Van moeder
reep Josientje
Een lentedroom
MELK kan onze voeding
vollediger maken
Die grote kinderen van ons
UIT
s
en» 9 9
Wat zou de wereld zijn als
er geen lucifers waren
Probeert deze Aardappelsoep eens
RODE KEEL?
Voorzichtigheid
is geboden
Hoe helpen we ze over lauwheid
en negativisme heen?
m
m
SI'
EEN RAAR BEEST
Zo groot als een pink
Zaterdag 26 Maart 1949
5
Aandeel der vrouw in
een veranderende
wereld
99
IN 1798 woonden er in Ne
derland nog geen 900.000
vrouwen, nu zijn dat er bijna
vijf millioen. Het geboortecijfer
voor 1947 bedraagt per 1000 in
woners bijna 22 kinderen, dat is
hoger dan tier. jaar geleden,
toen het er nog geen twintig wa
ren, maar het is veel lager dan
b.v. in 1900, toen het er 32 en
omstreeks 1876, toen het er 36
waren.
De grote vooruitgang van de
medische wetenschap, de verbe
tering van levensomstandigheden
en ontwikkeling in de Nederland
se gezinnen hebben gemaakt, dat
de achteruitging in aantal wordt
goed gemaakt doordat veel meer
kinderen gezond opgroeien en als
volwassenen een hoge leeftijd
bereiken.
Vergeleken bij 150 jaar gele
den zijn er ruim vijf maal zo veel
vrouwen gekomen. Zij krijgen
ongeveer tweederde van het aan
tal kinderen det zij vroeger kre
gen, maar zij hebben het geluk,
dat zij bijna tweemaal zoveel
daarvan de volwassen leeftijd
zien bere:ken. Stierf anderhalve
eeuw geleden bijna de helft van
het aantal kinderen voordat zij
twintig jaar waren en in 1870 nog
meer dan een derde, in onze tijd
is dit slechts zes van de honderd
en het is waarschijnlijk, dat dit
aantal nog zal dalen. Men kan dus
zeggen, dat veel rouw- en ba»ens-
smart de moeders van heden wordt
bespaard, terwijl toch het Neder
landse ras star.d houdt, zelfs nog
altijd vrij snel toeneemt.
VERGELEKEN bij vroeger ^lij
ven de volwassen vrouwen ze
ker twintig jaar langer in de
kracht van haar leven. Stierven zij
toen gemiddeld op haar vijftigste
jaar, nu is het 71 jaar. Voor de
moeders beteken* dit, dat zij na
het groot brengen van haar gezin
nog een lang leven voor zich heb
ben, waarin zij haar arbeid en
haar ervaring de maatschappij ten
goede kunnen doen komen. Bij de
uitvoering van haar gezinstaak
staan nu zelfs de eenvoudigste
huisvrouwen vele technische ge
makken en een goede, bijna koste
loze voorlichting ten dienste, za
ken, die vrijwel elke vrouw in 1798
moest ontberen. Ook de sport is
waarlijk tot de massa gekomen.
Dat de vrouwen zich hierbij niet
onbetuigd laten weet iedereen
sinds vijf gouden medailles op de
Olympische Spelen te Londen door
vrouwen voor Nederland werden
gewonnen.
De wetenschap heeft ontdekt, dat
de moeders als opvoedsters van het
jonge kind een enorme invloed uit
oefenen op de ontplooiingsmoge
lijkheden van de volwassene. Ook
beseffen wij nu. dat circa vier vijf
de van het nationale gezinsinko
men door haar handen gaat, zodat
haar beslissingen, ten goede of ten
kwade, voor de voortbrenging van
Dr. ALETTA JACOBS
een der -prominenten uit de strijd
voor de emancipatie van de vrouw.
de grootste betekenis zijn. Haar
onmiddellijk aandeel in het pro
ductieproces verbetert zeer lang-*
zaam, maar voortdurend. Politiek
zijn evenwel de vrouwen verge
leken bij haar potentiële macht
de non valeur van vroeger.
QCHOLING en beweglngsvrij-
7 heid van de vrouwen zijn in
deze anderhalve eeuw toegenomen
als historisch nog niet is voorgeko
men in zulk een relatief korte tijd.
Wie had in 1798 gedacht dat in
1948 vrouwelijke politie zulk nut
tig werk zou verrichten en dat een
wereldcommissie voor de rechten
van de mens door een vrouw zou
worden gepresideerd, om twee ex
treme voorbeelden te nemen en
misschien dê grootste vooruitgang
vrouwelijke zielkundigen bestu
deren haar psychische structuur en
beschrijven haar eigen vrouwenle
vensweg, nau- verbonden aan die
van de man, maar niet dezelfde,
noch die welke hy voor haar wil
uitstippelen.
