Even nakaarten
Zuster v. d. Bom:
Brengt wat levensvreugd aan zieke
militairen
CHIC EN FRACTISCH
Op de herfstgetinte Veluwe
legt men bossen aan
Verlaging veevoederinvoer
eerste vereiste
:L;
Biljarten, in Amersfoort een
gewilde sport
over de Herfst
Voor het Welfare-werk is ook
Uw stem onontbeerlijk
Staatsbosbeheer is waakzaam voor
de Nederlandse houtstand
„Wij moeten ons
zelf helpen"
M
Zaterdag 20 November 1948
5
Kent U
ze wel?
Hiermede vervolgen ur\j onze
serie artikelen over bekende en
onbekende personen uit ons aller
omgeving.
Zeventig procent van
de bibliotheek
deugt niet
Noemt u me nu
blieft niet zuster"
alstu-
blieft niet zuster", zegt
de tweede luitenant van de
Welfare-dienst van het Neder
landse Rode Kruis, mej. Th. A.
v. d. Born, die tegenover ons zit
in een kamertje van de Welfare
in het Militair Hospitaal aan de
Hogeweg te Amersfoort.
Zo'n Rode Kruis luitenant is
namelijk geen verpleegster, dus
geen zuster, maar heel eenvou
dig een vrouw, die op alle mo
gelijke manieren probeert het lot
van mensen, die voor langere of
kortere tijd aan hun bed gekluis
terd zijn, te verzachten. Ze komt
bij de patiënten op de zalen, ze
praat met ze, ze helpt ze uit
de verveling en de patiënten
noemen haar ..zuster".
Zuster laten wc het toch maar
zeggen van de Born werkt sinds
Juli van dit jaar in het hospitaal
aan de Hogeweg. Voor die tijd was
ze werkzaam in het hospitaal „Oog
in Al" en daarvoor
„Ik was privé-sccretaresse en dat
beviel me niet erg. Het Rode Kruis
werk lokte me aan, enfin, ik heb er
nooit spijt van gehad dit soort
werk te zijn begonnen. Het is zo heel
anders dan briefjes opnemen. Je
hebt nu het gevoel, dat je wat
doet. Ach, het is moeilijk dat zo
maar onder woorden te brengen.
Het schenkt bevrediging, begrypt
U?'.
Ja, wc begrijpen het volkomen.'
Een mens moet zelf het ziekenhuis
of het hospitaal van nabij kennen
om zo iets te begrijpen. Als je uur
na uur naar het plafond hebt lig
gen staren, als je dag na dag de
dagelijkse herhaling van „wassen,
eten, niets doen, eten. denken en
licht uit" hebt meegemaakt, dan
begrijp je eigenlijk pas goed, wat
zuster Van de Born bedoelt met
„Het schenkt bevrediging".
Mej. v. d. Born is de enige Wel
fare-zusters in het hospitaal, hoe
wel ze nu gedurende drie maanden
wordt bijgestaan door een assisten
te.
Niet piekeren
Het Welfare-werk is van zeer
groot belang in het kleine hospi
taal-wereldje. In Amersfoort wor
den vooral long- en maagpatiënten
verpleegd. Eens waren de zieken
gezonde, sterke jonge mensen, die
opgenomen werden in het Neder
landse leger. Nu zijn het mensen,
die zorg behoeven en die soms het
vooruitzicht hebben jaren het bed
te moeten houden. Hun genezing
kan versneld worden als -hen geen
tijd wordt gelaten om te piekeren
over hun ziekte en over hun toe
komst.
Het is de taak van zuster Van de
Born om dat piekeren te voorko
men in het militaire hospitaal. Ze
probeert dat op alle mogelijke ma
nieren en helaas met heel weinig
middelen.
