Het vlot niet erg met het
Hildebrand-monument
John Christie heeft drie liefdes:
opera, een mops en zijn vrouw
Zonder wind of wolken
In een kinder - operette zong zij
haar eerste lied
Midden in het Engelse heuvelland
staat een modern theater
Louis Raemaekers
wordt 80 jaar
Je voelt je eenzaam voorde microfoon,
maar brieven maken veel goed
HAARLEM WACHT AL 36 JAAR
Kunst in het kort
Zaterdag 29 Januari 1949
7
„De koning komt hier
nooit..."
'Van een onzer redacteuren)
Mister John Christie goe
de zestiger, gezet, schaarse grijze
haren op het ronde aristocratische
hoofd en op en top Engelsman is
de baas van een opera-gebouw en
een mopshond. Verder heeft hij élles
te zeggen over enige landgoederen,
een hotel, een fabriek van kerkor
gels. een houthandel, een bouwmaat
schappij en heej veyj andere dingen.
Deze ziin echter slechts in zoverre
belangrijk, dat ze hem in staat stel
len de mopshond vet en tevreden te
houden en zijn opera te exploiteren.
Het derde onderwerp van mister
Christie's vurige bewondering is
zijn bekoorlijke vrouw, over wie hij
echter lang niet alles te vertellen
heeft. Zij is de eertijds beroemde
lyrische sopraan Audrey M i 1 ci
rri a y en hoewel haar stem aan kwa
liteiten nog niets heeft ingeboet is
ze voorlopig toch niet van plan weer
in de Britse opera te gaan zingen,
hoezeer haar man het daar ook op
aan stuurt.
Als het echtpaar niet op reis is
woont het eela] in zijn enorme, vijf
honderd jaar oude landhuis in het
uitgestrekte heuvelland van East
Sussex aan de Engelse Zuidkust.
Heel eenzaam staat het er aan de
smalle w.eg die zich van het gat
Glyndebourne naar het gehucht
Ringmer door het glooiende land
schap slingert. Een huis zoals Char
les Dickens wel heeft beschreven:
grote hoge ramen met glas-in-lood
ruiten in de brede gevel, eeuwen
oude. gladgeschoren gazons er voor
en een prachtige grote tuin aan de
achterkant met waterpartijen en
keurig geknipte hagen, Alles aan
trekkelijk genoeg om er even be
wonderend bij stil te staan.
Privé-opera
Er is echter iets anders, dat stér
ker de aandacht trekt. Van achter
het leien dak torent een geweldige
grijsstenen kubus omhoog, middel
punt van een gebouwencomplex dat
direct aan een theater doet denken.
Dit is mister Christie's privé-opera.
Het toneel is groter dan dat van het
Londense opera-gebouw „Covent
Garden", de verlichting ervan is su
perieur en de accoustiek van het in
tieme zaaltje, waarin plaats is voor
zeshonderd -personen, welhaast vol
maakt. Er omheen bouwde mister
Christie's eigen bouwmaatschappij
een aantal bars, conversatie- en eet
zalen. waarin alleen mensen in
avondkleding zich thuis zullen voe
len. Behalve dan de eigenaar zelf,
die er niet tegen op ziet zich op pan
toffels en in een afgedragen costuum
onder de deftige gasten te begeven.
De Britse opera heeft aan deze
eigenaardige man onnoemelijk veel
te danken. Met de opening van zijn
..Glyndebourne Opera House" in '34
wekte hij haar tot nieuw leven.
Dacht hij ergens ter wereld jonge,
veelbelovende zangers en zangeres
sen voor de opera te kunnen win
nen, dan trok hij er heen en spaarde
kosten noch moeiten om ze tot op
treden in zijn opera te bewegen,
waar de voorstellingen aan de hoog
ste technische en artistieke eisen
voldoen.
Mr. Christie himself
Men had ons gezegd dat mister
Christie voor zaken in Amerika was.
Maar toen wij na een lange wande
ling over de zonbeschenen heuvels
de bemodderde schoenen op zijn
welverzorgd gazon afveegden en
vervolgens de tuinman gingen vra
gen of wij eens om de gebouwen
mochten lopen, bracht deze ons naar
de achterzijde van het huis. waar
zijn patroon ons op zwartleren pan
toffels tegemoet kwam. „I am mister
Christie himself" zei hij breed glim
lachend en zonder het Oxford-accent
dat de meeste deftige Engelsen zich
gaarne aanmeten. Een uur lang leid
de hij ons rond. In de kolossale hall
van het woonhuis, waar de butler
zwijgend en geruisloos bezig was het
verblijf voor de avond gereed te
maken, noodde mister Christie ons
tenslotte bij het vuur in de schouw.
