Het vlot niet erg met het Hildebrand-monument John Christie heeft drie liefdes: opera, een mops en zijn vrouw Zonder wind of wolken In een kinder - operette zong zij haar eerste lied Midden in het Engelse heuvelland staat een modern theater Louis Raemaekers wordt 80 jaar Je voelt je eenzaam voorde microfoon, maar brieven maken veel goed HAARLEM WACHT AL 36 JAAR Kunst in het kort Zaterdag 29 Januari 1949 7 „De koning komt hier nooit..." 'Van een onzer redacteuren) Mister John Christie goe de zestiger, gezet, schaarse grijze haren op het ronde aristocratische hoofd en op en top Engelsman is de baas van een opera-gebouw en een mopshond. Verder heeft hij élles te zeggen over enige landgoederen, een hotel, een fabriek van kerkor gels. een houthandel, een bouwmaat schappij en heej veyj andere dingen. Deze ziin echter slechts in zoverre belangrijk, dat ze hem in staat stel len de mopshond vet en tevreden te houden en zijn opera te exploiteren. Het derde onderwerp van mister Christie's vurige bewondering is zijn bekoorlijke vrouw, over wie hij echter lang niet alles te vertellen heeft. Zij is de eertijds beroemde lyrische sopraan Audrey M i 1 ci rri a y en hoewel haar stem aan kwa liteiten nog niets heeft ingeboet is ze voorlopig toch niet van plan weer in de Britse opera te gaan zingen, hoezeer haar man het daar ook op aan stuurt. Als het echtpaar niet op reis is woont het eela] in zijn enorme, vijf honderd jaar oude landhuis in het uitgestrekte heuvelland van East Sussex aan de Engelse Zuidkust. Heel eenzaam staat het er aan de smalle w.eg die zich van het gat Glyndebourne naar het gehucht Ringmer door het glooiende land schap slingert. Een huis zoals Char les Dickens wel heeft beschreven: grote hoge ramen met glas-in-lood ruiten in de brede gevel, eeuwen oude. gladgeschoren gazons er voor en een prachtige grote tuin aan de achterkant met waterpartijen en keurig geknipte hagen, Alles aan trekkelijk genoeg om er even be wonderend bij stil te staan. Privé-opera Er is echter iets anders, dat stér ker de aandacht trekt. Van achter het leien dak torent een geweldige grijsstenen kubus omhoog, middel punt van een gebouwencomplex dat direct aan een theater doet denken. Dit is mister Christie's privé-opera. Het toneel is groter dan dat van het Londense opera-gebouw „Covent Garden", de verlichting ervan is su perieur en de accoustiek van het in tieme zaaltje, waarin plaats is voor zeshonderd -personen, welhaast vol maakt. Er omheen bouwde mister Christie's eigen bouwmaatschappij een aantal bars, conversatie- en eet zalen. waarin alleen mensen in avondkleding zich thuis zullen voe len. Behalve dan de eigenaar zelf, die er niet tegen op ziet zich op pan toffels en in een afgedragen costuum onder de deftige gasten te begeven. De Britse opera heeft aan deze eigenaardige man onnoemelijk veel te danken. Met de opening van zijn ..Glyndebourne Opera House" in '34 wekte hij haar tot nieuw leven. Dacht hij ergens ter wereld jonge, veelbelovende zangers en zangeres sen voor de opera te kunnen win nen, dan trok hij er heen en spaarde kosten noch moeiten om ze tot op treden in zijn opera te bewegen, waar de voorstellingen aan de hoog ste technische en artistieke eisen voldoen. Mr. Christie himself Men had ons gezegd dat mister Christie voor zaken in Amerika was. Maar toen wij na een lange wande ling over de zonbeschenen heuvels de bemodderde schoenen op zijn welverzorgd gazon afveegden en vervolgens de tuinman gingen vra gen of wij eens om de gebouwen mochten lopen, bracht deze ons naar de achterzijde van het huis. waar zijn patroon ons op zwartleren pan toffels tegemoet kwam. „I am mister Christie himself" zei hij breed glim lachend en zonder het Oxford-accent dat de meeste deftige Engelsen