Een dag op excursie in
PEGUS-bedrijf
het
Kastelein De Graaf gaf
dertig liter bloed -
Centrale verstookt elke dag
600 ton kolen
Hoe de bewaker „Halleluja"
aan zijn bijnaam kwam
Menslievendheid is niet te belonen"
Geheim agent in
oorlogstijd
DE A VONTUREN VAN KAPITEIN ROB
Dinsdag 1 Maart 1949
3
Stofzuigers zuigen, fabrieken draaien,
treinen rijden, dank zij hen!
(Van een eigen verslaggever)
VOOR de wal ligt de ..Anne Maria". Haar diepe ruimen zitten
tjokvol magere Limburgse fijnkolen. Het is geen eerste kwa
liteit brandstof, maar dat hindert niet. want dit zwarte goedje is
niet voor huiskamerhaarden of potkachels bestemd. Daar zou het
trouwens niet in willen branden. Hier voor de wal aan de Indu
striehaven te Utrecht blijft de brandstof niet lang meer in het
schip. Want er liggen langszij van de ..Anne Maria" en om de
hoek in het Merwedekanaal nog andere schuiten met kolen te
wachten, die ook hun lading kwijt willen. Een grote ijzeren grijper
hapt zich diep in de lading van de ,,Anne Maria", komt met twee
en een halve kubieke meter kolen weer boven en wordt aan een
lier naar boven gehesen. Vlak onder het kraanhuis blijft de ge
vulde grijper tien seconden schommelen.
Verbruik is enorm
gestegen
Rantsoenering nog niet
opgeheven
(Van een eigen verslaggever)
Wij hebben ir. A. J. Mijnlieff.
directeur van de PEGUS nog de
volgende vragen gesteld:
Hoe is het.met de rantsoenering
van electriciteit?
„Die ts nog steeds niet opgehe
ven, al denken .sommige mensen
dat. Alleen ctalagelichten mogen,
binnen het toegestane rantsoen,
vrij branden, terwijl reclamever
lichting nog geheel verboden is; de
speciale beperkingen in de spits
uren zijn voor het ogenblik niet
meer van kracht, maar de alge
mene rantsoenering bestaat nog.
De stroom is nog niet „van de
bon"."
Hoe is liet met het parallelbedrijf
aan de Nic. Beetsstraat en hoe staat
het met de uitbreiding van de grote
centrale?
„De Nic. Beetsstraat levert elec
triciteit, waarvan de productie sa
menvalt met de warm waterleve
ring voor de stadsverwarming. De
installatie van deze centrale zal
uitgebreid worden met een hoge-
druk ketel en een aftap-tegendruk
turbine. Ook de centrale Merwede
kanaal wordt uitgebreid. Hier ko
men voorlopig twee nieuwe ketels
bij, later nog aangevuld door een
derde, die aangesloten worden op
de drie grootste, reeds bestaande
schoorstenen. Onze tweede kolen-
kraanbaan is bijna gereed. Verder
bouwen we een 150.000 Volt-station
en 150.000 Volt koppel-leidingen,
voor het te stichten landelijke, bo
vengrondse koppelnet. Het district
Utrecht wordt dan direct gekop
peld aan Amsterdam en Nijmegen.
Valt om de een of andere reden een
centrale uit, dan kan men in de
toekomst altijd stroom uit andere
delen van het land betrekken".
Is het electriciteitsverbruik na
de oorlog toegenomen?
„Enorm. Trouwens overal in
Europa. In 1922 leverde de PEGUS
32 millioen kilowatt-uur; in 1939
was het 192 millioen en verleden
jaar 321 millioen kilowatt-uur."
Kabelkraan, juweeltje
van techniek
Op honderd meter afstand
van deze hijs-installatie is
een tweede ijzeren bouwsel
geplaatst. Zij zijn met elkaar
verbonden door een aantal
polsdikke, stalen kabels. Langs
een van die kabels glijdt de
grijper met kolen horizontaal,
eerst heel langzaam, dan steeds
sneller en luid gierend naar
het „kolenpark", een groot
stuk open terrein. Daarboven
opent zich (electrisch) de grij
per.
