Kaas kopen is een kunst en kwestie van smaak een (Jan (OaanJtjsi w Aei Joiaanljsi :wlY/= om Wilt U een echte heer zijn? Edammer is droger en minder vet dan de boeren-Goudse Smeerkaas is geen afval e nieuwe Nog steeds is het winterkost Een buurpraatje in de Londense dierentuin GRIEP IS VOOR DE HUISVROUW OVERBODIGE LUXE Zaterdag 12 Februari 1949 3 17 EN pracht kaasje, mevrouw! U ziet zo wit als boter Wenst u het V J-* gesneden of aan een stukje?" Mevrouw ziet en koopt maar als meneer 's avonds dat ene losse plakje proeft, roept hy naar de keuken: „Wat is dat voor kaas? Er is geen kraak of smaak aan! Dat klopt ook. want witte kaas moet wel „te jong" zijn; zij is nog niet voldoende gerijpt Mevrouw heeft zich wat laten aanpraten, omdat zij geen verstand had van kaas Toch is het zo eenvoudig wat meer over kaas te leren, voldoende in ieder geval om voortaan te weten dat u een goed stuk kaas koopt, precies naar uw smaak. zeer bekende Leidse of sleutelkaas met de komijntjes. Deze kaas genoemd naar de streek, waar zij het eerst gemaakt werd en dat is al heel lang geleden. Nu maken de grote Friese fabrieken ook komij nekaas en die is zelfs in 20+ heel goed te eten. Waar vandaan? Of de kaas uit Friesland of uit Holland komt is gemakkelijk te onderscheiden. In de korst van de ALS kaas drie weken oud is, komt ze op de markt. Van 3 tot zes weken is ze j o n g tot drie maanden belegen en daarna mag ze het ere-praedicaat oud dragen. Hoe ouder de kaas, hoe duurder zij verkocht mag worden, omdat zij zorgvuldig „gefokt" wordt, wat arbeidsloon en pak huisruimte kost en bovendien wordt zij lichter door vochtverlies. Jonge kaas is door haar hoger vochtgehalte nog zo zacht, dat men met de vinger de korst kan in drukken. Daarbij geldt wel, dat hoe vetter de kaas is, des te lan ger zij zacht blijft. Er zijn ook kaassoorten, zoals de Parmezaanse, die men wel 20 jaar oud laat worden, zodat men haar alleen nog maar geiaspt of gema len kan gebruikei Zeer oude, har de kaas hebben de Italianen ons in macaronischotels en in sauzen leren waarderen. Vorm en soort Wij kennen het best de platte Goudse en de ronde Edam mer. De volvette Goudse is het typische product van de Holland se en Utrechtse boeren. Zij voeren het kaasbedrijf uit van vader op zoon en hun wekelijkse rit met hun product in de hoge houten karren opgestapeld, naar de oude markten van Gouda, Woerden en Bodegraven is een levendige tra ditie. Er is een enorm verschil in smaak bij die vc Ivette kaas, maar de handelaren weten precies wel ke kaas „hun" boeren maken. De Edammer is een „evenwich tiger" product, omdat zij thans bijna alleen op de fabrieken ge maakt wordt. Edammer is iets droger dan de boeren-Goudse en ook minder vet, al is dit verschil tussen 40 en volvet zeer gering. 40+ betekent 40% vet in de dro ge stof, volvet geeft 45% aan. Eerst groot verschil proeft men bij 20+ kaas, die vaak taai en sma keloos is en eigenlijk alleen als zij jong is gegeten moet worden. Deze 20+ kaas, die fabrieken zowel in Goudse als in Edammer vorm ma ken was voor de oorlog voorname lijk een exportartikel, nu hebben wij deze kaas ook leren eten. De keuze van Edammer of Goud se is een kwestie van smaak en van wat men gewend is. Men moet beide soorten proberen en waarde ren. Daarnaast zijn in onze kaas handel nog enkele minder beken de, doch bijzonder smakelijke soorten, zoals de Friese nagelkaas, die men beslist eens vragen moet. Deze nagelkaas met haar kruidna gelen is meestal