Na het grootste conflict dat een
verscheurde wereld ooit heeft on
dergaan, .onder de bedreiging van
een atoomoorlog, staat daar de
vrouw, met haar eigen vrouwelijke
achtergrond en met meer vrijheid
meer invloed, meer kennis en meer
zelfkennis. Daar staat zij in haar
onmiddellijke voorgrond van een
huishouding zonder hulp met ver
sleten outillage, met onvoldoende
gezinskleding en nagenoeg ver
dwenen linnenkast, een onmete
lijke oorlogstaak achter zich en een
heden vol problemen om haar
heen. Zij is het grote reservoir van
krachten, die nog niet zijn ge
bruikt. Waar zij gaat, zijn kinde
ren en bloemen. Zij luistert naar
een stem in de verte."
Een grote vooruitgang vergeleken bij de voedselvoorziening van het
vorige jaar is wel, dat nu de melk vrij en in voldoende hoeveelheid
verkrijgbaar is. Daardoor wordt het niet alleen gemakkelijker om de
maaltijden afwisselend te maken, het kan ook onze voeding op een
hoger peil brengen. Want melk js een bijzonder goed voedingsmiddel,
dat vrijwel alle voedingsstoffen bevat, die wij nodig hebben. Dat blijkt
reeds uit het feit, dat jonge kinderen en dieren een tijdlang uitsluitend
van melk leven.
Melk bevat veel kalk- en andere
zouten, benevens vet en wat heel
belangrijk is de bouwstof eiwit.
In 6 dl melk (-1 karnemelk) is on
geveer evenveel eiwit aanwezig als
in 100 gr. vlees. 100 gr. schoonge
maakte vis, 100 gr. peulvruchten of
V/2 ei. En in vergelijking met deze
voedingsmiddelen is melk een vrij
goedkope eiwitbron. (Karnemelk,
dat weliswaar het vet van de melk
mist, maar evenveel eiwit bevat, is
nog goedkoper).
Vooral nu de meeste eiwitrijke
levensmiddelen nog maar in be
perkte mate verkrijgbaar zijn, kan
melk onze voeding vollediger ma
ken. Dat kan in de vorm van een
bord pap of een portie vla of pud
ding toe, maar ook, door melk te
verwerken in soep, saus of stamp
pot. Dat laatste geeft bovendien nog
het voordeel, dat het gerecht zach
ter van smaak en smeuiger van
substantie wordt. Een beker melk
bij de boterham is niet alleen voor
kinderen, maar ook voor volwasse
nen een prachtige aanvulling (o.a.
omdat het melkeiwit diet eiwit uit
de tarwe waardevoller maakt). U
houdt er toch wel streng de hand
aan, dat melk, die niet gepasteuri
seerd of gesteriliseerd is, nooit on
gekookt gebruikt wordt? Aanbran
den is meestal te voorkomen, door
een t>an met een dikke bodem te
nemen, deze voor het gebruik om
te spoelen en er nooit iets anders
dan melk in te koken
Recepten voor vier personen:
Aardappelsoep met melk.
l'C? liter water (of bouMinnl 1 liter
melk, 3 kg aardappelen, 2 kg uien of
prei, wat boter, margarine of vet. verse
selderij of peterselie, zout. peper, foelie
naar smaak.
De melk met het water of de bouillon
vermengen. De aardappelen schillen,
wassen en in stukjes snijden. De uien
of prei schoonmaken, klein snijden en
in wat boter, margarine of vet met de
foelie gedurende 5 minuten smoren.
De aardappelen, wat zout en een deel
van het water met de melk hieraan toe
voegen. Dit alles tezamen gaar koken.
Dan de aardappelen fijnmaken en ook
de rest van het vocht er bij doen. De
soep nog ongeveer een kwartier door
koken en tot slot afmaken met fijnge
hakte peterselie of selderij en wat pe
per. In pract|sch alle soepen kan men
melk verwerken.
Bloemkoolsaus:
3 dl melk. 35 g (4 eetlepels) bloem,
wat boter of margarine, zout, noot
muskaat.
De melk aan de kook brengen en
dan binden met de aangemengde bloem.
I
Het sausje op smaak maken met een
klontje boter of margarine en wat zout.
De bloemkool ermee bedekken en crj
wat nootmuskaart over raspen. Sausjes*
die men door groente mengt (bijv. door
stoofsla. andijvie. Brusselslof) maakt
men iets dikker (45 g dat is 4','2 eet
lepel), bloem op 3 dl melk.
