De oudste lantaarnopsteker van Amersfoort Het doek gaat op, nu gaat het spel beginnen Anthonie Amersfoort bestaat al meer dan duizend jaren WE HVC gaat in zomermaanden honkbal beoefenen dat Electrisch? Niets! Gaslicht, was je ware! Amateur-cabaret Miniatuur staat stevig op de planken Eens was onze stad versterkte plaats in weg naar Duitsland 4 Zaterdag 29 Januari 1949 V- Hiermede vervolgen wij onze I serie artikelen over bekende en 1 onbekende personen uit ons aller j omgeving. Dag aan dag in weer en wind KREUGER is, wat jaren betreft, al een oude baas, maar toch, je zou hem zijn zeven kruisjes niet aanzien, als hij begint te ver tellen. Hij gesticuleert druk ^en om zijn ogen vormen zich jolige rimpeltjes als hij begint te lachen En lachen, dét is hij nog lang niet verleerd. Zo af en toe, als Kreuger aan het vertellen is over vroeger, her innert hij zich weer het een of an der en dan schudt hij op zijn stoel heen en weer, dan danst het zwart-zijden boerenpetje op zijn hoofd, en dan trappelen de witte klompen onder de zwarte man chester broek een roffel op de vloer. Ja, zo is Amersfoorts oudste lantaarnopsteker. Toen hij veertig jaar geleden naar onze stad kwam had hy nooit kunnen denken, dat hem in het jaar 1949. nog eens ge vraagd zou worden de laatste gas lantaarn op de Leusderweg nog een enkele keer plechtig aan te steken. Een vak! Maar ja, in 1909 was er niemand die aan natrium- en neonlicht Ideale zomertraining voor de voetballers HONKBAL is een sport, die in Amersfoort tot nu toe onbe kend is bij de grote massa. Zeker op enkele scholen wordt het tijdens de gymnastiekles in dg zomer wel een enkele maal gespeeld, maar dan is meestal de uitrusting en de kennis van de regels nog zo ge brekkig. dat het spel vaak niet eens op het ware honkbal lijkt. Het ware honkbaldat speelt men vooral in Amerika, nu ook in de Amerikaanse bezettingszone van Duitsland onder de naam base-ball. Wie vaak naar de Amerikaanse scldatenzender in Duitsland, de AFN, luistert, heeft misschien al dikwijls opwindende wedstrijdver slagen gehoord van een base-ball- ontmoeting. De Amerikanen zijn geweldig enthousiast over deze sport, zo op de manier als wij het zijn over voetbal. Een begin N U gaat de Amersfoortse voet- •L>l balclub HVC in navolging van enkele clubs in het Westen des lands honkbal in Amersfoort in troduceren. HVC was reeds vorig jaar van plan er mee te beginnen, maar de omstandigheden waren er de oorzaak van, dat dit niet ge beurde. De materialen waren ech ter aangeschaft en nu is het wel haast zeker, dat de voetbalclub van de zomer, in het zogenaamde ge sloten voetbal-seizoen, gaat honk ballen. Honkbal is namelijk een uitstekende spier- en reactietrai ning voor de voetballer. Daar honkbal ook een zeer inte ressant kijkspel is voor degene, die de regels er van kent, zullen we een korte uiteenzetting geven over de wijze, waarop men het speelt. Regels HONKBAL wordt met negen man gespeeld en er is niet veel voor nodig om een veld uit te zet ten. Het terrein bestaat uit een vierkant, waarvan de zijden 27,5 m lang zijn. Op drie hoeken van het veld ligt een kussen, op de vierde hoek, het zogenaamde thuis- honk, ligt een rubberplaat. Onge- (Van een onzer redacteuren) zitten in een klein, gezellig keukentje. Er staat een for nuis, dat koude mensen lekker warm maakt, en een houten tafeltje met een kraakhelder kleedje. Aan dat tafeltje staan twee stoelen en op een daarvan zit Anthonie Kreuger, Amers foorts oudste lantaarnopsteker. dacht. Toen was lantaarnopsteker een vak, dat je moest leren, waar je wat voor over moest hebben. Er waren toen ongeveer 800 