DE GROTE MISREKENING VAN MOSKOU In het komende jaar valt nog heel wat werk te verrichten Neerlands economie in het afgelopen jaar s g]W HANDEL MET INDONESIË is na de oorlog geleidelijk weer toegenomen Europa in 1948 Wat in 1949 het meest nodig is Export bleef het zwakke punt door Prof. dr. C. D. J. Brandt J. Koopman door M. A. REINALDA Commissaris der Koningin in de provincie Utrecl't [_1 ET oude jaar gaat heen en het nieuwe komt in een wereld vol van ernstige woelin gen en verschuivingen. Met grote energie, vol durl en tegelijk met ingetogenheid verricht de bevolking van on* kleine land zijn taak, welke heel zwaar drukt. In dorpen en steden werkei allerlei krachten mede aan ha nieuw komende, dat vaak no> vaag en nauwelijks zichtbaar i Velen verrichten hun arbeid bewust van de betekenis daai van, onder toch heel mooi lijke omstandigheden. Maat hoe moeilijk die omstandighe den ook zijn, men wil medewcr ken in constructieve zin, omd.n men weet dat afbraak, tegen werking en destructie het tegen deel voortbrengen van wat men daarvan wel eens verwacht. Temidden van al deze om- P standigheden groeit in ons land de behoeften van ons een sociale wetgeving, een ver deling van het volksinkomen zo als we ons die jaren her niet noodzaak om de jongeren vak konden voorstellen. technisch op te leiden voor Ook in ons gewest neemt het dic toenemende industrialisatie, aantal dergenen die willen me- Mogen meer dan tot dusver dewerken aan een organische jongeren zich geroepen achten ontwikkeling toe, zowel op het om zich te bekwamen door vak- platteland als in de steden. arbeid. Maar er valt in het komende Ook in sociaal opzicht wacht jaar nog heel wat werk te ver- ons in het volgend jaar weer richten. veel werk. Want de noden lig- Daar is allereerst het bcnau- gen op velerlei terrein, wende vraagstuk van de huis- Bij de aanvang van het nieu- vesting. Hoewel de achterstand we jaar hoop ik dat ieder voor nog hcél erg is, er zit schot in zich veel geluk en voorspoed de woningbouwOok in het moge ondervinden en dat ieder komende jaar mag de energie zich geroepen zal voelen ook i om voort te gaan met het bou- veel voor anderen te doen. wen van woningen niet verflau wen. Dan de opvoering van onze productie. Ons dichtbevolkte land vereist een grote mate vari agrarische en industriële pro ductie en uitvoer ten einde in volk te daar de Ï-TeT jaar 1948 heeft ons weer 1A duidelijk geleerd, dan vorige jaren, dat binnenlandse en buiten landse politiek niet zijn te scheiden. Het belangrijkste probleem van binnenlands-politieke aard, was de Benelux. Dat illustreert mijn stelling wol treffend. De gehele lei-- ding de* economie, de loon- en prijspolitiek, de noodzakelijke in passing van het sociale in het eco nomische dit alles is in dit licht behandeld en tot klaarheid gebracht. Het is goed, hieruit de conse quenties te trekken, ook b.v. voor de oplossing van het probleem Duitsland. Alleen in het bovenna tionale licht kan die oplossing ge vonden worden. En het Indonesische vraagstuk? Hoever lijkt trie oplossing nog weg! Wij zitten nog middenin een fase, die ons bitter zwaar ligt. Het gaat echter veel te ver, te beweren, dat onze Indonesië-politiek nu mislukt is. De beginselen van Linggadjati zijn overeind geb even; de moei lijkheden, om ze uit te voeren, zijn aan de ene kant vergroot, aan de andere kant verkleind. Laten we dit eerlijk erkennen. Onze ver plichting, om ze te verwc tnlijken. blijft dus volledig