DE GROTE MISREKENING
VAN MOSKOU
In
het komende jaar
valt nog heel wat
werk te verrichten
Neerlands economie in
het afgelopen jaar
s g]W
HANDEL MET INDONESIË
is na de oorlog geleidelijk
weer toegenomen
Europa in 1948
Wat in 1949 het
meest nodig is
Export bleef het zwakke punt
door Prof. dr. C. D. J. Brandt
J. Koopman
door M. A. REINALDA
Commissaris der Koningin in de provincie Utrecl't
[_1 ET oude jaar gaat heen en
het nieuwe komt in een
wereld vol van ernstige woelin
gen en verschuivingen.
Met grote energie, vol durl
en tegelijk met ingetogenheid
verricht de bevolking van on*
kleine land zijn taak, welke heel
zwaar drukt.
In dorpen en steden werkei
allerlei krachten mede aan ha
nieuw komende, dat vaak no>
vaag en nauwelijks zichtbaar i
Velen verrichten hun arbeid
bewust van de betekenis daai
van, onder toch heel mooi
lijke omstandigheden. Maat
hoe moeilijk die omstandighe
den ook zijn, men wil medewcr
ken in constructieve zin, omd.n
men weet dat afbraak, tegen
werking en destructie het tegen
deel voortbrengen van wat men
daarvan wel eens verwacht.
Temidden van al deze om- P
standigheden groeit in ons land de behoeften van ons
een sociale wetgeving, een ver
deling van het volksinkomen zo
als we ons die jaren her niet noodzaak om de jongeren vak
konden voorstellen. technisch op te leiden voor
Ook in ons gewest neemt het dic toenemende industrialisatie,
aantal dergenen die willen me- Mogen meer dan tot dusver
dewerken aan een organische jongeren zich geroepen achten
ontwikkeling toe, zowel op het om zich te bekwamen door vak-
platteland als in de steden. arbeid.
Maar er valt in het komende Ook in sociaal opzicht wacht
jaar nog heel wat werk te ver- ons in het volgend jaar weer
richten. veel werk. Want de noden lig-
Daar is allereerst het bcnau- gen op velerlei terrein,
wende vraagstuk van de huis- Bij de aanvang van het nieu-
vesting. Hoewel de achterstand we jaar hoop ik dat ieder voor
nog hcél erg is, er zit schot in zich veel geluk en voorspoed
de woningbouwOok in het moge ondervinden en dat ieder
komende jaar mag de energie zich geroepen zal voelen ook
i om voort te gaan met het bou- veel voor anderen te doen.
wen van woningen niet verflau
wen.
Dan de opvoering van onze
productie. Ons dichtbevolkte
land vereist een grote mate vari
agrarische en industriële pro
ductie en uitvoer ten einde in
volk te
daar de
Ï-TeT jaar 1948 heeft ons weer
1A duidelijk geleerd, dan vorige
jaren, dat binnenlandse en buiten
landse politiek niet zijn te scheiden.
Het belangrijkste probleem van
binnenlands-politieke aard, was
de Benelux. Dat illustreert mijn
stelling wol treffend. De gehele lei--
ding de* economie, de loon- en
prijspolitiek, de noodzakelijke in
passing van het sociale in het eco
nomische dit alles is in dit
licht behandeld en tot klaarheid
gebracht.
Het is goed, hieruit de conse
quenties te trekken, ook b.v. voor
de oplossing van het probleem
Duitsland. Alleen in het bovenna
tionale licht kan die oplossing ge
vonden worden.
En het Indonesische vraagstuk?
Hoever lijkt trie oplossing nog weg!
Wij zitten nog middenin een fase,
die ons bitter zwaar ligt. Het gaat
echter veel te ver, te beweren, dat
onze Indonesië-politiek nu mislukt
is. De beginselen van Linggadjati
zijn overeind geb even; de moei
lijkheden, om ze uit te voeren, zijn
aan de ene kant vergroot, aan de
andere kant verkleind. Laten we
dit eerlijk erkennen. Onze ver
plichting, om ze te verwc tnlijken.
blijft dus volledig overeind staan.
