Ontmoeting met de zeldzame
klapekster
Kleine groep Joodse jongelui hield
stand tegen tankaanvallen
Hydroponic" verschaft iedereen
zijn eigen tovertuin
Sherlock Holmes verscheen
als een komeet
Raadsel van Hendrik Goudt
opgelost?
Ook Israël had een
luchtbrug
Tarzan is dood,
leve Tarzan
Kraaien jacht
op Zanzibar
Soep voor de planten, kiezel
in plaats van aarde
Een flatje voor
48 paar nylons
Uit de boekenmolen
Heldenstrijd in de Negeb-woestijn
(Speciale correspondentie)
TEL AVIV. Januari 1949
KIJK", zegt mijn gids, ..van
daar is de ellende geko
men". Hij wijst naar een politie
post. die ongeveer een kilometer
van ons af op de weg naar de
Arabische stad Beërsjeba ligt.
Nauwelijks hadden de Britten
het station op 14 Mei overge
dragen aan de Egyptenaren, of
de aanvallen begonnen. En ze
zijn er tenslotte in geslaagd,
onze nederzetting te verwoes
ten. Maar wij zelf zijn er nog -
en daar komt het op aan."
DE man die het zegt. Is de onge
kroonde koning van Negba, een
kleine Joodse nederzetting In de
Negebwoestjjn. Hij spreekt van
„onze nederzetting" en dat klinkt
uit zijn mond zeer merkwaardig,
want hii is niet alleen geen Jood.
maar zelfs... Engelsman. Hy be
kleedde een hoge rang in het Britse
leger, maar liever dan terug te ke
ren naar zy'n geboorteland, wilde
deze officier in Negba biyven om
er de rest van zyn leven te wonen
en er mee te helpen aan het werk
in een „kibboetz", een van die klei
ne nederzettingen, die evenzovele
getuigen zijn van het grootse expe
riment dat de Joodse pioniers in
Palestina verrichten.
Waar nu Negba ligt wat er
althans nog van over is was elf
jaar geleden nog dorre woestyn-
grond, die in geen eeuwen een
struikje of plantje had zien groeien.
Maar in 1937 kwam er een klein
aantal Joden en sloe0' op deze
plaats een tentenkamp op. Zij boor
den water aan en*1 bouwden hutten.
Het water bevloeide de grond en
na enkele jaren leverde Negba ge
regeld de prachtigste oogsten aan
fruit en groenten. Er verrees een
school en eo" ziekenhuis, vriendelyk
groen en b.ocmen riepen de vreem
deling die het bezocht een welkom
toe, en de driehonderd bewoners
waren trots op hun kolonie.
Geen arsenaal
F)E politiepost even buiten Negba
werd verleden jaar, toen de
Britten Palestina ontruimden, over
gedragen aan de Egyptenaren. Hoe
wel de Negebwoestyn volgens de
Uno-beslissing van November 1947
aan de staat Israel zou toebehoren,
werd het recht van de Joden op dit
gebied hun betwist door de Arabie
ren. Er waren al wel eens ongere
geldheden voorgekomen met Pa
lestijnse Arabieren. Daarom hadden
de mensen van Negba ongeveer
driehonderd in aantal wapens.
Geen arsenaal nog niet één ge
weer per man, een naar brenguns
en een „piat" met wat antl-tank-
granaten erin.
Toen dan ook de Egyptenaren uit
de politiepost met 2500 man, ge
steund door tanks, aanvielen, zag
het er slecht uit. Maar overste F.,
de Britse officier, wist, hoe hij met
een klein aantal mensen een goede
verdediging moest opbouwen.
Negba hield stand, van Mei (toen
de aanvallen begonnen) tot De
cember, toen het Israëlische leger
de Negeb introk en de ingesloten
kolonisten bevrijdde. De kranten
hebben volgestaah over de „lucht
brug" naar Berlijn, maar ook hier
is al die mpanaen een luchtbrug
instandgehouden door Israëlische
vliegtuigen, die in Tel Aviv opste
gen en voorraad brachten naar de
geïsoleerde posities in de Negeb,
MET KRACHT VAN WAPENEN
heeft Israel zich moeten verzekeren
van de Negebwoestijn, die volgens
de UNO-beslissing aan de nieuwe
staat zou worden toegewezen
In Februari
'AMERIKA PUFT VAN
DE WARMTE
In Amerika heerst een hittegolf.
Dinsdag wees de thermometer in
New York 70 graden aan, de hoogste
waarde die ooit in Februari geregi
streerd is. Een uur reizen verder, in
Philadelphia, was het 73 graden en
in Baltimore, nog een uur verderop,
tachtig.
