Een dag op excursie in PEGUS-bedrijf het Kastelein De Graaf gaf dertig liter bloed - Centrale verstookt elke dag 600 ton kolen Hoe de bewaker „Halleluja" aan zijn bijnaam kwam Menslievendheid is niet te belonen" Geheim agent in oorlogstijd DE A VONTUREN VAN KAPITEIN ROB Dinsdag 1 Maart 1949 3 Stofzuigers zuigen, fabrieken draaien, treinen rijden, dank zij hen! (Van een eigen verslaggever) VOOR de wal ligt de ..Anne Maria". Haar diepe ruimen zitten tjokvol magere Limburgse fijnkolen. Het is geen eerste kwa liteit brandstof, maar dat hindert niet. want dit zwarte goedje is niet voor huiskamerhaarden of potkachels bestemd. Daar zou het trouwens niet in willen branden. Hier voor de wal aan de Indu striehaven te Utrecht blijft de brandstof niet lang meer in het schip. Want er liggen langszij van de ..Anne Maria" en om de hoek in het Merwedekanaal nog andere schuiten met kolen te wachten, die ook hun lading kwijt willen. Een grote ijzeren grijper hapt zich diep in de lading van de ,,Anne Maria", komt met twee en een halve kubieke meter kolen weer boven en wordt aan een lier naar boven gehesen. Vlak onder het kraanhuis blijft de ge vulde grijper tien seconden schommelen. Verbruik is enorm gestegen Rantsoenering nog niet opgeheven (Van een eigen verslaggever) Wij hebben ir. A. J. Mijnlieff. directeur van de PEGUS nog de volgende vragen gesteld: Hoe is het.met de rantsoenering van electriciteit? „Die ts nog steeds niet opgehe ven, al denken .sommige mensen dat. Alleen ctalagelichten mogen, binnen het toegestane rantsoen, vrij branden, terwijl reclamever lichting nog geheel verboden is; de speciale beperkingen in de spits uren zijn voor het ogenblik niet meer van kracht, maar de alge mene rantsoenering bestaat nog. De stroom is nog niet „van de bon"." Hoe is liet met het parallelbedrijf aan de Nic. Beetsstraat en hoe staat het met de uitbreiding van de grote centrale? „De Nic. Beetsstraat levert elec triciteit, waarvan de productie sa menvalt met de warm waterleve ring voor de stadsverwarming. De installatie van deze centrale zal uitgebreid worden met een hoge- druk ketel en een aftap-tegendruk turbine. Ook de centrale Merwede kanaal wordt uitgebreid. Hier ko men voorlopig twee nieuwe ketels bij, later nog aangevuld door een derde, die aangesloten worden op de drie grootste, reeds bestaande schoorstenen. Onze tweede kolen- kraanbaan is bijna gereed. Verder bouwen we een 150.000 Volt-station en 150.000 Volt koppel-leidingen, voor het te stichten landelijke, bo vengrondse koppelnet. Het district Utrecht wordt dan direct gekop peld aan Amsterdam en Nijmegen. Valt om de een of andere reden een centrale uit, dan kan men in de toekomst altijd stroom uit andere delen van het land betrekken". Is het electriciteitsverbruik na de oorlog toegenomen? „Enorm. Trouwens overal in Europa. In 1922 leverde de PEGUS 32 millioen kilowatt-uur; in 1939 was het 192 millioen en verleden jaar 321 millioen kilowatt-uur." Kabelkraan, juweeltje van techniek Op honderd meter afstand van deze hijs-installatie is een tweede ijzeren bouwsel geplaatst. Zij zijn met elkaar verbonden door een aantal polsdikke, stalen kabels. Langs een van die kabels glijdt de grijper met kolen horizontaal, eerst heel langzaam, dan steeds sneller en luid gierend naar het „kolenpark", een groot stuk open terrein. Daarboven opent zich (electrisch) de grij per. De kolen kletteren in één grote golf op de hoop en de plotseling lichter geworden grijper veert aan de kabel meters omhoog. Als de kabel is uitgedeind, wordt de grij per aan een lier weer terug ge trokken naar het schip, dat in middels door een tweede grijper, aan een tweede kabel, al