Van moeder reep Josientje Een lentedroom MELK kan onze voeding vollediger maken Die grote kinderen van ons UIT s en» 9 9 Wat zou de wereld zijn als er geen lucifers waren Probeert deze Aardappelsoep eens RODE KEEL? Voorzichtigheid is geboden Hoe helpen we ze over lauwheid en negativisme heen? m m SI' EEN RAAR BEEST Zo groot als een pink Zaterdag 26 Maart 1949 5 Aandeel der vrouw in een veranderende wereld 99 IN 1798 woonden er in Ne derland nog geen 900.000 vrouwen, nu zijn dat er bijna vijf millioen. Het geboortecijfer voor 1947 bedraagt per 1000 in woners bijna 22 kinderen, dat is hoger dan tier. jaar geleden, toen het er nog geen twintig wa ren, maar het is veel lager dan b.v. in 1900, toen het er 32 en omstreeks 1876, toen het er 36 waren. De grote vooruitgang van de medische wetenschap, de verbe tering van levensomstandigheden en ontwikkeling in de Nederland se gezinnen hebben gemaakt, dat de achteruitging in aantal wordt goed gemaakt doordat veel meer kinderen gezond opgroeien en als volwassenen een hoge leeftijd bereiken. Vergeleken bij 150 jaar gele den zijn er ruim vijf maal zo veel vrouwen gekomen. Zij krijgen ongeveer tweederde van het aan tal kinderen det zij vroeger kre gen, maar zij hebben het geluk, dat zij bijna tweemaal zoveel daarvan de volwassen leeftijd zien bere:ken. Stierf anderhalve eeuw geleden bijna de helft van het aantal kinderen voordat zij twintig jaar waren en in 1870 nog meer dan een derde, in onze tijd is dit slechts zes van de honderd en het is waarschijnlijk, dat dit aantal nog zal dalen. Men kan dus zeggen, dat veel rouw- en ba»ens- smart de moeders van heden wordt bespaard, terwijl toch het Neder landse ras star.d houdt, zelfs nog altijd vrij snel toeneemt. VERGELEKEN bij vroeger ^lij ven de volwassen vrouwen ze ker twintig jaar langer in de kracht van haar leven. Stierven zij toen gemiddeld op haar vijftigste jaar, nu is het 71 jaar. Voor de moeders beteken* dit, dat zij na het groot brengen van haar gezin nog een lang leven voor zich heb ben, waarin zij haar arbeid en haar ervaring de maatschappij ten goede kunnen doen komen. Bij de uitvoering van haar gezinstaak staan nu zelfs de eenvoudigste huisvrouwen vele technische ge makken en een goede, bijna koste loze voorlichting ten dienste, za ken, die vrijwel elke vrouw in 1798 moest ontberen. Ook de sport is waarlijk tot de massa gekomen. Dat de vrouwen zich hierbij niet onbetuigd laten weet iedereen sinds vijf gouden medailles op de Olympische Spelen te Londen door vrouwen voor Nederland werden gewonnen. De wetenschap heeft ontdekt, dat de moeders als opvoedsters van het jonge kind een enorme invloed uit oefenen op de ontplooiingsmoge lijkheden van de volwassene. Ook beseffen wij nu. dat circa vier vijf de van het nationale gezinsinko men door haar handen gaat, zodat haar beslissingen, ten goede of ten kwade, voor de voortbrenging van Dr. ALETTA JACOBS een der -prominenten uit de strijd voor de emancipatie van de vrouw. de grootste betekenis zijn. Haar onmiddellijk aandeel in het pro ductieproces verbetert zeer lang-* zaam, maar voortdurend. Politiek zijn evenwel de vrouwen verge leken bij haar potentiële macht de non valeur van vroeger. QCHOLING en beweglngsvrij- 7 heid van de vrouwen zijn in deze anderhalve eeuw toegenomen als historisch nog niet is voorgeko men in zulk een relatief korte tijd. Wie had in 1798 gedacht dat in 1948 vrouwelijke politie zulk nut tig werk zou verrichten en dat een wereldcommissie voor de rechten van de mens door een vrouw zou worden gepresideerd, om twee ex treme voorbeelden te nemen en misschien dê grootste vooruitgang vrouwelijke zielkundigen bestu deren haar psychische structuur en beschrijven haar eigen vrouwenle vensweg, nau- verbonden aan die van de man, maar niet dezelfde, noch die welke hy voor