Dit absurde weer, dat naar de
Oostkust van de Verenigde Staten
wordt gedreven van Bermuda af,
brengt de Amerikanen totaal uit hun
gewone doen. Gewoonlijk zitten de
ramen om deze tijd van het jaar,
van Kerstmis tot Pasen, potdicht
op het ogenblik ziet men overal
open vensters. Meestal ziet men de
vrouwen hier in deze maanden niet
anders dan gehuld in bontjassen of
overeenkomstig warme kleding.
Dinsdag was Fifth Avenue vol voor
jaarstoiletjes, en vele dames hadden
het kennelijk nog te warm. De bios
copen, die doorgaans erg hun best
moeten doen om de verwarming zo
op te stoken dat het binnen een
„comfortabele" 75 graden is, han
gen bordjes uit, waarop de adspi-
rant-bezoeker wordt meegedeeld,
dat hij in de zaal niet zal zitten puf
fen, want de zaal is luchtgekoeld.
Een koekoek is nog nergens gesig
naleerd, maar uit Connecticut ko
men berichten dat daar de tulpen in
bloei staan. Paardévliegen zijn al
waargenomen in Philadelphia en in
Baltimore werd ergens in een kan
toor een sprinkhaan aangetroffen.
Het beestje schrok er zelf van.
waar de Joodse pioniers hun geïm
proviseerde vliegvelden soms op
slechts enkele kilometers afstand
van een vijandelijk kamp moesten
aanleggen. De vliegtuigen landden
dan ook alleen 's nachts.
De Negebwoestijn kent vier en
dertig van dez „klbboetzim". In
de loop van de oorlog die de Ara
bische staten tegen Israel voerden,
zijn er maar vier ontruimd of
overweldigd door de Egyptische
troepen, die er dan meestal een
paar duizend man voor nodig had
den om zich er meester van te
maken. Ver in het Zuiden, slechts
een kilometer of tien van de Egyp
tische grens, ligt er een, die Nirim
heet. Een stuk of veertig jongens
en meisjes namen het drie jaar ge
leden in bezit. In de zeven maan
den dat het Egyptische leger in
Israel vocht, is het er niet in ge
slaagd, dit stel jonge mensen klein
te krijgen, van wie de meesten nu
nog geen vijf en twintig jaar oud
zijn.
WAT ziet Israel toch in dit stuk
woestijn? Verleden jaar vroe
gen sommigen aan premier Ben
Goerion, waarom hij aan de Negeb
de voorkeur gaf boven het vrucht
baarder Galilea. Hij antwoordde
toen, dat in Jeruzalem en in de
Negeb de grote strijd zou worden
uitgevochten. En hij heeft gelijk
gekregen. Te olie en het uranium
en het ijzeroer dat de zuidelijke
heuvels van e Negeb naar men
beweert bevatten hebben misschien
wel meegeteld in de Israëlische as
piraties op deze woestijn. Maar de
voornaamste overweging is, dat de
Negeb, mits behoorlijk bevloeid en
voor 'n gedeelte geïndustrialiseerd,
binnen een jaar of tien een mil-
lioen mensen zal kunnen onder
houden. Dan eindelijk zal Palesti
na weer de korenschuur kunnen
worden die het in de Oudheid ge
weest is, een rol die het alleen
maar door permanente en grove
veronachtzaming heeft moeten
verliezen.
EGYPTISCHE GRANATEN vernielden het grootste deel van alles wat
Joodse pioniers in tien jaar hadden verricht om een droog stuk woestijn-
grond te herscheppen in een bloeiende nederzetting, Negba, niet ver van
Beërsjeba, aan het begin van de Negeb.
„Tarzan (Johnny Weissmuller) ls
dood. leve Tarzan".
Er is n.l. een nieuwe Tarzan.
Hij heet Lex Barker en dreigt wer
kelijk te voldoen.
De nieuwste Tarzan-film „Tar-
zan's magic fountain" is in sommige
opzichten beter dan al haar 24 voor
gangsters. want al is de geschiede
nis buitengewoon fantastisch, er is
een behoorlijke samenhang in en
het acteren is veel beter.
Maar voor het oog van een man
lijkt Lex Barker lang niet zoveel op
een aap als wijlen Johnny Weiss
muller.
Hij is stevig, breedgeschouderd
en in het oog lopend sterk, maar de
scenes, waarin het op het lichame
lijk vermogen aankomt, geven toch
niet de indruk van brute kracht.