weer twee ton lichter is gemaakt. Het is een spelletje om uren naar te kijken: grijpen, stijgen, glijden, storten; terug glijden en weer grij pen. Bij elke greep komt het schip een centimeter minder diep in het water te liggen. Die kabelkraan is een juweeltje van techniek. Er zijn maar twee man nodig (boven in het kraanhuis) om deze elec- trische installatie te bedienen. De schipper en zijn knechts hoeven alleen de luiken van de ruimen maar open te maken. Dan kunnen ze de wal op gaan. Een paar uur later is hun schip leeg. Of zo'n kolen losmachine niet verschrikkelijk veel stroom ver bruikt? Dat doet hij inderdaad nog al. Maar de eigenaars hier kijken niet op enige duizenden kilowatt uren. Stroom genoeg! Zij hebben immers Volts en Ampères genoeg! Deze kolen zijn bestemd voor verreweg de be langrijkste fabriek in de stad en ook in de provincie. Ze zijn voor Keulsekade 181, het Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts Stroom- leveringsbedrijf, kortweg PEGUS genoemd. Sommige Utrechters we ten niet eens, dat die fabriek daar staat, hoewel de drie grootste en altijd maar rokende schoorstenen torenhoog boven het machtige ge bouwencomplex uitsteken en ki lometertjes ver te zien zijn. Drie en zestig meter hoog zijn die pilaren en als we ze languit op de grond zouden leggen, zouden we er ge makkelijk met een auto doorheen kunnen rijden want ze hebben een middellijn van drie en een halve meter. Nu zijn er nog acht kleinere schoorstenen. De centrale heeft cok drie plus acht. is elf ketels, die ondergebracht 'zijn in twee ketelhuizen. (De ketels zijn zo'n 25 meter hoog!) Voor het verhit ten van de elf ketels wordt dage lijks schrikt u niet! onge veer zeshonderd ton kolen ver stookt. Daarvan houdt men elke dag negentigduizend kilo as over. Maar ook ruim één m i 1 i o e n kilowatturen aan electrische ar beid. Die arbeid verkoopt de N.V. PEGUS, zonder winst, aan haar aandeelhouders, de P.U.E.M. en de GEBRU en ook aan de Nederland se Spoorwegen. De gehele provin cie ook Amersfoort betrekt haar electriciteit van de Utrechtse centrale. U en wij en vele duizenden men sen met ons we ten 's-morgens in onze donkere slaapkamer met één greep de lichtschakelaar te vinden. Wij draaien dat knopje gedachteloos om, vinden het vanzelfsprekend, dat we licht hebben. Er wordt theewater opgezet in een electri sche ketel en wij gaan ons staan scheren met een electrisch appa raat. terwijl we door de radio het laatste nieuws vernemen. En als de kostwinnaar de deur uit is, gaat de huisvrouw aan de slag met de stofzuiger. Lang daarvóór al zijn de treinen gaan rijden en de trams en de een na de ander begonnen in de fabrieken zware electrische machines en motoren Kolen en Kiloivatts IN DE MACHINE-ZAAL met de zes ontzagwekkende turbogenera toren, kan men als het ware van de grond eten Merkwaardig voor de buitenstaander is, dat in deze enor me zaal slechts een of twee man rond lopen om toezicht te houden. te draaien Het telefotm- en tele- graafverkeer kwam in actie. Bin nen enkele uren zo tassen zes en acht wordt de PEGUS als het ware bestormd door al zijn afnemers tegelijk. Iedereen heeft stroom nodig, zowel in stad als provincie. Enorme stijging DE belasting van de centrale stijgt dan met zulk een enorme vaart, dat het ogen blikkelijk vermogen van 30,000 tot 70.000 kilowatt moet worden opgevoerd. Men kan deze ochtenduren dus met recht spitsuren noemen. Nè negen uur neemt de belasting langzaam af, om 's avonds, tussen vijf en zeven weer met grote sprongen toe te nemen. En geen van de electriciteits»- verbruikers wordt in zijn ver wachtingen teleurgesteld. Want zonder onderbreking bran den de vuren