Even nakaarten Zuster v. d. Bom: Brengt wat levensvreugd aan zieke militairen CHIC EN FRACTISCH Op de herfstgetinte Veluwe legt men bossen aan Verlaging veevoederinvoer eerste vereiste :L; Biljarten, in Amersfoort een gewilde sport over de Herfst Voor het Welfare-werk is ook Uw stem onontbeerlijk Staatsbosbeheer is waakzaam voor de Nederlandse houtstand „Wij moeten ons zelf helpen" M Zaterdag 20 November 1948 5 Kent U ze wel? Hiermede vervolgen ur\j onze serie artikelen over bekende en onbekende personen uit ons aller omgeving. Zeventig procent van de bibliotheek deugt niet Noemt u me nu blieft niet zuster" alstu- blieft niet zuster", zegt de tweede luitenant van de Welfare-dienst van het Neder landse Rode Kruis, mej. Th. A. v. d. Born, die tegenover ons zit in een kamertje van de Welfare in het Militair Hospitaal aan de Hogeweg te Amersfoort. Zo'n Rode Kruis luitenant is namelijk geen verpleegster, dus geen zuster, maar heel eenvou dig een vrouw, die op alle mo gelijke manieren probeert het lot van mensen, die voor langere of kortere tijd aan hun bed gekluis terd zijn, te verzachten. Ze komt bij de patiënten op de zalen, ze praat met ze, ze helpt ze uit de verveling en de patiënten noemen haar ..zuster". Zuster laten wc het toch maar zeggen van de Born werkt sinds Juli van dit jaar in het hospitaal aan de Hogeweg. Voor die tijd was ze werkzaam in het hospitaal „Oog in Al" en daarvoor „Ik was privé-sccretaresse en dat beviel me niet erg. Het Rode Kruis werk lokte me aan, enfin, ik heb er nooit spijt van gehad dit soort werk te zijn begonnen. Het is zo heel anders dan briefjes opnemen. Je hebt nu het gevoel, dat je wat doet. Ach, het is moeilijk dat zo maar onder woorden te brengen. Het schenkt bevrediging, begrypt U?'. Ja, wc begrijpen het volkomen.' Een mens moet zelf het ziekenhuis of het hospitaal van nabij kennen om zo iets te begrijpen. Als je uur na uur naar het plafond hebt lig gen staren, als je dag na dag de dagelijkse herhaling van „wassen, eten, niets doen, eten. denken en licht uit" hebt meegemaakt, dan begrijp je eigenlijk pas goed, wat zuster Van de Born bedoelt met „Het schenkt bevrediging". Mej. v. d. Born is de enige Wel fare-zusters in het hospitaal, hoe wel ze nu gedurende drie maanden wordt bijgestaan door een assisten te. Niet piekeren Het Welfare-werk is van zeer groot belang in het kleine hospi taal-wereldje. In Amersfoort wor den vooral long- en maagpatiënten verpleegd. Eens waren de zieken gezonde, sterke jonge mensen, die opgenomen werden in het Neder landse leger. Nu zijn het mensen, die zorg behoeven en die soms het vooruitzicht hebben jaren het bed te moeten houden. Hun genezing kan versneld worden als -hen geen tijd wordt gelaten om te piekeren over hun ziekte en over hun toe komst. Het is de taak van zuster Van de Born om dat piekeren te voorko men in het militaire hospitaal. Ze probeert dat op alle mogelijke ma nieren en helaas met heel weinig middelen. „Ziet U die kleedjes", zegt ze en ze wijst naar een paar bijzonder fraaie Smyrna-tapijtjes, die op een tafel liggen. „Wij leveren daarvoor de wol en als het andere hand werkjes, zrjn de zijde. De jongens hebben weefgetouwen en weef- ramen en ze maken met heel veel geduld en vaak met verbluffend ge voel voor kleurenpracht de mooiste kleedjes. Als ze er een voor zich zelf maken moeten ze er ook een voor mij maken. „Myn" kleedjes worden dan op fancy-fairs verkocht en de opbrengst wordt besteed om de jongens weer van het een of an der te voorzien." Zo zijn er ook patiënten, die pop pen en beestjes maken van oude lappen. Anderen bewerken leer en hout. „Op die manier ontstaat er af en toe een aardig voorraadje!", vervolgt zuster Van de Born haar verhaal. „We hebben