Advertentie
Een prachtig boek dal
elke vrouw moet
lezen
99
LI/lJ schreven hiernaast voor
rru over de laatste bladzijden
van een boek, dat wij graag in
het bezit wensen van iedere
vrouw. Ons citaat geeft er een
indruk van, maar slechts een
zeer zwakke. Want dit boek,
„Van moeder op dochter, het
aandeel van de vrouw in een
veranderende wereld", uitgege
ven onder auspiciën van het In
ternationaal Archief voor de
Vrouwenbeweging te Amsterdam
door E. J. Brill te Leiden, geeft
een uitgebreid en wetenschappe
lijk verantwoord overzicht van
het leven der Nederlandse vrou
wen in anderhalve eeuwin zes
honderd kloeke pagina's druks,
geschreven door Dra J. Brok
ten Broek, Mr. Dr. P. M. Fran
kenvan Driel. Clara M. Meyers
en E. A. HeringaVan Ruth, on
der redactie van Dr. W. H. Pos
thumusvan der Goot. Voorts
heeft nog een groot aantal andere
vrouwen, merendeels met klin
kende namen, aan het tot Stand
komen van dit boek medege
werkt. Het gehele werk is ge
schreven in een gezellige, onder
houdende stijl, nergens gewichtig,
maar toch steeds goed gedocumen
teerd, en voorzien van een ware
schat van illustraties, waaronder
prachtige gekleurde platen. Wij
zien de vrouw in het gezin, vroe
ger en nu, in de scholen (b.v.:
'„Van bewaarschool tot universi
teit"), in haar strijd voor de eman
cipatie. in de taken, die zij zich
veroverde in de maatschappij,
kortom in vrijwel alle veetkleurige
vormen, die het leven der vrouw
in de laatste anderhalve eeuw
heeft aangenomen en wij leren
daarbij vele vrouwen kennen, die
in de strijd voor de vrijmaking
van de vrouw belangrijk werk
hebben gedaan. Echt een boek om
te bezitten. Geen beter verjaarsge
schenk dan dit voor moeder en
opgroeiende dochter.
ONLANGS gebeurde er een
droef ongeluk: op het ogen
blik, dat de moeder even de kamer
uit was, om iemand aan de voor
deur te woord te staan, wilde haar
dreumes van twee jaar haar ach
terna en trok zelf de deur open,
maar door de tocht van de open
staande voordeur sloeg die van de
kamer met een klap dicht en een
klein vingertje werd afgeklemd.
Men kan de kans op Iets derge
lijks sterk verminderen, door een
reep anti-tochtband (een rolletje
wit rubber, dat per meter wordt
verkócht) langs de deur te beves
tigen. Doe het dan meteen» ook
langs de andere zijde, waar de
scharnieren zijn geplaatst. Bij
sommige ouderwetse deuren is
daar dikwijls nog veel ruimte,
waar een vingertje best tussen kan
geraken en verbrijzeld kan wor
den. Voorkomen is altijd het Öeste
Een ander eenvoudig middel om
het dichtslaan van deuren op de
tocht te verhinderen is: een stukje
dun gordijnkoord met één uiteinde
boven aan de deur te bevestigen
en het andere met een spiraalveer
aan een klein haakje in de deur
post. U moet de lengte zo nemen,
dat de deur uit zich zelf door het
touw 4 cm. vóór het slot wordt ge
stopt. Wanneer de deur inderdaad
gesloten moet worden, trekt men
de spiraalveer iets uit. Op <^ie
manier kan geen kind zich beze
ren.
Nog een goede hint: laat geen
kleine kinderen met glazen schaal
tjes of iets dergelijks lopen. Zij
struikelen zo licht, laten het
schaaltje in scherven vallen
snijden zich dan aan het glas. Het
is. heel goed om kinderen reeds
bijtijds handigheid te leren en ook
om aan hun behoefte om moeder
een handje te helpen, tegemoet te
komen. Maar geef ze uitsluitend
onbreekbare dingen in handen.
Kinderen struikelen ieder ogenblik,
dat kan hen niets schelen. Zij staan
direct weer op, doch voorkom de
kans, dat zij zich aan de handjes
of knietjes verwonden.
En tenslotte nog dit: denk er om,
als U met een kleuter uitbent, dat
U steeds een goed voorbeeld moet
geven in het verkeer: kijk dus
voorzichtig uit npar alle kanten
voor U oversteekt. Een kind doet
graag iets na en zal U dus vanzelf
ook hierin imiteren. Dan heeft
het dit meteen geleerd.