„Ziet U die kleedjes", zegt ze en
ze wijst naar een paar bijzonder
fraaie Smyrna-tapijtjes, die op een
tafel liggen. „Wij leveren daarvoor
de wol en als het andere hand
werkjes, zrjn de zijde. De jongens
hebben weefgetouwen en weef-
ramen en ze maken met heel veel
geduld en vaak met verbluffend ge
voel voor kleurenpracht de mooiste
kleedjes. Als ze er een voor zich
zelf maken moeten ze er ook een
voor mij maken. „Myn" kleedjes
worden dan op fancy-fairs verkocht
en de opbrengst wordt besteed om
de jongens weer van het een of an
der te voorzien."
Zo zijn er ook patiënten, die pop
pen en beestjes maken van oude
lappen. Anderen bewerken leer en
hout. „Op die manier ontstaat er af
en toe een aardig voorraadje!",
vervolgt zuster Van de Born haar
verhaal.
„We hebben ook een biblio
theek, maar helaas is die niet
veel waard. Er zyn driehon
derd boeken en daar is zeven
tig procent volkomen waarde
loos van."
Voorts verdelen we tijdschriften,
die we van de NIWIN en het Rode
Kruis uit Den Haag krygen, onder
de patiënten. Dan ben ik ook nog
belast met de sociale werkzaamhe
den. Jongens, die vragen hebben
over uitkeringen of over beroeps
keuze help ik zoveel mogelijk of ik
breng ze in contact met de mensen,
die hun met raad en daad terzijde
kunnen staan. En tenslotte is er
nog het RAO-werk in het hospitaal.
De RAO (Recreatie en Algemene
Ontwikkeling) verzorgt cursussen
en ontspanningsavonden. Omdat er
hier geen RAO-officier is, neem ik
die functie ook nog waar."
Geld, geld
Zuster van de Born is een be
scheiden vrouw. Ze weet eigenlijk
helemaal niet. dat alles wat ze ver
telt, zo breedvoerig in de krant
komt te staan. En toch gebeurt dat.
We wilden U laten kennismaken met
een vrouw, die haar leven in dienst
heeft gesteld van de lijdende mens.
Een vrouw, waarvoor wy respect
moeten hebben. Een vrouw ook, die
wij moeten helpen in haar werk,
waar dat maar mogelijk is. Het
Rode Kruis kan veel doen voor deze
DIJ schouwburg- o[ concertbezoek bewijst
een capetje goede diensten. Hel staat ge
kleed en bovendien beschermt het de draag
ster tegen kouvatten in tochtige zalen en
gangen. Echt bont is natuurlijk wel prachtig
materiaal hiervoor, maar het verwerken ervar,
laten wc liever aan de vakman overW<-
kunnen echter ook een mooi resultaat ver
krijgen met bontstof. pluche, fluweel en b.v.
met een wollen stof, die we dan garneren
met een rand van bont borduursel met-of
zonder pailletten of koord.
De gegeven lengte is even over de taille.
Dit is echter geen vereiste. Er worden zowel
langere als kortere capes gedragen. Het pa
troon zonder ingetekende lijn is voor een
gladde cape. Heeft U echter smalle stof o/
kleinere stukken te verwerken, dan kunt U
beter een rond schouderpas knippen, waaraan
U een ingcrimpcldc rechte baan zet van de
gewenste lengte (in dit geval bijvoorbeeld
•iO cm.). De breedte bedraagt voor de voor-
baan dan minstens 37 cm., voor de rug 70 cm.
Hoe breder, hoe ruimer de cape. In deze
banen kunt U zo nodig deelnamen aan-
59. *5
zieke militairen, als wy medehel
pen. De dubbeltjes zijn duur in deze
tijd, maar een dubbeltje van ons
allemaal maakt heel veel guldens
by elkaar. En die guldens kunnen
zieke mensen gelukkig maken. Die
zieken vragen geen medclyden en
geen hulp. Ze zijn al te veel geïso
leerd van de buitenwereld om dat
Boekbespreking
...Mickey", roman voor
oudere meisjes
Wie de roman voor oudere meisjes
I .Mickey" leest, van de hand van de
Amerikaanse schrijfster Peggy Goodin.
tal voor de zoveelste maal de verzuch-
I ting slaken: wat jammer, dat niet
meer talenten als dit zich aan het
schrijven van meisjesboeken wijden.