De kolen kletteren in één grote
golf op de hoop en de plotseling
lichter geworden grijper veert aan
de kabel meters omhoog. Als de
kabel is uitgedeind, wordt de grij
per aan een lier weer terug ge
trokken naar het schip, dat in
middels door een tweede grijper,
aan een tweede kabel, al weer
twee ton lichter is gemaakt. Het
is een spelletje om uren naar te
kijken: grijpen, stijgen, glijden,
storten; terug glijden en weer grij
pen. Bij elke greep komt het schip
een centimeter minder diep in het
water te liggen. Die kabelkraan is
een juweeltje van techniek. Er
zijn maar twee man nodig (boven
in het kraanhuis) om deze elec-
trische installatie te bedienen. De
schipper en zijn knechts hoeven
alleen de luiken van de ruimen
maar open te maken. Dan kunnen
ze de wal op gaan. Een paar uur
later is hun schip leeg.
Of zo'n kolen losmachine niet
verschrikkelijk veel stroom ver
bruikt? Dat doet hij inderdaad nog
al. Maar de eigenaars hier kijken
niet op enige duizenden kilowatt
uren.
Stroom genoeg!
Zij hebben immers Volts en
Ampères genoeg! Deze kolen zijn
bestemd voor verreweg de be
langrijkste fabriek in de stad en
ook in de provincie. Ze zijn voor
Keulsekade 181, het Provinciaal
en Gemeentelijk Utrechts Stroom-
leveringsbedrijf, kortweg PEGUS
genoemd. Sommige Utrechters we
ten niet eens, dat die fabriek daar
staat, hoewel de drie grootste en
altijd maar rokende schoorstenen
torenhoog boven het machtige ge
bouwencomplex uitsteken en ki
lometertjes ver te zien zijn. Drie en
zestig meter hoog zijn die pilaren
en als we ze languit op de grond
zouden leggen, zouden we er ge
makkelijk met een auto doorheen
kunnen rijden want ze hebben een
middellijn van drie en een halve
meter.
Nu zijn er nog acht kleinere
schoorstenen. De centrale heeft
cok drie plus acht. is elf ketels,
die ondergebracht 'zijn in twee
ketelhuizen. (De ketels zijn zo'n
25 meter hoog!) Voor het verhit
ten van de elf ketels wordt dage
lijks schrikt u niet! onge
veer zeshonderd ton kolen ver
stookt. Daarvan houdt men elke
dag negentigduizend kilo as over.
Maar ook ruim één m i 1 i o e n
kilowatturen aan electrische ar
beid. Die arbeid verkoopt de N.V.
PEGUS, zonder winst, aan haar
aandeelhouders, de P.U.E.M. en de
GEBRU en ook aan de Nederland
se Spoorwegen. De gehele provin
cie ook Amersfoort betrekt
haar electriciteit van de Utrechtse
centrale.
U en wij en vele
duizenden men
sen met ons we
ten 's-morgens in
onze donkere
slaapkamer met
één greep de
lichtschakelaar te vinden. Wij
draaien dat knopje gedachteloos
om, vinden het vanzelfsprekend,
dat we licht hebben. Er wordt
theewater opgezet in een electri
sche ketel en wij gaan ons staan
scheren met een electrisch appa
raat. terwijl we door de radio het
laatste nieuws vernemen. En
als de kostwinnaar de deur uit is,
gaat de huisvrouw aan de slag
met de stofzuiger. Lang daarvóór
al zijn de treinen gaan rijden en
de trams en de een na de ander
begonnen in de fabrieken zware
electrische machines en motoren
Kolen en
Kiloivatts
IN DE MACHINE-ZAAL met de
zes ontzagwekkende turbogenera
toren, kan men als het ware van
de grond eten Merkwaardig voor de
buitenstaander is, dat in deze enor
me zaal slechts een of twee man
rond lopen om toezicht te houden.
te draaien Het telefotm- en tele-
graafverkeer kwam in actie. Bin
nen enkele uren zo tassen zes
en acht wordt de PEGUS als
het ware bestormd door al zijn
afnemers tegelijk. Iedereen heeft
stroom nodig, zowel in stad als
provincie.