7 E moesten eens weten, hoe ik
geploeterd heb, toen ik zo oud
was, zei de moeder van de twee bla
gen verbitterd. Zestien was ik, toen
ik dat baantje op kantoor kreeg van
vijftien gulden in de maand en ik
was er nog dolblij mee ook. De hele
dag hard werken en 's avonds moest
ik naar les of mijn moeder helpen.
En niks geen bioscoop of dailsen.
En zo zei ze verder, toch was ik
veel gelukkiger dan die kinderen
van me. En ik had veel meer be
langstelling voor van allerlei. Die
jongste van me, die Trees heeft net
examen gedaan. Ze weet niet of ze
geslaagd is. maar je moet niet den
ken, dat ze benieuwd is naar de uit
slag! 't Laat haar koud. Ze gaat
even zo goed weer naar de bioscoop
Nee, dat was vroeger anders. In
zekere zin is dat een verzuchting die
door alle generaties opnieuw weer
geslaakt wordt. Alle vaders zeggen:
,,In mijn tijd" en alle moeders zeg
gen: „toen ik zo oud was als jij" en
ze idealiseren hun eigen jeugd en
zien zichzelf als een soort zwoegen
de pioniers, die het loodzwaar had
den. terwijl het misschien nog best
meeviel.
Maar er blijft dat verontrustende
verschijnsel, dat inderdaad op het
ogenblik de jonge mensen zo lauw,
zo onverschillig, zo weinig weetgie
rig en belangstellend zijn, en zo
passief. Dat ze zich storten in
beeldromans, dat ze 't allerliefste
maar naar de bioscoop gaan en er
niet over piekeren om uit zich zelf
eens lezingen of cursussen te zoe
ken. 't Kan hun ook niet bar veel
schelen, wat ze worden moeten. Ze
doen hun best niet. Niet op school
en niet in hun vakopleiding. Alles,
wat niet beslist hoéft, wordt niet
aangepakt. Geen wonder, dat zovele
ouders wanhopig zijn en niet meer
weten hoe ze die lanterfanters dan
moeten meekrijgen.
^LS maar één ding duidelijk is:
dat we niet moeten komen met:
„In mijn tijd." Zeg maar eens tegen
Uw dochter: ,,In mijn tijd" en 't
gaat vlak langs haar heen of ze
kijkt U minachtend aan en zegt:
Nou ja, in jouw tijdIeder kind
heeft maling aan de „tijd" van zijn
ouders en dat is heel natuurlijk.
A LS straks de mooie dagen weer
komen en baby uitgaat in de
wagen, dan komt zo'n aardig ki
monojasje met bijbehorend hoedje
goed van pas. We maken het van
flanel of een andere zachte wollen
stof, waarvan U ongeveer 00 cm
van 70 breed nodig heeft.
Het patroontje is berekend voor
kinderen van /i tot 1 jaar. Rug-
en voorpand zijn net eender, alleen
is van voren de hals dieper uitge
sneden en is een operslagje aange
knipt, dat als belegje naar binnen
gevouwen wordt. Het halsje werkt
u met een schuin reepje af. Het
wordt gesloten met een strikje van
lint. Wilt u het jasje met knopen
sluiten, dan vouwt u het overslagje
niet naar binnen
mvoör"^
0
<-
0 g zi'/t
0
3
i9
30
maar zet er een
4 cm breed be
legje tegen en
brengt op de
middenvoorlijn
de sluiting aan. In het bolletje van het hoedje
worden de naadjes dichtgemaakt en dan naait
u de onderkant tussen de dubbele stof van de
rand.
U kunt het stelletje op vele verschillende ma
nieren afwerken. Op de tekening is er een een
voudig randje op geborduiurd, maar het staat ook
heel lief, als u langs de kanten lint opnaait, wat u
eventueel met een siersteekje kunt doen, en in
plaats van zoompjes e.d. te maken, moogt u alle
randjes ook keurig omfestonneren of omhaken.
Wij twijfelen er niet aan, of baby zal goed voor de
dag komen, als de zon schijnt.
ELLA BEZEMER
Met preekjes komen we er dus
niet. alleen met-begrip. Hoe kun je
ooit een ziekte genezen, als je niet
weet wat het is en waardoor het
komt? Geen wonder dat die grote
kinderen van ons zo-slap zijn. Dapk
eens aan die vijf oorlogsjaren in die
vroege tijd van hun ontwikkeling!
Toen hebben ze niet veel goeds ge
zien en gehoord. Ze wisten, dat er
een boze vijand was, die vernietigd
moest worden en dat alles was ge
oorloofd. zolang je maar niet met
die vijand meeging. Na de oorlog
was die boze vijand ineens weg en
wat eerst heldhaftig was, werd nu
verboden. En wat horen ze nu, na
de oorlog in hun Omgeving? Vader
kankert, iedere keer als hij de
krant leest. Moeder is zorgelijk,
moppert over de duurte. Er is een
tendens van vader en moeder om
niéts meer goed te vinden, om zich
op te sluiten in het eigen domein en
de rest, buiten, te negéren.
