DE JAARBEURS
instituut van
internationale
groeiende
betekenis
1948 zal bekend blijven als
„het jaar van Amsterdam"
DICHTERS van
door MR. J. MILIUS
SPOORWEGEN
zullen in 1949 nog betere
service geven
DE WEG DER KERKEN
Assemblée opende veler ogen voor de wereldwijde
samenhang der kerken
door DS. H. C. TOUW
H1
Is
Donderdag 30 December 1948
3
directeur van de Kon. Ned. Jaarbeurs
NU het oude jaar afscheid van ons gaat nemen is het goed, op
het uur van de scheiding een ogenblik stil te staan bij hetgeen
in het afgelopen jaar is geschied en, gewapend met de ervaring,
het nieuwe jaar tegemoet te treden.
De Utrechtse Jaarbeurs, die dit jaar wederom twee malen werd
gehouden, oogstte veel succes. Het aantal deelnemers, waarvan
zich ruim 80 zeer gunstig uitliet over de behaalde resultaten,
vertoonde een belangrijke uitbreiding, terwijl niet minder dan
400.000 bezoekers uit alle delen van het land afkomstig, aan de
loketten konden worden geregistreerd. Hierbij kunnen nog tal
rijke buitenlanders worden gevoegd, die blijk gaven van grote
belangstelling voor de geëxposeerde producten.
ptimisme tegemoet.
EEN hoogtepunt werd bereikt in i
het 50-jarig jubileum, dat in
het voorjaar werd gevierd. Velen
zullen zich de feestelijke aanblik
herinneren, die Utrecht in de lente
dagen van dit jaar gaf. Vlaggemas-
tcn werden opgericht, bomen ge
plant, plantsoenen aangelegd ter
wijl de Catharijncsingel in zijn
feestelijke tooi van duizenden nar
cissen het oog bekoorde.
De belangstelling voor deze :te
Jaarbeurs culmineerde in het bezoek
dat onze grijze vorstin aan de Croe-
selaan bracht. Behalve deze Ko
ninklijke belangstelling trok de
50ste Jaarbeurs ook de aandacht
van talrijke ambassadeurs, minis
ters. handelsgedelegeerden e.d. uit
omringende en veraf gelegen lan
den, die een officieel bezoek aan de
Jubilrumbeurs brachten om zich
van de betekenis dezer instelling te
kunnen overtuigen.
Kranten, tijdschriften, radio en
film hebben er het hunne toe bijge
dragen om de betekenis van dit
evenement op commercieel, indus
trieel en agrarisch gebied bekend te
maken, zodat tijdens de beursdagen
de naam Utrecht op ieders lippen is
geweest. Bovendien heeft de stad
Utrecht talrijke revenuen ontvan
gen van de bezoekers, die per trein,
per auto of per autobus naar de
Domstad kwamen. Als men bedenkt,
dat dit bedrag aanzienlijke sommen
beloopt is het zonder meer d jk
dat een groot deel van de bekend
heid en de welvaart van de stad
Utrecht aan de Jaarbeurs is te
danken.
Voorts bracht het afgelopen jaar
de voor de Jaarbeurs en dus ook
voor Utrecht verheugende medede
ling. dat de prioriteit was verleend
voor de bouw van de grote machi
nehal aan de Croeselaan. Deze be
slissing zal ongetwijfeld verstrek
kende gevolgen hebben, welke in de
komende jaren hun uitwerking zul
len hebben.
Met de Jaarbeurs is niet alleen
een stedelijk, maar ook een zeer
groot nationaal belang gemoeid. In
dustriëlen en detaillisten uit geheel
het land ontmoeten elkaar op deze
centrale markt, nemen kennis van
de nieuwste producten, bespreken,
met elkaar de verkoopmogelijkhe-*
den en verspreiden de bekendheid
der goedkoopste, en in het kader
van de huidige machtsverhoudingen,
beste artikelen. De nationale groot-
en kleinhandel wordt daardoor
mede voor een aanzienlijk deel door
Utrecht bepaald.
Daarnaast heeft de Jaarbeurs nog
een andere functie. De ruime om
vang van het assortiment van pro
ducten. en hierbij wordt dan speci
aal gedacht aan de technische afde
ling, maakt het mogelijk voor iedere
industrieel of landbouwer, die zich
ingeschakeld weet in het proces
van voortschrijdende industriali
satie en medewerkt aan een snelle
mechanisatie van de landbouw, om
ter beurze een keuze te doon uit do
vele aangeboden machines en werk
tuigen en de productiemiddelen te
kunnen aanschaffen, die het best bij
zijn specifieke behoeften aanslui
ten.