Enorme stijging
DE belasting van de centrale
stijgt dan met zulk een
enorme vaart, dat het ogen
blikkelijk vermogen van
30,000 tot 70.000 kilowatt moet
worden opgevoerd. Men kan
deze ochtenduren dus met
recht spitsuren noemen. Nè
negen uur neemt de belasting
langzaam af, om 's avonds,
tussen vijf en zeven weer met
grote sprongen toe te nemen.
En geen van de electriciteits»-
verbruikers wordt in zijn ver
wachtingen teleurgesteld.
Want zonder onderbreking bran
den de vuren in de ketels en
steeds maar door wentelen de
door stoom gedreven schoepen-
wielen in de reusachtige turbines
er. rusteloos draaien de daarop ge
koppelde generatoren. Geweldige
mechanische kracht wordt in even
geweldig electrisch vermogen om
gezet. Het is een thermodynamisch
proces zonder einde. Ook 's avonds
en een deel van de nacht en soms
zelfs Zondags blijven buiten de
grijpers kolen happen uit de
schuiten. Stad en provincie vrtgen
kilowatturen. En om kilowatturen
te maken zijn kolen nodig, steeds
maar kolen.
Vier en twintig uur per dag le
vert de PEGUS electrische ener
gie, die geput wordt uit de enorme
zwarte bergen in het „kolenpark".
Onder dit kolenpark lopen tun
nels v/aarin een metalen band
zonder einde de kolen automatisch
in kleine hoeveelheden krijgt toe
gevoerd. Deze transporteur stort
de kolen bij zeventig kilo tegelijk
in ijzeren bakken die (net als bij
een baggermolen) in een transport
band hangen. Eventuele staven
ijzer of spoorbuffers die wel eens
in een kolenhoop verzeild raken,
zijn er dan al door een sterke
magneet uit weggetrokken. In de
Jacobsladder worden de bakken
met kolen (er zijn er 170!) dertig
meter omhoog gevoerd naar de
bunkers, die zich op de tweede
verdieping van de centrale bevin
den. Van daaruit worden ze, al
weer automatisch, met zorg over
de vuren op de eerste étage ge
strooid. Hier is de z.g. stookvloer.
Geen gewoon kacheltje
Wij zeiden al, dat u de PEGUS-
kolen in uw. kacheltje thuis niet
zou kunnen stoken. Ze zouden
door Uw rooster heen vallen. En
als u in uw haard een rooster
had, zoals die bij de PEGUS ge
bruikt wordt, dan zou uw kachel
weer niet trekken. In de centrale
zijn de roosters heel fijn. Zij zijn
opgebouwd uit duizenden rooster-
banen, bevestigd aan kettingen
zonder einde. Het rooster is dus
ook al een soort lopende band.
De brandstoflaag, die er op ligt,
is niet veel dikker dan vijftien
centimeter. Maar het vuur, dat
kunstmatig geweldig wordt aange
jaagd met hete lucht, geeft een
hitte van ongeveer 1500 graden
Celsius. Elke ketel kan per uur
zestig ton stoom produceren,
die bij een druk van 35 atmosfeer
na oververhitting een temperatuur
kan bereiken van 4 5 0 graden.
Deze stoom van elf ketels tege
lijk wordt door straalpijpen met
fantastische kracht tegen de schoe
pen van zes turbines geblazen. De
assen der turbines maken 3 0 0 0
omwentelingen per minuut en in
de daarop gekoppelde generatoren
wordt een spanning van 6 0 0 0
Volt opgewekt, welke via trans
formatoren van 10 tot 5 0.0 0 0
Volt kan worden opgevoerd. En
als ze d i e spanning eenmaal in
hun schakelhuizen hebben, is het
voor de electritechnici van de een-
trale een koud kunstje om voor u,
via kabels en transformatorhuis
jes, te zorgen, dat uw schemer
lamp brandt, dat de stofzuiger
zuigt, de radio speelt, de telefoon
te gebruiken is en dat de trein,
waar u mee naar Amsterdam of
Arnhem wilt reizen, niet onder de
kap van het station blijft staan.