„Tarzan's magic fountain" (Tar-
zan's toverbron), is de geschiedenis
van een blanke stam. die leeft in
een verborgen vallei hoog in de
bergen welke zich verheffen langs
de wildernis, waarin Tarzan leeft.
De leden van de stam blijven
eeuwig jong door te drinken uit een
toverbron.
Tarzan is het enige niet tot de
stam behorende wezen, dat de toe
gang tot de verborgen vallei kent.
In de loop van het verhaal vindt
de stam aanleiding om te vermoe
den, dat Tarzan het geheim heeft
verraden en om dus te trachten
hem te doden.
Onnodig te zeggen, dat Tarzan
nooit werkelijk in gevaar komt en
dat alles goed afloopt.
Op Zanzibar heerst een kraaien-
plaag. Toen alle andere middelen
om de plaag te bestrijden hadden
gefaald, besloot de overheid een
stuiver voor 'n ingeieverd kraaienei
te betalen en een kwartje voor een
vogel, levend of dood. Dit leverde
onmiddellijk resultaat op. Een moei
lijkheid deed zich voor, toen op ze
kere dag een jongetje bij een met
de uitbetaling belaste ambtenaar,
verscheen met een mand eieren en
de ambtenaar de jeugdige klant door
drukke bezigheden niet onmiddellijk
kon helpen. Toen hij na een poosje
wilde gaan afrekenen, bleek een
aantal eieren inmiddels te zijn uitge
komen en eiste de jongen een
kwartje voor de pasgeboren vogels.
De regeling is nu zo gewijzigd, dat
alleen een kwartje wordt betaald
voor kraaien met veren.
(Van een bijzondere medewerker)
EEN oud zeepkistje, een handvol kiezel, een gieter en zaad. Dat is alles
wat er voor de nieuwe goocheltuin nodig is. Weg met spitten, wieden
en mesten, v/eg met de vuile handen en de bezorgdheid voor het weer: De
Hydroponische tuin brengt eerder, beter groter en frisser fruit. Op de
daktuin, op het balcon, kortom overal waar ruimte is om een kanarievogel
te houden kan een hydrotuintje worden opgericht. Hydroponic is een woord
dat zelf al aangeeft waar het om gaat. „Werkend Water" zou men het
kunnen noemen. Het betekent een regelrechte revolutie in het tuinieren.
X^EN houten kist met een klein
-1—'gat in de bodem wordt gevuld
met kiezelsteentjes. Tussen het
kiezel wordt het groenten-, fruit-
of bloemenzaad gestrooid. Het hele
geval aan de zonzijde opstellen en
dan maar aan de slag. Het zaad
kan veel dichter gestrooid worden
dan in de aarde. De groei is snel
ler en het resultaat veel beter.
Want steeds opnieuw wordt het
geheel begoten met een mineraal
oplossing, die goeddeels weer door
het gat in de bodem wegloopt en
opnieuw kan worden gebruikt. Dat
is het (oude) geheim. De minera
len, die iedere plant nodig heeft
voor zyn voeding lost men op in
water. Bij planten, die in de aarde
gepoot staan giet men juist water
uit opdat de in de grond aanwezi
ge zouten erin zouden oplossen en
in die opgeloste toestand door de
wortels van de plant worden opge
nomen. Veel gaat dan verloren
doordat de oplossing te diep in de
grond zakt en onbereikbaar wordt.
Bovendien is nooit het juiste meng
sel van zouten in de grond aanwe
zig zodat men moet mesten en nu
eens is de concentratie te hoog,
dan weer te laag. Nu eens regent
het te hard en dan is het te droog.
Bovendien moet de kweker met
schoffel, hark of schop d e grond
steeds opnieuw loswoelen om de
plant voldoende lucht te, doen
krijgen.
Dit alles wordt door hydroponic
overbodig werk.
Niets gaat verloren.
De planten staan dicht opeen
maai" krijgen door de ruimte tus
sen de steentjes voldoende lucht.
Er gaat geen voedsel verloren,
want wat niet opgenomen wordt
loopt onder weer weg en wordt
opnieuw gebruikt. De juiste con
centratie i_ gemakkelijk vast te
stellen en de plant baadt zich in
een luxe leventje, daar regen noch
droogte haar deren.
Terwijl de plant dus normaal
zelf zijn soep bereidt in de aarde,
wordt deze nu per gieter op gezet
te tijden geserveerd. Houdt het
kiezel nat totdat het zaad ontkiemt
en dan tweemaal daags voeden.
Het resultaat is wonderbaarlijk en
de gekweekte groenten zijn sappi-
De rechter in Southampton
heeft dezer dagen een Engels
man tot een bote van honderd
vijf en twintig pond veroordeeld,
omdat hij 51 paar nylons, een
fles likeur, een half pond tabak
en een vulpen binnensmokkelde.