Stimulans voor de export
UIT de resultaten der laatste
Jaarbeurs is komen vast te
staan, dat de functie van selectie en
distributie niet slechts beperkt blijft
tot de landsgrenzen, maar zich ook
doet gelden in de omringende lan
den en zelfs in andere continenten
Ook de export van de Nederlandse
industrieproducten wordt door de
Jaarbeurs gestimuleerd, zodat de
toevoeging „internationaal' niet
alleen betrekking heeft op de tal
rijke beide beurzen ongeveer de
helft van 't totaal aantal buiten
landse deelnemers, maar ook op de
orders die ter beurze worden afge
sloten. Utrecht heeft dus een inter
nationale Beurs en daarmede in
vloed op de internationale handels
transacties en goederenomzetten.
Gesteund door de behaalde resul
taten en de ervaringen die met de
laatste twee beurzen werden opge
daan gaat de Jaarbeurs het komen
de jaar met opti
Wel is waar drijven er donkere
wolken aan de handelshemel. maar
deze zullen niet beletten dat de
Jaarbeurs haar nuttige functie ook
in 1949 met stijgend succes zal kun
nen uitoefenen en haar betekenis
voor de commerciële sector van het
bedrijfsleven zal kunnen bewijzen.
De komende Voorjaarsbeurs zal
aanzienlij*, groter zijn dan de voor
afgaande. De voor de 52ste beurs
aangevraagde ruimte overtreft de
beschikbare dan ook enige malen.
Er wordt getracht een noodoplossing
te vinden, die aan een deel der
standhouders de mogelijkheid zal
openen deel te nemen. Een geucel-
telijke oplossing is gevonden door
een galerij in de Beatrixhal aan te
brengen. In verhouding tot de ge
vraagde ruimte is dit evenwel een
druppel op een gloeiende plaat.
Bovendien hebben niet minder
dan 12 landen het verzoek gedaan
om met collectieve secties te mogen
deelnemen. Dit is het hoogste aan
tal dat ooit op de Utrechtse Beurs
werd aangetroffen. De internatio
nale positie zal hierdoor aanzienlijk
worden verdiept en haar bekend
heid in het buitenland worden ver
groot. Het is een bekend verschijn
sel, dat de buitenlandse secties
steeds een groot aantal buitenland
se bezoekers aantrekken. In de ko
mende Beursdagen zal Utrecht een
bont gemengd internationaal pu
bliek tegemoet kunnen zien.
Welkom vreemdeling
ZULLEN de vreemdelingen zich
echter in Utrecht in de toe
komst thuis voelen? Deze vraag
kan het best door iedere stadgenoot
Een Mijlpaal
Het lijdt geen twijfel, dat 194S
in de toekomst bekend zal blij
ven als: het jaar van Amster
dam. Geen gebeurtenis evenaar
de in betekenis en perspectieven
deze mijlpaal in de geschiedenis
der kerken, die het bijeenko
men van de Wereldraad in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam
was. Overzicht van de openings
samenkomst, ds. K. H. E. Gra-
vcmbyer spreekt een rede uit.
J948 was een mijlpaal in het be
staan van de Jaarbeurs, want in
het voorjaar werd de 50ste beurs
gehouden.
MR. J. MILIUS
zelf worden beantwoord. Het zal
er namelijk vanaf hangen welke
mate van gastvrijheid hij bereid is
aan de vreemdelingen te verlenen.
In de eerste plaats dient hij na te
gaan op welke wijze hij de bezoe
kers op perfecte wijze kan ontvan
gen en hun bij alles behulpzaam zal
kunnen zijn. Hij zal een internatio
nale taal moeten kunnen verstaan
of begrijpen en aanwijzingen moe
ten kunnen geven. Voorts zal de ho
tel- en logeerruimte voldoende, en
internationaal geoutilleerd, moeten
zijn, zodat de buitenlanders op de
door hen gewenste wijze onderdak
zal kunnen worden verleend. Bo
vendien moet het vermaak op een
internationaal niveau worden ge
bracht, zodat de vreemdeling des
avonds in Utrecht zal worden vast
gehouden en niet zijn afleiding in
een andere stad behoeven te zoe
ken. Ook zullen de detaillisten en
particulieren het asoect van de
Jaarbeursstad door verlichting en
versiering moeten verfraaien, zodat
de stad een vriendelijke en vrolijke
aanblik zal geven, die op de bezoe
kers een aangename indruk zal ma
ken.
