DE JAARBEURS instituut van internationale groeiende betekenis 1948 zal bekend blijven als „het jaar van Amsterdam" DICHTERS van door MR. J. MILIUS SPOORWEGEN zullen in 1949 nog betere service geven DE WEG DER KERKEN Assemblée opende veler ogen voor de wereldwijde samenhang der kerken door DS. H. C. TOUW H1 Is Donderdag 30 December 1948 3 directeur van de Kon. Ned. Jaarbeurs NU het oude jaar afscheid van ons gaat nemen is het goed, op het uur van de scheiding een ogenblik stil te staan bij hetgeen in het afgelopen jaar is geschied en, gewapend met de ervaring, het nieuwe jaar tegemoet te treden. De Utrechtse Jaarbeurs, die dit jaar wederom twee malen werd gehouden, oogstte veel succes. Het aantal deelnemers, waarvan zich ruim 80 zeer gunstig uitliet over de behaalde resultaten, vertoonde een belangrijke uitbreiding, terwijl niet minder dan 400.000 bezoekers uit alle delen van het land afkomstig, aan de loketten konden worden geregistreerd. Hierbij kunnen nog tal rijke buitenlanders worden gevoegd, die blijk gaven van grote belangstelling voor de geëxposeerde producten. ptimisme tegemoet. EEN hoogtepunt werd bereikt in i het 50-jarig jubileum, dat in het voorjaar werd gevierd. Velen zullen zich de feestelijke aanblik herinneren, die Utrecht in de lente dagen van dit jaar gaf. Vlaggemas- tcn werden opgericht, bomen ge plant, plantsoenen aangelegd ter wijl de Catharijncsingel in zijn feestelijke tooi van duizenden nar cissen het oog bekoorde. De belangstelling voor deze :te Jaarbeurs culmineerde in het bezoek dat onze grijze vorstin aan de Croe- selaan bracht. Behalve deze Ko ninklijke belangstelling trok de 50ste Jaarbeurs ook de aandacht van talrijke ambassadeurs, minis ters. handelsgedelegeerden e.d. uit omringende en veraf gelegen lan den, die een officieel bezoek aan de Jubilrumbeurs brachten om zich van de betekenis dezer instelling te kunnen overtuigen. Kranten, tijdschriften, radio en film hebben er het hunne toe bijge dragen om de betekenis van dit evenement op commercieel, indus trieel en agrarisch gebied bekend te maken, zodat tijdens de beursdagen de naam Utrecht op ieders lippen is geweest. Bovendien heeft de stad Utrecht talrijke revenuen ontvan gen van de bezoekers, die per trein, per auto of per autobus naar de Domstad kwamen. Als men bedenkt, dat dit bedrag aanzienlijke sommen beloopt is het zonder meer d jk dat een groot deel van de bekend heid en de welvaart van de stad Utrecht aan de Jaarbeurs is te danken. Voorts bracht het afgelopen jaar de voor de Jaarbeurs en dus ook voor Utrecht verheugende medede ling. dat de prioriteit was verleend voor de bouw van de grote machi nehal aan de Croeselaan. Deze be slissing zal ongetwijfeld verstrek kende gevolgen hebben, welke in de komende jaren hun uitwerking zul len hebben. Met de Jaarbeurs is niet alleen een stedelijk, maar ook een zeer groot nationaal belang gemoeid. In dustriëlen en detaillisten uit geheel het land ontmoeten elkaar op deze centrale markt, nemen kennis van de nieuwste producten, bespreken, met elkaar de verkoopmogelijkhe-* den en verspreiden de bekendheid der goedkoopste, en in het kader van de huidige machtsverhoudingen, beste artikelen. De nationale groot- en kleinhandel wordt daardoor mede voor een aanzienlijk deel door Utrecht bepaald. Daarnaast heeft de Jaarbeurs nog een andere functie. De ruime om vang van het assortiment van pro ducten. en hierbij wordt dan speci aal gedacht aan de technische afde ling, maakt het mogelijk voor iedere industrieel of landbouwer, die zich ingeschakeld weet in het proces van voortschrijdende industriali satie en medewerkt aan een snelle mechanisatie van de landbouw, om ter beurze een