Cissy van Marxveldt was er zo een en
later o.a. Co Kars. Maar nog al te veel
schrijf-maar-raak-dames krijgen de
kans haar oppervlakkige smaakbeder-
vende bedenksels de wereld in te stu
ren. In Amerika is men ruimer be
deeld met autrices als Peggy Goodin.
wier roem zich met deze uitgave van
Bigot cn Van Rossum te Amsterdam.
nog te verwachten. Daarom, laten ook in ons land zal vestigen. „Mickey",
wij dan dc ongevraagde hulp toch
verlenen. Dat ls ook een van de
plichten, die het mens zijn ons op
legt.
Zuster Van de Bom is iedere dag
telefonisch bereikbaar op nummer
6050. En vergeet dan niet, dat er
in Amersfoort ook een militair
sanatorium is met andere Welfare-
zusters, die óók op U wachten. Zy
antwoorden U als U nummer 3044
belt.
is een stuk uit het leven van een op
groeiend meisje, geschreven in een
vloeiende en boelende stijl zonder op
smuk. Allerlei kleine cn meer belang
rijke gebeurtenissen werden zorgvul
dig en soms met zachtaardige spot be
handeld. waarbij telkens vooral in
de buitengewoon aardige quasi-diep-
zinnlge beschouwingen de psychologe
in Peggy Goodin bescheiden om het
hoekje komt kijken. Hier ts nu weer
eens een verhaal met diepgang, waarin
bakvissen haar eigen probleempjes zo
eenvoudig maar helder en bevredigend
behandeld vinden.
B.W.: 10^ C.M.
brengen, zodat U er eventueel
heel smalle stukken tussen kunt
voegen. Onder de schouder
maken we een lichte vulling. De
cape wordt geheel gevoerd. Des
gewenst maakt U er een sluiting
van een knoop en lusje aan.
Zo'n kleine cape kan ook bij een
gekleed mantelpakje of zomer-
55 japonnetje heel chic staan.
ELLA BEZEMER
Dr. Louwes sprak over Marshall-plan en
zijn betekenis voor de landbouw
„Het plan Marshall bedoelt in de eerste plaats er voor te zorgen, dat
Nederland in deze moeilijke overgangsjaren een enigszins redelijk le
venspeil kan behouden. In de tweede plaats zorgt het, door artikelen
beschikbaar te stellen, die wij zelf niet kunnen verbouwen, voor het
leggen van een basis voor grotere productie, grotere zelfstandigheid en
dus voor een beter levensniveau voor onze bevolking in de toekomst.
In de derde plaats zorgt het er voor, dat met behulp van de uit schen
kingen verkregen gelden mogelijkheden worden geopend voor uitvoe
ring van werken op lange termijn ter verhoging van de productie, die
onze berooide staatsfinanciën misschien anders niet mogelijk zouden
maken."
Tot deze conclusie kwam dr. ir.
S. L. Louwes, directeur-generaal
van de voedselvoorziening, in een
rede, die hij Vrijdag hield tijdens
een conferentie-weekeind op Birk-
hoven bij Amersfoort van de stich
ting „Nederlandse landbouwge-
meenschap" over „Het plan-Mar
shall en zijn betekenis voor de
landbouw".
Het plan-Marshall is de meest
grandioze poging, die ooit is on
dernomen, om de door twee we
reldoorlogen in de war geraakte
economie van een economisch en
cultureel zeer ontwikkeld deel van
de wereld op de been te helpen, al
dus dr. Louwes.
In de vijf jaar, waarvoor het
plan is ontworpen, moet Nederland
„self-supporting" worden d.w.z.
onze betalingsbalans zal weer in
evenwicht moeten komen.