Dit zijn slechts een aantal aspec
ten. Ongetwijfeld zijn er nog vele
andere op te noemen, die ieder voor
zich zelf het best kan beoordelen en
waarbij het gemeentebestuur, dat in
hartelijke en nauwe samenwerking
met de Jaarbeurs, de doelstelling
van het instituut steunt en bevor
dert, mede de richting zal aange
ven. Hoofdzaak is en blijft hierbü.
dat de stad het internationaal ka
rakter aanvoelt en alles doet om
zich hierop in te stellen. Mocht men
hierin slagen dan zal men tot de
verheugende ontdekking komen,
dat ook de binnenlandse bezoekers
in groter omvang dan voorheen be
reid zijn zich op Utrecht te oriën
teren en hun gelden in de Domstad
te besteden. Behalve Jaarbeursstad
zal Utrecht dan ook een centrum
Van het land zijn, waar ieder gaarne
tezamen komt, hetzij om te verga
deren, te studeren, de schouwbur
gen en bioscopen te bezoeken, het
zij om zijn inkopen te doen.
Wanneer het zijn taak verstaal en
de omstandigheden dit toelaten zal
en kan Utrecht tezamen met zijn
Jaarbeurs verzekerd zijn van een
schone, zich zelf en den la- 't-
tige toekomst.
MIDDEN in ons volksleven gingen ook de kerken hun weg in het jaar
onzes Heren 1948 En eerst aan het einde van het jaar is het enigs
zins mogelijk, achteromziende, de richting van die weg, en al wat daarbij
gezien en ondervonden werd. iets scherper te onderscheiden, dan tijdens
de reis. Welke weg gingen de Kerken?
De stemmen worden liize,
de loopgraaf is verstild,
de wateren vergrijzen,
wijl flauw een ivindje rilt.
Zo is het jaar verdwenen
en donkre wezens gaan
naar verre posten henen
Men hoort geweren slaan.
De dood hangt om de bomen
en mensen-tranen vliên
Zo dichtte korporaal Daan F.
Boens in de loopgraven van West-
Vlaanderen op een doffe winterdag
in 1916 en zo zullen misschien vele
Nederlanders het voelen op de
oudejaarsavond van 1948.
Natuurlijk is de oudejaarsdag
altijd een goede aanleiding geweest
om achterom te zien en te peinzen
over de vergankelijkheid van het
leven of over de ellende, die gele
den is. De aard van die gepeinzen
hield even natuurlijk verband met
de algemene geestesgesteldheid van
een tijdperk.
De blijmoedige zeventiende-
eeuwse Vader Cats legt in een lied
voor de jaarwisseling van 1654/55
getuigenis af van zijn geloof in een
beter leven na dit leven:
Ik wensch geen langer jaren,
Ik wensch geen grooter eer,
Ik wensch van hier te varen
En niet en wensch ik meer.
Als eens wech te zijn genomen,
En ik wensch geen langer dagh
Geeft my de saek
Daer ik na hack,
En laet my ter plaetse komen
Daer ik U recht prijzen magh.
De negentiende-eeuwse dichters
zijn misschien somberder, zoals
Rhynvis Feith in zijn befaamde
Uren, dagen, maanden, jaren met
de eigenlyk weinig bijbelse verkon
diging, dat alles ons blijft toegere
kend, zij zijn toch eigenlijk te over
tuigd van hun eigen braafheid om
die somberheid oprecht te menen.
Andere negentiende-eeuwers als
Samuel Johannes van den Bcrgh
en Ahasverus Francken vinden bij
de jaarwisseling louter reden om te
danken voor de ontvangen zegenin
gen. Het zijn alleen de twee „bui
tenbeentjes" uit die tijd, die een
enigszins ander geluid laten horen.
De Genestet, die m zijn „De lende
nen omgord en brandende lampen"
zijn lezers opwekt de dank voor de
zegeningen in daden om te zetten:
Op, uit Uw armstoel, naar het
strodak in de verte!
Der armen Heiland roept in
guren winternacht.
Op, uit uw blij gezinnaar 't
eenzaam huis der smarte:
Ween met die wenen, trouw
en zacht.
