Ontmoeting met de zeldzame klapekster Kleine groep Joodse jongelui hield stand tegen tankaanvallen Hydroponic" verschaft iedereen zijn eigen tovertuin Sherlock Holmes verscheen als een komeet Raadsel van Hendrik Goudt opgelost? Ook Israël had een luchtbrug Tarzan is dood, leve Tarzan Kraaien jacht op Zanzibar Soep voor de planten, kiezel in plaats van aarde Een flatje voor 48 paar nylons Uit de boekenmolen Heldenstrijd in de Negeb-woestijn (Speciale correspondentie) TEL AVIV. Januari 1949 KIJK", zegt mijn gids, ..van daar is de ellende geko men". Hij wijst naar een politie post. die ongeveer een kilometer van ons af op de weg naar de Arabische stad Beërsjeba ligt. Nauwelijks hadden de Britten het station op 14 Mei overge dragen aan de Egyptenaren, of de aanvallen begonnen. En ze zijn er tenslotte in geslaagd, onze nederzetting te verwoes ten. Maar wij zelf zijn er nog - en daar komt het op aan." DE man die het zegt. Is de onge kroonde koning van Negba, een kleine Joodse nederzetting In de Negebwoestjjn. Hij spreekt van „onze nederzetting" en dat klinkt uit zijn mond zeer merkwaardig, want hii is niet alleen geen Jood. maar zelfs... Engelsman. Hy be kleedde een hoge rang in het Britse leger, maar liever dan terug te ke ren naar zy'n geboorteland, wilde deze officier in Negba biyven om er de rest van zyn leven te wonen en er mee te helpen aan het werk in een „kibboetz", een van die klei ne nederzettingen, die evenzovele getuigen zijn van het grootse expe riment dat de Joodse pioniers in Palestina verrichten. Waar nu Negba ligt wat er althans nog van over is was elf jaar geleden nog dorre woestyn- grond, die in geen eeuwen een struikje of plantje had zien groeien. Maar in 1937 kwam er een klein aantal Joden en sloe0' op deze plaats een tentenkamp op. Zij boor den water aan en*1 bouwden hutten. Het water bevloeide de grond en na enkele jaren leverde Negba ge regeld de prachtigste oogsten aan fruit en groenten. Er verrees een school en eo" ziekenhuis, vriendelyk groen en b.ocmen riepen de vreem deling die het bezocht een welkom toe, en de driehonderd bewoners waren trots op hun kolonie. Geen arsenaal F)E politiepost even buiten Negba werd verleden jaar, toen de Britten Palestina ontruimden, over gedragen aan de Egyptenaren. Hoe wel de Negebwoestyn volgens de Uno-beslissing van November 1947 aan de staat Israel zou toebehoren, werd het recht van de Joden op dit gebied hun betwist door de Arabie ren. Er waren al wel eens ongere geldheden voorgekomen met Pa lestijnse Arabieren. Daarom hadden de mensen van Negba ongeveer driehonderd in aantal wapens. Geen arsenaal nog niet één ge weer per man, een naar brenguns en een „piat" met wat antl-tank- granaten erin. Toen dan ook de Egyptenaren uit de politiepost met 2500 man, ge steund door tanks, aanvielen, zag het er slecht uit. Maar overste F., de Britse officier, wist, hoe hij met een klein aantal mensen een goede verdediging moest opbouwen. Negba hield stand, van Mei (toen de aanvallen begonnen) tot De cember, toen het Israëlische leger de Negeb introk en de ingesloten kolonisten bevrijdde. De kranten hebben volgestaah over de „lucht brug" naar Berlijn, maar ook hier is al die mpanaen een luchtbrug instandgehouden door Israëlische vliegtuigen, die in Tel Aviv opste gen en voorraad brachten naar de geïsoleerde posities in de Negeb, MET KRACHT VAN WAPENEN heeft Israel zich moeten verzekeren van de Negebwoestijn, die volgens de UNO-beslissing aan de nieuwe staat zou worden toegewezen In Februari 'AMERIKA PUFT VAN DE WARMTE In Amerika heerst een hittegolf. Dinsdag wees de thermometer in New York 70 graden aan, de hoogste waarde die ooit in Februari geregi streerd is. Een uur reizen verder, in Philadelphia, was het 73 graden en in Baltimore, nog een uur verderop, tachtig. Dit absurde weer, dat naar de Oostkust van de