gas lantaarns in Amersfoort en om die iedere dag opnieuw, in weer en wind, aan te steken en te contro leren, daar was een stevige kerel voor nodig, die niet bang was voor een beetje sneeuw of een beetje wind. En bang voor je medemen sen moest je ook niet zijn. Luistert u maar naar Antonie Kreuger, die verhaalt wat er gebeurde op een stormachtige nacht in de jaren vlak voor de eerste wereldoorlog. „Het was allang donker en de wind gierde door de straat", be gint hij. „Ik zou net êen lantaarn aansteken, toen ik een stelletje lui zag, dat bezig was de muren vol te plakken met papieren voor de „stemmingen". Ouwe Wolfswin kel, hebt u die nog gekend, hy was politie-agenteen heel klein kereltjedie stond in een poort en zee tegen me, dat ie die lui wel eens even te pakken zou ne men. Hij sloop naar ze toe en voor dat ze er erg in hadden, ver telde ie ze al, dat ze dat niet mochten doen, waarmee ze nu be zig waren. En misschien gelooft u het niet, maar datzelfde kleine ke reltje kreeg het hele stel mee naar het bureau!" „Hebt u zelf ook eens wat mee gemaakt, waaraan u nog terug denkt. meneer Kreuger?" vragen wij. Met de klomp „Nou en of, meneer. Af en toe moest je er wel met de klomp op los. Soms zag ik ongelukken ge beuren door dronken lieden en ik ben al verscheidene keren voor geweest om te getuigen. Ja, je maakte in die dagen nog wel eens wat mee". Als we hem vragen, wat hij mooier vindt, gas- of electrisch licht, dan komt er een verhaal los. „Gaslicht natuurlijk! Moet u zelf maar eens opletten, die electrische lantaarns staan hoog en' werpen het licht recht naar beneden. Maar gaslantaarns staan laag en werpen het licht helemaal om zich heen." „Wat doet u nu, meneer Kreu ger, sinds u vijf jaar geleden met pensioen bent gegaan?" „Nou, toen ik 22 jaar was", luidt het antwoord, „werkte ik op de boerderij in Maartensdijk voor het eerst als veeverloskundige en dat werk ben ik blijven doen. Nu ook nog en ja, u heeft gelijk meneer, dat is vaak geen - pretje, want ik word heel wat keren 's nachts uit mijn bed gehaald." We vragen hem om een oude foto voor de krant, maar die heeft hij niet meer. „Dat spijt me heel erg, meneer, want ik had graag een foto in de krant gehad om aan mijn zoon in Indonesië te sturen. Die is twee jaar geleden hier geweest. Hij heeft stiekem de enige foto. die ik nog van vroeger had, meegeno men". We beloven hem onze fotograaf te vragen een foto te maken, want een zoon in Indonesië zou het in derdaad wat leuk vinden, zijn va der nog eens in de krant te zien als lantaarnopsteker, het vak, dat nu langzaam maar zeker ver dwijnt. e thuishonk staan en tracht de ge worpen bal weg te slaan. Als hij een bal mist, mag hij het tweemaal over doen. Mist hij ook de derde keer, dan is de slagman „uit". Na een goede slag echter legt hij het slaghout neer en loopt zo snel mo gelijk naar het eerste honk (B). De spelers in het veld halen de bal op en gooien deze naar de wachter bij het honk. Is de bal in handen van de wachter, voor de loper het honk bereikt, dan is de loper „uit". Als de werper niet tussen knie- en schouderhoogte of naast de rub berplaat (A) gooit, dan roept de scheidsrechter „wijd". In het an dere geval roept hij „slag". Bij vier „wijd"-ballen krijgt de slagman een vrije loop tot het eer ste honk. Het komt wel voor, dat de bal zover wordt geslagen, dat de loper ineens het tweede of der de honk kan bereiken. Gelukt het de loper het gehele veld zonder onderbreking rond te lopen, dan noemt men dat een „home-run". KOMT een speler niet verder dan 't eerste honk, dan wacht hij op de slag van zijn opvolger. Hi.i hoeft echter