Maar die kinderen willen zich
niet laten opsluiten In de huis
kamer. Die willen leven en be
paald met gloed en élan leven.
Hoe willen ze dat doen als alles
om hen heen negatief Is en
zwaar van zorg en bitterheid?
En als er dan zoiets bestaat, als
beeldromans en bioscoop, welnu,
het is een prachtige kans om te ont
vluchten uit de grauwheid.
Het heerlijke van een beeldroman
is, dat de held met een ijzeren vuist
alle oppositie neerslaat, terwijl je
om je heen tedereen miezerig ziet
tobben met onoplosbare problemen.
En reken maar, dat Jopie, die thuis
de vaat moet wassen en moeders
huishoudmoeilijkheden van, dag tot
dag moet aanhoren, liever zich voor
een paar uur identificeert met de
beeldschone jongedame op het witte
doek, die /omaar èlles krijgt:
schoonheid, liefde, romantiek
En wat betreft het gebrek a3n in
spanning op de cursus of op school:
Is het een wonder dat opgroeiende
meisjes en jongens zich niet druk
maken over hun toekomst? Baantjes
zijn nu nog wel te krijgen dus: „O.
als ik zak, krijg ik wel iets zonder
diploma".
f OE moet die foute instelling er
A A ooit weer uit?
Niet meer negatief zijn in het ge
zin. Och, dat is ook alweer zo'n
woord. Hoe moet jg dan positief
zijn? Ik denk aan die moeder van
vier kinderen, die alle vier ontko
men zijn aan die algemene verslap
ping.
Daar thuis is het klein en nauw en
de dingen zijn er precies zo moeilijk
ONZE KINDERKRANT
YXfAAROM was Josientje toch ontzetting door de klas. Jettiezat
zo jaloers op Jettie? .Was heel stil en vewchrikt achterom
het, omdat Jettie altijd een hele
boel vriendinnetjes had? Was
het. omdat iedereen Jettie altijd
zo aardig vond? Of omdat ze de
knapste van de klas was? Of
omdat ze zulke mooie blonde
vlechten had?
Josientie wist het zelf niet,
maar ze kon Jettie niet uitstaan.
Je bent een opschepster, jij,
met je mooie haar. zei ze bits
tegen Jettje en als ze haar op
straat tegen kwam. stak Josien
tje haar tong uit en riep: Lef
maker!
Nu was dat beslist onzin, Jet-
te kyken naar die vlecht. Josien
tje zat verstard in haar bank. er
was een hele tijd Stilte.
Juf sprak eindelijk het verlos
sende woord: Gaan jullie twee
eens even met me mee, zei ze en
tot de andere kinderen: Gaan
jullie even rustig door met plak-
kèn.
Och, die juf was toch eigenlijk
zo lief. Boos was ze niet eens,
alleen maar heel erg verwon
derd. Hoe kon je zoiets doen,
Josientie, vroeg ze zacht. Ben jij
zo'n jaloers meisje?
Josientje begon te huilen
tie had helemaal niets opschep- Jettie zei maar steeds niets en
perigs. Ze was vrolijk, gezellig
en iedereen hield van haar, maar
Josientje kon het nu eenmaal
niet zetten, dat zij ni<»t de knap
ste en de liefste was, dat zij niet
zulk mooi blond haar had.
Er was één les. waarbij Jo
sientje wel de beste was. dat
was handenarbeid. En dat was
zo'n prettig uurtje. De juffrouw
liet de kinderen zelf van élles
verzinnen. Nu. op deze ochtend
mochten ze allemaal zelf een
schilderijtje maken van plaatjes,
die ze zelf eerst uitknipten. Juf
had een hele stapel gekleurde
plaatjes-tijdschriften meege
bracht. Ieder kreeg zo'n blad en
mocht er naar hartelust in knip
pen en dan de prentjes op een
stuk karton plakken, zo. dat het
een mooi geheel werd.
Josientje was er helemaal in.
Ze knipte een heel huis uit. een
landhuis en een stukje groen, dat
was het grasveld ervoor en een
kinderstoel met een bfcby, die
moest op het gras staan en vo
geltjes en wolkjes in de lucht.
Het werd eei prachtig schilderii.
Jettie, die vlak voor haar zat,
was ook druk beeig; het was heel
stil in de klas en eindelijk kwam
de juffrouw eens kijken, wie het
mooiste schilderij had gemaakt.