zachter dan de Op de Kaasmarkt te Alkmaar kaas is namelijk een plaatje aan gebracht. waarop cijfers en letters staan. Die worden door de kaas- contróle-stations uitgereikt en zo'n plaatje, het kaasmerk moet Uw garantie zijn. Er zijn sinds kort nieuwe kaasmerken- in om loop gebracht, met het oog op de internationale herkenning van het product, voorzien met het woord HOLLAND. Onder het woord HOLLAND staat het seriecijfer met de initia len van het contrólestation. Een U betekent Utrecht, F Friesland, NH Noord-Holland. HB Zuid-Holland- Brabant. Ook het vetgehalte, vol vet, 40 of 20 is op dit kaasmerk vermeld. Natuurlijk vindt men deze mer ken niet op de gesmolten kaas, die als blokkaas, korstlozc- of smeer kaas en zelfs als rookkaas in de handel wordt gebracht. Heeft een kaas zodanige gebreken, dat zij be zwaarlijk nog in de winkel ver kocht kan worden, dan stuurt men haar naar een kaassmelterij, waar de bovengenoemde producten ge maakt worden. Gesmolten kaas is (nu voor meisjes van 10 a 11 jaar) A/f OEDERS dochters met in de groei hebben van zo'n eenvoudig ■pa troontje,dat met ver schillende variaties naar eigen smaak te gebruiken is, altijd plezier. Het is getekend voor meisjes van 10 d 11 jaar en vraagt voor 'n jurkje uit êen stof ongeveer 1.80 m. van 130 breed. Zowel voor- als rugpand hebben 'n schouder pas, dat u van het patroon los moet knippen. Bij het eer ste jurkje lopen de schouderpasjes van voren niet door, bij het tweede zijn ze verbonden met een voorbandje en bij het derde is het voorpas je aan één stuk ge knipt met een vuntje. Het laatste modelletje is op de rug gesloten, zodat aan het voorpand de 2 cm. brede overslag vervalt en u deze aan het rugpand tekent. Voor- en rugpanden wor den ingerimpeld voor we er de schouderpasjes opstikken. Tegen de sluitkanten zet u een belegje van 4 cm. breed en voorziet ze van knopen en knoopsgaten of drukknopen. De wijde rok bestaat uit 2 rechte banen van 1 m. lang en plm. 47 cm. breed. Dat is de lengte van de rok, die u het beste eerst bij het meisje kunt meten. De stof wordt dwars genomen, zodat u de zelfkant als onderkant kunt ge bruiken. In dit rokje kunt u gemakkelijk dwarse of staande baantjes van andere stof aanbrengen, of een streepstof in verschillende rich tingen verwerken. De rok wordt ingerimpeld aan het op taillewijdte ingehouden lijfje gezet. In de onderkant van de mouw maakt u een splitje, waarna u hem ingerimpeld tussen de dubbele stof van een manchetje van 23 bij 4 cm. naait. Bij het inzetten van de mouw de kop iets inhouden. De halsrand naait u tussen de dubbele stof van de kraag. Neemt u een wit kraagje, dan werkt u de hals met een schuin reepje stof af en zet u het kraagje eveneens op een schuin biesje, dat u in de hals- opening hecht.De ceintuur maakt u 76 cm. lang en 4 cm. breed. Alle drie de gegeven model letjes zijn leuk voor het verwer ken van streep of ruit en voor tweeërlei stof. Effen jurkjes W kunt u aardig vï met gekleurd band of bor- duurrandjes gar- neren. Ella Bezemer een hoogwaardig voedingsmiddel, er zit geen „rommel" in, zij mist alleen „het karakter" van een natuurkaas. Gebreken Maar ook onze kaas kan wel eens slecht zijn. Evenals de mens, heeft de kaas ook ziekten en ge breken. Kaas wordt immers van melk gemaakt en de kwaliteit van het gras kan al invloed hebben op de smaak van de melk, die men dan weer in de kaas terugvindt. In melk zijn bacteriën; goedaardige en soms wel eens boze bacteriën, die het