De advocaat van de onfortuin
lijke smokkelaar vertelde, dat
een vriend van de verdachte
hem een flatje had aangeboden
onder voorwaarde, dat hij 48
paar nylons voor hem zou mee
brengen.
ger, malser en welgedaner dan
ooit. Het plantenvoer is overal in
gerede mengsels te koop. Een eer
ste ervaring leert dat men spoedig
heel wat gezonde planten moet
overpoten omdat het allemaal veel
te hard groeit en spruit. Wie het
extra-gemakkelijk wil hebben zette
zijn tovertuin op een schraagje zo
dat de pot, die eronder gezet wordt
vanzelf het restant aan voedsel op
neemt, terwijl men zich bovendien
de moeite van het vermoeiende
bukken spaart. Vier-en-zestig da
gen doen de tomaten er over om
eetbaar te worden en dan zijn ze
zo groot dat de hardwerkende buur
man-volkstuinder bloost van af
gunst. In 36 dagen maakt men zo
zijn eigen teelt-komkommers en
de princesse-boontjes zijn zo zacht
en mollig dat koken eigenlijk zon
de van de tijd is.
Toen de vorige oorlog tallozen
tot het benutten van elke vierkante
decimeter dwong en vrijwel ieder
mens zijn eigen tuintje hield is de
eerste stoot voor deze soort ver
bouwing eerst gegeven. Voordien
werd er veel in laboratoria gepro
beerd maar men bleef gehandicapt
door de duizend-en-een verschil
lende samenstellingen, die men
aan het plantenvoedsel meende te
moeten geven om het precies voor
elk soort groeisel geschikt te ma
ken.
Nood brak wet en plotseling
bleek dat een middelsoort-meng
sel door ieder soort huis-en-tuin
plant met warmte werd aanvaard.
Bonen, tomaten, komkommers en
frambozen gedijen het snelst onder
het weldadige hydroponische stel
sel. En wellicht breekt over enige
tientallen jaren deze privé-tuin-
bouw het monopolie van de gene
raties, die als kwekers en tuiniers
nu grotendeels in de vraag naar
verse groente voorzien.
Wilt gij prijzen winnen voor het
beste fruit? Dan vandaag nog met
het waterwerk beginnen. Geen
vuile handen meer, geen kromme
rug: tuinbouw met de handschoe
nen aan en.... klaar terwijl u
wacht,
De film in 26 episoden van 20
minuten elk, naar het boek „Kruis
tocht In Europa" van generaal
Eisenhower, is door de producers
van de reeks „Marching Time" ver
vaardigd met gegevens uit het ar
chief van de Amerikaanse regering,
films van het Britse departement
van oorlog, filmstroken uit de vy-
andelyke documentatie, nieuwe op
namen In Europa en actualiteiten
uit oorlogstyd. Deze nieuwe reeks
is uitsluitend bestemd voor televi
sie en zal aan het einde van de
maand Maart 1949 voor het Ame
rikaanse publiek worden vertoond.
De detective uit Bakerstreet
Conan Doyle was zelf
ook een groot speurder
Er is een tijd geweest, dat de
liefhebbers van ontspanningslitte
ratuur altijd weer waren aange
wezen op stuiversromannetjes,
waarvan wij ons nu heel moeilijk
kunnen voorstellen, dat zij ooit
aftrek vonden en gretig werden
gelezen. Aan hun rijk is een plot
seling einde gekomen, toen als een
komeet de grote detective Sher
lock Holmes verscheen. Hoewel
ook hij al weer door anderen is
verdrongen en de .detectives"-
verslindende generatie van tegen
woordig meer vertrouwd is met
Geoffry Gill, hoofdinspecteur Bru
no Silvère, de Schaduw, Simon
Templar of Peter Cheney, is de
faam van Sherlock Holmes toch
zo groot geweest, dat het zeer de
vraag is of die nog ooit weer door
anderen zal worden geëvenaard.
Iedereen kende Holmes, wist dat
hij in Bakerstreet woonde en dat
zijn beste vriend dr. Watson heet
te. De schepper van deze figuur,
Sir Arthur Conan Doyle, i§ als zo
danig wereldberoemd geworden,
ofschoon hijzelf dat zeer beslist
nimmer heeft gewenst. Hij wilde
namelijke zijn litteraire roem niet
te danken hebben aan detective
verhalen. maar aan zijn histori
sche romans over het Napoleonti
sche tijdperk en over de Britse
koloniën in Amerika. Maar het is
anders uitgekomen en juist deze
boeken leest niemand meer.