En Potgieter, die het tafereel
veel huiselijker maakt, als hij de
jonge boer op oudejaarsavond naar
de stal laat gaan en daar in de rea
liteit van zijn leven laat omkijken
zonder vals sentiment. Hij neemt
vrouw en kleuter mee en zegt dan
Ziet ge de Witkop in 't hoekje
wel staan?
Hemel, wat kijkt zij ons wonder
wijs aan!
Weet ge nog, hoe ik na weken
beraad
's Ochtends ter markt ging? Wat
werd het toen laat
Guido Gezelle kan nog luchtig
en sprankelend dichten op de jaar
wisseling; er zal zijn liefelijkheid
en pijn, maar het houdt elkaar wel
zo'n beetje in evenwicht en hij kan
vrolijk beginnen met een speels:
Het oud jaar is gekist,
genageld en begraven;
en 't nieuwe, korts nadien,
kwam schielijk aan te draven.
Maar wij zijn nog niet zo heel
ver in de twintigste eeuw, als de
dichters somber worden en nu zon
der heimelijke zelfvoldaanheid.
Henriëtte Roland Holst ziet dg last
van het jaar; in het sterven ervaart
zij echter, althans in „De nieuwe
geboort" toch ook het nieuwe le
ven, dat komen zal. Maar Adama
van Schcltema laat in zijn Echo
van het jaar der armen de somber
heid al heel sterk overwegen:
Wat bracht het oude jaar in deze
bittre tijden,
Wat brachten de uren ons, die
■thans in 't duister glijden?
lijden!
En het is vanzelfsprekend, dat de
somberheid tydens de tweede we
reldoorlog nog veel groter is en
dat de vraag, of het nieuwe jaar
iets beters zal brengen, steeds
zachter gefluisterd wordt. Maar
met de grimmigheid over de voor
bije ellende stijgt ook, soms dwars
door de onverschillige woorden
heen, de vastberadenheid, om door
te gaan. Wat zouden J. J. L. ten
Kate en de zijnen wel gezegd heb
ben van een nieuwjaarswens anno
1945, zoals Jan H. de Groot die
neerschreef:
Wij wachten, wachten, wachten
maar,
tot wij 't bekende onsje wegen,
En daarom nu maar stxlgezwcgen
bij d'aanvang van 't nieuwe jaar.
Maar, met dc tanden op mekaar
en met dc buikriem toegcrcgen,
wens ik u grommend, maar
terdege,
de zege in het nieuwe jaar.
De negentiende-eeuwse heren
zouden waarschijnlijk van schrik
de hoge hoed, welke zij droegen ter
gelegenheid van de keurige nieuw
jaars-visites, uit de hand hebben
laten vallen, en zij zouden niet
hebben kunnen begrijpen, dat zelfs
in 1948 velen de woorden van Jan
de Groot een misschien wel ruwe,
maar toch in de grond juiste ver
tolking achten van hun gevoelens.
Juist omdat dit zo is, geven wij ook
ditmaal het laatste woord aan een
Afrikaner, aan C. Louis Lcipoldt,
die dit vers schreef niet lang na
het einde van de Boerenoorlog:
Gee vrede en rus vir ons almal wat
lam is van swerwe,
Moed en geduld uir ons almal wat
bang is vir sterwc
Gee vrede en rus! En ons vra nie
tefs anders, en luister
Stil na die wind tyat so sag in ons
ore kom fluister:
„Moed, mensc. hou moed:
Die kwaad sal verander in goed
Die mórelig kom uit die duister!"
M. G. S.
door IR. F. Q. DEN HOLLANDER,
president-directeur der Ned. Spoorwegen
HET is goed ons werk regelmatig een ogenblik te onderbreken
en rekenschap af te leggen van wat wij deden en gaan doen.
Dit ogenblik biedt ons de jaarwisseling, moment van inkeer en
bezinning.
Zeker mogen we zeggen, dat het jaar 1948 voor de Nederland-
sche Spoorwegen geweest is
wat wij er van hebben ver
wacht. We hoopten beschei
den verbeteringen te kunnen
aanbrengen en daarmede
hoewel wij niet het peil
zouden bereiken, dat wij on
ze reizigers en verladers me
nen te moeten aanbieden
toch hun gunst te behouden.
Deze hoop is verwezenlijkt,
maar ook niet méér.
Het aantal bruikbare zit
plaatsen in de treinen be
droeg aan het eind van 1948
nog steeds slechts 55% van
dat vóór de staking cn ook
aan wagens hebben wij thans
pas 65% van wat wij toen
bezaten.