Verenigde Staten wordt gedreven van Bermuda af, brengt de Amerikanen totaal uit hun gewone doen. Gewoonlijk zitten de ramen om deze tijd van het jaar, van Kerstmis tot Pasen, potdicht op het ogenblik ziet men overal open vensters. Meestal ziet men de vrouwen hier in deze maanden niet anders dan gehuld in bontjassen of overeenkomstig warme kleding. Dinsdag was Fifth Avenue vol voor jaarstoiletjes, en vele dames hadden het kennelijk nog te warm. De bios copen, die doorgaans erg hun best moeten doen om de verwarming zo op te stoken dat het binnen een „comfortabele" 75 graden is, han gen bordjes uit, waarop de adspi- rant-bezoeker wordt meegedeeld, dat hij in de zaal niet zal zitten puf fen, want de zaal is luchtgekoeld. Een koekoek is nog nergens gesig naleerd, maar uit Connecticut ko men berichten dat daar de tulpen in bloei staan. Paardévliegen zijn al waargenomen in Philadelphia en in Baltimore werd ergens in een kan toor een sprinkhaan aangetroffen. Het beestje schrok er zelf van. waar de Joodse pioniers hun geïm proviseerde vliegvelden soms op slechts enkele kilometers afstand van een vijandelijk kamp moesten aanleggen. De vliegtuigen landden dan ook alleen 's nachts. De Negebwoestijn kent vier en dertig van dez „klbboetzim". In de loop van de oorlog die de Ara bische staten tegen Israel voerden, zijn er maar vier ontruimd of overweldigd door de Egyptische troepen, die er dan meestal een paar duizend man voor nodig had den om zich er meester van te maken. Ver in het Zuiden, slechts een kilometer of tien van de Egyp tische grens, ligt er een, die Nirim heet. Een stuk of veertig jongens en meisjes namen het drie jaar ge leden in bezit. In de zeven maan den dat het Egyptische leger in Israel vocht, is het er niet in ge slaagd, dit stel jonge mensen klein te krijgen, van wie de meesten nu nog geen vijf en twintig jaar oud zijn. WAT ziet Israel toch in dit stuk woestijn? Verleden jaar vroe gen sommigen aan premier Ben Goerion, waarom hij aan de Negeb de voorkeur gaf boven het vrucht baarder Galilea. Hij antwoordde toen, dat in Jeruzalem en in de Negeb de grote strijd zou worden uitgevochten. En hij heeft gelijk gekregen. Te olie en het uranium en het ijzeroer dat de zuidelijke heuvels van e Negeb naar men beweert bevatten hebben misschien wel meegeteld in de Israëlische as piraties op deze woestijn. Maar de voornaamste overweging is, dat de Negeb, mits behoorlijk bevloeid en voor 'n gedeelte geïndustrialiseerd, binnen een jaar of tien een mil- lioen mensen zal kunnen onder houden. Dan eindelijk zal Palesti na weer de korenschuur kunnen worden die het in de Oudheid ge weest is, een rol die het alleen maar door permanente en grove veronachtzaming heeft moeten verliezen. EGYPTISCHE GRANATEN vernielden het grootste deel van alles wat Joodse pioniers in tien jaar hadden verricht om een droog stuk woestijn- grond te herscheppen in een bloeiende nederzetting, Negba, niet ver van Beërsjeba, aan het begin van de Negeb. „Tarzan (Johnny Weissmuller) ls dood. leve Tarzan". Er is n.l. een nieuwe Tarzan. Hij heet Lex Barker en dreigt wer kelijk te voldoen. De nieuwste Tarzan-film „Tar- zan's magic fountain" is in sommige opzichten beter dan al haar 24 voor gangsters. want al is de geschiede nis buitengewoon fantastisch, er is een behoorlijke samenhang in en het acteren is veel beter. Maar voor het oog van een man lijkt Lex Barker lang niet zoveel op een aap als wijlen Johnny Weiss muller. Hij is stevig, breedgeschouderd en in het oog lopend sterk, maar de scenes, waarin het op het lichame lijk vermogen aankomt, geven toch niet de indruk van brute kracht. „Tarzan's magic fountain" (Tar- zan's toverbron), is de geschiedenis van een blanke stam. die leeft in een verborgen vallei hoog in de bergen welke zich verheffen langs de wildernis, waarin Tarzan leeft. De leden