haar wil uitstippelen. Na het grootste conflict dat een verscheurde wereld ooit heeft on dergaan, .onder de bedreiging van een atoomoorlog, staat daar de vrouw, met haar eigen vrouwelijke achtergrond en met meer vrijheid meer invloed, meer kennis en meer zelfkennis. Daar staat zij in haar onmiddellijke voorgrond van een huishouding zonder hulp met ver sleten outillage, met onvoldoende gezinskleding en nagenoeg ver dwenen linnenkast, een onmete lijke oorlogstaak achter zich en een heden vol problemen om haar heen. Zij is het grote reservoir van krachten, die nog niet zijn ge bruikt. Waar zij gaat, zijn kinde ren en bloemen. Zij luistert naar een stem in de verte." Een grote vooruitgang vergeleken bij de voedselvoorziening van het vorige jaar is wel, dat nu de melk vrij en in voldoende hoeveelheid verkrijgbaar is. Daardoor wordt het niet alleen gemakkelijker om de maaltijden afwisselend te maken, het kan ook onze voeding op een hoger peil brengen. Want melk js een bijzonder goed voedingsmiddel, dat vrijwel alle voedingsstoffen bevat, die wij nodig hebben. Dat blijkt reeds uit het feit, dat jonge kinderen en dieren een tijdlang uitsluitend van melk leven. Melk bevat veel kalk- en andere zouten, benevens vet en wat heel belangrijk is de bouwstof eiwit. In 6 dl melk (-1 karnemelk) is on geveer evenveel eiwit aanwezig als in 100 gr. vlees. 100 gr. schoonge maakte vis, 100 gr. peulvruchten of V/2 ei. En in vergelijking met deze voedingsmiddelen is melk een vrij goedkope eiwitbron. (Karnemelk, dat weliswaar het vet van de melk mist, maar evenveel eiwit bevat, is nog goedkoper). Vooral nu de meeste eiwitrijke levensmiddelen nog maar in be perkte mate verkrijgbaar zijn, kan melk onze voeding vollediger ma ken. Dat kan in de vorm van een bord pap of een portie vla of pud ding toe, maar ook, door melk te verwerken in soep, saus of stamp pot. Dat laatste geeft bovendien nog het voordeel, dat het gerecht zach ter van smaak en smeuiger van substantie wordt. Een beker melk bij de boterham is niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwasse nen een prachtige aanvulling (o.a. omdat het melkeiwit diet eiwit uit de tarwe waardevoller maakt). U houdt er toch wel streng de hand aan, dat melk, die niet gepasteuri seerd of gesteriliseerd is, nooit on gekookt gebruikt wordt? Aanbran den is meestal te voorkomen, door een t>an met een dikke bodem te nemen, deze voor het gebruik om te spoelen en er nooit iets anders dan melk in te koken Recepten voor vier personen: Aardappelsoep met melk. l'C? liter water (of bouMinnl 1 liter melk, 3 kg aardappelen, 2 kg uien of prei, wat boter, margarine of vet. verse selderij of peterselie, zout. peper, foelie naar smaak. De melk met het water of de bouillon vermengen. De aardappelen schillen, wassen en in stukjes snijden. De uien of prei schoonmaken, klein snijden en in wat boter, margarine of vet met de foelie gedurende 5 minuten smoren. De aardappelen, wat zout en een deel van het water met de melk hieraan toe voegen. Dit alles tezamen gaar koken. Dan de aardappelen fijnmaken en ook de rest van het vocht er bij doen. De soep nog ongeveer een kwartier door koken en tot slot afmaken met fijnge hakte peterselie of selderij en wat pe per. In pract|sch alle soepen kan men melk verwerken. Bloemkoolsaus: 3 dl melk. 35 g (4 eetlepels) bloem, wat boter of margarine, zout, noot muskaat. De melk aan de kook brengen en dan binden met de aangemengde bloem. I Het sausje op smaak maken met een klontje boter of margarine en wat zout. De bloemkool ermee bedekken en crj wat nootmuskaart over raspen. Sausjes* die men door groente mengt (bijv. door stoofsla. andijvie. Brusselslof) maakt men iets dikker (45 g dat is 4','2 eet lepel), bloem op 3 dl melk. Advertentie Een prachtig boek dal elke vrouw moet lezen 99 