Toen Conan Doyle Sherlock Hol
mes schiep werd hij geinspireerd
door Edgar Alaon Poe. Hij had
ook juist Gaborieau's „Lecocq, de
detective" gelezen en toen herin
nerde hij zich plotseling iemand,
die in Edinburgh zijn leermeester
was geweest, toen hij daar medi
cijnen studeerde: dr. Bell. Dr. Bell
was iemand met een uitzonderlijk
deductieve geest. Toen Conan Doy
le hem bezag door de bril van Poe
Gaborieau was Sherlock Hol
mes geboren. De grote detective
leek echter niet alleen sprekend
op de Schotse universiteitsprofes
sor, maar had ook vele eigenschap
pen van Conan Doyle zelf.
Gerechtelijke dwalingen
Deze Engelsman in hart en nie
ren hield zich namelijk niet alleen
met het schrijven van boeken be
zig, maar ook met het openbare
leven, de sport en tal van andere
zaken, bovenal met zulke, die het
prestige van zijn geliefd Engeland
betroffen. Toen dit naar zijn me
ning ernstig geschaad dreigde te
worden door een paar gerechte
lijke dwalingen, ti"ad hij in het
strijdperk voor de rechtvaardig
heid. Hij bewees daarbij ook zelf
over alle eigenschappen te be
schikken, die hij zijn Sherlock
Holmes had toegedicht. Met een
bewonderenswaardige deductie en
knap speurderswerk slaagde hij er
in tot tweemaal toe de onschuld
van een verdachte aaan het licht
te brengen.
Sir Arthur Conan Doyle was
van Ierse afkomst en samen met,
die andere grote Ier, George Ber
nard Shaw kon hij er heftig over
redetwisten wie van hen beiden
wel de beste zoon van hun vader
land was. Maar hij was ook Brits
patriot, die zich woedend opwond
toen het vlaggeschip van Nelson
voor afbraak zou worden verkocht.
Conan Doyle was een man van
eenvoudig karakter en diep reli
gieus. Hii genoot een katholieke
opvoeding, maar toen hij stierf
v/as hij overtuigd spiritist. Zijn
„bekering" tot het spiritisme is
hem door velen hoogst kwalijk
genomen. Maar Conan Doyly gaf
weinig om het oordeel van de we
reld en slechts één keer heeft hij
een concessie aan het publiek ge
daan. Dat was, toen hij zijn held
Sherlock Holmes uit de dood liet
herrijzen, nadat hij hem eerst zelf
had laten sterven om van een fi
guur, waarmee hij zich tenslotte
volkomen vereenzelvigde, voor
goed yerlost te zijn. Dat naar deze
terugkeer door ontelbaren zo reik
halzend werd uitgezien bewijst
misschien beter dan wat ook, de
grote populariteit van Conan
Doyle, die én door zijn historische
romans en door zijn detective-ge
schiedenissen de bekendste Britse
auteur na Kipling werd.
SIR ARTHUR CONAN DOYLE
Nederland en Polen hebben een
handelsverdrag gesloten. De omvang
van hel handelsverkeer zal in 1949
ongeveer f 10 millloen bedragen.
Het Nederlandse Rode Kruis zal
de gemeente Westerbork een gedenk
raam aanbieden voor wat het heeft ge
daan voor de registratie en de naspo
ring der gevangenen, die in het kamp-
Westerbork hebben gezeten.
T ijdschriften
Aantekeningen bij een studie uit
de laatste oorlogswinter
IN de laatste donkere oorlogswinter
verscheen er bij de Weduwe De Bye
achter welke naam zich De Bezige Bil
verbergde, een prachtig uitgevoerd
boekje met perkamenten rug en gete
kende initialen, op geschept papier en
met vergulde kop. zo fraai van uitvoe
ring. dat men zich nauwelijks kon voor
stellen. dat het „in het verborgene" was
gedrukt. G. Kamphuls bespreekt dit
boekje (Het Raadsel van Arend en
Hendrik Goudt, door Jan Jacob ten
Hove) thans in A p o 1 1 o van welk
tijdschrift de laatste aflevering is ver
schenen waarbij hij betoogt, dat feit
en fictie niet tot een stijlcenheid zijn
geworden. Voor een historische novelle
geeft de auteur te veel feiten, voor een
documentaire studie veroorlooft hij zich
te vaak poëtiserende uitweidingen. Hen
drik Goudt was een kopergraveur, die
te Utrecht zwakzinnig werd en daar in
1643 overleed. Er gaan over deze figuur
allerlei romantische verhalen. Omtrent
het geheim van zijn geboorte meent Jan
Jacob ten Hove de oplossing te hebben
gevonden. Hij zou de zoon zijn van een
Zuid-Nederlander van lagere adel. Wie
het geheel van Ten Hove's verhaal
overziet krijgt een groot respect voor
de zeer uitvoerige bronnenstudie en
meer nog wegens de ongemene combi
natorische scherpzinnigheid, waarmee
de auteur uit zo vele, lang niet overal
duidelijke, gegevens een geheel heeft
weten op te bouwen.