rijpingsproces van de kaas beïnvloeden. De kaas wordt gemaakt N door bakken met melk door lebferment (uit de kalverenmaag) te doen stremmen. Als het vocht er dan uitgelopen is, houdt men een dikke brij, de wrongel over en die wordt in de vormen (Goudse of Edam mer) gekneed, daarna gepekeld en tenslotte op houten stellingen te drogen gezet. Dan begint het rij pingsproces en hoe zich dat precies voltrekt, weet men nog niet. Het resultaat treft men evenwel in de winkel aan: een voortreffelijke kaas, een goede en ook wel eens een slechte. Als er scheuren in het zuivel (dat is de vakterm voor de kaas binnen de korst) zijn, noemt men de arme kaas een „knijper" en dan moet men haar niet kopen, evenmin als een Goudse met tal van onregelmatige gaatjes in het zuivel. Een enkel, mooi, rond „vet- gaatje" mag er gerust in zijn, doch zo'n sponzige kaas moet U beslist niet nemen. Als de kaas nog witte ronden bij de korst heeft is zij „onrijp" en dus zonder enige smaak en zo zijn er tal van ge breken, met vreemde namen als „boekelscheurtjes", „grofgaterig", die U zeker niet hoeft te weten. Als U tegenover de winkelier toont, dat U er „iets" van weet en vooral als U belangstelling toont, zal hij zijn product ook met veel meer toewijding en liefde verko pen. En ook daarom gaat het. Kleine kinderen zijn gauw ge neigd het bovenlaken onder de dekens te schoppen. Dit kunt u voorkomen door in de zoom van de lakens knoopsgaten te makén en een achttal knopen op de de ken te zetten. U kunt dan het la ken aan de deken vastknopen. Menu voor Februari: WIJ geven U deze week een eenvoudig menu voor een week in Februari. Nog steeds is het winterkost, want de koude maanden hebben we nog niet ach^ ter de rug; de eerste voorjaars groenten zijn er al wel, maar die zijn nog veel te duur. Een gerecht is er; dat in alle jaargetijden op onze tafel blyft verschijnen: de aardappel. Zijn voedingswaarde blijft echter niet steeds dezelfde. De aardappel immers bevat vlak na de oogst het grootste gehalte aan vitamine C. Bij het bewaren gaat dit langzamerhand achteruit cn hoe meer de tijd voor de vol gende oogst nadert, hoe minder er van het vitamine-gehalte der oude aardappelen is overgebleven. Daarom is het juist in het vroege voorjaar zo nodig, om vruchten en zoveel mogelijk groenten (ook rauwe) te gebruiken, teneinde daarmee het vitamine C-gehalte van onze voeding op peil te hou den. Daarom geven wij bij de jacht schotel, waarin al uien zijn ver werkt, ook nog wat andijviesla. We gebruiken daarvoor deze keer alleen de lichtgroene en gele bin nenste blaadjes. Deze snijden we kort voor de maaltijd zeer fijn en vermengen ze met een slasausje. Het buitenste, groene deel van de andijviestruiken wordt op een koele plaats tot de volgende dag bewaard. Dan snijden wij het in stukken en koken die op de ge wone manier. Zo hebben wij ver schillende gerechten van een en dezelfde groente. Voor de zuurkoolstamppot van Woensdag, die maar 30 minuten behoeft te koken, houden we een beetje rauwe zuurkool achter, snij den die zeer fijn en mengen ze op het laatste ogenblik door de stamppot. Daardoor zal dit ge recht rijker zijn aan vitamine C, dan wanneer we alle zuurkool meekoken. Op het Zaterdagsmenu staat erwtensoep, maar: erwtensoep met aardappelen en flink wat groente (bijv. knolselderij, prei, ui, peter selie of wortel) erin verwerkt; dat komt namelijk niet alleen de smaak, maar ook de voedings waarde ten goede. Zondag: selderijsoep, spruitjes, vlees, aardappelen, custardvla met appelmoes. Maandag: vermicelli- soep, jachtschotel (met vlees van Zondag), andijviesla. Dinsdag: rest vermicellisoep. andijvie, gebakken bloedworst, aardappelen. Woens dag: zuurkoolstamppot, haver moutpap. Donderdag: prei, gehakt, aardappelen. Vrijdag: bieten, bak- bokking, aardappelpuree. Zater dag: erwtensoep met krabbetjes, wentelteefjes. 