ook een biblio theek, maar helaas is die niet veel waard. Er zyn driehon derd boeken en daar is zeven tig procent volkomen waarde loos van." Voorts verdelen we tijdschriften, die we van de NIWIN en het Rode Kruis uit Den Haag krygen, onder de patiënten. Dan ben ik ook nog belast met de sociale werkzaamhe den. Jongens, die vragen hebben over uitkeringen of over beroeps keuze help ik zoveel mogelijk of ik breng ze in contact met de mensen, die hun met raad en daad terzijde kunnen staan. En tenslotte is er nog het RAO-werk in het hospitaal. De RAO (Recreatie en Algemene Ontwikkeling) verzorgt cursussen en ontspanningsavonden. Omdat er hier geen RAO-officier is, neem ik die functie ook nog waar." Geld, geld Zuster van de Born is een be scheiden vrouw. Ze weet eigenlijk helemaal niet. dat alles wat ze ver telt, zo breedvoerig in de krant komt te staan. En toch gebeurt dat. We wilden U laten kennismaken met een vrouw, die haar leven in dienst heeft gesteld van de lijdende mens. Een vrouw, waarvoor wy respect moeten hebben. Een vrouw ook, die wij moeten helpen in haar werk, waar dat maar mogelijk is. Het Rode Kruis kan veel doen voor deze DIJ schouwburg- o[ concertbezoek bewijst een capetje goede diensten. Hel staat ge kleed en bovendien beschermt het de draag ster tegen kouvatten in tochtige zalen en gangen. Echt bont is natuurlijk wel prachtig materiaal hiervoor, maar het verwerken ervar, laten wc liever aan de vakman overW<- kunnen echter ook een mooi resultaat ver krijgen met bontstof. pluche, fluweel en b.v. met een wollen stof, die we dan garneren met een rand van bont borduursel met-of zonder pailletten of koord. De gegeven lengte is even over de taille. Dit is echter geen vereiste. Er worden zowel langere als kortere capes gedragen. Het pa troon zonder ingetekende lijn is voor een gladde cape. Heeft U echter smalle stof o/ kleinere stukken te verwerken, dan kunt U beter een rond schouderpas knippen, waaraan U een ingcrimpcldc rechte baan zet van de gewenste lengte (in dit geval bijvoorbeeld •iO cm.). De breedte bedraagt voor de voor- baan dan minstens 37 cm., voor de rug 70 cm. Hoe breder, hoe ruimer de cape. In deze banen kunt U zo nodig deelnamen aan- 59. *5 zieke militairen, als wy medehel pen. De dubbeltjes zijn duur in deze tijd, maar een dubbeltje van ons allemaal maakt heel veel guldens by elkaar. En die guldens kunnen zieke mensen gelukkig maken. Die zieken vragen geen medclyden en geen hulp. Ze zijn al te veel geïso leerd van de buitenwereld om dat Boekbespreking ...Mickey", roman voor oudere meisjes Wie de roman voor oudere meisjes I .Mickey" leest, van de hand van de Amerikaanse schrijfster Peggy Goodin. tal voor de zoveelste maal de verzuch- I ting slaken: wat jammer, dat niet meer talenten als dit zich aan het schrijven van meisjesboeken wijden. Cissy van Marxveldt was er zo een en later o.a. Co Kars. Maar nog al te veel schrijf-maar-raak-dames krijgen de kans haar oppervlakkige smaakbeder- vende bedenksels de wereld in te stu ren. In Amerika is men ruimer be deeld met autrices als Peggy Goodin. wier roem zich met deze uitgave van Bigot cn Van Rossum te Amsterdam. nog te verwachten. Daarom, laten ook in ons land zal vestigen. „Mickey", wij dan dc ongevraagde hulp toch verlenen. Dat ls ook een van de plichten, die het mens zijn ons op legt. Zuster Van de Bom is iedere dag telefonisch bereikbaar op nummer 6050. En vergeet dan niet, dat er in Amersfoort ook een militair sanatorium is met andere Welfare- zusters, die óók op U wachten. Zy antwoorden U als U nummer 3044 belt. is een stuk uit het leven van een op groeiend meisje, geschreven in een vloeiende en boelende stijl zonder op smuk. Allerlei kleine cn meer belang rijke