keuze te doon uit do vele aangeboden machines en werk tuigen en de productiemiddelen te kunnen aanschaffen, die het best bij zijn specifieke behoeften aanslui ten. Stimulans voor de export UIT de resultaten der laatste Jaarbeurs is komen vast te staan, dat de functie van selectie en distributie niet slechts beperkt blijft tot de landsgrenzen, maar zich ook doet gelden in de omringende lan den en zelfs in andere continenten Ook de export van de Nederlandse industrieproducten wordt door de Jaarbeurs gestimuleerd, zodat de toevoeging „internationaal' niet alleen betrekking heeft op de tal rijke beide beurzen ongeveer de helft van 't totaal aantal buiten landse deelnemers, maar ook op de orders die ter beurze worden afge sloten. Utrecht heeft dus een inter nationale Beurs en daarmede in vloed op de internationale handels transacties en goederenomzetten. Gesteund door de behaalde resul taten en de ervaringen die met de laatste twee beurzen werden opge daan gaat de Jaarbeurs het komen de jaar met opti Wel is waar drijven er donkere wolken aan de handelshemel. maar deze zullen niet beletten dat de Jaarbeurs haar nuttige functie ook in 1949 met stijgend succes zal kun nen uitoefenen en haar betekenis voor de commerciële sector van het bedrijfsleven zal kunnen bewijzen. De komende Voorjaarsbeurs zal aanzienlij*, groter zijn dan de voor afgaande. De voor de 52ste beurs aangevraagde ruimte overtreft de beschikbare dan ook enige malen. Er wordt getracht een noodoplossing te vinden, die aan een deel der standhouders de mogelijkheid zal openen deel te nemen. Een geucel- telijke oplossing is gevonden door een galerij in de Beatrixhal aan te brengen. In verhouding tot de ge vraagde ruimte is dit evenwel een druppel op een gloeiende plaat. Bovendien hebben niet minder dan 12 landen het verzoek gedaan om met collectieve secties te mogen deelnemen. Dit is het hoogste aan tal dat ooit op de Utrechtse Beurs werd aangetroffen. De internatio nale positie zal hierdoor aanzienlijk worden verdiept en haar bekend heid in het buitenland worden ver groot. Het is een bekend verschijn sel, dat de buitenlandse secties steeds een groot aantal buitenland se bezoekers aantrekken. In de ko mende Beursdagen zal Utrecht een bont gemengd internationaal pu bliek tegemoet kunnen zien. Welkom vreemdeling ZULLEN de vreemdelingen zich echter in Utrecht in de toe komst thuis voelen? Deze vraag kan het best door iedere stadgenoot Een Mijlpaal Het lijdt geen twijfel, dat 194S in de toekomst bekend zal blij ven als: het jaar van Amster dam. Geen gebeurtenis evenaar de in betekenis en perspectieven deze mijlpaal in de geschiedenis der kerken, die het bijeenko men van de Wereldraad in de Nieuwe Kerk te Amsterdam was. Overzicht van de openings samenkomst, ds. K. H. E. Gra- vcmbyer spreekt een rede uit. J948 was een mijlpaal in het be staan van de Jaarbeurs, want in het voorjaar werd de 50ste beurs gehouden. MR. J. MILIUS zelf worden beantwoord. Het zal er namelijk vanaf hangen welke mate van gastvrijheid hij bereid is aan de vreemdelingen te verlenen. In de eerste plaats dient hij na te gaan op welke wijze hij de bezoe kers op perfecte wijze kan ontvan gen en hun bij alles behulpzaam zal kunnen zijn. Hij zal een internatio nale taal moeten kunnen verstaan of begrijpen en aanwijzingen moe ten kunnen geven. Voorts zal de ho tel- en logeerruimte voldoende, en internationaal geoutilleerd, moeten zijn, zodat de buitenlanders op de door hen gewenste wijze onderdak zal kunnen worden verleend. Bo vendien moet het vermaak op een internationaal niveau worden ge bracht, zodat de vreemdeling des avonds in Utrecht zal worden vast gehouden en niet zijn afleiding in