17 R is iets vreemds met grijs haar; ieder- -1—' een schijnt het bij een ander te be wonderen, maar geen enkele vrouw heeft het graag zelf. Als zij de eerste enkele grijze haren in haar kapsel vindt v/orden die gauw uitgetrokken! Geen mens heeft er mee nodig dat zij al „zo oud" wordt. Maar wat helpt het? De volgende week zijn er weer nieuwe grijze haren en zy kan toch niet aan het uit trekken blijven? Op zekere dag valt het haar man op en die zegt heel terloops: „Wat word jy al grijs, zeg!" \7rOUWEN, die het haar willen v laten verven, moeten wel be seffen, dat het niet iets is, dat je één keer doet en daarna niet meer. Zij moeten zich wel bewust zijn dat het een plicht wordt, die om ae drie of vier weken herhaald moet worden om het haar een ge lijkmatige en mooie kleur te laten houden. Een of twee weken over slaan betekent dat er aan de wor tels een eindje haar zichtbaar wordt, dat de natuurlijke kleur heeft. Het haar groeit ruim een centimeter per maand en als zij een scheiding in haar haar draagt, geeft dat een brede verkleurde streep over haar hoofd. Behalve de plichten, die het verven van het haar de vrouw oplegt, zijn er ook nog de kosten, die een voort durende herhaling van de behan deling met zich brengt. Heeft de vrouw over dit alles kunnen heenstappen, dan is er nog de moeilijkheid van het bepalen van de kleur. Misschien denkt u dat grijs haar u niet staat. In feite staat het niets minder, dan de oorspronkelijke kleur, want moe der natuur werkt zorgvuldig en als zij de aanvoer van pigment dat het haar kleurt stop zet, dan komt er tevens een verandering in uw gezicht. Haartjes, huid, wenk brauwen en zelfs de oogharen kleuren bij. Welke kleur? Mocht u nu uit protest tegen uw grijzende haar besluiten het te verven, laat u dan zorgvuldig ad viseren over de kleur, die u zult nemen. Anders kon het resultaat wel eens precies het tegenoverge stelde zijn van wat u verwacht. Iedere goede kapper zal u aanra den een kleur te nemen, die wat lichter is, dan de donkerste tinten in uw haar. het resultaat zal dan het natuurlijkst zijn. Bent u bijv. een brunette, dan zal de verf de bruine tinten in uw haar nog verdiepen en daar het grijs iets lichter van kleur blijft, zal dit goed samengaan. Het steeds meer naar voren komende grijs wordt dan in een lichtere kleur gehouden en daar de donkere ge deelten hun pigment verliezen, krijgt het haar langzamerhand een lichtbruine kleur, die overeen komt met de lichter geworden tint van uw huid, wenkbrauwen en oogharen. Als u wilt weten waarom u grijs wordt, moet u eerst eens be ginnen met uw verjaardagen bij elkaar op te tellen die geven u het antwoord. Kijk naar uw leef tijdgenoten. Zij zijn waarschijnlijk net zo grijs als u en de enkelen, die nog precies zo donker zijn als vroeger, zijn uitzonderingen, geen regel. Of ga eens na hoe het met uw vader en moeder gesteld was. U zult waarschijnlijk vinden dat zij begonnen te grijzen omstreeks dezelfde leeftijd als u. Als u alles overdacht hebt en u vindt uzelf nog te jong om grijs De Grieken zei den vroeger: „Grijs haar is een teken van ouder dom. niet van wijs heid". Er zijn thans mensen die zeggen: Bijgekleurd haar is een teken van wijs heid, niet van ouder dom". ie zijn, ga dan naar een deskun dige en vraag die om raad. Maar u dient wel te bedenken, dat het een jaar duurt voor verf er even tueel weer uitgegroeid zal zijn. 