zich gaarne aanmeten. Een uur lang leid de hij ons rond. In de kolossale hall van het woonhuis, waar de butler zwijgend en geruisloos bezig was het verblijf voor de avond gereed te maken, noodde mister Christie ons tenslotte bij het vuur in de schouw. En daar begon hij van zijn werk te vertellen „Toen ik vijftien jaar geleden het Opera-House opende kwamen er de eerste keer ongeveer vijftig bezoe kers. de tweede keer waven het er een paar meer, nadien was de zaal bij elke voorstelling volledig uitver kocht. Een zakenman die eens een opvoering had bijgewoond, belde me de volgende dag. dat hij alle plaatsen voor de volgende voorstelling wilde opkopen. De bezoekers komen van overal ter wereld, meestal via Lon den. Voor de oorlog veelal per auto. thans met speciale treinen naar het dichtsbijzijnde station, waar ze door autobussen werden afgehaald. De goedkoopste plaats kost twee pond, Vanachter het leien dak torent een geweldige grijsstenen kubus om hoog, die direct aan een theater doet denken. „TELEMACHUS IN HET DORP", de tweede roman van MARNIX GIJSEN IN een keurige uitgave is bij A. A. M. Stols te 'sGravenhage nu het tweede belangrijke proza boek van Marnix G ij s e n ver schenen, „Telemachus in het Dorp". Het draagt als ondertitel: „Een verhaal zonder Wind of Wol ken." Misschien ben ik heel dom maar mij heeft deze ondertitel 'voor een raadsel geplaatst. Ik kan met geen mogelijkheid bedenken wat de schrijver er eigenlijk mee heeft bedoeld. Is er soms een reac tie in te zien tegen „De Trap van Steen en Wolken", de roman van Johan Daisne? Maar dan is de toespeling mij ontgaan. Of wordt hier op ironische wijze stel ling genomen tegen een littera tuur van wind en wolken, een na- Letterkundige kroniek door Victor E. van Vriesland tuurromantiek a la Felix Tim mermans. Noch die reactie noch precies die tegenstelling vind ik nu bij uitstek het meest ken schetsende van Gijsen's nieuwe roman. Het feit dat in het „Nieuw Vlaamsch Tijdschrift" de titel van het verhaal luidde „Aanvankelijk Onderwijs", maakt ons ook al niet veel wijzer. Het beste is, dat ik mij maar niet verder verdiep in de ondertitel en het boek zelf ga beschouwen. I K wil dan met nadruk verklaren dat Ik dit stuk proza ten zeerste ge boeid en vermaakt heb gelezen. Het Is- een meesterstukje van ironische humor, op droog constaterende toon een scher pe psychologische waarneming tot on miskenbaar leven brengende Reeds het voorafgaande boek ..Joachim van Baby lo n", trok terecht zeer de aan dacht als een vernieuwing van deze auteur, die men voornamelijk als ka tholiek dichter uit de expressionistische tijd kende, en wlc-ns anecdotisch erup tieve, humanistisch moraliserende, op Frans-Duitse voorbeelden geïnspireerde maar toch wel in haar soort oorspron kelijke Vlaamse poezie hem terecht in de waardering van na de eerste wereld oorlog in ons land in de kringen van „De Gemeenschap en „De Stem" een in die periode vooraanstaande plaats had verzekerd. De wedergeboor te in ..Joachim" was even onverwacht als opmerkenswaardig Dit boek met zijn fijne satyrische Inslag, een tiklc symbolisch, maar net niet genoeg om de wijsgerigheid te doen overheersen over dc levende uitbeelding, was een In zijn klassieke soberheid prachtig staal van Nederlands proza van grote allure Compact, gedrongen, gedragen door die zacht ironische levenswijsheid die aan Anatole France herinnert, maar bitter der. verbetener. moderner: critisch ten opzichte van de gevestigde en gecano niseerde waarden der zedeleer, maar vol menselijk meeleven in de met vas te, harde contouren neergezette figu ren zal dit werk. als ik mij niet zeer zou vergissen, zijn plaats behouden in de letterkunde van het Nederlandse taalgebied. I OT dezelfde slotsom ben ik