En daar begon hij van zijn werk te
vertellen
„Toen ik vijftien jaar geleden het
Opera-House opende kwamen er de
eerste keer ongeveer vijftig bezoe
kers. de tweede keer waven het er
een paar meer, nadien was de zaal
bij elke voorstelling volledig uitver
kocht. Een zakenman die eens een
opvoering had bijgewoond, belde me
de volgende dag. dat hij alle plaatsen
voor de volgende voorstelling wilde
opkopen. De bezoekers komen van
overal ter wereld, meestal via Lon
den.
Voor de oorlog veelal per auto.
thans met speciale treinen naar het
dichtsbijzijnde station, waar ze door
autobussen werden afgehaald. De
goedkoopste plaats kost twee pond,
Vanachter het leien dak torent een
geweldige grijsstenen kubus om
hoog, die direct aan een theater
doet denken.
„TELEMACHUS IN HET DORP",
de tweede roman van
MARNIX GIJSEN
IN een keurige uitgave is bij A.
A. M. Stols te 'sGravenhage
nu het tweede belangrijke proza
boek van Marnix G ij s e n ver
schenen, „Telemachus in het
Dorp". Het draagt als ondertitel:
„Een verhaal zonder Wind of Wol
ken." Misschien ben ik heel dom
maar mij heeft deze ondertitel
'voor een raadsel geplaatst. Ik kan
met geen mogelijkheid bedenken
wat de schrijver er eigenlijk mee
heeft bedoeld. Is er soms een reac
tie in te zien tegen „De Trap van
Steen en Wolken", de roman van
Johan Daisne? Maar dan is
de toespeling mij ontgaan. Of
wordt hier op ironische wijze stel
ling genomen tegen een littera
tuur van wind en wolken, een na-
Letterkundige kroniek
door
Victor E. van Vriesland
tuurromantiek a la Felix Tim
mermans. Noch die reactie
noch precies die tegenstelling vind
ik nu bij uitstek het meest ken
schetsende van Gijsen's nieuwe
roman. Het feit dat in het „Nieuw
Vlaamsch Tijdschrift" de titel van
het verhaal luidde „Aanvankelijk
Onderwijs", maakt ons ook al niet
veel wijzer. Het beste is, dat ik
mij maar niet verder verdiep in
de ondertitel en het boek zelf ga
beschouwen.
I K wil dan met nadruk verklaren dat
Ik dit stuk proza ten zeerste ge
boeid en vermaakt heb gelezen. Het Is-
een meesterstukje van ironische humor,
op droog constaterende toon een scher
pe psychologische waarneming tot on
miskenbaar leven brengende Reeds het
voorafgaande boek ..Joachim van
Baby lo n", trok terecht zeer de aan
dacht als een vernieuwing van deze
auteur, die men voornamelijk als ka
tholiek dichter uit de expressionistische
tijd kende, en wlc-ns anecdotisch erup
tieve, humanistisch moraliserende, op
Frans-Duitse voorbeelden geïnspireerde
maar toch wel in haar soort oorspron
kelijke Vlaamse poezie hem terecht in
de waardering van na de eerste wereld
oorlog in ons land in de kringen van
„De Gemeenschap en „De Stem"
een in die periode vooraanstaande
plaats had verzekerd. De wedergeboor
te in ..Joachim" was even onverwacht
als opmerkenswaardig Dit boek met
zijn fijne satyrische Inslag, een tiklc
symbolisch, maar net niet genoeg om
de wijsgerigheid te doen overheersen
over dc levende uitbeelding, was een In
zijn klassieke soberheid prachtig staal
van Nederlands proza van grote allure
Compact, gedrongen, gedragen door die
zacht ironische levenswijsheid die aan
Anatole France herinnert, maar bitter
der. verbetener. moderner: critisch ten
opzichte van de gevestigde en gecano
niseerde waarden der zedeleer, maar
vol menselijk meeleven in de met vas
te, harde contouren neergezette figu
ren zal dit werk. als ik mij niet zeer
zou vergissen, zijn plaats behouden in
de letterkunde van het Nederlandse
taalgebied.