Ze keek over Josientje's schou
der en zei: Och, wat snoezig, wat
heb ie dat leuk gedaan. Josien
tie! En Josientje glom van trots.
En tenslotte ging juf ook bij Jet
tie kijken. Dlit is het allermooi
ste, zei ze, kindoren, Jettie heeft
een hele dierentuin bij elkaar
weten te krijgen, nu moeten jul
lie toch eens kijken, hoe aardig!
En ze prikte Jettie's karton op
het bord om te laten zien hoe
mooi het was.
TOEN werd Josientje helemaal
koud van binnen. Wéér die
Jettie. zelfs hier op handenarbeid
had ze het weer beter gedaan.
Ze wist niet precies wat ze alle
maal voelde: Drift, woede, ver
ontwaardigingDe tranen
prikten haar in de keel; toen
greep Josientje de schaar, waar
mee ze zojuist nog plaatjes had
geknipt en een seconde later lag
een van Jettie's vlechten, op de
schoolbank, afgeknipt.
Ooooooh. er ging een zucht van
keek maar aldoor verschrikt,
Weet je wat. zei de juffrouw,
jullie moeten allebei naar huis
gaan en jij, Josientje. moet het
aan je moeder vertellen, wat je
gedaan hebt. Straks, als de les is
afgelopen kom ik bij jullie alle
bei thuis en dan zal ik met je
moeders praten.
Josientje ging snikkend naar
huis en met horten en stoten
kwam het verhaal eruit. Moeder,
die "het zwijgend aanhoorde, zei:
Dan moeten we samen naar Jet
tie's huis gaan. nu direct.
NU Jettie's moeder zat al te
praten met de juffrouw van
school en Josientje werd even in
de serre met Jettie alleen gela
ten»
Het sp-sp-spijt me zo vreselijk,
zei Josientje nakkelend, en ze
keek Jettie wanhopig aan.
En toen gebeurde het wonder.
Inplaats van woedend of venij
nig te doen zoals ieder meisje
gedaan zou hebben, zei Jettie
alleen maar: Ik ga zo meteen
naar de kapper en kort haar
staat me ook leuk.
En even later kwamen ze
samen binnen met de armen
over eikaars schouder.
Kiik eens aan zei Jettie's
moeder, we hoeven er al niet
veel langer over te praten, die
twee hebben het al goed ge
maakt.
En van die tijd af werd het
helemaal anders met Josientie.
Zij werd Jettie's beste vriendin
en van haar jaloersheid was zij
genezen.
Maar toch Iron ze nooit naar
Jettie's gladde page-kopje kijken,
zonder eventjes een steek te
voelen: Dat heb ik gedaan. En
dat duurde nog heel lang.
Een heel raar beest Is dit. Waar het woont, weten we niet, en of het
heuselijk bestaat, weten we ook niet, maar In leder geval heeft het de
kop van eenEn de staart van een....? Hoeveel verschillende beesten
kunnen Jullie vinden ln dit monster? Ga eens tellen. De volgende week
zullen we zo allemaal opnoemen en dan moet Je maar eens kijken of Je
er soms nog vergeten had. Goed kijken, hoor!
fpR was eens een jongetje, Gerrltje Flink,
-Lv die werd maar niet groter dan een pink.
Hij wilde niet groeien, hij werd maar niet langer,
zijn vader en moeder die werden steeds banger.
Zc zeiden Die Gerritje wordt maar niet groter,
ze gaven hem melk en ze gaven hem boter,
ze gaven hem plakken rozijnen-keek.
Maar wat ze ook gaven, het hielp geen steek:
Die Gerritje Flink
bleef zo groot als een pink.
Zijn vader en moeder maakten toen
een bedje voor Gerritje van een schoen.
Hij dronk uit een vingerhoed melkchocola,
hij hinkelde in het buffet in een la,
hij jakkerde- over de schoorsteenloper
op een fietsje, een echt klein fietsje van koper.
En zijn vader en moeder zeiden: och,
hij is toel niet groot, maar lief is ie tóch!
Ons Gerritje Flink
- zo groot als een pink.
A/f AAR eens op een avond, o, vreselijk, zeg!
1 1 Ja, eens op een avond was Gerritje weg.
Zijn moeder ging zoeken, ze zocht op de grond,
ze zocht in de naaidoos, de mand van de hond,
ze zocht in de hoekjes, ze zocht in de spleetjes
en onder de kussens en onder de kleedjes,
ze keek in de theemuts, ze huilde en riep:
O, Gerritje, zeg toch eens eindelijk: Piep.
Maar wég was Gerritje Flink
zo groot als een pink.