LI/lJ schreven hiernaast voor rru over de laatste bladzijden van een boek, dat wij graag in het bezit wensen van iedere vrouw. Ons citaat geeft er een indruk van, maar slechts een zeer zwakke. Want dit boek, „Van moeder op dochter, het aandeel van de vrouw in een veranderende wereld", uitgege ven onder auspiciën van het In ternationaal Archief voor de Vrouwenbeweging te Amsterdam door E. J. Brill te Leiden, geeft een uitgebreid en wetenschappe lijk verantwoord overzicht van het leven der Nederlandse vrou wen in anderhalve eeuwin zes honderd kloeke pagina's druks, geschreven door Dra J. Brok ten Broek, Mr. Dr. P. M. Fran kenvan Driel. Clara M. Meyers en E. A. HeringaVan Ruth, on der redactie van Dr. W. H. Pos thumusvan der Goot. Voorts heeft nog een groot aantal andere vrouwen, merendeels met klin kende namen, aan het tot Stand komen van dit boek medege werkt. Het gehele werk is ge schreven in een gezellige, onder houdende stijl, nergens gewichtig, maar toch steeds goed gedocumen teerd, en voorzien van een ware schat van illustraties, waaronder prachtige gekleurde platen. Wij zien de vrouw in het gezin, vroe ger en nu, in de scholen (b.v.: '„Van bewaarschool tot universi teit"), in haar strijd voor de eman cipatie. in de taken, die zij zich veroverde in de maatschappij, kortom in vrijwel alle veetkleurige vormen, die het leven der vrouw in de laatste anderhalve eeuw heeft aangenomen en wij leren daarbij vele vrouwen kennen, die in de strijd voor de vrijmaking van de vrouw belangrijk werk hebben gedaan. Echt een boek om te bezitten. Geen beter verjaarsge schenk dan dit voor moeder en opgroeiende dochter. ONLANGS gebeurde er een droef ongeluk: op het ogen blik, dat de moeder even de kamer uit was, om iemand aan de voor deur te woord te staan, wilde haar dreumes van twee jaar haar ach terna en trok zelf de deur open, maar door de tocht van de open staande voordeur sloeg die van de kamer met een klap dicht en een klein vingertje werd afgeklemd. Men kan de kans op Iets derge lijks sterk verminderen, door een reep anti-tochtband (een rolletje wit rubber, dat per meter wordt verkócht) langs de deur te beves tigen. Doe het dan meteen» ook langs de andere zijde, waar de scharnieren zijn geplaatst. Bij sommige ouderwetse deuren is daar dikwijls nog veel ruimte, waar een vingertje best tussen kan geraken en verbrijzeld kan wor den. Voorkomen is altijd het Öeste Een ander eenvoudig middel om het dichtslaan van deuren op de tocht te verhinderen is: een stukje dun gordijnkoord met één uiteinde boven aan de deur te bevestigen en het andere met een spiraalveer aan een klein haakje in de deur post. U moet de lengte zo nemen, dat de deur uit zich zelf door het touw 4 cm. vóór het slot wordt ge stopt. Wanneer de deur inderdaad gesloten moet worden, trekt men de spiraalveer iets uit. Op <^ie manier kan geen kind zich beze ren. Nog een goede hint: laat geen kleine kinderen met glazen schaal tjes of iets dergelijks lopen. Zij struikelen zo licht, laten het schaaltje in scherven vallen snijden zich dan aan het glas. Het is. heel goed om kinderen reeds bijtijds handigheid te leren en ook om aan hun behoefte om moeder een handje te helpen, tegemoet te komen. Maar geef ze uitsluitend onbreekbare dingen in handen. Kinderen struikelen ieder ogenblik, dat kan hen niets schelen. Zij staan direct weer op, doch voorkom de kans, dat zij zich aan de handjes of knietjes verwonden. En tenslotte nog dit: denk er om, als U met een kleuter uitbent, dat U steeds een goed voorbeeld moet geven in het verkeer: kijk dus voorzichtig uit npar alle kanten voor U oversteekt. Een kind doet graag iets na en zal U dus vanzelf ook hierin imiteren. Dan heeft het dit meteen geleerd. 