I OT dezelfde slotsom ben ik geko-
men na lezing van „Telemachus in
het Dorp". De ik-figuur. in wie duide
lijk een maximum aan autobiografische
gegevens is verwerkt, verhaalt van dc
kleine mensen en de kleine gebeurte
nissen in het dorp. waar hij als kind
woonde en is grootgebracht Hij doet
dit met een minutieus besef voor de
Intieme nuances in het zielclcven van
zijn personen, de schoolmeester. de
gemeente-secretaris, de pastoor, zijn
oude grootmoeder cn andere dorpsfigu
ren. Men voelt hier. dat hoezeer ook
van binnenuit dc personen en gebeur
tenissen benaderd zijn. en hoezeer ook
dc verteller met innige banden vastzit
aan zijn jeugd, hij voldoende afstand
heeft kunnen nemen om met een on
navolgbare galgenhumor, die aan Els-
schot herinnert, met een onbarmhartig
penetrante blik als waarmee Walschap
zijn dorpsbewoners placht te bekijken,
cn op duizend mijlen afstand van de
lyrlseh-elegische stem van Maurice Gil-
liams zijn verhaal te doen Hier spreekt
geen egocentrisme of rancune meer mee.
deze schrijver is als een levensfilosoof
onttogen cn ontheven aan zijn bittere
jeugdervaringen. Maar niet zo. of hij
vertelt op de ontroerende toon van
wie het leven diep doorleeft heeft en
de serene glimlach van de kunstenaar
iets daaruit ongekwetst heeft gered.
Is deze fijne en nooit echt cynische
humor toegankelijk voor een groot pu
bliek? Ik kan het niet beoordelen, mn^r
ik hoop het. Ik kan slechts bekennen
dat mil dit boek enkele uren van on
vermengd genieten heeft geschonken.
Litterair gesproken verdient het even
eens de grootste lof. Het is geschreven
in een vlekkeloze gepcrfectionneerde
stijl, de still van iemand die. wat het
proza betreft, eerst omtrent zijn vijftig
ste jaar zijn instrument heeft gevonden,
maar dit dan ook meteen meesterlijk
en met grote rijpheid beheerst. Men
leze dit boek: het lijkt mij onmogelijk,
het niet lief te hebben.
maar omdat de mensen zich daar
door niet van een bezoek lieten
weerhouden, verlaagde Covent Gar
den in Londen haar prijs al gauw
tot één en een kwart pond.
Ook concerten
Behalve opera-voorstellingen zijn
hier ook heel wat concerten gege
ven. Mijn vriend sir Thomas
Beecham dirigeerde hier menig
maal. o.a. leidde hij er het Londens
Symphonie-Orkest. En verder wer
den hier Benjamin Brittens opera's
ten doop gehouden. Eigenlijk ben ik
helemaal niet verzot op die moderne
dingen, maar zijn „Rape of Lucretia"
vond ik heel goed. Als de gasten dat
willen kunnen, ze hier ook dineren.
Daarvan hebben verscheidene leden
van het koninklijk huis. die ik tot
mijn vaste bezoekers mag rekenen,
al meermalen gebruik gemaakt. Al
leen de koning komt nooit, want die
houdt niet van opera's. Het muziek
leven kwijnt op het ogenblik wat in
ons land, maar er is wel wat aan te
doen. hoewel geldgebrek de mensen
dwars zit. Het Edinburgh-festival,
dat verleden jaar zo'n succes had en
zeker tot verlevendiging van het
muziekleven heeft bijgedragen, was
een idee van mijn vrouw. Het werd
georganiseerd door mijn onderne
ming Tussen haakjes, ik zou het
prettig vinden als U thee bleef drin
ken."
Aan tafel merkten we dat de
voortdurende aanwezigheid van de
drie voorwerpen van zijn innige lief
de de opera achter het huis, de
mopshond aan zijn voeten en zijn
vrouw, wandelend in de tuin mis
ter Christie tot een overdadig vrien
delijk man maakt.
„Nederland...!"
Behalve van veel thee. sandwiches
met honing, cake en biscuits voorzag
hij ons ruimschoots van de allerhar
telijkste complimenten over de Ne
derlandse volksaard. Misschien
kwam dat tyel doordat hij, zoals ons
bleek, meent dat de mopshond in ons
land in haast geen enkel huis ont
breekt. „Uw Willem van Oranje is
eens door zo'n hond gered", zei hij
trots en met een lokkend gebaar zet
te hij een prachtige kom vol zoete
thee voor het dier neer.