geko- men na lezing van „Telemachus in het Dorp". De ik-figuur. in wie duide lijk een maximum aan autobiografische gegevens is verwerkt, verhaalt van dc kleine mensen en de kleine gebeurte nissen in het dorp. waar hij als kind woonde en is grootgebracht Hij doet dit met een minutieus besef voor de Intieme nuances in het zielclcven van zijn personen, de schoolmeester. de gemeente-secretaris, de pastoor, zijn oude grootmoeder cn andere dorpsfigu ren. Men voelt hier. dat hoezeer ook van binnenuit dc personen en gebeur tenissen benaderd zijn. en hoezeer ook dc verteller met innige banden vastzit aan zijn jeugd, hij voldoende afstand heeft kunnen nemen om met een on navolgbare galgenhumor, die aan Els- schot herinnert, met een onbarmhartig penetrante blik als waarmee Walschap zijn dorpsbewoners placht te bekijken, cn op duizend mijlen afstand van de lyrlseh-elegische stem van Maurice Gil- liams zijn verhaal te doen Hier spreekt geen egocentrisme of rancune meer mee. deze schrijver is als een levensfilosoof onttogen cn ontheven aan zijn bittere jeugdervaringen. Maar niet zo. of hij vertelt op de ontroerende toon van wie het leven diep doorleeft heeft en de serene glimlach van de kunstenaar iets daaruit ongekwetst heeft gered. Is deze fijne en nooit echt cynische humor toegankelijk voor een groot pu bliek? Ik kan het niet beoordelen, mn^r ik hoop het. Ik kan slechts bekennen dat mil dit boek enkele uren van on vermengd genieten heeft geschonken. Litterair gesproken verdient het even eens de grootste lof. Het is geschreven in een vlekkeloze gepcrfectionneerde stijl, de still van iemand die. wat het proza betreft, eerst omtrent zijn vijftig ste jaar zijn instrument heeft gevonden, maar dit dan ook meteen meesterlijk en met grote rijpheid beheerst. Men leze dit boek: het lijkt mij onmogelijk, het niet lief te hebben. maar omdat de mensen zich daar door niet van een bezoek lieten weerhouden, verlaagde Covent Gar den in Londen haar prijs al gauw tot één en een kwart pond. Ook concerten Behalve opera-voorstellingen zijn hier ook heel wat concerten gege ven. Mijn vriend sir Thomas Beecham dirigeerde hier menig maal. o.a. leidde hij er het Londens Symphonie-Orkest. En verder wer den hier Benjamin Brittens opera's ten doop gehouden. Eigenlijk ben ik helemaal niet verzot op die moderne dingen, maar zijn „Rape of Lucretia" vond ik heel goed. Als de gasten dat willen kunnen, ze hier ook dineren. Daarvan hebben verscheidene leden van het koninklijk huis. die ik tot mijn vaste bezoekers mag rekenen, al meermalen gebruik gemaakt. Al leen de koning komt nooit, want die houdt niet van opera's. Het muziek leven kwijnt op het ogenblik wat in ons land, maar er is wel wat aan te doen. hoewel geldgebrek de mensen dwars zit. Het Edinburgh-festival, dat verleden jaar zo'n succes had en zeker tot verlevendiging van het muziekleven heeft bijgedragen, was een idee van mijn vrouw. Het werd georganiseerd door mijn onderne ming Tussen haakjes, ik zou het prettig vinden als U thee bleef drin ken." Aan tafel merkten we dat de voortdurende aanwezigheid van de drie voorwerpen van zijn innige lief de de opera achter het huis, de mopshond aan zijn voeten en zijn vrouw, wandelend in de tuin mis ter Christie tot een overdadig vrien delijk man maakt. „Nederland...!" Behalve van veel thee. sandwiches met honing, cake en biscuits voorzag hij ons ruimschoots van de allerhar telijkste complimenten over de Ne derlandse volksaard. Misschien kwam dat tyel doordat hij, zoals ons bleek, meent dat de mopshond in ons land in haast geen enkel huis ont breekt. „Uw Willem van Oranje is eens door zo'n hond gered", zei hij trots en met een lokkend gebaar zet te hij een prachtige kom vol zoete thee voor het dier neer. Waarover