De liquidatie van een koloniaal
stelsel gaat nu eenmaal niet zonder
schokken. Die schokken moeten wij
gezamenlij opvangen. Maar ook
hier is het zich opheffen boven de
zuiver-nationale sfeer de voor
waarde, om te komen, tot wat wij
zo vurig voor 1949 /ensen: een
constructieve oplossing
van het Indonesische
vraagstuk.
Jhr. mr. M. v. d. Goes v. Naters.
Uil de Boekenmolen
„Het wisselend jaargetij"
Onze medewerker Rinke Tol- j
man heeft bij de uitgeverij Born I
te Assen een prachtige verzameling
van zijn natuurhistorische schet
sen het licht doen zien, onder de
titel „Het wisselend jaargetij". Hij
voert zijn lezers als het ware ven
dag tot dag door de natuur en laat
hen bij elk seizoen iets moois, iets
nuttigs zien.
Wij behoeven dit boek niet bij
onze lezers aan te bevelen; zij ken
nen zijn aantrekkelijke wijze van
schrijven en zijn grondige kennis
van de natuur. In „Het wisselend
jaargetij" vindt men een bonte
reeks onderwerpen behandeld en
verlucht met foto's van Jan Strijbos
en anderen. Dat Tolman vooral
in de omgeving van Utrecht, in
de Betuwe, in Culemborg, in
het Utrechts-Gelderse grensgebied
heeft geëxploreerd maakt zijn boek
voor onze lezers des te aantrekke-
liiker. Zij zullen er telkens weer
hun eigen streek in terugvinden en
met Tolman als gids aan het genie
ten en bewonderen gaan.
„De hand der bandelozen"
Door Hans Pcnnarts (Ultg A. Voor
hoeve, Rotterdam).
Als Pcnnarts met dit boek bedoeld
heeft, de jeugd van na de oorlog meer
verantwoordelijkheid bij te brengen,
dan Is hij hierin ten volle geslaagd. Op
speelse wijze wil hij de luchthartigheid
van de enigszins door de oorlog uit
hun evenwicht geslagen Jongelui, weer
weg schrijven cn hun tekortkomingen
voorhouden. Op humoristische wijze
schildert Pcnnarts de sUchtlng van een
orkestclubje, cn avontuur op avontuur,
streek op streek volgt. Vooral de ont
groening van een nieuw lid. dat in de
„club" wil opgenomen worden is kos
telijk en meesterlijk beschreven. Naast
de humor komen cr ook moeilijkheden,
maar de weergave van de conflicten is
met dc sterkste zijde van Pcnnarts vcr-
telkrant.
1 Soc Democr 5 Liberalen
2 Communrslen 6 Conservatieven
3 Christehjken 7 Boeren partijen
4 Katholieken 8 Nationalisten
Uitslag 47of-46 a Behaalde zetels
ZZAVonge uitslag mBehaald percentage
1948JAAR VAN VERKIEZINGEN IN EUROPA
DRIE en een half jaar na de capi
tulatie van Duitsland en Japan
Is „vrede op aarde" nog altijd een
vrome wens, de ontwikkeling van
de wereld in de zes jaren van de
oorlog is zo groot geweest, dat de
helft van die tijd niet voldoende was
om de nieuwe stabilisatie, onmis
bare voorwaarde voor de vrede, te
vinden. De „koude oorlog", die in
midden 1945 een aanvang nam, is
ook in 1948 op alle fronten voortge
zet, ja hij is zeker in intensiteit en
vermoedelijk in omvang nog toege
nomen, in het bijzonder op de twee
voornaamste punten: Europa en het
Verre Oosten. Speciaal op het Euro
pese front, dat ons alleen al van
wege de waarheid, dat het hemd
nader is dan de rok. het meeste be
lang inboezemt, is de strijd hevig en
de spanning groot geweest, zo hevig
en zo groot, dat bij velen onzer vaak
de gedachte is boven gekomen, dat 't
welhaast tot een ontlading in een
oorlog moest komen, ja dat som
migen in bittere ernst niet alleen
met de gedachte aan een preventieve
oorlog hebben gespeeld, maar zich
zelfs vertrouwd hebben gemaakt met
de idee. dat dit de enige oplossing
voor ons werelddeel zou kunnen
zijn.