Waarover deze man niet spreekt
zijn de geweldige verliezen, die hij
lijdt door de exploitatie van zijn
opera. Evenmin praat hij over het
prachtige plan, dat kortgeleden is
gereed gekomen en dat inhoudt, dat
iedere gemeente van zijn onderne
ming een reeks opera-voorstellingen
cn concerten kan „kopen" tegen zeer
lage prijs. Onvermoeid werkt hij. sa
men met zijn nog geen dertig-jarige
manager cn zijn vrouw, voort aan
de vorming van een steeds groter
kern van muziekliefhebbers Die
dan op hun beurt voor de jonge ta
lenten de gelegenheid scheppen zich
tot zo hoog mogelijk niveau te ont
wikkelen.
Op zijn pantoffels, de kraag van
zijn colbertje hoog opgeslagen cn
blootshoofds bracht John Christie
ons in de avondlijke duisternis met
zijn wagen naar huis. „Vergeet U
niet mij dat Hollandse liedje over
de mopshond te sturen, waarover u
sprak", zei hij ten afscheid.
Expositie-plannen
in de hoofdstad
In het Sted Museum te Amster
dam zal voor een half jaar een ten
toonstelling worden ingericht onder
de naam „Vijf Generaties", de nieu
we stromingen in de laatste 100
jaar Hij zal 15 bovenzalen in be
slag nemen. Hiermee wordt de
scheidingslijn tnssen Rijksmuseum
en Sted. Museum verlegd van 1800
naar 1850. De verzameling van dc
Vereniging tot het Vormen van een
Openbare Verzameling van heden
daagse kunst welke tot nog toe de
kern van het museum-bezit uit
maakt, zal binnenkort aan de ge
meente Amsterdam worden ge
schonken.
Voorts zijn er plannen voor be
langrijke exposities: in Februari
een „retrospectieve" gewijd aan
Van der Leek, in de zomer de
Franse Zondagsschilder André
Bauchant. verder als grote zomer-
tentoonstelling een indruk van het
internationale expressionnisme. In
het najaar Henry Moore, de Engel
se beeldhouwer, en werk van de
Rotterdamse Avant Garde, 'waar
schijnlijk met een Rotterdamse
kunst-week). De Amerikaanse
kunst, maar waarschijnlijk komt
deze pas in '50.
Het Museum Fodor, dat kort ge
leden is heropend, na geheel ge
restaureerd te zijn, zal in de toe
komst het museum der Amster
damse schilders worden. Dit neemt
niet weg. dat de plannen van deze
schilders om een groot eigen semi
permanent tentoonstellingsgebouw
te doen verrijzen, blijven bestaan.
Schuilkerkje te Pingjun
gerestaureerd
Het historische doopsgezinde „schuil
kerkje" tc Pinkjun begint tekenen van
verval te vertonen. De raad der ge
meente Wonseradeel. de gemeente waar
in de geestelijke vader van de doops
gezinden, Menno Simons, geboren werd
en gewerkt heeft, besloten ten behoeve
van do restauratie van dit typische ge
bouwtje een subsidie uit te trekken,
echter op voorwaarde, dat ook het rijk
en de provincie in de kosten zullen bij
dragen.
„WEL MAKKELIJK", zegt Aukje
Karssemeijer. ,,dat mijn man pia
nist is. Hij helpt me vaak bij het
instuderen van de partijen. Maar
h\j is zelf ook dirigent en dus niet
zo gauw tevreden".
Literaire opdrachten
kwamen gereed
In de loop van het jaar 1948 zijn
de volgende door de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen aan letterkundigen verleende
opdrachten gereed gekomen:
1. dr. I M. Daniels OP., het
voor de druk gereedmaken met
inleiding en aantekeningen van
het middel-Nederlands geschrift
„Spieghel der menselijker behoude-
nesse";
2 Anne Wadman, het ge
reedmaken van een bloemlezing van
gedichten uit de Friese poëzie sedert
Pieter Jelles (Troelstra) met in
leiding en aantekeningen en ver
talingen in het Nederlands;
3. D r. G. J. G e e r s. het ver
talen van het toneelspel „El sitio de
Breda" van don Pedro Calderon de
le Barca, met inleiding en aanteke
ningen;
4. M. M o k, het schrijven van
een gedicht over de tweede helft van
de tachtigjarige oorlog, getiteld „De
vrije Nederlanden";
5. M e v r. T J a m e s-d e K r u y f f,
het gereedmaken van een uitgave
met inleiding en aantekeningen
van Starkers' Friesche Lusthof;
7 Hendrik de Vries, het
vertalen \an het toneelspel van Jose
EscheGaray „En el seno de la
muerte";
8. Dr. K. Heeroma, het voor
de druk gereedmaken van een uit
gave met inleiding en aanteke
ningen van „De Stichtelijke Rij
men" van D. R Camphuysen;
9. Dr. F. Kossmann; het
gereedmaken van een uitgave met
inleiding en aantekeningen van de
gedichten van David Beck.