En moeder bleef zoeken en vader kwam thuis
en zocht in de pannen cn in het fornuis
hij zocht in zijn beurs en zijn vestjeszak,
toen hoorden ze roepen, heel zachtjes en zwak,
ze hoorden een stemmetje en, met gestommel
kwam Gerritje Flink uit de koekjestrommel.
Ze riepen Hoera, daar is ie.' en toen
kreeg Gerrit van vader en moeder een zoen.
Die Gerritje Flink
zo groot als een pink.
J
als ln alle gezinnen met weinig
geld. Maar het ligt aan die moeder.
Ze heeft iets jeugdigs en spranke-
lends. Ze laat haar kinderen vrij,
maar leeft toch met ze mee. Haar
kinderen gaan ook naar de bioscoop
maar wanneer ze er vandaan ko
men. vertellen ze de film tbuis. En
moeder, met haar gevoed voor hu
mor en haar scherp oordeel heeft
altijd commentaar en zó, dat de kin
deren zelf het belachelijke van zoe
te romantiek en dwaze heldenver
ering inzien.
Moeder leest zelf veel en vertelt
wat ze gelezen heeft en leest voor.
Er zijn altijd boeken in huis. De ra
dio staat niet hele dagen te brul
len, zodat men verdrinkt in kook-
praatjes, hoorspelen en goede en
slechte muziek, maar het ding wordt
alleen aangezet, als men aandachtig
wenst te luisteren.
Dat de kinderen werken is daar
vanzelfsprekend. Niet omdat moe
der m haar jeugd zo hard heeft ge
werkt. maar omdat zij op de een
of andere manier het besef erin ge
bracht heeft, dat niet-werken iets
heel verachtelijks is, zoiets als nooit
je tanden»poetsen en nog erger.
Het zijn maar kleine punten en
stuk voor stuk geen punten: „waar
het aan kan liggen". Maqr het is de
persoonlijkheid van die moeder, dat
is duidelijk. En van een moeder
moet het altijd komen.
Een van de in het huishouden
schier onmisbare gebruiksvoor
werpen is wel het doosje lucifers.
Wat zou meq moeten beginnen
zonder dat? In de keuken heeft
het zijn vaste plaats bij het gas
komfoor of het fornuis; vaak ligt
er ook een op de theetafel of op de
schoorsteen bij de haard. Als dat
toevallig niet zo is, dan komt dat
meestal, omdat een van de man
nelijke huisgenoten er zijn sigaret
of zijn sigaar mee heeft aangesto
ken en het daarna achteloos in zijn
zak heeft laten verdwijnen. Er zijn
weliswaar aanstekers en gaspisto
len, die de lucifers kunnen vervan
gen, maar zij hebben de lucifers
niet van hun plaats kunnen ver
dringen. Zowel vrouwen als man
nen gebruiken lucifers voortdurend
en wanneer de huisvrouw een keer
tevergeefs naar haar lucifersdoos
je grijpt, dan is zij ernstig ont
stemd en dan protesteert zij. Want
zij beschouwt het ah een vanzelf
sprekendheid, dat zij het altijd
binnen haar bereik vindt.
Kort
verhaal
„Een lentedroom" heette het
snoeperige japonnetje, dat mijn
echtvriendin ergens in een uitstal
kast had gezien.
Ik weet niet waarom ze er op
eens over begon op dat vergevor
derd nachtelijk uur, maar ik weet
wéldat het ook een droom was,
als je haar mocht geloven.
In tegenstelling met „echte" dro
men, was deze „droom" echt. De
kleur was blauw en de prijs was
zwart. Niet zodra .had ik aie ge
hoord of ik begreep, dat deze
droom wel eens een nachtmerrie
zou kunnen worden.
„Dromen zijn bedrog", consta
teerde ik. Toen zei ik, dat ik slaap
had en ik keerde mij om met een
onderdrukte geeuw. Ik was moe.
De kalender wees de 21ste Maart
en heel de dap had ik al last ge
had van voorjaarsloomheid. Half
en half had ik van haar een pro
test verwacht. Maar tot mijn ver
bazing bleef het uit.
„Slaap lekker", zei ze rustig
Morgen zal 'ik nem voor je aan
doen. Hij hangt op die stoel. De
lente is vandaag begonnen en ik
vond, dat ik me nu langzamerhand
wel eens in een nieuw gewaad
mocht tooien. Ik heb hem ge
kocht."
Ik voelde me niet loom meer,
maar verlamd. De slaap was weg.
„Heb je hem ook betaald" vroeg
ik te langen leste, ofschoon ik het
antwoord wist.
„Ehnee," zei zij. „Zou jij dat
morgen even willen doen?"