niet op het honk te blijven wachten, maar kan vast enkele meters starten, wat men „trekken" noemt. Hij loopt dan het risico, dat de veldpartij hem aftikt. Ook als een bal na een slag gevan gen wordt kan een speler „uit" gaan. Als er drie spelers van slag partij „uit" zijn wordt er gewis seld, dus komt de slagpartij in het veld en is de veldpartij aan slag. Boekbespreking Twee kinderboeken De serie kinderboeken van de uitge verij .,De Sleutel" te Haarlem blijft zich uitbreiden en dat dient gezegd met meestal zeer goede lectuur, die bovendien in een smaakvol uiterlijk is gestoken. Van de hand van P. Terpstra verscheen nu „De kinderen van de lichtwachter". een spannend verhaal, dat speelt op Schokland, toen het nog als eilandje in de Zuiderzee lag, door de lichtwachter en nog enkele mensen met hun gezinnen bewoond. Een prach tige omgeving voor een kinderboek waarin zich ook een schipbreuk kan afspelen De mogelijkheden zijn uitne mend gebruikt. De kinderen van 10 tot 14 zullen er van genieten. In soortgelijke keurige uitvoering verscheen bij dezelfde uitgever .Co letic Dompteuso" van Adri Grocnevelt, spelend in het circuslevcn en hande lend over een meisje dat als leeuwen- temstcr en hogeschoolrijdster door het leven gaat. een boeiend verhaal met een goede strekking van verzoening en vriendschap. (Van een onzer redacteuren) die de weidse naam „kleedkamer" heeft, is door een Maatschappelijk Jaarboekje 1949 Het Maatschappelijk Jaarboekje, in 1948 voor het eerst uitgegeven door „Vrij Nederland" is ook dit jaar weer uitgekomen en dit was te verwachten, want dit buiten gewoon handige nasla-werkje heeft in het afgelopen jaar vele vrien den gemaakt onder hen, die de een of andere taak in het maat schappelijk leven hebben. Vrijwel ieder zal aan dit boekje veel ple zier beleven. Het licht in over „De verhouding tussen burger en staat, over gezinsproblemen, on derwijs en beroepskeus, sociale voorzieningen, belastingzaken, de diverse economische instanties (be_ drijfsorganisatie enz.) religieuze gemeenschappen, kunst en over nog tal van onderwerpen meer. Een logische indeling en een uitvoerig register maken het gemakkelijk de weg te vinden in de overstelpende hoeveelheid van feiten en raad gevingen, die in dit boekje door een staf van erkend deskundige medewerkers is.bijeen gebracht. Gerrit Kommer en Johanna de Vries brengen nog even een vleugje schmink aan, voor ze weer het to neel opgaan. Foto Stakenburg). DE uitbouw, schuifdeur op slecht gesmeerde rolletjes verbonden met het podium. Ook dat woord geeft niet precies weer, waarop de voorzitter staat, die nu zjjn openingsspeech houdt, Het is een eenvoudige houten verhoging met een oppervlakte van ongeveer vier bU drie meter. Een paar mensen zeulen er met een eigen gemaakt décor en op een wankelende stoel zit iemand zich te schminken. Een of ander okcrkleurig spulletje geeft hem het uiter lijk van een koortslijder. In de „kleedkamer", die zo klein is, dat vier mensen er zich niet kun- nèn keren, wacht ieder op zijn of haar beurt om zich te kleden. Nu is er juist iemand bezig een smoking aan te trekken, dat er op een afstand niet eens zo oud uit ziet als het in werkelijkheid is. De voorzitter zegt: „Dames en heren, het woord fs aan het Cabaret Miniatuur". De pianist begint te spelen, het doek gaat op, het spel is begonnen! maar plezier in hun vrije tijd te Zij kunnen het zingen en spelen niet laten Het is een Zaterdagavond als iedere andere. In de stad slenteren tientallen jonge mensen met hun ziel onder de arm, de vermaaks centra hebben druk bezoek, in de huizen zit men bij de schemerlamp te lezen