7 E moesten eens weten, hoe ik geploeterd heb, toen ik zo oud was, zei de moeder van de twee bla gen verbitterd. Zestien was ik, toen ik dat baantje op kantoor kreeg van vijftien gulden in de maand en ik was er nog dolblij mee ook. De hele dag hard werken en 's avonds moest ik naar les of mijn moeder helpen. En niks geen bioscoop of dailsen. En zo zei ze verder, toch was ik veel gelukkiger dan die kinderen van me. En ik had veel meer be langstelling voor van allerlei. Die jongste van me, die Trees heeft net examen gedaan. Ze weet niet of ze geslaagd is. maar je moet niet den ken, dat ze benieuwd is naar de uit slag! 't Laat haar koud. Ze gaat even zo goed weer naar de bioscoop Nee, dat was vroeger anders. In zekere zin is dat een verzuchting die door alle generaties opnieuw weer geslaakt wordt. Alle vaders zeggen: ,,In mijn tijd" en alle moeders zeg gen: „toen ik zo oud was als jij" en ze idealiseren hun eigen jeugd en zien zichzelf als een soort zwoegen de pioniers, die het loodzwaar had den. terwijl het misschien nog best meeviel. Maar er blijft dat verontrustende verschijnsel, dat inderdaad op het ogenblik de jonge mensen zo lauw, zo onverschillig, zo weinig weetgie rig en belangstellend zijn, en zo passief. Dat ze zich storten in beeldromans, dat ze 't allerliefste maar naar de bioscoop gaan en er niet over piekeren om uit zich zelf eens lezingen of cursussen te zoe ken. 't Kan hun ook niet bar veel schelen, wat ze worden moeten. Ze doen hun best niet. Niet op school en niet in hun vakopleiding. Alles, wat niet beslist hoéft, wordt niet aangepakt. Geen wonder, dat zovele ouders wanhopig zijn en niet meer weten hoe ze die lanterfanters dan moeten meekrijgen. ^LS maar één ding duidelijk is: dat we niet moeten komen met: „In mijn tijd." Zeg maar eens tegen Uw dochter: ,,In mijn tijd" en 't gaat vlak langs haar heen of ze kijkt U minachtend aan en zegt: Nou ja, in jouw tijdIeder kind heeft maling aan de „tijd" van zijn ouders en dat is heel natuurlijk. A LS straks de mooie dagen weer komen en baby uitgaat in de wagen, dan komt zo'n aardig ki monojasje met bijbehorend hoedje goed van pas. We maken het van flanel of een andere zachte wollen stof, waarvan U ongeveer 00 cm van 70 breed nodig heeft. Het patroontje is berekend voor kinderen van /i tot 1 jaar. Rug- en voorpand zijn net eender, alleen is van voren de hals dieper uitge sneden en is een operslagje aange knipt, dat als belegje naar binnen gevouwen wordt. Het halsje werkt u met een schuin reepje af. Het wordt gesloten met een strikje van lint. Wilt u het jasje met knopen sluiten, dan vouwt u het overslagje niet naar binnen mvoör"^ 0 <- 0 g zi'/t 0 3 i9 30 maar zet er een 4 cm breed be legje tegen en brengt op de middenvoorlijn de sluiting aan. In het bolletje van het hoedje worden de naadjes dichtgemaakt en dan naait u de onderkant tussen de dubbele stof van de rand. U kunt het stelletje op vele verschillende ma nieren afwerken. Op de tekening is er een een voudig randje op geborduiurd, maar het staat ook heel lief, als u langs de kanten lint opnaait, wat u eventueel met een siersteekje kunt doen, en in plaats van zoompjes e.d. te maken, moogt u alle randjes ook keurig omfestonneren of omhaken. Wij twijfelen er niet aan, of baby zal goed voor de dag komen, als de zon schijnt. ELLA BEZEMER Met preekjes komen we er dus niet. alleen met-begrip. Hoe kun je ooit een ziekte genezen, als je niet weet wat het is en waardoor het komt? Geen wonder dat die grote kinderen van ons zo-slap zijn. Dapk eens aan die vijf oorlogsjaren in die vroege tijd van hun ontwikkeling! Toen hebben ze niet veel goeds ge zien en gehoord. Ze wisten, dat er een boze vijand was, die vernietigd moest worden en dat alles was ge oorloofd. zolang je maar niet met die vijand meeging. Na de oorlog was die boze vijand ineens weg en wat eerst heldhaftig was, werd nu verboden. En wat horen ze