overeind staan. De liquidatie van een koloniaal stelsel gaat nu eenmaal niet zonder schokken. Die schokken moeten wij gezamenlij opvangen. Maar ook hier is het zich opheffen boven de zuiver-nationale sfeer de voor waarde, om te komen, tot wat wij zo vurig voor 1949 /ensen: een constructieve oplossing van het Indonesische vraagstuk. Jhr. mr. M. v. d. Goes v. Naters. Uil de Boekenmolen „Het wisselend jaargetij" Onze medewerker Rinke Tol- j man heeft bij de uitgeverij Born I te Assen een prachtige verzameling van zijn natuurhistorische schet sen het licht doen zien, onder de titel „Het wisselend jaargetij". Hij voert zijn lezers als het ware ven dag tot dag door de natuur en laat hen bij elk seizoen iets moois, iets nuttigs zien. Wij behoeven dit boek niet bij onze lezers aan te bevelen; zij ken nen zijn aantrekkelijke wijze van schrijven en zijn grondige kennis van de natuur. In „Het wisselend jaargetij" vindt men een bonte reeks onderwerpen behandeld en verlucht met foto's van Jan Strijbos en anderen. Dat Tolman vooral in de omgeving van Utrecht, in de Betuwe, in Culemborg, in het Utrechts-Gelderse grensgebied heeft geëxploreerd maakt zijn boek voor onze lezers des te aantrekke- liiker. Zij zullen er telkens weer hun eigen streek in terugvinden en met Tolman als gids aan het genie ten en bewonderen gaan. „De hand der bandelozen" Door Hans Pcnnarts (Ultg A. Voor hoeve, Rotterdam). Als Pcnnarts met dit boek bedoeld heeft, de jeugd van na de oorlog meer verantwoordelijkheid bij te brengen, dan Is hij hierin ten volle geslaagd. Op speelse wijze wil hij de luchthartigheid van de enigszins door de oorlog uit hun evenwicht geslagen Jongelui, weer weg schrijven cn hun tekortkomingen voorhouden. Op humoristische wijze schildert Pcnnarts de sUchtlng van een orkestclubje, cn avontuur op avontuur, streek op streek volgt. Vooral de ont groening van een nieuw lid. dat in de „club" wil opgenomen worden is kos telijk en meesterlijk beschreven. Naast de humor komen cr ook moeilijkheden, maar de weergave van de conflicten is met dc sterkste zijde van Pcnnarts vcr- telkrant. 1 Soc Democr 5 Liberalen 2 Communrslen 6 Conservatieven 3 Christehjken 7 Boeren partijen 4 Katholieken 8 Nationalisten Uitslag 47of-46 a Behaalde zetels ZZAVonge uitslag mBehaald percentage 1948JAAR VAN VERKIEZINGEN IN EUROPA DRIE en een half jaar na de capi tulatie van Duitsland en Japan Is „vrede op aarde" nog altijd een vrome wens, de ontwikkeling van de wereld in de zes jaren van de oorlog is zo groot geweest, dat de helft van die tijd niet voldoende was om de nieuwe stabilisatie, onmis bare voorwaarde voor de vrede, te vinden. De „koude oorlog", die in midden 1945 een aanvang nam, is ook in 1948 op alle fronten voortge zet, ja hij is zeker in intensiteit en vermoedelijk in omvang nog toege nomen, in het bijzonder op de twee voornaamste punten: Europa en het Verre Oosten. Speciaal op het Euro pese front, dat ons alleen al van wege de waarheid, dat het hemd nader is dan de rok. het meeste be lang inboezemt, is de strijd hevig en de spanning groot geweest, zo hevig en zo groot, dat bij velen onzer vaak de gedachte is boven gekomen, dat 't welhaast tot een ontlading in een oorlog moest komen, ja dat som migen in bittere ernst niet alleen met de gedachte aan een preventieve oorlog hebben gespeeld, maar zich zelfs vertrouwd hebben gemaakt met de idee. dat dit de enige oplossing voor ons werelddeel zou kunnen zijn. Twee