in de ketels en steeds maar door wentelen de door stoom gedreven schoepen- wielen in de reusachtige turbines er. rusteloos draaien de daarop ge koppelde generatoren. Geweldige mechanische kracht wordt in even geweldig electrisch vermogen om gezet. Het is een thermodynamisch proces zonder einde. Ook 's avonds en een deel van de nacht en soms zelfs Zondags blijven buiten de grijpers kolen happen uit de schuiten. Stad en provincie vrtgen kilowatturen. En om kilowatturen te maken zijn kolen nodig, steeds maar kolen. Vier en twintig uur per dag le vert de PEGUS electrische ener gie, die geput wordt uit de enorme zwarte bergen in het „kolenpark". Onder dit kolenpark lopen tun nels v/aarin een metalen band zonder einde de kolen automatisch in kleine hoeveelheden krijgt toe gevoerd. Deze transporteur stort de kolen bij zeventig kilo tegelijk in ijzeren bakken die (net als bij een baggermolen) in een transport band hangen. Eventuele staven ijzer of spoorbuffers die wel eens in een kolenhoop verzeild raken, zijn er dan al door een sterke magneet uit weggetrokken. In de Jacobsladder worden de bakken met kolen (er zijn er 170!) dertig meter omhoog gevoerd naar de bunkers, die zich op de tweede verdieping van de centrale bevin den. Van daaruit worden ze, al weer automatisch, met zorg over de vuren op de eerste étage ge strooid. Hier is de z.g. stookvloer. Geen gewoon kacheltje Wij zeiden al, dat u de PEGUS- kolen in uw. kacheltje thuis niet zou kunnen stoken. Ze zouden door Uw rooster heen vallen. En als u in uw haard een rooster had, zoals die bij de PEGUS ge bruikt wordt, dan zou uw kachel weer niet trekken. In de centrale zijn de roosters heel fijn. Zij zijn opgebouwd uit duizenden rooster- banen, bevestigd aan kettingen zonder einde. Het rooster is dus ook al een soort lopende band. De brandstoflaag, die er op ligt, is niet veel dikker dan vijftien centimeter. Maar het vuur, dat kunstmatig geweldig wordt aange jaagd met hete lucht, geeft een hitte van ongeveer 1500 graden Celsius. Elke ketel kan per uur zestig ton stoom produceren, die bij een druk van 35 atmosfeer na oververhitting een temperatuur kan bereiken van 4 5 0 graden. Deze stoom van elf ketels tege lijk wordt door straalpijpen met fantastische kracht tegen de schoe pen van zes turbines geblazen. De assen der turbines maken 3 0 0 0 omwentelingen per minuut en in de daarop gekoppelde generatoren wordt een spanning van 6 0 0 0 Volt opgewekt, welke via trans formatoren van 10 tot 5 0.0 0 0 Volt kan worden opgevoerd. En als ze d i e spanning eenmaal in hun schakelhuizen hebben, is het voor de electritechnici van de een- trale een koud kunstje om voor u, via kabels en transformatorhuis jes, te zorgen, dat uw schemer lamp brandt, dat de stofzuiger zuigt, de radio speelt, de telefoon te gebruiken is en dat de trein, waar u mee naar Amsterdam of Arnhem wilt reizen, niet onder de kap van het station blijft staan. Dit alles hebben u en ik en wij allemaal in het district Utrecht, te danken aan de honderdtachtig mannen van ir. A. J. Mijnlieff, (de directeur van de N.V. PEGUS) die er dag en nacht voor waken, dat wij kunnen beschikken over electrische stroom. Wat het gemis van dit zo belangrijke element in onze samenleving betekent, heb ben we in de oorlogsjaren maar al te goed leren begrijpen. DE KABELKRAAN in werking. Twee ijzeren grijpers happen per keer 2/2 M3 kolen uit het schip voor de wal en storten ze uit boven het kolenpark. Uit deze zwarte ber gen wordt de electrische energie geput om uw schemerlamp te laten .branden, de radio te laten spelen en de stofzuiger te doen zuigen. Luc van Dam in topvorm slaat Krawszyk In het sportpaleis