en in de feestzalen zijn de leden van allerlei soorten vereni gingen bij elkaar om een of ander heuglijk feit te vieren. Sommige verenigingen doen dat duur: ze engageren beroepsartisten met naam. En ze betalen zo veel. dat ze voorlopig alleen maar kastekorten hebben. Andere verenigingen heb ben zogenaamde „eigen krachten". Weer andere nodigen een ama teur-groepje uit een avond te ko men spelen. Zó'n^mateur-groepje is het „Ca baret Miniatuur" van Gerrit Kommer. De leden brengen hun Zaterdagavonden door met zingen, muziek maken en acteren. Ze doen dat voor hun plezier. Ze vragen er geen geld voor, want ze willen amateur blijven en ook al leen maar als amateur worden be handeld. Ze weten wel, dat ze niet „goed" iijn, ze hebben er alleen besteden aan het cabaret. „Als je er eenmaal mee bent be gonnen, kun je er niet mee op houden, ook al weet je zelf wel, dat je helemaal niet zo bijzonder bent!" vertelt de de 21-jarige K o Ade laar, die van beroep kapper is. Hij is bezig een grauw jasje aan te trekken, dat met een Doedelhoedje en -brilletje hem er uit moet laten zien als de huiseigenaar in het schetsje, dat zo dadelijk zal wor den opgevoerd. Ko maakt ook deel uit van het groepje „De Gangma kers". drie jongens en één gitaar. Dick de Graaf speelt er gitaar in. Hij is zeventien jaar en tmg zijn plannen gaan. „L e o Grootkop', zegt hij' „had me een paar keer horen zingen en die dacht, dat er wel wat in mijn stem zat. Nou, zegt ie, je moet eens naar Hans Scheifes gaan, die kan je misschien wel helpen. Bij mijnheer Scheifes heb ik wat gezongen en die vond, dat er wel iets van mijn stem te maken was en heeft cr voor gezorgd, dat ik nu gratis les krijg van iemand van het Conser vatorium in Amsterdam. Ik vind dat natuurlijk prachtig, want ik zou geen lesgeld kunnen betalen. Met het cabaret moet ik binnen kort ophouden, omdat het niet goed is voor mijn stem". Zo, zo! Hier is dus iemand, die dé steun en het begrip heeft ge vonden, die anderen moeten ontbe ren. Zou hij zelf ook meewerken? We stellen de proef op de som: „Roken Jan?". En het ant woord komt ogenblikkelijk; ..Neen, dank U, roken en drin ken is er niet meer bij"! Achter een met jassen beladen kapstok komt Johanna de Vries te voorschijn. Zij is een 29-jarige huisvrouw en de moeder van één kind. Ze speelt mee in sketches en zorgt er voor, dat alles goed gaat met de changementenen dergelijke. Toen ze acht jaar was trad ze al op Th kinderoperettes. Latèr kwam ze in de Bergrevue, die velen zich nog wel zullen her- j ttt x. i TT - inneren en nog later speelde ze to- gaat nog op de ULO-school. Hu rccl b „Eensgezindheid". Als het wil gymnastiekleraar worden, maar maar migszins kan en dat hoopt nog lang in het amateur-ca-, I is dikwyls „oeilijk in een gezin - tu !f SI?elfn- 1 speelt ze mee in het cabaret, want „Ik doe het voor de lol zegt hy (aiweer ^ie opmerking!), „als je en hij wil er nog wat bij vertellen, maar het is tijd voor hem om „op" te gaan. Jong geleerd ER staat een peuter van een Jo chie naast me. Ik da#cht eerst, dat 't een jongetje was', dat hier toevallig wes verzeild geraakt maar do schmink wijst er op, dat hij meedoet in het cabaret. Hij trekt me aan m'n mouw en zegt: „Ik heb vanmiddag ook al gespeeld voor al die kinderen." Dat „kinderen" komt er uit alsof hij al een grote kerel is. Het peutertje de twaal- jarige H e n k i e van der K i e f t, die accordeon (een kleintje!) speelt op ieder mo ment van de dag. „Maar mijn huiswerk gaat voor", zegt ie lachend en een klein beetje verlegen. Henkie zit in de eer ste klas van de HBS en hij doet er zijn best. Het is een leuk gezicht