Ai! Morgen nog wel.
Die lentenacht was zwart. Hij
ivas donker bovendien. De kamer
was in een ondoordringbare duis
ternis gehuld. Ik kon de „droom"
op de stoel niet zien, maar duide
lijk zag ik mijn portemonnaie voor
me. Zij was uitgeput. Ik bleef haar
voor me zien, totdat ook ik uitge
put raakte
Toen ik ontwaakte stond de
Lentedroom levensgroot naast mijn
bed. Dat wil natuurlijk zeggen:
mijn vrouw stond er en ze had
hem aan.
Hij had niet precies de kleur
blauw, die ik mij had voorgesteld.
Maar dat kwam misschien wel,
omdat hij zo vreemd afstak tegen
de dichte witte mist, die als een
melkachtige vloeistof de gehele ka
mer vulde. Toen ik beter keek zag
ik, dat het geen mist was, maar
zeepsop. De hele kamer was van
onder tot boven vol met witte zeep
vlokken. Het leek me funest voor
de japon, maar het scheen mijn
echtgenote niet te hinderen. Ze had
in de ene hand een zinken emmer
en in de andere een ragebol
„Word wakker", zei ze, „want
we gaan aan de schoonmaak. Jouw
kamer krijgt het eerst een beurt.
Heel de nacht heb ik er al van ge
droomd
Toen pas merkte ik, dat ik nog
niet wakker was. Ik sloeg de ogen
op en zag. dat er alleeji in mijn
hoofd mist was geweest. Er waren
geen witte vlokken, er was geen
ragebol en ook g<>en zinken emmer.
Maar ze zouden er weldra komen.
Mijn echtvriendin 1 oas in 't blauw.
Maar het bleek een blauw katoe
nen schort te zijn.
„We gaan aan de schoonmaak,"
zei ze nog eens.
Ik haat de schoonmaak, keek
naar haar blauwe schort en zucht
te. „Zullen we de zaak niet blauw-
blauw laten?", geeuwde ik.
Mijn vrouw keurde me geen
antwoord waardig, maar wél een
blik. Toen betreurde ik het. dat
hóar lentedroom een realiteit zou
worden en haar peperdure .Lente
droom" slechts een droom was.
Maar zo vanzelfsprekend is dat
niet, want er is natuurlijk een
tijd geweest, dat er helemaal geen
lucifers waren. En die ligt, met
historische maatstaf gemeten, nog
niet eens zo heel ver achter ons,
want dezer dagen viert de lucifer,
de veiligheidslucifer wel te ver
staan, zoals wij die tegenwoordig
kennen, zijn honderdste verjaar
dag.
In het begin van 1849 vond de
Duitse professor Rudolf Chris
tian Böttger in Frankfort het
zogenaamde „veiligheidshoutje"
uit, dat geen fosfor en geen zwa
vel bevatte en derhalve niet ver
giftig was. Van toen af aan begon
de lucifer zijn zegetocht over de
wereld.
Aan de ontdekking van profes
sor Böttger was het een en ander
vooraf gegaan. Een gedetineerde in
de strafgevangenis te Württemberg,
Fr ^e drie h Kammerer. vonjl
in 1844 al een lucifer uit. Hij
stichtte bij Reibach in Zwitserland
een fabriekje, dat door een explo
sie werd vernield. Toen korte tijd
later diverse mensen in de omtrek
aan fosfor-vergiftiging bleken te
lijden werd zijn nieuwe fabriek in
het Frugidal door een woedende
menigte in brand gestoken. Kam
merer stierf tenslotte in een krank
zinnigengesticht.
Slecht ook verging het de Hon
gaar I r y n i en de Engelse apo
theker Walker, die tegelijk met
Kammerer de lucifer hadden uit
gevonden. Beiden stierven in ar
moede en beleefden weinig plezier
van het product dat zij vervaar
digden. Het was niet de laatste
tragedie, die zich in de lucifersin
dustrie zou voordoen. Vele tiental
len jaren later, toen Zweden, het
land waar de grootste lucifersfa
brieken ontstonden, al rond 50.000
ton lucifers jaarlijks exporteerde,
pleegde de machtige luciferskoning
Ivar Kreuger zelfmoord, toen zijn
reuzentrust, die een „mogendheid"
tussen de mogendheden was ge
worden onder de mokerslagen van
de economische crisis in elkaar
stortte.
De geschiedenis van de lucifer is
dus niet altijd even opwekkend ge
weest. Maar de huisvrouwen, die
er tenslotte twee billioen per jaar
van gingen gebruiken, hebben zich
daar maar v/einig rekenschap van
gegeven.