een andere stad behoeven te zoe ken. Ook zullen de detaillisten en particulieren het asoect van de Jaarbeursstad door verlichting en versiering moeten verfraaien, zodat de stad een vriendelijke en vrolijke aanblik zal geven, die op de bezoe kers een aangename indruk zal ma ken. Dit zijn slechts een aantal aspec ten. Ongetwijfeld zijn er nog vele andere op te noemen, die ieder voor zich zelf het best kan beoordelen en waarbij het gemeentebestuur, dat in hartelijke en nauwe samenwerking met de Jaarbeurs, de doelstelling van het instituut steunt en bevor dert, mede de richting zal aange ven. Hoofdzaak is en blijft hierbü. dat de stad het internationaal ka rakter aanvoelt en alles doet om zich hierop in te stellen. Mocht men hierin slagen dan zal men tot de verheugende ontdekking komen, dat ook de binnenlandse bezoekers in groter omvang dan voorheen be reid zijn zich op Utrecht te oriën teren en hun gelden in de Domstad te besteden. Behalve Jaarbeursstad zal Utrecht dan ook een centrum Van het land zijn, waar ieder gaarne tezamen komt, hetzij om te verga deren, te studeren, de schouwbur gen en bioscopen te bezoeken, het zij om zijn inkopen te doen. Wanneer het zijn taak verstaal en de omstandigheden dit toelaten zal en kan Utrecht tezamen met zijn Jaarbeurs verzekerd zijn van een schone, zich zelf en den la- 't- tige toekomst. MIDDEN in ons volksleven gingen ook de kerken hun weg in het jaar onzes Heren 1948 En eerst aan het einde van het jaar is het enigs zins mogelijk, achteromziende, de richting van die weg, en al wat daarbij gezien en ondervonden werd. iets scherper te onderscheiden, dan tijdens de reis. Welke weg gingen de Kerken? De stemmen worden liize, de loopgraaf is verstild, de wateren vergrijzen, wijl flauw een ivindje rilt. Zo is het jaar verdwenen en donkre wezens gaan naar verre posten henen Men hoort geweren slaan. De dood hangt om de bomen en mensen-tranen vliên Zo dichtte korporaal Daan F. Boens in de loopgraven van West- Vlaanderen op een doffe winterdag in 1916 en zo zullen misschien vele Nederlanders het voelen op de oudejaarsavond van 1948. Natuurlijk is de oudejaarsdag altijd een goede aanleiding geweest om achterom te zien en te peinzen over de vergankelijkheid van het leven of over de ellende, die gele den is. De aard van die gepeinzen hield even natuurlijk verband met de algemene geestesgesteldheid van een tijdperk. De blijmoedige zeventiende- eeuwse Vader Cats legt in een lied voor de jaarwisseling van 1654/55 getuigenis af van zijn geloof in een beter leven na dit leven: Ik wensch geen langer jaren, Ik wensch geen grooter eer, Ik wensch van hier te varen En niet en wensch ik meer. Als eens wech te zijn genomen, En ik wensch geen langer dagh Geeft my de saek Daer ik na hack, En laet my ter plaetse komen Daer ik U recht prijzen magh. De negentiende-eeuwse dichters zijn misschien somberder, zoals Rhynvis Feith in zijn befaamde Uren, dagen, maanden, jaren met de eigenlyk weinig bijbelse verkon diging, dat alles ons blijft toegere kend, zij zijn toch eigenlijk te over tuigd van hun eigen braafheid om die somberheid oprecht te menen. Andere negentiende-eeuwers als Samuel Johannes van den Bcrgh en Ahasverus Francken vinden bij de jaarwisseling louter reden om te danken voor de ontvangen zegenin gen. Het zijn alleen de twee „bui tenbeentjes" uit die tijd, die een enigszins ander geluid laten horen. De Genestet, die m zijn „De lende nen omgord en brandende lampen" zijn lezers opwekt de dank voor de zegeningen in daden om te zetten: Op, uit Uw armstoel, naar het strodak in de verte! Der armen Heiland roept in guren winternacht. Op, uit uw blij gezinnaar 't eenzaam huis der smarte: Ween met die wenen, trouw en zacht. En Potgieter, die het tafereel veel huiselijker maakt, als hij de jonge boer op oudejaarsavond naar de stal laat gaan en daar in de rea liteit van zijn leven laat omkijken zonder vals sentiment. Hij neemt vrouw en kleuter mee en zegt dan Ziet ge de Witkop in 't hoekje wel staan? Hemel, wat kijkt zij ons wonder wijs aan! Weet ge nog, hoe ik na weken beraad 's Ochtends ter markt ging? Wat werd het toen laat Guido Gezelle kan nog luchtig en sprankelend dichten op de jaar wisseling; er zal zijn liefelijkheid en pijn, maar het houdt elkaar wel zo'n beetje in evenwicht en hij kan vrolijk beginnen met een speels: Het oud jaar is gekist, genageld en begraven; en 't nieuwe, korts nadien, kwam schielijk aan te draven. Maar wij zijn nog niet zo heel ver in de twintigste eeuw, als de dichters somber worden en nu zon der heimelijke zelfvoldaanheid. Henriëtte Roland Holst ziet dg last van het jaar; in het sterven ervaart zij echter, althans in „De nieuwe geboort" toch ook het nieuwe le ven, dat komen zal. Maar Adama van Schcltema laat in zijn Echo van het jaar der armen de somber heid al heel sterk overwegen: Wat bracht het oude jaar in deze bittre tijden, Wat brachten de uren ons, die ■thans in 't duister glijden? lijden! En het is vanzelfsprekend, dat de somberheid tydens de tweede we reldoorlog nog veel groter is en dat de vraag, of het nieuwe jaar iets beters zal brengen, steeds zachter gefluisterd wordt. Maar met de grimmigheid over de voor bije ellende stijgt ook, soms dwars door de onverschillige woorden heen, de vastberadenheid, om door te gaan. Wat zouden J. J. L. ten Kate en de zijnen wel gezegd heb ben van een nieuwjaarswens anno 1945, zoals Jan H. de Groot die neerschreef: Wij wachten, wachten, wachten maar, tot wij 't bekende onsje wegen, En daarom nu maar stxlgezwcgen bij d'aanvang van 't nieuwe jaar. Maar, met dc tanden op mekaar en met dc buikriem toegcrcgen, wens ik u grommend, maar terdege, de zege in het nieuwe jaar. De negentiende-eeuwse heren zouden waarschijnlijk van schrik de hoge hoed, welke zij droegen ter gelegenheid van de keurige nieuw jaars-visites, uit de hand hebben laten vallen, en zij zouden niet hebben kunnen begrijpen, dat zelfs in 1948 velen de woorden van Jan de Groot een misschien wel ruwe, maar toch in de grond juiste ver tolking achten van hun gevoelens. Juist omdat dit zo is, geven wij ook ditmaal het laatste woord aan een Afrikaner, aan C. Louis Lcipoldt, die dit vers schreef niet lang na het einde van de Boerenoorlog: Gee vrede en rus vir ons almal wat lam is van swerwe, Moed en geduld uir ons almal wat bang is vir sterwc Gee vrede en rus! En ons vra nie tefs anders, en luister Stil na die wind tyat so sag in ons ore kom fluister: „Moed, mensc. hou moed: Die kwaad sal verander in goed Die mórelig kom uit die duister!" M. G. S. door IR. F. Q. DEN HOLLANDER, president-directeur der Ned. Spoorwegen HET is goed ons werk regelmatig een ogenblik te onderbreken en rekenschap af te leggen van wat wij deden en gaan doen. Dit ogenblik biedt ons de jaarwisseling, moment van inkeer en bezinning. Zeker mogen we zeggen, dat het jaar 1948 voor de Nederland- sche Spoorwegen geweest is wat wij er van hebben ver wacht. We hoopten beschei den verbeteringen te kunnen aanbrengen en daarmede hoewel wij niet het peil zouden bereiken, dat wij on ze reizigers en verladers me nen te moeten aanbieden toch hun gunst te behouden. Deze hoop is verwezenlijkt, maar ook niet méér. Het aantal bruikbare zit plaatsen in de treinen be droeg aan het eind van 1948 nog steeds slechts 55% van dat vóór de staking cn ook aan wagens hebben wij thans pas 65% van wat wij toen