Trekkracht, weg en wer
ken, beveiliging: alles ging
vooruit, doch bleef zorg
baren.
Wij konden Amsterdam -
Utrecht - Arnhem - Nijmegen weer electrisch gaan berijden cn
voegen; helaas echter bleven wij ook daar nog slechts zeer beperkt
exploiteren.
Met de dienstregeling van Mei 1948, nog wat verbeterd in
October, werd vooruitgang verkregen, maar tochhet was
matig.
Wij zijn onder deze omstandigheden reizigers en verladers dan
ook zeer erkentelijk voor het geduld, dat zij ons ook in het afge
lopen jaar hebben betoond. Met de zij het dan ook geringe
toeneming in het vervoer, hebben zij onze verplichtingen jegens
hen voor de toekomst nog vergroot.
Het is die toekomst, waaraan wij op dit moment mede intens
denken. Evenals een jaar geleden veroorloven wij ons daarvan
verwachtingen te koesteren. Misschien wel met recht, omdat we
er zoveel voorbereidingen voor hebben getroffen.
Een van de grootste momenten in het nieuwe jaar stellen wij
ons voor te beleven bij de opening van de electrische lijn Eind
hovenMaastrichtHeerlen. Niet alleen wordt daarmede het
Zuiden beter met de andere delen van Nederland verbonden, doch
bovendien wordt daardoor een grote bijdrage tot energiebesparing
geleverd.
Van onze bestellingen zal, naar het zich thans laat aanzien, in
1949 geregeld kunnen worden afgeleverd, waardoor wij onze reizi
gers meer en betere zitplaatsen zullen kunnen aanbieden.
Met de nieuwe dienstregeling van 15 Mei 1949 hopen wij even
zeer een beter dienstbetoon te gaan leveren: nationaal, zowel als
internationaal. Onze voorbereidingen uit de afgelopen jaren stel
len ons dan in staat sneller en frequenter te rijden. Wij zullen dan
in de geregelde dienst voor het eerst weer Diesel-electrlsche trei
nen zien rijden tussen Friesland, Groningen, Twente, Zeeland
enerzijds en Holland anderzijds. Natuurlijk nog beperkt en onge
twijfeld gepaard gaande met een grote inspanning, want dit
materieel is nu eenmaal nog niet op het peil, waarop wij het
willen hebben, maar met enthousiasme, ervaring en zorg zal het
zeker mogelijk zijn ook deze vooruitgang in te voeren.
De spoorwegvrouwen en -mannen zijn er allen bij voortduring
op uit het bedrijf te verbeteren, opdat het steeds meer aan zijn
nationale taak kan voldoen. Zij zijn dankbaar voor wat achter
ons ligt en zy kijken vol goede moed en vol vertrouwen naar de
toekomst.
Moge 1949 goed zijn voor allen.
ET kan er hier niet om gaan, do
vele kleinere cn grotere ge
beurtenissen van persoonlijke of
zakelijke aard op te sommen. Het
kan er niet om gaan, de „lotgeval
len" van dit Jaar, zoals men dat
vroeger noemde, te beschrijven.
Het zal ons niet zozeer gaan, om
wat de Kerk overkwam, maar veel
eer om de weg, die zy zelf koos;
om de weerstanden, die zij op die
wog ontmoette; om de spanningen,
dio zich daarbij voordeden; om de
visie, die haar daarbij vervult cn
drijft.
Het lijdt geen twijfel, dat het Jaar
1948 in de toekomst voor dc Kerken
bekend zal blijven als: het jaar
van Amsterdam. Geen ge
beurtenis evenaarde in betekenis en
in perspectieven deze mijlpaal in de
geschiedenis der Kerken. Voor de
eerste maal na vele, vele eeuwen,
ontmoetten elkaar de vertegenwoor
digers van de Kerken uit nagenoeg
dc gehele wereld. Samen sloegen
zij een nieuwe weg in. doordat zij
zich samen aaneensloten in de We
reldraad, cn daarmee het besluit
namen voortaan hun weg gemeen
schappelijk tc gaan. Een periode
van eeuwenlang aan elkaar voorbij
gaan cn langs elkaar heenlcvcn is
daarmee in wezen beëindigd. De
periode van het wederzijds inter
kerkelijk gesprek en contact, van
de oecumenische gemeenschap cn
amenwerking is begonnen.