de kleine jongen in zijn wit-zijden blouse naast de 27-jarige kapper Bram Verhoef te zien staan, mei wie hij een accordeon-duo vormt. Bram Verhoef is de musicus van het gezelschap. Hij speelt piano van zijn twaalfde jaar af en heeft daarbij mondharmonica en accor deon geleerd. Af en toe maakt hij melodietjes bij teksten van Gernt Kommer. Mondharmonica speelt hi| in een tria, dat de HoKiKo's heet naar hemzelf, maar Van de Kieft en naar Kommer. De heer A. v. d. K i e f t is cte oudste van het hele stel. Hij is 32 jaar en verdient zijn broodje als vertegenwoordiger. Zijn liefhebbe rij is het cabaret, waarin hij in schetsjes speelt, de „melodie" brengt in het mondharmonica-trio en grimeert. Serieuze plannen DE 25-jarige JanHazebos is op Gerrit Kommer na de enige, die plannen heeft om serieus verder te gaan „op de planken". Hij heeft zojuist twee Italiaanse liederen gezongen en zit nu op een stoof te vertellen, in welke rich- eenmaal bezig bent is er geen spra ke van ophouden". Mooiste nummer FRAMES en héren, nu krijgen we het mooiste nummer van de hele avond, de pauze!", zegt Gerrit Kommer voor de microfoon. Ik kan hem net zien, nu de schuif deur open is. Een kleine, gedron gen figuur, iemand, die zijn „hoofd mee heeft". Terwijl de mensen in het kleine zaaltje nog klappen, komt hij het podium af en gaat bij me zitten. Hij is 25 jaar en schrijver bij de Spoorwegen. Zijn liefhebberij? Het cabaret. Zijn toekomstdroom? Be roeps Zijn geschiktheid daarvoor? Dat hangt af van wat hij "nu in deze tijd van zoeken naar een eigen genre zal vinden. Kommer heeft zekere capaciteiten, doch hij heeft zich in het verleden te veel laten beïnvloeden door cabaret-groothe den met naam. Dat weet hij zelf heel goed en hij komt er ook rond voor uit. Hij is manusje-van-alles: sketches, zang, conference, muziek, teksten enzovoort. Hij is eenmaal als enige amateur in een beroeps gezelschap in het Grand Theatre opgetreden. Het werd een fiasco, maar Kommer was de enige met een goede pers. .„Misschien kwam dat omdat ik de verslaggevers van toer goed kende", zegt hij zelf. Nu we daar allemaal in dat klei ne hokje van een kleedkamer bij elkaar zitten en koffie drinken, kijk ik het hele stel eens goea aan. Potsierlijk geschminkte koppen bo ven Zondagse kleren. Amateurs. Goede en slechte. Maar jongens, waar pit in zit. Jongens, die weten wat ze willen en hun vrije tijd doorbrengen op verantwoorde wiize. Een vrouw, die moeder is, maar toch de tijd vindt om hon derden anderen een plezierige a\ond te bezorgen met haar spel. Een groepje Amersfoorters, dat welkom is bij alle mogelijke ver enigingen in en buiten onze stad, dat zelfs zonder onkostenvergoe ding optreedt in de kazernes, al leen maar. „omdat we er plezier in hebben." veer in het midden van het veld ligt eveneens een rubberplaat, die ae plaats aangeeft, vanwaar de werper moet gooien. (G). De werper, een zeer belangrijk speler, gooit de bal zo hard moge lijk over de rubberplaat A. waar de slagman klaar staat de bal weg tt slaan. De werper moet de bal tussen knie- en schouderhoogte spelen. De achtervanger F. die tot de veldpartij behoort, heeft tot taak de bal tegen te houden. Dit is geen eenvoudige taak, als men v/eet, dat er werpers zijn, die een bal met effect kunnen gooien. Het vangen kan ook gevaarlijk zijn, zo dat de achtervanger, op zijn rech terhand na, geheel door speciale kleding wordt beschermd. De rech terhand is bloot, waardoor hij goed kan terug gooien. Slagpartij P)E andere ploeg is de „slagpar- ■L-tij". De eerste speler gaat met het slaghout iets opzij van het DUIZENDEN Amersfoorters lopen er dagelijks