De schrijver gaat te werk als een
restaurateur van een oud schilderij,
waarvan vrij grote partijen en zelfs
een wezenlijk deel herstel behoeven,
zoveel mogelijk aan dc hand van oude
gegevens en met een scherpzinnigheid,
die de fantasie als hulpmiddel niet ver
smaadt. De combinatie van historische
overlevering en verbeelding, van feit on
fictie, heeft zo geleld tot een boelend
historisch geheel. Dat daarbij een er
varen geschiedkundige, een man van
het vak aan het werk is geweest, lijdt
geen twijfel. Bovendien geeft hij blijk
van dichterlijke aanleg, en van evoca
tief en plastisch vermogen.
Het proza van Ten Hove herinnert
soms aan Gossaert, maar Kamphuis wil
niet op zijn beurt trachten het geheim
van Jan Jacob ten Hove te ontsluieren.
..In een tijd als deze hebben wij meer
dan ooit het nut van een, of zelfs van
meer pseudoniemen leren inzien".
W ]e Fèbre schrijft over het werk
en de figuur van de schilder W. Steijn,
er is een opstel van S. Vestdijk over het
visioen in de beeldende kunst, en van
A H. v. d. Fcen over Dickens en wij.
Schilderkunst in de
Lage Landen
Op 22 Januari 1945 overleed onver
wacht Prof. dr. Arth. H. Cornette,
hoofdconservator van het Kon. Museum
te Antwerpen en professor aan de Vrije
Universiteit te Brussel. In Noord-Ne
derland is betrekkelijk weinig aandacht
aan cïlt feit geschonken, daar Holland,
zelf uit duizend wonden bloedend, zich
met zoveel andere dingen bezig had te
houden, dan met zaken van de geest
Cornette was boven de rivieren bekend
en gezien door zijn bijdragen in De Gida
over iiteratuur en beeldende kunpt, le
zingen etc. Hij had in 1944 een boekje
in het Engels voltooid over de geschie
denis van de schilderkunst in de Lage
Landen van de 15e tot het eind der 19e
eeuw, bestemd om na de bevrijding
aangeboden te worden aan de Engelse
en Amerikaanse bezoekers van de Bel
gische en Nederlandse Musea. De uit
voering van dit plan werd door de oor
logsgebeurtenissen zelf belet. Maar
dank zij het initiatief van Het Kompas
is deze gids zowel in het Engels, als in
het Frans verschenen en tezamen met
L. J. Veen heeft men nu ook een Ne
derlandse editie in het licht doen zien.
De schrijver heeft zich, daar hem
practlsch nog geen 100 bladzijden ter
beschikking stonden beperkt tot de voor
naamste. de leidende figuren en van de
grote artistieke bewegingen heeft hij
siechts dc hoofdlijnen kunnen aandui
den. Dat dit boekje toch een waardevol
bezit is geworden dankt het aan het
gemak, waarmee de bij uitstek deskun
dige schrijver de belangrijkste stro
mingen weergeeft en binnen enkele ali-
nla's de geschiedkundige en culturele
achtergronden samentrekt, zonder in
goedkope cllché's te vervallen. zyn
karakteristieken, hoe beknopt ook, wor
den door vondsten opgefleurd, die uit
de Zuidelijke koker komen en een ty
pische glans geven aan zijn stijl. Van
grote woorden is hij geen vriend. Geen
moment wordt men in zijn overzicht, als
hij de wezensaard van Noord en Zuid
tekent, een poging gewaar om het Zui
den ten koste van het Noorden te ver
heffen- Men kan zich hoogstens in
Noord-Nederland verbazen over het
feit. dat aan Ensor, met wie hij het
boekje besluit meer plaats wordt inge
ruimd. dan aan van Gogh.