Dit alles hebben u en ik en wij
allemaal in het district Utrecht, te
danken aan de honderdtachtig
mannen van ir. A. J. Mijnlieff,
(de directeur van de N.V. PEGUS)
die er dag en nacht voor waken,
dat wij kunnen beschikken over
electrische stroom. Wat het gemis
van dit zo belangrijke element in
onze samenleving betekent, heb
ben we in de oorlogsjaren maar
al te goed leren begrijpen.
DE KABELKRAAN in werking.
Twee ijzeren grijpers happen per
keer 2/2 M3 kolen uit het schip
voor de wal en storten ze uit boven
het kolenpark. Uit deze zwarte ber
gen wordt de electrische energie
geput om uw schemerlamp te laten
.branden, de radio te laten spelen
en de stofzuiger te doen zuigen.
Luc van Dam in topvorm
slaat Krawszyk
In het sportpaleis te Parijs behaalde
de Nederlandse mlddengewicht-kam-
ploen Luc van Dam een puntcnovcr-
winnlng op de Fransman Krawczyk.
Het gevecht ging over tien ronden.
Van Dam heelt in zijn gevecht tegen
Krawczyk een uitstekende indruk ge
maakt op de ruim 10.000 toeschouwers,
zo goed zelfs, dat experts na afloop
verklaarden in lange tijd niet zulk
prima boksen in Parijs to hebben
aanschouwd.
De organisator Benalm. zei ln een
gesprek met de pers. dat hij zeer on
der de indruk von Van Dam's boksen
was cn dat hU hoopte binnenkort een
match om dc wereldtitel tussen de
Nederlander en dc huidige kampioen
Marcel Ccrdan te kunnen organiseren.
Van dc eersto gong-slag af was het
gevecht fel cn vcrbcjen. maar van
Dam toonde zich onmlddeUijk dc ster
kere. Hij gat de Fransman geen enkele
kans om door zijn dekking heen to
komen.
Van Dam bleef heerser van de ring
tot aan het clndo van het gevecht,
zonder ook maar een ronde aan zUn
tegenstander te laten.
De tweede hoofdpartij welke in het
sportpaleis te Parijs werd gebokst,
ging in het bantamgcwlcht tussen de
Fransen Louis Sckcna cn Luis Fernan
dez. Sckcnn won het gevecht, dat
over 10 ronden ging, op punten.
CENTRALE MERWEDEKANAAL
met bijbehorende tragisformator-
huizen en kantoorgebouwen. Als de
klapbrug omhoog is, kunnen de ko
lenschepen de Industriehaven bin
nen varen. Geheel rechts de kabel
kraan voor het kolentransport.
Kerknieuws
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Peize J J. Siezen. leger-
pred. te 's-Gravenhage. die dit beroep
ook aannam; te 's-Hecr Arendskerke
J. A. Talma te Zaamslagte Rijssen
(vac W L Mulder) J. W dc Bruyn
te Sprang; te Zullichem-Nleuwaal D.
v. d. Ent Broat te Elburgte Ca-
pcllc (N-Br.) J. T Doornenbal te Ocne
te Hedel J. v. Wier te Kcsteren.
Aangenomen naar Leeuwarden (vac.
dr M. H Bolkesteln) J. de Bruyn te
Gcmcrt. die bedankte voor Holten
naar Anjum (tocz.) P. v. d. Stany te
Enter.
Bedankt voor Stavcnissc A Br6urs te
Giesscn-Nieuwkerk; voor Ouderkerk
v d. IJsscl J. v. d. Heuvel te Schoon
hoven voor Houten (toez J Bus to
Staphorst.
Gercf. Kerken
Beroepen te Amsterdam (vac. 10 pred.
pl R C. Harder, stud.-pred. te Wage-
ningen- te Bergambacht J Flrct Sr.,
cand tc Dordrecht te Wilnis C. Ch.