overheen en dat maakt het schrijven over de voormalige voorde gemakke lijk. Jaren geleden werden door de Langestraat heen nieuwe rioleerbuizen gelegd en bij die gelegenheid vond men vanaf onge veer de Lieve Vrouwestraat tot bij de Stoovestraat een soort van houten bevloering van dicht naast elkaar gelegde berken- en eikenstammetjes. Het is begrijpelijk, dat in die tijd en ook later veel theorieën werden opgesteld, die het ontstaan onzer Eemstad raakten. Tijdens de bezetting werd opnieuw ons ..voedsel tot na denken" gegeven, toen in 1941 in verband met herstelwerkzaam heden aan de Noordoosthoek van de Lutherse kerk naar de fun deringen van deze kerk werd geboord. Laat me er dadelijk aan toevoegen, dat deze funderingen niet rijn bereikt, want deze lagen zo ontzagwekkend diep dat de onderzoekers er na vier meter grondboren maar mee ophielden. Laat dan niet het gewenste re sultaat bereikt wezen, voor U en m(j die telkens weer opnieuw trach ten in het .roemrijke verleden van onze woonstad door te dringen, was de vondst in het boorgat belangrijk genoeg om hem steeds in gedach ten te houden. Allereerst bleek de Langestraat ter plaatse in de loop der eeuwen ongeveer twee meter te zijn opgehoogd en verder stelde men vast dat onder een halve me ter zuiver zand een tegen de twee meter dikke laag veen en derrie aanwezig was. Op 2.50 m. onder de begane grond werden horizontaal gelegde eiken palen gevonden met een doorsnede van meer dan een decimeter, welke vermoedelijk be hoorden tot de „voordevloer" door de Eemtak aldaar, welke „vloer" diende om op gemakkeliike wiize de rivier over te. trekken zonder last te hebben van de moerassige bodem. Waar- nabii de Lutherse kerk de houten trekweg werd ge vonden op een diepte, zo aanmer kelijk verschillende met de tegen woordige begane grond, zo zou het van belang zyn te weten waar ten ty'de van de bouw van de Heilige Geest Kapel die aan de Luther se kerk voorafging en op welker fundamenten deze kerk is opge trokken de vloer van deze kapel zich bevond. Ik kan my slecht voorstellen, dat onze voorouders, omstreeks 1200 (op welk jaartal wylen dr. Regelink de bouw stelde) een kapel hebben gesticht op een Dlaats, waar nog een balkon weg dek nodig was en op grond hiervan kunnen w\j m.i. wel aannemen, dat de gevonden palen ouder zyn dan de Heilige Geestkapel. Een twistgeding N U doet zich de omstandigheid voor. dat in het oud-archief der gemeente een oorkonde is be waard gebleven betreffende een twistgeding tussen de jonge stad Amersfoort en de bisschop van Utrecht, daterende uit het jaar 1394. Een der geschilpunten, welke aan het oordeel van de scheidsrech ter Willem van Gulik, hertog van Gelder, werden onderworpen was de aanklacht van de Bisschop, dat „die van Amersfoort" de berg ont blootten van hout. De Raad onzer stad, toegevende dat de Berg aan de Bisschop toebehoorde, antwoord de, dat de burgers van Amersfoort van de tijd af, dat zi1 recht en vrij heid kregen (in 1259) recht gehad hebben hout cnrys op de berg te hakken om „hoer vesten ende wegen" mede te maken. Het eiken- en berkenhout, dat wy onder verschillende straten in de loop der jaren hebben aangetroffen, komt dus zoals we hierboven zagen van de Amersfoortse berg en het is niet onmogelijk, dat zich on der het boomstammenbed in de voormalige doorwaadbare plaats l thans tussen Lieve Vrouwe straat en Stoovestraat) nog oudere .voordevloeron" zullen bevinden. Want deze voorde is eeuwen ouder dan het Geestkapelletje, dat de Paters Benedictijnen van Leus den aan de heerbaan hebben ge sticht. Prof. Ocsterley vond in de Chronique van Cliv. Seibertszn. (Quelle 