1 va
Genoeg verstaan!
de vèr-strekkende betekenis
an deze mijlpaal in de geschie
denis der Wereldkerk door de Ker
ken in Nederland genoeg verstaan,
en heeft dat reeds zichtbare gevol
gen gehad voor haar innerlijk leven
en haar onderlinge omgang?
Dat kan men moeilijk beweren.
Tot vele gemeenten, en zelfs tot
vele voorgangers, is dc betekenis
van deze dingen nog in 't geheel niet
doorgedrongen. Het elementairste
moet nog gedaan worden, voordat 't
kerkvolk zelf met intense belang
stelling hierin gaat meeleven. Wij
staan nier nog slechts aan het be
gin van een nieuwe weg. die nog
niet door ieder gezien wordt, laat
staan: gegaan.
Toch zal de weg der Kerken in de
toekomst onherroepelijk in deze
richting gaan. Ook in Nederland.
Daarom werd ook te onzent opge
richt de Oecumenische Raad van
Kerken in Nederland, waarin sa
menwerken dc volgende acht kerk-
groepen: Ned. Hervormde Kerk, Ev.
LuthHersteld j^v. Luth., Doopsgez.,
Remonstr., Vrije Evangel, en Bap
tisten. en oud-Katholieke Kerk De
gevolgen van deze aaneensluiting
zijn voorlopig nog weinig zichtbaar,
maar kunnen op de duur niet uit
blijven. Er zal lang en moeizaam
gebouwd moeten worden. Maar de
eerste steen is gelegd.
Even belangrijk als deze formele
samenwerking is zeker, dat de
grote Assemblée te Amsterdam toch
in brede kringen van ons volk de
ogen heeft geopend voor de wereld
wijde samenhang der Kerk. Het
woord van manucn als Barth en
N'.emöller, Nicbuhr en Hromadka,
maar ook van christenen uit de
jonge Oosterse Kerken, heeft velen
doen ontdekken, dat de Kerk in
Nederland maar een klein onder
deel is van een groot leger van strij
dende. getuigende en biddende Ker
ken. Met name zijn tot velen door
gedrongen dc ontstellende gevolgen
van een algehele soccularisatic over
bijkans de gehele wereld. De Kerk
is daarmee dringender dan ooit ge
steld voor haar roeping: evangeli
serend en missionnair in de aanval
tc staan, of onder te gaan. Amster
dam heeft de Kerken ook in ons
land voor ogen gesteld hun schuld
en achterstand, maar hen ook opge
roepen in grote deemoed, zonder
enige zelfbewustheid, schuldbewust
cn onder gedurige zelfcritiek tot de
wereld van onze tijd te gaan. „Am
sterdam 1948" betekent voor de
Kerken in Nederland ook voor de
komende jaren een machtig appèl
om, in solidariteit met de heden
daagse wereld en met de brandende
liefde voor dc mensen, met brede
kennis van de tijdgeest cn in grote
bereidheid tot innerlijke vernieu
wing. een strijdende gemeenschap
te worden, met een woord voor de
geslagen wereld van nu.
Verband met volksleven
WELKE weg ging de Kerk verder?
Met name van de Hervormde
Kerk, die door geschiedenis, omvang
en karakter zulk een bijzondere p'.aats
Inneemt onder dc Kerken, moet verder
gezegd, dat deze weg méér dan vroe
ger het geval was. midden door ons
volksleven heenging Sinds de oorlogs
jaren is zij Immers intens bezig. te
ontwaken uit een eeuwenlange hou
ding van zwljzaamhcid cn teruggetrok
kenheid tegenover het volksleven, cn
gaat zij weer verstaan haar opdracht
om ons volksleven te begeleiden, daar
midden in te staan, cn daar te wor
stelen om het rechte woord cn het
rechte inzicht Ook dit Jaar droeg tel
kens de sporen van die worsteling
Zo zag de Kerk zich gedrongen zich
uit tc spreken over het hedendaagse
COMMUNISME Omstreeks Pinksteren
richtte de Synode zich met een kansel-
boodschap In verband met het com
munisme tot de Gemeenten, en daar
mee Indirect lot ons volk Van groot
belang was, dat hier niet alleen een
principiële afwijzing werd uitgespro
ken. maar ook tot bezinning op de
achtergronden werd opgeroepen en
daarbij dc schuldige nalatigheid van
onze samenleving, onze kerken Inbe
grepen. niet verzwegen werd
Ook op andere wijze werd herhaal
delijk stof tot bezinning gegeven over
het commun'sme: door dc merkwaar
dige correspondentie tussen Barth en
Brunncr hierover, door het veelbespro
ken optreden van do Tsjech Hromadka
In ons land, en door een instructieve
Cursus, die vanuit „De Horst" over
het communisme verspreid is 1048
een Jaar van bezinning.