te Parijs behaalde de Nederlandse mlddengewicht-kam- ploen Luc van Dam een puntcnovcr- winnlng op de Fransman Krawczyk. Het gevecht ging over tien ronden. Van Dam heelt in zijn gevecht tegen Krawczyk een uitstekende indruk ge maakt op de ruim 10.000 toeschouwers, zo goed zelfs, dat experts na afloop verklaarden in lange tijd niet zulk prima boksen in Parijs to hebben aanschouwd. De organisator Benalm. zei ln een gesprek met de pers. dat hij zeer on der de indruk von Van Dam's boksen was cn dat hU hoopte binnenkort een match om dc wereldtitel tussen de Nederlander en dc huidige kampioen Marcel Ccrdan te kunnen organiseren. Van dc eersto gong-slag af was het gevecht fel cn vcrbcjen. maar van Dam toonde zich onmlddeUijk dc ster kere. Hij gat de Fransman geen enkele kans om door zijn dekking heen to komen. Van Dam bleef heerser van de ring tot aan het clndo van het gevecht, zonder ook maar een ronde aan zUn tegenstander te laten. De tweede hoofdpartij welke in het sportpaleis te Parijs werd gebokst, ging in het bantamgcwlcht tussen de Fransen Louis Sckcna cn Luis Fernan dez. Sckcnn won het gevecht, dat over 10 ronden ging, op punten. CENTRALE MERWEDEKANAAL met bijbehorende tragisformator- huizen en kantoorgebouwen. Als de klapbrug omhoog is, kunnen de ko lenschepen de Industriehaven bin nen varen. Geheel rechts de kabel kraan voor het kolentransport. Kerknieuws Ned. Herv. Kerk Beroepen te Peize J J. Siezen. leger- pred. te 's-Gravenhage. die dit beroep ook aannam; te 's-Hecr Arendskerke J. A. Talma te Zaamslagte Rijssen (vac W L Mulder) J. W dc Bruyn te Sprang; te Zullichem-Nleuwaal D. v. d. Ent Broat te Elburgte Ca- pcllc (N-Br.) J. T Doornenbal te Ocne te Hedel J. v. Wier te Kcsteren. Aangenomen naar Leeuwarden (vac. dr M. H Bolkesteln) J. de Bruyn te Gcmcrt. die bedankte voor Holten naar Anjum (tocz.) P. v. d. Stany te Enter. Bedankt voor Stavcnissc A Br6urs te Giesscn-Nieuwkerk; voor Ouderkerk v d. IJsscl J. v. d. Heuvel te Schoon hoven voor Houten (toez J Bus to Staphorst. Gercf. Kerken Beroepen te Amsterdam (vac. 10 pred. pl R C. Harder, stud.-pred. te Wage- ningen- te Bergambacht J Flrct Sr., cand tc Dordrecht te Wilnis C. Ch. Griffioen, cand. tc Utrecht. Aangenomen naar Groningen (vac. 7e wijk) J G. Marseille tc Uithuizen naar Huizen (N.-H.) dr. S D Attema te Oosterbeck: naar Groningen (vac P v. Strien) dr. L. Praamsma te Stads kanaal; naar Sleeuwijk W. v. d. Meulen te Woubrugge Bedankt voor Hilversum (5e pred pl.) J. G Adema te Rotterdam-Dclfshavcn voor Nljverdal (vac. W, B. den Brave) T B. v Houten te Brltsum - voor Hantum C. v d. Boom te Berkum. Gercf. kerken onderh. art. 31 K.O. Eeroepen te Twljzel J. v Dijk. cand te Groningente Kantens, Loenen a.d. Vecht. Emmen en te Wctsinge- Sauwerd D Deddens. cand. te Kampen te Apeldoorn B. Jongeling te Sappe- mecr. Doopsgezinde Broederschap Aangenomen naar Krommenic-Wor- mer-Jisp J. H. Hylkema. prop. te Bloe- mendnol, Herst. Evang. Luth. Kerk Beroepen tc tïoorn-Medemblik (vac A Vermeulen) J M. Lindeijer te "s-Gravcnhagc. Chr. Geref. Kerken Tweetal te Utrecht-N.. N. de Jong te Middclharnls en K. G. v. Smeden te Groningen. Ood-Gcref. Gemeenten Beroepen te Edcrvecn M. A. Mieras te Krimpen a.d. IJssel „Een gulle geest in een groot lichaam" (Van een onzer verslaggevers) KASTELEIN Th. A. de Graaf heeft het op een borrel niet erg be grepen, maar een glas schuimend bier mag hij zichzelf graag schen ken. Zijn machtig lichaam, dat hij achter de tapkast in z'n café aan de Be- muurde Wcerd O.Z. te Utrecht nauwelijks kan roeren, verdraagt er wel meer dan één. „Bier is goed voor het bloed", zegt do heer Dc Graaf, „vooral stoutbier". Vijftig