oorzaken zijn het, die deze verheviging van de koude oorlog aan het Europese front kunnen ver klaren, twee oorzaken, welke niet naast elkaar, maar in onderlinge wisselwerking dienen te worden ge zien. In de loop van 1947 hebben de Ver. Staten, na de oorlog plotseling op de leidende plaats in de wereld gesteld en tegen die nieuwe taak geestelijk aanvankelijk niet opge wassen, in het begin bepaald hulpe loos tegenover het door hen niet verwachte verschijnsel van de Sow- jetpolitiek van agressie en chicanes, gehandicapt bovendien door de tra ditie van wjjlen Roosevelts illusies en concessies, na moeizaam zoeken het antwoord op de Russische poli tiek gevonden. President Truman en zijn State Department gingen een politiek van „containment", dat is van tegenhouden op alle fronten voe ren. Een in wezen defensieve poli tiek. maar die omdat de beste ver dediging nog altijd de aanval is, te gelijk een offensief karakter had. De Truman-doctrine van Maart 1947, de speech van Marshall van Juni van dat jaar, waarin hij de beginselen van het naar hem genoemde hulp plan voor Europa uitstippelde en de voorstellen, welke de Amerikaanse staatssecretaris op de Alg. Vergade ring der Ver. Naties ter tafel bracht, waren voor de wereld even zovele bewijzen, dat Washington zijn weg had gevonden endat het initia tief in de koude oorlog bezig was in zijn handen over te gaan. Voor de heren van het Kremlin betekende dit de wetenschap, dat de tijd, dat zij practisch hun gang kon den gaan voorbij was. Aan het begin van het afgelopen jaar stonden zij dus voor de keuze: of de omstandigheid, dat hun politiek over de hele linie een tegenstander tegen hen in het veld had gebracht, die op zijn minst genomen tegen hen opgewassen den en daaruit de conclusie trekken, dat de tijd voor hen gekomen was om de koude oorlog te vervangen door een vrede op dc grondslag van de status quo (daarbij aannemend, dat de Amerikanen nog bereid zou den zijn op de basis van die status quo te onderhandelen), of de strijd op alle fronten voort te zetten en wel offensief ten einde de tegenpartij vóór te zijn en de eigen stelling nog zoveel mogelijk te verbeteren, wanneer het tot een accoord op de grondslag voor de sta tus que zou moeten komen, of tenslotte de strijd op bepaalde fronten verder te laten rusten en alle aandacht en krachten te concentre ren op die gedeelten van de lange linie, die het meeste succes be loofden. MOSKOU heeft de tweede van deze wegen gekozen. Waarom? Omdat de mannen van het Polit- VERSCHEEPTE GOEDEREN VOLGENS HET MARSHALLPLAN bureau niet geloofden in de ernst en de kracht van de nieuwe Ameri kaanse politiek, omdat zij op grond van hun Stalinistisch dogma een spoedige economische crisis in het bolwerk van het kapitalisme ver wachtten en last not least, omdat zij op grond van ervaring er op meen den te kunnen rekenen, dat in het jaar voor dc presidentsverkiezingen een rechtlijnige, vastberaden Ame rikaanse politiek eenvoudig uitge sloten was. Deze keuze van de Sow jetunie was een van de twee hierboven ge noemde oorzaken van de verscher ping van de koude oorlog in 1948. Misschien nog niet eens zozeer deze keus op zichzelf, dan wel het feit. dat er een misrekening aan ten grondslag lag. Want Stalin, Molotof en Zjdanof hebben de situatie en het spel der krachten in de Ver. Staten en daarmee de Amerikaanse politiek voor 1948 volkomen ver keerd beoordeeld. Dit is zelfs zo be langrijk, dat wij 1948 in Europa met