deze man niet spreekt zijn de geweldige verliezen, die hij lijdt door de exploitatie van zijn opera. Evenmin praat hij over het prachtige plan, dat kortgeleden is gereed gekomen en dat inhoudt, dat iedere gemeente van zijn onderne ming een reeks opera-voorstellingen cn concerten kan „kopen" tegen zeer lage prijs. Onvermoeid werkt hij. sa men met zijn nog geen dertig-jarige manager cn zijn vrouw, voort aan de vorming van een steeds groter kern van muziekliefhebbers Die dan op hun beurt voor de jonge ta lenten de gelegenheid scheppen zich tot zo hoog mogelijk niveau te ont wikkelen. Op zijn pantoffels, de kraag van zijn colbertje hoog opgeslagen cn blootshoofds bracht John Christie ons in de avondlijke duisternis met zijn wagen naar huis. „Vergeet U niet mij dat Hollandse liedje over de mopshond te sturen, waarover u sprak", zei hij ten afscheid. Expositie-plannen in de hoofdstad In het Sted Museum te Amster dam zal voor een half jaar een ten toonstelling worden ingericht onder de naam „Vijf Generaties", de nieu we stromingen in de laatste 100 jaar Hij zal 15 bovenzalen in be slag nemen. Hiermee wordt de scheidingslijn tnssen Rijksmuseum en Sted. Museum verlegd van 1800 naar 1850. De verzameling van dc Vereniging tot het Vormen van een Openbare Verzameling van heden daagse kunst welke tot nog toe de kern van het museum-bezit uit maakt, zal binnenkort aan de ge meente Amsterdam worden ge schonken. Voorts zijn er plannen voor be langrijke exposities: in Februari een „retrospectieve" gewijd aan Van der Leek, in de zomer de Franse Zondagsschilder André Bauchant. verder als grote zomer- tentoonstelling een indruk van het internationale expressionnisme. In het najaar Henry Moore, de Engel se beeldhouwer, en werk van de Rotterdamse Avant Garde, 'waar schijnlijk met een Rotterdamse kunst-week). De Amerikaanse kunst, maar waarschijnlijk komt deze pas in '50. Het Museum Fodor, dat kort ge leden is heropend, na geheel ge restaureerd te zijn, zal in de toe komst het museum der Amster damse schilders worden. Dit neemt niet weg. dat de plannen van deze schilders om een groot eigen semi permanent tentoonstellingsgebouw te doen verrijzen, blijven bestaan. Schuilkerkje te Pingjun gerestaureerd Het historische doopsgezinde „schuil kerkje" tc Pinkjun begint tekenen van verval te vertonen. De raad der ge meente Wonseradeel. de gemeente waar in de geestelijke vader van de doops gezinden, Menno Simons, geboren werd en gewerkt heeft, besloten ten behoeve van do restauratie van dit typische ge bouwtje een subsidie uit te trekken, echter op voorwaarde, dat ook het rijk en de provincie in de kosten zullen bij dragen. „WEL MAKKELIJK", zegt Aukje Karssemeijer. ,,dat mijn man pia nist is. Hij helpt me vaak bij het instuderen van de partijen. Maar h\j is zelf ook dirigent en dus niet zo gauw tevreden". Literaire opdrachten kwamen gereed In de loop van het jaar 1948 zijn de volgende door de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen aan letterkundigen verleende opdrachten gereed gekomen: 1. dr. I M. Daniels OP., het voor de druk gereedmaken met inleiding en aantekeningen van het middel-Nederlands geschrift „Spieghel der menselijker behoude- nesse"; 2 Anne Wadman, het ge reedmaken van een bloemlezing van gedichten uit de Friese poëzie sedert Pieter Jelles (Troelstra) met in leiding en aantekeningen en ver talingen in het Nederlands; 3. D r. G. J. G e e r s. het ver talen van het toneelspel „El sitio de Breda" van don Pedro Calderon de le Barca, met inleiding en aanteke ningen; 4. M. M o k, het schrijven van een gedicht over de tweede helft van de tachtigjarige oorlog, getiteld „De vrije Nederlanden"; 5. M e v r. T J a m e s-d e K r u y f f, het gereedmaken van een uitgave met