mensen zijn Deze foto werd genomen op 18 Sep- tember 1946, toen majoor Boelaard al geholpen (l.) aan de heer Th. A. de Graaf MEN moge twijfelen aan de rde Landstcinerplaquette over- juistheid van deze bewering handigde. in haar algemeenheid, de vele gla zen bruin vocht, die door het rui me keelgat van de kolossale kas telein naar binnen klokten, hebben zijn bloed in ieder geval geen kwaad gadaan. Het is door en door gezond. Ja, zo fris stroomt het door de aderen van dit om en nabij de driehonderd pond wegende lichaam, dat vele anderen ervan mee profiteren. Want niet alleen in het zelf tappen kan de heer De Graaf nog menig een een lesje geven, ook op het ge bied van het laten tappen heeft hij enige ondervinding. Deze maand liet hij zich uit de gespierde arm, die wij hebben mogen bewonde ren, voor de vijftigste maal een hoeveelheid bloed tappen, waarmee een ander mensenleven kon wor den gered. En het was dit jubi leum, dat ons naar het smalle café aan de bedrijvige singel lokte. A LS we naar het hulsnummer 44 *- zoeken, wijzen grote witte let ters op een helder blinkende ruit ons al de weg. „De Donor" blijkt het café te heten en dat is in dit geval een veelzeggende naam, mits men hem uitspreekt met de klem toon op het eerste woord. Want de twee meter lange waard, die wij even later ontmoeten en wiens omvang wij niet durven raden, is d e donor, d e bloedgever van Utrecht niet alleen doch van ons gehele land en zelfs van gans West-Europa. Geen ander gaf zoveel bloed als hij. Sedert November 1941, toen zijn belangstelling ervoor door kran tenberichten werd gewekt, stond de heer De Graaf ruim dertig liter bloed af. Zes maal de hoeveelheid, die het menselijk lichaam door gaans Jievat, werd aan dit oer sterke en kerngezonde lichaam onttrokken om kracht bij te zetten aan andermans hartslag. !)J i Dankbare patiënten ANGUINE SANGUINEM SANANS" staat er te lezen op de middelste van de drie ge brandschilderde ruiten, die de ge lagkamer afsluiten van het woon huis. „Aan hem die met zijn bloed ander bloed gezond maakt". Dank bare patiënten hebben onder dit motto van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis kijkt een tikje bezorgd naar zijn voeten, die het er de laatste tijd een beetje bij laten zitten." 't Grijze boek Enfin, dan neust hij geleund in de kussens nog maar eens wat in het grijze boek waarin hU van elke bloedafgifte aantekening houdt. Wy hebben er langdurig in gebladerd. Cijfers, namen, data en anders niet. En toch, in al zijn nuchterheid, een boeiend geschrift. Het epos van een vrij onbekend man, van een goed mens die te recht als eerste in Nederland de Landsteinerplaquette voor zijn prestaties als donor ontving. Een goed deel daarvan schrijft hij zelf op rekening van het Bavaria-bier, dat zijn bloed blijkbaar tot steeds steviger klop commandeert. „Néém een glas," nodigt hij ons uit, met de hand tot schenken bereid naar de tapkraan wijzend. Zagen we zo bleek, kastelein? de heer De Graaf voor zijn hulpvaardigheid dank willen bren gen. „Eigenlijk mag een donor maar eens per half jaar bloed geven," zegt de heer De Graaf. „Bij mij kon er soms iedere maand wel wat af. In slechts drie gevallen baatte ook mijn bloed niet meer. De andere keren leefden dc bloed-ontvangers echter weer op. Zo heb ik bijvoorbeeld ook bloed gegeven aan de luitenant die er ïq December door de explosie in een Harderwijkse kazerne, aanvanke lijk zo erg aan toe was. O, als de mensen eens allemaal beseften aan wat voor een mooi doel ze kunnen meewerken, zonder dat het hun een cent hoeft te kosten, in nog veel groter getale zouden ze zich mel den aan de Maliebaan 15, ook voor de bloedplasma-actie". Er