De talrijke goede illustraties zijn ge
kozen uit de schilderijen in Musea, ker-
IN DE RUIM 100 H.A. METENDE GEMEENTEGROT van Valkenburg,
de grootste van Europa, wordt een onderaards museum ingericht. Zeven
leerlingen van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam
hebben even zovele reliëfs in de zachte mergelwanden gehouwen en
dit werk kort geleden voltooid. René van Seumeren vervaardigde dit
„Laatste Avondmaal" in de kille atmosfeer van de onderaardse gewelven. ken en verzamelingen van België en
Holland; de in de tekst aangehaalde
voorbeelden zijn bijna alle in de Lage
Landen aanwezig. Het keurig verzorgde
boekje opent met een korte inleiding
door de weduwe van de auteur mevr. E.
J Cornette-Wagner. (Uitgave: L. J.
Veen, Amsterdam).
OP een mooie ochtend in Februari wandel ik, op weg naar het Eemgebied,
te Soest door de Ferdinant Huycklaan, wat een mistellijster, die daar
van de meidoornbessen snoept, maar matig aanstaat: ik stoor hem in zijn
maaltijd en gemelijk krijsend kiest hij het luchtruim. Even later loop ik
langs de Peter v. d. Beumerweg; links daarvan verrijzen een aantal prettig
aandoende boerderijen, terwijl beiderzijds zich weilanden uitstrekken,
waarin eiken en schilderachtige knotwilgen de egaliteit onderbreken.
T-T ET wijde grasdomein vormt
x een terrein, waar flinke me
nigten roeken, kauwen en bonte
kraaien blijkbaar voedsel in over
vloed kunnen vinden, terwijl bo
vendien clubjes spreeuwen het als
een rijkelijk voorziene dis be
schouwen. Maar in hetzelfde mi
lieu laten zich grote lijsters en
merels evenmin onbetuigd en dit
geldt evenzeer voor scharen ko
perwieken en kramsvogels, bui
tenlanders, die hier de winter
troepsgewijze doorbrengen.
Eén dier kramsvogels plaatst zich
tjakkerend boven op de top van
een es. één der boomsoorten, die
langs de weg staan geschaard.
Verder zijn het merendeels mei
doorns, waarin .ringmussen hun
veren pluizen, en zwarte elzen, die
er zijn opgeschoten. Deze laatsten
oefenen aantrekkingskracht uit OP
sijsjes, die haast nooit hun mond
kunnen houden en onder 't eten
door telkens prevelen en babbelen.
Leuke verhaaltjes zijn het met
aardige muzikale elementen. De
donkere zaadproppen der elzen be
werken zij buitengewoon hard
nekkig. Tevens zijn in deze om
geving de pimpels en koolmezen
aanwezig, lenige acrobaatjes, die
- -J door
RINKE TOLMAN
hun vroeglentelijke melodietjes la
ten weerklinken.
De sloten langs de door fftij ge
volgde route wijken in zoverre
van die der weiden af, dat het
ijsvloertje, waarmee zij zijn be
dekt, niet al te soliede is. Overal
zie je kleine wakken en gaten en
bij de vele hekdamduikertjes hoor
je telkens water murmelen en rui
sen. Ik inspecteer ze alle, want
een aantal jaren geleden nam ik
in een strenge winter bij één dier
duikertjes een waterspreeuw waar.
Nu kom ik hem niet tegen, maar
dat is niet te verwonderen: het is
nu eenmaal een uiterst zeldzame
klant in deze gewesten.
Naar de Eem
Intussen heb Ik nu bijna de
spoorlijn AmersfoortAmsterdam
bereikt. Als ik de officiële over
weg bij blok 41 zou passeren, zou
ik in een ommezien in Amers
foort zijn. Ik ben er echter op
uitgetrokken om de natuur te ver
kennen en besluit daarom een an
dere overweg, enkele tientallen me
ters links van mij.( over te steken
om daarna via de weilanden naar de
Eem te zwerven. Deze overweg
wordt door de boeren gebruikt,
als zij zich met hun wagens, kar
ren en vee naar hun landerijen
begeven.
Terwijl ik daar op de weg sta,
merk ik ineens, dat op de top van
een ratelpopulier bij de spoorlijn
zich een vogel heeft geïnstalleerd,
die mij buitengewoon interesseert;
hij is een ietsje kleiner dan een
zanglijster of koperwiek; zijn ge
hele habitus verraadt onmiddellijk,
dat ik met een klauwierensoort
heb te doen en het kost niet veel
moeite de vogel met de blauw
grijze bovendelen, zijn donkere,
oorstreek en de witte spiegels op
de donkere vleugels te herkennen
als een klapekster. Ons land telt
niet zo bijster veel broedparen
van deze vogel, maar als trekker
(of zwerver?) vertoont hij zich in
de beide migratie-maanden bij
uitnemendheid, October en Maart,
herhaaldelijk in de meest uiteen
lopende delen van ons land.