Daarnaast stond in dit Jaar de ver
houding tegenover ROME steeds meer
op de voorgrond In tweeërlei opzicht
Enerzijds wekt de steeds toenemende
machtsuitbreiding van Rome tc onzent
groeiende zorg ongerustheid en vrees
onder Protestanten, die in allerlei
plaatselijke conflicten of spanningen
tot uiting kwamen Men komt dan
echter niet verder dan een machtsstrijd.
Daarnaast bleek in dit Jaar een
groeiende bcgccrto naar een verant
woord gesprek tussen bevoegde woord
voerders van het conflict RomeRe
formatie. Er groeit een besef, dat men
elkaar tc wclglg kent. cn alvorens el
kaar waardig te bestrijden, elkaar gron
dig moet kennen. Vanuit dit gezicht
punt moet men verschillende publica
ties zien. die dit Jaar verschenen: het
veelzijdige „Wending''-nummcr; de be
langrijke verrassende studie van prof.
dr G. C. Bcrkouwcr „Conflict met
Rome" en het interessante boek van
dr W. H van de Pol ..Het Christelijk
dilemma Katholieke Kerk—Reforma
tie", belde deze zomer verschenen.
Hoezeer het ook Ronio ernst is met
een nieuwe hervatting van dit gesprek,
bewijst de nieuwe leerstoel aan de Nij
meegse universiteit in de „Phaeme-
nologle van het Protestantisme", waar
aan dr. van de Pol werd benoemd, dia
in October zijn ambt als ccrslc hoogle
raar ln deze leerstoel aanvaardde Al
deze cn dergelijke theologische arbeid
zal moeten gezien worden als het be
gin van de hervatting van een confes
sioneel gesprek ln grote stijl. nadat
Rome en Reformatie eeuwenlang langs
elkaar heen leefden.
In wat mindere mate hebben do
vragen rondom HET VOLK VAN IS-
RAcL vcicn ln dit Jaar beziggehouden.
In dc oorlogsjaren waren de ogen der
Kerk weer opengegaan voor de bli-
zondere betekenis van het Joodse volk,
ziln roeping en zijn toekomst, zijn ver
kiezing cn zijn verdrukking De stich
ting van de staat Israël stelde ons voor
nieuwe vragen: Is hier verband met do
profetieën van het Oude Testament?
Vele theologen gaven voorlichting over
dc theologische beoordeling van do
staat Israël, en er groeiden nieuw®
contacten tussen christenen en Joden.
Tot een eenstemmig oordeel is het nog
niet in de Kerk gekomen en ook in do
komende laren zal hier een vraag tot
de Kerk blijven liggen.
Bovenal het INDONESISCHE vraag
stuk hield natuurlijk ook ln de Kerken
de aandacht gespannen. En dat bracht
grote spanningen mee. vanaf het sy
nodaal beleid tot dc prediking cn do
kerkelijke voorbede toe In deze situatie
kon het he'.nas nog niet komen tot een
duldclllk getuigenis vanuit de Kerk tot
het volk Maar wel tot de regering! In
September richtte de Synode der Her
vormde Kerk een uitvoerig en belang
rijk schrijven tot de Raad van Minis
ters, waarin o a met het oog op de
noodzakelijke zelfstandigwording der In
donesische volkeren, maar ook met het
ook op Kerk en Zending, dringend ge
vraagd werd geen geweld te gebruiken
bij dit conflict.
Afgezien van het Inzicht ln deze
mocl.ljkc problemen waren van veel
betekenis ccn aantal andere gebeurte
nissen: o a een langdurige reis van de
Zcndingsdircctor dr K. J. Brouwer,
die, na terugkeer, een zeer bewogen
appèl richtte tot de Kerken hier. tot
intens besef van verantwoordelijkheid
voor het Evangelie-getuigenis mot
woord cn daad onder dc Indonesische
volkeren. Midden in vele problemen
bleef in 1948 dc zekerheid van die op
dracht ook voor de toekomst. Wat zui
len dc komende Jaren In dit opzicht
brengen? Do Zendingsopdracht zal
vermoedelijk, steeds moeilijker worden.