nu, na de oorlog in hun Omgeving? Vader kankert, iedere keer als hij de krant leest. Moeder is zorgelijk, moppert over de duurte. Er is een tendens van vader en moeder om niéts meer goed te vinden, om zich op te sluiten in het eigen domein en de rest, buiten, te negéren. Maar die kinderen willen zich niet laten opsluiten In de huis kamer. Die willen leven en be paald met gloed en élan leven. Hoe willen ze dat doen als alles om hen heen negatief Is en zwaar van zorg en bitterheid? En als er dan zoiets bestaat, als beeldromans en bioscoop, welnu, het is een prachtige kans om te ont vluchten uit de grauwheid. Het heerlijke van een beeldroman is, dat de held met een ijzeren vuist alle oppositie neerslaat, terwijl je om je heen tedereen miezerig ziet tobben met onoplosbare problemen. En reken maar, dat Jopie, die thuis de vaat moet wassen en moeders huishoudmoeilijkheden van, dag tot dag moet aanhoren, liever zich voor een paar uur identificeert met de beeldschone jongedame op het witte doek, die /omaar èlles krijgt: schoonheid, liefde, romantiek En wat betreft het gebrek a3n in spanning op de cursus of op school: Is het een wonder dat opgroeiende meisjes en jongens zich niet druk maken over hun toekomst? Baantjes zijn nu nog wel te krijgen dus: „O. als ik zak, krijg ik wel iets zonder diploma". f OE moet die foute instelling er A A ooit weer uit? Niet meer negatief zijn in het ge zin. Och, dat is ook alweer zo'n woord. Hoe moet jg dan positief zijn? Ik denk aan die moeder van vier kinderen, die alle vier ontko men zijn aan die algemene verslap ping. Daar thuis is het klein en nauw en de dingen zijn er precies zo moeilijk ONZE KINDERKRANT YXfAAROM was Josientje toch ontzetting door de klas. Jettiezat zo jaloers op Jettie? .Was heel stil en vewchrikt achterom het, omdat Jettie altijd een hele boel vriendinnetjes had? Was het. omdat iedereen Jettie altijd zo aardig vond? Of omdat ze de knapste van de klas was? Of omdat ze zulke mooie blonde vlechten had? Josientie wist het zelf niet, maar ze kon Jettie niet uitstaan. Je bent een opschepster, jij, met je mooie haar. zei ze bits tegen Jettje en als ze haar op straat tegen kwam. stak Josien tje haar tong uit en riep: Lef maker! Nu was dat beslist onzin, Jet- te kyken naar die vlecht. Josien tje zat verstard in haar bank. er was een hele tijd Stilte. Juf sprak eindelijk het verlos sende woord: Gaan jullie twee eens even met me mee, zei ze en tot de andere kinderen: Gaan jullie even rustig door met plak- kèn. Och, die juf was toch eigenlijk zo lief. Boos was ze niet eens, alleen maar heel erg verwon derd. Hoe kon je zoiets doen, Josientie, vroeg ze zacht. Ben jij zo'n jaloers meisje? Josientje begon te huilen tie had helemaal niets opschep- Jettie zei maar steeds niets en perigs. Ze was vrolijk, gezellig en iedereen hield van haar, maar Josientje kon het nu eenmaal niet zetten, dat zij ni<»t de knap ste en de liefste was, dat zij niet zulk mooi blond haar had. Er was één les. waarbij Jo sientje wel de beste was. dat was handenarbeid. En dat was zo'n prettig uurtje. De juffrouw liet de kinderen zelf van élles verzinnen. Nu. op deze ochtend mochten ze allemaal zelf een schilderijtje maken van plaatjes, die ze zelf eerst uitknipten. Juf had een hele stapel gekleurde plaatjes-tijdschriften meege bracht. Ieder kreeg zo'n blad en mocht er naar hartelust in knip pen en dan de prentjes op een stuk karton plakken, zo. dat het een mooi geheel werd. Josientje was er helemaal in. Ze knipte een heel huis uit. een landhuis en een stukje groen, dat was het grasveld ervoor en een kinderstoel met een bfcby, die moest op het gras staan en vo geltjes en wolkjes in de lucht. Het werd eei prachtig schilderii. Jettie, die vlak voor haar zat, was ook druk beeig; het was heel stil in de klas en eindelijk