gebeurtenissen werden zorgvul dig en soms met zachtaardige spot be handeld. waarbij telkens vooral in de buitengewoon aardige quasi-diep- zinnlge beschouwingen de psychologe in Peggy Goodin bescheiden om het hoekje komt kijken. Hier ts nu weer eens een verhaal met diepgang, waarin bakvissen haar eigen probleempjes zo eenvoudig maar helder en bevredigend behandeld vinden. B.W.: 10^ C.M. brengen, zodat U er eventueel heel smalle stukken tussen kunt voegen. Onder de schouder maken we een lichte vulling. De cape wordt geheel gevoerd. Des gewenst maakt U er een sluiting van een knoop en lusje aan. Zo'n kleine cape kan ook bij een gekleed mantelpakje of zomer- 55 japonnetje heel chic staan. ELLA BEZEMER Dr. Louwes sprak over Marshall-plan en zijn betekenis voor de landbouw „Het plan Marshall bedoelt in de eerste plaats er voor te zorgen, dat Nederland in deze moeilijke overgangsjaren een enigszins redelijk le venspeil kan behouden. In de tweede plaats zorgt het, door artikelen beschikbaar te stellen, die wij zelf niet kunnen verbouwen, voor het leggen van een basis voor grotere productie, grotere zelfstandigheid en dus voor een beter levensniveau voor onze bevolking in de toekomst. In de derde plaats zorgt het er voor, dat met behulp van de uit schen kingen verkregen gelden mogelijkheden worden geopend voor uitvoe ring van werken op lange termijn ter verhoging van de productie, die onze berooide staatsfinanciën misschien anders niet mogelijk zouden maken." Tot deze conclusie kwam dr. ir. S. L. Louwes, directeur-generaal van de voedselvoorziening, in een rede, die hij Vrijdag hield tijdens een conferentie-weekeind op Birk- hoven bij Amersfoort van de stich ting „Nederlandse landbouwge- meenschap" over „Het plan-Mar shall en zijn betekenis voor de landbouw". Het plan-Marshall is de meest grandioze poging, die ooit is on dernomen, om de door twee we reldoorlogen in de war geraakte economie van een economisch en cultureel zeer ontwikkeld deel van de wereld op de been te helpen, al dus dr. Louwes. In de vijf jaar, waarvoor het plan is ontworpen, moet Nederland „self-supporting" worden d.w.z. onze betalingsbalans zal weer in evenwicht moeten komen. Op dit moment zijn de omstan digheden zo, dat het misschien mo gelijk is, dat wij bij onze nog be perkte veestapel een vrij bevredi gende voorziening met veevoeder zouden kunnen hebben. Hieruit heeft zich een verwachting ontwik keld, dat het ook in de toekomst wel een klein beetje zal meevallen. Deze opinie is er echter vol komen naast. Wij zullen al leen uit de moeilijkheden ko men, als wij onszelf helpen. Men heeft de plicht in Neder land zelf- zoveel mogelijk te ver bouwen. Wij moeten bij eenzelfde productie van veredelingsartikelen, dus vlees, melk en eieren en van de rest van onze exportproducten, een derde minder veevoeder in voeren, dit is, aldus ir. Louwes het centrale punt van onze gehele landbouwpolitiek. Aardappelen, ook voor kippen Er kunnen kosten worden be spaard als de aardappelen worden verbouwd op de bedrijven, waar de varkens worden gehouden. Een tussenweg is stomen bij de zuivel fabrieken, of bij grotere inrichtin gen. Niet alleen voor de varkens, ook voor de kippen zijn gestoomde aardappelen een waardevol voeder. Als het plan-Marshall wordt uit gevoerd, zoals het op het ogenblik wordt voorgesteld, dan hebben wij nog vier jaar de tijd. Op dat mo ment zal men in ieder geval be langrijke schreden moeten hebben afgelegd op deze weg- Niet alleen de productie zowel van koeien, varkens als kippen moet zo hoog mogelijk worden op gevoerd, ook de gezondheidstoe stand dezer dieren moet in orde zijn. Dit brengt mee, dat op het gebied van dc veevoede r-voorzicnlng maatregelen zullen moeten worden beraamd, die