'ONZE KINDERKRANT" 7~)JT is dan de geschiedenis U die eigenlijk wel treurig is van Daantje en het kraantje. Twee keer per dag zei moeder: Daan kom nooit aan deze grote kraan. Maar Daan was een ondeugend joch en deed het toch. Hij draaide aan de kraan van 't bad dat ging zo leuk van spet én spat, en Daantje's blauwe bloes werd nat maar Daantje dacht: Wat hindert dat. Hij draaide 't kraantje verder open, het kraantje ging nog harder lopen, het water steeg en even later toen was 't bad al vol met water, het water liep er overheen, en Daantje stond daar, heel alleen en wist niet hoe het verder moest. Het water bruiste wild en woest, het water stroomde op de grond wat Daantje niet zo leuk meer vond. f-ÏET water kwam zo hoog, zo hoog, er bleef geen enkel plekje droog, het stroomde over trap en gang en Daantje werd zo vreeslijk bang hij schreeuwde luid van ach en wee, nu werd het werkelijk een zee, met golven en met veel gedruis, en Daantje was alleen'in huis. En niemand, niemand kon hem horen, het water stond al tot zijn oren, waar moest die arme Daantje blijven De hele boel ging aan het drijven, de tafels en de hele boel ging dobberen. K\jk, daar dreef een stoel en door de gang dreef een buffet en daar een klok en daar een bed, en eindelijk ging kleine Daan maar boven op die hangklok staan die dreef het raam uit en toen schuin over de golven tn de tuin, daar was het water al gekomen tot aan het topje van de bomen. F} AAR dreef het grote kippen- JS hok de kippen riepen angstig: Tok! Een pauw, die op de schutting zat, was ook niet happig op een bad en kwam b\i Daantje op de klok de kippen vlogen uit het hok en kwamen ook bij Daantje schuilen de hond van buurman was aan 't huilen en ging ook op de hangklok staan en eindelijk kwam ook de haan en nog een heleboel konijntjes twee grote en nog dertien kleintjes. en ook tenslotte nog een kater die heel erg bang was van het water. De klok dreef op de oceaan met al die beesten en met Daan. Ze kwamen cind'lijk in een baai daar zwom een bore reuzenhaai. I-flJ keek heel woest, hij keek heel vuil cn sperde wijd zijn haaienmuil, en slokte toen de hele klok naar binnen in een wipje. Slok! En Daantje met zijn witte kraag zat in die vieze haaienmaag waar het naar zure haring rook, dat vonden alle beesten ook. Maar ja. wat was cr aan te doen je kon niet weg met goed fatsoen. Gelukkig voor die arme Daan is alles nog heel goed gegaan. De haai, dat is echt haaierig, werd van die beesten draaierig, en na een uurtje spoog hij al zijn passagiers weer op de wal. Zp N dat was nu zo grappig, zeg ze stonden midden op de weg, De weg naar huis. Daar stond de kerk en moeder was gewoon aan 't werk Ze had het kraantje dichtgedaan en riep al urenlang om Daan. De kippen gingen in hun hok en Vader draaide aan de klok, en moeder zei weer: Lieve Daan draai nooit meer aan die grote kraan. „O, KIND. JE HAD ZE MOETEN ZIEN." Peggy en Wally brengen elkaar verslag uit over die rare mensenmode,, die zij bij hun rondwan delingen door de Londense dierentuin hebben gezien. Draag dan met Pasen costuums met Edwardiaanse coupe Londen zegt: „Amerika kan niet ernstig worden genomen" Als u met Pasen een echte heer