Op dit moment zijn de omstan
digheden zo, dat het misschien mo
gelijk is, dat wij bij onze nog be
perkte veestapel een vrij bevredi
gende voorziening met veevoeder
zouden kunnen hebben. Hieruit
heeft zich een verwachting ontwik
keld, dat het ook in de toekomst
wel een klein beetje zal meevallen.
Deze opinie is er echter vol
komen naast. Wij zullen al
leen uit de moeilijkheden ko
men, als wij onszelf helpen.
Men heeft de plicht in Neder
land zelf- zoveel mogelijk te ver
bouwen. Wij moeten bij eenzelfde
productie van veredelingsartikelen,
dus vlees, melk en eieren en van
de rest van onze exportproducten,
een derde minder veevoeder in
voeren, dit is, aldus ir. Louwes het
centrale punt van onze gehele
landbouwpolitiek.
Aardappelen, ook voor kippen
Er kunnen kosten worden be
spaard als de aardappelen worden
verbouwd op de bedrijven, waar de
varkens worden gehouden. Een
tussenweg is stomen bij de zuivel
fabrieken, of bij grotere inrichtin
gen.
Niet alleen voor de varkens, ook
voor de kippen zijn gestoomde
aardappelen een waardevol voeder.
Als het plan-Marshall wordt uit
gevoerd, zoals het op het ogenblik
wordt voorgesteld, dan hebben wij
nog vier jaar de tijd. Op dat mo
ment zal men in ieder geval be
langrijke schreden moeten hebben
afgelegd op deze weg-
Niet alleen de productie zowel
van koeien, varkens als kippen
moet zo hoog mogelijk worden op
gevoerd, ook de gezondheidstoe
stand dezer dieren moet in orde
zijn.
Dit brengt mee, dat op het gebied
van dc veevoede r-voorzicnlng
maatregelen zullen moeten worden
beraamd, die maken, dat ieder be
drijf, in aanmerking komende, zo
veel aanvullend voeder kan kopen,
dat het behoorlijk ln stand kan
worden gehouden.
Meer suikerbieten
Wat voor veevoeder geldt, geldt
ook voor andere zaken. Wij hebben
een tekort bij de tegenwoordige om
standigheden voor onze binnenland
se suikervoorziening van, in normale
jaren, misschien 70.000 ton Wij moe
ten dus zeker 15.000 ha. suikerbieten
meer verbouwen.
Wij zullen proberen de verbouw
van koolzaad het meest produc
tieve van onze olie-leverende ge
wassen, in stand te houden en uit te
breiden.
Wij zullen de verbouw van peul
vruchten voor de menselijke
voeding, voor de veevoeding en
eventueel voor de export niet kun
nen verwaarlozen.
In het algemeen moeten wij zeg
gen. zoveel mogelijk verbouwen per
eenheid intensieve landbouw. Dat
wil dus zeggen, dat er straks van
absolute vrijheid en ongebondenheid
geen sprake kan zijn. maar het bete
kent evenmin een ordening in de
tails. w e 1 een geleide economie tot
zekere hoogte.
Teneinde onze voedselvoorziening
zoveel mogelijk veilig te stellen, ko
men in Nederland de volgende maat
regelen in de eerste plaats in aan
merking:
Landaanwinning, verbetering
van bestaande grond door ont
ginning. herontginning, ontwa
tering en ruilverkaveling eD
voorts onderzoekingen.
Landaanwinning
Voor de landaanwinning
zijn in ons land zelfs zeer grote mo
gelijkheden: doorgaan met de droog
making van het IJsselmeer en
voorts aanwinning van grond als aan
dc Waddenkust, in Zeeland en Zuid-
Holland.
Ontginning
De tweede groep werken, ont
ginning. her-ontginning, ontwate
ring en ruilverkaveling, is voor het
overgrote deel aangewezen op Ne
derlandse arbeid en kan dus ook val
len onder de financiering uit het
guldens-fonds.