kwam de juffrouw eens kijken, wie het mooiste schilderij had gemaakt. Ze keek over Josientje's schou der en zei: Och, wat snoezig, wat heb ie dat leuk gedaan. Josien tie! En Josientje glom van trots. En tenslotte ging juf ook bij Jet tie kijken. Dlit is het allermooi ste, zei ze, kindoren, Jettie heeft een hele dierentuin bij elkaar weten te krijgen, nu moeten jul lie toch eens kijken, hoe aardig! En ze prikte Jettie's karton op het bord om te laten zien hoe mooi het was. TOEN werd Josientje helemaal koud van binnen. Wéér die Jettie. zelfs hier op handenarbeid had ze het weer beter gedaan. Ze wist niet precies wat ze alle maal voelde: Drift, woede, ver ontwaardigingDe tranen prikten haar in de keel; toen greep Josientje de schaar, waar mee ze zojuist nog plaatjes had geknipt en een seconde later lag een van Jettie's vlechten, op de schoolbank, afgeknipt. Ooooooh. er ging een zucht van keek maar aldoor verschrikt, Weet je wat. zei de juffrouw, jullie moeten allebei naar huis gaan en jij, Josientje. moet het aan je moeder vertellen, wat je gedaan hebt. Straks, als de les is afgelopen kom ik bij jullie alle bei thuis en dan zal ik met je moeders praten. Josientje ging snikkend naar huis en met horten en stoten kwam het verhaal eruit. Moeder, die "het zwijgend aanhoorde, zei: Dan moeten we samen naar Jet tie's huis gaan. nu direct. NU Jettie's moeder zat al te praten met de juffrouw van school en Josientje werd even in de serre met Jettie alleen gela ten» Het sp-sp-spijt me zo vreselijk, zei Josientje nakkelend, en ze keek Jettie wanhopig aan. En toen gebeurde het wonder. Inplaats van woedend of venij nig te doen zoals ieder meisje gedaan zou hebben, zei Jettie alleen maar: Ik ga zo meteen naar de kapper en kort haar staat me ook leuk. En even later kwamen ze samen binnen met de armen over eikaars schouder. Kiik eens aan zei Jettie's moeder, we hoeven er al niet veel langer over te praten, die twee hebben het al goed ge maakt. En van die tijd af werd het helemaal anders met Josientie. Zij werd Jettie's beste vriendin en van haar jaloersheid was zij genezen. Maar toch Iron ze nooit naar Jettie's gladde page-kopje kijken, zonder eventjes een steek te voelen: Dat heb ik gedaan. En dat duurde nog heel lang. Een heel raar beest Is dit. Waar het woont, weten we niet, en of het heuselijk bestaat, weten we ook niet, maar In leder geval heeft het de kop van eenEn de staart van een....? Hoeveel verschillende beesten kunnen Jullie vinden ln dit monster? Ga eens tellen. De volgende week zullen we zo allemaal opnoemen en dan moet Je maar eens kijken of Je er soms nog vergeten had. Goed kijken, hoor! fpR was eens een jongetje, Gerrltje Flink, -Lv die werd maar niet groter dan een pink. Hij wilde niet groeien, hij werd maar niet langer, zijn vader en moeder die werden steeds banger. Zc zeiden Die Gerritje wordt maar niet groter, ze gaven hem melk en ze gaven hem boter, ze gaven hem plakken rozijnen-keek. Maar wat ze ook gaven, het hielp geen steek: Die Gerritje Flink bleef zo groot als een pink. Zijn vader en moeder maakten toen een bedje voor Gerritje van een schoen. Hij dronk uit een vingerhoed melkchocola, hij hinkelde in het buffet in een la, hij jakkerde- over de schoorsteenloper op een fietsje, een echt klein fietsje van koper. En zijn vader en moeder zeiden: och, hij is toel niet groot, maar lief is ie tóch! Ons Gerritje Flink - zo groot als een pink. A/f AAR eens op een avond, o, vreselijk, zeg! 1 1 Ja, eens op een avond was Gerritje weg. Zijn moeder ging zoeken, ze zocht op de grond, ze zocht in de naaidoos, de mand van de hond, ze zocht in de hoekjes, ze zocht in de spleetjes en onder de kussens en onder de kleedjes, ze keek in de theemuts, ze huilde en riep: O, Gerritje, zeg toch eens eindelijk: Piep. Maar wég was Gerritje Flink