brandt in deze goedmoedige reus een heilig vuur voor de zaak van het reddende bloed. Het is te zien in de klare ogen onder de hoge grijze kuif, en het jaagt 't bloed naar zijn toch al blozende wangen, zodra hij erover spreekt. Dag en nacht is hij beschikbaar. Een telefoontje van het Rode Kruis en hij komt; van achter de tapkast, uit z'n luie stoel of uit het bed, waarin hij momenteel ook overdag nogal eens ligt. „Niet dóérvoor," lacht hij, zich op de stevige body kloppend, „maar dóarvoor!" En hij 70 HET is vreselijk mensen te zien op hangen ten getale van tien per dag. Het is verschrikkelijk, mensen langzaam, bijna angstvallig nauw keurig te z/ien doodknuppelen. Maar je beste vrienden zo te zien sterven, te zien hoe hun uitgeputte lichamen getrapt cn geslagen worden, te zien hoe zij op hun doodsbed slecht be handeld worden en tóch met een glimlach op hun uitgemergelde ge zichten de eeuwigheid ingaan dat is de afgrijselijkste en tegelijk de prachtigste ervaring, die men zich kan indenken. Dan komt die onvergetelijke dag tegen het einde van Februari. Wij. de zes die nog in leven zijn. wor den opgeroepen voor medische in spectie. Tot onze onbeschrijfelijke vreugde ontdekken we, dat dit ver trek uit het kamp betekent. We worden weer ontluisd en af zonderlijk gelegerd in afwachting van transport. Er gaat een week voorbij, zonder dat er een wagen opdaagt, een week lang slapen we in de ontluizingshut. op de roosters onder de druppelende douche's. Een week lang worden we in con ditie gehouden en dagelijks drie uur onafgebroken langs het exer citieveld afgestapt als paarden. De man, die hierop toezicht houdt, werpt een probleem op. dat ik nooit heb kunnen oplossen. Zijn bijnaam is Halleluja en die is hem gegeven door zijn speciale gewoonte om steeds Halleluja! tc schreeuwen als hij iemand slaat. Hij is de koelbloe- digste bruut, die ik ooit gezien heb. Zonder zich op te winden zoals de anderen laat hij kalm, maar bijna wetenschappelijk-zuiver zijn knup pel op een man neerkomen, tot alle leven uit het lichaam geweken is. Dan blijft hij een paar minuten staan en kijkt rustig, met de hand aan de kin, als een professor, die diep na denkt, zijn slachtoffer op dc grond aan. komt weer in beweging en deelt de volgende afschuwelijkste slag uit. steeds op de pijnlijkste plaatsen. Halleluja! zegt hij dan Toen we eens op een Zondag naar het werk gingen, kwamen we de man tegen. Hij liep met zijn vrouw en kinderen te wandelen. Hij speel de met de kleinen, zoals ieder huis vader zou doen, klapte in zijn han den, hurkte met uitgespreide armen voor de kleinste neer en riep: „Komm bei Vati!" Een prachtig ta- Ons feuilleton freeltje van een gelukkig familie leven. Niemand zou kunnen gelo ven. dat deze kerel de vorige dag nog een jonge man op de meest weerzinwekkende manier had dooGj geslagen. Te^ langen leste verschijnt de vrachtwagen, net op tijd om het le ven van de oude Stokman te redden, die niet meer kan lopen en dat van Wim, die er niet veel beter aan toe is. De terugreis naar Hannover, tach tig kilometer, duurt iets minder dan twaalf uur, maar dit laat ons onverschillig. We verwijderen ons van het kamp. zij het slechts meter voor meter. We zijn gered uit de klauwen van de dood. De oude Stokman huilt als een kind en de meesten van ons zijn geneigd zijn voorbeeld te volgen. Het is te mooi om waar te zijn! 