Twee oorzaken zijn het, die deze
verheviging van de koude oorlog
aan het Europese front kunnen ver
klaren, twee oorzaken, welke niet
naast elkaar, maar in onderlinge
wisselwerking dienen te worden ge
zien. In de loop van 1947 hebben de
Ver. Staten, na de oorlog plotseling
op de leidende plaats in de wereld
gesteld en tegen die nieuwe taak
geestelijk aanvankelijk niet opge
wassen, in het begin bepaald hulpe
loos tegenover het door hen niet
verwachte verschijnsel van de Sow-
jetpolitiek van agressie en chicanes,
gehandicapt bovendien door de tra
ditie van wjjlen Roosevelts illusies
en concessies, na moeizaam zoeken
het antwoord op de Russische poli
tiek gevonden. President Truman
en zijn State Department gingen een
politiek van „containment", dat is
van tegenhouden op alle fronten voe
ren. Een in wezen defensieve poli
tiek. maar die omdat de beste ver
dediging nog altijd de aanval is, te
gelijk een offensief karakter had. De
Truman-doctrine van Maart 1947, de
speech van Marshall van Juni van
dat jaar, waarin hij de beginselen
van het naar hem genoemde hulp
plan voor Europa uitstippelde en de
voorstellen, welke de Amerikaanse
staatssecretaris op de Alg. Vergade
ring der Ver. Naties ter tafel bracht,
waren voor de wereld even zovele
bewijzen, dat Washington zijn weg
had gevonden endat het initia
tief in de koude oorlog bezig was in
zijn handen over te gaan.
Voor de heren van het Kremlin
betekende dit de wetenschap, dat de
tijd, dat zij practisch hun gang kon
den gaan voorbij was. Aan het begin
van het afgelopen jaar stonden zij
dus voor de keuze:
of de omstandigheid, dat hun
politiek over de hele linie een
tegenstander tegen hen in het veld
had gebracht, die op zijn minst
genomen tegen hen opgewassen
den en daaruit de conclusie trekken,
dat de tijd voor hen gekomen was
om de koude oorlog te vervangen
door een vrede op dc grondslag van
de status quo (daarbij aannemend,
dat de Amerikanen nog bereid zou
den zijn op de basis van die status
quo te onderhandelen),
of de strijd op alle fronten voort
te zetten en wel offensief ten einde
de tegenpartij vóór te zijn en de
eigen stelling nog zoveel mogelijk
te verbeteren, wanneer het tot een
accoord op de grondslag voor de sta
tus que zou moeten komen,
of tenslotte de strijd op bepaalde
fronten verder te laten rusten en alle
aandacht en krachten te concentre
ren op die gedeelten van de lange
linie, die het meeste succes be
loofden.
MOSKOU heeft de tweede van
deze wegen gekozen. Waarom?
Omdat de mannen van het Polit-
VERSCHEEPTE GOEDEREN VOLGENS HET MARSHALLPLAN
bureau niet geloofden in de ernst en
de kracht van de nieuwe Ameri
kaanse politiek, omdat zij op grond
van hun Stalinistisch dogma een
spoedige economische crisis in het
bolwerk van het kapitalisme ver
wachtten en last not least, omdat zij
op grond van ervaring er op meen
den te kunnen rekenen, dat in het
jaar voor dc presidentsverkiezingen
een rechtlijnige, vastberaden Ame
rikaanse politiek eenvoudig uitge
sloten was.
Deze keuze van de Sow jetunie
was een van de twee hierboven ge
noemde oorzaken van de verscher
ping van de koude oorlog in 1948.
Misschien nog niet eens zozeer deze
keus op zichzelf, dan wel het feit.
dat er een misrekening aan ten
grondslag lag. Want Stalin, Molotof
en Zjdanof hebben de situatie en
het spel der krachten in de Ver.
Staten en daarmee de Amerikaanse
politiek voor 1948 volkomen ver
keerd beoordeeld. Dit is zelfs zo be
langrijk, dat wij 1948 in Europa met
goede gronden zelfs als het jaar van
de grote misrekening van Moskou
mogen karakteriseren.