goede gronden zelfs als het jaar van de grote misrekening van Moskou mogen karakteriseren. Echec is op échec in de politiek van de Sowjetunie ten aanzien van Europa gevolgd. De eerste actie, dc totale gelijkschakeling van Tsjecho- slowakije, dat reeds voor vier vijf de achter de Sowjetlinies lag, was tenminste nog een (schijn) succes, maar de plaatselijke offensieven te gen het plan-Marshall in Italië en Frankrijk werden een mislukking en de poging om het Niemandsland (of wil men: Allemansland) Berlijn te veroveren werd het grootste fias co van allemaal. Niet alleen werden deze offensie ven van Moskou op zichzelf een mislukking, omdat het front van dc tegenpartij nergens werd doorbro ken, maar zij maakten bovendien dit front pas recht sterk. En daarmee komen we aan de tweede oorzaak van de verheviging van de strijd in de Europese koude oorlog, die recht streeks uit de eerste voortvloeit. De Westeuropese staten, die zagen, dat het Washington ernst was en het ge vaar, dat hen van Moskou bedreig de, eindelijk" in zijn volle omvang onderkenden, sloten zich in 1948 aaneen. Ja, niet slechts aaneen, want dit was nog maar een eerste stap, maar zij lieten ook de gevaar lijke illusie, dat zij op hun eentje op dit moment een politiek van de zgn. Derde Macht tussen de Grote Twee in konden voeren, los voor de harde werkelijkheid, die hun geen ander alternatief liet dan aanslui ting bij de Ver. Staten ofonder gaan. Deze eenheid in wording van West-Europa, ja van het Westen in politiek, economisch en militair opzicht is de tweede karakteristiek van het jaar 1948 voor ons wereld deel. Het is nog maar een eenheid in wording en het is er nog verre van, dat de voltooiing van deze ontwikkeling in het zicht is, maar de eerste stappen zijn gedaan en het belang hiervan voor de naaste toe komst, b.v. voor de overgang van de toestand van koude oorlog naar die van vrede kan heel groot zijn. Want het is tenslotte niet ondenk baar, dat de heren van het Kremlin, die op 1 Jan. 1949 voor precies de zelfde keus staan als een jaar ge- den, die van kiezen tussen de boven onderscheiden drie wegen, thans, ge leerd door de ervaring van hun mis rekening anno 1948 niet de tweede weg inslaan, maar de eerste, wat het mooiste zou zijn, wat de wereld zou kunnen gebeuren, doch wat ik niet verwacht, of dc derde (staking van de strijd aan één front!), waarvoor in de gewijzigde omstandigneden wellicht Europa zou kunnen worden uitverkoren. Maar daarvoor zijn twee dingen nodig: le dat dc Ver. Staten en West- Europa geen twijfel overlaten aan hun wil om één te zijn. e dat zelfs de machthebbers in Moskou met hun door hen, zelfver kozen. isolement steeds groeiend gebrek aan begrip voor de gedach ten cn de daden van anderen zich niet opnieuw verrekenen. S de ontwikkeling van het eco nomische leven in Nederland ge durende het jaar 1948 van die aard geweest dat wij met vertrouwen het komende jaar tegemoet kunnen gaan? Het is een vraag die bij velen gedurende de jaarwisseling zal op komen. Een vraag echter die niet gemakkelijk te Beantwoorden ls. Het aantal factoren dat de toekomst beïnvloedt is dermate groot, de krachtsverhoudingen, nationaal zo wel als internationaal zijn zo onze ker. dat een concreet antwoord zelfs niet te geven is. Over het afgelopen jaar kunnen wij in zekere mate tevreden zijn. De industriële productie steeg en kwam belangrijk boven het voor oorlogse niveau. Wel is waar bleef onze productie ten achter bij de