inleiding en aantekeningen van Starkers' Friesche Lusthof; 7 Hendrik de Vries, het vertalen \an het toneelspel van Jose EscheGaray „En el seno de la muerte"; 8. Dr. K. Heeroma, het voor de druk gereedmaken van een uit gave met inleiding en aanteke ningen van „De Stichtelijke Rij men" van D. R Camphuysen; 9. Dr. F. Kossmann; het gereedmaken van een uitgave met inleiding en aantekeningen van de gedichten van David Beck. Violen uit de balken van de Münchense kathedraal De eeuwenoude balken van de Münchense kathedraal zullen bin nenkort wederom weergalmen dooi de tonen van zachte muziek, doch ditmaal niet meer als balken, maar als violen. Toen anderhalf jaar geleden een begin gemaakt werd met de weder opbouw van de in de oorlog zwaar getroffen kathedraal, kocht een Beierse houtkoopman, Franz Fuchs uit Oberau bij Garmisch 'n twaalf- lal 500 jaar oude balken, die oor spronkelijk bij de bouw van de ka thedraal verwerkt waren en liet er door bekwame vaklieden uit de buurt violen van maken. Dr. Louis Raemaekers te Brussel, in dc eerste wereldoorlog wereldberoemd door zijn tekeningen voor de gealli eerden, zal op 6 April a.s. 80 Jaar wor den. Dr. Raemaekers Is geboren Roer- mondenanr en zijn geboortestad zal bij deze gelegenheid een tentoonstelling van zfjn werken organls-crcn ln het Gemeentelijk Museum aan de Ander son weg. Eerst na 1913 heeft dr. Raemaekers zich gewijd aan dc journalislck. In het begin van dc wereldoorlog trok hij in zijn tekeningen in .De Telegraaf direct party voor België cn de geallieerde zaak. .Het buitenland merk.fc zijn kunst op. Talrijke reproducties vesche- nen in bladen der geallieerden cn wer den door hen uitgegeven in albums. Dc Londense „Daily Chronicle" stelde hem zelfs als politiek tekenaar aan. Kopstukken der geallieerde wereld, zoals Wilson Joffre. Churchill enz. zochten zijn kennismaking. De univer siteit van Glasgow benoemde hem in 1924 tot eredoctor Raemaekers woonde enige tijd in Londen, verb'.éef voorts In de Verenigde Staten, vestigde zich later in Frankrijk, waarna hij defini tief Brussel tot verblijfplaats koos. De kunstenaar heeft reeds zijn instemming met dc Roermondse tentoonstelling be tuigd. Van zijn werk heeft hij nog vele honderden tekeningen in eigen bezit. Voorts zijn er collecties in Amerikaan se cn andere musea. Arenden op de film Toen een jaar of vier geleden twee jonge Fransen in de woesto streken by de bron van de Loire zwierven, ontdekten zij arendshor sten van het zogenaamde ras: „Jean Ie Blanc". Zij besloten een film te maken van het leven dezer zeldza me roofvogels, die buitengewoon schuw zijn en nooit tam worden. Zij stelden in een boom een camera op. die in beweging gebracht kon wor den door een electromagnetisch sys teem, dat van 500 meter afstand bediend kon wordch. Dagen achter een. met oneindig veel geduld en grote handigheid, hebben de jonge lui taferelen uit het leven dezer vo gels gefilmd,, en aldus zijn-zij er in geslaagd een unieke film te maken. Uil de boekenmolen „Herinneringen van een schoolmeester" Twee o» ,aui is üc bekende kinacrs-cmyver vV. u. van d n u i s in ülrecnt zyn geoooru— o.ja onocrwijzcr gewëcsi. loon Kon ,»c. lichamn met meer wat ae geest .vilde, cn Van der Huist nam vcrvrQcgd pensioen. Op verzoek van do uitgever j. li. i-vok m tvainpen senreel ruj zyn „Herinneringen van een schoolmeester" soocrc. maar uiterst lyngevoeligc ge nachten over zyn jeugo. zyn moeuer, zyn studiejaren, zijn scliooi, zyn kin aexen<£yn Kinacrcn, dat waren dc opgroeiende jongens cn meisjes. die woonden in dc krotten der steenbak kers ilmgs dc Vaarise Rijn. Ecii ruwe, niet tc intelligente, maar gocahartlge jeugd, die vrijwel alles tc kort kwam wal een opgroeiend mensenkind aart licht en ruimte, aan goedheid en licha