Echec is op échec in de politiek
van de Sowjetunie ten aanzien van
Europa gevolgd. De eerste actie, dc
totale gelijkschakeling van Tsjecho-
slowakije, dat reeds voor vier vijf
de achter de Sowjetlinies lag, was
tenminste nog een (schijn) succes,
maar de plaatselijke offensieven te
gen het plan-Marshall in Italië en
Frankrijk werden een mislukking
en de poging om het Niemandsland
(of wil men: Allemansland) Berlijn
te veroveren werd het grootste fias
co van allemaal.
Niet alleen werden deze offensie
ven van Moskou op zichzelf een
mislukking, omdat het front van dc
tegenpartij nergens werd doorbro
ken, maar zij maakten bovendien dit
front pas recht sterk. En daarmee
komen we aan de tweede oorzaak
van de verheviging van de strijd in
de Europese koude oorlog, die recht
streeks uit de eerste voortvloeit. De
Westeuropese staten, die zagen, dat
het Washington ernst was en het ge
vaar, dat hen van Moskou bedreig
de, eindelijk" in zijn volle omvang
onderkenden, sloten zich in 1948
aaneen. Ja, niet slechts aaneen,
want dit was nog maar een eerste
stap, maar zij lieten ook de gevaar
lijke illusie, dat zij op hun eentje
op dit moment een politiek van de
zgn. Derde Macht tussen de Grote
Twee in konden voeren, los voor de
harde werkelijkheid, die hun geen
ander alternatief liet dan aanslui
ting bij de Ver. Staten ofonder
gaan.
Deze eenheid in wording van
West-Europa, ja van het Westen
in politiek, economisch en militair
opzicht is de tweede karakteristiek
van het jaar 1948 voor ons wereld
deel. Het is nog maar een eenheid
in wording en het is er nog
verre van, dat de voltooiing van deze
ontwikkeling in het zicht is, maar
de eerste stappen zijn gedaan en het
belang hiervan voor de naaste toe
komst, b.v. voor de overgang van de
toestand van koude oorlog naar die
van vrede kan heel groot zijn.
Want het is tenslotte niet ondenk
baar, dat de heren van het Kremlin,
die op 1 Jan. 1949 voor precies de
zelfde keus staan als een jaar ge-
den, die van kiezen tussen de boven
onderscheiden drie wegen, thans, ge
leerd door de ervaring van hun mis
rekening anno 1948 niet de tweede
weg inslaan, maar de eerste, wat het
mooiste zou zijn, wat de wereld zou
kunnen gebeuren, doch wat ik niet
verwacht, of dc derde (staking van
de strijd aan één front!), waarvoor
in de gewijzigde omstandigneden
wellicht Europa zou kunnen worden
uitverkoren.
Maar daarvoor zijn twee dingen
nodig:
le dat dc Ver. Staten en West-
Europa geen twijfel overlaten aan
hun wil om één te zijn.
e dat zelfs de machthebbers in
Moskou met hun door hen, zelfver
kozen. isolement steeds groeiend
gebrek aan begrip voor de gedach
ten cn de daden van anderen zich
niet opnieuw verrekenen.
S de ontwikkeling van het eco
nomische leven in Nederland ge
durende het jaar 1948 van die aard
geweest dat wij met vertrouwen het
komende jaar tegemoet kunnen
gaan? Het is een vraag die bij velen
gedurende de jaarwisseling zal op
komen. Een vraag echter die niet
gemakkelijk te Beantwoorden ls.
Het aantal factoren dat de toekomst
beïnvloedt is dermate groot, de
krachtsverhoudingen, nationaal zo
wel als internationaal zijn zo onze
ker. dat een concreet antwoord
zelfs niet te geven is.
Over het afgelopen jaar kunnen
wij in zekere mate tevreden zijn.
De industriële productie steeg en
kwam belangrijk boven het voor
oorlogse niveau. Wel is waar bleef
onze productie ten achter bij de ons
omringende landen, maar dc
destructie was bij ons ook het
grootst Hiermede rekening houdend
steeg onze productie in procenten
zelfs het meest van alle landen van
West-Europa. Het herstel van ons
land vorderde dan ook gestadig ter
wijl de arbeldsvrede een voorbeeld
was voor ons continent.