maken, dat ieder be drijf, in aanmerking komende, zo veel aanvullend voeder kan kopen, dat het behoorlijk ln stand kan worden gehouden. Meer suikerbieten Wat voor veevoeder geldt, geldt ook voor andere zaken. Wij hebben een tekort bij de tegenwoordige om standigheden voor onze binnenland se suikervoorziening van, in normale jaren, misschien 70.000 ton Wij moe ten dus zeker 15.000 ha. suikerbieten meer verbouwen. Wij zullen proberen de verbouw van koolzaad het meest produc tieve van onze olie-leverende ge wassen, in stand te houden en uit te breiden. Wij zullen de verbouw van peul vruchten voor de menselijke voeding, voor de veevoeding en eventueel voor de export niet kun nen verwaarlozen. In het algemeen moeten wij zeg gen. zoveel mogelijk verbouwen per eenheid intensieve landbouw. Dat wil dus zeggen, dat er straks van absolute vrijheid en ongebondenheid geen sprake kan zijn. maar het bete kent evenmin een ordening in de tails. w e 1 een geleide economie tot zekere hoogte. Teneinde onze voedselvoorziening zoveel mogelijk veilig te stellen, ko men in Nederland de volgende maat regelen in de eerste plaats in aan merking: Landaanwinning, verbetering van bestaande grond door ont ginning. herontginning, ontwa tering en ruilverkaveling eD voorts onderzoekingen. Landaanwinning Voor de landaanwinning zijn in ons land zelfs zeer grote mo gelijkheden: doorgaan met de droog making van het IJsselmeer en voorts aanwinning van grond als aan dc Waddenkust, in Zeeland en Zuid- Holland. Ontginning De tweede groep werken, ont ginning. her-ontginning, ontwate ring en ruilverkaveling, is voor het overgrote deel aangewezen op Ne derlandse arbeid en kan dus ook val len onder de financiering uit het guldens-fonds. Onderzoekingen Tenslotte de onderzoekin gen. De problemen worden moeilij ker cn de oplossing eist steeds meer investering, gedeeltelijk in laborato ria. maar vooral ook m wetenschap pelijke arbeid. Bij deze opzet van opbrengstver- beterende werken moet men niet alleen denken aan de directe op brengstvermeerdering, maar ook aan de grotere werkgelegenheid, aldus besloot ir. Louwes zijn betoog. Deint van der meulen. tiuintip jaar. donker golvend haar bóven een fris en eerlijk ge zicht, is behalve verwoed pijproker, enthousiast krantenlezer en bos wachter in dc dop ook een vakman in het hanteren van de pook. In het kantoortje van hel Staatsbosbeheer achter de woning ran boswachter Mulder in Garderen weet hij met meesterhand van het sprankje vuur, dat er na onze urenlange tocht door de bossen nog in het sa lamandertje over is. èen heerlijk gloeiend vuur te maken. We kruipen er vlak bij als we een beetje vermoeid nog eens napraten over wat we vanmiddag zagen; over de schokkende dingen die er in de wereld gebeuren, maar nog nooit hebben kunnen verhin deren dat de repetitie van het Garderens zangkoor waarvan Reint lid is doorging. Al is dit knusse dorp dan meer en meer „geciviliseerd" geworden, toch vinden we bij de bewoners, in de koelte van de oeroude kerk en op de slingerpaadjes tussen de lage huisjes nog veel terug van die vo- rige-eeuwse rust. Op de tandem DIT Garderen is de standplaats ran de boswachter die het Speulder en Sprielderbos voor het Staatsbosbeheer onder zijn hoede heeft. We zouden vanmiddag met hero naar de centrale kwekerij bij Drie gaan. Maar Mulder ligt met geelzucht te bed en dus vangt Rein ons op. Fietsenmaker Gerritsen heeft wel een tandem voor ons te huur. Een stevig ding dat wat hoog op de poten staat maar ove rigens niet al te veel vergt van de stuurkunst van de fotograaf, die meeging om een paar herfstopna men te maken. Als dc zomergasten de Veluwe hebben verlaten keert de rust in de bossen weer. Er zijn er niet veel. die nu