melijke cn gccstclykc verzorging nodig heeft. Aan deze van Jongs af aan met va der en moeder mcczwocgende kinderen gaf Van de Hulst zijn grote werkkracht enzyn hart. En hij ls ze trouw gebleven, tot hU niet meer kon. Voor hen heeft hij uiteindelijk zijn boeken geschreven. En nu. inymerend over al het goede dat hij inei hen bciccfde. schreef hij zijn herinneringen, liefde volle. soms ietwat weemoedige schetsjes, die vaak verlicht zijn door een milde, wljzo humor. Een boekje om te lezen en tc herlezen, om gesterkt tc worden door de diep-optlnustlsche levensvisie van deze schooimccsterkunstennar. W. G. %*an dc Hulst Jr. tekende voor dit boek een schat van fijne, soms zo rake prentjes. Aukje Karssemeijer-De Jong „Eten halen" „Natuurlijk heeft dit alles zin gehad. Een heel wat chcperc zin als het halen van eten alléén. Ik voel me gestaald. Alsof mijn karakter min of meer ver anderd is". Zo luidt dc voorlaatse alinea van een boekje „Eten halen" door J. C P. Alberts. Dc schrijver is blijkbaar op hongertocht geweest in do winter van '44'45 cn heeft zijn lot gevallen beschreven ln een novelle die alle eigenschappen vertoont van een middelmatig schoolopstel, compleet met taal- en stljlzondcn. (A. J, G. Strcng- holt's Uitg. Mij.) Liederen van Bach en... operettes DE RADIO-ZANGERES Aukje Kars9emetferDe Jong heeft ontelbare luistervrienden en -vrien dinnen. Die maakte zij zich door haar innemend, van nature prach tig sopraangeluid. En vooral, door dat haar kunst tot zo verschillende categorieën van zangliefhebbers spreekt. Zij zingt slaapliedjes, die alle moeders „beeldig" vinden en vrolijke Nederlandse melodieën. Maar ook in oratoria, opera's en operettes. Wy zaten nog maar nèt ln Hilversum by haar aan de kof fie. toen de telefoon ging. „Me neer isr zeker niet thuis", werd er gevraagd. Maar „meneer", de pianist en componist Rudolf Karssemeijer, was wèl thuis. Hy kwam even later, glunde rend, óók zijn kopje koffie ha len. „Ik heb mijn eerste televisie uitzending", berichtte hij. „Met een kinderkoor, op 8 Maart". „Maar dan zing i k in Brussel!", luidde het verschrikte antwoord van zijn vrouw. „Wie moet er dan op de kinderen passen?" Daar zaten zc, voor de zoveelste maal, voor het „oppas"-probleem. Want het echtpaar Karssemeijer De Jong heeft twee „wolken" van kinderen: Erik, van twee en een half, die iedereen, die op visite komt, „voorleest" uit zijn prenten boek; en Ilona, die negen maanden oud is en alleen nog maar vriende lijk kan lachen en heel ondeugend haar speelgoed-eend op de grond gooien. Maar wij heten het „oppas"-pro- bleem rusten en kwamen via een gesprekje over een samen beleefd huisconcert in 1944 bij het licht van meegebrachte vetpotjes en ter wijl V-1's over de stad gierden op de vraag of het juist is. dat een kunstenaar tegelijkertijd de lichte en de „ernstige" muze dient. Het AUKJE KARSSEMEIJER heeft het erg druk; als zangeres, maar ook als moeder. Voor Erik en Ilona heeft ze al menig engagement af gewezen. oordeel van onze gastvrouw en haar man hier over was eenslui dend Verouderde opvattinq „De opvatting, dat een goed kun stenaar zich uitsluitend by ernstige kunst moet houden^is verouderd. Hij mag gerust ook eens wat ge makkelijker te verteren kost opdie- Wie in Haarlem komt zal er tevergeefs zoe ken naar een gedenkteken, dat herinnert aan een bekend en geëerd burger van deze stad, N i c o 1 a a s B e e t s, die daar op 13 September 1814 werd geboren. Toch is dat niet de schuld der Haarlemmers. Zij zijn reeds welgeteld 36 jaar bezig een standbeeld voor deze beroemde burger der Spaarnestad op te richten, doch het is hun nog steeds niet gelukt. De historie van het Hildebrand-monument dreigt historisch, zo niet legendarisch, te worden! Deze geschiedenis