Violen uit de balken van
de Münchense kathedraal
De eeuwenoude balken van de
Münchense kathedraal zullen bin
nenkort wederom weergalmen dooi
de tonen van zachte muziek, doch
ditmaal niet meer als balken, maar
als violen.
Toen anderhalf jaar geleden een
begin gemaakt werd met de weder
opbouw van de in de oorlog zwaar
getroffen kathedraal, kocht een
Beierse houtkoopman, Franz Fuchs
uit Oberau bij Garmisch 'n twaalf-
lal 500 jaar oude balken, die oor
spronkelijk bij de bouw van de ka
thedraal verwerkt waren en liet er
door bekwame vaklieden uit de
buurt violen van maken.
Dr. Louis Raemaekers te Brussel, in
dc eerste wereldoorlog wereldberoemd
door zijn tekeningen voor de gealli
eerden, zal op 6 April a.s. 80 Jaar wor
den. Dr. Raemaekers Is geboren Roer-
mondenanr en zijn geboortestad zal bij
deze gelegenheid een tentoonstelling
van zfjn werken organls-crcn ln het
Gemeentelijk Museum aan de Ander
son weg.
Eerst na 1913 heeft dr. Raemaekers
zich gewijd aan dc journalislck. In het
begin van dc wereldoorlog trok hij in
zijn tekeningen in .De Telegraaf direct
party voor België cn de geallieerde
zaak. .Het buitenland merk.fc zijn
kunst op. Talrijke reproducties vesche-
nen in bladen der geallieerden cn wer
den door hen uitgegeven in albums.
Dc Londense „Daily Chronicle" stelde
hem zelfs als politiek tekenaar aan.
Kopstukken der geallieerde wereld,
zoals Wilson Joffre. Churchill enz.
zochten zijn kennismaking. De univer
siteit van Glasgow benoemde hem in
1924 tot eredoctor Raemaekers woonde
enige tijd in Londen, verb'.éef voorts
In de Verenigde Staten, vestigde zich
later in Frankrijk, waarna hij defini
tief Brussel tot verblijfplaats koos. De
kunstenaar heeft reeds zijn instemming
met dc Roermondse tentoonstelling be
tuigd. Van zijn werk heeft hij nog vele
honderden tekeningen in eigen bezit.
Voorts zijn er collecties in Amerikaan
se cn andere musea.
Arenden op de film
Toen een jaar of vier geleden
twee jonge Fransen in de woesto
streken by de bron van de Loire
zwierven, ontdekten zij arendshor
sten van het zogenaamde ras: „Jean
Ie Blanc". Zij besloten een film te
maken van het leven dezer zeldza
me roofvogels, die buitengewoon
schuw zijn en nooit tam worden. Zij
stelden in een boom een camera op.
die in beweging gebracht kon wor
den door een electromagnetisch sys
teem, dat van 500 meter afstand
bediend kon wordch. Dagen achter
een. met oneindig veel geduld en
grote handigheid, hebben de jonge
lui taferelen uit het leven dezer vo
gels gefilmd,, en aldus zijn-zij er in
geslaagd een unieke film te maken.
Uil de boekenmolen
„Herinneringen van een
schoolmeester"
Twee o» ,aui is üc bekende
kinacrs-cmyver vV. u. van d
n u i s in ülrecnt zyn geoooru—
o.ja onocrwijzcr gewëcsi. loon Kon
,»c. lichamn met meer wat ae geest
.vilde, cn Van der Huist nam vcrvrQcgd
pensioen. Op verzoek van do uitgever
j. li. i-vok m tvainpen senreel ruj zyn
„Herinneringen van een schoolmeester"
soocrc. maar uiterst lyngevoeligc ge
nachten over zyn jeugo. zyn moeuer,
zyn studiejaren, zijn scliooi, zyn kin
aexen<£yn Kinacrcn, dat waren dc
opgroeiende jongens cn meisjes. die
woonden in dc krotten der steenbak
kers ilmgs dc Vaarise Rijn. Ecii ruwe,
niet tc intelligente, maar gocahartlge
jeugd, die vrijwel alles tc kort kwam
wal een opgroeiend mensenkind aart
licht en ruimte, aan goedheid en licha
melijke cn gccstclykc verzorging nodig
heeft.