bezaten. Trekkracht, weg en wer ken, beveiliging: alles ging vooruit, doch bleef zorg baren. Wij konden Amsterdam - Utrecht - Arnhem - Nijmegen weer electrisch gaan berijden cn voegen; helaas echter bleven wij ook daar nog slechts zeer beperkt exploiteren. Met de dienstregeling van Mei 1948, nog wat verbeterd in October, werd vooruitgang verkregen, maar tochhet was matig. Wij zijn onder deze omstandigheden reizigers en verladers dan ook zeer erkentelijk voor het geduld, dat zij ons ook in het afge lopen jaar hebben betoond. Met de zij het dan ook geringe toeneming in het vervoer, hebben zij onze verplichtingen jegens hen voor de toekomst nog vergroot. Het is die toekomst, waaraan wij op dit moment mede intens denken. Evenals een jaar geleden veroorloven wij ons daarvan verwachtingen te koesteren. Misschien wel met recht, omdat we er zoveel voorbereidingen voor hebben getroffen. Een van de grootste momenten in het nieuwe jaar stellen wij ons voor te beleven bij de opening van de electrische lijn Eind hovenMaastrichtHeerlen. Niet alleen wordt daarmede het Zuiden beter met de andere delen van Nederland verbonden, doch bovendien wordt daardoor een grote bijdrage tot energiebesparing geleverd. Van onze bestellingen zal, naar het zich thans laat aanzien, in 1949 geregeld kunnen worden afgeleverd, waardoor wij onze reizi gers meer en betere zitplaatsen zullen kunnen aanbieden. Met de nieuwe dienstregeling van 15 Mei 1949 hopen wij even zeer een beter dienstbetoon te gaan leveren: nationaal, zowel als internationaal. Onze voorbereidingen uit de afgelopen jaren stel len ons dan in staat sneller en frequenter te rijden. Wij zullen dan in de geregelde dienst voor het eerst weer Diesel-electrlsche trei nen zien rijden tussen Friesland, Groningen, Twente, Zeeland enerzijds en Holland anderzijds. Natuurlijk nog beperkt en onge twijfeld gepaard gaande met een grote inspanning, want dit materieel is nu eenmaal nog niet op het peil, waarop wij het willen hebben, maar met enthousiasme, ervaring en zorg zal het zeker mogelijk zijn ook deze vooruitgang in te voeren. De spoorwegvrouwen en -mannen zijn er allen bij voortduring op uit het bedrijf te verbeteren, opdat het steeds meer aan zijn nationale taak kan voldoen. Zij zijn dankbaar voor wat achter ons ligt en zy kijken vol goede moed en vol vertrouwen naar de toekomst. Moge 1949 goed zijn voor allen. ET kan er hier niet om gaan, do vele kleinere cn grotere ge beurtenissen van persoonlijke of zakelijke aard op te sommen. Het kan er niet om gaan, de „lotgeval len" van dit Jaar, zoals men dat vroeger noemde, te beschrijven. Het zal ons niet zozeer gaan, om wat de Kerk overkwam, maar veel eer om de weg, die zy zelf koos; om de weerstanden, die zij op die wog ontmoette; om de spanningen, dio zich daarbij voordeden; om de visie, die haar daarbij vervult cn drijft. Het lijdt geen twijfel, dat het Jaar 1948 in de toekomst voor dc Kerken bekend zal blijven als: het jaar van Amsterdam. Geen ge beurtenis evenaarde in betekenis en in perspectieven deze mijlpaal in de geschiedenis der Kerken. Voor de eerste maal na vele, vele eeuwen, ontmoetten elkaar de vertegenwoor digers van de Kerken uit nagenoeg dc gehele wereld. Samen sloegen zij een nieuwe weg in. doordat zij zich samen aaneensloten in de We reldraad, cn daarmee het besluit namen voortaan hun weg gemeen schappelijk tc gaan. Een periode van eeuwenlang aan elkaar voorbij gaan cn langs elkaar heenlcvcn is daarmee in wezen beëindigd. De periode van het wederzijds inter kerkelijk gesprek en contact, van de oecumenische gemeenschap cn amenwerking is begonnen. 