van de stam blijven eeuwig jong door te drinken uit een toverbron. Tarzan is het enige niet tot de stam behorende wezen, dat de toe gang tot de verborgen vallei kent. In de loop van het verhaal vindt de stam aanleiding om te vermoe den, dat Tarzan het geheim heeft verraden en om dus te trachten hem te doden. Onnodig te zeggen, dat Tarzan nooit werkelijk in gevaar komt en dat alles goed afloopt. Op Zanzibar heerst een kraaien- plaag. Toen alle andere middelen om de plaag te bestrijden hadden gefaald, besloot de overheid een stuiver voor 'n ingeieverd kraaienei te betalen en een kwartje voor een vogel, levend of dood. Dit leverde onmiddellijk resultaat op. Een moei lijkheid deed zich voor, toen op ze kere dag een jongetje bij een met de uitbetaling belaste ambtenaar, verscheen met een mand eieren en de ambtenaar de jeugdige klant door drukke bezigheden niet onmiddellijk kon helpen. Toen hij na een poosje wilde gaan afrekenen, bleek een aantal eieren inmiddels te zijn uitge komen en eiste de jongen een kwartje voor de pasgeboren vogels. De regeling is nu zo gewijzigd, dat alleen een kwartje wordt betaald voor kraaien met veren. (Van een bijzondere medewerker) EEN oud zeepkistje, een handvol kiezel, een gieter en zaad. Dat is alles wat er voor de nieuwe goocheltuin nodig is. Weg met spitten, wieden en mesten, v/eg met de vuile handen en de bezorgdheid voor het weer: De Hydroponische tuin brengt eerder, beter groter en frisser fruit. Op de daktuin, op het balcon, kortom overal waar ruimte is om een kanarievogel te houden kan een hydrotuintje worden opgericht. Hydroponic is een woord dat zelf al aangeeft waar het om gaat. „Werkend Water" zou men het kunnen noemen. Het betekent een regelrechte revolutie in het tuinieren. X^EN houten kist met een klein -1—'gat in de bodem wordt gevuld met kiezelsteentjes. Tussen het kiezel wordt het groenten-, fruit- of bloemenzaad gestrooid. Het hele geval aan de zonzijde opstellen en dan maar aan de slag. Het zaad kan veel dichter gestrooid worden dan in de aarde. De groei is snel ler en het resultaat veel beter. Want steeds opnieuw wordt het geheel begoten met een mineraal oplossing, die goeddeels weer door het gat in de bodem wegloopt en opnieuw kan worden gebruikt. Dat is het (oude) geheim. De minera len, die iedere plant nodig heeft voor zyn voeding lost men op in water. Bij planten, die in de aarde gepoot staan giet men juist water uit opdat de in de grond aanwezi ge zouten erin zouden oplossen en in die opgeloste toestand door de wortels van de plant worden opge nomen. Veel gaat dan verloren doordat de oplossing te diep in de grond zakt en onbereikbaar wordt. Bovendien is nooit het juiste meng sel van zouten in de grond aanwe zig zodat men moet mesten en nu eens is de concentratie te hoog, dan weer te laag. Nu eens regent het te hard en dan is het te droog. Bovendien moet de kweker met schoffel, hark of schop d e grond steeds opnieuw loswoelen om de plant voldoende lucht te, doen krijgen. Dit alles wordt door hydroponic overbodig werk. Niets gaat verloren. De planten staan dicht opeen maai" krijgen door de ruimte tus sen de steentjes voldoende lucht. Er gaat geen voedsel verloren, want wat niet opgenomen wordt loopt onder weer weg en wordt opnieuw gebruikt. De juiste con centratie i_ gemakkelijk vast te stellen en de plant baadt zich in een luxe leventje, daar regen noch droogte haar deren. Terwijl de plant dus normaal zelf zijn soep bereidt in de aarde, wordt deze nu per gieter op gezet te tijden geserveerd. Houdt het kiezel nat totdat het zaad ontkiemt en dan tweemaal daags voeden. Het resultaat is wonderbaarlijk en de gekweekte groenten zijn sappi- De rechter in Southampton heeft dezer dagen een Engels man tot een bote van honderd vijf en twintig pond veroordeeld, omdat hij 51 paar nylons, een fles likeur, een half