Het zwakke punt in onze econo
mie blijft echter onze export. Voor
dc oorlog mocht onze handelsbalans
een tekort aanwijzen, omdat wij dit
uit andere inkomstenbronnen kon
den betalen. Een belangrijk deel van
deze inkomstenbronnen is opge
droogd. zodat het tekort op onze
handelsbalans door crcdiet moest
worden gedekt. Gering is dit niet.
Dit tekort zal liggen tussen 2000 er
2400 millioen gulden voor het jaar
1948. Gedurende dc eerste jaren zal
dit. dank zü de Marshall-hulp, niet
tot een dcbScle leiden. Maar als in
1952 deze hulp wegvalt zal zich een
zodanige structuurwijziging van one
economisch leven voltrokken moe
ten hebben dat wij op eigen benen
kunnen staan Dit zal het geval ziin
als onze export zodanig wordt ver
hoogd dat onze betalingsbalans in
evenwicht ls. Hoe kunnen wij dat
bereiken?
Productiviteit
M meer te exporteren, zullen
wij meer moeten produceren
of minder moeten consumeren of
misschien zowel het een als het an
der. Een belangrijke factor is hier
bij de arbeidsproductiviteit. Gedu
rende de laatste jaren steeg de ar
beidsproductiviteit wel is waar niet
onbelangrijk, doch zij blijft nog ver
achter bij vele landen in West-Euro
pa. Voor 1946, 1947 cn 1948 bedroeg
de arbeidsproductiviteit respectieve
lijk 70, 77 on 82% van voor dc oor
log. Ondanks een stijging over bo
vengenoemde jaren van 17H?rt Nfft
do arbeidsproductiviteit «*us belang
rijk lager dan vroeger Van invloed
hierop is o.a. ccn zekere arbeidson-
lust. onregelmatige aanvoer van
grondstoffen en dergelijke, cn een
verouderd machinepark.
Er is. voor zover bekend, geen
publicatie waarin het gewicht van
dc verschillende factoren wordt be
rekend. zodat wij in het duister tas
ton over de vraag waar de belang-
dustriecn. waar de arbddsproduc
riikste oorzaak ligt Er zijn echter
gegevens bekend van enkele in-
tivitcit die van het vooroorlogse peil
overschrijdt. Dit zijn industrieën
waar men dank zij de medewer
king van de overheid in dc ge
legenheid is gesteld opnieuw be
langrijke kapitalen te investeren.
Wij zullen dan ook wel niet ver mis
tasten als wij er van uitgaan dat
een belangrijke opvoering van onze
export slechts Kan worden verkre
gen door het investeren van enor
me kapitalen. Slechts op deze wijze
kan de industrialisatie van ons land
worden bereikt. Wie zal investeren
en waar deze kapitalen vandaan
moeten komen is een vraag die --
als de tekenen niet bedriegen in
de komende maanden centraal ge
steld zal worden.
door
r ALGEMENE PRODUCTIE VAN OE INOUSTRlE 1
wethouder van
Amersfoort
Vy
Arbeidsinkomen
Van grote betekenis is in dit ver
band een berekening van de verde
ling van het nationale inkomen door
het Centraal Bureau voor de Statis
tiek. Hieruit zou blijken dat het
aandeel in het nationale inkomen
van lonen, salarissen en sociale las
ten in 1929, 1938 en 1946 respectieve
lijk bedroeg 45%, 47% en 58%
Gaat men het probleem van de te
geringe investeringen met deze cij
fers te lijf, dan concludeert men dat
een te groot deel van ons nationale
inkomen voor consumptieve doel
einden wordt gebruikt. De inko
mensgroep „arbeid" spaart name
lijk niet, welke gewoonte nog ver
sterkt wordt door het verlangen de
door de oorlog veroorzaakte achter
stand in te halen. De ondernemers
hebben door de hoge belastingdruk
geen lust grote risico s te nemen die
onvermijdelijk zijn bij investerin
gen, terwijl zij daardoor tevens wei
nig belang hebben inj een zuinig
bedrijfsbeheer.