1 va Genoeg verstaan! de vèr-strekkende betekenis an deze mijlpaal in de geschie denis der Wereldkerk door de Ker ken in Nederland genoeg verstaan, en heeft dat reeds zichtbare gevol gen gehad voor haar innerlijk leven en haar onderlinge omgang? Dat kan men moeilijk beweren. Tot vele gemeenten, en zelfs tot vele voorgangers, is dc betekenis van deze dingen nog in 't geheel niet doorgedrongen. Het elementairste moet nog gedaan worden, voordat 't kerkvolk zelf met intense belang stelling hierin gaat meeleven. Wij staan nier nog slechts aan het be gin van een nieuwe weg. die nog niet door ieder gezien wordt, laat staan: gegaan. Toch zal de weg der Kerken in de toekomst onherroepelijk in deze richting gaan. Ook in Nederland. Daarom werd ook te onzent opge richt de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland, waarin sa menwerken dc volgende acht kerk- groepen: Ned. Hervormde Kerk, Ev. LuthHersteld j^v. Luth., Doopsgez., Remonstr., Vrije Evangel, en Bap tisten. en oud-Katholieke Kerk De gevolgen van deze aaneensluiting zijn voorlopig nog weinig zichtbaar, maar kunnen op de duur niet uit blijven. Er zal lang en moeizaam gebouwd moeten worden. Maar de eerste steen is gelegd. Even belangrijk als deze formele samenwerking is zeker, dat de grote Assemblée te Amsterdam toch in brede kringen van ons volk de ogen heeft geopend voor de wereld wijde samenhang der Kerk. Het woord van manucn als Barth en N'.emöller, Nicbuhr en Hromadka, maar ook van christenen uit de jonge Oosterse Kerken, heeft velen doen ontdekken, dat de Kerk in Nederland maar een klein onder deel is van een groot leger van strij dende. getuigende en biddende Ker ken. Met name zijn tot velen door gedrongen dc ontstellende gevolgen van een algehele soccularisatic over bijkans de gehele wereld. De Kerk is daarmee dringender dan ooit ge steld voor haar roeping: evangeli serend en missionnair in de aanval tc staan, of onder te gaan. Amster dam heeft de Kerken ook in ons land voor ogen gesteld hun schuld en achterstand, maar hen ook opge roepen in grote deemoed, zonder enige zelfbewustheid, schuldbewust cn onder gedurige zelfcritiek tot de wereld van onze tijd te gaan. „Am sterdam 1948" betekent voor de Kerken in Nederland ook voor de komende jaren een machtig appèl om, in solidariteit met de heden daagse wereld en met de brandende liefde voor dc mensen, met brede kennis van de tijdgeest cn in grote bereidheid tot innerlijke vernieu wing. een strijdende gemeenschap te worden, met een woord voor de geslagen wereld van nu. Verband met volksleven WELKE weg ging de Kerk verder? Met name van de Hervormde Kerk, die door geschiedenis, omvang en karakter zulk een bijzondere p'.aats Inneemt onder dc Kerken, moet verder gezegd, dat deze weg méér dan vroe ger het geval was. midden door ons volksleven heenging Sinds de oorlogs jaren is zij Immers intens bezig. te ontwaken uit een eeuwenlange hou ding van zwljzaamhcid cn teruggetrok kenheid tegenover het volksleven, cn gaat zij weer verstaan haar opdracht om ons volksleven te begeleiden, daar midden in te staan, cn daar te wor stelen om het rechte woord cn het rechte inzicht Ook dit Jaar droeg tel kens de sporen van die worsteling Zo zag de Kerk zich gedrongen zich uit tc spreken over het hedendaagse COMMUNISME Omstreeks Pinksteren richtte de Synode zich met een kansel- boodschap In verband met het com munisme tot de Gemeenten, en daar mee Indirect lot ons volk Van groot belang was, dat hier niet alleen een principiële afwijzing werd uitgespro ken. maar ook tot bezinning op de achtergronden werd opgeroepen en daarbij dc schuldige nalatigheid van onze samenleving, onze kerken Inbe grepen. niet verzwegen werd Ook op andere wijze werd herhaal delijk stof tot bezinning gegeven