Griffioen, cand. tc Utrecht.
Aangenomen naar Groningen (vac. 7e
wijk) J G. Marseille tc Uithuizen
naar Huizen (N.-H.) dr. S D Attema
te Oosterbeck: naar Groningen (vac
P v. Strien) dr. L. Praamsma te Stads
kanaal; naar Sleeuwijk W. v. d.
Meulen te Woubrugge
Bedankt voor Hilversum (5e pred pl.)
J. G Adema te Rotterdam-Dclfshavcn
voor Nljverdal (vac. W, B. den
Brave) T B. v Houten te Brltsum -
voor Hantum C. v d. Boom te Berkum.
Gercf. kerken onderh. art. 31 K.O.
Eeroepen te Twljzel J. v Dijk. cand
te Groningente Kantens, Loenen
a.d. Vecht. Emmen en te Wctsinge-
Sauwerd D Deddens. cand. te Kampen
te Apeldoorn B. Jongeling te Sappe-
mecr.
Doopsgezinde Broederschap
Aangenomen naar Krommenic-Wor-
mer-Jisp J. H. Hylkema. prop. te Bloe-
mendnol,
Herst. Evang. Luth. Kerk
Beroepen tc tïoorn-Medemblik (vac
A Vermeulen) J M. Lindeijer te
"s-Gravcnhagc.
Chr. Geref. Kerken
Tweetal te Utrecht-N.. N. de Jong te
Middclharnls en K. G. v. Smeden te
Groningen.
Ood-Gcref. Gemeenten
Beroepen te Edcrvecn M. A. Mieras
te Krimpen a.d. IJssel
„Een gulle geest in een groot lichaam"
(Van een onzer verslaggevers)
KASTELEIN Th. A. de Graaf heeft het op een borrel niet erg be
grepen, maar een glas schuimend bier mag hij zichzelf graag schen
ken. Zijn machtig lichaam, dat hij achter de tapkast in z'n café aan de Be-
muurde Wcerd O.Z. te Utrecht nauwelijks kan roeren, verdraagt er wel
meer dan één. „Bier is goed voor het bloed", zegt do heer Dc Graaf,
„vooral stoutbier".
Vijftig mensen zijn Deze foto werd genomen op 18 Sep-
tember 1946, toen majoor Boelaard
al geholpen (l.) aan de heer Th. A. de Graaf
MEN moge twijfelen aan de rde Landstcinerplaquette over-
juistheid van deze bewering handigde.
in haar algemeenheid, de vele gla
zen bruin vocht, die door het rui
me keelgat van de kolossale kas
telein naar binnen klokten, hebben
zijn bloed in ieder geval geen
kwaad gadaan. Het is door en door
gezond. Ja, zo fris stroomt het
door de aderen van dit om en nabij
de driehonderd pond wegende
lichaam, dat vele anderen ervan
mee profiteren.
Want niet alleen in het zelf tappen
kan de heer De Graaf nog menig
een een lesje geven, ook op het ge
bied van het laten tappen heeft hij
enige ondervinding. Deze maand
liet hij zich uit de gespierde arm,
die wij hebben mogen bewonde
ren, voor de vijftigste maal een
hoeveelheid bloed tappen, waarmee
een ander mensenleven kon wor
den gered. En het was dit jubi
leum, dat ons naar het smalle café
aan de bedrijvige singel lokte.
A LS we naar het hulsnummer 44
*- zoeken, wijzen grote witte let
ters op een helder blinkende ruit
ons al de weg. „De Donor" blijkt
het café te heten en dat is in dit
geval een veelzeggende naam, mits
men hem uitspreekt met de klem
toon op het eerste woord. Want de
twee meter lange waard, die wij
even later ontmoeten en wiens
omvang wij niet durven raden, is
d e donor, d e bloedgever van
Utrecht niet alleen doch van ons
gehele land en zelfs van gans
West-Europa. Geen ander gaf
zoveel bloed als hij.