Aan deze van Jongs af aan met va
der en moeder mcczwocgende kinderen
gaf Van de Hulst zijn grote werkkracht
enzyn hart. En hij ls ze trouw
gebleven, tot hU niet meer kon. Voor
hen heeft hij uiteindelijk zijn boeken
geschreven. En nu. inymerend over al
het goede dat hij inei hen bciccfde.
schreef hij zijn herinneringen, liefde
volle. soms ietwat weemoedige schetsjes,
die vaak verlicht zijn door een milde,
wljzo humor. Een boekje om te lezen
en tc herlezen, om gesterkt tc worden
door de diep-optlnustlsche levensvisie
van deze schooimccsterkunstennar.
W. G. %*an dc Hulst Jr. tekende voor
dit boek een schat van fijne, soms zo
rake prentjes.
Aukje Karssemeijer-De Jong
„Eten halen"
„Natuurlijk heeft dit alles zin gehad.
Een heel wat chcperc zin als het halen
van eten alléén. Ik voel me gestaald.
Alsof mijn karakter min of meer ver
anderd is".
Zo luidt dc voorlaatse alinea van een
boekje „Eten halen" door J.
C P. Alberts. Dc schrijver is
blijkbaar op hongertocht geweest in do
winter van '44'45 cn heeft zijn lot
gevallen beschreven ln een novelle die
alle eigenschappen vertoont van een
middelmatig schoolopstel, compleet met
taal- en stljlzondcn. (A. J, G. Strcng-
holt's Uitg. Mij.)
Liederen van Bach
en... operettes
DE RADIO-ZANGERES Aukje
Kars9emetferDe Jong heeft
ontelbare luistervrienden en -vrien
dinnen. Die maakte zij zich door
haar innemend, van nature prach
tig sopraangeluid. En vooral, door
dat haar kunst tot zo verschillende
categorieën van zangliefhebbers
spreekt. Zij zingt slaapliedjes, die
alle moeders „beeldig" vinden en
vrolijke Nederlandse melodieën.
Maar ook in oratoria, opera's en
operettes.
Wy zaten nog maar nèt ln
Hilversum by haar aan de kof
fie. toen de telefoon ging. „Me
neer isr zeker niet thuis", werd
er gevraagd. Maar „meneer",
de pianist en componist Rudolf
Karssemeijer, was wèl thuis.
Hy kwam even later, glunde
rend, óók zijn kopje koffie ha
len.
„Ik heb mijn eerste televisie
uitzending", berichtte hij. „Met
een kinderkoor, op 8 Maart".
„Maar dan zing i k in Brussel!",
luidde het verschrikte antwoord
van zijn vrouw. „Wie moet er dan
op de kinderen passen?"
Daar zaten zc, voor de zoveelste
maal, voor het „oppas"-probleem.
Want het echtpaar Karssemeijer
De Jong heeft twee „wolken" van
kinderen: Erik, van twee en een
half, die iedereen, die op visite
komt, „voorleest" uit zijn prenten
boek; en Ilona, die negen maanden
oud is en alleen nog maar vriende
lijk kan lachen en heel ondeugend
haar speelgoed-eend op de grond
gooien.
Maar wij heten het „oppas"-pro-
bleem rusten en kwamen via een
gesprekje over een samen beleefd
huisconcert in 1944 bij het licht
van meegebrachte vetpotjes en ter
wijl V-1's over de stad gierden
op de vraag of het juist is. dat een
kunstenaar tegelijkertijd de lichte
en de „ernstige" muze dient. Het
AUKJE KARSSEMEIJER heeft het
erg druk; als zangeres, maar ook
als moeder. Voor Erik en Ilona
heeft ze al menig engagement af
gewezen.
oordeel van onze gastvrouw en
haar man hier over was eenslui
dend
Verouderde opvattinq
„De opvatting, dat een goed kun
stenaar zich uitsluitend by ernstige
kunst moet houden^is verouderd.
Hij mag gerust ook eens wat ge
makkelijker te verteren kost opdie-
Wie in Haarlem komt zal er tevergeefs zoe
ken naar een gedenkteken, dat herinnert aan
een bekend en geëerd burger van deze stad,
N i c o 1 a a s B e e t s, die daar op 13 September
1814 werd geboren. Toch is dat niet de schuld
der Haarlemmers. Zij zijn reeds welgeteld 36
jaar bezig een standbeeld voor deze beroemde
burger der Spaarnestad op te richten, doch het
is hun nog steeds niet gelukt. De historie van
het Hildebrand-monument dreigt historisch, zo
niet legendarisch, te worden!