ons omringende landen, maar dc destructie was bij ons ook het grootst Hiermede rekening houdend steeg onze productie in procenten zelfs het meest van alle landen van West-Europa. Het herstel van ons land vorderde dan ook gestadig ter wijl de arbeldsvrede een voorbeeld was voor ons continent. Het zwakke punt in onze econo mie blijft echter onze export. Voor dc oorlog mocht onze handelsbalans een tekort aanwijzen, omdat wij dit uit andere inkomstenbronnen kon den betalen. Een belangrijk deel van deze inkomstenbronnen is opge droogd. zodat het tekort op onze handelsbalans door crcdiet moest worden gedekt. Gering is dit niet. Dit tekort zal liggen tussen 2000 er 2400 millioen gulden voor het jaar 1948. Gedurende dc eerste jaren zal dit. dank zü de Marshall-hulp, niet tot een dcbScle leiden. Maar als in 1952 deze hulp wegvalt zal zich een zodanige structuurwijziging van one economisch leven voltrokken moe ten hebben dat wij op eigen benen kunnen staan Dit zal het geval ziin als onze export zodanig wordt ver hoogd dat onze betalingsbalans in evenwicht ls. Hoe kunnen wij dat bereiken? Productiviteit M meer te exporteren, zullen wij meer moeten produceren of minder moeten consumeren of misschien zowel het een als het an der. Een belangrijke factor is hier bij de arbeidsproductiviteit. Gedu rende de laatste jaren steeg de ar beidsproductiviteit wel is waar niet onbelangrijk, doch zij blijft nog ver achter bij vele landen in West-Euro pa. Voor 1946, 1947 cn 1948 bedroeg de arbeidsproductiviteit respectieve lijk 70, 77 on 82% van voor dc oor log. Ondanks een stijging over bo vengenoemde jaren van 17H?rt Nfft do arbeidsproductiviteit «*us belang rijk lager dan vroeger Van invloed hierop is o.a. ccn zekere arbeidson- lust. onregelmatige aanvoer van grondstoffen en dergelijke, cn een verouderd machinepark. Er is. voor zover bekend, geen publicatie waarin het gewicht van dc verschillende factoren wordt be rekend. zodat wij in het duister tas ton over de vraag waar de belang- dustriecn. waar de arbddsproduc riikste oorzaak ligt Er zijn echter gegevens bekend van enkele in- tivitcit die van het vooroorlogse peil overschrijdt. Dit zijn industrieën waar men dank zij de medewer king van de overheid in dc ge legenheid is gesteld opnieuw be langrijke kapitalen te investeren. Wij zullen dan ook wel niet ver mis tasten als wij er van uitgaan dat een belangrijke opvoering van onze export slechts Kan worden verkre gen door het investeren van enor me kapitalen. Slechts op deze wijze kan de industrialisatie van ons land worden bereikt. Wie zal investeren en waar deze kapitalen vandaan moeten komen is een vraag die -- als de tekenen niet bedriegen in de komende maanden centraal ge steld zal worden. door r ALGEMENE PRODUCTIE VAN OE INOUSTRlE 1 wethouder van Amersfoort Vy Arbeidsinkomen Van grote betekenis is in dit ver band een berekening van de verde ling van het nationale inkomen door het Centraal Bureau voor de Statis tiek. Hieruit zou blijken dat het aandeel in het nationale inkomen van lonen, salarissen en sociale las ten in 1929, 1938 en 1946 respectieve lijk bedroeg 45%, 47% en 58% Gaat men het probleem van de te geringe investeringen met deze cij fers te lijf, dan concludeert men dat een te groot deel van ons nationale inkomen voor consumptieve doel einden wordt gebruikt. De inko mensgroep „arbeid" spaart name lijk niet, welke gewoonte nog ver sterkt wordt door het verlangen de door de oorlog