door het oud Gelders bos lopen, alleen maar om naar het ontbladerd kromgegroeid geboomte te kijken, de herfstige lucht die vol harsgcuren is op te snuiven en er stil van te worden. We ontmoeten er niet één, die de grijze eenzaamheid zoekt onder de hoge sparren de hoogste in Ne derland van het Van Welsums Brandje. Wij rijden er gedrieën door. speurend naar het smalle paadje dat ergens onder de dikke laag roodbruin blad moet liggen, zwaaiend en zwenkend met ons vehikel. Dertig meter boven ons hangt gedempt licht tussen de enorme kruinen. Verder naar Drie het matgeel van larix-aanplantin- gen, reuzen van beuken en jonge dennen. In het Boshuis in Drie noodt waard Van Surksum ons in het woonvertrek-gelagkamer, waar vlammen hoog op laaien in de oud- Vcluwse haard en een prima kopje thee wordt geschonken. Dc oude Geurt Bouwman steekt voorzichtig dc jonge larixen los op de centrale kwekerij van 't Staats bosbeheer te Garderen. Zijn jonge helpers verzamelen dc boompjes cn brengen zc naar dc plaats toaar andere arbeiders een nieuwe aan plant aatileggcn. (Archifoto) N>i*. trJPPK sv. AAR dan toch kan Reint in het geweer komen. We rij den de oude kwekerij voorbij en op de nieuwe gekomen, durven we onze tweezitter alleen maar tegen de mesthoop tc zetten. Men is hier zo zuinig op bomen! We komen juist op tijd. De oude Geurt Bouwman hij loopt al dertig jaar mee in de bossen heeft het elk najaar met zijn jon ge helpers maar wat druk met het rooien van de jonge larixen die bestemd zijn voor nieuwe aanplan tingen in 't Speulderbos. Nog niet zo lang geloden zaaiden ze dc nieuwe bedden in cn plantten ze eén- en tweejarig goed naar an dere bedden over, waar dc boom pjes wat verder uit elkaar kwa men te staan om de wortel gele genheid te geven zich ongehinderd te ontwikkelen. Groen in allerlei tinten bedekt hier de zandige grond Japanse larixen, liguster soorten, douglassparren die eigenlijk geen sparren zijn en verscheidene vulhoutsoorten d.w.z. boompjes die tussen de aanplan tingen komen te staan om met hun vallend blad de grond te bedekken en zo verwildering tegen te gaan. Reint weet er wel het een en an der van. Hij is hier ook in de leer om wat van dc bosbouwkunde op te steken en deze Doetinchemse jongeman lijkt er ons de man niet naar om met halve maatregelen genoegen te nemen. Hij houdt van het bos cn kent het op z'n duim pje. Via de Spculderwcg cn mod derige binnenpaadjes voert hij ons naar wat nieuwe aanplantingcn midden tussen oudere bossen. Boomplantagc? WEER harde werkers; gehei de Veluwers met gesloten ge zichten die alleen even uit de plooi komen als ze onze tandem zien. Snaakse jongens die gein trappen terwijl ze de jonge larixen, die ze van de kwekerij meebrach ten, één voor één in de pootgaten stoppen en er met hun schuiten van werkschoenen de aarde stevig omheen stampen. Drie uur is „schofttijd". Ook voor dc houthakkers die met hun blin kende bijl een heel sparrenbosje hebben geveld, dat niet wilde ge dijen en nu plaats moet maken voor een gewilliger soort. Want per slot van rekening is deze bos- wachterij een onderdeel van een groot bedrijf, dat ook geld moet opbrengen. Vreemd klinkt dat voor de stedeling die een middag volop heeft genoten en de naam „boomplantage", die wel eens aan deze bossen wordt gegeven, maar het liefst zo gauw mogelijk weer vergeet. De sterren van de Nederlandse biljartwereld. V.l.n.r.: Dc Leeuw, Swee- ring, De Ruyter, Van Vliet, Van der Pol, Jacobs, Kobus en Wevers. OVER het ontstaan van het bil jartspel lopen de meningen van de geschiedschrijvers nogal uitéén. Zowel Engeland als Frank rijk eisen de eer van de eerste be oefening voor zich op. Frankrijk noemt Claude Billard als de ont dekker doch Engeland betwist dit aan