begint in 1913, toen uit de Haarlemse burgerij een comité ontstond, dat zich ten doel stelde zo spoedig mogelijk in de Haarlemmerhout een gedenktegen voor Nico- laas Beets te doen verrijzen. Op dat moment heeft waarlijk niemand vermoed, dat dit plan twee wereldoorlogen zou moeten overleven en daarna nog alleen maar een plan zou zijn Men veronderstelde toen, dat het monument er binnen één a twee jaren zou staan. De plek in Den Hout, waar het zou moeten komen, was reeds spoedig gekozen en in orde gemaakt. Het comité bracht in korte tijd het nodige geld (f 20.000.-) bijeen en schreef een prijsvraag uit voor een ontwerp. In 1914 kwam de uitslag: uit 26 mededingers werd de beeldhouwer B r o n n e r winnaar. Hij had zijn ontwerp samengesteld uit acht figuren, voorstellende personen uit de „Camera Obscu- ra", gegroepeerd om een fonteinbak. Daarachter de figuur van Hildebrand, die uit de hoogte op zijn „schepselen" neerkeek. Het was een origi nele gedachte en de verwachtingen ten aanzien van het-resultaat waren hoog gespannen. Men stelde een opleveringsdatum vast en de beeld bouwer begon aan zijn werk. Enige maanden later werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Rijks-Academie voor Beeldende Kunsten. Prof. Bronner kreeg te kampen met materiaalgebrek tengevolge van de inmiddels uitgebroken oor- felen, of er nog wel ooit iets van zou komen Prof. Bronner heeft het zwijgen verbroken in 1937, nadat hij van het comité telkens uitstel van de opleveringsdatum had gevraagd en ge kregen. Hij nodigde toen de pers uit, om de voorstudies, gips-modcilen en voltooide beel den in de Academie te komen bezichten. Men verwachtte toen, dat Haarlem binnen enkele maanden in het bezit van het monument zou zijn, doch er gebeurde weer enkele jaren niets. Toen brak de tweede wereldoorlog uit en stond het werk door gebrek aan materiaal opnieuw stil. 4 De plek, waax het monument zou verrijzen, is intussen ten offer gevallen aan' verkeersverbe- teringen aan de Haarlemse dreef, zodat men thans nog verder van huis is dan in 1941. In 1946 rees de hoop opnieuw. Prof. Öronner no digde toen B. en W. van Haarlem uit de resul taten van zijn werk te komen bezichtigen. Alle beelden waren toen klaar, alleen de figuur van Hildebrand was nog onderhanden. De overige droegen zeer de bewondering van de bezpekers weg. Nurks, Keesje, het diakenhuismannetje, Pieter Stastok, mr. Hendrik Johannes Buis, alias „Buikje", grootmama Kegge, de charman te mijnheer Van der Hoogen, Teun de Jager en Saartje stonden gereed om hun plaatsen rond de fonteinbak voor altijd in te nemen. Doch nu, in 1949. is dat nog steeds niet gebeurd. De laat ste berichten zijn, dat ook Hildebrand gereed is. Intussen heeft het Hildebrand-monument, al staat het dan nog niet in de Haarlemmerhout, het aanzijn gegeven aan een boek, waarin de deugden en schoonheden van dit levenswerk van prof. Bronner tot in details worden be schreven. De beeldhouwer zelf is in 1948, tij dens de tentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijke Museum van de voltooide beelden van het monument, benoemd tot erelid van de Kring van Beeldhouwers en heeft van H.M^ de Koningin de onderscheiding van Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw ontvangen. Op 13 Maart 1949 herdenkt men weer de nen. Als hy het maar góéd doet. Het Nederlandse publiek staat hier nog altijd wat sceptisch tegenover. In het buitenland doet men dat al lang met meer; het gros van de Ne derlandse toonkunstenaars even min. Daarom heeft Aukje Karsse- meyer zowel de titelrol geaccep teerd in de operette „Rose Maric", die 6 Februari wordt uitgezonden, als de Bach-cantatc twee dagen later. Opgewekt praat ze over „De Zil vervloot", een programma van Ne derlandse klanken, waaraan