veroorzaakte achter stand in te halen. De ondernemers hebben door de hoge belastingdruk geen lust grote risico s te nemen die onvermijdelijk zijn bij investerin gen, terwijl zij daardoor tevens wei nig belang hebben inj een zuinig bedrijfsbeheer. De oplossing van het invcstc- ringsprobleem zou dan onvermij delijk moeten zijn een verlaging van het reële loon cn ccn verminde ring van dc winstbelasting. Aange zien de arbeidsmarkt reeds verza digd schijnt cn het niet tot de on mogelijkheden behoort dat men uit de seizoenwerkloosheid een beperkt aantal werklozen van 50- tot 100 000 overhoudt, zou men dit gaarne als een welkom middel aangrijpen om bovenbedoelde oplossing wat ge makkelijker door te drukken om bovendien de arbeidsproductiviteit te kunnen opvoeren. Onjuiste oplossing Al heeft dan het intrekken van een deel van de subsidies op het le vensmiddelenpakket cn de toeslag van een gulden tot een zekere so ciale onrust aanleiding gegeven, toch lijkt het niet onmogelijk, dat als de toestand op de arbeidsmarkt zich wijzigt, bovenbedoelde oplos sing met minder weerstand zou kunnen worden doorgevoerd. Deze oplossing zal des te gereder worden aanvaard, omdat de mens van na- <*neigd is de weg van de min ste weerstand ic kiezen. De oplos sing van het investeringsvraagstuk is echter onjuist omdat zij voor de ondernemer terugkeert naar vroe gere verhoudingen, maar op de zwakste groep dc naoorlogse, cen traal geleide loonpolitiek toepast waardoor de arbeider van over heidswege in zun consumptie wordt beperkt. De rechtvaardiging van deze oplossing wordt hierin ge zocht dat het individuele arbeidsin komen 5% hoger zou liggen dan in 1938, zoals onlangs in de vakpers IN de jaren vóór de oorlog was de handelsbalans van de Indonesi sche Archipel actief, d.w.z. dat de opbrengsten uit de uitvoer met die voor ,aan het buitenland verleende diensten groter was dan de voor de invoer benodigde uitgaven. Naar de uiterlijke schijn was in de twinti ger jaren ook de handelsbalans t a v. Nederland actief. In feite gaf deze balans echter geen juist beeld. Talrijke goederen nl. die naar Ne derland werden uitgevoerd, waren zogenaamde ordergoederen, welke onderweg naar elders werden ver scheept en dus nimmer Nederland bereikten. In werkelijkheid had de uitvoer uit Indonesië naar Neder land een geringere waarde dan de uit Nederland in de Archipel geïm porteerde artikelen. Na 1930 veran derde deze situatie. Nederland ex porteerde belangrijk minder naar Indonesië, doordat de Japanse con currentie de Nederlandsè expor teurs voor een belangrijk deel van de Indonesische markt had verdre ven. Anderzijds verminderde ook ae Indonesische export naar het moe derland tengevolge van de crisis, welke een zeer scherpe prijsdaling van koloniale producten tengevolge had. Zo kreeg Indonesië ten opzich te van Nederland een werkelijk ac tieve handelsbalans. Dit zou zo zijn gebleven indien de Indische Rege ring met in 1934 een aantal alge mene invoerbeperkingen had inge steld Deze invoerbeperkingen leid den er toe, dat de import uit an dere landen dan Nederland geleide lijk minder werd. Die uit Neder land daarentegen werd meer. Het uitvoersaldo t.a.v. ons land ging over m een importsaldo. ZIJ die verwacht hadden, dat de handel met Indonesië spoedig na de bevrijding weer hersteld zou worden, zijn bedrogen uitgekomen. De oorlogsverwoestingen, alsmede de door de Japanners doorgevoerde omschakeling van de productie van plantagegewassen