pond tabak en een vulpen binnensmokkelde. De advocaat van de onfortuin lijke smokkelaar vertelde, dat een vriend van de verdachte hem een flatje had aangeboden onder voorwaarde, dat hij 48 paar nylons voor hem zou mee brengen. ger, malser en welgedaner dan ooit. Het plantenvoer is overal in gerede mengsels te koop. Een eer ste ervaring leert dat men spoedig heel wat gezonde planten moet overpoten omdat het allemaal veel te hard groeit en spruit. Wie het extra-gemakkelijk wil hebben zette zijn tovertuin op een schraagje zo dat de pot, die eronder gezet wordt vanzelf het restant aan voedsel op neemt, terwijl men zich bovendien de moeite van het vermoeiende bukken spaart. Vier-en-zestig da gen doen de tomaten er over om eetbaar te worden en dan zijn ze zo groot dat de hardwerkende buur man-volkstuinder bloost van af gunst. In 36 dagen maakt men zo zijn eigen teelt-komkommers en de princesse-boontjes zijn zo zacht en mollig dat koken eigenlijk zon de van de tijd is. Toen de vorige oorlog tallozen tot het benutten van elke vierkante decimeter dwong en vrijwel ieder mens zijn eigen tuintje hield is de eerste stoot voor deze soort ver bouwing eerst gegeven. Voordien werd er veel in laboratoria gepro beerd maar men bleef gehandicapt door de duizend-en-een verschil lende samenstellingen, die men aan het plantenvoedsel meende te moeten geven om het precies voor elk soort groeisel geschikt te ma ken. Nood brak wet en plotseling bleek dat een middelsoort-meng sel door ieder soort huis-en-tuin plant met warmte werd aanvaard. Bonen, tomaten, komkommers en frambozen gedijen het snelst onder het weldadige hydroponische stel sel. En wellicht breekt over enige tientallen jaren deze privé-tuin- bouw het monopolie van de gene raties, die als kwekers en tuiniers nu grotendeels in de vraag naar verse groente voorzien. Wilt gij prijzen winnen voor het beste fruit? Dan vandaag nog met het waterwerk beginnen. Geen vuile handen meer, geen kromme rug: tuinbouw met de handschoe nen aan en.... klaar terwijl u wacht, De film in 26 episoden van 20 minuten elk, naar het boek „Kruis tocht In Europa" van generaal Eisenhower, is door de producers van de reeks „Marching Time" ver vaardigd met gegevens uit het ar chief van de Amerikaanse regering, films van het Britse departement van oorlog, filmstroken uit de vy- andelyke documentatie, nieuwe op namen In Europa en actualiteiten uit oorlogstyd. Deze nieuwe reeks is uitsluitend bestemd voor televi sie en zal aan het einde van de maand Maart 1949 voor het Ame rikaanse publiek worden vertoond. De detective uit Bakerstreet Conan Doyle was zelf ook een groot speurder Er is een tijd geweest, dat de liefhebbers van ontspanningslitte ratuur altijd weer waren aange wezen op stuiversromannetjes, waarvan wij ons nu heel moeilijk kunnen voorstellen, dat zij ooit aftrek vonden en gretig werden gelezen. Aan hun rijk is een plot seling einde gekomen, toen als een komeet de grote detective Sher lock Holmes verscheen. Hoewel ook hij al weer door anderen is verdrongen en de .detectives"- verslindende generatie van tegen woordig meer vertrouwd is met Geoffry Gill, hoofdinspecteur Bru no Silvère, de Schaduw, Simon Templar of Peter Cheney, is de faam van Sherlock Holmes toch zo groot geweest, dat het zeer de vraag is of die nog ooit weer door anderen zal worden geëvenaard. Iedereen kende Holmes, wist dat hij in Bakerstreet woonde en dat zijn beste vriend dr. Watson heet te. De schepper van deze figuur, Sir Arthur Conan Doyle, i§ als zo danig wereldberoemd geworden, ofschoon hijzelf dat zeer beslist nimmer heeft gewenst. Hij wilde namelijke zijn litteraire roem niet te danken hebben aan detective verhalen. maar aan zijn histori sche romans over het Napoleonti sche tijdperk en over de Britse koloniën in Amerika. Maar het is anders uitgekomen en juist deze