Sedert November 1941, toen zijn
belangstelling ervoor door kran
tenberichten werd gewekt, stond
de heer De Graaf ruim dertig liter
bloed af. Zes maal de hoeveelheid,
die het menselijk lichaam door
gaans Jievat, werd aan dit oer
sterke en kerngezonde lichaam
onttrokken om kracht bij te zetten
aan andermans hartslag.
!)J i
Dankbare patiënten
ANGUINE SANGUINEM
SANANS" staat er te lezen
op de middelste van de drie ge
brandschilderde ruiten, die de ge
lagkamer afsluiten van het woon
huis. „Aan hem die met zijn bloed
ander bloed gezond maakt". Dank
bare patiënten hebben onder dit
motto van de Bloedtransfusiedienst
van het Nederlandse Rode Kruis
kijkt een tikje bezorgd naar zijn
voeten, die het er de laatste tijd
een beetje bij laten zitten."
't Grijze boek
Enfin, dan neust hij geleund
in de kussens nog maar eens
wat in het grijze boek waarin hU
van elke bloedafgifte aantekening
houdt. Wy hebben er langdurig in
gebladerd. Cijfers, namen, data en
anders niet. En toch, in al zijn
nuchterheid, een boeiend geschrift.
Het epos van een vrij onbekend
man, van een goed mens die te
recht als eerste in Nederland
de Landsteinerplaquette voor zijn
prestaties als donor ontving. Een
goed deel daarvan schrijft hij zelf
op rekening van het Bavaria-bier,
dat zijn bloed blijkbaar tot steeds
steviger klop commandeert. „Néém
een glas," nodigt hij ons uit, met
de hand tot schenken bereid naar
de tapkraan wijzend.
Zagen we zo bleek, kastelein?
de heer De Graaf voor zijn
hulpvaardigheid dank willen bren
gen.
„Eigenlijk mag een donor maar
eens per half jaar bloed geven,"
zegt de heer De Graaf. „Bij mij
kon er soms iedere maand wel
wat af. In slechts drie gevallen
baatte ook mijn bloed niet meer.
De andere keren leefden dc
bloed-ontvangers echter weer op.
Zo heb ik bijvoorbeeld ook bloed
gegeven aan de luitenant die er ïq
December door de explosie in een
Harderwijkse kazerne, aanvanke
lijk zo erg aan toe was. O, als de
mensen eens allemaal beseften aan
wat voor een mooi doel ze kunnen
meewerken, zonder dat het hun een
cent hoeft te kosten, in nog veel
groter getale zouden ze zich mel
den aan de Maliebaan 15, ook
voor de bloedplasma-actie".
Er brandt in deze goedmoedige
reus een heilig vuur voor de zaak
van het reddende bloed. Het is te
zien in de klare ogen onder de
hoge grijze kuif, en het jaagt 't
bloed naar zijn toch al blozende
wangen, zodra hij erover spreekt.
Dag en nacht is hij beschikbaar.
Een telefoontje van het Rode Kruis
en hij komt; van achter de tapkast,
uit z'n luie stoel of uit het bed,
waarin hij momenteel ook overdag
nogal eens ligt. „Niet dóérvoor,"
lacht hij, zich op de stevige body
kloppend, „maar dóarvoor!" En hij
70
HET is vreselijk mensen te zien op
hangen ten getale van tien per
dag. Het is verschrikkelijk, mensen
langzaam, bijna angstvallig nauw
keurig te z/ien doodknuppelen. Maar
je beste vrienden zo te zien sterven,
te zien hoe hun uitgeputte lichamen
getrapt cn geslagen worden, te zien
hoe zij op hun doodsbed slecht be
handeld worden en tóch met een
glimlach op hun uitgemergelde ge
zichten de eeuwigheid ingaan
dat is de afgrijselijkste en tegelijk
de prachtigste ervaring, die men zich
kan indenken.
Dan komt die onvergetelijke dag
tegen het einde van Februari. Wij.
de zes die nog in leven zijn. wor
den opgeroepen voor medische in
spectie. Tot onze onbeschrijfelijke
vreugde ontdekken we, dat dit ver
trek uit het kamp betekent.