als rubber, koffie e.d op voedingsgewassen, maakten een normale productie gedurende de periode onmiddellijk na de oor log onmogelijk. Vanzelfsprekend deed ook de politieke situatie af breuk aan een normale opleving van het economische leven Toch kwam, de omstandigheden in weer een vrij geregeld goederen verkeer tussen Indonesië en het moederland tot stand. Deze handel heeft plaats volgens ramingslijsten, welke steeds voor een jaar worden opgesteld door het Coördinatie Col lege. In dit college hebben als Ne derlandse vertegenwoordigers zit ting de Ministers van Economische Zaken, Financiën en Landbouw, bijgestaan door adviseurs. Indone sië is vertegenwoordigd door de Secretarissen van Economische Za ken, Verkeer en Waterstaat en Fi nanciën cn hun adviseurs. In 1946 bedroeg de Indonesische export naar Nederland al weer bij na 20 millioen gulden, waartegen over een import uit Nederland stond van ruim 26 millioen gulden. Ruim een derde deel van de uit voer bestond uit copra. Andere be langrijke producten waren: diverse ertsen, tin en rubber. Nederland exporteerde naar Indonesië voorna melijk levensmiddelen, textiel en andere consumentengoederen. In 1947 sloeg de balans om in het voordeel van Indonesië. Tegenover een Nederlandse import van 133 millioen gulden wist het een export te stellen van niet minder dan 197 millioen gulden. Weer was copra het voornaamste exportartikel n.l. tot een bedrag van niet minder dan 84 millioen gulden. In de eerste ne gen maanden van 1948 bedroeg de export naar Nederland 214 millioen gulden, tegen een import van 145 millioen gulden. VOOR de periode van October 1948 tot October 1949 is de in voer in Nederland uit Indonesië ge raamd op 300 millioen gulden tegenover een invoer in Indone sië van 250 millioen gulden. Dit betekent een verruiming van het handelsverkeer met ongeveer 50% vergeleken bij de vorige periode. De invoer in Nederland zal voorna melijk betrekking hebben op grond stoffen, w.o. 200.000 ton copra, 40.000 ton palmolie, 15.000 ton palmpitten en 18.000 ton grond- noten. Voorts zal Indonesië be langrijke hoeveelheden thee, foe lie, huiden en vellen, aetherische oliën, tin, kapok vezels en rubber leveren. Nederland zal als belang rijkste product textiel naar Indone sië exporteren en wel tot een be drag van 80 millioen guldon. Voorts electrotechnische artikelen en di verse landbouw-lndustriele artike len (zoals vlees en visconscrven. ge condenseerde melk en gedroogde groenten, jams cn biscuit), chemi sche producten, metaalwaren, etc. een belangrijKe plaats innemen. De ontwikkeling van het handels verkeer tussen Nederland en Indo nesië komt beide landen ten goede. Nederland kan de grondstoffen, die het voor zijn industrie zo dringend nodig heeft, nu weer in enigszins ruimere mate importeren, terwijl anderzijds Indonesië grotere hoe veelheden consumentengoederen kan betrekken, welke het voor de voorziening van de bevolking zo hoog nodig heeft. werd berekend. Het is cc!.ter de vraag of dit percentage wel juist is. Gestela. dat men in 1949 toch in deze richting gaat werken, dan zou dit niet alleen onrechtvaardig zijn, maar het zou bovendien van weinig visie getuigen als men voor een ge deelte van de bevolking terugkeer de tot een individualistische inves teringspolitiek terwijl wij leven in een tijd waarin men deze nog nau welijks nationaal kan voeren, aan gezien het investeringsvraagstuk bezig is uit te "roeien tol een West- Europees