De oplossing van het invcstc-
ringsprobleem zou dan onvermij
delijk moeten zijn een verlaging
van het reële loon cn ccn verminde
ring van dc winstbelasting. Aange
zien de arbeidsmarkt reeds verza
digd schijnt cn het niet tot de on
mogelijkheden behoort dat men uit
de seizoenwerkloosheid een beperkt
aantal werklozen van 50- tot 100 000
overhoudt, zou men dit gaarne als
een welkom middel aangrijpen om
bovenbedoelde oplossing wat ge
makkelijker door te drukken om
bovendien de arbeidsproductiviteit
te kunnen opvoeren.
Onjuiste oplossing
Al heeft dan het intrekken van
een deel van de subsidies op het le
vensmiddelenpakket cn de toeslag
van een gulden tot een zekere so
ciale onrust aanleiding gegeven,
toch lijkt het niet onmogelijk, dat
als de toestand op de arbeidsmarkt
zich wijzigt, bovenbedoelde oplos
sing met minder weerstand zou
kunnen worden doorgevoerd. Deze
oplossing zal des te gereder worden
aanvaard, omdat de mens van na-
<*neigd is de weg van de min
ste weerstand ic kiezen. De oplos
sing van het investeringsvraagstuk
is echter onjuist omdat zij voor de
ondernemer terugkeert naar vroe
gere verhoudingen, maar op de
zwakste groep dc naoorlogse, cen
traal geleide loonpolitiek toepast
waardoor de arbeider van over
heidswege in zun consumptie wordt
beperkt. De rechtvaardiging van
deze oplossing wordt hierin ge
zocht dat het individuele arbeidsin
komen 5% hoger zou liggen dan in
1938, zoals onlangs in de vakpers
IN de jaren vóór de oorlog was de
handelsbalans van de Indonesi
sche Archipel actief, d.w.z. dat de
opbrengsten uit de uitvoer met die
voor ,aan het buitenland verleende
diensten groter was dan de voor de
invoer benodigde uitgaven. Naar de
uiterlijke schijn was in de twinti
ger jaren ook de handelsbalans
t a v. Nederland actief. In feite gaf
deze balans echter geen juist beeld.
Talrijke goederen nl. die naar Ne
derland werden uitgevoerd, waren
zogenaamde ordergoederen, welke
onderweg naar elders werden ver
scheept en dus nimmer Nederland
bereikten. In werkelijkheid had de
uitvoer uit Indonesië naar Neder
land een geringere waarde dan de
uit Nederland in de Archipel geïm
porteerde artikelen. Na 1930 veran
derde deze situatie. Nederland ex
porteerde belangrijk minder naar
Indonesië, doordat de Japanse con
currentie de Nederlandsè expor
teurs voor een belangrijk deel van
de Indonesische markt had verdre
ven. Anderzijds verminderde ook ae
Indonesische export naar het moe
derland tengevolge van de crisis,
welke een zeer scherpe prijsdaling
van koloniale producten tengevolge
had. Zo kreeg Indonesië ten opzich
te van Nederland een werkelijk ac
tieve handelsbalans. Dit zou zo zijn
gebleven indien de Indische Rege
ring met in 1934 een aantal alge
mene invoerbeperkingen had inge
steld Deze invoerbeperkingen leid
den er toe, dat de import uit an
dere landen dan Nederland geleide
lijk minder werd. Die uit Neder
land daarentegen werd meer. Het
uitvoersaldo t.a.v. ons land ging
over m een importsaldo.
ZIJ die verwacht hadden, dat de
handel met Indonesië spoedig
na de bevrijding weer hersteld zou
worden, zijn bedrogen uitgekomen.