wilt zijn. dan moet uw kleding een „Edwardiaanse noot" hebben. Aldus decreteren de sjieke tailleurs van Londen, die zich als de ko ningen der herenmode beschou wen. Zij bedoelen daarmee, dat de kleding voor het aanstaande Paas- seizoen zal herinneren aan de mo de uit de jaren van 1900 tot 1905. Die mode wordt weliswaar niet slaafs gecopieerd, maar een zekere zwierigheid in stijl en coupe doet denken aan het begin van deze eeuw, toen het leven in sommige opzichten zoveel zorgelozer was. Pa kan ziek zijn, Ma moet voort T7 EN man, die grieperig is, doet -1—1alsof hij aan de rand van 't graf verkeert. Zo zijn mannen nu eenmaal, dat weten we al sinds Eva. Het hele huis is in een staat van alarm, we werken met een thermometer en trekken bij 37.5 al een bezorgd gezicht, dat wordt van ons verwacht. En dan: stilletjes lopen en zachtjes praten, kinderen, Vader heeft griep! Hij doet ver schrikkelijk zielig en hij kijkt zo verongelijkt uit zijn grieperige ogen, dat we ons persoonlijk schul dig voelen aan zijn lijden. Hij kan niet naar kantoor, o, nee, nog lang niet, eerst moet hij flink uitzieken, anders stort hij weer in. Hij zal wel onmisbaar zijn op dat kantoor en als vrouw ben je ervan overtuigd, dat nu de hele Benelux wel in de war zal lopen, maar het kan niet anders. Hij kan niet met die griep blijven doorlopen. Maar,als moeder de vrouw griep krijgt? O, lieve deugd, dat kan helemaal niet! Stel je voor dat zij in bed gaat liggen, wie moet dan 't ontbijt klaar maken, de kin deren naar school helpen, open doen voor de melkboer en de bak ker, wie moet de bedden opma ken, de kamers opruimen om van kamers doen nog niet eens te spre ken. Wie moet zorgen dat de kin deren uit school iets warms krij gen, wie moet het eten koken en de vaat wassen? En dat is dan nog de gewone gang van zaken maar in een huishouden is er geen en kele dag een gewone gang van zaken, want altijd zijn er onvoor ziene zorgjes en crisisjes, die even door een tactisch brein moeten worden opgelost. ^'EE, het kan niet, het ls onmo- 1 gelijk en daarom blijft moeder dan ook doorlopen, weliswaar met een blauw-rode neus en een grauw gezicht maar toch nog met de po ging tot een glimlach omdat ze vooral niet wil laten uitkomen, hoe akelig zij zich voelt. Ze gaat pas dan naar bed, als het haar allemaal niets meer kan schelen, als ze zo koortsig is, dat het stil blijven liggen haar een soort paradijs lijkt, als ze alles vergeet, ook dat Keesje een vriend je mee zou brengen en dat vader die conferentie heeft, waar hij moe van zal thuiskomen. Maar als zy zóver is, moet het al een aar dig stadium van griep zijn. En dèn loopt alles ook inder daad in het honderd. Vader kookt met een schort voor een twijfel achtig maal, waarbij hij telkens komt vragen hoeveel water er op de aardappelen moet en of er ook melk in hoort. En de keuken ziet er dusdanig uit, dat men zich af vraagt hoe een mens in zó korte tijd zoveel rommel kan maken. De kinderen zijn binnen een dag veranderd van een paar wel varende bloeiende kleuters in ver waarloosde, verweesde en onbe schrijflijk zielige schaapjes met druipneuzen en kapotte kleren en er hangt een woedend humeur als een soort wasem door het hele huis. Nee, het is onmogelijk dat moeder heus ziek wordt. WAAROM hebben we hier in Nederland dan ook niet, net zoals in Engeland, een huishoud- centrale. Dat is een nationaal in stituut, dat hulpen in de huishou ding levert per uur. Men betaalt dan per uur een klein bedrag