de hand van een zich in het „British Museum" te Londen be vindend document waarin niet al leen de naam van Bill Kew als uit vinder van dit spel wordt genoemd, doch ook zwart op wit is aangege ven hoe Bill het spel begon. Uit deze beschrijving leert men hoe Bill Kew, die voor herkenningste ken van zijn zaak drie ballen aan de gevel had hangen, in stille uren de ballen binnenhaalde en er mee speelde op zijn toonbank. Hij ge bruikte voor hel mikken een maat stok (yard). Zijn klanten, die Bill in actie zagen, gaven 't spelletje de naam van „Billyard". Hoewel men 't dus over het ont- HOEWEL de kalender pas de 21e December een eind aan de herfst maakt, is de natuur daar veel vlugger mee. De bomen heb ben voor een groot gedeelte hun kleurige bladerpracht al laten val len. Populieren, appel- en pere bomen, berken, linden en meer andere staan al kaal, klaar voor de winterrust. Ondertussen zijn er nog wel bomen over die nog zo ver niet zijn, al is er het brillante van de herfstkleuren dan ook al lang af. Eigenlijk komt het nooit zo ver dat alle bladeren afvallen, zelfs niet wanneer we de altijd groene bomen en struiken als spar, den, hulst e. d. uitschakelen. Dit gaf in lang vervlogen eeuwen stof tot een volksvertelling, die over een groot deel van Europa verspreid was. Eens, zo vertelt het eenvoudige landvolk, kwam de duivel bij God en vroeg brutaalw^j om de heer schappij over het woud. Het mak kelijkst was voor God het botweg tp weigeren, maar dat wilde hij niet. Daarom sprak hij tot de dui vel" „Zodra alle bomen hun blad verloren zullen hebben begint jouw heerschappij over het woud". De duivel wachtte met groot on geduld. Het werd herfst en lang zaamaan begon het blad te vallen. Alleen de eikenstruiken hielden hun blad krampachtig vast. Dat duurde ver in het voorjaar, tot op een stormachtige voorjaars dag ook de eikeblaadjes tot de laatste toe afwoeien. Verheugd ging de duivel naar God om aan te kondigen dat nu zijn tijd geko men was. Maar dat viel hem tegen, v/ant God toonde hem hoe de wil genblaadjes zich al weer ontplooid hadden. Zo woedend was de dui- ccns rond geweest moeten zijn, met zyn nagels scheurde tot ze alle maal gelobd waren. Zo is het tot de huidige dag ge bleven. ALLE bomen bereiden zich in de nazomer voor op de winter die komen gaat. Daarvan zijn blader- val en herfstverkleuring de spre kende voorbeelden. Iedereen weet ciat de bladeren geel worden en af vallen, maar het hoe en waarom blijft verborgen. Het is goed dit keer daar eens iets over te vertel len. De bladeren zorgen om het zo eens populair te zeggen voor de ademhaling van de boom. Door middel van de bladeren neemt de boom koolzuur uit de lucht op en niet water en andere door de wor- vel dat hij de eikebladeren, die tels opgenomen stoffen vormt dit koolzuur bouwstoffen voor de boom. In de wintertijd staat dit proces bij gebrek aan licht stil en zijn dus de bladeren overbodig. Weg dus ermee. Maar ho even, voor die bla deren worden weggegooid kunnen ze wel even als vuilnisman dienen voor alles wat de boom kwijt wil. Zo worden allerlei afvalstoffen in het blad gebracht, zoals oliedrup peltjes, oxaalzure kalk en nog veel meer. Ook haalt de boom uit het blad terug wat nog bruikbaar is. Maar denk nu niet dat daardoor óe herfstkleuren ontstaan. Dat is weer een ander proces, eerst verschrompelen de blad- groencellcn in van het blad die het de mooie groene kleur geven, en ervoor in de plaats komen gele en rode kleurstoffen. IS het u wel eens opgevallen dat de herfstbladeren nog heel vast aan de boom zitten? Dat is nu nog aardig te zien aan de jonge eikestruiken. Vergelijkt u maar eens een oude boom met zo'n jonge struik. Van de oude boom vallen de bladeren bij de minste aanraking