2.150) onze stad reeds in 985 dus bijna duizend jaren ge leden genoemd als Amersfordia. In het jaar 838 kreeg Graaf Rod- gar van de bisschop van Utrecht o.a. in leen een hoeve te Theothor- ne en er zijn gewichtige argumen ten om de onderstelling van Jhr. Beelaerts van Blokland zeer veel waarschijnlijkheid toe te kennen, dat hiermede een hoeve te Teuthor- ne dl. op dc hoek van de Teut kan worden bedoeld. Dit alles werkt de gissing in de hand. dat Amersfoort al vèr voor het jaar 1000 een rol speelde in een landweg van Utrecht over De venter naar de Duitse bisschopste den. Oude Utrechtscheweg Naar mijn bescheiden mening ten onrechte wordt door veel onderzoekers aangenomen, dat de oude landweg van Utrecht over A.mersfoort naar het Oosten niet door de verdwenen Vlasakkcrsweg mede zou zyn gevormd. Men laat zich al te licht leiden door de uit spraak van VaJi Bemmel. dat na de aanleg in 1652 van de nieuwe ordinaire Utrechtsche Steenweg de oude Utrechtse weg „waarvan noch aan den Berg een ovërbWfsel is, en die over Heesagter 't Huis ter Hei de heenliep, buiten gebruik, gantsch vervallen en als nu byna sporeloos geraakt." Het wil my voorkomen» dat hier bedoeld is het in omstreeks 1650 inderdaad vervallen Zeister spoor ten Zuiden van de Utrechtse- weg hetwelk in de eeuwen vóór 1650 de kortste landweg, vormde tussen de beide Stichtse steden. Een véél oudere weg echter is m.i. die. welke nog volledig staat aar- gegeven op de kaart van Bernard de Rooy van omstreeks 1680 en op de kaart van Tiron van 1758. welke weg van bij het dom De Bilt met c-en boog om de Bildtse duinen heen. langs de Soesterberg. de Stompert en om de Amersfoortse berg heen de doorwaadbare plaats bij de tegenwoordige oude Vis markt te Amersfoort bereikte. Spo ren van deze oeroude trekweg vin den wti bij Bilthoven in de oude Amersfoortse weg en tussen Den Dolder en Soestduinen. waar men naby de hangar van Prins Bern- hard en vlak achter het natuurbad fik ben er deze zomer nog naar aan het zoeken geweest) enkele de len van het Heeser spoor terug vindt, in de dennenbossen doodlo pende. Er zijn redenen om aan te ne men, dat deze (vermoedelijk oud ste) weg van Utrecht naar Amers foort cn Duitsland vanaf de voorde door de Eem niet regelrecht via KamperbinnenpoortKamp in de richting van Hoevelaken liep, doch naby de Stoovestraat langs de Oostzijde van den Hof. door de ver dwenen Havikerstraat ging. tus sen „De Doelen" en de Blocmen- dalse binnenpoort het huidige Ha vik overstak cn eerst via de Teut naar het Oosten kwam te loper., in de richting Deventer. Kasteel van Amersfoort F)EZE onderstelling lijkt gedurf- l-/ der dan zij in werkelijkheid is, want de eerste zeer nauwkeurige kaart van Amersfoort (n.l. die van 1823 van de landmeter Slits en in bezit van Flehite) toont duidelijk aan dat de verkeersweg tussen Ze venhuizen en Kamppoort werd aan gelegd in een tijd, toen reeds lang de akkers tussen St Joris en de huidige Kamppoort in betrekkelijk smalle stroken bouwland waren onderverdeeld. Duidelijk kan men nog na 1000 jaren de verbruiks- grenzen onderkennen die dwars over de huidige Langestraat liepen. We behoeven hier de handen niet van verbazing in elkaar te slaan, want de uiterst-conservatieve werking van de eigendomsgrens is een be kend feit en nog onlangs las ik in de Roumen's sociografie over Maas tricht van een poging, om aan de hand van eigendomsgrenzen de plaats vast te stellen van de steen voorde door de Maas, door de Ro meinen twee duizend jaren gele den aangelegd. Maar niet alleen Slits' kaart geeft een aanwyzing. doch ook enige ac- ten uit het jaar 1388. in het