Onderzoekingen
Tenslotte de onderzoekin
gen. De problemen worden moeilij
ker cn de oplossing eist steeds meer
investering, gedeeltelijk in laborato
ria. maar vooral ook m wetenschap
pelijke arbeid.
Bij deze opzet van opbrengstver-
beterende werken moet men niet
alleen denken aan de directe op
brengstvermeerdering, maar ook aan
de grotere werkgelegenheid, aldus
besloot ir. Louwes zijn betoog.
Deint van der meulen.
tiuintip jaar. donker golvend
haar bóven een fris en eerlijk ge
zicht, is behalve verwoed pijproker,
enthousiast krantenlezer en bos
wachter in dc dop ook een vakman
in het hanteren van de pook. In het
kantoortje van hel Staatsbosbeheer
achter de woning ran boswachter
Mulder in Garderen weet hij met
meesterhand van het sprankje
vuur, dat er na onze urenlange
tocht door de bossen nog in het sa
lamandertje over is. èen heerlijk
gloeiend vuur te maken.
We kruipen er vlak bij als we
een beetje vermoeid nog eens
napraten over wat we vanmiddag
zagen; over de schokkende dingen
die er in de wereld gebeuren, maar
nog nooit hebben kunnen verhin
deren dat de repetitie van het
Garderens zangkoor waarvan
Reint lid is doorging. Al is dit
knusse dorp dan meer en meer
„geciviliseerd" geworden, toch
vinden we bij de bewoners, in de
koelte van de oeroude kerk en op
de slingerpaadjes tussen de lage
huisjes nog veel terug van die vo-
rige-eeuwse rust.
Op de tandem
DIT Garderen is de standplaats
ran de boswachter die het
Speulder en Sprielderbos voor het
Staatsbosbeheer onder zijn hoede
heeft. We zouden vanmiddag met
hero naar de centrale kwekerij bij
Drie gaan. Maar Mulder ligt met
geelzucht te bed en dus vangt Rein
ons op. Fietsenmaker Gerritsen
heeft wel een tandem voor ons te
huur. Een stevig ding dat wat
hoog op de poten staat maar ove
rigens niet al te veel vergt van de
stuurkunst van de fotograaf, die
meeging om een paar herfstopna
men te maken. Als dc zomergasten
de Veluwe hebben verlaten keert
de rust in de bossen weer. Er zijn
er niet veel. die nu door het oud
Gelders bos lopen, alleen maar om
naar het ontbladerd kromgegroeid
geboomte te kijken, de herfstige
lucht die vol harsgcuren is op te
snuiven en er stil van te worden.
We ontmoeten er niet één, die de
grijze eenzaamheid zoekt onder de
hoge sparren de hoogste in Ne
derland van het Van Welsums
Brandje. Wij rijden er gedrieën
door. speurend naar het smalle
paadje dat ergens onder de dikke
laag roodbruin blad moet liggen,
zwaaiend en zwenkend met ons
vehikel. Dertig meter boven ons
hangt gedempt licht tussen de
enorme kruinen. Verder naar Drie
het matgeel van larix-aanplantin-
gen, reuzen van beuken en jonge
dennen. In het Boshuis in Drie
noodt waard Van Surksum ons in
het woonvertrek-gelagkamer, waar
vlammen hoog op laaien in de oud-
Vcluwse haard en een prima kopje
thee wordt geschonken.
Dc oude Geurt Bouwman steekt
voorzichtig dc jonge larixen los op
de centrale kwekerij van 't Staats
bosbeheer te Garderen. Zijn jonge
helpers verzamelen dc boompjes cn
brengen zc naar dc plaats toaar
andere arbeiders een nieuwe aan
plant aatileggcn. (Archifoto)
N>i*.
trJPPK
sv.
AAR dan toch kan Reint in
het geweer komen. We rij
den de oude kwekerij voorbij en
op de nieuwe gekomen, durven we
onze tweezitter alleen maar tegen
de mesthoop tc zetten. Men is hier
zo zuinig op bomen!