De oorlogsverwoestingen, alsmede
de door de Japanners doorgevoerde
omschakeling van de productie van
plantagegewassen als rubber, koffie
e.d op voedingsgewassen, maakten
een normale productie gedurende
de periode onmiddellijk na de oor
log onmogelijk. Vanzelfsprekend
deed ook de politieke situatie af
breuk aan een normale opleving
van het economische leven
Toch kwam, de omstandigheden in
weer een vrij geregeld goederen
verkeer tussen Indonesië en het
moederland tot stand. Deze handel
heeft plaats volgens ramingslijsten,
welke steeds voor een jaar worden
opgesteld door het Coördinatie Col
lege. In dit college hebben als Ne
derlandse vertegenwoordigers zit
ting de Ministers van Economische
Zaken, Financiën en Landbouw,
bijgestaan door adviseurs. Indone
sië is vertegenwoordigd door de
Secretarissen van Economische Za
ken, Verkeer en Waterstaat en Fi
nanciën cn hun adviseurs.
In 1946 bedroeg de Indonesische
export naar Nederland al weer bij
na 20 millioen gulden, waartegen
over een import uit Nederland
stond van ruim 26 millioen gulden.
Ruim een derde deel van de uit
voer bestond uit copra. Andere be
langrijke producten waren: diverse
ertsen, tin en rubber. Nederland
exporteerde naar Indonesië voorna
melijk levensmiddelen, textiel en
andere consumentengoederen. In
1947 sloeg de balans om in het
voordeel van Indonesië. Tegenover
een Nederlandse import van 133
millioen gulden wist het een export
te stellen van niet minder dan 197
millioen gulden. Weer was copra
het voornaamste exportartikel n.l.
tot een bedrag van niet minder dan
84 millioen gulden. In de eerste ne
gen maanden van 1948 bedroeg de
export naar Nederland 214 millioen
gulden, tegen een import van 145
millioen gulden.
VOOR de periode van October
1948 tot October 1949 is de in
voer in Nederland uit Indonesië ge
raamd op 300 millioen gulden
tegenover een invoer in Indone
sië van 250 millioen gulden. Dit
betekent een verruiming van het
handelsverkeer met ongeveer 50%
vergeleken bij de vorige periode.
De invoer in Nederland zal voorna
melijk betrekking hebben op grond
stoffen, w.o. 200.000 ton copra,
40.000 ton palmolie, 15.000 ton
palmpitten en 18.000 ton grond-
noten. Voorts zal Indonesië be
langrijke hoeveelheden thee, foe
lie, huiden en vellen, aetherische
oliën, tin, kapok vezels en rubber
leveren. Nederland zal als belang
rijkste product textiel naar Indone
sië exporteren en wel tot een be
drag van 80 millioen guldon. Voorts
electrotechnische artikelen en di
verse landbouw-lndustriele artike
len (zoals vlees en visconscrven. ge
condenseerde melk en gedroogde
groenten, jams cn biscuit), chemi
sche producten, metaalwaren, etc.
een belangrijKe plaats innemen.
De ontwikkeling van het handels
verkeer tussen Nederland en Indo
nesië komt beide landen ten goede.
Nederland kan de grondstoffen, die
het voor zijn industrie zo dringend
nodig heeft, nu weer in enigszins
ruimere mate importeren, terwijl
anderzijds Indonesië grotere hoe
veelheden consumentengoederen
kan betrekken, welke het voor de
voorziening van de bevolking zo
hoog nodig heeft.
werd berekend. Het is cc!.ter de
vraag of dit percentage wel juist is.
Gestela. dat men in 1949 toch in
deze richting gaat werken, dan zou
dit niet alleen onrechtvaardig zijn,
maar het zou bovendien van weinig
visie getuigen als men voor een ge
deelte van de bevolking terugkeer
de tot een individualistische inves
teringspolitiek terwijl wij leven in
een tijd waarin men deze nog nau
welijks nationaal kan voeren, aan
gezien het investeringsvraagstuk
bezig is uit te "roeien tol een West-
Europees probleem.
Oudejaarsraadsels
voor de jeugd
Ditmaal eens een groot raadsel
voor de jonge lezers van ons blad.
Vadertje Tijd heeft op zijn leitje
negen vragen geschreven, waarop
het goede antwoord gegeven moet
v/orden. Laat eens zien hoe pienter
jullie bent, dan gaan wc vol ver
trouwen het jaar 1949 in. Hier zijn
dc raadsels:
1.Als 8 personen op Oudejaars
avond allen met elkaar klinken,
hoeveel maal worden dan twee
glazen tegen elkaar gestoten''
2. Moeder komt thuis cn heeft aog
maar 1 lucifer. Hiermede moet
ze de kachel, het gasstel cn het
theelichtje aansteken. Wat steekt
ze nu het eerst aan?