af. de jonge struik houdt ze vast en wanneer we een blad afbreken is het breukvlak vers en groen. Bij het blad van de oude eik daarentegen is het breukvlak bruin en dood. Daar zit nu de oor zaak van het vallen van de bla deren. Wanneer het bladgroen dood is en de watertoevoer naar het blad opgehouden, dan vormt zich tussen het blad en de twijg een dubbele cellenlaag. Tussen die cellen blijft wat vocht achter. Zo valt het nog niet eens. Er is dikwijls ook nog een nachtvorst nodig om het water tussen de kurklaagjes te laten uitzetten en zo het blad af te duw§n. Daarom zijn het vooral de wind stille herfstochtenden waarop de bladeren met karrevrachten naar beneden komen. HAN ALTA. staan van het biljartspel niet eens is, staat in ieder geval vast, dat het vroeger alleen door de betere klas se werd beoefend. Aan het einde van de achttiende eeuw verkreeg het biljartspel vooral in Frank rijk meer burgerrecht. In dit land ook bracht men ook verbete ringen aan in de spelregels. De massa maakte zich meester van deze sport en weldra werden clubs en bonden opgericht, die competities organiseerden. Grotere belangstelling, betere spelregels en beter materiaal voer den de prestaties op. Het vrije spel. „libre", bleek voor de goede biljarters te eenvoudig te worden. Bij wedstrijden ontstond een te grote eenzijdigheid. OM het spel moeilijker te maken besloot men het speelopper- vlak, dus het groene laken, in vak ken te gaan verdelen, waarbij een beperking van het aantal te maken caramboles in één der vakken aan de spelers werd opgelegd. Op deze wijze ontstonden klein-cadrc 35/2, klein-cadre 57/2, cadre 45/1, 45/2, 71/1, 71/2, 47/2. De eerste cijfers geven de grootte van dc vakken weer en het daarachter genoemde cijfer het aantal caramboles dat in zo'n vak mag worden gemaakt. De bezoekers van wedstrijden, waarin het cadre-spel wordt gespeeld, kunnen steeds dc arbiters bij het tellen van de gemaakte caramboles horen zeggen, „a-chcval", „en- trée" en .dedans". Het entrée is een waarschuwing dat dc beide te caramboleren ballen zich in één vak bevinden. Wordt nu b.v. cadre 35 2 gespeeld, hetgeen in het dis trict „Eemland" uitsluitend het ge val is. dan weet de speler dat hij nog één carambole in het desbe treffende vak mag maken. VAN al deze klassen in het bil jartspel worden jaarlijks de nationale en wereldkampioen schappen gehouden. Bekend is ook het drie-bandenspel, waarbij de speelbal, voor een carambole is ge maakt. tenminste drie maal „band" moet hebben gehad. Het ..Penta thlon" is een vijfkamp, waardoor een aantal van b.v. één-, twee- en driebanders moet worden gemaakt. Een variatie van dit spel, a-bricole, wordt in onze omgeving veel ge speeld als gezelschapsspel waarbij de spelers een te maken bal voor uit moeten annonceren. Ons land telt veel belangrijke biljartersfiguren. die niet alleen in Nederland, doch over de gehele wereld vermaardheid genieten. Dit is alleszins begrijpelijk als men weet dat de biljartsport in ons land één van de voornaamste en bekendste „home-sporten" is. Ook in Amersfoort melden zich nog da gelijks nieuwe leden bij de be staande clubs aan. Een steeds ko men er nog nieuwe verenigingen bij. Nog in de jaren van de laat ste oorlog hoorde men de verhalen over de kwaliteiten van spelers als Van Eimeren en Zegwaard, die in vroeger jaren de sterkste spelers in Amersfoort waren, doch zij zijn inmiddels overvleugeld. De Amers- foortse biljartwereld kent nu ande re spelers, die van zich doen spre ken in de competities van het dis trict „Eemland". Ook Soest neemt een bijzonder goede plaats in en de sportieve rivaliteit tussen Amersfoort en Soest beïnvloedt het speipeil zeer gunstig.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 5