We komen juist op tijd. De oude
Geurt Bouwman hij loopt al
dertig jaar mee in de bossen
heeft het elk najaar met zijn jon
ge helpers maar wat druk met het
rooien van de jonge larixen die
bestemd zijn voor nieuwe aanplan
tingen in 't Speulderbos. Nog niet
zo lang geloden zaaiden ze dc
nieuwe bedden in cn plantten ze
eén- en tweejarig goed naar an
dere bedden over, waar dc boom
pjes wat verder uit elkaar kwa
men te staan om de wortel gele
genheid te geven zich ongehinderd
te ontwikkelen. Groen in allerlei
tinten bedekt hier de zandige
grond Japanse larixen, liguster
soorten, douglassparren die
eigenlijk geen sparren zijn en
verscheidene vulhoutsoorten d.w.z.
boompjes die tussen de aanplan
tingen komen te staan om met hun
vallend blad de grond te bedekken
en zo verwildering tegen te gaan.
Reint weet er wel het een en an
der van. Hij is hier ook in de leer
om wat van dc bosbouwkunde op
te steken en deze Doetinchemse
jongeman lijkt er ons de man niet
naar om met halve maatregelen
genoegen te nemen. Hij houdt van
het bos cn kent het op z'n duim
pje. Via de Spculderwcg cn mod
derige binnenpaadjes voert hij ons
naar wat nieuwe aanplantingcn
midden tussen oudere bossen.
Boomplantagc?
WEER harde werkers; gehei
de Veluwers met gesloten ge
zichten die alleen even uit de
plooi komen als ze onze tandem
zien. Snaakse jongens die gein
trappen terwijl ze de jonge larixen,
die ze van de kwekerij meebrach
ten, één voor één in de pootgaten
stoppen en er met hun schuiten
van werkschoenen de aarde stevig
omheen stampen.
Drie uur is „schofttijd". Ook voor
dc houthakkers die met hun blin
kende bijl een heel sparrenbosje
hebben geveld, dat niet wilde ge
dijen en nu plaats moet maken
voor een gewilliger soort. Want
per slot van rekening is deze bos-
wachterij een onderdeel van een
groot bedrijf, dat ook geld moet
opbrengen. Vreemd klinkt dat
voor de stedeling die een middag
volop heeft genoten en de naam
„boomplantage", die wel eens aan
deze bossen wordt gegeven, maar
het liefst zo gauw mogelijk weer
vergeet.
De sterren van de Nederlandse biljartwereld. V.l.n.r.: Dc Leeuw, Swee-
ring, De Ruyter, Van Vliet, Van der Pol, Jacobs, Kobus en Wevers.
OVER het ontstaan van het bil
jartspel lopen de meningen
van de geschiedschrijvers nogal
uitéén. Zowel Engeland als Frank
rijk eisen de eer van de eerste be
oefening voor zich op. Frankrijk
noemt Claude Billard als de ont
dekker doch Engeland betwist dit
aan de hand van een zich in het
„British Museum" te Londen be
vindend document waarin niet al
leen de naam van Bill Kew als uit
vinder van dit spel wordt genoemd,
doch ook zwart op wit is aangege
ven hoe Bill het spel begon. Uit
deze beschrijving leert men hoe
Bill Kew, die voor herkenningste
ken van zijn zaak drie ballen aan
de gevel had hangen, in stille uren
de ballen binnenhaalde en er mee
speelde op zijn toonbank. Hij ge
bruikte voor hel mikken een maat
stok (yard). Zijn klanten, die Bill
in actie zagen, gaven 't spelletje de
naam van „Billyard".
Hoewel men 't dus over het ont-
HOEWEL de kalender pas de
21e December een eind aan de
herfst maakt, is de natuur daar
veel vlugger mee. De bomen heb
ben voor een groot gedeelte hun
kleurige bladerpracht al laten val
len. Populieren, appel- en pere
bomen, berken, linden en meer
andere staan al kaal, klaar voor
de winterrust. Ondertussen zijn er
nog wel bomen over die nog zo ver
niet zijn, al is er het brillante van
de herfstkleuren dan ook al lang
af.