boeken leest niemand meer. Toen Conan Doyle Sherlock Hol mes schiep werd hij geinspireerd door Edgar Alaon Poe. Hij had ook juist Gaborieau's „Lecocq, de detective" gelezen en toen herin nerde hij zich plotseling iemand, die in Edinburgh zijn leermeester was geweest, toen hij daar medi cijnen studeerde: dr. Bell. Dr. Bell was iemand met een uitzonderlijk deductieve geest. Toen Conan Doy le hem bezag door de bril van Poe Gaborieau was Sherlock Hol mes geboren. De grote detective leek echter niet alleen sprekend op de Schotse universiteitsprofes sor, maar had ook vele eigenschap pen van Conan Doyle zelf. Gerechtelijke dwalingen Deze Engelsman in hart en nie ren hield zich namelijk niet alleen met het schrijven van boeken be zig, maar ook met het openbare leven, de sport en tal van andere zaken, bovenal met zulke, die het prestige van zijn geliefd Engeland betroffen. Toen dit naar zijn me ning ernstig geschaad dreigde te worden door een paar gerechte lijke dwalingen, ti"ad hij in het strijdperk voor de rechtvaardig heid. Hij bewees daarbij ook zelf over alle eigenschappen te be schikken, die hij zijn Sherlock Holmes had toegedicht. Met een bewonderenswaardige deductie en knap speurderswerk slaagde hij er in tot tweemaal toe de onschuld van een verdachte aaan het licht te brengen. Sir Arthur Conan Doyle was van Ierse afkomst en samen met, die andere grote Ier, George Ber nard Shaw kon hij er heftig over redetwisten wie van hen beiden wel de beste zoon van hun vader land was. Maar hij was ook Brits patriot, die zich woedend opwond toen het vlaggeschip van Nelson voor afbraak zou worden verkocht. Conan Doyle was een man van eenvoudig karakter en diep reli gieus. Hii genoot een katholieke opvoeding, maar toen hij stierf v/as hij overtuigd spiritist. Zijn „bekering" tot het spiritisme is hem door velen hoogst kwalijk genomen. Maar Conan Doyly gaf weinig om het oordeel van de we reld en slechts één keer heeft hij een concessie aan het publiek ge daan. Dat was, toen hij zijn held Sherlock Holmes uit de dood liet herrijzen, nadat hij hem eerst zelf had laten sterven om van een fi guur, waarmee hij zich tenslotte volkomen vereenzelvigde, voor goed yerlost te zijn. Dat naar deze terugkeer door ontelbaren zo reik halzend werd uitgezien bewijst misschien beter dan wat ook, de grote populariteit van Conan Doyle, die én door zijn historische romans en door zijn detective-ge schiedenissen de bekendste Britse auteur na Kipling werd. SIR ARTHUR CONAN DOYLE Nederland en Polen hebben een handelsverdrag gesloten. De omvang van hel handelsverkeer zal in 1949 ongeveer f 10 millloen bedragen. Het Nederlandse Rode Kruis zal de gemeente Westerbork een gedenk raam aanbieden voor wat het heeft ge daan voor de registratie en de naspo ring der gevangenen, die in het kamp- Westerbork hebben gezeten. T ijdschriften Aantekeningen bij een studie uit de laatste oorlogswinter IN de laatste donkere oorlogswinter verscheen er bij de Weduwe De Bye achter welke naam zich De Bezige Bil verbergde, een prachtig uitgevoerd boekje met perkamenten rug en gete kende initialen, op geschept papier en met vergulde kop. zo fraai van uitvoe ring. dat men zich nauwelijks kon voor stellen. dat het „in het verborgene" was gedrukt. G. Kamphuls bespreekt dit boekje (Het Raadsel van Arend en Hendrik Goudt, door Jan Jacob ten Hove) thans in A p o 1 1 o van welk tijdschrift de laatste aflevering is ver schenen waarbij hij betoogt, dat feit en fictie niet tot een stijlcenheid zijn geworden. Voor een historische novelle geeft de auteur te veel feiten, voor een documentaire studie veroorlooft hij zich te vaak poëtiserende uitweidingen. Hen drik Goudt was een kopergraveur, die te Utrecht zwakzinnig werd en daar in 1643 overleed. Er gaan over deze figuur allerlei romantische verhalen. Omtrent het geheim van zijn geboorte