over het commun'sme: door dc merkwaar dige correspondentie tussen Barth en Brunncr hierover, door het veelbespro ken optreden van do Tsjech Hromadka In ons land, en door een instructieve Cursus, die vanuit „De Horst" over het communisme verspreid is 1048 een Jaar van bezinning. Daarnaast stond in dit Jaar de ver houding tegenover ROME steeds meer op de voorgrond In tweeërlei opzicht Enerzijds wekt de steeds toenemende machtsuitbreiding van Rome tc onzent groeiende zorg ongerustheid en vrees onder Protestanten, die in allerlei plaatselijke conflicten of spanningen tot uiting kwamen Men komt dan echter niet verder dan een machtsstrijd. Daarnaast bleek in dit Jaar een groeiende bcgccrto naar een verant woord gesprek tussen bevoegde woord voerders van het conflict RomeRe formatie. Er groeit een besef, dat men elkaar tc wclglg kent. cn alvorens el kaar waardig te bestrijden, elkaar gron dig moet kennen. Vanuit dit gezicht punt moet men verschillende publica ties zien. die dit Jaar verschenen: het veelzijdige „Wending''-nummcr; de be langrijke verrassende studie van prof. dr G. C. Bcrkouwcr „Conflict met Rome" en het interessante boek van dr W. H van de Pol ..Het Christelijk dilemma Katholieke Kerk—Reforma tie", belde deze zomer verschenen. Hoezeer het ook Ronio ernst is met een nieuwe hervatting van dit gesprek, bewijst de nieuwe leerstoel aan de Nij meegse universiteit in de „Phaeme- nologle van het Protestantisme", waar aan dr. van de Pol werd benoemd, dia in October zijn ambt als ccrslc hoogle raar ln deze leerstoel aanvaardde Al deze cn dergelijke theologische arbeid zal moeten gezien worden als het be gin van de hervatting van een confes sioneel gesprek ln grote stijl. nadat Rome en Reformatie eeuwenlang langs elkaar heen leefden. In wat mindere mate hebben do vragen rondom HET VOLK VAN IS- RAcL vcicn ln dit Jaar beziggehouden. In dc oorlogsjaren waren de ogen der Kerk weer opengegaan voor de bli- zondere betekenis van het Joodse volk, ziln roeping en zijn toekomst, zijn ver kiezing cn zijn verdrukking De stich ting van de staat Israël stelde ons voor nieuwe vragen: Is hier verband met do profetieën van het Oude Testament? Vele theologen gaven voorlichting over dc theologische beoordeling van do staat Israël, en er groeiden nieuw® contacten tussen christenen en Joden. Tot een eenstemmig oordeel is het nog niet in de Kerk gekomen en ook in do komende laren zal hier een vraag tot de Kerk blijven liggen. Bovenal het INDONESISCHE vraag stuk hield natuurlijk ook ln de Kerken de aandacht gespannen. En dat bracht grote spanningen mee. vanaf het sy nodaal beleid tot dc prediking cn do kerkelijke voorbede toe In deze situatie kon het he'.nas nog niet komen tot een duldclllk getuigenis vanuit de Kerk tot het volk Maar wel tot de regering! In September richtte de Synode der Her vormde Kerk een uitvoerig en belang rijk schrijven tot de Raad van Minis ters, waarin o a met het oog op de noodzakelijke zelfstandigwording der In donesische volkeren, maar ook met het ook op Kerk en Zending, dringend ge vraagd werd geen geweld te gebruiken bij dit conflict. Afgezien van het Inzicht ln deze mocl.ljkc problemen waren van veel betekenis ccn aantal andere gebeurte nissen: o a een langdurige reis van de Zcndingsdircctor dr K. J. Brouwer, die, na terugkeer, een zeer bewogen appèl richtte tot de Kerken hier. tot intens besef van verantwoordelijkheid voor het Evangelie-getuigenis mot woord cn daad onder dc Indonesische volkeren. Midden in vele problemen bleef in 1948 dc zekerheid van die op dracht ook voor de toekomst. Wat zui len dc komende Jaren In dit opzicht brengen? Do Zendingsopdracht zal vermoedelijk, steeds moeilijker