Eigenlijk komt het nooit zo ver
dat alle bladeren afvallen, zelfs
niet wanneer we de altijd groene
bomen en struiken als spar, den,
hulst e. d. uitschakelen. Dit gaf in
lang vervlogen eeuwen stof tot
een volksvertelling, die over een
groot deel van Europa verspreid
was.
Eens, zo vertelt het eenvoudige
landvolk, kwam de duivel bij God
en vroeg brutaalw^j om de heer
schappij over het woud. Het mak
kelijkst was voor God het botweg
tp weigeren, maar dat wilde hij
niet. Daarom sprak hij tot de dui
vel" „Zodra alle bomen hun blad
verloren zullen hebben begint
jouw heerschappij over het woud".
De duivel wachtte met groot on
geduld. Het werd herfst en lang
zaamaan begon het blad te vallen.
Alleen de eikenstruiken hielden
hun blad krampachtig vast.
Dat duurde ver in het voorjaar,
tot op een stormachtige voorjaars
dag ook de eikeblaadjes tot de
laatste toe afwoeien. Verheugd
ging de duivel naar God om aan
te kondigen dat nu zijn tijd geko
men was. Maar dat viel hem tegen,
v/ant God toonde hem hoe de wil
genblaadjes zich al weer ontplooid
hadden. Zo woedend was de dui-
ccns rond geweest moeten zijn, met
zyn nagels scheurde tot ze alle
maal gelobd waren.
Zo is het tot de huidige dag ge
bleven.
ALLE bomen bereiden zich in de
nazomer voor op de winter die
komen gaat. Daarvan zijn blader-
val en herfstverkleuring de spre
kende voorbeelden. Iedereen weet
ciat de bladeren geel worden en af
vallen, maar het hoe en waarom
blijft verborgen. Het is goed dit
keer daar eens iets over te vertel
len. De bladeren zorgen om het zo
eens populair te zeggen voor de
ademhaling van de boom. Door
middel van de bladeren neemt de
boom koolzuur uit de lucht op en
niet water en andere door de wor-
vel dat hij de eikebladeren, die tels opgenomen stoffen vormt dit
koolzuur bouwstoffen voor de
boom.
In de wintertijd staat dit proces
bij gebrek aan licht stil en zijn dus
de bladeren overbodig. Weg dus
ermee. Maar ho even, voor die bla
deren worden weggegooid kunnen
ze wel even als vuilnisman dienen
voor alles wat de boom kwijt wil.
Zo worden allerlei afvalstoffen in
het blad gebracht, zoals oliedrup
peltjes, oxaalzure kalk en nog veel
meer. Ook haalt de boom uit het
blad terug wat nog bruikbaar is.
Maar denk nu niet dat daardoor
óe herfstkleuren ontstaan.
Dat is weer een ander proces,
eerst verschrompelen de blad-
groencellcn in van het blad die het
de mooie groene kleur geven, en
ervoor in de plaats komen gele en
rode kleurstoffen.
IS het u wel eens opgevallen dat
de herfstbladeren nog heel vast
aan de boom zitten?
Dat is nu nog aardig te zien aan
de jonge eikestruiken. Vergelijkt u
maar eens een oude boom met zo'n
jonge struik. Van de oude boom
vallen de bladeren bij de minste
aanraking af. de jonge struik houdt
ze vast en wanneer we een blad
afbreken is het breukvlak vers en
groen. Bij het blad van de oude
eik daarentegen is het breukvlak
bruin en dood. Daar zit nu de oor
zaak van het vallen van de bla
deren. Wanneer het bladgroen
dood is en de watertoevoer naar
het blad opgehouden, dan vormt
zich tussen het blad en de twijg
een dubbele cellenlaag. Tussen die
cellen blijft wat vocht achter.