Het behoort echter tot de onverander
lijke. met het wezen der Kerk gegeven
opdracht, dat de Kerk geroepen blijft,
om getuige van Christus' evangelie te
zijn, onder welke omstandigheden cn
in welke verhoudingen ook.
Politieke spanningen
OOK de binnenlandse geestelijke en
POLITIEKE SPANNINGEN had
den hun neerslag In liet kerkelijk le
ven. Enerzijds Is dc Kerk immers ge
roepen haar leden leiding tc geven, en
voor verzoekingen tc waarschuwen:
anderzijds is zij aan geen polltlcko
partij of stroming gebonden, en is zij
ccn gemeenschap van geheel eigen
aard ZIJ is algemeen, en zij heeft toch
correct tc spreken Merkwaardig was
bijv. dat dc Synode der Herv Kerk
dit najaar besprekingen had met
woordvoerders van zeer vcrschlllendo
politieke partijen, die leden der Herv.
Kerk zijn. om tc komen tot beter be
grip. Het Is in elk geval ccn nieuwe
weg. die dc Kerk hier gaat, niet af
zijdig zich houdend, cn toch aan geen
partij gebonden.
Tenslotte stond, met name de Herv.
Kerk voor ccn groot aantal problemen
van intieme aard. nauw samenhangend
met dc vorige, alle ook geconcentreerd
rondom dc NIEUWE KERKORDE. Zij
bezint zich, grondig en diepgaand, over
de weg die zij in dc komende genera
ties zal hebben in tc slaan. Zij wil ln
elk geval komen tot ccn nieuwe vorm
van samenleven, van belijden cn getui
gen. Het Jaar 1948 was een jaar van
bezinning over vele problemen, waar
voor zij zich daarbij gesteld ziet. do
verhouding van apostolaat cn belijden,
dc plaats van ambten cn bedieningen,
dc plaats van dc vrouw ln dc kerk.
de ouderling-kerkvoogd, cn andcro
wegen.
ln deze worsteling zijn ln dit jaar
enkele dingen duidelijk geworden. Ten
eerste ccn verrassende overeenstem
ming ten opzichte van de grote lijnen
van de nieuwe Kerkorde, waarbij do
oude richtlngstcgcnstclling geen be
slissende rol meer speelde.
Ton tweede, aan dc belde uiterste
„linker" en „rechter" zijde een min of
meer duidelijke afwijzing van bepaalde
Inzichten uit de nieuwe kerkorde. Zal
dit ln de komende jaren lelden tot een
afscheiding van deze uiterste groepen,
enerzijds naar de Gcrcf. Gemeenten
(van ds. Kersten), en anderzijds naar
de Protestantenbond? De toekomst
zal het leren.
Temidden van deze strijd om een
nieuw Kerkelijk ieven is dit jaar van
wel zeer verschillende zijden het be
sef doorgebroken zal er van dc ver
nieuwing der KERK blijvend Iets te
recht komen, dan zal het gaan om
dc vernieuwing der GEMEENTEN. Het
gaat niet om een levende Synode, maar
om levende Gemeenten. Dc arbeid on
der buitenkerkelijken, het apostolaat,
dc zcndingsarbcld, zij strandden telkens
weer hierop, dat de Gemeenten zo wei
nig Genieenten zijn Dit inzicht, ge
groeid in dit Jaar van bezinning, bete
kent tevens een duidelijk app^l voor
hei komende Jaar.
Dr F. Boerwinkel, Rector van „De
Horst" sprak in de Dics-rcde onlangs
over „Overwinning van de lethargie".
Naar een woord van Karl Barth. zou
het eigenlijke probleem voor West Eu
ropa wei eens kunnen zijn. hoe wij af
doende ccn tegenwicht hebben tc bie
den tegen de algemene moeheid, de
interesse-loosheid, dc lethargie. Dat
geldt ook voor dc Kerk. In haar mid
den Is nog ie veel matheid, nog te
weinig gegrcpcnhcid door de visie'van
de Christus-regering ook in ons volks
leven. van het plan Gods In een cha
otische wereld „Amsterdam 1918" heeft
uit deze visie geleefd en gesproken.
Het zal er voor de Kerken ln 1949 om
gaan, deze visie trouw te blijven, oot
moedig zichzelf en haar arbeid van
daaruit te herzien, bewogen te worden
tot liefdevolle dienst aan de verscheur
de hedendaagse wereld, en zo gemeen
schappelijk als mogelijk Is haar weg to
gaan midden in ons volksleven.