We worden weer ontluisd en af
zonderlijk gelegerd in afwachting
van transport. Er gaat een week
voorbij, zonder dat er een wagen
opdaagt, een week lang slapen we
in de ontluizingshut. op de roosters
onder de druppelende douche's.
Een week lang worden we in con
ditie gehouden en dagelijks drie
uur onafgebroken langs het exer
citieveld afgestapt als paarden. De
man, die hierop toezicht houdt,
werpt een probleem op. dat ik nooit
heb kunnen oplossen. Zijn bijnaam
is Halleluja en die is hem gegeven
door zijn speciale gewoonte om
steeds Halleluja! tc schreeuwen als
hij iemand slaat. Hij is de koelbloe-
digste bruut, die ik ooit gezien heb.
Zonder zich op te winden zoals de
anderen laat hij kalm, maar bijna
wetenschappelijk-zuiver zijn knup
pel op een man neerkomen, tot alle
leven uit het lichaam geweken is.
Dan blijft hij een paar minuten staan
en kijkt rustig, met de hand aan de
kin, als een professor, die diep na
denkt, zijn slachtoffer op dc grond
aan. komt weer in beweging en
deelt de volgende afschuwelijkste
slag uit. steeds op de pijnlijkste
plaatsen. Halleluja! zegt hij dan
Toen we eens op een Zondag naar
het werk gingen, kwamen we de
man tegen. Hij liep met zijn vrouw
en kinderen te wandelen. Hij speel
de met de kleinen, zoals ieder huis
vader zou doen, klapte in zijn han
den, hurkte met uitgespreide armen
voor de kleinste neer en riep:
„Komm bei Vati!" Een prachtig ta-
Ons feuilleton
freeltje van een gelukkig familie
leven. Niemand zou kunnen gelo
ven. dat deze kerel de vorige dag
nog een jonge man op de meest
weerzinwekkende manier had dooGj
geslagen.
Te^ langen leste verschijnt de
vrachtwagen, net op tijd om het le
ven van de oude Stokman te redden,
die niet meer kan lopen en dat van
Wim, die er niet veel beter aan toe
is. De terugreis naar Hannover, tach
tig kilometer, duurt iets minder
dan twaalf uur, maar dit laat ons
onverschillig. We verwijderen ons
van het kamp. zij het slechts meter
voor meter. We zijn gered uit de
klauwen van de dood. De oude
Stokman huilt als een kind en de
meesten van ons zijn geneigd zijn
voorbeeld te volgen. Het is te mooi
om waar te zijn!
's Avonds komen we in de cen
trale gevangenis in Hannover aan,
waar we gezamenlijk ingesloten
worden. Er is geen licht en het
duurt uren voor we een plaats op de
houten kribben vinden, die langs de
muren staan. We schatten, dat wre
met ons dertigen zijn. Het is weer
een zeer gemengd gezelschap. Maar
wat hindert het. Het is geen Lahde!
(Wordt vervolgd)
In verband met de 70ste verjaardag
van Herman Teirllnk heeft het théatre
Nationale de Bclgique in studie geno
men een bewerking ln het Frans van
Elckerlyc" door dc Jubilaris. De regie
1s opgedragen aan Johan de Meester.
Dc eerste voorstelling zal plaats vinden
Zaterdag 23 April.
Antwerpse Zesdaagse
Na do fprlnts van Maandagavond
negen uur luidde dc stand in dc Ant
werpse zesdaagse:
1. Bruneel Dekuysscher 04 pnt;
2. NaeyeDepauw. 57 pnt; 3. Jans-
sens—Fruythof 51 pnt; 4 Thysscn—
Ockers, 40 pnt: 5 Strom—Arnold. 23
pnt, 6. AdrlacnsscnsBrOyland. 18
pnt; 7 SchultcBoeyen. 16 pnt. Alle
overige koppels hadden ccn o£ meer
ronden achterstand.