Zo valt het nog niet eens. Er is
dikwijls ook nog een nachtvorst
nodig om het water tussen de
kurklaagjes te laten uitzetten en
zo het blad af te duw§n.
Daarom zijn het vooral de wind
stille herfstochtenden waarop de
bladeren met karrevrachten naar
beneden komen. HAN ALTA.
staan van het biljartspel niet eens
is, staat in ieder geval vast, dat het
vroeger alleen door de betere klas
se werd beoefend. Aan het einde
van de achttiende eeuw verkreeg
het biljartspel vooral in Frank
rijk meer burgerrecht. In dit
land ook bracht men ook verbete
ringen aan in de spelregels.
De massa maakte zich meester
van deze sport en weldra werden
clubs en bonden opgericht, die
competities organiseerden.
Grotere belangstelling, betere
spelregels en beter materiaal voer
den de prestaties op. Het vrije
spel. „libre", bleek voor de goede
biljarters te eenvoudig te worden.
Bij wedstrijden ontstond een te
grote eenzijdigheid.
OM het spel moeilijker te maken
besloot men het speelopper-
vlak, dus het groene laken, in vak
ken te gaan verdelen, waarbij een
beperking van het aantal te maken
caramboles in één der vakken aan
de spelers werd opgelegd. Op deze
wijze ontstonden klein-cadrc 35/2,
klein-cadre 57/2, cadre 45/1, 45/2,
71/1, 71/2, 47/2. De eerste cijfers
geven de grootte van dc vakken
weer en het daarachter genoemde
cijfer het aantal caramboles dat in
zo'n vak mag worden gemaakt. De
bezoekers van wedstrijden, waarin
het cadre-spel wordt gespeeld,
kunnen steeds dc arbiters bij het
tellen van de gemaakte caramboles
horen zeggen, „a-chcval", „en-
trée" en .dedans". Het entrée is
een waarschuwing dat dc beide te
caramboleren ballen zich in één
vak bevinden. Wordt nu b.v. cadre
35 2 gespeeld, hetgeen in het dis
trict „Eemland" uitsluitend het ge
val is. dan weet de speler dat hij
nog één carambole in het desbe
treffende vak mag maken.
VAN al deze klassen in het bil
jartspel worden jaarlijks de
nationale en wereldkampioen
schappen gehouden. Bekend is ook
het drie-bandenspel, waarbij de
speelbal, voor een carambole is ge
maakt. tenminste drie maal „band"
moet hebben gehad. Het ..Penta
thlon" is een vijfkamp, waardoor
een aantal van b.v. één-, twee- en
driebanders moet worden gemaakt.
Een variatie van dit spel, a-bricole,
wordt in onze omgeving veel ge
speeld als gezelschapsspel waarbij
de spelers een te maken bal voor
uit moeten annonceren.
Ons land telt veel belangrijke
biljartersfiguren. die niet alleen in
Nederland, doch over de gehele
wereld vermaardheid genieten.
Dit is alleszins begrijpelijk als
men weet dat de biljartsport in ons
land één van de voornaamste en
bekendste „home-sporten" is. Ook
in Amersfoort melden zich nog da
gelijks nieuwe leden bij de be
staande clubs aan. Een steeds ko
men er nog nieuwe verenigingen
bij. Nog in de jaren van de laat
ste oorlog hoorde men de verhalen
over de kwaliteiten van spelers als
Van Eimeren en Zegwaard, die in
vroeger jaren de sterkste spelers
in Amersfoort waren, doch zij zijn
inmiddels overvleugeld. De Amers-
foortse biljartwereld kent nu ande
re spelers, die van zich doen spre
ken in de competities van het dis
trict „Eemland". Ook Soest neemt
een bijzonder goede plaats in en
de sportieve rivaliteit tussen
Amersfoort en Soest beïnvloedt het
speipeil zeer gunstig.