meent Jan Jacob ten Hove de oplossing te hebben gevonden. Hij zou de zoon zijn van een Zuid-Nederlander van lagere adel. Wie het geheel van Ten Hove's verhaal overziet krijgt een groot respect voor de zeer uitvoerige bronnenstudie en meer nog wegens de ongemene combi natorische scherpzinnigheid, waarmee de auteur uit zo vele, lang niet overal duidelijke, gegevens een geheel heeft weten op te bouwen. De schrijver gaat te werk als een restaurateur van een oud schilderij, waarvan vrij grote partijen en zelfs een wezenlijk deel herstel behoeven, zoveel mogelijk aan dc hand van oude gegevens en met een scherpzinnigheid, die de fantasie als hulpmiddel niet ver smaadt. De combinatie van historische overlevering en verbeelding, van feit on fictie, heeft zo geleld tot een boelend historisch geheel. Dat daarbij een er varen geschiedkundige, een man van het vak aan het werk is geweest, lijdt geen twijfel. Bovendien geeft hij blijk van dichterlijke aanleg, en van evoca tief en plastisch vermogen. Het proza van Ten Hove herinnert soms aan Gossaert, maar Kamphuis wil niet op zijn beurt trachten het geheim van Jan Jacob ten Hove te ontsluieren. ..In een tijd als deze hebben wij meer dan ooit het nut van een, of zelfs van meer pseudoniemen leren inzien". W ]e Fèbre schrijft over het werk en de figuur van de schilder W. Steijn, er is een opstel van S. Vestdijk over het visioen in de beeldende kunst, en van A H. v. d. Fcen over Dickens en wij. Schilderkunst in de Lage Landen Op 22 Januari 1945 overleed onver wacht Prof. dr. Arth. H. Cornette, hoofdconservator van het Kon. Museum te Antwerpen en professor aan de Vrije Universiteit te Brussel. In Noord-Ne derland is betrekkelijk weinig aandacht aan cïlt feit geschonken, daar Holland, zelf uit duizend wonden bloedend, zich met zoveel andere dingen bezig had te houden, dan met zaken van de geest Cornette was boven de rivieren bekend en gezien door zijn bijdragen in De Gida over iiteratuur en beeldende kunpt, le zingen etc. Hij had in 1944 een boekje in het Engels voltooid over de geschie denis van de schilderkunst in de Lage Landen van de 15e tot het eind der 19e eeuw, bestemd om na de bevrijding aangeboden te worden aan de Engelse en Amerikaanse bezoekers van de Bel gische en Nederlandse Musea. De uit voering van dit plan werd door de oor logsgebeurtenissen zelf belet. Maar dank zij het initiatief van Het Kompas is deze gids zowel in het Engels, als in het Frans verschenen en tezamen met L. J. Veen heeft men nu ook een Ne derlandse editie in het licht doen zien. De schrijver heeft zich, daar hem practlsch nog geen 100 bladzijden ter beschikking stonden beperkt tot de voor naamste. de leidende figuren en van de grote artistieke bewegingen heeft hij siechts dc hoofdlijnen kunnen aandui den. Dat dit boekje toch een waardevol bezit is geworden dankt het aan het gemak, waarmee de bij uitstek deskun dige schrijver de belangrijkste stro mingen weergeeft en binnen enkele ali- nla's de geschiedkundige en culturele achtergronden samentrekt, zonder in goedkope cllché's te vervallen. zyn karakteristieken, hoe beknopt ook, wor den door vondsten opgefleurd, die uit de Zuidelijke koker komen en een ty pische glans geven aan zijn stijl. Van grote woorden is hij geen vriend. Geen moment wordt men in zijn overzicht, als hij de wezensaard van Noord en Zuid tekent, een poging gewaar om het Zui den ten koste van het Noorden te ver heffen- Men kan zich hoogstens in Noord-Nederland verbazen over het feit. dat aan Ensor, met wie hij het boekje besluit meer plaats wordt inge ruimd. dan aan van Gogh. De talrijke goede illustraties zijn ge kozen uit de schilderijen in Musea, ker- IN DE RUIM 100 H.A. METENDE GEMEENTEGROT van Valkenburg, de grootste van Europa, wordt een onderaards museum ingericht. Zeven leerlingen