt van csdoornvlindertje, twee eikels„apentabak" van de el- zenboóm cn lucifertjes; BLOE- MENVAAS, bestaande uit kas tanjes met eikel- en beukendop jes; MOLEN MET MULDER van csdoornvlindcrtjcs, 2 kas tanjes, beukenootjes en lucifer houtjes; VIERVOETER MET PIJP, vervaardigd van eikels, lucifers en knopje van eik; PADDESTOELEN, van kastan jes, eikels cn eikeldopjes; KRUISSPIN, gevormd van kas tanje. cikcldopje cn lucifers; LI BEL. van esdoornvlindertjes, el zenkatjes cn eikels; SCHILD PAD, van kastanjebolster, beu kendopje en -nootjes. eigen foto) beest moet een puntige staart heb- bast verdwijnen. Wanneer de kas- ben. Van een knots van een kastanje maken we de kop. De ogen hollen vastzit, wordt hu een keer om elke tanje er nu uitziet als een soort ste kelvarken. dan is ons beestje al half gereed. We binden aan een wil- alle uitsteeksels een beurt hebben gehad beginnen we van voren af aan te wikkelen, liefst in dezelfde volgorde en net zo lang. totdat wc nog maar enkele centimeters touw over hebben. Dit eindje blijven we stevig vasthouden terwijl we de kastanje laten vallen U zult zien. dat het beestje nu gaat spartelen en zonderlinge buitelingen maakt. Vooruit, vaders en grote broers, dit weekend gauw aan de slag voor het jonge volkje! Geef vooral uw fantasie flink de vrlie teugel U zult zien hoe de kinderen gnuiven wan neer er weer een nieuw wrochtsel uit uw handen komt Kastanjes, eikels en beukenootjes vormen thans een van de weinige kindervreugden, nu de winter nadert en' het buiten spelen moeilijker wordt. Laten wii het daarom maar eens extra uitbuiten.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3