zo groot als een pink. En moeder bleef zoeken en vader kwam thuis en zocht in de pannen cn in het fornuis hij zocht in zijn beurs en zijn vestjeszak, toen hoorden ze roepen, heel zachtjes en zwak, ze hoorden een stemmetje en, met gestommel kwam Gerritje Flink uit de koekjestrommel. Ze riepen Hoera, daar is ie.' en toen kreeg Gerrit van vader en moeder een zoen. Die Gerritje Flink zo groot als een pink. J als ln alle gezinnen met weinig geld. Maar het ligt aan die moeder. Ze heeft iets jeugdigs en spranke- lends. Ze laat haar kinderen vrij, maar leeft toch met ze mee. Haar kinderen gaan ook naar de bioscoop maar wanneer ze er vandaan ko men. vertellen ze de film tbuis. En moeder, met haar gevoed voor hu mor en haar scherp oordeel heeft altijd commentaar en zó, dat de kin deren zelf het belachelijke van zoe te romantiek en dwaze heldenver ering inzien. Moeder leest zelf veel en vertelt wat ze gelezen heeft en leest voor. Er zijn altijd boeken in huis. De ra dio staat niet hele dagen te brul len, zodat men verdrinkt in kook- praatjes, hoorspelen en goede en slechte muziek, maar het ding wordt alleen aangezet, als men aandachtig wenst te luisteren. Dat de kinderen werken is daar vanzelfsprekend. Niet omdat moe der m haar jeugd zo hard heeft ge werkt. maar omdat zij op de een of andere manier het besef erin ge bracht heeft, dat niet-werken iets heel verachtelijks is, zoiets als nooit je tanden»poetsen en nog erger. Het zijn maar kleine punten en stuk voor stuk geen punten: „waar het aan kan liggen". Maqr het is de persoonlijkheid van die moeder, dat is duidelijk. En van een moeder moet het altijd komen. Een van de in het huishouden schier onmisbare gebruiksvoor werpen is wel het doosje lucifers. Wat zou meq moeten beginnen zonder dat? In de keuken heeft het zijn vaste plaats bij het gas komfoor of het fornuis; vaak ligt er ook een op de theetafel of op de schoorsteen bij de haard. Als dat toevallig niet zo is, dan komt dat meestal, omdat een van de man nelijke huisgenoten er zijn sigaret of zijn sigaar mee heeft aangesto ken en het daarna achteloos in zijn zak heeft laten verdwijnen. Er zijn weliswaar aanstekers en gaspisto len, die de lucifers kunnen vervan gen, maar zij hebben de lucifers niet van hun plaats kunnen ver dringen. Zowel vrouwen als man nen gebruiken lucifers voortdurend en wanneer de huisvrouw een keer tevergeefs naar haar lucifersdoos je grijpt, dan is zij ernstig ont stemd en dan protesteert zij. Want zij beschouwt het ah een vanzelf sprekendheid, dat zij het altijd binnen haar bereik vindt. Kort verhaal „Een lentedroom" heette het snoeperige japonnetje, dat mijn echtvriendin ergens in een uitstal kast had gezien. Ik weet niet waarom ze er op eens over begon op dat vergevor derd nachtelijk uur, maar ik weet wéldat het ook een droom was, als je haar mocht geloven. In tegenstelling met „echte" dro men, was deze „droom" echt. De kleur was blauw en de prijs was zwart. Niet zodra .had ik aie ge hoord of ik begreep, dat deze droom wel eens een nachtmerrie zou kunnen worden. „Dromen zijn bedrog", consta teerde ik. Toen zei ik, dat ik slaap had en ik keerde mij om met een onderdrukte geeuw. Ik was moe. De kalender wees de 21ste Maart en heel de dap had ik al last ge had van voorjaarsloomheid. Half en half had ik van haar een pro test verwacht. Maar tot mijn ver bazing bleef het uit. „Slaap lekker", zei ze rustig Morgen zal 'ik nem voor je aan doen. Hij hangt op die stoel. De lente is vandaag begonnen en ik vond, dat ik me nu langzamerhand wel eens in een nieuw gewaad mocht tooien. Ik heb hem ge kocht." Ik voelde me niet loom meer, maar verlamd. De slaap was weg. „Heb je hem ook betaald" vroeg ik te langen leste, ofschoon ik het antwoord wist. „Ehnee," zei zij. „Zou jij dat morgen even willen doen?" Ai! Morgen