Radio-programma
Hedenavond
HILVERSUM I; 19— nws: 19.15 con
trabas uls concerterend Instrument;
19 30 dit ls leven; 19.45 «g. uitz 20
nws; 20.05 dc gewone man; 20.12 vas-
tenavondparade; 22.37 actualiteiten;
22.45 Avondgebed; 23.nws; 23.15
24.— dansmuziek.
HILVERSUM II: 19— rodlostrip;
19 10 Zigeunerorkest; 19.15 vlotter Frans
leren spreken; 19.30 Hcnrictte Bosmans;
20.— nws: 20.05 ln het radio-zockllcht:
20.15 bonte Dlnsdagavondtrein 21.30
allerlei; 21.35 brieven over hersengym
nastiek: 21.45 buitenlands overzicht:
22— Plcrrc Palla; 22.30 Challly kwin
tet; 23.— nws; 23 15 reportage carnaval-
viering; 23.25 24.— Lond. philh. ork.
Morgen
HILVERSUM I: 7— nws; 7.15 och
tendgymnastiek; 7.30 gr. pl.; 7.45 ccn
woord voor de dag; 8.nws; 8.15 te
deum laudamus; 8 30 gr. pl.; 9.— be
zoek b(j zieken; 9.30 symph. concert;
10.30 morgendienst; 11.viool cn cla-
vcclmbcl; 11.15 hoorspel; 11.50 plano-
spel; 12.— Sans Souci; 12.30 land- cn
tuinbouw; 12.33 Alex Schellevls met
vrouwenkoor. 13 nws; 13.15 pop. or
gelbespeling; 13.45 ensemble ,.voor
oude muziek"; 14.15 Oklahoma; 14.40
even onder ons; 15.jeugdconccrt;
16.postzegelverzamelaars; 16.15 voor
onze jongens en meisjes; 17.30 gr. pl;
18onze Ncd. koren en korpsen; 18.30
reg. uitzending.
HILVERSUM II 7.— nws; 7 15 gr.
pl.; 8— nws; 8.18 gram. muziek; 8.50
voor dc vrouw; 9 philharmonlca
orkest; 10.morgenwijding; 10.20 on
ze keuken. 10.30 als de stofzuiger
zwijgt; 11.pop. non stop prog.; 12
Jan Vogel en accordeonorkest; 12 30
land- cn tuinbouw; 12 33 voor het plat
teland; 12.38 Killma Hawaiians: 13.
nws; 13.15 kalender; 13.20 Ramblers:
13.50 George Formby; 14.gesproken
portretten; 14.15 jeugdconccrt; 15.
voor de kleuters; 15.15 mensen dieren
en dingen in dc muziek; 15.30 regen
boog; 16— Roodborstjes: 16.15 het
stond in dc krant. 16.45 vragen staat
vrij; 17.15 Amerika zing; 17 45 reg. uit
zending; 18.— nws; 18.15 varia; 18.20
Jan Corduwener. 18 45 Geraldo en ork.
23. Enkele uren later
ontwaakt Rob uit zijn
verdoving. Verbaasd
kijkt hij om zich heen.
Waar bevindt hij zich
nu? En waarom heeft
hij zo'n stekende hoofd
pijn? Hoe hij zijn her
sens ook pijnigt, hij
kan zich maar niet her
inneren, wat er toch
met hem is gebeurd.
Vaag weet hij nog, dat
hü vorige avond naar
het krachtstation is ge
gaan. maar zijn geheu
gen laat hem verder in
de steek. Met Skip, die
dolblij is, dat de baas
zich weer beweegt, slen
tert hij weg. Nog diep in gedachten. Och, hij waar al zijn vrienden samen zijn. Hij wordt
heeft waarschijnlijk een wandeling ge- met gejuich ontvangen,
maakt en is niet lekker gewordenEn
was er niet een feestje? Misschien is 't nog niet „Waar heb je toch gezeten, Rob" vraagt
eens afgelopen. Rob gaat het gebouw binnen, Winter, die hem snel een glas port inschenkt.
„Ik weet het nietik weet het niet
mompelt Rob. „Drink maar eens", zegt Win
ter „dan zal je wel opkikkeren; je ziet er zo
verstrooid uit."