probleem. Oudejaarsraadsels voor de jeugd Ditmaal eens een groot raadsel voor de jonge lezers van ons blad. Vadertje Tijd heeft op zijn leitje negen vragen geschreven, waarop het goede antwoord gegeven moet v/orden. Laat eens zien hoe pienter jullie bent, dan gaan wc vol ver trouwen het jaar 1949 in. Hier zijn dc raadsels: 1.Als 8 personen op Oudejaars avond allen met elkaar klinken, hoeveel maal worden dan twee glazen tegen elkaar gestoten'' 2. Moeder komt thuis cn heeft aog maar 1 lucifer. Hiermede moet ze de kachel, het gasstel cn het theelichtje aansteken. Wat steekt ze nu het eerst aan? 3. Als men 6 kaarsen aansteekt en men blaast er 4 van uit, hoeveel blijven er dan over? 4 Noem eens drie soorten nagels. 5 Welk cijfer vind je het minst op de wijzerplaat van horloges? 6. Als je fietst, legt de ene band een grotere afstand af dan de andere. Welke is die ene banu en hoe komt dat? 7. Hoe veel poten heeft een knor haan? 8. Wie gaat door te werken steeds achteruit? 9. Wat is duurder: 2 vriendjes één maal mee te nemen naar het cir cus of 1 vriendje tweemaal? 'uadoM Iiazal jooa afijeoj uoo iroui aa/Ai >joo looui uep juc.w 'japjnnp 8( UOUJOUOOUl OfpUO|JA J (CCU1 03A\1 6 •J05(CU1U01C1)S OQ e srip-iKuinX *IÏUX :uiceu asufpeq axujop op jaui s|A vo» 8| U8«i(jouh uag uooq i_ uoiuouoSjoao pi-uioi -ipe jbq Joop ïaju uapjoAv uo;qaoq uo ua8uiJ98u||s •luiain 3jic juc.w 'je puGjs -;c ojsioojS op )8oi pucqjoo.\ oa 0 jozftMopuooos op sicctd oip do iiz 8|n.v\>np juc.w *9 oa g qoSou -pjnJij loïcujtuqn {o3cujo3u|a 'do uopucjq z dJopuc op juc.w t C Jdjpni op jsjoo JifuinnjCN z '$Z o L x 8 8[OA08fia uoiojs oi jee>t[d uojo; uazojg op iccui joop uo>iuii>i >if|ia3oi z snp ftqiBOAV 'uojjujijI UOJOpue i JOUl 19oui Jopoi "TCBUI 8o l :S[aspccjJopu]}( ua3ujssO|oo nr^y Y4- -r-v - amg.' PIGIL0 aanmerking genomen, redelijk snel zullen in de Nederlandse export '+J? /feVr* Rechercheur Grijpmans had eigenlijk het land. omdat hij al drie maanden naar Kobus de Slim me had gezocht. Het Oudejaar had hij zo graag goed willen afsluiten. Maar op de laatste avond van het jaar belde commissaris Slatoe hem op: „Zeg Grijpmans, het is spijtig voor je jongen, maar we hebben zojuist Manke Karei ge pakt en deze beruchte zakkenroller had in zijn zak een briefje, in de vorm van een rebus. We vermoe den dat de inhoud van die rebus op Kobus de Slimme betrekking heeft en ik zou je willen vragen je Oudejaarsavond op te offeren om te proberen de rebus te ontcijferen en alsnog je jaar goed te beslui ten." Inderdaad ging rechercheur Grijp mans op pad. Hij ontcijferde dc rebus en pakte Kobus de Slimme nog in de kraag. Zijn Oudejaars avond, die weliswaar laat begon, was er goed door geworden. We vragen nu onze lezers: Wat behelst de rebus voor mededeling? Voor goede oplossers stellen wü prij zen beschikbaar, een van 5.— cn tweo van I 2.50. Oplossingen aan de puzzlc- redactic van ons blad. uiterlijk Don derdags. liefst per briefkaart waarop ln de linker-bovonhoek vermeld staat: Zaterdagse puzzle. OPLOSSING VAN OE VORIGE WEEK Oplossing: Kerstboodschap van H.M. Koningin Wilhelmlna 1944. „Kerstmis ls het feest der beloften: ook van de belofte aan ons van een betere toekomst, waarvan wtj hopen en mogen verwachten dat zij spoedig zal aanbreken. Ook nog ln andere zin ls ons Kerstfeest rijk aan beloften; het belooft ons de eindoverwinning van het goede over het kwade."

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1948 | | pagina 7