Deze geschiedenis begint in 1913, toen uit de
Haarlemse burgerij een comité ontstond, dat
zich ten doel stelde zo spoedig mogelijk in de
Haarlemmerhout een gedenktegen voor Nico-
laas Beets te doen verrijzen. Op dat moment
heeft waarlijk niemand vermoed, dat dit plan
twee wereldoorlogen zou moeten overleven en
daarna nog alleen maar een plan zou zijn
Men veronderstelde toen, dat het monument er
binnen één a twee jaren zou staan. De plek in
Den Hout, waar het zou moeten komen, was
reeds spoedig gekozen en in orde gemaakt. Het
comité bracht in korte tijd het nodige geld
(f 20.000.-) bijeen en schreef een prijsvraag uit
voor een ontwerp.
In 1914 kwam de uitslag: uit 26 mededingers
werd de beeldhouwer B r o n n e r winnaar. Hij
had zijn ontwerp samengesteld uit acht figuren,
voorstellende personen uit de „Camera Obscu-
ra", gegroepeerd om een fonteinbak. Daarachter
de figuur van Hildebrand, die uit de hoogte op
zijn „schepselen" neerkeek. Het was een origi
nele gedachte en de verwachtingen ten aanzien
van het-resultaat waren hoog gespannen. Men
stelde een opleveringsdatum vast en de beeld
bouwer begon aan zijn werk. Enige maanden
later werd hij benoemd tot hoogleraar aan de
Rijks-Academie voor Beeldende Kunsten. Prof.
Bronner kreeg te kampen met materiaalgebrek
tengevolge van de inmiddels uitgebroken oor-
felen, of er nog wel ooit iets van zou komen
Prof. Bronner heeft het zwijgen verbroken in
1937, nadat hij van het comité telkens uitstel
van de opleveringsdatum had gevraagd en ge
kregen. Hij nodigde toen de pers uit, om de
voorstudies, gips-modcilen en voltooide beel
den in de Academie te komen bezichten. Men
verwachtte toen, dat Haarlem binnen enkele
maanden in het bezit van het monument zou
zijn, doch er gebeurde weer enkele jaren niets.
Toen brak de tweede wereldoorlog uit en stond
het werk door gebrek aan materiaal opnieuw
stil. 4
De plek, waax het monument zou verrijzen, is
intussen ten offer gevallen aan' verkeersverbe-
teringen aan de Haarlemse dreef, zodat men
thans nog verder van huis is dan in 1941. In
1946 rees de hoop opnieuw. Prof. Öronner no
digde toen B. en W. van Haarlem uit de resul
taten van zijn werk te komen bezichtigen. Alle
beelden waren toen klaar, alleen de figuur van
Hildebrand was nog onderhanden. De overige
droegen zeer de bewondering van de bezpekers
weg. Nurks, Keesje, het diakenhuismannetje,
Pieter Stastok, mr. Hendrik Johannes Buis,
alias „Buikje", grootmama Kegge, de charman
te mijnheer Van der Hoogen, Teun de Jager en
Saartje stonden gereed om hun plaatsen rond
de fonteinbak voor altijd in te nemen. Doch nu,
in 1949. is dat nog steeds niet gebeurd. De laat
ste berichten zijn, dat ook Hildebrand gereed is.
Intussen heeft het Hildebrand-monument, al
staat het dan nog niet in de Haarlemmerhout,
het aanzijn gegeven aan een boek, waarin de
deugden en schoonheden van dit levenswerk
van prof. Bronner tot in details worden be
schreven. De beeldhouwer zelf is in 1948, tij
dens de tentoonstelling in het Amsterdamse
Stedelijke Museum van de voltooide beelden
van het monument, benoemd tot erelid van de
Kring van Beeldhouwers en heeft van H.M^
de Koningin de onderscheiding van Ridder in
de Orde van de Nederlandse Leeuw ontvangen.
Op 13 Maart 1949 herdenkt men weer de
nen. Als hy het maar góéd doet.
Het Nederlandse publiek staat hier
nog altijd wat sceptisch tegenover.
In het buitenland doet men dat al
lang met meer; het gros van de Ne
derlandse toonkunstenaars even
min.
Daarom heeft Aukje Karsse-
meyer zowel de titelrol geaccep
teerd in de operette „Rose Maric",
die 6 Februari wordt uitgezonden,
als de Bach-cantatc twee dagen
later.
Opgewekt praat ze over „De Zil
vervloot", een programma van Ne
derlandse klanken, waaraan ze an
derhalf jaar lang, iedere week mee
werkte. En over het volksliederen-
kwartet „Cantus Populorum", waar
ze in zingt en dat door Rudolf
Karssemeijer wordt geleld. En met
trots vertelt ze:
„Op 1 April, 't ls heus geen mop.
zing ik in een operette van myn
man, „Avontuur ln Castella".