nog wel. Die lentenacht was zwart. Hij ivas donker bovendien. De kamer was in een ondoordringbare duis ternis gehuld. Ik kon de „droom" op de stoel niet zien, maar duide lijk zag ik mijn portemonnaie voor me. Zij was uitgeput. Ik bleef haar voor me zien, totdat ook ik uitge put raakte Toen ik ontwaakte stond de Lentedroom levensgroot naast mijn bed. Dat wil natuurlijk zeggen: mijn vrouw stond er en ze had hem aan. Hij had niet precies de kleur blauw, die ik mij had voorgesteld. Maar dat kwam misschien wel, omdat hij zo vreemd afstak tegen de dichte witte mist, die als een melkachtige vloeistof de gehele ka mer vulde. Toen ik beter keek zag ik, dat het geen mist was, maar zeepsop. De hele kamer was van onder tot boven vol met witte zeep vlokken. Het leek me funest voor de japon, maar het scheen mijn echtgenote niet te hinderen. Ze had in de ene hand een zinken emmer en in de andere een ragebol „Word wakker", zei ze, „want we gaan aan de schoonmaak. Jouw kamer krijgt het eerst een beurt. Heel de nacht heb ik er al van ge droomd Toen pas merkte ik, dat ik nog niet wakker was. Ik sloeg de ogen op en zag. dat er alleeji in mijn hoofd mist was geweest. Er waren geen witte vlokken, er was geen ragebol en ook g<>en zinken emmer. Maar ze zouden er weldra komen. Mijn echtvriendin 1 oas in 't blauw. Maar het bleek een blauw katoe nen schort te zijn. „We gaan aan de schoonmaak," zei ze nog eens. Ik haat de schoonmaak, keek naar haar blauwe schort en zucht te. „Zullen we de zaak niet blauw- blauw laten?", geeuwde ik. Mijn vrouw keurde me geen antwoord waardig, maar wél een blik. Toen betreurde ik het. dat hóar lentedroom een realiteit zou worden en haar peperdure .Lente droom" slechts een droom was. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet, want er is natuurlijk een tijd geweest, dat er helemaal geen lucifers waren. En die ligt, met historische maatstaf gemeten, nog niet eens zo heel ver achter ons, want dezer dagen viert de lucifer, de veiligheidslucifer wel te ver staan, zoals wij die tegenwoordig kennen, zijn honderdste verjaar dag. In het begin van 1849 vond de Duitse professor Rudolf Chris tian Böttger in Frankfort het zogenaamde „veiligheidshoutje" uit, dat geen fosfor en geen zwa vel bevatte en derhalve niet ver giftig was. Van toen af aan begon de lucifer zijn zegetocht over de wereld. Aan de ontdekking van profes sor Böttger was het een en ander vooraf gegaan. Een gedetineerde in de strafgevangenis te Württemberg, Fr ^e drie h Kammerer. vonjl in 1844 al een lucifer uit. Hij stichtte bij Reibach in Zwitserland een fabriekje, dat door een explo sie werd vernield. Toen korte tijd later diverse mensen in de omtrek aan fosfor-vergiftiging bleken te lijden werd zijn nieuwe fabriek in het Frugidal door een woedende menigte in brand gestoken. Kam merer stierf tenslotte in een krank zinnigengesticht. Slecht ook verging het de Hon gaar I r y n i en de Engelse apo theker Walker, die tegelijk met Kammerer de lucifer hadden uit gevonden. Beiden stierven in ar moede en beleefden weinig plezier van het product dat zij vervaar digden. Het was niet de laatste tragedie, die zich in de lucifersin dustrie zou voordoen. Vele tiental len jaren later, toen Zweden, het land waar de grootste lucifersfa brieken ontstonden, al rond 50.000 ton lucifers jaarlijks exporteerde, pleegde de machtige luciferskoning Ivar Kreuger zelfmoord, toen zijn reuzentrust, die een „mogendheid" tussen de mogendheden was ge worden onder de mokerslagen van de economische crisis in elkaar stortte. De geschiedenis van de lucifer is dus niet altijd even opwekkend ge weest. Maar de huisvrouwen, die er tenslotte twee billioen per jaar van gingen gebruiken, hebben zich daar maar v/einig rekenschap van gegeven.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5