3. Als men 6 kaarsen aansteekt en
men blaast er 4 van uit, hoeveel
blijven er dan over?
4 Noem eens drie soorten nagels.
5 Welk cijfer vind je het minst op
de wijzerplaat van horloges?
6. Als je fietst, legt de ene band
een grotere afstand af dan de
andere. Welke is die ene banu en
hoe komt dat?
7. Hoe veel poten heeft een knor
haan?
8. Wie gaat door te werken steeds
achteruit?
9. Wat is duurder: 2 vriendjes één
maal mee te nemen naar het cir
cus of 1 vriendje tweemaal?
'uadoM Iiazal jooa afijeoj uoo iroui
aa/Ai >joo looui uep juc.w 'japjnnp
8( UOUJOUOOUl OfpUO|JA J (CCU1 03A\1 6
•J05(CU1U01C1)S OQ e
srip-iKuinX
*IÏUX :uiceu asufpeq axujop op
jaui s|A vo» 8| U8«i(jouh uag uooq i_
uoiuouoSjoao pi-uioi
-ipe jbq Joop ïaju uapjoAv uo;qaoq uo
ua8uiJ98u||s •luiain 3jic juc.w 'je puGjs
-;c ojsioojS op )8oi pucqjoo.\ oa 0
jozftMopuooos op
sicctd oip do iiz 8|n.v\>np juc.w *9 oa g
qoSou
-pjnJij loïcujtuqn {o3cujo3u|a
'do uopucjq z dJopuc op juc.w t C
Jdjpni op jsjoo JifuinnjCN z
'$Z o L x 8 8[OA08fia uoiojs
oi jee>t[d uojo; uazojg op iccui joop
uo>iuii>i >if|ia3oi z snp ftqiBOAV 'uojjujijI
UOJOpue i JOUl 19oui Jopoi "TCBUI 8o l
:S[aspccjJopu]}( ua3ujssO|oo
nr^y Y4- -r-v - amg.'
PIGIL0
aanmerking genomen, redelijk snel zullen in de Nederlandse export
'+J? /feVr*
Rechercheur Grijpmans had
eigenlijk het land. omdat hij al
drie maanden naar Kobus de Slim
me had gezocht. Het Oudejaar had
hij zo graag goed willen afsluiten.
Maar op de laatste avond van
het jaar belde commissaris Slatoe
hem op: „Zeg Grijpmans, het is
spijtig voor je jongen, maar we
hebben zojuist Manke Karei ge
pakt en deze beruchte zakkenroller
had in zijn zak een briefje, in de
vorm van een rebus. We vermoe
den dat de inhoud van die rebus
op Kobus de Slimme betrekking
heeft en ik zou je willen vragen je
Oudejaarsavond op te offeren om
te proberen de rebus te ontcijferen
en alsnog je jaar goed te beslui
ten."
Inderdaad ging rechercheur Grijp
mans op pad. Hij ontcijferde dc
rebus en pakte Kobus de Slimme
nog in de kraag. Zijn Oudejaars
avond, die weliswaar laat begon,
was er goed door geworden.
We vragen nu onze lezers: Wat
behelst de rebus voor mededeling?
Voor goede oplossers stellen wü prij
zen beschikbaar, een van 5.— cn tweo
van I 2.50. Oplossingen aan de puzzlc-
redactic van ons blad. uiterlijk Don
derdags. liefst per briefkaart waarop
ln de linker-bovonhoek vermeld staat:
Zaterdagse puzzle.
OPLOSSING VAN OE VORIGE WEEK
Oplossing: Kerstboodschap van
H.M. Koningin Wilhelmlna 1944.
„Kerstmis ls het feest der beloften:
ook van de belofte aan ons van een
betere toekomst, waarvan wtj hopen
en mogen verwachten dat zij spoedig
zal aanbreken. Ook nog ln andere zin
ls ons Kerstfeest rijk aan beloften; het
belooft ons de eindoverwinning van
het goede over het kwade."