van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam hebben even zovele reliëfs in de zachte mergelwanden gehouwen en dit werk kort geleden voltooid. René van Seumeren vervaardigde dit „Laatste Avondmaal" in de kille atmosfeer van de onderaardse gewelven. ken en verzamelingen van België en Holland; de in de tekst aangehaalde voorbeelden zijn bijna alle in de Lage Landen aanwezig. Het keurig verzorgde boekje opent met een korte inleiding door de weduwe van de auteur mevr. E. J Cornette-Wagner. (Uitgave: L. J. Veen, Amsterdam). OP een mooie ochtend in Februari wandel ik, op weg naar het Eemgebied, te Soest door de Ferdinant Huycklaan, wat een mistellijster, die daar van de meidoornbessen snoept, maar matig aanstaat: ik stoor hem in zijn maaltijd en gemelijk krijsend kiest hij het luchtruim. Even later loop ik langs de Peter v. d. Beumerweg; links daarvan verrijzen een aantal prettig aandoende boerderijen, terwijl beiderzijds zich weilanden uitstrekken, waarin eiken en schilderachtige knotwilgen de egaliteit onderbreken. T-T ET wijde grasdomein vormt x een terrein, waar flinke me nigten roeken, kauwen en bonte kraaien blijkbaar voedsel in over vloed kunnen vinden, terwijl bo vendien clubjes spreeuwen het als een rijkelijk voorziene dis be schouwen. Maar in hetzelfde mi lieu laten zich grote lijsters en merels evenmin onbetuigd en dit geldt evenzeer voor scharen ko perwieken en kramsvogels, bui tenlanders, die hier de winter troepsgewijze doorbrengen. Eén dier kramsvogels plaatst zich tjakkerend boven op de top van een es. één der boomsoorten, die langs de weg staan geschaard. Verder zijn het merendeels mei doorns, waarin .ringmussen hun veren pluizen, en zwarte elzen, die er zijn opgeschoten. Deze laatsten oefenen aantrekkingskracht uit OP sijsjes, die haast nooit hun mond kunnen houden en onder 't eten door telkens prevelen en babbelen. Leuke verhaaltjes zijn het met aardige muzikale elementen. De donkere zaadproppen der elzen be werken zij buitengewoon hard nekkig. Tevens zijn in deze om geving de pimpels en koolmezen aanwezig, lenige acrobaatjes, die - -J door RINKE TOLMAN hun vroeglentelijke melodietjes la ten weerklinken. De sloten langs de door fftij ge volgde route wijken in zoverre van die der weiden af, dat het ijsvloertje, waarmee zij zijn be dekt, niet al te soliede is. Overal zie je kleine wakken en gaten en bij de vele hekdamduikertjes hoor je telkens water murmelen en rui sen. Ik inspecteer ze alle, want een aantal jaren geleden nam ik in een strenge winter bij één dier duikertjes een waterspreeuw waar. Nu kom ik hem niet tegen, maar dat is niet te verwonderen: het is nu eenmaal een uiterst zeldzame klant in deze gewesten. Naar de Eem Intussen heb Ik nu bijna de spoorlijn AmersfoortAmsterdam bereikt. Als ik de officiële over weg bij blok 41 zou passeren, zou ik in een ommezien in Amers foort zijn. Ik ben er echter op uitgetrokken om de natuur te ver kennen en besluit daarom een an dere overweg, enkele tientallen me ters links van mij.( over te steken om daarna via de weilanden naar de Eem te zwerven. Deze overweg wordt door de boeren gebruikt, als zij zich met hun wagens, kar ren en vee naar hun landerijen begeven. Terwijl ik daar op de weg sta, merk ik ineens, dat op de top van een ratelpopulier bij de spoorlijn zich een vogel heeft geïnstalleerd, die mij buitengewoon interesseert; hij is een ietsje kleiner dan een zanglijster of koperwiek; zijn ge hele habitus verraadt onmiddellijk, dat ik met een klauwierensoort heb te doen en het kost niet veel moeite de vogel met de blauw grijze bovendelen, zijn donkere, oorstreek en de witte spiegels op de donkere vleugels te herkennen als een klapekster. Ons land telt niet zo bijster veel broedparen van deze vogel, maar als trekker (of zwerver?) vertoont hij zich in de beide migratie-maanden bij uitnemendheid, October en Maart, herhaaldelijk in de meest uiteen lopende delen van ons land. 