's Avonds komen we in de cen trale gevangenis in Hannover aan, waar we gezamenlijk ingesloten worden. Er is geen licht en het duurt uren voor we een plaats op de houten kribben vinden, die langs de muren staan. We schatten, dat wre met ons dertigen zijn. Het is weer een zeer gemengd gezelschap. Maar wat hindert het. Het is geen Lahde! (Wordt vervolgd) In verband met de 70ste verjaardag van Herman Teirllnk heeft het théatre Nationale de Bclgique in studie geno men een bewerking ln het Frans van Elckerlyc" door dc Jubilaris. De regie 1s opgedragen aan Johan de Meester. Dc eerste voorstelling zal plaats vinden Zaterdag 23 April. Antwerpse Zesdaagse Na do fprlnts van Maandagavond negen uur luidde dc stand in dc Ant werpse zesdaagse: 1. Bruneel Dekuysscher 04 pnt; 2. NaeyeDepauw. 57 pnt; 3. Jans- sens—Fruythof 51 pnt; 4 Thysscn— Ockers, 40 pnt: 5 Strom—Arnold. 23 pnt, 6. AdrlacnsscnsBrOyland. 18 pnt; 7 SchultcBoeyen. 16 pnt. Alle overige koppels hadden ccn o£ meer ronden achterstand. Radio-programma Hedenavond HILVERSUM I; 19— nws: 19.15 con trabas uls concerterend Instrument; 19 30 dit ls leven; 19.45 «g. uitz 20 nws; 20.05 dc gewone man; 20.12 vas- tenavondparade; 22.37 actualiteiten; 22.45 Avondgebed; 23.nws; 23.15 24.— dansmuziek. HILVERSUM II: 19— rodlostrip; 19 10 Zigeunerorkest; 19.15 vlotter Frans leren spreken; 19.30 Hcnrictte Bosmans; 20.— nws: 20.05 ln het radio-zockllcht: 20.15 bonte Dlnsdagavondtrein 21.30 allerlei; 21.35 brieven over hersengym nastiek: 21.45 buitenlands overzicht: 22— Plcrrc Palla; 22.30 Challly kwin tet; 23.— nws; 23 15 reportage carnaval- viering; 23.25 24.— Lond. philh. ork. Morgen HILVERSUM I: 7— nws; 7.15 och tendgymnastiek; 7.30 gr. pl.; 7.45 ccn woord voor de dag; 8.nws; 8.15 te deum laudamus; 8 30 gr. pl.; 9.— be zoek b(j zieken; 9.30 symph. concert; 10.30 morgendienst; 11.viool cn cla- vcclmbcl; 11.15 hoorspel; 11.50 plano- spel; 12.— Sans Souci; 12.30 land- cn tuinbouw; 12.33 Alex Schellevls met vrouwenkoor. 13 nws; 13.15 pop. or gelbespeling; 13.45 ensemble ,.voor oude muziek"; 14.15 Oklahoma; 14.40 even onder ons; 15.jeugdconccrt; 16.postzegelverzamelaars; 16.15 voor onze jongens en meisjes; 17.30 gr. pl; 18onze Ncd. koren en korpsen; 18.30 reg. uitzending. HILVERSUM II 7.— nws; 7 15 gr. pl.; 8— nws; 8.18 gram. muziek; 8.50 voor dc vrouw; 9 philharmonlca orkest; 10.morgenwijding; 10.20 on ze keuken. 10.30 als de stofzuiger zwijgt; 11.pop. non stop prog.; 12 Jan Vogel en accordeonorkest; 12 30 land- cn tuinbouw; 12 33 voor het plat teland; 12.38 Killma Hawaiians: 13. nws; 13.15 kalender; 13.20 Ramblers: 13.50 George Formby; 14.gesproken portretten; 14.15 jeugdconccrt; 15. voor de kleuters; 15.15 mensen dieren en dingen in dc muziek; 15.30 regen boog; 16— Roodborstjes: 16.15 het stond in dc krant. 16.45 vragen staat vrij; 17.15 Amerika zing; 17 45 reg. uit zending; 18.— nws; 18.15 varia; 18.20 Jan Corduwener. 18 45 Geraldo en ork. 23. Enkele uren later ontwaakt Rob uit zijn verdoving. Verbaasd kijkt hij om zich heen. Waar bevindt hij zich nu? En waarom heeft hij zo'n stekende hoofd pijn? Hoe hij zijn her sens ook pijnigt, hij kan zich maar niet her inneren, wat er toch met hem is gebeurd. Vaag weet hij nog, dat hü vorige avond naar het krachtstation is ge gaan. maar zijn geheu gen laat hem verder in de steek. Met Skip, die dolblij is, dat de baas zich weer beweegt, slen tert hij weg. Nog diep in gedachten. Och, hij waar al zijn vrienden samen zijn. Hij wordt heeft waarschijnlijk een wandeling ge- met gejuich ontvangen, maakt en is niet lekker gewordenEn was er niet een feestje? Misschien is 't nog niet „Waar heb je toch gezeten, Rob" vraagt eens afgelopen. Rob gaat het gebouw binnen, Winter, die hem snel een glas port inschenkt. „Ik weet het nietik weet het niet mompelt Rob. „Drink maar eens", zegt Win ter „dan zal je wel opkikkeren; je ziet er zo verstrooid uit."

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 3