aan het instituut en men kan een meisje vragen voor kinderverzor ging, of een om te strijken of voor schoonmaak, of voor koken, ieder heeft haar eigen specialiteit en in zo'n geval van ziekte is men na tuurlijk het beste uit met een „meisje-voor-alles", voor een paar uur per dag. Natuurlijk zijn Hollandse huis vrouwen doodsbenauwd voor: „Zo'n vreemde in je huis," maar men zou dan ook, zoals in Enge land. ervan overtuigd moeten zijn, dat die huishoud-assistenten niet alleen volkomen betrouwbaar zijn, maar ook een uitstekende opleiding hebben gehad en best de verant woording in een huishouding voor een paar uur kunnen dragen. En niet alleen in geval van ziek te zou een dergelijke gezinshulp een uitkomst betekenen, het moet toch wel een prettige gewaarwor ding zijn om direct wanneer men maar wil een handig en beschaafd meisje te kunnen krijgen, die ons eventjes door de ergste drukte heen helpt. In elk geval betreuren we het gemis van zo'n instituut het meeste in deze grieptijd. Wat zou het heerlijk zijn om als huisvrouw op je gemak griep te hebben en te kunnen zeggen: Jon gens, ik ben ziek, bel de Huishoud- Centrale maar op. De nieuwe voorjaarsmode voor heren zal ook een heel klein beet je kleur vertonen. Volgens John Taylor, redacteur van het gezag hebbende weekblad „Tailor and cutter", komt dat door invloeden uit de tijd van het Regentschap, meer dan een eeuw geleden. Volgens modedictatoren zal het dit jaar „je ware" zijn vesten van afwijkende kleur soms van ge ruite stof te dragen. Het vest zal over het algemeen licht zijn, als de stof van het costuum don ker is en omgekeerd. Bij een don kerblauw pak zal dikwijls een bruingeel vest worden gedragen en sommige vesten zullen zelfs enig borduursel vertonen. Ook dit is ontleend aan de Regentschaps- tijd. De Edwardiaanse coupe laat een zekere opzichtige overdadigheid ,toe. Het colbertje heeft bijvoor beeld een paar ongebruikelijke zakjes, waarvan een zich boven de rechterzijzak bevindt. Het is een handige bergplaats voor klei ne gebruiksvoorwerpen als bij voorbeeld een sigarettenkoker. De colberts vallen langer. Brede schouders zijn minder geliefd dan een paar jaar geleden, maar de Engelse mode gaat bedachtzaam te werk en heeft van de schou dervullingen niet geheel afstand gedaan. De schouders blijven bre der dan de heupen.' De revers zijn lang en smal, waardoor de algemene indruk ont_ staat dat ze langer zijn. De taille is lichtelijk gemarkeerd. De indruk van lengte wordt versterkt door de broek, die nau wer is. De pijpen zijn omgeslagen maar de omslag is smaller dan voorheen. Ook de mouwen van het colbert kunnen omslagen heb ben. De zakken hebben kleppen. De broek heeft van achteren be neden de band wat kleine plooi en voor het geval men zich op een barkruk wil hijsen. In het algemeen zijn de kleuren levendiger geworden. Er wordt in dit opzicht echter gewaarschuwd tegen overdrijving. Ook de overjassen krijgen een Edwardiaanse snit en zij worden korter. „Taillor and cutter" zegt, dat mannen van smaak zich zeker naar de Britse modedictators zul len voegen. Niet lang geleden heeft het blad zich minachtend uitgela ten over Amerika's aanspraken op het modeleiderschap. Het merkte -op, dat een land, dat zulke mon- sierlijkheden op kledmggebied als de Verenigde Staten cn van die barbaarse dingen produceert als men daar dassen noemt, nooit ernstig kan worden genomen als toonaangever op mode-gebied.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 3