's Winters is hij veel zeldzamer, zodat het waarlijk een hele bui tenkans is, dat ik hem vandaag te zien krijg. Van de esp vliegt „mijn" exem plaar, dat niet bizonder schuw is, maar dat niettemin tenslotte vindt, dat tnfjn toenaderingspogingen een beetje de spuigaten uitlopen, op één der electrische draden boven de spoorweg, waar hij zonder op houden met zijn flinke staart heel eigenaardig naar links en rechts gaat „maaien"» zoals wij ook zo vaak bij de grauwe klauwieren in het Soester Eemgebied hebben opgemerkt. Dit laatste is, althans op die plaatsen, waar de meidoorns in voldoende aantallen aanwezig zijn, trouwens een voortreffelijke klauwiereustreek in 't algemeen, want niet alleen de grauwe placht er talloze keren te broeden (even als in 't meidoornloze Soester- vcen), maar zelfs een rariteit als de roodkopklauwier heeft in ge noemd poldermilieu eens zijn ten ten opgeslagen. Dat was in 1929. Een zangvogel Officieel is de klapekster, even als zijn verwanten bij de zang vogels ingedeeld, maar in zijn ge dragingen zit toch iets onmis kenbaar roofvogelachtigs. Zijn ge bogen bovensnavel accentueert dit bovendien. Evenals buizerd, ruig- poot, torenvalk, blauwe kiekendief en, bij tijd en wijle, de blauwe reiger belaagt de klapekster dan ook wel muizen. Aardig is het, dat een koolmees, die daar in de buurt marodeert, bij 't zien van de klapekster eveneens op de elec trische draad gaat zitten, waar hij opgewonden tegen de vreemdeling gaat schetteren; hiermee houdt hij pas op, als de „blauwe klauwier", nadat ik mij in zijn richting ver plaats, wegvliegt om een elzetop als observatiepost te betrekken. Zodra ik mij aan gene zijde van de spoorlijn bevind, strekken zich, tot de Eem toe, de grasvelden voor mij uit, die weer fleurig groen zijn geworden, nadat de zon de witte sporen van de nachtvorst heeft uitgewist. Rechts trekt, als boeiend onderdeel van het weilan den-complex, een meidoornland schap mijn aandacht: voor klau wieren een biotoop om ervan te watertanden, al moet ik hier ter stond aan toevoegen, dat juist de klapekster een dergelijke omge ving niet als broedgebied pleegt uit te kiezen: hij prefereert in dit opzicht vlakten, waar uit de struikheide hier en daar vlieg dennen oprijzen. Jolly weet het Eïlsobeth Stelli, die by de versllnd- sters van mefsjésiectuur geen onbeken de is, heeft in dit bij Kluitman uitgegeven en door Hans Borrebach geïllustreerde verhaal de meisjes van 12 tot 16 Jaar zeer zeker aan zich ver plicht Wij maken het jonge leven mee van een zelfstandig voelend meisje, die niet langer door haar grootvader wil worden onderhouden. Een hoofd voor studie heeft zy niet maar zij blijkt in de practijk van het leven zeer geschikt te zijn en aan het slot brengt de liefde ook de nodige poëzie. Heel amusant is de episode, waar zij in een gezin in het Noorden belandt, dat op een overdre ven dwaze manier aan gezondheids- cultus doet. Wie meende dat de noor derlingen hiervoor te nuchter waren kan bij StelLi bewijs vinden, als het tenminste een bewijs is, van het tegen deel. Kankerbestrijding en dr. Samuels Endogeneous endocrinotherapy including the causal cure of cancer. Compendium by Dr. J. S a m u el s, second edition. De uitgever, de firma Holdert en Co. te Amsterdam, heeft dit werk schitterend verzorgd, zodat de tech nische uitvoering met de beste bui tenlandse wetenschappelijke wer ken kan concurreren. Helaas kan over de inhoud niet hetzelfde wor den gezegd. Zeer vele Nederland se medici betwijfelen sterk de op vattingen van Dr. Samuels. Boven dien is het werk lang niet eenvou dig en hier en daar moeilijk te vol gen, zodat slechts weinig niet-me- dici het ter hand zullen nemen. Wij kunnen het boek dus niet aan bevelen.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 4