's Winters is hij veel zeldzamer,
zodat het waarlijk een hele bui
tenkans is, dat ik hem vandaag
te zien krijg.
Van de esp vliegt „mijn" exem
plaar, dat niet bizonder schuw is,
maar dat niettemin tenslotte vindt,
dat tnfjn toenaderingspogingen een
beetje de spuigaten uitlopen, op
één der electrische draden boven
de spoorweg, waar hij zonder op
houden met zijn flinke staart heel
eigenaardig naar links en rechts
gaat „maaien"» zoals wij ook zo
vaak bij de grauwe klauwieren in
het Soester Eemgebied hebben
opgemerkt. Dit laatste is, althans
op die plaatsen, waar de meidoorns
in voldoende aantallen aanwezig
zijn, trouwens een voortreffelijke
klauwiereustreek in 't algemeen,
want niet alleen de grauwe placht
er talloze keren te broeden (even
als in 't meidoornloze Soester-
vcen), maar zelfs een rariteit als
de roodkopklauwier heeft in ge
noemd poldermilieu eens zijn ten
ten opgeslagen. Dat was in 1929.
Een zangvogel
Officieel is de klapekster, even
als zijn verwanten bij de zang
vogels ingedeeld, maar in zijn ge
dragingen zit toch iets onmis
kenbaar roofvogelachtigs. Zijn ge
bogen bovensnavel accentueert dit
bovendien. Evenals buizerd, ruig-
poot, torenvalk, blauwe kiekendief
en, bij tijd en wijle, de blauwe
reiger belaagt de klapekster dan
ook wel muizen. Aardig is het, dat
een koolmees, die daar in de
buurt marodeert, bij 't zien van
de klapekster eveneens op de elec
trische draad gaat zitten, waar hij
opgewonden tegen de vreemdeling
gaat schetteren; hiermee houdt hij
pas op, als de „blauwe klauwier",
nadat ik mij in zijn richting ver
plaats, wegvliegt om een elzetop
als observatiepost te betrekken.
Zodra ik mij aan gene zijde van
de spoorlijn bevind, strekken zich,
tot de Eem toe, de grasvelden voor
mij uit, die weer fleurig groen
zijn geworden, nadat de zon de
witte sporen van de nachtvorst
heeft uitgewist. Rechts trekt, als
boeiend onderdeel van het weilan
den-complex, een meidoornland
schap mijn aandacht: voor klau
wieren een biotoop om ervan te
watertanden, al moet ik hier ter
stond aan toevoegen, dat juist de
klapekster een dergelijke omge
ving niet als broedgebied pleegt
uit te kiezen: hij prefereert in dit
opzicht vlakten, waar uit de
struikheide hier en daar vlieg
dennen oprijzen.
Jolly weet het
Eïlsobeth Stelli, die by de versllnd-
sters van mefsjésiectuur geen onbeken
de is, heeft in dit bij Kluitman
uitgegeven en door Hans Borrebach
geïllustreerde verhaal de meisjes van
12 tot 16 Jaar zeer zeker aan zich ver
plicht Wij maken het jonge leven mee
van een zelfstandig voelend meisje, die
niet langer door haar grootvader wil
worden onderhouden. Een hoofd voor
studie heeft zy niet maar zij blijkt in
de practijk van het leven zeer geschikt
te zijn en aan het slot brengt de liefde
ook de nodige poëzie. Heel amusant is
de episode, waar zij in een gezin in het
Noorden belandt, dat op een overdre
ven dwaze manier aan gezondheids-
cultus doet. Wie meende dat de noor
derlingen hiervoor te nuchter waren
kan bij StelLi bewijs vinden, als het
tenminste een bewijs is, van het tegen
deel.
Kankerbestrijding en
dr. Samuels
Endogeneous endocrinotherapy
including the causal cure of cancer.
Compendium by Dr. J. S a m u el s,
second edition.
De uitgever, de firma Holdert en
Co. te Amsterdam, heeft dit werk
schitterend verzorgd, zodat de tech
nische uitvoering met de beste bui
tenlandse wetenschappelijke wer
ken kan concurreren. Helaas kan
over de inhoud niet hetzelfde wor
den gezegd. Zeer vele Nederland
se medici betwijfelen sterk de op
vattingen van Dr. Samuels. Boven
dien is het werk lang niet eenvou
dig en hier en daar moeilijk te vol
gen, zodat slechts weinig niet-me-
dici het ter hand zullen nemen.
Wij kunnen het boek dus niet aan
bevelen.