Of ze het druk heeft?
„Ja, heel druk. Ik heb myn huls-
houden, de kinderen, die veel zorg
vragen en dan myn uitzendingen,
soms twee op een dag. Dat eist veel
voorbereiding".
„Helpt Uw man daarby?"
„En of. En hij is lang niet ge
makkelijk. Hij staat er op, dat ik
reeds bij de repetities in de studio
mijn partijen feilloos ken
„Ontvangt U veel brieven van
luisteraars?"
„Gelukkig wel. Je staat eigenlijk
altijd maar zo zielig Jn je centje
voor zo'n microfoon te zingen. Je
hebt geen publiek voor je. Dat ge
mis maken de brieven tenminste
een beetje goed. Natuurlyk krijg je
na een uitzending wel wat commen
taar van de familieleden en kennis
sen, maar die crltiek heeft weinig
waarde. Als het eens een keer niet
zo erg lukt, vragen ze hoogstens:
„Was je een beetje verkouden?"
Simpel verhaal
Het verhaal van haar „ontdekt"
worden en van haar loopbaan als
zangeres vertelt Aukje Karsse
meijer in enkele simpele zinnen:
„Toen lk zeventien was mocht ik
op een operetteclub ln Amsterdam.
Ik kreeg een klein rolletje en toen
het voorbij was, vroeg de zanger en
paedagoog Kees Smulders me. of ik
les wilde nemen. Dat heb ik gedaan
en Kees Smulders, die ook in Hil
versum woont, is nu nóg mijn
leraar. Toen ik meende, ver genoeg
tc zyn, solliciteerde lk bij de radio
en ik kreeg een plaatsje by de so
pranen in het vaste Omroepkoor.
Daarin heb ik enorm veel geleerd,
vooral omdat we zowel oratoria als
opera's, operettes en nog veel lich
ter muziek uitvoerden. Daaraan
heb ik het te danken, dat ik me
eigenlyk overal ln thuis voel. So
liste werd ik op een dag, dat Corrie
Bijster in Puccini's „Zuster Ange
lica" zou zingen en ziek werd. Ik
moest Invallen cn 't ging eoed. Ik
mocht nog eens terug komen."
Dan komt de kleine Erik het ge
sprek afbreken. Hy legt zyn pren
tenboek over onze blocnote heen cn
zegt: Kyk eens, oom, dat is een
wolf. Die eet alle geitjes op"
log. Toen die voorbij was, sloot de beeldhouwer sterfdag van Nicolaas Beets. Het zal dan 46 jaar
zich jarenlang met zijn werk op en weigerde er geleden zijn dat de schrijver stierf. Thans is de
iets van tc openbaren. hoop van de Haarlemmers, wat het monument
In de Spaarnestad begon men eraan te twij- betreft, op die datum gevestigd.
De Bond van Friese kunstenaars
krijgt in Leeuwarden een eigen home,
het voormnlige theehuis in de Prin
sentuin. e In het panorama-Mesdag
ln Den Haag is een tentoonstelling ge
opend van werk van kunstenaars uit
Namen cn dc Maasvallei. S c r a f i-
ni o \v l t s J. Sowjet - schrijver en
journalist, winnaar van de Stalin-prljs,
is overleden. Hij is op staatskosten be
graven. De bekende tekenaar-schil
der Herman Moerkerk
wordt op 2 Maart 70 jaar. In Stier
marken is een schilderij ontdekt van
dc 17-de eeuwse Nederlandse schilder
Davld RIkacrt De Franse filmac
teur-regisseur N o ëi N o 1 heeft
dc ..Grand Prix chi Cinéma Frangals"
gekregen, voor zijn ..Les casse pleda"
De Pontus-filmmaatschappiJ gaal
EIchendorffs ..Aus dem Lc-
bcn cincs Taugenlchts" verfilmen. ZIJ
maakt ook een kleurenfilm „Dantons
Tod". De Wccnsc Staatsopcra ls uit
genodigd deel te nemen aan de Ne
derlandse muziekfeesten die van 15
Juni tot 15 Juli In Amsterdam en Sche-
veningen worden gehouden. Een
filmstudio is begonnen een Duitse versje
te maken van „Hamlet' waarin Lau
rence Olivier dc titelrol vertolkt Er
bestaat het pinn tot uitwisseling van
het Residentie-orkest en het „Halle-
orchestra" uit Manchester.