ze an derhalf jaar lang, iedere week mee werkte. En over het volksliederen- kwartet „Cantus Populorum", waar ze in zingt en dat door Rudolf Karssemeijer wordt geleld. En met trots vertelt ze: „Op 1 April, 't ls heus geen mop. zing ik in een operette van myn man, „Avontuur ln Castella". Of ze het druk heeft? „Ja, heel druk. Ik heb myn huls- houden, de kinderen, die veel zorg vragen en dan myn uitzendingen, soms twee op een dag. Dat eist veel voorbereiding". „Helpt Uw man daarby?" „En of. En hij is lang niet ge makkelijk. Hij staat er op, dat ik reeds bij de repetities in de studio mijn partijen feilloos ken „Ontvangt U veel brieven van luisteraars?" „Gelukkig wel. Je staat eigenlijk altijd maar zo zielig Jn je centje voor zo'n microfoon te zingen. Je hebt geen publiek voor je. Dat ge mis maken de brieven tenminste een beetje goed. Natuurlyk krijg je na een uitzending wel wat commen taar van de familieleden en kennis sen, maar die crltiek heeft weinig waarde. Als het eens een keer niet zo erg lukt, vragen ze hoogstens: „Was je een beetje verkouden?" Simpel verhaal Het verhaal van haar „ontdekt" worden en van haar loopbaan als zangeres vertelt Aukje Karsse meijer in enkele simpele zinnen: „Toen lk zeventien was mocht ik op een operetteclub ln Amsterdam. Ik kreeg een klein rolletje en toen het voorbij was, vroeg de zanger en paedagoog Kees Smulders me. of ik les wilde nemen. Dat heb ik gedaan en Kees Smulders, die ook in Hil versum woont, is nu nóg mijn leraar. Toen ik meende, ver genoeg tc zyn, solliciteerde lk bij de radio en ik kreeg een plaatsje by de so pranen in het vaste Omroepkoor. Daarin heb ik enorm veel geleerd, vooral omdat we zowel oratoria als opera's, operettes en nog veel lich ter muziek uitvoerden. Daaraan heb ik het te danken, dat ik me eigenlyk overal ln thuis voel. So liste werd ik op een dag, dat Corrie Bijster in Puccini's „Zuster Ange lica" zou zingen en ziek werd. Ik moest Invallen cn 't ging eoed. Ik mocht nog eens terug komen." Dan komt de kleine Erik het ge sprek afbreken. Hy legt zyn pren tenboek over onze blocnote heen cn zegt: Kyk eens, oom, dat is een wolf. Die eet alle geitjes op" log. Toen die voorbij was, sloot de beeldhouwer sterfdag van Nicolaas Beets. Het zal dan 46 jaar zich jarenlang met zijn werk op en weigerde er geleden zijn dat de schrijver stierf. Thans is de iets van tc openbaren. hoop van de Haarlemmers, wat het monument In de Spaarnestad begon men eraan te twij- betreft, op die datum gevestigd. De Bond van Friese kunstenaars krijgt in Leeuwarden een eigen home, het voormnlige theehuis in de Prin sentuin. e In het panorama-Mesdag ln Den Haag is een tentoonstelling ge opend van werk van kunstenaars uit Namen cn dc Maasvallei. S c r a f i- ni o \v l t s J. Sowjet - schrijver en journalist, winnaar van de Stalin-prljs, is overleden. Hij is op staatskosten be graven. De bekende tekenaar-schil der Herman Moerkerk wordt op 2 Maart 70 jaar. In Stier marken is een schilderij ontdekt van dc 17-de eeuwse Nederlandse schilder Davld RIkacrt De Franse filmac teur-regisseur N o ëi N o 1 heeft dc ..Grand Prix chi Cinéma Frangals" gekregen, voor zijn ..Les casse pleda" De Pontus-filmmaatschappiJ gaal EIchendorffs ..Aus dem Lc- bcn cincs Taugenlchts" verfilmen. ZIJ maakt ook een kleurenfilm „Dantons Tod". De Wccnsc Staatsopcra ls uit genodigd deel te nemen aan de Ne derlandse muziekfeesten die van 15 Juni tot 15 Juli In Amsterdam en Sche- veningen worden gehouden. Een filmstudio is begonnen een Duitse versje te maken van „Hamlet' waarin Lau rence Olivier dc titelrol vertolkt Er bestaat het pinn tot uitwisseling van het Residentie-orkest en het „Halle- orchestra" uit Manchester.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 7