Ge meente-archief aanwezig. In de ene acte wordt melding gemaakt van een huis gelegen „voer an der oude strate in den Pothof" en in een andere acte wordt de ligging dezer straat ons nader gepreciseerd, doordat men het hierin heeft over een „hofstede (d.i. erf) in den pot- nof. streckende mit den voersten eynde voer ander ouden straten en mit den after eynde an sint johans strate (strekkende van voren vóór aan de oude straat en met de ach terkant aan de St Jansstraat, d i. thans achter de Kamp tussen Zuid singel en Kamppoort). Tenslotte geldt als wel zeer zwaar wegend argument voor de geschetste loop van de verkeers weg UtrechtDeventer de ligging van het kasteel (zo men wil: de burcht) van Amersfoort. Indien immers reeds in de vroege middel eeuwen nabij de Stoovestraat een wegsplitsing ware geweest (een landweg naar het Noorden en een naar het Oosten) dan zou onge twijfeld de burcht nabij deze split sing hebben gestaan. Dit nu is niet het geval, integendeel. Schoneveld \T OOR de plaats van het kasteel v van de heren van Amersfoort wordt in navolging van Van Bem mel meestal de plaats van het oude Stadhuis op den Hof aangenomen. Doch dr. Reijnders wijlen onze oud-stads-archivaris vertelde reeds jaren terug. dat. toen de Stad do plaats voor dit stadhuis kocht, deze als „Schoneveld" bekend was en in de stadsrekeningen is her- haaldelijk sprake van „Schoneveld" en niet van „het slot of het kasteel" Nu komt onder no. 350 in de uitgave der Regesten van Oor konden der Utrechtse bisschop pen een zeer merkwaardig stuk voor. D d. 5 Februari 13i/ ver klaarde Bisschop Gui aan mr Nycolaus de Zirixzee, cureit (van de St. Joriskcrk) te Amers foort te hebben afgestaan zijn erf in de stad Amersfoort naast het kerkhof, thans waar deloos door de nieu we bouw in Stoute n- b u r c h. Het kasteel Stoutenburg' was on geveer twee jaren tevoren in han den gekomen van de bisschop en het vermoeden ligt voor de hand dat deze door nieuwe bouw in Stoutenburg het Sticht steviger van Gelre afgrendelde waardoor de oude sterkte in Amersfoort voor Bis schop Gui waardeloos was gewor den. Jhr. mr. M. A. Beelaerts van Blokland kwam na onderzoek var de eigendomspapieren van de colle giale kerk van St Joris tot de con clusie. dat het erf aan mr. Nico- laus van Zirixzee overgedragen ter plaatse lag van de Papenhof stede. Voor iedere Amersfoorter, die ter plaatse bekend is (en wie slenterde nooit langs Hof. Papenhofstede en Havik?) wordt nu de situatie veel minder vaag. Ons geestesoog ont waart een middeleeuwse verster king. gelegen vlak naast een oer oude trekweg nabij een doorwaad bare plaats in de rivier de Eem (het Havik), door welke laatste omstandigheid het mogenjK was. de burchtgrachten het gehele jaar dóór met beveiligend water gevuld te houden Mét de meerdere bewoning ontstaat na verloop van tijd, kortbij de burcht, aan de verkeersweg een bedehuis, 't welk in 1248 (dus nog vóór de stedeling van Amersfoort in 1259) werd geconsacreerd. Of reeds eerder, nabij de balken ..moerasbrug" door de andere Eem- arm, door de benedictijner paters uit Lusiduna (Oud-Leusden) een gasthuis (Haligan Gasthuis) en een kariel was opgericht, is nog een ge heel open vraag, voor welker be antwoording schrijver dezes helaas niet voldoende feitenkennis bezit. PETER VAN DE BIRKT De Algemene Nederlandse Bond van Gepensionneerden zond ons zijn orgaan „De Wachter". Daarin worden alle nroblemen die met de pensioenregelingen (o.a. ook de actie voor pensioenvérbetering) uitvoerig toegelicht en besproken. Het orgaan verschijnt zes maal per jaar

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 4