worden. Het behoort echter tot de onverander lijke. met het wezen der Kerk gegeven opdracht, dat de Kerk geroepen blijft, om getuige van Christus' evangelie te zijn, onder welke omstandigheden cn in welke verhoudingen ook. Politieke spanningen OOK de binnenlandse geestelijke en POLITIEKE SPANNINGEN had den hun neerslag In liet kerkelijk le ven. Enerzijds Is dc Kerk immers ge roepen haar leden leiding tc geven, en voor verzoekingen tc waarschuwen: anderzijds is zij aan geen polltlcko partij of stroming gebonden, en is zij ccn gemeenschap van geheel eigen aard ZIJ is algemeen, en zij heeft toch correct tc spreken Merkwaardig was bijv. dat dc Synode der Herv Kerk dit najaar besprekingen had met woordvoerders van zeer vcrschlllendo politieke partijen, die leden der Herv. Kerk zijn. om tc komen tot beter be grip. Het Is in elk geval ccn nieuwe weg. die dc Kerk hier gaat, niet af zijdig zich houdend, cn toch aan geen partij gebonden. Tenslotte stond, met name de Herv. Kerk voor ccn groot aantal problemen van intieme aard. nauw samenhangend met dc vorige, alle ook geconcentreerd rondom dc NIEUWE KERKORDE. Zij bezint zich, grondig en diepgaand, over de weg die zij in dc komende genera ties zal hebben in tc slaan. Zij wil ln elk geval komen tot ccn nieuwe vorm van samenleven, van belijden cn getui gen. Het Jaar 1948 was een jaar van bezinning over vele problemen, waar voor zij zich daarbij gesteld ziet. do verhouding van apostolaat cn belijden, dc plaats van ambten cn bedieningen, dc plaats van dc vrouw ln dc kerk. de ouderling-kerkvoogd, cn andcro wegen. ln deze worsteling zijn ln dit jaar enkele dingen duidelijk geworden. Ten eerste ccn verrassende overeenstem ming ten opzichte van de grote lijnen van de nieuwe Kerkorde, waarbij do oude richtlngstcgcnstclling geen be slissende rol meer speelde. Ton tweede, aan dc belde uiterste „linker" en „rechter" zijde een min of meer duidelijke afwijzing van bepaalde Inzichten uit de nieuwe kerkorde. Zal dit ln de komende jaren lelden tot een afscheiding van deze uiterste groepen, enerzijds naar de Gcrcf. Gemeenten (van ds. Kersten), en anderzijds naar de Protestantenbond? De toekomst zal het leren. Temidden van deze strijd om een nieuw Kerkelijk ieven is dit jaar van wel zeer verschillende zijden het be sef doorgebroken zal er van dc ver nieuwing der KERK blijvend Iets te recht komen, dan zal het gaan om dc vernieuwing der GEMEENTEN. Het gaat niet om een levende Synode, maar om levende Gemeenten. Dc arbeid on der buitenkerkelijken, het apostolaat, dc zcndingsarbcld, zij strandden telkens weer hierop, dat de Gemeenten zo wei nig Genieenten zijn Dit inzicht, ge groeid in dit Jaar van bezinning, bete kent tevens een duidelijk app^l voor hei komende Jaar. Dr F. Boerwinkel, Rector van „De Horst" sprak in de Dics-rcde onlangs over „Overwinning van de lethargie". Naar een woord van Karl Barth. zou het eigenlijke probleem voor West Eu ropa wei eens kunnen zijn. hoe wij af doende ccn tegenwicht hebben tc bie den tegen de algemene moeheid, de interesse-loosheid, dc lethargie. Dat geldt ook voor dc Kerk. In haar mid den Is nog ie veel matheid, nog te weinig gegrcpcnhcid door de visie'van de Christus-regering ook in ons volks leven. van het plan Gods In een cha otische wereld „Amsterdam 1918" heeft uit deze visie geleefd en gesproken. Het zal er voor de Kerken ln 1949 om gaan, deze visie trouw te blijven, oot moedig zichzelf en haar arbeid van daaruit te herzien, bewogen te worden tot liefdevolle dienst aan de verscheur de hedendaagse wereld, en zo gemeen schappelijk als mogelijk Is haar weg to gaan midden in ons volksleven.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 3